EN LEVEN OM EEN LEVEN 12ile Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 Januari 1932 Derde Blad No. 22044 Buiten!. Weekoverzicht. RADIONIEUWS. NIEUWS UIT BELGIE. FAILLISSEMENTEN. H P. H. KEEREWEEF^ SCHEEPSTIJDINGEN. Steunt met Uw gaven het Leidsch Crisis-Comité. FEUILLETON. een ontwapeningsconferentie met oorlog De conferentie van Lausanne is ter ibttf In de gegeven omstandigheden was St ook maar het beste want wat voor !ït had het, der wereld een hopeloos ïïdd van oneenlgheid en verwarring te rieden? Uitstel, hoe gevaarlijk op zich- Hiwaar immers de toestand om een Sofeing roept en schreeuwt, was daarom L het minste van twee kwaden. Hoezeer ;/n het oneens is, bleek ten overvloede MUlt het feit, dat een aparte bespreking nsschen Laval en MacDonald eveneens is afgelast, daar tevoren vaststond, ok zij het toch niet met elkaar op ^Bccoordje konden gooien. Een triest ld De eenige troost is, dat zonder iwrwachte gebeurlijkheden nog enkele aanden kan worden gewacht en mis- hlen tengevolge van de komende ver ezingen in Frankrijk dat land, dat het 00te struikelblok vormt, een andere crs zal nemen. Dat zal echter pas in ivorden beslist! igelijk zal dientengevolge in Juni de ■entie van Lausanne kunnen herle- .enminste als Lausanne dan nog in erking komt en geen andere plaats orkeur verwerft! Men ziet: allemaal :ere toekomst-muziek ,as! Wat is momenteel niet onzeker. men ook ziet en speurt, het is overal :lfde droefgeestige en sombere beeld, ten te aanschouwen krijgt. Volgende komt de ontwapeningsconferentie die Europa's wel en wee in handen 'slechts de grootste vrees en zwart .lisme vallen te beluisteren, waar >n|~het oor te luisteren legt. De enkele men van hoop, die niet willen geloo- dat ons werelddeel zich moedwillig onde zal willen richten, vinden fei- nergens een steunpunt, waarop zij .en bouwen. Moed verloren, al verlo- dat is slechts de laatste stroohalm, ,n men zich vastklampt! Veel is het niet. 1 daar eens tegenover, hetgeen in 'ene Oosten geschiedt. Vlak voor de ipeningsconferentie bijeenkomen zal, :n vredesconferentie, begint daar de i beschouwd, was de strijd in Mand- ije reeds een oorlog in het klein, die daarom nog kon worden gecamou- omdat China zijn troejien geregeld pam, zoodat een botsing tusschen de legermachten officieel niet plaats I. Mandsjoerije was, onder voorbehoud, papan overgeleverd, listiger, veel ernstiger is evenwel de ind geworden, nu Japan in Sjanghai pn optreden is overgegaan, dat moei- finders dan een uitdaging tot oorlog lorden genoemd. Daar zijn een vijftal >che monniken lastig gevallen door sen, waarop Japanners de Chinee- |te lijf gingen; met alle gevolgen van L Rechtvaardigt dat echter een in- po als thans door de Japanners ge ut? In de eerste plaats werden de Mjjke overheid voorwaarden gesteld, i leder geval niet minder de Chinee- Isouvereiniteit aantastten als destijds p9H liet Oostenrijksche ultimatum de. Ifcche. Toch, zij het na aarzelen wonder werden de harde voor den aanvaard. Niettemin zijn de Ja- bers overgegaan tot militaire actie op fcte schaal! Zij zijn opgetreden, alsof I in regelrechten oorlog waren met pa. En het ergste is, dat zij nu uit I aard der zaak ook te doen hebben ge- ken met geregelde Chineesche troepen, Taan den strijd hebben deelgenomen li ziet, alle factoren voor een oorlog zijn p aanwezig! Vol bezorgdheid vraagt p zich af, wat de Japanners voor heb- met dit provoceerend gedrag. Willen pertinent een oorlog met China af- JJgen' Kunnen de moeilijke finantieele Handigheden en de inwendige ver sheid in het land zelf daartoe aan- tog geven? Het zou niet de eerste maal dat een regeering zich op die manier veege lijf trachtte te redden! Men (gete. vooral niet, dat het huidig bewind ■Japan een minderheidsregeering is Tpi1?1, dat Japan het met China alleen ikkelijk zal klaar spelen, is uitgesloten; !h zal men China in dat geval werkelijk pen laten staan? Dat wil er bij ons zoo pder meer nog niet in, gelet op de be teen, die ook de overige mogendheden J Amerika, Engeland etc. bij het geval pben. Het is waar, dat zij eigen belang TVuldig zullen afwegen tegen het risico l een ingrijpen, doch een volledig over- pht van Japan in China zal toch moei- kunnen worden getolereerd! Het is een gevaarlijk spel, dat het land van den Mikado daar speelt met het door tweespalt als anderszins toch reeds zoo zwakke Hemelsche Rijk! Engeland, gedachtig aan zijn vroeger bondgenootschap, zal slechts noode In be weging komen, doch vanuit Amerika wordt momenteel krachtige pressie geoefend op Londen, om aan te zetten tot een gemeen schappelijk optreden, hetgeen ongetwijfeld te Tokio toch wel van Invloed zou zijn. Meer als de Volkenbondsraad tot dusver vermocht Slap, om niet te zeggen van ergerlijk, is geweest de wijze, waarop de Volkenbondsraad tot nu toe te werk is gegaan. Zich wringend in allerlei bochten heeft men volstaan met nietszeggende re soluties, die door Japan eenvoudig naast zich neer werden gelegd. Japan voelde maar al te goed, dat de Volkenbondsraad met het geval verlegen was en liever zich op de vlakte hield! Het prestige van den Volkenbond is heusch niet ongerept ge bleven door deze lankmoedigheid en be- wijs-levering van onmacht! Maar de tijd van kleur-bekennen schijnt momenteel te zijn aangebroken. China heeft nu toch een beroep gedaan op die artikelen, die slaan op een regelrecht vijandig optreden en, gelet op de gebeurtenissen te Sjanghai, zeer terecht. De Volkenbondsraad zal er moeilijk van onder uit kunnen komen, om thans meer positieve beslissingen te nemen, wil hij niet geheel zijn prestige op het spel zetten. Bepaald lekker voelt men zich te Genève daarom niet.Merkwaar dig is ongetwijfeld dat Japan telkens als de Volkenbondsraad vergadert, juist een of andere nieuwe zet op het politieke schaakbord onderneemt! Nog kan Genève volstaan met het gelas ten van een volledig onderzoek, het sta tuut biedt daartoe de gelegenheid, doch dit zou het laatste restantje prestige doen verliezenAan den anderen kan even wel, wat kan de Volkenbond, waar de twee naaste buren en meest belanghebbenden, nl. Amerika en Sovjet-Rusland, buiten Volkenbondsverband staan? Het is een zeer lastige en precaire geschiedenis, te meer, waar de houding van Japan weinig goeds belooft! Een economische blokkade doch wie zou daardoor het meest worden gedupeerd, de ondernemers of het land, dat men zou willen treffen In ieder geval, vlak voor de ontwape ningsconferentie is het conflict in het Verre Oosten een teleurstelling, zoo niet erger! RECLAME. Een zachte witte huid is het verlangen en de droom van ieder jong meisje. Reeds Na een kort gebruik van de aangenaam geurende Crème Leodor openbaart zich de vervulling van die droom. Een proef over tuigt. Per tube 35 cent. 2879 TIEN 60 K.W. STATIONS IN FRANKRIJK? Frankrijk, dat op radiogebied steeds zoo achterlijk was, schijnt thans ernstige plan nen te hebben om de luisteraars up-to-date van radio te gaan voorzien. Generaal Ferrié, een pionier op dat gebied, kondigt de bouw van een tiental 60 K.W. omroep- stations aan. Het plan is overgenomen door de Minister van Posterijen en telegrafie M. Guernier, die het aan de kamer zal voorleggen. Indien de plannen werkelijkheid worden kunnen de Europeesche luisteraars hun toe stellen wel opbergen, want dan zal het een chaos zijn om niet meer uit te komen. Men vraagt zich wel af hoe Frankrijk zoo in eens aan 10 verschillende golf lengten komt, want de particuliere stations die nu nog uitzenden zullen eveneens blijven bestaan. ENGELAND BOEKTE 1 MILLIOEN LICENTIES IN 1931. De B.B.C. deelt mede dat in 1931 909.304 licenties voor een radiotoestel werden aan gevraagd, zoodat het laatste jaar Engeland ongeveer 1 millioen nieuwe luisteraars bracht. Het beste jaar was tot nu toe 1929; toen werden c.a. 500.000 licenties afgegeven. Het cijfer voor 1931 is echter sterk geflatteerd, daar de grootste aanwas verkregen werd door het optreden van de richtingzoekers. (Van onzen correspondent). Een bezoek bij Cyriel Buysse, op den Molenberg te Deurle. Brussel, 18 Jan. 1932. Het geeft steeds een blij gevoel als men zijn motor aanzet en achter het stuur plaats neemt om den weg te kiezen naar een gastvrijen vriend. Wij reden ditmaal voor de krant naar de streek „tusschen Leie en Schelde", de streek van de Laat- hemsche schilders van Curiel Buysse, wiens kaartje wij in den zak meedroegen „dat hij ons graag zou ontvangen", Cyr- riel Buysse, wiens boeken wij, als kind, verkozen boven grammatica en andere nuttige dingen, en die wij heimelijk lazen onder de banken van de .studie", omdat wij wisten, dat de leeraar ons alles zou hebben afgenomen, „daar het ongeschikte lectuur was voor jonge geesten. Van toen af hebben wij Curiel Buysse een onaan tastbare bewondering toegedragen, de be wondering, die onbewust groeit met het gevoel, dat de schrijver een nieuw Inzicht geeft in wat door natuurdronken dichters en schrijvers hopeloos werd vergeten en nochtans de hoogste menschelijkheid zelf was. Cyriel Buysse opende ons de deur naar een werkelijkheid, waarop anderen zich blind staarden, een werkelijkheid, die hij niet beleefde als een apostel, maar als de onafhankelijke schrijver, die scherp ziet wat in het leven van zijn volk een dramatische beteekenis krijgt en het voelt als datgene wat hij naar de ziel wil tasten Cyriel Buysse is in Nederland bekend. Hij is de eenige Vlaamsche auteur, die in het jaarboek van de Vlaamsche letter kundigen staat vermeld als wonende 's winters in Den Haag en in den zomer te Deurle, bij Gent. Een aristocraat van den geest verwant met de Gentsche bur gerij. „In den zomer te Deurle" is niet heelemaal juist,, want te Deurle heeft hij eigenlijk zijn „werkkot", zooals een Vla ming dat wel noemen zou, terwijl zijn woning op een vijftal kilometer verder ligt, te Afsnee, een schilderachtig gelegen kasteel aan de Leie, het „Malson-Rose", een oud verblijf van Gentsche monniken. En „werkkot" is dan weer een wijze van spreken. Het is een plaats, die ieder een in de streek kent, van het geringste koeboertje tot den best gestelden burger. Als wij onzen wagen den zijweg opstuur den naar het dorp, een tiental kilometer voorbij Gent, en wij even de plaats moes ten vragen aan een kalm opstappenden boer, krulden zijn lippen dadelijk in een sympathieken glimlach en hoorden wij het: De schrijver woont ginds aan den molen, op den berg. En wij drukten wat harder op de gaspedaal. Het „kot" is een schitterende werkgelegenheid voor wie rustig wil zitten boven alle menschelijke stoornis verheven, midden lucht en licht, met een wijden horizon voor en achter en op zij, te midden van een prachtige streek waar de „golden rivier" door kronkelt. Wij voelden rondom ons een gelukkige stilte toen wij den chauffeur volgden door het vier hectaren groove park, waarin het „kot" is gebouwd. Eerst een molen langs en wat verder verheft zich de werkkamer van Buysse, waar reeds zooveel boeken werden geschreven die de Vlaamsche let terkunde hebben verrijkt. Boven de hoo rnen uit, op stevige palen, als een voor zorgsmaatregelen tegen overstroomingen, verscheidene meters boven den grond, staat het gebouwtje. En wij beklimmen de steile trap. Boven is het deurtje ge opend en wacht ons een vriendelijk gast heer. Wij zagen Buysse de laatste maal te Brussel, toen zijn zeventigste verjaardag werd gevierd met een huldiging, waarbij alle kunstkringen van de hoofdstad zich hadden aangesloten. Maar hier is hij in zijn waar domein, het domein van zijn werk. Hier is het waar ik altijd heb ge werkt, laat hij ons kennis maken. Het ts een eenvoudige plaats. In het midden een tafeltje met boeken. Vlak achter den stoel een veldbed. Een paar kasten, en kele zetels, eenige schilderijen en teeke- ningen van Claus en boven het bed, een briefje van Emile Zola, door den grooten Franschen naturalist gestuurd aan de nu overleden dochter van den kunstenaar. Er is ook een keukentje. Verder niets. Sober maar keurig. Hier is geestesconcen- tratie geen ijdel woord. Hier troont de kunstenaar. Buysse is zwijgzaam. Hij spreekt niet graag over zich zelf. Ik sta onder dokters beihandeling, deelt hij ons mede. Schrijven is mij een behoefte geworden en thans is mij de grootste rust geboden. Ik kan moeilijk schrijven. Mijn handen hebben steeds kou. Ik mag niets doen nauwelijks wat lezen. Maar lezen doe ik toch. Ik heb eigenlijk nu maar eerst tijd om te lezen. Vroeger werkte ik. Ik ontdek zelfs veel. U schrijft toch nog? Jawel, of liever ik heb tot voor en kelen tijd nog geregeld geschreven. Een tooneelstuk, dat „Andere Tijden" heeft en dat eenigszins een tegenhanger is van „Het Gezin van Paemel" en een roman „Twee Werelden", die speelt in Vlaande ren en Amerika. Er zijn zooveel Vlamin gen geweest, die in Amerika getracht heb ben een nieuw vaderland te vinden. Het is een onderwerp, dat ik met geestdrift heb behandeld. Ik heb ingespannen ge werkt en dat heeft mij vermoeid. Ik ben overwerkt. Het boek verschijnt bij de uit geverij Rysselberghe en Rombout te Gent. Uw eerste werken werden uitgegeven in Nederland. Inderdaad. Maar ik getroost mij lie ver een opoffering om nader bij ons volk te komen. Wijlen de Nederlandsche uit gever Van Dishoeck was mijn uitgever en hij heeft veel gedaan om Vlaamsch werk in Nederland bekend te maken. Maar in Nederland uitgegeven boeken zijn zoo duur voor onze menschen en daarom heb ik de uitgave in Vlaanderen laten be zorgen. Terwijl de schrijver spreekt denken wij er aan, dat van dit werk veel is te ver wachten. Buysse bezit een scherpen ob servatiegeest en is herhaaldelijk in Ame rika geweest, waar hij de vele Vlaamsche landverhuizers, die er over twee groote weekbladen beschikken, aan 't werk heeft gezien. Het is op zijn eerste reis naar Amerika, toen hij als zoon van een in dustrieel naar de nieuwe wereld was ge reisd, dat hij zijn eerste novelle schreef uit heimwee. Een Vlaamsch-Amerikaan- sche roman van Buysse stemt vol blijde verwachting. En u schrijft alles met de hand? Ja, Ik kan mij niet voorstellen, dat iemand zijn gedachten kan concentreeren bij het getik van een machine en dictee- ren gaat ook niet. Zoo ben ik op het oogenblik tot werkloosheid verplicht Hoe staat u zelf tegenover uw werk? Men heeft u soms verweten, dat u te sombere drama's schilderde.... Buysse glimlacht even. Ik heb schrijven steeds als een be hoefte gevoeld. En wat ik heb geschre ven zag ik niet anders. Een schrijver doet zich geen geweld aan. Wat denkt u over de Vlaamsche romankunst van thans Buysse voelt zich geen criticus. Er zijn schoone beloften, meent hij. Het wordt reeds iaat en wij willen on zen gastheer niet vermoeien. Wij gaan samen nog even toeren in het park, een mooi domein. Ik moet laten kappen, zegt Buysse, want ik zou hier wel in een wildernis ver groeien. Er liggen enkele boompjes ge veld. Takken worden afgezaagd. Wij stap pen pratend langs de schilderachtige we geltjes. En weldra zitten wij weer in de auto, op de terugreis. Niet zonder eerst nog te Afsnee te zijn afgestapt, in .Da Maison Rose", waar de pakken gereed staan om naar de Nederlandsche hofstad te ver huizen. Buysse is een kunstenaar. Zijn werk is steeds opgegaan langs een stijgende lijn, rustig, voldragen. Hij is een vriendelijke gastheer. Hopen wij. dat hij nog jaren in ons midden blijve en moge beleven hoe gaandeweg Vlaanderen „Andere Tijden" kent. Uitgesproken J. Barendse, bloemenhandelaar, te Lei den. Nieuwsteeg 35. Rechter-comm. jhr. mr. Th. W. C. Calkoen; curator mr. L. Spreij te Leiden. C. Leef lang. landbouwer, te Noordwij - kerhout. Rechter-comm. mr. A. N. Kuhn; curator mr. G. H. E. Nord Thomson te Leiden. J. A. Meijer, bouwkundige, te Wasse naar, Lange Kerkdam 100. Rechter-comm. mr. A. B. Bommezijn; curator mr. A. Mout Den Haag. Opgeheven: het faillissement van P. M. Pansier te Leiden. RECLAME. BEGRAFENISSEN Tel. 661 AUTO-TRANSPORT Aalmarkt 16. CREMATIE 4762 KON. NED. STOOMB.-MIJ. HERCULES, 29 Jan. v. Hamburg te Amst. VENUS. 28 Jan. v. Midtü. Zee te Amst. DEUCALION, tlhulsr., pass. 29 Jan. vm. I' u. Lizard. FAUNA, 28 Jan. v. Kopenhagen n. Aar- huus. HERMES. Middl. Zee n. Amst., pass. 28 Jan. Gibraltar. MARS, 28 Jan. v. Piraeus n. Salonlca. NEREUS, 28 Jan. v. Danzig te Stettln. SATURNUS, 28 Jan. v. Konstantinopel n. Smyrna. BAARN. 29 Jan. v. Chili te R'dam. COLOMBIA. 29 Jan. v. Amst. n. W.-Indië. ARIADNE. 25 Jan. v. Kingston n. Haiti. BARNEVELD, thuisreis, 25 Jan. van Val paraiso. HAARLEM, '9 Jan. van Middl. Zee te R'dam. MAATSCHAPPIJ NEDERLAND. MARNIX VAN ST. ALDEGONDE, uitr., 28 Jan. v. Colombo. TAJANDOEN, thuisr.. 28 Jan. v. Marseille. POELAU ROEBIAH, thuisr., 26 Jan. v. Singapore. SILVER—JAVA—PACIFIC-LIJN. SAPAROEA, 26 Jan. van Manilla n. Pacific Kust. KON. HOLL. LLOYD. FLANDRIA, thuisr., 28 Jan. njn. 4 uur van Lissabon. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN. ALDABI, 28 Jan. v. R'dam n. Hamburg. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. BILDERDIJK, 28 Jan. nm. v. New-York te R'dam verwacht. HOLLAND—OOST-AZIË LIJN. OUDERKERK, 29 Jan. v. Hamburg te ROTT. LLOYD. DEMPO, thuisr., 29 Jan. v. Port Said. INSULINDE, thuisr., 29 Jan. v. Singapore DELI, thuisr., pass. 28 Jan. Perim. KOTA AGOENG, 29 Jan. v. Calais te Hamburg. SOEKABOEMI, R'dam n. Hamburg, 28 Jan. n.m. uit den N. Waterweg. TOSARI, uitr„ 29 Jan. te Sabang. HOLLAND—AFRIKA-LIJN. SPRINGFONTEIN, 28 Jan. v. Hamburg te Amsterdam. HEEMSKERK, uitr., pass. 26 Jan. Dakar. AMSTEL KERK, thuisreis, 29 Jan. te Ko- tonou. NLJKERK, 28 Jan. van East London te Durban HALCYON LIJN. STAD AMSTERDAM, Emden n. Porto Fer- rajo, was 27 Jan. 2 u. 25 v.m. 50 mijlen van Niton. DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN. AAU3UM, 29 Jan. van Antwerpen te B. Aires. WOLSUM, 28 Jan. van B. Aires n. Amst. ZWARTE ZEE, sleepboot, Wellington n. R'dam, pass. 27 Jan. Thursday Island. MARPESSA, 27 Jan. van Curacao te La Plata. VEERHAVEN, Pensaccla n. R'dam via Bremen, pass. 25 Jan. Cape Race. WAALHAVEN, R'dam n. Port Gentii, pass. 26 Jan. n.m. 6 u. 4 Niton. JONGE JACOBUS, R'dam n. Cannes, pass. 27 Jan. Finisterre. JONGE ELISABETH, 25 Jan. van Oran te Gandia. ar het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A H. Mijn heer heeft niet vergeten het sard te hanteeren, zei hij tot den lakei, jsrna hij naar het portier van de koets 0I? verslaS af te leggen van hetgeen ■n„r7,iT'as en zl'n orders te vernemen. MP dit oogenblik begon lady Darcy bij Komen; een lichte blos tintte haar ge- „c'n blik hield zij gevestigd op haar *>n, die in de koets geknield lag. «en je er goed afgekomen? prevelde sn kon dal slecllls het ho°" ,Y5lko5ilen' antwoordde hij, zonder een Het 'eed is geleden; de roovers C-r,2f YarUe2eride partij, rs tuu 'J dank! Het kwam ook zoo in- Kn \if„Va niel 200 ontsteld hoeven te lat' io was niel hier en ik wist niet - ov«kwam. üoeripT rf?as °oed. dat ik niet nier was, ITerwiii >?iar duiten kon ik meer doen. n warm zco, sPrak wreef hij haar han- er [Bmi.u aek glimlachend op hem üuth en efn 21011 los b'1 de armen van I- Je kfl?.07erelnd zitten, lult ook een eei? goede zoon, zei ze, en |De teederhaS1®^ echtgenoot zijn. tem in de zachtheid, die stond te Wn mond enl\blP en in den trek om F>r den 'toAiSn? voorschijn geroepen Btiy Darov 11, nc! van zijn moeder, deed PaegenheM n' wal een schat aan fWoonlljk zon .!erd°rBen lag onder zijn "anier van doen 6n teruggetrokken icille ^kunnS! ^danigheid nu ook aan dat die evene^,°.nen' ,vroeg zy 211:11 aI' eoeens een kant van zijn ka rakter zou kunnen waardeeren, waarvan de buitenwereld dan al weinig of niets vermoedde? Daar werd de stem van Longstaffe ver nomen met de vraag: Ik zou u graag een oogenblik spre ken, sir. Zeker, ik kom dadelijk, luidde het antwoord. Tot zijn moeder zei Darcy: Wij zouden eigenlijk onmiddellijk verder moeten als u zich in staat voelt het schokken van de koets te verdragen: de weg is over eenigen afstand niet best. Ik kan nu alles weer hebben, ant woordde zij, en je weet niet hoe verheugd en dankbaar ik ben, dat ik je veilig en wel zie: Robert verliet de koets en onderhandel de met Longstaffe. Er werd overeen gekomen, dat net lijk van den gedooden struikroover in het bosch zou blijven liggen en dat er, zoodra men op de Abbey was, van daar een paar man zouden gestuurd worden om hem te begraven. De ander was weer bijgekomen en zat overeind; de beide bedienden bon den hem met een touw en sjorden hem op den rug van Maanlicht, die hier alles be halve mee Ingenomen scheen en blijk gaf van haar misnoegen, door geweldig ach teruit te slaan. Nadat deze schikkingen genomen waren, stapte Robert weer in; er werd de zweep gelegd over de paarden en zonder verdere avonturen werd een uur later de Abbey bereikt. Toen zij op den ingang toereden, waren sir Evelyn Lee en zijn dochter reeds naar buiten getreden, daar zij het geluid van wielgeratel hadden vernomen. Lucille kwam het bordes af, Darcy sprong uit de koets, terwijl het jonge meisje den arm om lady Darcy heensloeg. Het was een treffend gezicht In het schijnsel van de groote lantaarn boven den ingang: dat jonge meisje en de oude dame .Robert ge noot er van, met liefde en bewondering in den blik. Toen herinnerde hij zich, wat de hoffelijkheid hem gebood jegens sir Evelyn Lee, en den hoed met veeren afne mend, liep hij het bordes op en gaf den baronet een hartelijken handdruk. Drie jaren hadden een groote verande ring bewerkt, zoowel in vader als dochter. Sir Evelyn zag er teer en oud uit: hij was merkwaardig verouderd gedurende den tijd, dat hij zijn vrouw verloren had, en zijn verandering In uiterlijk was nu nog veel treffender, dan enkele maanden ge leden, toen kapitein Darcy en hij elkaar weergezien hadden. Lucille daarentegen was gerijpt tot een schoone vrouw; haar slanke vormen wer den gevulder, waardoor haar persoon en houding een echter zeldzaam bescheiden waardigheid kregen. Ze trad nu de treden van het bordes op, lady Darcy bij de hand geleidend. Toen ze op keek, zag ze den blik van Robert op zich gevestigd. Zij glimlachte. Toen kwam er een soort bewustheid over haar: het besef van zijn bewondering. Om haar verlegenheid te verbergen wendde zij zich tot haar ladyschap. Vader en ik waren bang, toen de re gen begon die was het laatste half uur opgehouden dat uw komst vertra ging zou ondervinden. Juist toen ze deze woorden sprak, kwam Longstaffe aangereden met den struik roover op Maanlicht gebonden. HOOFDSTUK IH. De tweede ring. Het was de negentiende verjaardag van Lucille. Zij ontwaakte met een aangename ge waarwording. Het ochtendzonlicht stroom de door het latwerk van de jalouzieën; een roodborstje, de eerste en de laatste van de zangers van het jaar, floot een vroolijk deuntje vanuit een kolossalen pereboom, die zijn vruchten bijna tot binnen haar bereik liet groeien, zoodat, als ze den arm had uitgestrekt, ze er zeker eentje had kunnen bemachtigen; maar ze waren nog niet rijp, dus voelde ze ook nog niet de verleiding. Lucille kon zich niet geheel verklaren en misschien verlangde ze dit ook niet de overweldigende vreugde van haar ochtendgedachten. Ze wist, dat het goed was jong te zijn. Ze wist, dat ze mooi was, maar daar was zij niet minder om: het schonk haar vol doening, geen trots; de schoonheid, die zij in haar spiegel waarnam, verleende haar bestaan dienzelfden opwekkenden glans als het uitzicht van den wachttoren haar bood, vanwaar zij de rivier nu eens in zilveren ,dan in gouden schijnsel zag gebaad en dat toch altijd schoon bleef, ook al was de lucht grijs en betrokken en de wateren donker en somber als weer spiegeling daarvan. Er waren er onder haar dak, die zij graag daar had. Op dit oogenblik voelde zij zich meesteresse van de Abbey; ze had gewild, dat lady Darcy de plaats aan het hoofd van de tafel had ingenomen, maar haar gaste had dit voorstel van de hand gewezen en zoo had zij, blozende, de hon neurs waargenomen met een vriendelijke beschroomdheid en bevalligheid, die on uitsprekelijk bekoorlijk waren voor één der aanwezigen in ieder geval. Robert Darcy! Als zij in haar spiegel keek, dacht zij aan hem; ze voelde zijn blik op zich rusten terwijl hij over haar schouder naar haar beeld keek, haar gezichtje met het hooge, blanke voorhoofd, den schoon gevormden hals. de houding van haar jeugdige ge stalte. Ze bloosde. Ze dacht met verwonderen! Negentien! Het volgend jaar zou zij zich al heel oud voelen, twintig! Hoeveel kon er gebeuren in een jaar. Lucille dacht aan aangename dingen. Wat de toekomst inhield, was voor een groot deel voor haar verborgen; in deze dingen is God goed voor ons. Wij hebben het te genwoordige, wij begrijpen iets van het verleden, maar de toekomst! Och, die is quantité négligeable, een onbekende fac tor, met zijn oneindige steeds wisselende mogelijkheden. Het jonge meisje had maar weinig van Robert gezien gedurende de drie dagen, die verloopen waren sinds zijn komst; de zaak van den struikroover had beslag ge legd op veel van zijn tijd en zijn aan dacht, evenals dit bij sir Evelyn Lee het geval was; nu was de man naar de ge vangenis van het graafschap gevoerd, waar hij de uitspraak zou afwachten van de volgende zitting van rondgaande rech ters. Darcy was maar heel kort blijven stilstaan bij dat voorvalletje in het bosch, waarbij hij de eerste rol had gespeeld, het wegredeneerend als een gewone, alledaag- sche gebeurtenis, nauwelijks waard er eenige aandacht aan te schenken, maar Lucille wist. dat haar vader van andere zijden met de grootste waardeering had hooren opgeven van den moed en het be leid, die Robert had getoond op het oogenblik van de bedreiging. De geheele toedracht had haar verbeelding geprik keld; de duisternis van het bosch. het kletteren van den regen, den plotselingen overval en Robert's onverschrokken wijze van optreden. In het kalme leventje, dat zij leidde, waardeerde zij des te meer den moed van den man, die onmiddellijk ge reed stond, krachtig handelend op te tre den; daarom kon zij ook een soort somber heid, om niet te zeggen norschheid ver geven op het gelaat van kapitein Darcy, als hij tot rust was gekomen of wanneer er het een of andere onderwerp werd behan deld, dat te maken had met het welzijn van den Staat, den oorlog van Holland bijvoorbeeld, of de buitensporige en roeke- looze levenswijze van het Hof; ze voelde, dat dit de uiterlijke weerspiegeling was van het karakter, dat zij bewonderde. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9