NIEUWS UIT BELGIE. SCHETSEN VAN DE ZEE. Steunt met Uw gaven het Leidsch Crisis-Comité. pal de soliditeit is aanmerkelijk Tit „(tig beheer heeft tot dit alles -«kt. brengt spr. dan ook aan zijn mede- tden, den kassier en den Raad j-ht voor de aangename samen- waardoor zooveel goeds is tot jekomen. Op iedere vergadering nieuwe zaken behandeld worden spijt spr., dat er velen van de aan moeten worden afgewezen, het hier gaat om aller belang, mag enkel geval van afwijking sprake de soliditeit als eerste eisch ge urden! eindigt zijn lede met den wenach, Gods zegen op aller arbeid moge tulen, voorgelezen door den kassier i M. v. d. Heul, werden onveran- gekeurd met dank aan den secre- Het keurig uitgebrachte jaarverslag kassier getuigde van een gezonden i. el de omzet kleiner was, bleek het weer vooruitgaande, afgeloopen jaar bracht een winst 1052,60'/*. aantal spaarders steeg tot 285 met -rag van f. 101.245,22. Terugbetaald f. 132.437.91. Aan voorschotten is tvangen f. 10.908.92. Uitgegeven aan otten f. 20.109.95. Rekening-courant 'en en Centr. Bank ontvangen .69'/! en uitgeg. werd f. 607,456.06', gen rente voorschotten f. 2213.87: en rente loopende rekening 'Q; ontvangen rente Centr. Bank 1. tgeven werd aan rente: Spaarbank ',5; loopende rekening f. 437.72; k f. 280.09. de Centr. Bank werd voor 't waar ds bijgedragen f. 112.84. De reke- 31 sluit in ontvangst en uitgaaf met 'rag van f. 775,079.77'/!. De balans 188,402.10'/:. in verslag bracht de kassier dank t bestuur en den Raad van Toezicht mhoorigheid was uitstekend. De 'en rekening en balans 1931 wer- stgesteld. Goedgekeurd werd naar ne het batig saldo van f. 1052,60'/! brengen. De reserve steeg tot 27'/:. n vraag om den kassier een ver- g van salaris toe te kennen, ant- 'e de voorzitter dat het bestuur geen vrijmoedigheid kon vinden, bestuurslid was aftredend de heer d. Voet en als lid van den Raad «zicht de heer B. J. v. d. Meene. en werden met bijna algemeene en herkozen en namen hun benoe- n onder dankbetuiging voor het wen in hen gesteld, oorzitter feliciteerde heide heeren innerde daarbij aan de verantwoor- eid aan deze functies verbonden, van de bank had bedankt en één wegens faillissement afgeschreven, rgadering keurde de afvoering goed. ns bestuur en R. v. T. deelde de er mede, dat, in verband met de .daard de Centr. Bank tot verhoo- den rentevoet is overgegaan. Ook 'Ie aan de Bank zal met ingang van l worden verhoogd, n.I. voor loo- rekening tot 5'/: pCt. en voor spaar- ook boven de f. 5000 tot 4 DCt. Igens deed de voorzitter een ernstig op de leden om de kinderen jong d sparen. De gelegenheid daartoe is Boerenleenbank door middel van en busjes opengesteld, ot dankte de voorzitterzijn mede- deden. den Raad van Toezicht en n voor de aangename samenwerking medewerking en het buitenge ertrouwen. Hierop sloot hij de ver- 'ering van de afdeeling Oegstgeest itr Nat. Chr. Geh.-Onth. Ver. ravond vergaderde de afd. Oegst- er N. C. G. O. V. in het lokaal van e gemeenteschool aldaar. Na ope et gebed door den voorzitter, den Eggink, sprak ds. T. J. Jansen oven een korte, doch pakkende t over het doel en het nut. der Chr. nth. beweging. Spr. wees er eerst 1 de Geh.-Onth. iets negatiefs pro- het niet-drinken van alcoholhou- dranken, en stelde de vraag of dit ve ideaal voldoende band kon ge- orden voor een vereeniglng. Als wij letten op den vooruitgang van het de laatste 50 jaren, dan zien wij. ook een sterke positieve zijde aan .-Onthouding bestaat, dat wij vooral Chr. Geh.-Onth. krachtig mede- de steenen weg te ruimen waarover n struikelen en een belemmering .en voor de doorwerking van het ür. Schuts vergastte de aanwezigen j?e zeer schoone liederen, onder be- S van orgel door den heer A. Bijl. "enige mededeelingen van den pen- tester, o.a. over de onthouders-lec- 8si de heer S. Riil een overzicht van 0 de vereeniging in het afgeloopen gedaan en wees op de wensche- d om ook jonge menschen in het tengswerk te betrekken. werden door de leden eenige vragen jf waarna de samenkomst, die een 1 huiselijk karakter droeg. o.a. door ewerking van enkele dames, die et thee-schenken zorgden, door den r met dankzegging werd gesloten. RITNSBURG. Gecombineerde Zanguitvoering. Geref. Kerk aan het Rapenburg teven het Mannenkoor „Zingt Gode ™f Christelijk Gemengde koor „De fl en het Meisjeskoor „Juliana" een "Meerde zanguitvoering onder leiding 5 Vtteur. den lieer C. v. d. Keur. Kemoenschappelijk gezongen was 2 1 on ds. J. do Waard de bli- met gebed geopend had, heette ™nons de drie zangkoren, de aan- - welkom. op het genot, dat zingen met alleen den luisteraars, maar ook l'e niet minder, den zangers, wekte de zangers op, zich door "te opkomst met te laten ontmoe st a* hoop en de verwachting uitvoering der nummers het oen avond zou doen betreuren, ving de uitvoering aan. w™ een drietal nummers uit- "°or het Mannenkoor. Het zal don wel aanstonds opgevallen zijn, b? 'orderingen het hernieuwde -ter, dat wij een enkel jaar gemist hftji de vorige uitvoeringen ge- Met gevoel werden de num- Hierna volgden enkele nummers voor het Gemengd Koor, w.o. „Holland vrij" van P. Harthog, dat een buitengemeen gunstig onthaal had. Ook „Avond" van Kools en liet later gezongen „Lied van de Zee" van Wierts waren een volkomen succes, waarbij enkele krachten uit liet koor ge legenheid kregen, zich in het bijzonder te onderscheiden. Vóór en na de pauze werden ook door het Meisjeskoor eenige liederen gezongen. Vooral van dit meisjeskoor moet geconsta teerd worden, dat de vorderingen, onder directeur v. d. Keur gemaakt, zeer groot zijn. Gezien de uitgebreidheid van dit koor zal dit niet weinig van zijn krachten ge vorderd hebben en er zal geducht geoefend moeten zijn. Het volkomen succes met liet lcoor op dezen avond behaald, moge als een welverdiende belooning worden be schouwd. Uitmuntend gezongen werd o.tn. „Wees gegroet volschoone lentetijd" van Cath. van Rennes en „Mijn Nederland" van P. Mosterd. Vermelden wij van het Mannenkoor ten slotte nog „Avondrust" van W. A. Mozart en „Open de poorten" van J. Heinrich Lützel. Alles bijeen genomen was het een avond waarin door de luisteraars veel is genoten en waarin geen wanklank is gehoord. Moge bii een volgende uitvoering een groote opkomst liet deel der medewerkenden zijn. Aan liet einde der uitvoering wenschte ds. J. de Waard den directeur van harte geluk met deze welgeslaagde uitvoering. Spr. meende, dat met diens komst te Rijns- burg, de zang sterk opgevoerd is, waarop deze met voldoening mag terugzien. Vooral memoreerde spr. de verrichtingen van het Meisjeskoor, dat de directeur zoo volkomen onder appèl heeft. Tenslotte wekte spr. zangeressen en zangers op, met opgewekt heid de studie voort te zetten. Nadat nog gemeenschappelijk gezongen was Psalm 08 10. ging spr. hierna voor in denkgebed. De orgelbegeleiding berustte bij den lieer D. Schoneveld in vertrouwde handen. De Elsgccsterpolder. Benoemd is tot penningmeester van den Elsgeester polder in de vacature van den heer H. J. den Haan, de heer Alb. Krom hout alhier. waar noodig sterk, forsch 3 maar steeds beheerscht en teiórcéerd. SASSENHEIM. GEMEENTERAAD. Aanvraag om tewerkstelling. - Discussie over de hnurvcrlaging. - Herziening Ioonen en steunregeling. - De geldleening aangehouden. De Raad dezer gemeente kwam in open bare vergadering bijeen. Afwezig met ken nisgeving de heeren Schrama, v. Zonne veld, Warnaar en Bisschops. De notulen werden goedgekeurd. Onder de ingekomen stukken was een schrijven van den Commissaris der Ko- nigin inzake afzondering van lijders aan besmettelijke ziekten. Aanbevolen wordt tot samenwerking met andere gemeenten. Gedacht wordt een centrum te Leiden te stichten. De kosten bedragen 6 ct. per inwoner en per jaar. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. zouden willen antwoorden, dat het in deze slechte tijden allesbehalve aange naam aandoet, dat nieuwe lasten aan de gemeente opgelegd worden. Zij willen er op wijzen dat besmettelijke ziekten thans zoo goed als niet meer voorkomen en trachten uitstel te krijgen. De heer v. Breda wees op de hooge kosten, die een en ander met zich mede brengt, temeer daar de gemeente steeds de beschikking moet hebben over een bed. Nadat de voorzitter nog mededeelde, dat getracht is met gemeenten in de bol lenstreek tot overeenstemming te komen, werd besloten volgens het advies van B. en W. Er was een schrijven van een 40-tal R.K. vrijgezellen werkloozen en andere jeugdige werkloozen, houdende verzoek middelen te beramen, dat ook zij in aan merking kunnen komen voor te werk stelling. De voorzitter merkt op. dat men zoo terneergedrukt is door de zorg voor de gehuwden, dat wij machteloos zijn. De rijksregeling is op komst en als er iets gedaan kan worden, zal het zeker ge schieden. De heer v. Breda zegt, dat de commis sie ook absoluut geen uitkomst ziet om hen te helpen. Daarom heeft de commis sie de adressen naar B. en W. gezonden. Voorts is er nog een verzoek ingekomen van de R.K. en Chr. Landarbeidersbonden om de prijzen van gas en water te ver lagen. De voorzitter zegt, dat wat het wa ter betreft, zulks absoluut niet kan. De winst wordt verkregen door het niet ver bruikte water, hetgeen toch betaald moet worden. De tarieven zijn billijk. De gastarieven zijn aan den lagen kant. Ook hier kan niet verlaagd worden. De heer v. Breda heeft gelezen, dat de woningbouwverenigingen de huren ver laagd heeft. Komen die menschen nu in een lagere huurklasse en krijgen zij dus een goedkooper tarief? De voorzitter antwoordt bevestigend. Hij brengt een woord van lof aan het bestuur, dat de huren ongevraagd verlaagd heeft en betreurt het, dat men nu protesteert omdat er niet meer verlaagd is. Weth. Bader (voorzitter der woning bouwvereniging) zegt dat bij sommige huurders een geest van verzet heerscht, die tot uiting komt in het niet betalen der huur. Dit kan niet toegelaten worden en er zullen maatregelen genomen worden. De heer Hoogervorst licht toe. dat bij een loonsverlaging van 20 pet. de men schen geen geld voor de huur hebben. Men wil wel betalen, doch kan niet. An deren die we! betalen, vergeten de bak ker of kruidenier. Ook de werkloosheid is oorzaak. Weth. Warnaar wijst er op. dat hier vrijwillig gegeven is, wat in andere plaat sen door huurstaking getracht wordt te krijgen. Weth. Bader merkt op, dat de wanbeta lers schuilen onder menschen met vaste inkomens en dat kunnen wij niet toe staan. Tijdelijke herziening van loonen en steunregeling. B. en W. stellen voor deze in overeen stemming te brengen met de loonen in 't particulier bedrijf Het wordt dus f. 3.20 per dag. De heer v. Breda meent, dat B. en W. royaal gehandeld hebben en naar boyen afgerond. Een kleine wijziging acht hij evenwel wenschelijk en wel. dat het loon van hen die 6 dagen werken ook in over eenstemming gebracht wordt. Na eenige discussie wordt hiertoe besloten. De voorzitter deelt mede dat aan het crisis-comité een subsidie van 10 ct. per inwoner zal worden verleend. Dit geeft ook het Nat. Comité. Ook dit wordt goed gekeurd. Volgt bespreking geldleening. De heer Speelman zou willen voorstel len dit punt van de agenda af te voeren en naar de financieele commissie te zen den. Z. i. is deze zaak niet goed voorbe reid. Hij stelt er prijs op, te hooren of een geldleening noodig is of niet. Wanneer wij r.iet Ieenen moet de belasting verhoogd worden en tevens een salariskorting ko men. Om onze financiën gezond te hou den moeten wij de rekening sluitend ma ken. Een leening geeft in de toekomst meer lasten en het volgend jaar zal de belasting-opbrengst veel minder zijn. Hij acht het gewenscht, dat de raad nu aan geeft welke richting moet worden inge slagen en dat de commissie met een plan komt. De voorzitter merkt op, dat Wethouder Warnaar al vroeger gezegd heeft, moeten wij de belasting niet verhoogen? De tijd dringt steeds meer, dus is het gewenscht er over te praten. Persoonlijk zou het hem aangenaam zijn. dat de raad besluit de opcenten op de fondsbelasting te verhoo gen. Wat de leenmg betreft: wij kunnen deze zaak toch niet afmaken, daar het geld niet te krijgen is. Wethouder Warnaar zegt. wij moeten toch een geldleening sluiten, daar wij er niet buiten kunnen. Als wij de-opcenten verhoogen, is dit beslist noodig voor de loopende uitgaven. Hij licht een en ander toe; volgens hem krijgen wij toch een te kort. Leenen is geoorloofd, daar er wer ken voor zijn uitgevoerd. De heer Speelman: weth. Warnaar heeft mij niet goed begrepen. Als dit voorstel naar de commissie gaat, kunnen wij een besluit nemen en als we weten hoe de raad er over denkt, kunnen wij met een plan komen. De voorzitter merkt op dat aan een lee ning toch niet te ontkomen is. Een besluit is noodig. of wij geld kunnen krijgen of niet. De heer Speelman vraagt of de finan cieele commissie in een week met een plan kan komen, waarin alles vermeid wordt. Weth. Warnaar zegt dit toe. De heer Speelman wil een plaatsver vangend lid in de commissie benoemen, zoolang de heer v. Zonneveld op reis is. Dit wordt goedgevonden en als zooda nig benoemd de heer v. Breda. De geldleening wordt nu aangehouden. De rondvraag leverde niets op, waarna geheime zitting volgde. Burgerlijke Stand. Geboren: Marinus Cornelis, z van J. Hoekstra en M. Duijm: Cornelis Maria. z. van J. P. Warmerdam en C. C. Duineveld: ;Maria Josepiia, d. van S. Th. Verbij en J. L. Bakker. Ondertrouwd: M. Verhoeven en M. van der Zwaan. Loop der Bevolking. Vertrokken: C. L. Elfering, van Teijlinger- laan 5, naar A'dam; K. Hooeendljk, van Hoofdstraat 15, naar A'dam: Mej. J. Sic king, van Hoofdstraat 320, naar Voorhout: Mej. J. G. Warmerdam, van iepenlaan 15. naar Reeuwijk: H. N. M. Roozen en I gezin, van Hoofdstraat 310, naar Harmeien. Gevestigd: Mej. C. v. d. Maat, Hoofd straat 82. van Voorhout: Mej. A. 't Hart, Menneweg 81, van Hilversum: A. Colijn en gezin, Jac. v. Beiereniaan 19, van Was- j scnaar; C. L. Baak, Menneweg 16, van Lisse. Vergadering ingelanden Warmonderdam- en Alkemaderpolder. De stemgerechtigde ingelanden van bo- vengenoemden polder vergaderden in het hotel „Het Bruine Paard", i Tegenwoordig waren ingelanden, die in totaal konden uitbrengen 23 stemmen, terwijl het maximum aantal stemmen dat kan worden uitgebracht bedraagt 49. Voorzitter was de heer E J. Speelman. De omslag voor 1931 werd bepaald op f. 13 per H.A. Aangezien de grootte van den polder bedraagt 99.27.82 H.A. sluit het I kohier met een totaal bedrag van f. 1290.62. De rekening over 1931 werd vastgesteld aan inkomsten en uitgaven op respectieve lijk f. 2200.16 en f. 1359.35, zoodat het batig saldo bedraagt f 840,91. De begrooting voor 1932 werd vastge steld op f. 2354.97 in ontvangst en uitgaaf, terwijl de omslag voor dit jaar werd ge raamd op f. 15 per H.A. De heer E. J. Speelman werd met bijna algemeene stem men herkozen als voorzitter. In de Com missie voor het nazien van de rekening en begrooting werden benoemd de heeren W. Warnaar. J. C. Verdegaal. Besloten werd tot het stichten van een bemalings- I fonds. Indien derhalve slooten worden ge dempt. waarvoor de toestemming van het Bestuur is vereischt, zal een zeker bedrag in genoemd fonds moeten worden gestort wegens het verkleinen van den boezem I van den polder. Dierenbescherming. Door de zorgen van den inspecteur van de afdeeling Sassenheim der Vereeniging voor Dierenbescherming is een hit, die voor een woonwagen gespannen en zoo danig verwond was, dat het niet trekken kon, ondergebracht in den stal op het woonwagenkamp. Het dier is nu onder behandeling van een veearts. De woonwa gen werd op verzoek naar Lisse gebracht. Door den Rijksgebouwendienst is aanbesteed het uitbreiden en verbouwen van het Post-, Telegraaf- en Telefoonge bouw alhier. Laagste inschrijver was de firma Daudey en Co. te Lisse voor f. 17984. I Gevonden: een zwart gelakt onge merkt oud heerenrijwiel. Een wollen hand schoen, een paar grijze kinderhandschoe nen, een handfietspomp, vijf linnen boor den en één laken. VEUR. Nieuwe Telefoonaansluitingen. 126, Evers, W„ p.a. J. A. J. Verwer, Veur- sche achterweg 14; 99, Hoopen Jr., J. ten, Brood- en Banketbakker, Damlaan 74: 125, Rijswijk, J. C. van, Veehandelaar, Plas- poelstraat 1. Vervallen aansluiting: 104. Graaf van der Klok, B. A., „Delfland", kantoor v. vaste goederen, hypoth. en ass. (Van onzen eigen correspondent). Vlaanderen wordt het economische cen trum van België Een verschuiving van het Zuiden naar het Noorden Een binnenlandsche volksverhuizing. Vóór den oorlog kon men herhaaldelijk uitlatingen lezen van economisten en Vlaamsche leiders, waarin werd beujogd dat in een niet verre toekomst de leiding van de Belgische economie van de zuide lijke naar de noordelijke provinciën zou worden verlegd en het zwaartepunt van de Belgische economische macht bijgevolg in het Vlaamsche land zou worden gevon den. Bij de Vlaamsche leiders was dit toen een min of meer op mystieke gronden steunende opinie, alhoewel er, na de ont dekking in 1901 van kolenvelden, in twee Vlaamsche provinciën, redenen te over waren om te meenen dat de binnenland sche economische oriëntatie van het land spoedig zou veranderen. Een van de bests Vlaamsche economisten, Lodewijk de Raet, die in November 1914, na het uitbreken van den oorlog is gestorven, schreef in zijn werk „Vlaanderen's Economische Ontwik keling", dat deze ontdekking van aard is. om in weinige jaren van Vlaamsch-Belgié weer de overwegende factor te maken in de Belgische huishouding. Hij beschouwde de ontdekking van kolen als de gewichtig ste gebeurtenis voor de Vlaamsche ge schiedenis sedert 1830. Van „landbouw- staat", zooals de Vlaamsche economist het noemde, wordt Vlaanderen „industrie staat" en in een land als België, waar de industrie de eerste viool speelt, moet dit gevolgen medebrengen van de grootste be teekenis. Nu economische en financieele proble men aan de orde zijn is het wel interres- sant deze ontwikkeling nader te onder zoeken. De Vlaamsche leiders van vóór den oorlog hebben zeker niet kunnen droomen. dat hun voorspellingen zoo spoe dig verwezenlijking zouden hebben gevon den. Uit allerlei onomstootbare feiten blijkt, dat zoowel het politieke als het eco nomische zwaartepunt van België ver schuift naar het Noorden van het land, met deze bijzonderheid, dat Vlaanderen een jong industrieland is en dus profiteert van allen modernen vooruitgang. Het be sef dat Vlaanderen weldra een machtige positie moet gaan innemen is een van do redenen waarom met zoo'n grooten aan drang radicale hervormingen worden ge- eischt in 's lands organisatie, die aan Vlaanderen en aan de Vlamingen, met hun taal en beschaving, de ware plaats moeten verzekeren waarop zij recht hebben. Met zijn helderen kijk op de dingen heeft ook op dat gebied Lodewijk de Raet, in zijn reeds genoemd werk, dadelijk beseft wat er voor de Vlamingen voor de toekomst op het sjjel stond, hoofdzakelijk door de ont dekking van de kolen. Dit werd geschreven in 1905 en het be wijst wel hoe men de toekomt inzag. De Raet heeft zich in zijn vooruitzichten ver gist waar hij meende, dat de Waalsche landverhuizing buitengewone verhoudin gen aannemen zou en hij sprak van een ware Waalsche bezetting. De Walen zelf verlaten de mijnindustrie. Nu de feiten die een. beeld geven-van de veischuiving van Het Zuiden naar het Noorden. Een uiteenzetting van de econo mische uitrusting van het Kempische ko lenbekken, met daarnaast bijzonderheden over de uitputting van het Waalsche in- dustrieele gewest, zou voldoende zijn om hierin een duidelijk inzicht te geven. Wij behouden dit echter voor een nadere uit eenzetting van de beteekenis van het nieuwe Kempische industrieland, waaraan zooveel is verbonden dat ook Nederland raakt, als b.v. het nieuwe Albert-Kanaal, tusschen Luik en Antwerpen, dwars door de Kempen De verschuiving gaat ook ge paard met een ware binnenlandsche volks verhuizing en iets dar feitelijk slechts een gevolg is, kan ook dienstig zijn om de oor zaken te doen kenner.. Dc jongste tien- jaarlijksche volkstelling, die in 1930 heeft plaats gehad en waarvan de eerste uit slagen slechts thans bekend worden, -al hoewel de resultaten over de gesproken talen nog steeds in hun geheel onbekend blijven, levert ons dit materiaal. Einde j 1930 telde België inderdaad 8.092.000 in- j woners. lil tien jaar heeft het land 526.000 inwoners bijgewonnen. Er is een geboorte- j overschot van 462.000. De loop van de be volking tusschen de provinciën duidt aan, dat het Zuiden ofwel ontvolkt, of wel sta- tionnair blijft, niet alleen door het feit dat in Wallonië het geboortecijfer lager is dan in Vlaanderen, maar eenvoudig door ver huizing naar het Noorden van het land, vooral naar Brussel, Antwerpen en hoofd zakelijk Limburg. Limburg boekt, op 10 jaar met een aan winst van 68.000 inwoners, een vooruit gang van 23 pCt. welke winst voor het ar rondissement Hasselt zelfs 29.9%, be draagt. Het is slechts een 30-tal jaren geleden dat Limburg van de negen Bel gische provinciën de minst bevolkte was en nu heeft deze provincie met 368.000 in woners de zevende plaats ingenomen. De Waalsche provincie Luxemburg heeft, met zijn 221.000 inwoners, het laagste bevol kingscijfer en ontvolkt bovendien geleide lijk, op tien jaar ongeveer met 3000 per sonen (1.3 pCt.). Dit zijn uitersten. Ant werpen boekt een winst van 15.3 pCt., West Vlaanderen 12.2 pCt., Brabant 10.4 pCt., Luik 5.4 pCt.. Henegouwen 4.4 pCt., Oost- Vlaanderen 3.8 pCt. en Namen 2.3 pCt. Afgezien van Brabant, met zijn gemengd Vlaamsch-Waalsche bevolking, in de winst voor de Vlaamsche provinciën op 10 jaar 13.5 pCt., terwijl de winst voor de Waal sche gewesten, waar nochtans een groote inwijking bestaat van Polen, Szechen, Al gerijnen, Italianen enz. slechts 2.7 pCt. be draagt. Deze cijfers spreken boekdeelen. En ook in jjolitlek opzicht heeft dit gevolgen, want hierdoor is ook de uitbreiding van het aan tal Kamerleden noodzakelijk. Doch daar de bevolking, vooral in Vlaanderen, is toege nomen, zou het gevolg hiervan zijn, dat ook vooral Vlaanderen meer zetels zou ter beschikking krijgen. Antwerpen en Brabant zouden er elk vijf Kamerleden bij krijgen. Limburg twee, Oost-Vlaanderen, Henegou wen en Luik elk een. Van Waalsche zijde is men hiermee niet ingenomen en stelt men voor de vreemdelingen uit te schake len. waardoor er slechts zeven zetels zou den bijkomen, die zouden verdeeld worden over de Vlaamsche arrondissementen en over Brussel. Anderen willen de toekomst I reeds regelen en stellen voor het totaal- i cijfer van de Kamerleden definitief op een vast. santal te bepalen. Dit alles geeft veel stof tot overweging. I DROOM EN WERKELIJKHEID. „Klop-klop-klop" klinkt het op de deuf van mijn hut, die ik zorgvuldig neb afge sloten. Het is een nadrukkelijke klop, die geen twijfel overlaat. Het zijn de custom- officiers (1). die mij komen halen, nadat ze de smokkel-affaire, die ik op touw neb gezet, ontdekt hebben. Angstzweet breekt mij uit en reeds heb ik allerlei visioenen van ontslag, gevangenis en wat dies meer zij. Het is te laat om nog maatregelen te nemen. Ik zit als een rat in de val, ik ben de wanhoop nabij. „Klop-klop-klop". Eindelijk dringt het tot mij door, dat ik gepord wordt en ont waak ik uit een angstdroom, die het ge volg is van het smokkelen van een paar kistjes sigaren. Met knikkende knieën had ik ze dien middag in Plymouth aan den wal gebracht voor een vriend, die daar woonde. Met kloppend hart was ik de douane gepasseerd, wel wetend, dat in Engeland de straffen op smokkelen niet malsch zijn en ik had me heilig voorge nomen, dat dit de eerste maar ook de laatste maal zou zijn, dat ik zoo stom deed. Het is voor het eerst van mijn leven, dat ik verheugd ben, dat ik gepord werd voor de Hondenwacht (2) en met een ge voel van dankbaarheid kijk ik in het zwarte gezicht van den sukanl (3), die blij is, dat hij eindelijk leven in me heeft ge kregen. Zijn stem is echter even effen als altijd, als hij mij toevoegt: „Wun bel. sahlb" (4), hetgeen wil zeggen, dat het kwart voor twaalf is. Door de geopende patrijspoort hoor ik het ruischen van het boegwater. Een kleed kleppert in den wind. Een matige deining doet het schip licht slingeren en .stampen. Het is alles bekend en ver trouwd. Ook weet ik nu weer. dat we dien middag van Plymouth zijn vertrokken en dat we nu al op den oceaan moeten zitten. Ik jump mijn kooi uit en geef den „sukani" die is blijven wachten, order, „karam-coffee" (5) te zetten. „Atjah, sahib", zegt deze en verdwijnt. Vlug maak ik toilet, dat hoofdzakelijk bestaat in het flink onderdompelen van het hoofd in een bak koud water en het spoelen van den mond. Vervolgens schiet ik de oudste uniform aan, die ik heb in het donker zijn im mers alle katjes grauw en met een paal schoenen, een pilot-cap (6) en bumous is mijn tenue-voor-den-nacht voltooid. Een zilte zeelucht prikkelt mijn reuk orgaan als ik de trap naar de brug op klauter. Een frissche wind wischt den laatsten slaap uit mijn oogen. Als ik bij collega Jaap. die in een hoekje aan bakboordzij over het schuilkleed ge leund staat, ben aangeland, slaat de roer ganger juist acht glazen (7.), die onmid dellijk herhaald worden door den uitkijk op den bak. „Lights are burning bright, nothing in sight", zingt hij daarbij naar de brug. .Blij, dat je er bent", zegt Jaap ,,'k heb 'n pracht van 'n slaap en ik heb trek in een reuzen duik in den koffer." Met bekwamen spoed geeft hij dan de wacht over. We sturen West-Noordwest, een kwart west, een kwart streek drift. Om twee uur West Noordwest gaan voor liggen. De log slaat 19 en we hebben 56 mijl gemaakt. De klok gaat 48 minuten terug. Het glas (8> staat 766.2 is 12 ge stegen, temperatuur lucht 18 gr., water 19 gr. We hebben verscheidene tegenlig gers (9) gehad en er is een meeligger ach teruit op twee streken aan bakboord. Zijn topvuur is juist even boven de kim. Luik 5 en de dieptank liggen open. Nu weet je alles, goeie wacht." Met is hij verdwenen en sta ik alleen in het hoekje op de brug. Het is een heerlijke zomernacht. In smettelooze schoonheid staat boven mij de oneindige sterrenhemel, waartusschen zich het voortoplicht, dat ik juist kan zien, voor den mast. als een dwaallicht schijnt te bewegen. Zacht deinend klieft het schip zich een weg door de golven, ruischend werpt het het water op zij. Myriaden kleine lichtjes flitsen in de boeggolf. Zij worden gevormd door millioen microsco pisch kleine diertjes. Verbijsterend is het wonder van de schepping. Op oneindig verren afstand, waarbij alle dimensies, die de mensch kan bevatten, in het niet verzinken, een heelal van hemellichamen, die elk op zich zelf een wereld vormen: vlak bij mij een oceaan vol van onbegrijpelijk kleine levende wezentjes, die elk een strijd om het bestaan hebben te voeren. Voortdurend treft ons in het leven de wereld van tegenstellingen, maar nergens zoo geweldig als op den onmetelijken oceaan. Nergens worden we zoo doordron gen van eigen nietigheid, nergens drin gen de begrippen tijd en oneindigheid zich zoo aan den mensch op als daar. Hoe juist voelen we hier de waarheid van Carlyle's gevleugelde woorden: „One life a little gleam of time, between two eternities." Het schip, de werkelijkheid, bestaat "niet meer voor me. Ik voel me als zwevend in de onbegrijpelijke schoonheid van de schepping. Ik voel me als voortgedragen in het zalig onbegrepene. Zoo moet het zijn als de ziel het lichaam verlaat. „Coffee, sahib", fluistert de sukani aan m'n zij. Met een plof daal ik uit hooger regionen weer op de brug neer. Onhoor baar is Abdullah naderbij geschuifeld. De werkelijkheid is er weer. Nu niet een verlossing als straks, maar als een on prettige gewaarwording. Wezenloos kijk ik den bruinen kerel in het gelaat, dat on bewogen is als altijd. Zou ook hij door drongen zijn van de grootschheid van de schepping als hij 's morgens bij zonsop gang in devote aanbidding het gelaat naar het Oosten wendt en honderdmaal bui gend Allah aanroept? Men zegt, dat zijn mystieke godsdienst schoon is en ik be gin het te gelooven als ik naga hoe be rustend hij 's levens tegenslagen opneemt. Werktuigelijk neem ik de geurende kof fie van hem aan en m'n stem is minder bevelend dan anders alt ik hem een sand wich vraag. J. BIJL (1) Douane-ambtenaren. (2) Wacht van 124 uur 's nachts. (3) Brltsch-Indische kwartiermeester. (4) One bell, sahib één glas, heer. (5) Heete koffie. (6) Loodspet. (7) Twaalf uur. (8) Barometer. (9) Tegenkomende schepen. 3—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 7