NIEUWS UIT BELGIE.
SCHETSEN VAN DE ZEE.
Steunt met Uw gaven
het Leidsch Crisis-Comité.
pal de soliditeit is aanmerkelijk
Tit
„(tig beheer heeft tot dit alles
-«kt.
brengt spr. dan ook aan zijn mede-
tden, den kassier en den Raad
j-ht voor de aangename samen-
waardoor zooveel goeds is tot
jekomen. Op iedere vergadering
nieuwe zaken behandeld worden
spijt spr., dat er velen van de aan
moeten worden afgewezen,
het hier gaat om aller belang, mag
enkel geval van afwijking sprake
de soliditeit als eerste eisch ge
urden!
eindigt zijn lede met den wenach,
Gods zegen op aller arbeid moge
tulen, voorgelezen door den kassier
i M. v. d. Heul, werden onveran-
gekeurd met dank aan den secre-
Het keurig uitgebrachte jaarverslag
kassier getuigde van een gezonden
i.
el de omzet kleiner was, bleek het
weer vooruitgaande,
afgeloopen jaar bracht een winst
1052,60'/*.
aantal spaarders steeg tot 285 met
-rag van f. 101.245,22. Terugbetaald
f. 132.437.91. Aan voorschotten is
tvangen f. 10.908.92. Uitgegeven aan
otten f. 20.109.95. Rekening-courant
'en en Centr. Bank ontvangen
.69'/! en uitgeg. werd f. 607,456.06',
gen rente voorschotten f. 2213.87:
en rente loopende rekening
'Q; ontvangen rente Centr. Bank
1.
tgeven werd aan rente: Spaarbank
',5; loopende rekening f. 437.72;
k f. 280.09.
de Centr. Bank werd voor 't waar
ds bijgedragen f. 112.84. De reke-
31 sluit in ontvangst en uitgaaf met
'rag van f. 775,079.77'/!. De balans
188,402.10'/:.
in verslag bracht de kassier dank
t bestuur en den Raad van Toezicht
mhoorigheid was uitstekend. De
'en rekening en balans 1931 wer-
stgesteld. Goedgekeurd werd naar
ne het batig saldo van f. 1052,60'/!
brengen. De reserve steeg tot
27'/:.
n vraag om den kassier een ver-
g van salaris toe te kennen, ant-
'e de voorzitter dat het bestuur
geen vrijmoedigheid kon vinden,
bestuurslid was aftredend de heer
d. Voet en als lid van den Raad
«zicht de heer B. J. v. d. Meene.
en werden met bijna algemeene
en herkozen en namen hun benoe-
n onder dankbetuiging voor het
wen in hen gesteld,
oorzitter feliciteerde heide heeren
innerde daarbij aan de verantwoor-
eid aan deze functies verbonden,
van de bank had bedankt en één
wegens faillissement afgeschreven,
rgadering keurde de afvoering goed.
ns bestuur en R. v. T. deelde de
er mede, dat, in verband met de
.daard de Centr. Bank tot verhoo-
den rentevoet is overgegaan. Ook
'Ie aan de Bank zal met ingang van
l worden verhoogd, n.I. voor loo-
rekening tot 5'/: pCt. en voor spaar-
ook boven de f. 5000 tot 4 DCt.
Igens deed de voorzitter een ernstig
op de leden om de kinderen jong
d sparen. De gelegenheid daartoe is
Boerenleenbank door middel van
en busjes opengesteld,
ot dankte de voorzitterzijn mede-
deden. den Raad van Toezicht en
n voor de aangename samenwerking
medewerking en het buitenge
ertrouwen. Hierop sloot hij de ver-
'ering van de afdeeling Oegstgeest
itr Nat. Chr. Geh.-Onth. Ver.
ravond vergaderde de afd. Oegst-
er N. C. G. O. V. in het lokaal van
e gemeenteschool aldaar. Na ope
et gebed door den voorzitter, den
Eggink, sprak ds. T. J. Jansen
oven een korte, doch pakkende
t over het doel en het nut. der Chr.
nth. beweging. Spr. wees er eerst
1 de Geh.-Onth. iets negatiefs pro-
het niet-drinken van alcoholhou-
dranken, en stelde de vraag of dit
ve ideaal voldoende band kon ge-
orden voor een vereeniglng. Als wij
letten op den vooruitgang van het
de laatste 50 jaren, dan zien wij.
ook een sterke positieve zijde aan
.-Onthouding bestaat, dat wij vooral
Chr. Geh.-Onth. krachtig mede-
de steenen weg te ruimen waarover
n struikelen en een belemmering
.en voor de doorwerking van het
ür. Schuts vergastte de aanwezigen
j?e zeer schoone liederen, onder be-
S van orgel door den heer A. Bijl.
"enige mededeelingen van den pen-
tester, o.a. over de onthouders-lec-
8si de heer S. Riil een overzicht van
0 de vereeniging in het afgeloopen
gedaan en wees op de wensche-
d om ook jonge menschen in het
tengswerk te betrekken.
werden door de leden eenige vragen
jf waarna de samenkomst, die een
1 huiselijk karakter droeg. o.a. door
ewerking van enkele dames, die
et thee-schenken zorgden, door den
r met dankzegging werd gesloten.
RITNSBURG.
Gecombineerde Zanguitvoering.
Geref. Kerk aan het Rapenburg
teven het Mannenkoor „Zingt Gode
™f Christelijk Gemengde koor „De
fl en het Meisjeskoor „Juliana" een
"Meerde zanguitvoering onder leiding
5 Vtteur. den lieer C. v. d. Keur.
Kemoenschappelijk gezongen was
2 1 on ds. J. do Waard de bli-
met gebed geopend had, heette
™nons de drie zangkoren, de aan-
- welkom.
op het genot, dat zingen
met alleen den luisteraars, maar ook
l'e niet minder, den zangers,
wekte de zangers op, zich door
"te opkomst met te laten ontmoe
st a* hoop en de verwachting
uitvoering der nummers het
oen avond zou doen betreuren,
ving de uitvoering aan.
w™ een drietal nummers uit-
"°or het Mannenkoor. Het zal don
wel aanstonds opgevallen zijn,
b? 'orderingen het hernieuwde
-ter, dat wij een enkel jaar gemist
hftji de vorige uitvoeringen ge-
Met gevoel werden de num-
Hierna volgden enkele nummers voor het
Gemengd Koor, w.o. „Holland vrij" van
P. Harthog, dat een buitengemeen gunstig
onthaal had. Ook „Avond" van Kools en
liet later gezongen „Lied van de Zee"
van Wierts waren een volkomen succes,
waarbij enkele krachten uit liet koor ge
legenheid kregen, zich in het bijzonder
te onderscheiden.
Vóór en na de pauze werden ook door
het Meisjeskoor eenige liederen gezongen.
Vooral van dit meisjeskoor moet geconsta
teerd worden, dat de vorderingen, onder
directeur v. d. Keur gemaakt, zeer groot
zijn. Gezien de uitgebreidheid van dit koor
zal dit niet weinig van zijn krachten ge
vorderd hebben en er zal geducht geoefend
moeten zijn. Het volkomen succes met liet
lcoor op dezen avond behaald, moge als
een welverdiende belooning worden be
schouwd.
Uitmuntend gezongen werd o.tn. „Wees
gegroet volschoone lentetijd" van Cath.
van Rennes en „Mijn Nederland" van P.
Mosterd.
Vermelden wij van het Mannenkoor ten
slotte nog „Avondrust" van W. A. Mozart
en „Open de poorten" van J. Heinrich
Lützel.
Alles bijeen genomen was het een avond
waarin door de luisteraars veel is genoten
en waarin geen wanklank is gehoord. Moge
bii een volgende uitvoering een groote
opkomst liet deel der medewerkenden zijn.
Aan liet einde der uitvoering wenschte
ds. J. de Waard den directeur van harte
geluk met deze welgeslaagde uitvoering.
Spr. meende, dat met diens komst te Rijns-
burg, de zang sterk opgevoerd is, waarop
deze met voldoening mag terugzien. Vooral
memoreerde spr. de verrichtingen van het
Meisjeskoor, dat de directeur zoo volkomen
onder appèl heeft. Tenslotte wekte spr.
zangeressen en zangers op, met opgewekt
heid de studie voort te zetten.
Nadat nog gemeenschappelijk gezongen
was Psalm 08 10. ging spr. hierna voor
in denkgebed.
De orgelbegeleiding berustte bij den lieer
D. Schoneveld in vertrouwde handen.
De Elsgccsterpolder.
Benoemd is tot penningmeester van den
Elsgeester polder in de vacature van den
heer H. J. den Haan, de heer Alb. Krom
hout alhier.
waar noodig sterk, forsch
3 maar steeds beheerscht en
teiórcéerd.
SASSENHEIM.
GEMEENTERAAD.
Aanvraag om tewerkstelling. - Discussie
over de hnurvcrlaging. - Herziening
Ioonen en steunregeling. - De
geldleening aangehouden.
De Raad dezer gemeente kwam in open
bare vergadering bijeen. Afwezig met ken
nisgeving de heeren Schrama, v. Zonne
veld, Warnaar en Bisschops.
De notulen werden goedgekeurd.
Onder de ingekomen stukken was een
schrijven van den Commissaris der Ko-
nigin inzake afzondering van lijders aan
besmettelijke ziekten. Aanbevolen wordt
tot samenwerking met andere gemeenten.
Gedacht wordt een centrum te Leiden te
stichten. De kosten bedragen 6 ct. per
inwoner en per jaar.
De voorzitter deelde mede, dat B. en W.
zouden willen antwoorden, dat het in
deze slechte tijden allesbehalve aange
naam aandoet, dat nieuwe lasten aan de
gemeente opgelegd worden. Zij willen er
op wijzen dat besmettelijke ziekten thans
zoo goed als niet meer voorkomen en
trachten uitstel te krijgen.
De heer v. Breda wees op de hooge
kosten, die een en ander met zich mede
brengt, temeer daar de gemeente steeds
de beschikking moet hebben over een bed.
Nadat de voorzitter nog mededeelde,
dat getracht is met gemeenten in de bol
lenstreek tot overeenstemming te komen,
werd besloten volgens het advies van
B. en W.
Er was een schrijven van een 40-tal
R.K. vrijgezellen werkloozen en andere
jeugdige werkloozen, houdende verzoek
middelen te beramen, dat ook zij in aan
merking kunnen komen voor te werk
stelling.
De voorzitter merkt op. dat men zoo
terneergedrukt is door de zorg voor de
gehuwden, dat wij machteloos zijn. De
rijksregeling is op komst en als er iets
gedaan kan worden, zal het zeker ge
schieden.
De heer v. Breda zegt, dat de commis
sie ook absoluut geen uitkomst ziet om
hen te helpen. Daarom heeft de commis
sie de adressen naar B. en W. gezonden.
Voorts is er nog een verzoek ingekomen
van de R.K. en Chr. Landarbeidersbonden
om de prijzen van gas en water te ver
lagen. De voorzitter zegt, dat wat het wa
ter betreft, zulks absoluut niet kan. De
winst wordt verkregen door het niet ver
bruikte water, hetgeen toch betaald moet
worden. De tarieven zijn billijk.
De gastarieven zijn aan den lagen kant.
Ook hier kan niet verlaagd worden.
De heer v. Breda heeft gelezen, dat de
woningbouwverenigingen de huren ver
laagd heeft. Komen die menschen nu in
een lagere huurklasse en krijgen zij dus
een goedkooper tarief?
De voorzitter antwoordt bevestigend. Hij
brengt een woord van lof aan het bestuur,
dat de huren ongevraagd verlaagd heeft
en betreurt het, dat men nu protesteert
omdat er niet meer verlaagd is.
Weth. Bader (voorzitter der woning
bouwvereniging) zegt dat bij sommige
huurders een geest van verzet heerscht,
die tot uiting komt in het niet betalen
der huur. Dit kan niet toegelaten worden
en er zullen maatregelen genomen worden.
De heer Hoogervorst licht toe. dat bij
een loonsverlaging van 20 pet. de men
schen geen geld voor de huur hebben.
Men wil wel betalen, doch kan niet. An
deren die we! betalen, vergeten de bak
ker of kruidenier. Ook de werkloosheid is
oorzaak.
Weth. Warnaar wijst er op. dat hier
vrijwillig gegeven is, wat in andere plaat
sen door huurstaking getracht wordt te
krijgen.
Weth. Bader merkt op, dat de wanbeta
lers schuilen onder menschen met vaste
inkomens en dat kunnen wij niet toe
staan.
Tijdelijke herziening van loonen en
steunregeling.
B. en W. stellen voor deze in overeen
stemming te brengen met de loonen in
't particulier bedrijf Het wordt dus f. 3.20
per dag.
De heer v. Breda meent, dat B. en W.
royaal gehandeld hebben en naar boyen
afgerond. Een kleine wijziging acht hij
evenwel wenschelijk en wel. dat het loon
van hen die 6 dagen werken ook in over
eenstemming gebracht wordt. Na eenige
discussie wordt hiertoe besloten.
De voorzitter deelt mede dat aan het
crisis-comité een subsidie van 10 ct. per
inwoner zal worden verleend. Dit geeft
ook het Nat. Comité. Ook dit wordt goed
gekeurd.
Volgt bespreking geldleening.
De heer Speelman zou willen voorstel
len dit punt van de agenda af te voeren
en naar de financieele commissie te zen
den. Z. i. is deze zaak niet goed voorbe
reid. Hij stelt er prijs op, te hooren of een
geldleening noodig is of niet. Wanneer wij
r.iet Ieenen moet de belasting verhoogd
worden en tevens een salariskorting ko
men. Om onze financiën gezond te hou
den moeten wij de rekening sluitend ma
ken. Een leening geeft in de toekomst
meer lasten en het volgend jaar zal de
belasting-opbrengst veel minder zijn. Hij
acht het gewenscht, dat de raad nu aan
geeft welke richting moet worden inge
slagen en dat de commissie met een plan
komt.
De voorzitter merkt op, dat Wethouder
Warnaar al vroeger gezegd heeft, moeten
wij de belasting niet verhoogen? De tijd
dringt steeds meer, dus is het gewenscht
er over te praten. Persoonlijk zou het hem
aangenaam zijn. dat de raad besluit de
opcenten op de fondsbelasting te verhoo
gen. Wat de leenmg betreft: wij kunnen
deze zaak toch niet afmaken, daar het
geld niet te krijgen is.
Wethouder Warnaar zegt. wij moeten
toch een geldleening sluiten, daar wij er
niet buiten kunnen. Als wij de-opcenten
verhoogen, is dit beslist noodig voor de
loopende uitgaven. Hij licht een en ander
toe; volgens hem krijgen wij toch een te
kort. Leenen is geoorloofd, daar er wer
ken voor zijn uitgevoerd.
De heer Speelman: weth. Warnaar heeft
mij niet goed begrepen. Als dit voorstel
naar de commissie gaat, kunnen wij een
besluit nemen en als we weten hoe de
raad er over denkt, kunnen wij met een
plan komen.
De voorzitter merkt op dat aan een lee
ning toch niet te ontkomen is. Een besluit
is noodig. of wij geld kunnen krijgen of
niet.
De heer Speelman vraagt of de finan
cieele commissie in een week met een plan
kan komen, waarin alles vermeid wordt.
Weth. Warnaar zegt dit toe.
De heer Speelman wil een plaatsver
vangend lid in de commissie benoemen,
zoolang de heer v. Zonneveld op reis is.
Dit wordt goedgevonden en als zooda
nig benoemd de heer v. Breda.
De geldleening wordt nu aangehouden.
De rondvraag leverde niets op, waarna
geheime zitting volgde.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Marinus Cornelis, z van J.
Hoekstra en M. Duijm: Cornelis Maria. z.
van J. P. Warmerdam en C. C. Duineveld:
;Maria Josepiia, d. van S. Th. Verbij en
J. L. Bakker.
Ondertrouwd: M. Verhoeven en M. van
der Zwaan.
Loop der Bevolking.
Vertrokken: C. L. Elfering, van Teijlinger-
laan 5, naar A'dam; K. Hooeendljk, van
Hoofdstraat 15, naar A'dam: Mej. J. Sic
king, van Hoofdstraat 320, naar Voorhout:
Mej. J. G. Warmerdam, van iepenlaan 15.
naar Reeuwijk: H. N. M. Roozen en
I gezin, van Hoofdstraat 310, naar Harmeien.
Gevestigd: Mej. C. v. d. Maat, Hoofd
straat 82. van Voorhout: Mej. A. 't Hart,
Menneweg 81, van Hilversum: A. Colijn
en gezin, Jac. v. Beiereniaan 19, van Was-
j scnaar; C. L. Baak, Menneweg 16, van
Lisse.
Vergadering ingelanden Warmonderdam-
en Alkemaderpolder.
De stemgerechtigde ingelanden van bo-
vengenoemden polder vergaderden in het
hotel „Het Bruine Paard",
i Tegenwoordig waren ingelanden, die in
totaal konden uitbrengen 23 stemmen,
terwijl het maximum aantal stemmen dat
kan worden uitgebracht bedraagt 49.
Voorzitter was de heer E J. Speelman.
De omslag voor 1931 werd bepaald op
f. 13 per H.A. Aangezien de grootte van
den polder bedraagt 99.27.82 H.A. sluit het
I kohier met een totaal bedrag van
f. 1290.62.
De rekening over 1931 werd vastgesteld
aan inkomsten en uitgaven op respectieve
lijk f. 2200.16 en f. 1359.35, zoodat het batig
saldo bedraagt f 840,91.
De begrooting voor 1932 werd vastge
steld op f. 2354.97 in ontvangst en uitgaaf,
terwijl de omslag voor dit jaar werd ge
raamd op f. 15 per H.A. De heer E. J.
Speelman werd met bijna algemeene stem
men herkozen als voorzitter. In de Com
missie voor het nazien van de rekening
en begrooting werden benoemd de heeren
W. Warnaar. J. C. Verdegaal. Besloten
werd tot het stichten van een bemalings-
I fonds. Indien derhalve slooten worden ge
dempt. waarvoor de toestemming van het
Bestuur is vereischt, zal een zeker bedrag
in genoemd fonds moeten worden gestort
wegens het verkleinen van den boezem
I van den polder.
Dierenbescherming.
Door de zorgen van den inspecteur van
de afdeeling Sassenheim der Vereeniging
voor Dierenbescherming is een hit, die
voor een woonwagen gespannen en zoo
danig verwond was, dat het niet trekken
kon, ondergebracht in den stal op het
woonwagenkamp. Het dier is nu onder
behandeling van een veearts. De woonwa
gen werd op verzoek naar Lisse gebracht.
Door den Rijksgebouwendienst is
aanbesteed het uitbreiden en verbouwen
van het Post-, Telegraaf- en Telefoonge
bouw alhier. Laagste inschrijver was de
firma Daudey en Co. te Lisse voor
f. 17984.
I Gevonden: een zwart gelakt onge
merkt oud heerenrijwiel. Een wollen hand
schoen, een paar grijze kinderhandschoe
nen, een handfietspomp, vijf linnen boor
den en één laken.
VEUR.
Nieuwe Telefoonaansluitingen.
126, Evers, W„ p.a. J. A. J. Verwer, Veur-
sche achterweg 14; 99, Hoopen Jr., J. ten,
Brood- en Banketbakker, Damlaan 74: 125,
Rijswijk, J. C. van, Veehandelaar, Plas-
poelstraat 1.
Vervallen aansluiting: 104. Graaf van der
Klok, B. A., „Delfland", kantoor v. vaste
goederen, hypoth. en ass.
(Van onzen eigen correspondent).
Vlaanderen wordt het economische cen
trum van België Een verschuiving van
het Zuiden naar het Noorden Een
binnenlandsche volksverhuizing.
Vóór den oorlog kon men herhaaldelijk
uitlatingen lezen van economisten en
Vlaamsche leiders, waarin werd beujogd
dat in een niet verre toekomst de leiding
van de Belgische economie van de zuide
lijke naar de noordelijke provinciën zou
worden verlegd en het zwaartepunt van
de Belgische economische macht bijgevolg
in het Vlaamsche land zou worden gevon
den. Bij de Vlaamsche leiders was dit toen
een min of meer op mystieke gronden
steunende opinie, alhoewel er, na de ont
dekking in 1901 van kolenvelden, in twee
Vlaamsche provinciën, redenen te over
waren om te meenen dat de binnenland
sche economische oriëntatie van het land
spoedig zou veranderen. Een van de bests
Vlaamsche economisten, Lodewijk de Raet,
die in November 1914, na het uitbreken
van den oorlog is gestorven, schreef in zijn
werk „Vlaanderen's Economische Ontwik
keling", dat deze ontdekking van aard is.
om in weinige jaren van Vlaamsch-Belgié
weer de overwegende factor te maken in
de Belgische huishouding. Hij beschouwde
de ontdekking van kolen als de gewichtig
ste gebeurtenis voor de Vlaamsche ge
schiedenis sedert 1830. Van „landbouw-
staat", zooals de Vlaamsche economist het
noemde, wordt Vlaanderen „industrie
staat" en in een land als België, waar de
industrie de eerste viool speelt, moet dit
gevolgen medebrengen van de grootste
be teekenis.
Nu economische en financieele proble
men aan de orde zijn is het wel interres-
sant deze ontwikkeling nader te onder
zoeken. De Vlaamsche leiders van vóór
den oorlog hebben zeker niet kunnen
droomen. dat hun voorspellingen zoo spoe
dig verwezenlijking zouden hebben gevon
den. Uit allerlei onomstootbare feiten
blijkt, dat zoowel het politieke als het eco
nomische zwaartepunt van België ver
schuift naar het Noorden van het land,
met deze bijzonderheid, dat Vlaanderen
een jong industrieland is en dus profiteert
van allen modernen vooruitgang. Het be
sef dat Vlaanderen weldra een machtige
positie moet gaan innemen is een van do
redenen waarom met zoo'n grooten aan
drang radicale hervormingen worden ge-
eischt in 's lands organisatie, die aan
Vlaanderen en aan de Vlamingen, met hun
taal en beschaving, de ware plaats moeten
verzekeren waarop zij recht hebben. Met
zijn helderen kijk op de dingen heeft ook
op dat gebied Lodewijk de Raet, in zijn
reeds genoemd werk, dadelijk beseft wat er
voor de Vlamingen voor de toekomst op
het sjjel stond, hoofdzakelijk door de ont
dekking van de kolen.
Dit werd geschreven in 1905 en het be
wijst wel hoe men de toekomt inzag. De
Raet heeft zich in zijn vooruitzichten ver
gist waar hij meende, dat de Waalsche
landverhuizing buitengewone verhoudin
gen aannemen zou en hij sprak van een
ware Waalsche bezetting. De Walen zelf
verlaten de mijnindustrie.
Nu de feiten die een. beeld geven-van de
veischuiving van Het Zuiden naar het
Noorden. Een uiteenzetting van de econo
mische uitrusting van het Kempische ko
lenbekken, met daarnaast bijzonderheden
over de uitputting van het Waalsche in-
dustrieele gewest, zou voldoende zijn om
hierin een duidelijk inzicht te geven. Wij
behouden dit echter voor een nadere uit
eenzetting van de beteekenis van het
nieuwe Kempische industrieland, waaraan
zooveel is verbonden dat ook Nederland
raakt, als b.v. het nieuwe Albert-Kanaal,
tusschen Luik en Antwerpen, dwars door
de Kempen De verschuiving gaat ook ge
paard met een ware binnenlandsche volks
verhuizing en iets dar feitelijk slechts een
gevolg is, kan ook dienstig zijn om de oor
zaken te doen kenner.. Dc jongste tien-
jaarlijksche volkstelling, die in 1930 heeft
plaats gehad en waarvan de eerste uit
slagen slechts thans bekend worden, -al
hoewel de resultaten over de gesproken
talen nog steeds in hun geheel onbekend
blijven, levert ons dit materiaal. Einde j
1930 telde België inderdaad 8.092.000 in- j
woners. lil tien jaar heeft het land 526.000
inwoners bijgewonnen. Er is een geboorte- j
overschot van 462.000. De loop van de be
volking tusschen de provinciën duidt aan,
dat het Zuiden ofwel ontvolkt, of wel sta-
tionnair blijft, niet alleen door het feit dat
in Wallonië het geboortecijfer lager is dan
in Vlaanderen, maar eenvoudig door ver
huizing naar het Noorden van het land,
vooral naar Brussel, Antwerpen en hoofd
zakelijk Limburg.
Limburg boekt, op 10 jaar met een aan
winst van 68.000 inwoners, een vooruit
gang van 23 pCt. welke winst voor het ar
rondissement Hasselt zelfs 29.9%, be
draagt. Het is slechts een 30-tal jaren
geleden dat Limburg van de negen Bel
gische provinciën de minst bevolkte was
en nu heeft deze provincie met 368.000 in
woners de zevende plaats ingenomen. De
Waalsche provincie Luxemburg heeft, met
zijn 221.000 inwoners, het laagste bevol
kingscijfer en ontvolkt bovendien geleide
lijk, op tien jaar ongeveer met 3000 per
sonen (1.3 pCt.). Dit zijn uitersten. Ant
werpen boekt een winst van 15.3 pCt., West
Vlaanderen 12.2 pCt., Brabant 10.4 pCt.,
Luik 5.4 pCt.. Henegouwen 4.4 pCt., Oost-
Vlaanderen 3.8 pCt. en Namen 2.3 pCt.
Afgezien van Brabant, met zijn gemengd
Vlaamsch-Waalsche bevolking, in de winst
voor de Vlaamsche provinciën op 10 jaar
13.5 pCt., terwijl de winst voor de Waal
sche gewesten, waar nochtans een groote
inwijking bestaat van Polen, Szechen, Al
gerijnen, Italianen enz. slechts 2.7 pCt. be
draagt.
Deze cijfers spreken boekdeelen. En ook
in jjolitlek opzicht heeft dit gevolgen, want
hierdoor is ook de uitbreiding van het aan
tal Kamerleden noodzakelijk. Doch daar de
bevolking, vooral in Vlaanderen, is toege
nomen, zou het gevolg hiervan zijn, dat
ook vooral Vlaanderen meer zetels zou ter
beschikking krijgen. Antwerpen en Brabant
zouden er elk vijf Kamerleden bij krijgen.
Limburg twee, Oost-Vlaanderen, Henegou
wen en Luik elk een. Van Waalsche zijde
is men hiermee niet ingenomen en stelt
men voor de vreemdelingen uit te schake
len. waardoor er slechts zeven zetels zou
den bijkomen, die zouden verdeeld worden
over de Vlaamsche arrondissementen en
over Brussel. Anderen willen de toekomst I
reeds regelen en stellen voor het totaal- i
cijfer van de Kamerleden definitief op een
vast. santal te bepalen.
Dit alles geeft veel stof tot overweging. I
DROOM EN WERKELIJKHEID.
„Klop-klop-klop" klinkt het op de deuf
van mijn hut, die ik zorgvuldig neb afge
sloten. Het is een nadrukkelijke klop, die
geen twijfel overlaat. Het zijn de custom-
officiers (1). die mij komen halen, nadat
ze de smokkel-affaire, die ik op touw neb
gezet, ontdekt hebben. Angstzweet breekt
mij uit en reeds heb ik allerlei visioenen
van ontslag, gevangenis en wat dies meer
zij. Het is te laat om nog maatregelen te
nemen. Ik zit als een rat in de val, ik ben
de wanhoop nabij.
„Klop-klop-klop". Eindelijk dringt het
tot mij door, dat ik gepord wordt en ont
waak ik uit een angstdroom, die het ge
volg is van het smokkelen van een paar
kistjes sigaren. Met knikkende knieën had
ik ze dien middag in Plymouth aan den
wal gebracht voor een vriend, die daar
woonde. Met kloppend hart was ik de
douane gepasseerd, wel wetend, dat in
Engeland de straffen op smokkelen niet
malsch zijn en ik had me heilig voorge
nomen, dat dit de eerste maar ook de
laatste maal zou zijn, dat ik zoo stom
deed.
Het is voor het eerst van mijn leven,
dat ik verheugd ben, dat ik gepord werd
voor de Hondenwacht (2) en met een ge
voel van dankbaarheid kijk ik in het
zwarte gezicht van den sukanl (3), die blij
is, dat hij eindelijk leven in me heeft ge
kregen. Zijn stem is echter even effen als
altijd, als hij mij toevoegt: „Wun bel.
sahlb" (4), hetgeen wil zeggen, dat het
kwart voor twaalf is.
Door de geopende patrijspoort hoor ik
het ruischen van het boegwater. Een
kleed kleppert in den wind. Een matige
deining doet het schip licht slingeren en
.stampen. Het is alles bekend en ver
trouwd. Ook weet ik nu weer. dat we dien
middag van Plymouth zijn vertrokken en
dat we nu al op den oceaan moeten zitten.
Ik jump mijn kooi uit en geef den
„sukani" die is blijven wachten, order,
„karam-coffee" (5) te zetten.
„Atjah, sahib", zegt deze en verdwijnt.
Vlug maak ik toilet, dat hoofdzakelijk
bestaat in het flink onderdompelen van
het hoofd in een bak koud water en het
spoelen van den mond.
Vervolgens schiet ik de oudste uniform
aan, die ik heb in het donker zijn im
mers alle katjes grauw en met een paal
schoenen, een pilot-cap (6) en bumous is
mijn tenue-voor-den-nacht voltooid.
Een zilte zeelucht prikkelt mijn reuk
orgaan als ik de trap naar de brug op
klauter. Een frissche wind wischt den
laatsten slaap uit mijn oogen.
Als ik bij collega Jaap. die in een hoekje
aan bakboordzij over het schuilkleed ge
leund staat, ben aangeland, slaat de roer
ganger juist acht glazen (7.), die onmid
dellijk herhaald worden door den uitkijk
op den bak. „Lights are burning bright,
nothing in sight", zingt hij daarbij naar
de brug.
.Blij, dat je er bent", zegt Jaap ,,'k
heb 'n pracht van 'n slaap en ik heb trek
in een reuzen duik in den koffer."
Met bekwamen spoed geeft hij dan de
wacht over. We sturen West-Noordwest,
een kwart west, een kwart streek drift.
Om twee uur West Noordwest gaan voor
liggen. De log slaat 19 en we hebben 56
mijl gemaakt. De klok gaat 48 minuten
terug. Het glas (8> staat 766.2 is 12 ge
stegen, temperatuur lucht 18 gr., water
19 gr. We hebben verscheidene tegenlig
gers (9) gehad en er is een meeligger ach
teruit op twee streken aan bakboord. Zijn
topvuur is juist even boven de kim. Luik
5 en de dieptank liggen open. Nu weet je
alles, goeie wacht."
Met is hij verdwenen en sta ik alleen
in het hoekje op de brug.
Het is een heerlijke zomernacht. In
smettelooze schoonheid staat boven mij
de oneindige sterrenhemel, waartusschen
zich het voortoplicht, dat ik juist kan zien,
voor den mast. als een dwaallicht schijnt
te bewegen. Zacht deinend klieft het schip
zich een weg door de golven, ruischend
werpt het het water op zij. Myriaden
kleine lichtjes flitsen in de boeggolf. Zij
worden gevormd door millioen microsco
pisch kleine diertjes.
Verbijsterend is het wonder van de
schepping. Op oneindig verren afstand,
waarbij alle dimensies, die de mensch
kan bevatten, in het niet verzinken, een
heelal van hemellichamen, die elk op
zich zelf een wereld vormen: vlak bij mij
een oceaan vol van onbegrijpelijk kleine
levende wezentjes, die elk een strijd om
het bestaan hebben te voeren.
Voortdurend treft ons in het leven de
wereld van tegenstellingen, maar nergens
zoo geweldig als op den onmetelijken
oceaan. Nergens worden we zoo doordron
gen van eigen nietigheid, nergens drin
gen de begrippen tijd en oneindigheid zich
zoo aan den mensch op als daar. Hoe juist
voelen we hier de waarheid van Carlyle's
gevleugelde woorden: „One life a little
gleam of time, between two eternities."
Het schip, de werkelijkheid, bestaat "niet
meer voor me. Ik voel me als zwevend
in de onbegrijpelijke schoonheid van de
schepping. Ik voel me als voortgedragen
in het zalig onbegrepene. Zoo moet het
zijn als de ziel het lichaam verlaat.
„Coffee, sahib", fluistert de sukani aan
m'n zij. Met een plof daal ik uit hooger
regionen weer op de brug neer. Onhoor
baar is Abdullah naderbij geschuifeld.
De werkelijkheid is er weer. Nu niet een
verlossing als straks, maar als een on
prettige gewaarwording. Wezenloos kijk ik
den bruinen kerel in het gelaat, dat on
bewogen is als altijd. Zou ook hij door
drongen zijn van de grootschheid van de
schepping als hij 's morgens bij zonsop
gang in devote aanbidding het gelaat naar
het Oosten wendt en honderdmaal bui
gend Allah aanroept? Men zegt, dat zijn
mystieke godsdienst schoon is en ik be
gin het te gelooven als ik naga hoe be
rustend hij 's levens tegenslagen opneemt.
Werktuigelijk neem ik de geurende kof
fie van hem aan en m'n stem is minder
bevelend dan anders alt ik hem een sand
wich vraag.
J. BIJL
(1) Douane-ambtenaren.
(2) Wacht van 124 uur 's nachts.
(3) Brltsch-Indische kwartiermeester.
(4) One bell, sahib één glas, heer.
(5) Heete koffie.
(6) Loodspet.
(7) Twaalf uur.
(8) Barometer.
(9) Tegenkomende schepen.
3—2