chtig afscheid van mr. dr. Schokking
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 Maart 1932
Derde Blad
No. 22070
Als Burgemeester van Katwijk.
1
jaargang
X
\i HARTELIJKE WOORDEN EN WENSCHEN.
Folo Bleu zó
leer en mevrouw Schokking poseerden na de Raadsvergadering voor onzen
fotograaf.
[afloop der gisterenmiddag gehouden
j van den gemeenteraad van Katwijk
■tijdens de Rondvraag onder groote
lgsteUing 't officieele afscheid plaats
ten Burgemeester Mr. Dr. Schokking,
[kortgeleden de eervolle benoeming
i van den Raad van State ten deel
|toor zoover de beperkte ruimte in de
1 het toeliet, waren op de publieke
een aantal autoriteiten aanwezig,
I mevrouw Schokking, Burgemeester
gieter van Rijnsburg. de heer van
a dir. der Lichtbedrijven, de heer de
Dir. Openbare Werken, de heer
Ier, gemeente-ontvanger, Dr. Grue-
Hoofd van den Vleeschkeurings-
1 etc.
(zaal was feestelijk met tulpen en
sen versierd. Alle Raadsleden waren
helaas niet de trouwe helper
^en burgemeester, de secretaris der
We Katwijk, de heer Boekhoven
fegens ziekte verhinderd was, doch
I functie ditmaal werd waargenomen
fern heer J. A. Collette, hoofdcom-
p-r Secretarie.
J
■was voor de aanwezigen zeker een
rende gewaarwording den burge-
r hier voor het laatst een rede te
i uitspreken. Met genoegen hebben
fel, die de Katwijksche Raadszittin-
folgden, de uiteenzettingen van den
Schokking steeds aangehoord: uit-
llingen, die getuigden van kennis
pen en van een groote bedacht-
fceid, den ouderen en wijzen waardig,
brijfeld zal men te Katwijk de goede
indige raadgevingen van den nu ver-
aden burgemeester terdege missen,
feit plaats ook moge innemen! Het
hoofd van dezen magistaat zal niet
I in de Katwijksche raadszaal tijdens
Tttuigen te zien zijn: het rustig en dik-
I vermanend woord zal men er niet
[hooren. Dit beteekent ongetwijfeld
Jroot gemis. Dit heengaan veroorzaakt
leegte, die merkbaar zal zijn. Het is
kn behoefte dit neer te schrijven, om-
Ji) weten welk een grooten invloed
koede steeds van den heer Schokking
kg.
[dens de dikwijls heftige debatten
Ten zijn waarschuwingen als olie op
jolyen, die in de Raadzaal evengoed te
gingen, als langs de kust.
igeen de burgemeester den Raad te
kn had, was immer gefundeerd en
perwogen: een voorbeeld voor velen is
gweest. Wij hopen en vertrouwen, dat
luiste voorbeeld nog langen tijd zal
►n nawerken, tot heil van de ge
kte. die den Burgemeester in korten
lieer nabij was geworden en aan wie
Ten deel zijner beste krachten heeft
Ner groote stilte sprak de heer Schok-
de navolgende rede uit:
Rede van burgemeester Schokking.
Mijne Heeren!
>rdat ik ditmaal na afhandeling van
«enda tot sluiting van de vergadering
tBa, moge ik een oogenblik uw aan-
M vragen voor een persoonlijk woord.
»t zal u trouwens na de meedeeling
l het ingekomen stuk, waarbij mij met
"hg van morgen door H. M. de Ko-
i eervol ontslag is verleend als bur
ster van deze gemeente, een gevolg
'een bevestiging tevens van hetgeen
v5 eerder te uwer kennis werd gebracht,
heemd voorkomen.
Ea"heer iets in ons leven voor het
R Plaats vindt, dat meer dan gewone
•ekenis heeft en deze raadsvergadering,
voor het laatst de eer heb het
PJterschap te bekleeden, sluit tegelij-
W mijn arbeid als burgemeester van
•ijs af iaat ons dat niet onberoerd,
j minder, als daarmee een verandering
lard gaat, waarvan het niet gemakke-
I is zich aanstonds ten volle rekenschap
lieven.
mr ook al ware het anders, het af-
E 0 van de waarneming van een ambt,
T™1 uljn hoog belang niet alleen aan-
r VT hc?{t op volle toewijding maar in
~™img ook als vanzelf beslag legt
beschikbare levensenergie, zoodat
B iiÏÏi Bannwr ik het zoo noemen mag,
Vuuhtergelaten wordt, wekt bijzon-
Rvaarwordingen.
3' al was het betrekkelijk kort. dat
IS™ hoofd dezer gemeente stond en
het mij op dit oogenblik nog korter
3 het werkelijk was, toch zijn de
laren die ik als zoodanig in Kat-
«xirbracht lang genoeg, om Jn ver
band met hetgeen daarin gearbeid, erva
ren en doorleefd werd. voor mijn besef
althans van een periode te spreken, die
haar eigen beteekenis heeft en houden zal.
Of ditzelfde ook met het oog op de ge
meente kan worden gezegd er. van welken
aard die beteekenis dan zijn zal, onder
zoek ik uit den aard der. zaak niet.
Ik kan slechts hopen, dat het oordeel
vroeger of later niet al te ongunstig zal
uitvallen.
Alleen dit eene meen ik te mogen en te
moeten zeggen.
Bij de aanvaarding van mijn ambt in de
raadsvergadering op Maandag 13 Juni 1927
heb ik geen bepaalde beloften gedaan,
waarvan ik in het. algemeen wars ben,
maar verklaard, dat ik, zonder een dienst
knecht van wie ook te zijn, er naar staan
zou de belangen te dienen van de gansche
gemeente en. hoe verscheiden ook van sa
menstelling, als van een ongedeelde en
van al hare inwoners.
Van het begin af tot op dit oogenblik
heb ik er naar gestreefd, mij hieraan te
houden en daaraan mijn krachten te ge
ven. Er mogen fouten zijn begaan; nu en
dan moge zijn misgegrepen Gode zij
dank heb ik geleerd eigen werk onvolko
men en gebrekkig te weten, bij het ouder
worden meer nog dan vroeger maar het
voortdurend bedoelen is, en ook hiervoor
Wil ik God danken, niet anders geweest
dan werkzaam te zijn in het waarachtig
belang van de gemeente en haar ingeze
tenen en daarbij zooveel mogelijk haar
ontwikkeling te bevorderen.
Daarvoor was en is, naar ik meen, nog
overvloedige ruimte.
De positie en omstandigheden, waarin
Katwijk verkeert, zijn voor die ontwikke
ling niet in alle opzichten gunstig.
In verhouding tot het zich uitbreidend
aantal inwoners is het grondgebied van
Katwijk, waarvan een belangrijk deel nog
in bezit gehouden wordt door het Depar
tement van Defensie, niet groot; de sa
menstelling van zijn bevolking ligt in ver
band met de financieele draagkracht aan
de voldoening van steeds verder gaande
gemeentelijke behoeften voortdurend
zekere reserve op: voor een aan de zee
liggende gemeente met innerlijke drang
naar expansie, niet het minst wat het
hoofdbedrijf, de visscherij betreft, is het
ontbreken van een uitgang naar zee een
groot gemis.
Toch is de ontwikkeling daardoor niet
tegengehouden maar heeft zij misschien
daaruit voor een deel nog te grooter kracht
geput.
Hoewel de beginselen daarvan in de ja
ren teruggaan, waarmee ik bedoel het be
gin van den uitgroei van twee kleine dor
pen tot een krachtige gemeente, hebben
de latere jaren die toch eerst tot openba-
ring gebracht Met medewerking van de
Domeinen is er voor de toegenomen bevol
king ondanks het beperkte territoir ruimte
gekregen voor betere woongelegenheid en
heeft zich het particulier initiatief, ook
door de bemoeiingen van de Katwijksche
bouwvereeniging, daarbij krachtig doen
gelden.
Mede door de werklust en den van ouds
gekweekten spaarzin der bevolking, als
ook door meerdere vestiging van buiten en
toeneming van het aantal badgasten,
waarbij in den financieelen steun van uit
nemend geleide bedrijven niet wil verge
ten, is het mogelijk' gebleken aan recht
matige eischen van den dienst van pu
blieke werken, aan den noodzaak van een
versterkt administratief personeel, om van
andere openbare werkzaamheden te zwij
gen, zonder verhooging van lasten, inte
gendeel met vermindering daarvan, te
voldoen.
En ondanks het gemis van een haven
heeft de visscherij en heeft evenzoo de
daaraan verbonden handel zich niet alleen
weten te handhaven, doch door aanpas
sing ook aan de nieuwe eischen voor Kat
wijk een voornaam aandeel in het bedrijf
in het algemeen te bewaren.
In dit verband mogen ook het land
bouwbedrijf inzonderheid de tuinderij en
bollenkweekerij worden genoemd, welke
tot de ontwikkeling bijdroegen en al was
daarin evenals in de visscherij afwisselend
op en nedergang, de algemeene tendens
was die van voortgang om een plaats in te
nemen in het wereldverkeer.
Dat dit laatste thans een algemeene sto
ring ondergaan heeft natuurlijk ook voor
deze gemeente zijn ongunstige werking,
maar mag den blik op haar levensgang in
het bijzonder niet verdonkeren.
Vandaar, dat ik meen te mogen herha
len, dat er voor ontwikkeling, waarbij ook
te denken is aan de industrie, er alzoo ook
voor gemeentelijke bemoeiing, die daaraan
leiding kan geven, nog overvloedige
ruimte is. -van
Een ontwikkeling, die zich zal doorzet
ten, indien de ongunst der tijden niet al
te lang duurt en niet nog dieper doorgaat
dan thans het geval is; en dit meen ik er
aan te mogen toevoegen, indien er mede
werking is van alle deelen der bevolking,
niet gestoord of zelfs verlamd door belem
merende invloeden, die zich ook hier wel
evenals elders doen gelden.
Wanneer ik van medewerking spreek
dan heb ik u heeren wethouders slechts
enkel te danken voor de medewerking die
ik al dien tijd van mijn zijn hier van u
heb ondervonden. Hieruit blijkt, dat ik bij
dien dank insluit de heeren -oud-wethou
ders Ouwehand en Kruijt, die is als leden
van het College bij mijn intreden vond, en I
evenzoo den heer J. van Duijn. die een 1
tijdlang de gemeente als zoodanig op het
best heeft gediend.
Waar die arbeid niet altijd de waardee- 1
ring vindt, waarop hij aanspraak mag ma- I
ken en vooral in moeilijke tijden als
thans doorleefd worden soms enkel voor
kritiek en afkeuring schijnt te moeten
dienen, stel ik er te meer prijs op u, heeren
Dubbeldam en Veltkamp, die ik evenals de
vroegere wethouders mijn vrienden heb
leeren noemen, hartelijk te danken voor
de toewijding en inspanning, waarmee gij
mij bij den arbeid in het College ten be
hoeve van de gemeente hebt bijgestaan.
Ditzelfde geldt in vollen zin den secre-
taris, wiens trouw en ijver in de hem op- I
gedragen omvangrijke taak, waaruit bui- I
tenstaanders zelden een voldoend begrip I
hebben, zoowel het College van B. en W. i
als mij de vervulling van de opgelegde 1
taak gemakkelijk hebben gemaakt. En
waar vertrouwen en vertrouwelijkheid in
het verkeer tusschen burgemeester en
secretaris een eerste voorwaarde zijn voor
een goeden gang van zaken in het ge
meentebeleid, en de tegenwoordige secre
taris daarin het spoor volgde van den heer
Kobus, dien ik bij mijn komst als zoodanig
vond, heeft hij geen gering aandeel in het
feil, dat ik met de beste herinneringen
aan het beleid, dat van uit het gemeente
huis werd gevoerd, heenga.
Het doet mij leed dat hij door ongesteld
heid verhinderd is thans hier aanwezig te
zijn: het verblijdt mij echter nog meer.
dat het bericht omtrent zijn gehoopt her
stel hedenmorgen gunstig kon zijn
Mijn dank breng ik voorts ook gaarne
aan den Raad, die niet alleen sedert mijn
komst met twee leden werd uitgebreid,
maar ook wat zijn verdere samenstelling
betreft in een aantal personen ten gevolge
van een nieuwe verkiezing of anderszins
wisselde. Van de beslissingen van den
Raad als het bestuur van de gemeente
hangt ten slotte de gang van zaken in het
gemeenteleven af, waarom het van het
grootste belang is, of hij zich de verant
woordelijkheid daarvan -bewust is en zich
op voorgang van en met het College van
B. en W. voor wie dit eerste eisch is. weet
te stellen op de plaats van het algemeen
belang en zich te verheffen boven hetgeen
daarvan zou kunnen afleiden.
Gemakkelijk is dat niet. in onzen tijd
minder dan ooit: ook is omtrent de juiste
opvatting daarvan licht verschil van mee
ning mogelijk.
Indien dit zich ook nu en dan onder ons
wel heeft voorgedaan, wensch ik toch aan
het eind van mijn voorzitterschap u,
raadsleden ook hen die gingen, te danken
voor de welwillendheid, waarmee gij de
misschien wel eens wat te breede verdedi
ging van de voorsteHen van het College
van B. en W. hebt aarigèhoord en ook in
verreweg de meeste gevallen deze hebt
aanvaard.
Het kost mij geen moeite evenzoo dank
te zeggen#aan het personeel van de secre
tarie, aan den gemeente-ontvanger met
zijn personeel, aan de hoofden van dienst,
den directeur der bedrijven, den directeur
van openbare werken, en ik denk hierbij
ook nog aan den vroegeren hoofdopzich
ter, aan den inspecteur van politie, aan
den correspondent van Arbeidsbemidde
ling, aan het hoofd van den Vleeschkeu-
ringsdienst. den schoolarts, aan allen met
het personeel, dat resp. onder hen dient.
Natuurlijk was er een enkele maal nu
hier dan daar wat op te merken, maar de
verhouding, waarin tot u allen heb mogen
staan en waarin gij uw arbeid hebt ver
richt stemt mij tot groote dankbaarheid
en geeft mij het vertrouwen, dat er in dit
cpzicht voor de gemeente nauwelijks iets
merkbaar zal zijn van de verwisseling van
burgemeester, die straks plaats heeft.
Eer, afzonderlijk woord van waardeering
voor den trouwen dienst van den ge
meentebode Lagemaat moge hier op zijn
plaats zijn. De vriendelijkheid, die hem
steeds kenmerkte, zal ik niet licht ver
geten.
Ten slotte moge ik eindigen met een op
rechten wensch voor het welzijn van de
gemeente Katwijk.
Moest ik reeds melding maken van den
1 ongunst des tijds, die ook haar. en ver-
I gefijkenderwijs zelfs vrij zwaar treft; een
I omstandigheid, welke van hen, die haar te
besturen hebben, maar niet van hen al-
leen, de grootste inspanning en werkzaam-
1 heid vordert, de trouw en toewijding mo
gen daardoor slechts versterkt worden.
Bovenal moge er gezocht worden onder de
bevolking naar een verstaan en steunen
van elkander.
Geen verdeeling of ontbinding, maar
nauwere verbinding aan elkander eischt
der tijden nood.
En wanneer hier het voorrecht wordt
gekend, ik roem het zoo, dat Gods Naam
bij het begin van de vergadering wordt
aangeroepen, zoo moge dit voorecht ook
naar zijn inhoud worden verstaan en op
de juiste wijze aangegrepen om niet het
minst in moeilijken tijd van Hem kracht
en zegen te verwachten.
Bij mijn afscheid vat ik alles samen in
de bede. dat God Katwijk en zijn bevol
king nabij zij en goed.
Wethouder Dubbeldam sprak hierop als
volgt:
Hooggeachte burgemeester.
Het zij mij vergund nu het oogenblik van
afscheid nadert, en u thans voor de laat
ste maal de vergadering van den raad de
zer gemeente hebt geleid, daarbij even stil
te staan. Vooraf moge ik u echter mijn
erkentelijke dank betuigen voor de vrien
delijke woorden en de beste wenschen die I
u zoo juist, zoowel ten opzichte van de
gemeente als voor ons persoonlijk hebt
geuit.
Dat ik hier nog een kort woord wil spre
ken geschiedt dan in de eerste plaats, om
nog eens te overdenken, wat dit afscheid
voor de gemeente Katwijk beteekent Zoo
als ik reeds in een der vorige vergaderin
gen mocht uitspreken zullen velen met mij
het bejammeren dat. inzonderheid bij de
huidige ontwrichting van het economische-
en bedrijfsleven, bij het steeds dieper door
dringen van de wereldcrisis, waarvan het I
verloop zich zeker niet het minst scherp
in onze gemeente afteekent, u het ambt
van burgemeester, van hoofd van het ge
meentebestuur, heeft moeten neerleggen
door uw eervolle benoeming tot lid van
den Raad van State. Slechts noode zullen
wij u, burgemeester, zien vertrekken, u,
u als burgemeester van onze goede gemeen
te een gebeurtenis,, welke niet zonder wee
moedige stemming voorbij gaat. AI ver
heugen wij allen ons er in, dat Hare Maje
steit de Koningin u riep tot het hooge
ambt van lid van den Raad van State,
het kan wel niet anders of voor ons. die
gewend geraakt waren aan u als hoofd van
onze gemeente en als voorzitter van onzen
Raad ligt in uw heengaan een reden tot
bezorgdheid.
Gij waart in het begin van uw kort ver
blijf alhier menigmaal bescheiden genoeg
om te erkennen, dat ge met verschillende
zaken niet voldoende nog op de hoogte
waart om u een oordeel te vormen en
ieder onzer zal zich herinneren, dat gij
dikwijls in uw redevoeringen daarop hebt
geduid Des te meer viel het ons op. dat
nog slechts kort geleden in een rede die
gij in ons midden ten beste gaaft de uit
drukking door u gebezigd werd. ik ben lang
genoeg in Katwijk geweest om van deze
aangelegenheid op de hoogte te zijn. Dat
verheugde ons en gaf reden te gelooven,
dat Katwijk op den duur, door u bestuurd
in veilige haven zoude landen.
Wat gij tot dusveT voor onze gemeente
hebt gedaan is in twee deelen te splitsen
n.l. dat wat voor ieder duidelijk aan het
licht trad, en dat wat door u in stilte
werd bewerkt, ook daar waar u invloed
hebt kunnen uitoefenen op een wijze die
voor menigeen niet zoo gemakkelijk zou
i zijn geweest.
I En hier past dan ook een extra woord
I van dank. voor juist datgene waarvan de
buitenstaander gewoonlijk niet op de hoog
te kon zijn.
Wethouder Dubbeldam.
dien zij allen hebben leeren kennen als
iemand, die met nauwgezetheid, voortva
rendheid, maar bovenal met rechtschapen
heid. aan de vervulling van zijn eenmaal
opgenomen taak werkte en die aan deze
eigenschappen paarde 'n practischen. rui
men blik op de zaken, welke met oordeel
door hem werden behandeld, kortom, die
zich heeft doen kennen als iemand, op
wiens kompas, als ik het zoo eens zeggen
mag, men vol vertrouwen kon varen.
Zoo waart gij het ook, die door het bre
ken met oude sleur, en het betreden van
nieuwe banen, voor onze gemeente nieuwe
toekomstmogelijkheden trachtte te schep
pen. Dankbaar mag in dit opzicht worden
erkend, dat ondanks de bijzondere om
standigheden, welke uw taak aanmerkelijk
hebben verzwaard en het dikwerf moeilijk
maakten uw ambt dusdanig uit te oefe
nen, als met het oog op de steeds groeien
de behoeften en de bijzondere belangen
van de bevolking, in al haar geledingen,
het meest bevorderlijk was, dat deson
danks vele belangrijke werken onder uw
beleid tot stand konden worden gebracht
en dat zelfs gedurende uw ambtsperiode
verschillende buitengewone werken (tot 'n
gezamenlijk bedrag van bijna f. 100.000
konden worden gefinancierd uit de gewone
middelen.
Wat de onder uw burgemeesterschap tot
stand gekomen werken betreft, ik denk
hierbij o.a. aan de beschoeiing van het
Prins Hendrikkanaal, aan de doortrekking
van de Boulevard aan het nieuwe raad
huis dat zijn voltooiing met rassche schre
den nadert enz. In dit verband mag ook
met voldoening worden geconstateerd, dat
door de aankoop van domeingronden ten
Zuiden van Katwijk aan Zee en door de
daarop gevolgde zeer snelle bebouwing,
(het z.g. Zuiderkwartier) in niet geringe
mate is voorzien in de woningnood, die
jarenlang, vooral wat betreft de z.g. ar
beiderswoningen, heerschte.
Ook het badbedrijf is door de vele en
belangrijke verbeteringen onder uw be
stuur en leiding aangebracht, uitgegroeid
tot een der voornaamste takken van be
staan. waaraan Katwijk ongetwijfeld ook
in de toekomst zijn beteekenis zal ont-
leenen.
Verder moge nog worden gewaagd van
de oprichting van de Schoolartsendienst.
met betrekking waartoe u, zooal niet de
eerste stoot, dan toch in ieder geval uw
volledige en krachtige medewerking hebt
verleend.
Als ik zoo juist in vogelvlucht enkele
van de door u, of op uw aandrang tot
stand gebrachte werken de revue heb
laten passeeren, waarbij ik uiteraard geen
aanspraak op volledigheid, dan is dit om,
al zal uw bescheidenheid daartegen in op
stand komen, nog eens uw beteekenis als
burgemeester van Katwijk in het juiste
licht te stellen. In velerlei opzicht hebt gij
dan ook den dank der gemeente verdiend.
Niet het minst de leden van den raad
zullen u erkentelijk zijn voor de aange
name en tactvolle wijze, waarop gij steeds
de vergaderingen hebt willen leiden. Daar
bij toonde u een beheersching van de stof,
die bewondering afdwong en die het den
raad tot een genoegen maakte, uw betoog
of pleidooi voor de een of andere zaak.
met volle aandacht te volgen.
Ik geloof dat ik dan ook namens alle
raadsleden spreek, als ik u de verzekering
geef, dat u, behalve in uw hoedanigheid
als burgemeester, ook als voorzitter van
den raad bij hen in eerbiedige en dank
bare herinnering zult blijven.
Morgen, naar ik meen, zult gij geïnstal
leerd worden als lid van den Raad van
State, het hooge Staatscollege, dat H. M.
de Koningin over alle gewichtige landsaan-
gelegenheden van advies heeft te dienen
en zult gij dus weder, zij het in een andere
functie, de openbare zaak naar beste over
tuiging willen behartigen. Gij denkt er dus
nog niet aan, na zulk een werkzaam en
welbesteed leven uw zeer zeker welver
diende rust te genieten. Met de aanvaar
ding van deze hooge bediening hebt gij
een nieuwe mijlpaal in uwe ambtelijke
loopbaan bereikt, begint gij weder met een
schoone doch ongetwijfeld moeilijke taak.
Intusschen is het ónze overtuiging, dat ook
deze, u opgedragen taak zoodanig zal wor
den vervuld, als aan de landsbelangen het
meest bevorderlijk kan zijn. Daarbij moge
God Zijnen onmisbaren zegen geven en u
de kracht en de wijsheid schenken, die
voor de vervulling van dit taak noodig
zullen zijn.
Tenslotte zou ik daaraan nog den wensch
willen verbinden, dat u nog lang gespaard
moge blijven voor uw werk en voor uw
gezin en dat het u uw echtgenoote en uw
familieleden ook in andere opzichten
goed ga!
Dr. Hueting hield hierop de volgende
rede:
Mijnheer de Voorzitter.
Het zal heden wel de laatste maal zijn,
dat wij u hier met dien naam aanspreken.
Als elk afscheid ls ook dit heengaan van
Dr. Hueting.
Wanneer ik hier denk aan uw bemoeiin
gen op het terrein, waarop de Katwijk
sche Bouwvereeniging zich beweegt, dan
moge dat er op gelijken alsof het een per
soonlijk woord van dank was, dat ik hier
breng, doch wie het erkent dat de bouw
van arbeiderswoningen een gemeentebe
lang bij uitstek is die zal begrijpen, waar
om ik voor deze hulp u speciaal dank zeg.
Datgene van uw arbeid, hetgeen duide
lijk in de gemeente aan het licht kwam
zal moeten betijen om een oordeel te kun
nen vormen over het succes, dat u daar
mede ten goede van onze gemeente hebt
bereikt. In meer dan moeilijke omstandig
heden hebt gij het bestuur over onze ge
meente gevoerd, in zorg blijven wij achter
maar een ding hebt gij ons voor zooveel
noodig geleerd en dat is dat een verstan
dige mate van optimisme slechts goed kan
werken en het slap bij de pakken neerzit
ten verlammend voor alle energie is.
Daarom spreek ik gaarne den wensch
uit dat gij Katwijk niet zult vergeten ook
daar waar in de toekomst uw groote in
vloed van nut voor de Gemeente die ons
lief is kan zijn en dat het u en ons ge
geven moge zijn na jaren, kan het zijn
spoedig, te zien dat het haar goed gaat en
dat het werk door u ondernomen goede
vruchten afwerpt.
Met den wensch. dat het u in uwen
nieuwen werkkring naar wensch moge
gaan en dat het u gegeven moge zijn
daarin voor ons Vaderland en dus voor
ons allen nog veel nuttigen arbeid te ver
richten wil ik eindigen.
De voorzitter zegde de sprekers voor hun
woorden dank en sloot hierop met gebed
de vergadering.
De Receptie.
In de Burgemeesterskamer vond vervol
gens een korte doch treffende hulde plaats
van het personeel ter secretarie. Bij monde
van den hoofdcommies den heer J. A. Col-
lette, in de plaats van den secretaris den
heer Boekhoven werd den scheidenden
burgemeester een bureaulamp aangeboden
als blijk van hoogachting en waardeering
der ambtenaren, waarvoor de heer Schok
king zich zeer erkentelijk betoonde.
„Meer nog om het feit dat u mij een ge
schenk hebt willen geven, dan om het ge
schenk zelf, aldus de -burgemeester, stel
deze hulde op hoogen prijs." Uw werk
zaamheid naar binnen is nog meer waard
dan die naar buiten. Als er door u wel eens
een fout begaan werd, zooals wij die ieder
op onze beurt maken, heb ik u daarop ge
wezen en naar ik meen, steeds op de wijze
zooals zulks behoorde. Gelukkig was het
slechts zelden noodig. Ik meen nog altijd,
dat de ambtenaren zoowel bij Rijk, Pro
vincie als Gemeente, een positie innemen,
welke onderscheiden is aan die in het
particuliere leven. De ambtenaren zijn
mede het hoofd en de handen der Over
heid en kunnen daarom aanspraak maken
op erkenning en waardeering. Zij dragen
een groote verantwoordelijkheid, die niet
beperkt is als in het particuliere leven. Zij
werkt verder en valt onder het publieke
oordeel. Het publiek is steeds snel gereed
met critiek op degenen, die in dienst staan
van de Overheid. Spr. ziet het Overheids
personeel als een geheel en wees op het
onderlinge vertrouwen, dat aanwezig moet
zijn. Spr. is slechts korten tijd in Katwijk
geweest, doch toonde zich verblijd hier te
kunnen getuigen zonder eenige reserve
van de groote werkzaamheid der ambte
naren, die de gansche gemeente is ten
goede gekomen. Hij hoopte, dat zulks ook
onder zijn opvolger het geval zal mogen
zijn. Hij wees op de voldoening die het
werk schenkt naast het stoffelijk gewin.
Deze voldoening echter, is niet in geld te
betalen. Spr. zal gaarne van het lampje
gebruik maken en daarbij aan Katwijk
denken zooals de heer Collette hem ver
zocht had. Meer, aldus sprdan gij denkt!
Ook de gemeente-ontvanger de heer Wer-
ther bracht zijn gelukwenschen over,
waarop de telefoonbei weerklonk en de