Herinneringen een Oud-Commissaris van Politie. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 Januari 1932 Vierde Blad No. 22044 Vored een goeden dag verscheen er iemand Jiet loxet met een wissel, juister ge- kwitantie tot het gemelde bediag Ve firma de Vries en op de keerzijde (ie firma de kwitantie betaalbaar ge- bij de bank waarmee ze in rekening- Et stond. INDIE IN ONS MIDDEN. IT5EN h.tW IITE M VI. VALSCHE WISSELS. bankinstelling te Amsterdam was er übeen voor een bedrag van zestien >ra en zooveel gulden, oiscnoon net Jrluk een punt var discussie uit te of zij, dan wel de client, wiens Tmisbru.kt was, den strop moest n' dit moesten ze samen maar uit- voor oe politie kwam net er alleen fop aan uit te zoeken, wie dien strop fcas maar zoo'n doodgewone kwitan- een formuliei als men overal voor lent kan koopen, dus zonder gedrukt van dei.gene, die de kwitanue nad Bhreven. Maar dat ging de banx jan; die controleerde aiieen maar de tekening van den heer de Vries en saldo en toen dat klopte, betaalde ■het bedrag uit aan den man, blijk- leen kruier of zooiets, die voor ont- fct teekende met den naam H. Jansen, fn de heer dv Vries echter zijn afre- l ontving, o,eek hem, dat er ten on- zestien honderd er. zooveel gulden [el was uitbetaald, wa.it de persoon, ■e kwitantie ha- uitgeschreven, was Tonbekend. HJ moest echter erkennen, (e handteekenlng onder de betaal- telling bedriegelijk veel op de zijne schoor hij die zelf niet had 6e- Jven 't Was wel een beetje vreemd, (e bank s geen notitie van had ge il dat boven zijn handteekenlng geen elafdruk stond als gewoonlijk „Be- lar enz.", maar aan de bank hield dcti alleen aan de handteekenlng. a kwam bij de politie en de cor-mis- f die de zaak in handen kreeg, was lordeel, dat de falsaris de handteeke- had moeten kennen en ook had moe keten over welke bank de Vries zijn ïngen liet loopen en daarom meende [en dader onder het personeel van de ]te moeten zoeken. Nu wilde het toe- ïat daar eenigen tijd te voren een man voor knoeierij ontslagen was ie werd opgescharreldmen liet hem pen en de commissaris' vond zooveel Inkomst tusschen het handschrift Jen jongen en dat op de kwitantie, lij den Jongen in arrest nam en ter (diking van de justitie stelde, doch hij (weer op vrije voeten gesteld, omdat Irder niets tegen hem was, terwijl een (schriftkundigen werden benoemd om de schriftovereenkomst te rapportee- uezen deelden de meening van den phsarls en het begon er voor het e raensch, dat niet van al te beste te was, al slecht uit te zien, toen Safere bankinstelling op gelijke wijze opgelicht, ditmaal voor een twaalf tal gulden. i was de aanslag echter niet gepleegd op de portemonnaie van den heer de Vries, maar op die van den heer Bakker en de man, die de eerste kwitantie had uitge schreven, was ook weer een ander dan die beweerde f. 1200 van den heer Bakker te moeten hebben. Mijnheer Bakker's handteekening was ook weer heel goed nagemaakt en ditmaal was de betaalbaarstelling gestempeld, wat meer cachet rn de zaak gaf, doch de kwitantie was er niet minder valsch om. 't Is te Amsterd m een minder goed systeem, dat iedere commissaris zijn zaken behandelt, los van de andere bureaux en zoodoende wist degene, die deze tweede zaak had van de eerste niets af en bleef de eerste commissaris verder werkloos, want die meende zijn mannetje gevonden te hebben en ove. -het algemeen waren die heeren toen nog al hoog var borst, zoodat je maar liefst buiten hun zaken bleef. Ik was toen chef van de recherche aan het hoofdbureau, waar de zaken van de geheele stad geregistreerd werden en zoo doende kwamen beide gevallen mij wel onder het oog. Ik meende, dat hier aan denzelfden dader gedacht moest worden, waardoor de jongen van de Vries eigenlijk al uitgeschakeld kon worden, want die had met Bakker niets te maken, maar ik paste wel op, dit den betrokken commissaris te zeggen. Ik hield een oog in 't zeil. En ziet: niet lang daarna verscheen een derde wissel ten tooneele aangeboden en betaald bij een derde bankinstelling, nu ten name van de Bruyn en deze wissel onderscheidde zich in zooverre van zijn voorgangers, dat hij niet was gesteld op een cents-formulier, maar dat hij behoorlijk bedrukt was met den naam van een firma te Breda; er zat dus een zekere vervolmaking in. Die zaak werd weer aan een ander bureau behandeld en liep natuurlijk zou 'k haast zeggen weer op niets uit. Weer verliepen er een paar weken en toen bereikten mij processen-verbaal uit Utrecht, uit Nijmegen en uit Alphen, waaruit mij bleek, dat in die drie plaatsen eveneens valsche wissels waren uitbetaald en men zond de stukken naar Amsterdam, omdat de wissels namen van Amsterdam- sche firma's vermeldden. Ik vond dit een schoone gelegenheid mij met die drie zaken bezig te houden, want ik behoefde ze niet naar de afdeelingen door te sturen en ik wist van de justitie ook de stukken van de andere zaken te krijgen, zoodat ik nu de beschikking had over zes wissels tezamen het niet onaar dige bedrag van tienduizend gulden ver tegenwoordigend, dat de artisten in de wacht hadden gesleept. Van die artisten zelf wist Ik echter bit ter weinig; aan de verschillende banken wist men nog niet eens een signalement op te geven van hen, die het geld hadden ontvangen en ik moest de hoop opgeven onder het kantoorpersoneel van de ver schillende firma's te gaan zoeken, omdat er niet één persoon was te vinden, die bij al die firma's in betrekking was geweest. Nu is het soort, dat met valsche wissels den boer opgaat, weer van een ander kali ber dan dat gaat inbreken en waarvan je door relaties In de onderwereld nog -wel eens wat te weten komt, zoodat het zoe ken naar jongens, die, als ze centen heb ben, een halven dag met meiden in auto's gaan toeren en op andere wijze den ge braden haan uithangen, geen succes had. Lukraak naar lui zoeken, die op de zwarte lijst staan, is gewoonlijk tijdver spilling; je moet systeem in je speuren trachten te brengen en daarbij heb ik altijd zooveel mogelijk het systeem opge bouwd naar het systeem van de lui, die ik zoeken moest, 't Komt er nu maar op aan hun systeem te kennen en dat leer je 't beste, wanneer de lui zich verbeel den, dat ze slim gaan doen. Ik geloof niet, dat ik er met dien stom men eersten wissel ook was gekomen en misschien had ik net gedaart wat de com missaris deed en dan geloofd, dat ik den dader had. Die eerste wissel alleen zei niet veel, maar de latere zelden meer en in combinatie zeiden ze mij alles. Ik redeneerde aldus: Om iemands handteekening te hebben en te weten met welke bank hij in relatie staat, is het voldoende, dat je een kwi tantie van hem bezit en om zijn kwitan ties natuurgetrouw te kunnen laten na drukken is het zeer zeker noodig, dat je een model hebt. Toen de daders, in hun slimheid mee- nende, meer kans van slagen te zullen hebben, wanneer ze zich bedienden van kwitanties, aan wier echtheid niemand zou twijfelen, de echte heten nadrukken, vergaten ze, dat je, om die formulieren te krijgen, een drukker noodig hebt en voor de stempels een stempelfabrikant, men- schen, die door de politie zijn op te sporen. Voorts was het net zoo goed als dat ze zeiden: ik ben een klant van die firma; anders hadden ze de formulieren niet. En wat bleek me door de combinatie? Dat de wissels namen adressen bevatten van houthandelaars, steenfabrikanten, ijzerhandelaars, kooplieden in verf, ce ment en glas; ge ziet het: alles wat be trekking heeft op het bouwvak. Ik meende dus te moeten zoeken onder de gesjochte bouwers, die met de ver schillende firma's in relatie stonden of wellicht hadden gestaan en zeer waar schijnlijk woonden de operateurs in Am sterdam. Hoe eenvoudig is rechercheeren, is 't niet? Maar ik was er nog lang niet. want wie van de bouwers moest ik hebben? Ik begon toen van den anderen kant; bij de hout-, steen- en andere handelaren vroeg ik de klantenlijsten ter inzake; ik vergeleek die met elkaar en zoodoende vond ik een mannetje, dat op al die lijs ten voorkwam, in de buurt van Amster dam woonde en zoo'n beetje op zwart zaad was. Naar hem gingen we eens in- formeeren en toen bleek al gauw, dat het hem den laatsten tijd financieel weer beter ging, schoon hij eigenlijk niet werkte. Dat klopte dus wel. Het was ook niet moeilijk wat schrift van hem te krijgen en dat leek als twee druppels water op het schrift van een of twee der wissels, maar dat op de andere scheen me heel anders toe, zoodat veron dersteld mocht worden, dat er meer lui in de zaak betrokken waren, wat ik trou wens al lang vermoed had, want dergelijk ingewikkeld werk wordt haast nooit door één man verricht. Toen onze vriend geobserveerd werd, bleek hij verschillende boezemvrienden EEN ECHTE WESTMOESSON. Gelijk hier te lande de klacht vaak moet luiden, dat we geen echten zomer hebben, geen zomer met veel warmte- en zonne schijn, zoo gebeurt het ook, dat de west moesson op Java om ons tot dat deel van Indië nu te bepalen geen regenval brengt, die in hoeveelheid en tijdstip be antwoordt aan verwachting en wensch van den Javaan. Want dadelijk zij erkend, dat de Javaan blij is met zijn regentijd, die hem een nieuwen wasdom in uitzicht stelt in veld en tuin. Maar er komen wel west moessons met laten en tragen regenval, waardoor de arbeid op de sawah 'moet worden uitgesteld en minder loont. Het beeld van den westmoesson is niet voor alle deelen van Java precies hetzelf de, want voor West-Java treedt hij eerder in dan voor midden-Java en voor Oost- Java komt hij nog weer een paar weken later. Westmoesson, regentijd, werd vroe ger door alle bevolking van Java, door alle landaarden in gelijke mate met verlangen tegemoet gezien, ja soms met smart ver wacht. Als de droge hitte van Juli en Augustus en September alle gewas, althans in de vlakke streken, zengde en in de mid daguren een schrale oostenwind, gerulsch- loos en heilloos, de poriën van elk lichaam sloot, dan was er een snakken naar de verademing bij de eerste regens. Als in die maanden van dorrende hitte de cholera optrad en menigeen in enkele uren het leven benam, was alle hoop gevestigd op de eerste regens, die Immers de booze ziek te aanstonds verjoegen. Sedert tal van hygiënische voorzorgen van overheidswege plegen te worden genomen en vooral door de verbetering van het drinkwater in vele streken de aantastbaarheid is verminderd, te hebben, voor zoover dan iemand, die den geheelen dag met je in de kroeg zit, je boezemvriend genoemd kan worden. Ik wachtte nog wat, want ik was op zoek gegaan naar den drukker der kwitanties en toen deze was gevonden, had ik ten minste Iemand, die met het gezelschap geconfronteerd kon worden en toen viel de slag. De drukker wees een der vrienden aan als den besteller der kwitanties en die verklapte meteen het geheele geval, zoo dat onze bouwer zijn kundig bouwwerk zag ineenstorten. Wel sputterde hij nog langen tijd tegen, doch voor vergelijking van zijn handschrift had je geen experts ncodig en een der gezellen nam al direct de rest voor zijn rekening, waarbij hij liet uitkomen, dat hij het slachtoffer was. Ook de twee andere helpers deden hun uiterste best den bouwer onder de puin- hoopen te begraven, want dat is zeer merkwaardig, hoe gezworen kameraden er op uit zijn elkaar de das om te doen en de bouwer ging toen ook maar bekennen in de hoop zijn schuld weer op de anderen te kunnen afwentelen. Waar kan men beter zijn dan bij z'n beste vrienden!.,,. 't Is eigenlijk onnoodig te vermelden, dat de in den aanvang besproken jonge ling met de geheele zaak niets te maken had, maar de commissaris was, geloof ik, nog niet van diens onschuld te over tuigen. H. kent men op Java de plaag der cholera.niet meer als vroeger. Maar welkom niet alleen als verjager van de booze ziekte is de regentijd, hij brengt nieuwen zegen over het land, hij dicht den grond, die door droogte was gespleten; hij maakt soepel de aarde voor zaad en kweekplant: hij groent de boomen met fleurige jeugd. Hoe zou de Javaan niet gaame de lasten dragen van zwaren regenval, als hij de lusten verlangt en geniet? Wij lezen hier berichten van zwaar weer op Java, Bali, Lombok; wij lezen van bandjirende rivie ren. van gebroken dijken, gebroken wegen en bruggen, weggespoelde huizen en helaas ook van verdronken menschen en vee. De inlander, in moeite gebracht vindt dat zeer onaangenaam, maar hij zou er den zegen van den regentijd niet voor willen missen. Bij een regelmatlgen westmoesson ko men In West-Java de eerste regens in October en het natte jaargetij neemt toe tot zijn hoogtepunt in het begin van Januari. Daarna neemt hij allengst af tot April en verdwijnt. Als het in Januari spookt, dan bepaalt zich dat meestal tot zee en kunststrook. Al loeit de wind nooit over het land, toch voert hij den regen aan in nu en dan sterkere buien en het is geen groote zeldzaamheid, dat. de regenval dan een week aanhoudt. Dikke takken worden zwaar van regen en breken af, wegen en dijken worden week en wijken weg, het verkeer ook over de spoorlijn ligt gestremd, kampongs en steden geheel of ten deele onder water. Op het hoogtepunt van eiken flinken westmoesson komt dat voor en er is schade; soms worden streken bepaald geteisterd en moet men spreken van een ramp. De Javaan beschouwt intusschen dien tijdelijken nood met andere oogen dan de Europeaan en het bestuur. Een belemme ring van het verkeer is voor ons iets ergs, voor den Javaan niet. Hij voelt er weinig of niets van, dat de landsgelden moeten dienen tot herstel. Dat deert hem niet en hij draagt gaarne den last van het water in huis en kampong. Hij verheugt zich over den bandjir, die weliswaar hier en daar vernieling aanbrengt, maar ook het vruchtbaar slib op zijn akkers legt. Ook hierin blijkt, hoe de Javaan een ander gezichtspunt heeft dan de wester ling op Java. Zoodra de bodem is geweekt, vangt hij op zijn velden den arbeid aan. De tani (boer) staat van den vroegen ochtend tot ver in den middag in de weêke kluiten te spitten om het veld plantklaar te hebben en zijn biblt (kweekplantjes) over te brengen. Dat wordt de blijde tijd op het boerenland. Er komen nog wel buien en heele regendagen, maar de zon wint het van de wolken en glanst de vel den met vriendelijkheid en rijkdom. Man nen en vrouwen komen uit naar de sawah's en ieder vervult een taak met op gewektheid. Kinderen drijven de karbou wen naar de velden, opdat zij er worden gespannen voor den ploeg. Zoo brengt de regenmoesson op Java lente en zomer, sterkt de spieren der men schen en verkwikt de harten. Want de Javaan schrijft geen gedichten, doch ln zijn hart hulst vrede en vreugd om de mildheid van de natuur. Uiting aan zijn vreugd zal hij straks geven bij den oogst, Terwijl wij hier bij de berichten over wind en regen weeklagen en het hoofd schudden om de rampen, verdrijft de Ja vaan zijn zorgen met 't uitzicht op nieuwe vruchtbaarheid, Jonge rijst en de feeste lijkheid- van vele sedekah's. DENGAN HORMAT. DE MANNEN EN MARLENE It is toch het geheim van die buiten- wie aantrekkingskracht, die van som- s vrouwen uitgaat, en die lederen man "Ti aanbidder maakt? Groote schoon- hierbij een element dat slechts een geschikte rol speelt, want ook de -volmaakte schoone zal slechts een bewondering vermogen op te wekken zij niet datgene bezit dat vele minder bone vrouwen wel degelijk eigen kan die eigenaardige tooverkraoht, die f» t begrip ..type" niets te maken ccn brunette in het bezit van rat dan brengt zij mannen, die an- e -blond prefereeren onder haar beko- Als blondine zet zij het hart in Omen van hen, die slechts voor raven- ttte schoonen bewondering hebben, kit de overweging dat de geheimzinni- natuurwet-van-de-aantrekkingskracht bepaald type van het tegengestelde ge- -^df'oedt gaat hier niet op. Het verstaanbare erotische magnetisme »ii T ulnH?ler. zÜn doel, trots volkomen .eiilkneid in karakter en mentaliteit i de overwonnenen. IV e?^€le "rooten van de film zijn inet bezit van deze aangeboren gave, ThÜÜ?1 i11611 in Atnerika de vage aan- «ing „Sex Appeal" uitgevonden heeft. vrouwen zijn steeds geloofwaardig in vbrleidstersrollen, zij geven geen 'lun ei8en persoonlijkheid, rif',21! triomfeeren over iederen part die hen het filmlot toegewezen heeft. ioïrk?6 Bietrich, die door deze onde- ™re macht, en geholpen door haar EfiSk ?ne canlcra-gevoeligheid en haar wff3™6 honderdduizenden on- ihnr m 8 gebracht heeft, bewijst IKhJS?8' dat «k werking van haar aaid ml aa,bh'ekktngskracht tot geen !ensDpwtnn^k type beperkt is. Haar Ikomoti verschillende films zijn «hts één^^Wte karakters, die ïwernen 7iai?g gemeeh hebben: zij on- dezelfde vrouw, i uit tv^>} Jannhigs, professor Un- lant ver^taS -we EnSe'". Provinciaal, Sssleur varf^i d€ vreugdelooze alle- Bde zon<S.n teroep. buiten het leven n m'ene-v cvaring met vrouwen, (bwelijkiieid m wien d€ animalische joone tot'pen^n de TlnSel Tar.gel Éden moet il®%erW€ldlgende belevenis Van Professor Unrtfv, J te gronde gaat- [legioenair uit tS- ??ar Tom Brown' K Reeds uiteriii'v geen 1 bi den ermii deze beide man- verschillend. Emil Jan- nings, onbeholpen, bewust belachelijk in zijn prachtig masker, en de lange, onver schillige Gary Cooper met zijp knap jon gensachtig gezicht. Trom Brown weet te veel van de vrouwen, hij staat geheel an ders tegenover hen dan de schoolmees ter Unrath, die te weinig van de vrouwen weet. De legioenair, wiens leven een aan eenschakeling van geestelijke verwondin gen is, die goedkoope liefde vindt, zonder ze te zoeken, ontmoet op zijn weg de vrouw, die een geweldigen invloed op zijn leven zal hebben. Zijn verbitterd hart, zijn verharde ziel vlammen na langen tijd weer op. Wakker geschud uit zijn on verschilligheid en cynisme, vergeet hij het egoïsme dat zijn verdediging tegen de wereld is. en verlaat de geliefde vrouw, om haar den weg naar een lokkende toe komst vrij te laten. Dan Victor MacLaglen, de Russische of ficier uit „Onteerd". Een koude spelers- natuur, die zich niet warmen laat, hoog stens door telkens nieuwe sensaties voor een kort moment verhit wordt. Ook hij ondergaat het erotische fluidum der Vrouw, maar zijn hart blijft onaangedaan. Hij kent geen liefde, hij kent slechts een kort genot, Bedreigd door gevaren en dood, vertrouwd met de afgrijselijkheid van een losgebroken hel, is hij niet meer in staat een groote en sterke liefde voor een vrouw te koesteren. Doch hoewel geen moreele verwant schap tusschen deze mannen bestaat, heb ben zij één ding gemeen: de groote een zaamheid. Dat is de bron van de kracht en onafhakelijkheid van den officier, dat is de zwakheid van de anderen. De vrouw, die zij ontmoeten buit deze zwakheid be wust of onbewust voor zich uit, en als zij als X-27 het spel verliezen moet, dan gaat zij ten onder omdat ook zij een een zame is die boeten moet voor haar zwak heid. welke in hoogeren zin een triomf over de kracht beteekent. WIE HET KLEINE NIET EERT Hoe filmberoemdheden sparen. Het parool van den tegenwoordigen tijd is zuinigheid. De eene bezuinigingsa-postel na de andere heft waarschuwend de vin ger, en schildert in sombere tafereelen de gevolgen van luxe en overdaad. Ook in Amerika, het land van de „prosperity' wordt deze stem van tijd tot tijd gehoord. Weliswaar zijn er anderen, die de meening verkondigen: hoe grooter spaarzaamheid, hoe dieper wij in den put raken, maar het bezuinigen is nu eenmaal de groote mode, door een ware zuinigheidsbevlieging over rompeld. Behalve op hulzen en auto's wordt ook op kleinigheden gespaard, want dat staat zoo goed. Haast ieder, die in Hollywood een grooten naam heeft, heeft zijn eigen bijzondere spaarmanie. Daar is ln de eerste plaats Ernst Lu- 'bitsch, de groote regisseur. Lubltsch is "n voorbeeld voor alle anderen: hij rookt een dikke, zwarte sigaar, totdat zij uitgaat, en kauwt dan op het peukje verder met een gezicht alsof het een waar genot was. Op deze manier spaart hij één, soms zelfs twee sigaren per dag uit. Rouben Mamoulian, zijn collega, die „Wereldstad" regisseerde, koopt alleen nog maar het goedkoopste merk lucifers. Dat hij er nu ook tweemaal zooveel ge bruikt als vroeger schijnt aan zijn aan dacht te ontsnappen. De leege doosjes neemt hij mee naar huis, omdat mevrouw Mamoulian daar zoo goed de kachel mee aanmaken kan. Clive Brook, Mariene Dietrich's partner in „Shanghai Express", rookt alleen nog maar pijpen in plaats van sigaren. Hij be weert dat hij voor het geld, op deze ma nier uitgespaard, in een jaar tijds gemak kelijk een nieuwe autoband kan koopen. Olaudette Colbert, de „Franzl" uit de Walsdroom, verzamelt gebruikt pakpapier en bergt het in een speciaal daarvoor be stemd kastje op. in de hoop dat het bij gelegenheid eens te pas zal komen. Wat Berthold Viertel, de regisseur, eigenlijk met zijn afgedragen hoeden aanvangen wil. is niemand duidelijk. Hij bewaart ze alle, mogelijk ln de hoop dat de weten schap op een goeden dag een bestemming voor afgedragen vilthoeden vinden zal. Carole Lombard is begonnen haar kers- verschen echtgenoot William Powell de grondbeginselen üer zuinigheid bij te brengen. Hij gebruikt dus den laatsten tijd een zakdoek tweemaal, en heeft niet meer, zooals vroeger, vijftien schoone zak doeken per dag noodig. Om haar uitgaven wat in te binden heeft Wynne Gibson, die men in „Wereldstad" bewonderen kan, het bridge-spel er aan gegeven. Zij was dus waarsohijnlijk geen erge heldin in di/t elegante gokspel. De spaarmanie van Nancy Carroll beperkt zich tot elastiekjes die zij met hartstocht verzamelt. Ook als zij ze eenmael weer gebruikt laat zich de hierdoor bespaarde som nauwelijks in centen uitdrukken. Maurice Chevalier heeft een salaris dat hem de aanschaffing van dozijnen Rolls Royce wagens mogelijk zou maken. Hij geeft echter de voorkeur aan een eenvou dig wagentje, dat slechts weinig benzine gebruikt, en waarmede hij dan ook prompt een kwartier te laat in het studio komt. Oe bekende scenarioschrijver iWl- liam Slavens McNutt, die tal van para- mountfilms op zijn rekening heeft, is al lang geleden tot de overtuiging gekomen, dat iedere cent die voor kleeding uitge geven wordt, weggegooid is. Hoewel hij een prachtig salaris verdient, gaat hij Mariene Dietrich en Maurice Chevalier. eerst tot de aanschaffing vain een nieuw kleedingstuk over als men hem ernstig betoogt, dat hij zich in zijn oude spulle tjes niet meer op straat of in het studio kan vertoonen. Charles Ruggles en George Bancroft denken er niet aan om geld voor reizen uit te geven. Bancroft reist heelemaal niet, en brengt al zijn vrije tijd door ln zijn strandvilla. Ruggles maakt van een studio-auto gebruik, als hij reizen moet. Een heel bijzondere spaarmethode heeft Paul Lukas. Deze gaat van het principe uit dat tijd geld is, en om tijd te sparen onderneemt hij al zijn reizen per vlieg tuig. EEN CHEVALIER-DIETRICH-FILM? Paramount overweegt de mogelijkheid tot het vervaardigen van een film waarin Maurice Chevalier en Mariene Dietrich te zamen de hoofdrollen vervullen. Het idee schijnt van Chevalier afkomstig te zijn. Maurice tracht Ernst Lubitsch, met wien hij zeer bevriend is, over te halen de regie van deze film op zich te nemen. Wanneer Lubitsch voor het idee gewonnen wordt zal ook de studio-leiding waarschijnlijk geen bezwaren hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13