De mode in vroegere tijden. Jaargang LEIDSHC DAGBLAD, Zaterdag 27 Februari 1932 Derde Blad No. 22068 VOOR DE HUISVROUW. WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN Ik was de vorige keer bezig met het jasje van het slobpakje; we waren klaar met de romp. Nu de mouwen: 50 steken opzetten voor den bovenkant van den schouder met de 4 draads wol. Brei 1 toer recht in den achterkant van de steken. In de volgende drie rechte toeren 2 steken breien in den steek naast den kantsteek aan beide einden van de naald. Er staan dan dus 56 steken op den naald. Nu 2'/i cM. breien en aan weerszijden van de naald in den steek naast den kantsteek minderen. Doorgaan met minderen eiken 4den toer tot er 40 steken overblijven. Dan zonder minderen doorwerken tot de mouw de gewenschte iengte heeft met de uit kamwol het ribbetje 1 reoht, 1 averecht breien zoodat deze rand past bij den on derrand van het jasje. Voor het kraagje: 16 steken opzetten en een lengte recht heen en recht terug breien zóó dat het kraagje voldoende lang is om rond den hals te gaan van het mid den van het recht gebreide randje op het eene voorpand tot hetzelfde punt op het andere voorpand. Met een warm ijzer en een vochtigen doek perst u nu alle recht gebreide ge deelten aan den 'rechten kant op. Naai daarna de mouwen in de armsgaten; dan de zijnaden en de mouwnaden dicht naaien naad op naad; het kraagje aan den rech ten kant aan het jasje naaien, omdat het overslaat; gebruik voor dit naaien dezelfde wol als van jasje en kraagje, dan worden de steken onzichtbaar Naai nu de knoopen op hun plaats en ga alle uitkam wol met een kaardborstel bewerken, zoodat de randen op bont beginnen te gelijken. Indien u niet weet. hoe u met zoo'n kaard- borstel moet omspringen, doet u het beste even in een handwerkwinkel of bij een onderwijzeres te vragen of zij het u wil wijzen. No. XXXVm 1872. pit was de eenige manier om van de en jagerhoedjes af te komen pch hiervan heelemaal vrij te maken, modellen, die het vorige seizoen plot- fcz opdoken, (en ongetwijfeld heel leuk km doch in korten tijd zóó algemeen ken dat ze vrijwel op straat lagen, keen voor de draagsters een pijnlijken ltlik' moest opleveren. Deze hoedjes feten het lot van zoo vele andere les ondergaan om na enorm veel bij- Iplotseling te moeten verdwijnen, toi de keuze, van ontelbare stoffen, lierkt de nieuwe mode zich door een idwongenheid, die ongetwijfeld met Iveel succes bekroond zal worden, zoo- [stroo als zijde is actueel (stroo voor- op het oogenblik erg gewild en dit It doordat het niet zoo eenvoudig is, 1 echt exotisch materiaal te komen, keen natuurlijk altijd een waarborg is r iets origineels. Nog nooit heeft deze zich aan moeilijkheden gestoord, igendeel, ze zoekt steeds naar iets dat t zoo eenvoudig te bereiken is. Behalve feo en zijde verwerkt men ook veel, fed lint, terwijl vilten hoeden natuur- J steeds door in de mode blijven. Poedjes, die interessant zijn en ook suc- beloven te hebben, zijn de verschil de „omwonden" en „gedrapeerde" mo- die gemaakt zijn van den stof van japon waarbij ze gedragen moeten den. Deze zijn eigenlijk niet anders „schuine strepen" of „driehoekige" feken, die de draagster zelf op schilder- Jtige wijze om haar hoofd weet te ppeeren. i dit soort hoedjes niet gemaakt van stof van het betreffende toilet, dan fedt getracht ze in overeenstemming te pgen met een shawl en men maakt combinatie dan in twee of meer ren, waarbij dan ook nog vaak een- Ie handtaschje vervaardigd wordt. Deze „gedrapeerde hoeden" zijn wat feur en smaak betreft geheel afhanke- van den smaak der draagster en jardoor dus een bij uitstek „persoon- l*e' mode. Aan de Rivièra worden deze dellen reeds met succes gedragen en (vertrouwen dat dit binnen korten tijd nier het geval zal zijn (een elegant ™erp ziet U hier als eerste afbeelding van het tweede tweetal.) ar de wandeling zijn er oneindig veel ^gelijkheden. We zien naast de model- die aan één kant zijn opgeslagen, netten en platte hoedjes, die sterk runneren aan de z.g. „Canotiers.". I Buitengewoon elegant zijn de vormen, P da eigenschappen der hiervoor ge- wemde modellen vereenigen, waardoor Wondere effecten ontstaan. Een bun- mt ,veeren hi twee tinten staat op "jute hoedjes zooals de schets links "aden aantoont zeer charmant. .-Baretten" en de moderne „kapjes" van zÜn een vlotte, sympathieke mode r£aSSen hij ieder kleedingstuk. incest besproken en meest bestreden wteit van het seizoen, zijn de schat te „herders-hoedjes", (het origineel hicr- "erd de vorige eeuw „niniche" ge- raidAan ggn |can(; wor(jen ze diep d, hoofd gedragen en van achteren Er' b'oemen, strikken en dergelijke ge- G''eerd (laatste schets boven.) tóe i? b*j een origineel middagtoi- i V»i hoedje zijn weg wel vinden. - modellen, die aan één kant opge- Ji JS". hebben als origineele garnee- «nkken van lint, waardoor deze x>r .^minste in een neutrale kleur) men 'e' gelegenheden dienst kan ttonvt warme dagen hebben de elegante 'eldino halfbreedc modellen in voorbe- litiE <i'e hehalve een eenvoudig smal (Ir Seen enkele garneering vertoonen. üe' »W<len.) i w"'ervoor besproken afbeeldingen, doel hadden de nieuwe hoeden- tre«n haar talrijke variaties te il- liidach?' bewijzen dat men er wel die ille rml a,an besteedt, die voor een succes- iirtfl hng noodig is. (W. U.) I Jan wr.en naar origineele ontwerpen 1 Ungar. In de felle stralen der voorjaarszon komen alle bijzonderheden der kleeding in verhoogde mate tot uiting en hierom is i men er ook op uit de verschillende attri buten der garderobe zoo zorgvuldig moge lijk te kiezen. Waar wel het meest op gelet wordt zijn de handtasschen, die 'met het toilet moeten harmonieeren en zoowel wat mo del als kleur betreft er één geheel mee moeten vormen. Typisch zijn de lange hengsels, die nu eigenlijk weer nieuw zijn, daar men toch al jarenlang bijna niet anders zag dan tasschen zonder hengsels. Gelukkig zien we op dit gebied de mooi ste dingen; als voorbeeld hebben we hier een aparte tasch afgebeeld, waarvan het hengsel het verlengstuk is van de hon denlijn, geheel in overeenstemming met het geincrusteerde Scotch-Terrier-motief. Heel chique zijn ook de groflederen tasschen, gemonteerd mét een gladden beugel van metaal, schildpad of ivoor, waarbij hengels ook heel goed staan. Ver der hebben de nieuwste creaties meest alle het platte, breede model gemeen, dat naar boven smal toeloopt. EEN ORIGINEELE EN ELEGANTE SHAWL is op primitieven grondslag heel mak kelijk te maken door 2 even groote drie hoekige lappen zijde samen te knoopen. En nu is het slobbroekje of de pijpen aan de beurt. Hierbij moet u speciaal op drie dingen letten; n.l. op het bovenge deelte van de borst, die maakt, dat het jasje ook ópen gedragen kan worden, dan op de bretels, die over de schouders gaan en achter aan het middel worden vastge maakt en ten derde aan het bandje onder den voet door. dat aan de voorzijde van het pijpje is gebreid in plaats van opzij. Het aldus ontstane exemplaar kan na melijk. zooals wij dit hier hebben afge beeld aan beide zijden gedragen worden, terwijl deze shawl tevens den indruk van breede revers kan maken. De kleur en de stof van de shawl han gen heelemaal af van het doel waarvoor ze dienst moet doen. Moet de shawl bij het wandeltoilet ge dragen worden kies dan een schelle schakeering of vereenig bonte zijden drie hoeken, in welk geval alleen marokko- crêpe in aanmerking komt. Voor den avond is het natuurlijk an ders: beide deelen worden dan wat grooter genomen en, om aan de eischen der avond mode te voldoen, van satijn of gaas-chiffon gemaakt. Hieruit spreekt nu wel heel duidelijk met welke eenvoudige middelen een ele gante vrouw op origineele wijze haar toilet weet te voltooien WILLY UNGAR. Een 60 jaar geleden was Scheveningen reeds een lustoord, waar de stadsmenschen naar toe gingen om een frisch luchtje te happen. Menig chique dametje ging er heen om zich door haar vriendinnen te laten bewonderen en benijden!! Zie deze twee elegante dames aan: die links is in 'n violet-xleurige japon geklc-cd; de tuniek afgewerkt met tressen en fran jes is donkerder van tint dan de rok. De dame rechts, die ons den rug toekeert is gekleed in een zachtgele zijden stof met veel kant gegarneerd. Het meisje heeft een costuumpje aan van donkergoene stof met lichtgroen gecombineerd. Toch vestigen we er even de aandacht op, dat de rokken dat jaar veel minder wijd wa ren dan een jaar geleden en dat de heele mode uit 1872 niet bepaald voordeelig stond. En men moet toegeven dat de modeleus: „steeds veranderen!" op het gebied der damesmode nog altijd dezelfde gebleven is! G. V. zooals gewoonlijk. Dit "is gedaan om het lastige ronddraaien van de pijp te voor komen. Brei zoo. dat er ongeveer 6 ste ken op de 2c.M. komen, dan wordt het pakje langs de vóórzijde 45 c.M. lang en de bretels 42Vi c.M., terwijl de breedte over de borst 45 c.M. zal bedragen Brei met 2 naalden en zet voor één der bretels 17 ste ken oo Brei 4 toeren recht en maak dan in den volgenden toer knoopsgaten, aldus: A 3 recht, omslaan, 2 tezamen breien: vanaf A herhalen tot het einde van den toer. eindigende met 2 recht. Den volgen den toer recht breien en den omslag tel ken^ als'een steek breien. Nu recht heen- en averecht terug breien op de laatste 3 steken na. die steeds recht gebreid wor den; aldus: 1ste toer recht; 2de toer 3 recht; averecht tot op de laatste 3 steken na; deze recht. Deze 2 toeren herhalen tot de bretel ruim 20 c.M lang is. Dan een maal meerderen in de 4de steek van het eind in eiken rechten toer, alleen aan den kant van den hals tot er 20 steken in den toer zijn. Deze meerderingen brengen geen verandering in de 3 kantsteken. Zet nu die 20 steken op een aparte naald en brei de 2de bretel op dezelfde manier; alleen be ginnen hier de meerderingen, in den vier den steek van het begin van de rechte toeren. Na den laatsten averechten toer 14 steken opzetten, den eersten bretel nemen en die met den averechten kant naar u toe houdendrie recht breien (aan de halszijde! en den toer als gewoon eindigen. Er moeten nu 54 steken op de naald staan. Ga door met de 2 patroontoeren: recht heen, averecht terug en de kantsteken, tot de voorzijde een lengte heeft van 21'/- c.M gemeten vanaf de opzetsteken aan den hals; maar in de eerste 6 toeren in eiken toer de middelste 20 steken recht breien (om een randje voor den hals te maken). Zet nu de steken van de voorzijde op 2 naalden, dus 27 op elke naald. Verder nog 7 steken opzetten aan het eind van de 2de naald en 76 steken op een 3de naald. Ook 7 steken opzetten op de naald, waar de eerste helft van de steken van de- voorzijde op staan. Er zijn nu 34 steken op de 2 naalden aan de voorzijde en 76 steken op de 3de naald voor de ach terzijde. Ga verder in het „rond breien: recht breiende op de 54 oorspronkelijke steken van de voorzijde en de rest in het ribbetje; 2 recht, 2 averecht; doe dit over een leng te van 4 c.M. Daarna op de achternaald voor het verhoogde gedeelte op de vol gende manier breien: 46 steken recht (op de achternaald), omkeeren, 16 averecht, omk.; 21 recht, omk.. 26 a.. omk„ 31 r., omk., 36 aver., omk., 41 r., omk., 46 aver, cmk. Zoo doorgaan, steeds 5 steken meer breiende, tot alle steken gebreid zijn. Verder in recht breiwerk doorgaan tot de voorzijde een lengte heeft van 43 c.M., gemeten van af de opzetsteksen aan den i hals. I Voor de pijpjes worden de steken nu als i volgt verdeeld; neem de helft van de ste- 299 Tuimeltje hield zijn oogen dicht. Hij voelde zich naar beneden rollen. Het is met me gedaan, dacht ie. Ik heb niets meer te verwachten. Natuurlijk val ik onder de puinen neer maar het is mijn eigen schuld. Plotseling werd ie door een schok getroffen. Eerst toen ie voelde, dat ie ergens op zat deed ie zijn oogjes op spleetjes open en daar zag ie dat ie beneden op den grond zat met het puntje van de toren naast zich. Het haantje stond er nog heelemaal op. 300 Nu de toren toch ingestort was probeerde Tui meltje met het puntje nog een grap uit te halen. Hij had niet eens in de gaten, dat Kikker Karei achter hem stond en zette het puntje voorzichtig op zijn hoofd. Het was net of het haantje hem lachend aankeek. Tui meltje zei allerlei gekke dingen tegen het beestje en toen kikker Karei hem bij zijn arm pakte boog ie voorzichtig voorover en maakte allerlei grimassen. ken aan de voorzijde (brei de eerste steek van deze naald averecht om een naadje te krijgen) en brei door tot u de helft van de steken van de achterzijde ook gebreid heeft. Dan zijn er 72 steken in het ge heel. Verdeel deze 72 steken over drie naal den en laat de overige 72 steken op een aparte naald staan voor het tweede pijpje. Br:i in het rond voor de eerste pijp. en minder 1 steek aan eiken kant van de naald naast den kantsteek in eiken twee den toer tot er nog 50 steken in het rond over zijn. Ga zoo door zonder minderen over een lengte van ongeveer 19 cM en brei dan de wreef aldus: brei 7 steken naast het naadje; dan op de volgende 14 steken 5 c.M. breien; recht heen. averecht terug. Breek den draad af en hecht hem weer aan op de 7 eerstgebreide steken; brei deze en neem met den zelfden naald 9 lussen op langs de wreef brei deze en nog 7 van de teensteken. Met een andere naald de 7 andere teensteken breien. 9 lussen opnemen, en breien langs de andere zijde van de wreef en nog 6 steken van den toer; met een andere naald de overblijvende steken breien. U heeft voor dit slobpakje dus 4 breinaal den noodig met punten aan weerskanten. Ten slotte moet u nog 6 toeren breien om de beurt één toer averecht en één recht dan afkanten. Nu begint u weer. waar de steken voor het tweede pijpje zijn blijven staan; u verdeelt de steken op 3 naalden en breit den laatsten steek van den toer averecht om 'aan de voorzijde 1 een naadje te vor men. Brei de pijp in overeenstemming met de eerste, maar brei, wanneer de wreef begint. 28 steken na den averechten steek en brei de wreef op de volgende 14 ste ken. Maak dit pijpje op dezelfde manier af als het eerste. Pers nu het geheele werk zorgvuldie op met een warm Ijzer: naai 6 kleine beenen knoopjes in het midden van de achterzijde aan. om de bretels aan vast te knoooen. Knip 24 c.M. breed elastiek in tweeën en naai dit vast aan elk pijpje aan weerszij den van de wreef Hiermee is het slob pakje kant en klaar. Ik moet u allen ech ter vriendelijk verzoeken mü geen brief jes te sturen als u niet verder kunt Er staan geen fouten 4n dit patroon; het is goed gecorrigeerd. IaaN DE RIVIERA ZIET MEN DE NIEUWSTE HOEDEN REEDS! fcoezig zijn ze allemaal, deze grappige ftcieuze dopjes, die we met moeten ttiouwen als vertegenwoordigers van. [bepaalde richting in de mode, doch mts moeten zien en waardeeren als J tot werkelijkheid geworden elegante lichte. Nog nimmer was een mode zoo tijdig, zoo ongedwongen en daardoor [zoo buitengewoon belangwekkend als [toor het komende seizoen. Er zijn geen bindende voorschriften, er is niet eeuwig-monotone „men draagt", he tend Is enkel en alleen de persoon- 'i smaak, het individueele cachet, dat eel en al afhankelijk is van het ma de kleur en den vorm van den NIEUWE HANDTASSCHEN VOOR HET VOORJAAR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9