Herinneringen
een Oud-Commissaris van Politie.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 Januari 1932
Vierde Blad
No. 22044
Vored
een goeden dag verscheen er iemand
Jiet loxet met een wissel, juister ge-
kwitantie tot het gemelde bediag
Ve firma de Vries en op de keerzijde
(ie firma de kwitantie betaalbaar ge-
bij de bank waarmee ze in rekening-
Et stond.
INDIE IN ONS MIDDEN.
IT5EN h.tW IITE M
VI.
VALSCHE WISSELS.
bankinstelling te Amsterdam was er
übeen voor een bedrag van zestien
>ra en zooveel gulden, oiscnoon net
Jrluk een punt var discussie uit
te of zij, dan wel de client, wiens
Tmisbru.kt was, den strop moest
n' dit moesten ze samen maar uit-
voor oe politie kwam net er alleen
fop aan uit te zoeken, wie dien strop
fcas maar zoo'n doodgewone kwitan-
een formuliei als men overal voor
lent kan koopen, dus zonder gedrukt
van dei.gene, die de kwitanue nad
Bhreven. Maar dat ging de banx
jan; die controleerde aiieen maar de
tekening van den heer de Vries en
saldo en toen dat klopte, betaalde
■het bedrag uit aan den man, blijk-
leen kruier of zooiets, die voor ont-
fct teekende met den naam H. Jansen,
fn de heer dv Vries echter zijn afre-
l ontving, o,eek hem, dat er ten on-
zestien honderd er. zooveel gulden
[el was uitbetaald, wa.it de persoon,
■e kwitantie ha- uitgeschreven, was
Tonbekend. HJ moest echter erkennen,
(e handteekenlng onder de betaal-
telling bedriegelijk veel op de zijne
schoor hij die zelf niet had 6e-
Jven 't Was wel een beetje vreemd,
(e bank s geen notitie van had ge
il dat boven zijn handteekenlng geen
elafdruk stond als gewoonlijk „Be-
lar enz.", maar aan de bank hield
dcti alleen aan de handteekenlng.
a kwam bij de politie en de cor-mis-
f die de zaak in handen kreeg, was
lordeel, dat de falsaris de handteeke-
had moeten kennen en ook had moe
keten over welke bank de Vries zijn
ïngen liet loopen en daarom meende
[en dader onder het personeel van de
]te moeten zoeken. Nu wilde het toe-
ïat daar eenigen tijd te voren een
man voor knoeierij ontslagen was
ie werd opgescharreldmen liet hem
pen en de commissaris' vond zooveel
Inkomst tusschen het handschrift
Jen jongen en dat op de kwitantie,
lij den Jongen in arrest nam en ter
(diking van de justitie stelde, doch hij
(weer op vrije voeten gesteld, omdat
Irder niets tegen hem was, terwijl een
(schriftkundigen werden benoemd om
de schriftovereenkomst te rapportee-
uezen deelden de meening van den
phsarls en het begon er voor het
e raensch, dat niet van al te beste
te was, al slecht uit te zien, toen
Safere bankinstelling op gelijke wijze
opgelicht, ditmaal voor een twaalf
tal gulden.
i was de aanslag echter niet gepleegd
op de portemonnaie van den heer de Vries,
maar op die van den heer Bakker en de
man, die de eerste kwitantie had uitge
schreven, was ook weer een ander dan
die beweerde f. 1200 van den heer Bakker
te moeten hebben.
Mijnheer Bakker's handteekening was
ook weer heel goed nagemaakt en ditmaal
was de betaalbaarstelling gestempeld, wat
meer cachet rn de zaak gaf, doch de
kwitantie was er niet minder valsch om.
't Is te Amsterd m een minder goed
systeem, dat iedere commissaris zijn zaken
behandelt, los van de andere bureaux en
zoodoende wist degene, die deze tweede
zaak had van de eerste niets af en bleef
de eerste commissaris verder werkloos,
want die meende zijn mannetje gevonden
te hebben en ove. -het algemeen waren die
heeren toen nog al hoog var borst, zoodat
je maar liefst buiten hun zaken bleef.
Ik was toen chef van de recherche aan
het hoofdbureau, waar de zaken van de
geheele stad geregistreerd werden en zoo
doende kwamen beide gevallen mij wel
onder het oog. Ik meende, dat hier aan
denzelfden dader gedacht moest worden,
waardoor de jongen van de Vries eigenlijk
al uitgeschakeld kon worden, want die had
met Bakker niets te maken, maar ik paste
wel op, dit den betrokken commissaris te
zeggen. Ik hield een oog in 't zeil. En ziet:
niet lang daarna verscheen een derde
wissel ten tooneele aangeboden en betaald
bij een derde bankinstelling, nu ten name
van de Bruyn en deze wissel onderscheidde
zich in zooverre van zijn voorgangers, dat
hij niet was gesteld op een cents-formulier,
maar dat hij behoorlijk bedrukt was met
den naam van een firma te Breda; er zat
dus een zekere vervolmaking in.
Die zaak werd weer aan een ander
bureau behandeld en liep natuurlijk
zou 'k haast zeggen weer op niets uit.
Weer verliepen er een paar weken en
toen bereikten mij processen-verbaal uit
Utrecht, uit Nijmegen en uit Alphen,
waaruit mij bleek, dat in die drie plaatsen
eveneens valsche wissels waren uitbetaald
en men zond de stukken naar Amsterdam,
omdat de wissels namen van Amsterdam-
sche firma's vermeldden.
Ik vond dit een schoone gelegenheid mij
met die drie zaken bezig te houden, want
ik behoefde ze niet naar de afdeelingen
door te sturen en ik wist van de justitie
ook de stukken van de andere zaken te
krijgen, zoodat ik nu de beschikking had
over zes wissels tezamen het niet onaar
dige bedrag van tienduizend gulden ver
tegenwoordigend, dat de artisten in de
wacht hadden gesleept.
Van die artisten zelf wist Ik echter bit
ter weinig; aan de verschillende banken
wist men nog niet eens een signalement
op te geven van hen, die het geld hadden
ontvangen en ik moest de hoop opgeven
onder het kantoorpersoneel van de ver
schillende firma's te gaan zoeken, omdat
er niet één persoon was te vinden, die bij
al die firma's in betrekking was geweest.
Nu is het soort, dat met valsche wissels
den boer opgaat, weer van een ander kali
ber dan dat gaat inbreken en waarvan je
door relaties In de onderwereld nog -wel
eens wat te weten komt, zoodat het zoe
ken naar jongens, die, als ze centen heb
ben, een halven dag met meiden in auto's
gaan toeren en op andere wijze den ge
braden haan uithangen, geen succes had.
Lukraak naar lui zoeken, die op de
zwarte lijst staan, is gewoonlijk tijdver
spilling; je moet systeem in je speuren
trachten te brengen en daarbij heb ik
altijd zooveel mogelijk het systeem opge
bouwd naar het systeem van de lui, die
ik zoeken moest, 't Komt er nu maar op
aan hun systeem te kennen en dat leer
je 't beste, wanneer de lui zich verbeel
den, dat ze slim gaan doen.
Ik geloof niet, dat ik er met dien stom
men eersten wissel ook was gekomen en
misschien had ik net gedaart wat de com
missaris deed en dan geloofd, dat ik den
dader had. Die eerste wissel alleen zei niet
veel, maar de latere zelden meer en in
combinatie zeiden ze mij alles.
Ik redeneerde aldus:
Om iemands handteekening te hebben
en te weten met welke bank hij in relatie
staat, is het voldoende, dat je een kwi
tantie van hem bezit en om zijn kwitan
ties natuurgetrouw te kunnen laten na
drukken is het zeer zeker noodig, dat je
een model hebt.
Toen de daders, in hun slimheid mee-
nende, meer kans van slagen te zullen
hebben, wanneer ze zich bedienden van
kwitanties, aan wier echtheid niemand
zou twijfelen, de echte heten nadrukken,
vergaten ze, dat je, om die formulieren te
krijgen, een drukker noodig hebt en voor
de stempels een stempelfabrikant, men-
schen, die door de politie zijn op te
sporen.
Voorts was het net zoo goed als dat ze
zeiden: ik ben een klant van die firma;
anders hadden ze de formulieren niet.
En wat bleek me door de combinatie?
Dat de wissels namen adressen bevatten
van houthandelaars, steenfabrikanten,
ijzerhandelaars, kooplieden in verf, ce
ment en glas; ge ziet het: alles wat be
trekking heeft op het bouwvak.
Ik meende dus te moeten zoeken onder
de gesjochte bouwers, die met de ver
schillende firma's in relatie stonden of
wellicht hadden gestaan en zeer waar
schijnlijk woonden de operateurs in Am
sterdam.
Hoe eenvoudig is rechercheeren, is 't
niet?
Maar ik was er nog lang niet. want wie
van de bouwers moest ik hebben?
Ik begon toen van den anderen kant;
bij de hout-, steen- en andere handelaren
vroeg ik de klantenlijsten ter inzake; ik
vergeleek die met elkaar en zoodoende
vond ik een mannetje, dat op al die lijs
ten voorkwam, in de buurt van Amster
dam woonde en zoo'n beetje op zwart
zaad was. Naar hem gingen we eens in-
formeeren en toen bleek al gauw, dat
het hem den laatsten tijd financieel weer
beter ging, schoon hij eigenlijk niet
werkte. Dat klopte dus wel.
Het was ook niet moeilijk wat schrift
van hem te krijgen en dat leek als twee
druppels water op het schrift van een of
twee der wissels, maar dat op de andere
scheen me heel anders toe, zoodat veron
dersteld mocht worden, dat er meer lui
in de zaak betrokken waren, wat ik trou
wens al lang vermoed had, want dergelijk
ingewikkeld werk wordt haast nooit door
één man verricht.
Toen onze vriend geobserveerd werd,
bleek hij verschillende boezemvrienden
EEN ECHTE WESTMOESSON.
Gelijk hier te lande de klacht vaak moet
luiden, dat we geen echten zomer hebben,
geen zomer met veel warmte- en zonne
schijn, zoo gebeurt het ook, dat de west
moesson op Java om ons tot dat deel
van Indië nu te bepalen geen regenval
brengt, die in hoeveelheid en tijdstip be
antwoordt aan verwachting en wensch van
den Javaan. Want dadelijk zij erkend, dat
de Javaan blij is met zijn regentijd, die
hem een nieuwen wasdom in uitzicht stelt
in veld en tuin. Maar er komen wel west
moessons met laten en tragen regenval,
waardoor de arbeid op de sawah 'moet
worden uitgesteld en minder loont.
Het beeld van den westmoesson is niet
voor alle deelen van Java precies hetzelf
de, want voor West-Java treedt hij eerder
in dan voor midden-Java en voor Oost-
Java komt hij nog weer een paar weken
later. Westmoesson, regentijd, werd vroe
ger door alle bevolking van Java, door alle
landaarden in gelijke mate met verlangen
tegemoet gezien, ja soms met smart ver
wacht. Als de droge hitte van Juli en
Augustus en September alle gewas, althans
in de vlakke streken, zengde en in de mid
daguren een schrale oostenwind, gerulsch-
loos en heilloos, de poriën van elk lichaam
sloot, dan was er een snakken naar de
verademing bij de eerste regens. Als in die
maanden van dorrende hitte de cholera
optrad en menigeen in enkele uren het
leven benam, was alle hoop gevestigd op
de eerste regens, die Immers de booze ziek
te aanstonds verjoegen. Sedert tal van
hygiënische voorzorgen van overheidswege
plegen te worden genomen en vooral door
de verbetering van het drinkwater in vele
streken de aantastbaarheid is verminderd,
te hebben, voor zoover dan iemand, die
den geheelen dag met je in de kroeg zit,
je boezemvriend genoemd kan worden. Ik
wachtte nog wat, want ik was op zoek
gegaan naar den drukker der kwitanties
en toen deze was gevonden, had ik ten
minste Iemand, die met het gezelschap
geconfronteerd kon worden en toen viel
de slag.
De drukker wees een der vrienden aan
als den besteller der kwitanties en die
verklapte meteen het geheele geval, zoo
dat onze bouwer zijn kundig bouwwerk
zag ineenstorten. Wel sputterde hij nog
langen tijd tegen, doch voor vergelijking
van zijn handschrift had je geen experts
ncodig en een der gezellen nam al direct
de rest voor zijn rekening, waarbij hij liet
uitkomen, dat hij het slachtoffer was.
Ook de twee andere helpers deden hun
uiterste best den bouwer onder de puin-
hoopen te begraven, want dat is zeer
merkwaardig, hoe gezworen kameraden er
op uit zijn elkaar de das om te doen en de
bouwer ging toen ook maar bekennen in
de hoop zijn schuld weer op de anderen te
kunnen afwentelen.
Waar kan men beter zijn dan bij z'n
beste vrienden!.,,.
't Is eigenlijk onnoodig te vermelden,
dat de in den aanvang besproken jonge
ling met de geheele zaak niets te maken
had, maar de commissaris was, geloof ik,
nog niet van diens onschuld te over
tuigen. H.
kent men op Java de plaag der cholera.niet
meer als vroeger. Maar welkom niet alleen
als verjager van de booze ziekte is de
regentijd, hij brengt nieuwen zegen over
het land, hij dicht den grond, die door
droogte was gespleten; hij maakt soepel
de aarde voor zaad en kweekplant: hij
groent de boomen met fleurige jeugd.
Hoe zou de Javaan niet gaame de lasten
dragen van zwaren regenval, als hij de
lusten verlangt en geniet? Wij lezen hier
berichten van zwaar weer op Java, Bali,
Lombok; wij lezen van bandjirende rivie
ren. van gebroken dijken, gebroken wegen
en bruggen, weggespoelde huizen en helaas
ook van verdronken menschen en vee. De
inlander, in moeite gebracht vindt dat
zeer onaangenaam, maar hij zou er den
zegen van den regentijd niet voor willen
missen.
Bij een regelmatlgen westmoesson ko
men In West-Java de eerste regens in
October en het natte jaargetij neemt toe
tot zijn hoogtepunt in het begin van
Januari. Daarna neemt hij allengst af tot
April en verdwijnt. Als het in Januari
spookt, dan bepaalt zich dat meestal tot
zee en kunststrook. Al loeit de wind nooit
over het land, toch voert hij den regen
aan in nu en dan sterkere buien en het is
geen groote zeldzaamheid, dat. de regenval
dan een week aanhoudt. Dikke takken
worden zwaar van regen en breken af,
wegen en dijken worden week en wijken
weg, het verkeer ook over de spoorlijn ligt
gestremd, kampongs en steden geheel of
ten deele onder water. Op het hoogtepunt
van eiken flinken westmoesson komt dat
voor en er is schade; soms worden streken
bepaald geteisterd en moet men spreken
van een ramp.
De Javaan beschouwt intusschen dien
tijdelijken nood met andere oogen dan de
Europeaan en het bestuur. Een belemme
ring van het verkeer is voor ons iets ergs,
voor den Javaan niet. Hij voelt er weinig
of niets van, dat de landsgelden moeten
dienen tot herstel. Dat deert hem niet en
hij draagt gaarne den last van het water
in huis en kampong. Hij verheugt zich
over den bandjir, die weliswaar hier en
daar vernieling aanbrengt, maar ook het
vruchtbaar slib op zijn akkers legt.
Ook hierin blijkt, hoe de Javaan een
ander gezichtspunt heeft dan de wester
ling op Java. Zoodra de bodem is geweekt,
vangt hij op zijn velden den arbeid aan.
De tani (boer) staat van den vroegen
ochtend tot ver in den middag in de weêke
kluiten te spitten om het veld plantklaar
te hebben en zijn biblt (kweekplantjes)
over te brengen. Dat wordt de blijde tijd
op het boerenland. Er komen nog wel
buien en heele regendagen, maar de zon
wint het van de wolken en glanst de vel
den met vriendelijkheid en rijkdom. Man
nen en vrouwen komen uit naar de
sawah's en ieder vervult een taak met op
gewektheid. Kinderen drijven de karbou
wen naar de velden, opdat zij er worden
gespannen voor den ploeg.
Zoo brengt de regenmoesson op Java
lente en zomer, sterkt de spieren der men
schen en verkwikt de harten. Want de
Javaan schrijft geen gedichten, doch ln
zijn hart hulst vrede en vreugd om de
mildheid van de natuur. Uiting aan zijn
vreugd zal hij straks geven bij den oogst,
Terwijl wij hier bij de berichten over
wind en regen weeklagen en het hoofd
schudden om de rampen, verdrijft de Ja
vaan zijn zorgen met 't uitzicht op nieuwe
vruchtbaarheid, Jonge rijst en de feeste
lijkheid- van vele sedekah's.
DENGAN HORMAT.
DE MANNEN EN MARLENE
It is toch het geheim van die buiten-
wie aantrekkingskracht, die van som-
s vrouwen uitgaat, en die lederen man
"Ti aanbidder maakt? Groote schoon-
hierbij een element dat slechts een
geschikte rol speelt, want ook de
-volmaakte schoone zal slechts een
bewondering vermogen op te wekken
zij niet datgene bezit dat vele minder
bone vrouwen wel degelijk eigen kan
die eigenaardige tooverkraoht, die
f» t begrip ..type" niets te maken
ccn brunette in het bezit van
rat dan brengt zij mannen, die an-
e -blond prefereeren onder haar beko-
Als blondine zet zij het hart in
Omen van hen, die slechts voor raven-
ttte schoonen bewondering hebben,
kit de overweging dat de geheimzinni-
natuurwet-van-de-aantrekkingskracht
bepaald type van het tegengestelde ge-
-^df'oedt gaat hier niet op. Het
verstaanbare erotische magnetisme
»ii T ulnH?ler. zÜn doel, trots volkomen
.eiilkneid in karakter en mentaliteit
i de overwonnenen.
IV e?^€le "rooten van de film zijn
inet bezit van deze aangeboren gave,
ThÜÜ?1 i11611 in Atnerika de vage aan-
«ing „Sex Appeal" uitgevonden heeft.
vrouwen zijn steeds geloofwaardig in
vbrleidstersrollen, zij geven geen
'lun ei8en persoonlijkheid,
rif',21! triomfeeren over iederen part
die hen het filmlot toegewezen heeft.
ioïrk?6 Bietrich, die door deze onde-
™re macht, en geholpen door haar
EfiSk ?ne canlcra-gevoeligheid en
haar wff3™6 honderdduizenden on-
ihnr m 8 gebracht heeft, bewijst
IKhJS?8' dat «k werking van haar
aaid ml aa,bh'ekktngskracht tot geen
!ensDpwtnn^k type beperkt is. Haar
Ikomoti verschillende films zijn
«hts één^^Wte karakters, die
ïwernen 7iai?g gemeeh hebben: zij on-
dezelfde vrouw,
i uit tv^>} Jannhigs, professor Un-
lant ver^taS -we EnSe'". Provinciaal,
Sssleur varf^i d€ vreugdelooze alle-
Bde zon<S.n teroep. buiten het leven
n m'ene-v cvaring met vrouwen,
(bwelijkiieid m wien d€ animalische
joone tot'pen^n de TlnSel Tar.gel
Éden moet il®%erW€ldlgende belevenis
Van Professor Unrtfv, J te gronde gaat-
[legioenair uit tS- ??ar Tom Brown'
K Reeds uiteriii'v geen
1 bi den ermii deze beide man-
verschillend. Emil Jan-
nings, onbeholpen, bewust belachelijk in
zijn prachtig masker, en de lange, onver
schillige Gary Cooper met zijp knap jon
gensachtig gezicht. Trom Brown weet te
veel van de vrouwen, hij staat geheel an
ders tegenover hen dan de schoolmees
ter Unrath, die te weinig van de vrouwen
weet. De legioenair, wiens leven een aan
eenschakeling van geestelijke verwondin
gen is, die goedkoope liefde vindt, zonder
ze te zoeken, ontmoet op zijn weg de
vrouw, die een geweldigen invloed op zijn
leven zal hebben. Zijn verbitterd hart,
zijn verharde ziel vlammen na langen
tijd weer op. Wakker geschud uit zijn on
verschilligheid en cynisme, vergeet hij het
egoïsme dat zijn verdediging tegen de
wereld is. en verlaat de geliefde vrouw,
om haar den weg naar een lokkende toe
komst vrij te laten.
Dan Victor MacLaglen, de Russische of
ficier uit „Onteerd". Een koude spelers-
natuur, die zich niet warmen laat, hoog
stens door telkens nieuwe sensaties voor
een kort moment verhit wordt. Ook hij
ondergaat het erotische fluidum der
Vrouw, maar zijn hart blijft onaangedaan.
Hij kent geen liefde, hij kent slechts een
kort genot, Bedreigd door gevaren en
dood, vertrouwd met de afgrijselijkheid
van een losgebroken hel, is hij niet meer
in staat een groote en sterke liefde voor
een vrouw te koesteren.
Doch hoewel geen moreele verwant
schap tusschen deze mannen bestaat, heb
ben zij één ding gemeen: de groote een
zaamheid. Dat is de bron van de kracht
en onafhakelijkheid van den officier, dat
is de zwakheid van de anderen. De vrouw,
die zij ontmoeten buit deze zwakheid be
wust of onbewust voor zich uit, en als
zij als X-27 het spel verliezen moet, dan
gaat zij ten onder omdat ook zij een een
zame is die boeten moet voor haar zwak
heid. welke in hoogeren zin een triomf
over de kracht beteekent.
WIE HET KLEINE NIET EERT
Hoe filmberoemdheden sparen.
Het parool van den tegenwoordigen tijd
is zuinigheid. De eene bezuinigingsa-postel
na de andere heft waarschuwend de vin
ger, en schildert in sombere tafereelen de
gevolgen van luxe en overdaad. Ook in
Amerika, het land van de „prosperity'
wordt deze stem van tijd tot tijd gehoord.
Weliswaar zijn er anderen, die de meening
verkondigen: hoe grooter spaarzaamheid,
hoe dieper wij in den put raken, maar het
bezuinigen is nu eenmaal de groote mode,
door een ware zuinigheidsbevlieging over
rompeld.
Behalve op hulzen en auto's wordt ook
op kleinigheden gespaard, want dat staat
zoo goed. Haast ieder, die in Hollywood
een grooten naam heeft, heeft zijn eigen
bijzondere spaarmanie.
Daar is ln de eerste plaats Ernst Lu-
'bitsch, de groote regisseur. Lubltsch is "n
voorbeeld voor alle anderen: hij rookt een
dikke, zwarte sigaar, totdat zij uitgaat, en
kauwt dan op het peukje verder met een
gezicht alsof het een waar genot was. Op
deze manier spaart hij één, soms zelfs
twee sigaren per dag uit.
Rouben Mamoulian, zijn collega, die
„Wereldstad" regisseerde, koopt alleen
nog maar het goedkoopste merk lucifers.
Dat hij er nu ook tweemaal zooveel ge
bruikt als vroeger schijnt aan zijn aan
dacht te ontsnappen. De leege doosjes
neemt hij mee naar huis, omdat mevrouw
Mamoulian daar zoo goed de kachel mee
aanmaken kan.
Clive Brook, Mariene Dietrich's partner
in „Shanghai Express", rookt alleen nog
maar pijpen in plaats van sigaren. Hij be
weert dat hij voor het geld, op deze ma
nier uitgespaard, in een jaar tijds gemak
kelijk een nieuwe autoband kan koopen.
Olaudette Colbert, de „Franzl" uit de
Walsdroom, verzamelt gebruikt pakpapier
en bergt het in een speciaal daarvoor be
stemd kastje op. in de hoop dat het bij
gelegenheid eens te pas zal komen. Wat
Berthold Viertel, de regisseur, eigenlijk
met zijn afgedragen hoeden aanvangen
wil. is niemand duidelijk. Hij bewaart ze
alle, mogelijk ln de hoop dat de weten
schap op een goeden dag een bestemming
voor afgedragen vilthoeden vinden zal.
Carole Lombard is begonnen haar kers-
verschen echtgenoot William Powell de
grondbeginselen üer zuinigheid bij te
brengen. Hij gebruikt dus den laatsten
tijd een zakdoek tweemaal, en heeft niet
meer, zooals vroeger, vijftien schoone zak
doeken per dag noodig. Om haar uitgaven
wat in te binden heeft Wynne Gibson, die
men in „Wereldstad" bewonderen kan,
het bridge-spel er aan gegeven. Zij was
dus waarsohijnlijk geen erge heldin in di/t
elegante gokspel. De spaarmanie van
Nancy Carroll beperkt zich tot elastiekjes
die zij met hartstocht verzamelt. Ook als
zij ze eenmael weer gebruikt laat zich de
hierdoor bespaarde som nauwelijks in
centen uitdrukken.
Maurice Chevalier heeft een salaris dat
hem de aanschaffing van dozijnen Rolls
Royce wagens mogelijk zou maken. Hij
geeft echter de voorkeur aan een eenvou
dig wagentje, dat slechts weinig benzine
gebruikt, en waarmede hij dan ook
prompt een kwartier te laat in het studio
komt. Oe bekende scenarioschrijver iWl-
liam Slavens McNutt, die tal van para-
mountfilms op zijn rekening heeft, is al
lang geleden tot de overtuiging gekomen,
dat iedere cent die voor kleeding uitge
geven wordt, weggegooid is. Hoewel hij
een prachtig salaris verdient, gaat hij
Mariene Dietrich en Maurice Chevalier.
eerst tot de aanschaffing vain een nieuw
kleedingstuk over als men hem ernstig
betoogt, dat hij zich in zijn oude spulle
tjes niet meer op straat of in het studio
kan vertoonen.
Charles Ruggles en George Bancroft
denken er niet aan om geld voor reizen
uit te geven. Bancroft reist heelemaal
niet, en brengt al zijn vrije tijd door ln
zijn strandvilla. Ruggles maakt van een
studio-auto gebruik, als hij reizen moet.
Een heel bijzondere spaarmethode heeft
Paul Lukas. Deze gaat van het principe
uit dat tijd geld is, en om tijd te sparen
onderneemt hij al zijn reizen per vlieg
tuig.
EEN CHEVALIER-DIETRICH-FILM?
Paramount overweegt de mogelijkheid
tot het vervaardigen van een film waarin
Maurice Chevalier en Mariene Dietrich te
zamen de hoofdrollen vervullen. Het idee
schijnt van Chevalier afkomstig te zijn.
Maurice tracht Ernst Lubitsch, met wien
hij zeer bevriend is, over te halen de regie
van deze film op zich te nemen. Wanneer
Lubitsch voor het idee gewonnen wordt
zal ook de studio-leiding waarschijnlijk
geen bezwaren hebben.