Uit den Leidschen Raad. LEVEN OM EEN LEVEN ste Jaargang LE1DSCH DAGBLAD, Dinsdag 26 Januari 1932 Derde Blad No. 22040 FEUILLETON. De begrooting afgedaan en aangenomen. Geneeskundig-Schooltoezicht in eersten termijn. Staau van af- en overschrijving op ÈeBTOOting, dienst 1930, van het Col van Vrouwen-Kraammoeders. (8) „edgekeurd. Rekening, dienst 1930, van het Col- fvan Vrouwen-Kraammoeders. (8) bdgekeurd. IBeerooting, dienst 1932, van het Col- I van Vrouwen-Kraammoeders. (8) hedgekeurd. foorstel tot wijziging van de huur- ■irnmst, van het perceel Lokhorst- jekeurd. roorstel tot verpachting van de i» van de Spanjaardsbrug, met van het genot der bruggelden [C. Hey. (W) jekeurd. orstel tot overneming in eigen- onderhoud bij de gemeente van itrookjes grond resp. gelegen aan rerkstraat, hoek Hoogewoerd, den rgerslngel. den Haagweg en den err ill) O* rekeurd. ■oorstel met wijziging van het leslult van 3 Augustus 1931 tot faling in eigendom en onderhoud [gemeente van het perceel aan den 1 Rijndijk, Sectie M No. 4184. (12) Ier WILBRINK noemt dit een vrien- Ktbaar tegenover dr. Leesberg en is Sen als onnoodig. Reeds is dubbel en (betaald. Binnen afzienbaren tijd zal Ben daar toch geen straat komen, louder SPLINTER zegt, dat de grond (was voor de gemeente met het oog lellegging. Van onbillijkheid of be hing ls geen sprake, naar hij nader Et en dupliek wordt conform be- lorstel tot toekenning van een ver- wegens salariëering van boven- r leerkrachten aan bijzondere la- jholen over 1930. (24) [eer BOSMA meent, dat dit ver- bedragen zijn. Om daaraan te ont- I raadt hij aan geen boventallige JcMen te nemen bij het Openb. On- len dat is z.i. zonder het onderwijs Hen, best mogelijk. louder TEPE zegt, dat deze kwestie Cl de aandacht heeft van B. en W., [wezen het met den heer Bosman [ju. Een reorganisatie-plan is in be- waarin hiermede rekening wordt Pen heer VEHWEY vestigt naast het Jeel belang de aandacht op het (ijs-belang en hij zal daarvoor steeds len. THOUDER is overtuigd, dat het tjsbelang niet zal worden geschaad. Vorm wordt,dan .besloten. I Voorstel tot het aangaan van een ilng ad f. 250.000.— met het We en Weezenfonds van Europeesche ïrlijke Ambtenaren in Nederlandsch- I VOORZITTER deelt mede, dat in- 1 een windrecht op dezen grond rust een keur van Rijnland. Met de llende betrokkenen is overlegd en •est mogelijke medewerking is toe- li. Het land komt geheel windreeht- Taar de heer Rubenkamp dit zal af- Hij beveelt dan aan het voorstel bvaarden. heer VALLENTGOED zegt, dat wind- I niet meer bestaat, doch wel molen- VOORZITTER zegt, dat Rijnland's Tpreekt van een windrecht. beer SCHÜLLER is vreemd getroffen l en W. zich niet verdei hebben kun- bpwerken dan tot deze mededeeling. lom niet de Raad schriftelijk inge- Als de hee. Rubenkamp nu straks «egt: windrecht wil Jk afkoopen, dat p toegeztgd, doch geen molenrecht? (dan? Zonder nadele toezegging in Iran hij niet meegaan met het I heer MANDERS geeft een uiteenzet- lover molenrecht en windrecht om te li uitkomen, hoe alleen dit laatste hier I bestaat. De zaak is nu in orde. De VOORZITTER zegt. dat de grond toch vrij van alle rechten wordt gekocht. Daaronder viel het windrecht niet, doch dat is nu ook In orde. Wat verder nog? De heer CCSTER zal tegenstemmen. De heer VOS meent, dat de raad de ver antwoordelijkheid voor deze uitgave niet kan aanvaarden, wagr er geld is. De heer DE REEDE meent, dat de ge meente toch goed zal doen het geld te lee- nen, waar de 2 millioen nog maar onge veer voor de helft de kapitaalsuitgaven dekt Houding van Ged. Staten wordt zoo doende ook aannemelijker. Wethouder GOSLINGA zegt, dat niet- aannemen van dit voorstel beteekent, dat de grond niet gekocht wordt. Verder sluit hij zieh aan bij den heer de Reede. Het geld is wel te gebruiken. Conform wordt dan besloten met de heeren Vos en Coster tegen. Reeds geplaatst in een gedeelte van onze vorige oplaag. DE BEGROOTING. llo. Voortzetting van de behandeling van de begrooting van inkomsten en uit gaven der gemeente, voor den dienst 1932. (215 van 1931) Bij art. 577 is een voorstel-Knuttei. De Gemeenteraad draagt B. en W. op de noodige stappen te doen, om te kbmen tot opheffing der Stedelijke Werkin richting. Waar de heer Knuttel niet aanwezig is. wordt dit voorstel aangehouden. Bij art. 578 (subsidie aan de Vereen, tot verbetering van het lot der blinden is een voorstel mevrouw DE CLERDE BRUIJN, over te gaan tot het instellen van een Gemeentelijke commissie voor Blindenzorg. Zij verdedigt dit uitvoerig in het be lang van de blinden. Blindenzorg moet h. i. overheidszorg worden, daar de part. vereeniglng niet krachtig genoeg is en niet krachtig genoeg kan zijn. Wethouder ROMIJN wijst er op dat de gemeente door subsidie reeds voor de blin den bewijst te voelen. Het gaat dus alleen om de wijze van steunen. Kan de Vereen, niet doen wat zij noodig oordeelt en noo- dig is, laat zij dan zelf vragen om meer. ZJ. werkt deze Vereen, zeer goed en daar om is ingrijpen van gemeentewege niet noodig Na re- en dupliek wordt het voorstel van mevr. de Cler verworpen met 2111 stemmen. Voor de S.D.A.P. Bij art. 863 (Reiniglngs- en Ontsmet- tingsdienst) komt in behandeling punt 19 der agenda: Voorstel tot verpachting van het baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaamheden, aan P. Kuyf. (20) Hier is een voorstel-SCHüLLER niet tot verpachting over te gaan. Spr. wijst allereerst op de uitzonderlijke wi3ze, waatop zijn voorstel is behandeld (genegeeerd!) In vergelijking met voor stellen van andere zijde, en dan op het feit, hoe het voorstel feitelijk overbodig ls geworden daar de verpachting reeds is gehouden, al is nog niet overgegaan tot gunning. Waarom nu echter deze op dracht wordt voorgesteld in plaats van gunning aan den laagsten inschrijver wordt den raad verder onthouden. Goed- kooper komt dit voorstel van B en W. zeker niet, berekent hij. Waarom zijn ook den raad de cijfers over uitvoering in eigen beheer onthou den? Spr. doet dan daarover mededee ling. Eigen beheer zou slechts f. 604 meer kosten dan dit voorstel volgens de cijfers van het rapport, maar als de heer Kuyf eens dezelfde lasten in loonen etc. moest dragen? Dan zouden de kosten ruim f. 2000 hooger zijn! Daarom ls spr. voor uitvoering in eigen beheer en nader ver dedigt hij dit. Ook in het belang dei- arbeiders en spr. doet een voorstel daar toe. Hij vraagt dan naar de soliditeit van den heer Kuyf en van de borgen. De heer BERGERS vraagt, waarom de laagste inschrijver bij de verpachting die nu nog de laagste is, is gepasseerd, ter wijl nader is gemarchendeerd met den derden inschrijver? De heer MANDERS meent, dat in dit geval een vreemde weg is bewandeld. Is de laagste inschrijver niet goed, dau is het logisch, dat deze gepasseerd wordt, doch zi. is daarvan hier geen sprake, nader gaat spr. daarop in. Daarom mag de laagste inschrijver niet worden gepas seerd. Marcliandeeren na verpachting kan z.i. niet door den beugel in dit geval. De heer WILBRINK bestrijdt het eigen- 1 beheer-systeem. Uit een nader rapport blijkt, dat de ontvangsten zullen dalen, zoodat de gegeven cijfers geflatteerd zijn j ten gunste van dit systeem. Hij verkiest verre het stelsel van verpachting, t'lnan- i t-ieel en met het oog op het bedrijf zelf, dat er zich niet voor leent. De vraag van den heer Bergers steunt spr. De heer BERGERS stelt voor het te gunnen aan den laagsten inschrijver. Wethouder SPLINTER zegt. dat het vcorstel-Schuller niet uitzonderlijk is be handeld, doch zooals steeds gebruikelijk is. Dat de verpachting zou geschieden wist de heer S„ doch hem wgs toegezegd dat de gunning zou worden aangehou den tot na behandeling. Spr. herhaalt zijn motieven tegen eigen-beheer-systeem. Het is duurder, ook in dit geval, spr. sluit zich aan bij den heer Wilbrink, op zijn beurt dit padey toelichtend. Onthouden is den raad geen enkel stuk. Alles lag bij de begrooting ter visie. Het rapport over den laagsten inschrij ver is zoodanig, dat B. en W. met hem niet in zee meenen te mogen gaan. Hij is niet voldoende technisch onderlegd. Meer wil hij in openbare zitting er niet van zeggen. Gezien deze omstandigheid is onderhandeld met den heer Kuyf en vandaar dit voorstel als resultaat. De heer SCHÜLLER verdedigt nog eens uitvoerig het eigen-beheer-systeem, ook voor dit bedrijf. Spr. betwist de cijfers van den heer Wilbrink en de wethouder. Zijn klacht over uitzonderlijke behande ling van zijn voorstel handhaaft spr. vol ledig. Technische bekwaamheid heeft z.i. de nu voorgedragene evenmin als de ge passeerde laagste inschrijver en daarom wil hij gaarne nadere preciseering. De heer BERGERS is inzake den laag sten inschrijver niet geheel tevreden ge steld en nader verdedigt hij dezen. De heer MANDERS sluit zich aan bij den heer Bergers. Minder technisch on derlegd dan den heer Kuyf ls ook z.i. de laagste inschrijver niet. Z.i. kan eigen-beheer in velegevallen goedkooper zijn. gezwegen nog van beter werk; misschien zou dit ook hier zelfs beter zijn dan de weg, nu ingeslagen. Nogmaals bestrijdt de heer WILBRINK het eigen-beheer-systeem als duurder. De heer GROENEVELD bestrijdt den heer Wilbrink in dit opzicht. Alleen de arbeidsvoorwaarden etc, spelen soms een rol ten nadeéle van eigen-beheer, dat ls juist, doch verkeerd is dit systeem zelfs aan niet, integendeel. Ook spr. verdedigt van harte dit systeem. De particuliere aanneming berust grootendeels op ge knoei en bedrog. Wethouder SPLINTER verdedigt nader de capaciteiten van den heer Kuyf, mede in verband met het systeem van verpach ting, Over de kwestie van eigen beheer zal hij verder maar zwijgen, daarover wordt hij het toch niet eens met den heer Groeneveld c.sf' Nadat de heer SCHÜLLER nog in deze instantie het woord heeft gevoerd, waar bij hij zich speciaal richtte tegen den heel Wilbrink, werd het voorstel-Schülier inzake eigen-beheer het andere trekt lilj in verworpen met 1913 stemmen. Voor de S.DA.P. en de heeren Vos en Manders. Dan gaat de raad in geheime zitting. Na heropening wordt het voorstel-Ber- gers verworpen met 257 stemmen (die der R.Kbehalve de heer Tepe.) Het voorstel van B. en W. wordt daarop aangenomen z. ll. st., nadat de heer Schüller heeft verklaard, om voor B. en W. te zullen stemmen, nu eigen beheer is verworpen. Hierna wordt gepauzeerd. AVONDZITTING. Afwezig wethouder Splinter wegens on gesteldheid. Nadat de begrooting verder is afgehan deld en ook de kapltaaldienst. verklaart de heer v. ECK. dat hoewel alle voorstellen van zijn partij verworpen zijn en de be zwaren zijner fractie tegen deze begroo ting dus zijn bestaan, zijn fractie toch voor zal stemmen, opdat B. en W. bij machte zijn het bestuur normaal te voeren. Ook tegen de behandeling heeft spr. be zwaar. Hier wordt dc begrooting in be trekkelijk korten tijd afgedaan, op zich zelf geen nadeel, doch het lijkt hem toch verkeerd, dat B. en W. de begrooting in één week geforceerd willen afdoen. Dat ls nu mislukt, waarna de begrooting' bij stuk jes en brokjes ls afgedaan en dat oordeelt spr. een Verkeerde methode. Hij dringt der halve aan voortaan de begrooting achter elkaar te behandelen, trots bezwaren, die spr. wil erkennen. De heer WILMER steunt den heer v. Eek in het laatste, maar hij hoopt toch, dat de begrooting weer voortaan in één week zal kunnen worden afgedaan, door b.v. rantsoeneering van den spreektijd. De be handeling behoeft daardoor z.i niet min der degelijk te zijn. Spr. verwacht, dat de partijen elkaar daarbij zullen kunnen vin den. De VOORZITTER zegt, dat ook het col lege niet is' voor behandeling bij stukjes en brokken. Tot groote teleurstelling van B. en W. is men niet in een week gereed gekomen, terwijl de ambtenaren hun uiter ste best hadden gedaan zoo vroeg klaar te zijn. Bij herziening van het reglement van orde kan deze kwestie echter nader worden bezien. De begrooting wordt z.li.st. aangenomen. De gewone dienst is in ontvangst en uitgaaf vastgesteld op een bedrag van f. 8.427.294.- met een opbrengst van de fondsbelasting van f. 384.583 - en een post van onvoorzien van f. 78.780 -, De kapitaaldienst sluit met een bedrag in ontvangst van f. 5.700.825.- en in uitgaaf van f. 5.440.487.-. De voorzitter verlaat de vergadering en i wethouder Tepe neemt zijn plaats in. 12o. Voorstel tot aankoop van het per- I ceel Bouwelouwensteeg 30 en tot beschik baarstelling van de voor dien aankoop henoodigde gelden. (131 1 Goedgekeurd. 13o. Voorstel tot onbewoonverklartng van de perceelen Kuipershof 1. 2, 4, 6 en 11. (14) Goedgekeurd. 14o. Voorstel om dc Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" te machtigen tot ruiling van een 2-tal In het museum aanwezige voorwerpen. (15) Goedgekeurd. 15u. Voorstel tot het geven van een naam aan de nieuwe brug over den Rijn naast de spoorbrug in de lijn Lelden— Woerden. (16) Goedgekeurd. lGo. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden, ten behoeve van de oprich ting van cursussen voor jeugdige werk- loozen, dia zich in hun vak verder wen- schen te bekwamen (17) Goedgekeurd. 17o. Voorstel om een bedrag van f. 7000 ter beschikking te stellen van. het Crisis- Comité-Leiden, voor de verschaffing van steun in natura aan door werkloosheid getroffen arbeidersgezinnen. (18) Goedgekeurd. 18o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden, ten behoeve van den aanleg van een hoofdriool In den Lagen Morsch- weg en van een stamriool in een gedeelte van den Morschweg. (19) Goedgekeurd. 20o. Voorstel in zake het verstrekken van een renteloos kasvoorschot aan de Vereeniging tot Bestrijding der Tuber culose. (21) Goedgekeurd. 21o. Voorstel om aan Mei. H. J. van der Male een jaarlijksche toelage te verlee- nen wegens hare werkzaamheden aan 't Consultatiebureau voor zenuw- en gees teszieken. (22) Goedgekeurd. 22o. Voorstel tot aanstelling van een 4e verpleegster bij den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst. (23) Goedgekeurd. Voorstel om aan de N.V. Algemeene Confectiehandel van C. en A. Brennink- meljer toestemming te verleenen om den achtergevel aan de Dwarskorenbrugsteeg' van het winkelgebouw Botermarkt Nis. 5. 0 en 7 hooger op te trekken dan de bij de verordening op het Bouwen en Sloo- pen toegestane hoogte. (26) Goedgekeurd. GENEESKUNDIG SCHOOLTOEZICHT. 23o. Voorstel; a. om het voorstel van den heer Koole, in zake de aanstelling van een vol- ambtenaar-srhoolarts naast de 4 in functie zijnde schoolartsen, niet aan te nemen; b. om het medisch toezicht op de leer lingen van de buitengewone school voor Lager Onderwijs, evenals het vooronderzoek van die leerlingen, op te dragen aan een psychiater-spe cialist; c. tot vaststelling van de verordening, regelende het geneeskundig toezicht op de openbare en bijzondere lagere scholen, de openbare en bijzondere bewaarscholen, de kinderbewaar scholen, de kiuderbewaarplaatsen en dergelijke inrichtingen, en den werk kring van den schoolarts. (313 vair 1981) Het voorstel Knuttel in deze materie wordt in handen gesteld van B. en W. voor praeadvles. De heer KOOLE beklaagt zich. dat van een ernstig onderzoek van zijn voorstel geen sprake is geweest. Men lieeft een voudig bet voorstel van dr. Horst gehand haafd. Aan zijn voorstel is z i. niet het recht gedaan, dat het verdiende Spr. verdedigt daarop nader zijn voor stel, sub a genoemd. In korte trekken zet hij zijn zienswijze over de werkzaam heden van zoom vol-ambtenaar school arts uiteen. In de eerste plaats is er het banken-vraagstuk, uitvoerig geeft spr. daarvan een schildering. Dan komt het hygiënische school-gedeelte. In het derde leerjaar zullen de kindei en lichamelijk geheel moeten worden onder- zpcht. evenals in het laatste jagr, zulks met het oog op de belangrijke beroeps keuze. Voorts geregelde controle, enz Tot spr.'s teleurstelling zijn ook de stuk ken der diverse instanties niet ernstig be studeerd. Typeerend is wel, dat met Lei den gelijkstaande plaatsen zoo'n ambte naar hebben! Spr. bestrijdt achtereenvol gens de diverse rapporten. Eerst dat van den heer Baak. voorts dat der plaatselijke schoolcommissie en tenslotte dat van de Gezondheidscommissie. Spr. citeert eenlge malen dr. Geuken; volledig onderzoek van het geheele lichaam is beslist noodzake lijk; in het belang der kinderen en van de ouders. Ook haalt spr. dr. Murk Jan sen aan. De heer VOS betuigt allereerst zijn hulde aan mr. v. d Eist, door wiens taaie vol harding de schoolartsen-dienst is gewor den wat zij is: een zegenrijke inrichting, naar hij nader uiteenzet. De leerplichtwet heeft zware verantwoordelijkheid op den raad gelegd. Helaas is de voorziening in dezen niet goed genoeg, dat blijkt daar uit dat van alle zijden op verbetering is aangedrongen, reden waarom B. en W. nu ook met nieuwe voorstellen komen. Goed genoeg is z. i. de dienst pas bij aanstel ling van een vol-ambtenaar-schoolarts. Zijn ervaring heeft hem geleerd, dat het onderzoek thans niet volledig is. Be halve op den Geneesk. Dienst zelf hier, beroept hij zich op-verschillende medici. Tal van plaatsen hebben dezen vol-ambte naar schoolarts reeds en ook te platte- lande streeft men er naar. Spr. bestrijdt dan eenige argumenten, die er tegen zijn aangevoerd. De meerdere kosten mogen geen bezwaar zijn. Sub b heeft zijn volle Instemming. Het voorstel Koole zal spr. steunen, al zag hij liever alleen een vol-ambtenaar-school- arts en hij doet een voorstel daartoe. De heer DONDERS zegt, dat over het vraagstuk van al- of niet-schoolarts niet meer gedebatteerd behoeft te worden. Toch gaat spr. nog even in op de historie en lilj brengt gaarne hulde aan mr. Aal- berse naast mr. v. d. Eist. Het gaat alleen nog maar over de wijze van uitvoering en daarbij treden een drietal punten op den voorgrond. Ie. de omvang; 2e. de methode van onderzoek; 3e. de personen, door wie dit behoort te geschieden. Achtereenvolgens licht spr. deze drie punten nader toe. Wat omvang betreft, dit omvatte in 1906, het jaar van invoering hier, medisch toezicht, opdat zieke kinderen geen ge vaar opleveren voor de anderen. Verdel ging men niet. Ook de methode van on derzoek was daarop ingesteld. Inderdaad heeft dit reeds zegenrijk gewerkt en do schoolartsen verdienen hulde voor hun werk. Intusschen hebben de denkbeelden zich ontwikkeld en worden de elschen hooger gesteld. Het schoolspreekuur heeft veel beter resultaat opgeleverd dan het schoolonderzoek, met cijfers toont spr. dat aan. Het schooltoezicht is geworden een onderdeel van de algemeene preventieve geneeskunde! Spr. doet een drietal medi sche aanhalingen in dezen. De schoolhy- giëne werd in 1906 niet opgenomen; nu neemt men deze als onderdeel algemeen aan, .spr. citeert opnieuw. Ook verder beziet spr. wat thans ge vraagd mag worden. In hoeverre voldoet de voorgestelde verordening aan de nieuwe eischen? Art. 4 ondervangt z.i. deze eischen voldoende en hij oordeelt dit art, een groote verbetering. Wat de methode van onderzoek betreft, ook hier past de nieuwe verordening zich wel aan bij de nieuwe zienswijze, doch voldoen dost de methode hem niet, Aan de eene zijde is er een teveel, de verplich- het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A. H. HOOFDSTUK XI. De terugkeer van den koning. ge maand Mei liep op haar einde, rhen de krijtrotsen van Dover was een menigte verzameld. De bewoners ren saam gestroomd aan de oevers; ieder «rekje van den kelder tot den zolder, mot mogelijkheid gelegenheid flirt j 80 voor een persoon, werd ge pist, daarenboven waren er aan weers- E 7L°P }?hdtong tenten opgericht. K groote veldtent was geheel met wim- SP dr°eg de koninklijke vlag I den vergulden top. Riifenlt? °°Sen keken uit over «leb? L?m het eerste de boot in het van de groote vloot, die i al <ïu ill e naar ziJn eigen land. Trouw» h?n»van rondzwerven, i nooit hoS n dopten allerwegen; toeld nnoft !}at'e 2'ch zooveer één Itemachün»'7 deJeestdrl£t zoo groot, Jest^ndir al aP° h°°s gespannen ge- 'ers werden ènk»i»ens?ezlnde toeschou- ieritt- soldata^ ontevredenen opge- fteranen van Cromwell's oud leger, Eter'PuriteLn°PEedy Br'dge en Wor- Ëche'nde meniïte 7' w,ie de dag en de «aren Robert rit» 00 e vervloekingen Hen rand, wat biyk "Jg, zS zijn godsdienstige als van zijn politieke geloofsbelijdenis. Gemelijk knikte hij Darcy toe, want de herkenning was weder- keerig. Robert was één van een groepje, waartoe zijn broer, zijn moeder, sir Eve lyn Lee en Lucille behoorden. Hij was naar Dover gekomen in dienst van generaal Monk; dit was tot besluit van zijn off 1- cieele betrekking bij den oud-soldaat. Monk was op het punt om het ambt, dao hij had bekleed, in opdracht van den Raad van State, in handen van Karei over te dragen, om van hem een nieuwen rang en positie te krijgen. Hij zou tot hertog van Albemarle en tot opperstalmeester benoemd worden; in deze hoedanigheid zou hij geen adjudant noodig hebben. Had Darcy dit gewild, dan zou hu een andere waardigheid met kunnen verkregen hebben; dit werdhem zelfs opgedrongen, maar hij had besloten om zijn betrekking tot het Hof te jerbre- ken, of liever: om niet den den burgerdienst te verwisselen, Zune^en landgoed behoefde zijn zorg, keek vol verlangen naar zijn gezelschap uit. In het verschiet zag bij een vooruit- zicht, dat, als het bereikt werd, hem ruim schoots vergoeden zou wat mj aanzy eerzucht te kort deed door deze weigering van een burgerambt. Uw vrienden hebben het Oe\vonnen, kapitein Darcy! zei Holden. Je meent, dat heel vprbe- gen zal wat het zoo vurig vei langt, ve be te-eE^nrwispelturiS volk, antwoorddede Puritein. Als ze zoo bewegelijk als water blijven, dan zullen ze nooitJ16 °v|i hand behalen. De dag zal dat zij, die nu juichen, hun d"a^heden en hun verkeerdheden zullen beweenen. In dezen Jongen man, dien I Stuart noemt, koning ^.fEbne%0rVen stroomt verkeerd sap; bloed, dat bedorven is. Het is bij hem een bodem, waarop on kruid woekert, geen bloemen en wat hij vandaag belooft, doet hij, over eenkomstig zijn aard, morgen precies om gekeerd. Je bent een ongeluksprofeet, Holden, bracht sir Evelyn In het midden. Ik voorspel de waarheid, ofschoon u het misschien niet meer beleven zult. En met een tikje aan zijn smal geran- denhoed Dep de Puritein verder, met ge bogen hoofd, en zich met de ellebogen een doortocht banend door de feestelijk uitge doste menigte, die hem uitjouwde, als hij hen passeerde. Nauwelijks had dit voorval zich afge speeld, of een hoera werd aangeheven, steeds overgenomen door meerdere stem men, tot het aanzwol tot een oorverdoo- vend gejuich: zij, die op de hoogste pun ten stonden, hadden zeilen van naderende booten ontdekt. Met den wind gunstig achter zich kwam het koninklijk convooi afgezeild op Dover. Er verliep een uur, toen nog één; toch was de belangstelling zoo zeer gespannen dat het slechts enkele minuten leek. De schepen waren van bakboord naar stuur boord met vlaggen en vlaggedoek versierd. Saluutschoten donderden van het strand naar de vloot en omgekeerd. Een boot werd uitgezet met officieren in schitterende uniformen. Ze kwam naar de landingsplaats; in het midden zat een jonge man, nauwelijks dertig, gekleed in vloletten mantel, vastgehaakt met de een of andere medaille, en met een ster op de borst, die schitterde in de stralen van de zon. Hij onderscheidde zich door waardig heid en koninklijke houding, toen hij aan de landingsplaats uitstapte, bijgestaan door een admiraal van de vloot. Zijn gelaat was donker en gebruind: zijn neusgaten stonden wijd uit, zijn oogen lagen eenigs- zins diep. Ofschoon hij pas dertig was, had hij het uiterlijk van iemand, die veel doorgemaakt, veel gedragen heeft en naar menigeen hoopte ook veel ge leerd had. Karei had zijn geboorteland bereikt en was er aan wal gestapt met zekerheid in blik en houding, en toch niet geheel vrij van eenige bevreesdheid toen hij naar voren trad. Even achter hem kwam zijn broer en dan volgden de officieren, die hem van het schip vergezeld hadden. Toen ging er andermaal een gejuich op. bijna niet minder sterk en bedoeld voor iemand, die van de landzijde kwam. Die strijdhaftige gedaante zat op een kolos saal paard, met het gelaat, dat nooit een geheim verraden had; de man, die bewon dering had afgedwongen van het geheele land door zijn onbezweken moed en vol strekte trouw, door zijn wijsheid en ge matigdheid, de man, die de grootste on derdaan van den staat was geworden, met andere woorden: generaal Monk, reed zijn heer tegemoet. De menschen vroegen zich met verwon dering af wat hu zou doen; hoe degene, die den koning geroepen had. zijn koning begroeten zou. Een ieder begreep, dat zon der hem de terugkeer van den koning nog niet zou hebben plaats gehad, zoo die over het geheel al tot stand gekomen zou zijn. Hoe zou Monk den koning ontvangen? Hoe zou de koning den generaal ont vangen? Dit waren vragen, die straalden uit den blik van s' degenen, die daar bijeen wa ren, toen de twee elkaar naderden. Achter Monk reden alle groote mannen van het rijk, met historische titels en his torische namen, hertogen, graven en leden van het parlement, mannen, die ter zijde hadden gestaan gedurende de jaren van Cromwell's macht en die nu te voor schijn getreden waren, om te begroeten den eenigen persoon, aan wlen zij meen den trouw schuldig te zijn. Op geen van die, groot als ze waran, beteekenisvol als de gelegenheid was, bleef de aandacht van de menigte ook maar voor een oogenbllk gevestigd. Monk alleen nam aller aandacht in be slag; Monk en zijn koning. Lucille wendde zich om en keek naar Darcy; zij herinnerde zich weer het oogenblik, dat haar hand had gerust op den arm van den generaal en zij iets ge voeld had van zijn grootheid, die nu door allen, zonder onderscheid, erkend werd. Gij zijt trotsch op hem, fluisterde zij. Ja, antwoordde hij, zeer trotsch. Toen hij sprak werd zijn aandacht in eens afgeleid. Lucille voelde het en haar blik volgde de richting van den zijne: achter Monk, in den vroolijken optocht, reden de hertogen van Buckingham en Manchester naast elkaar, leder naar de laatste mode gekleed, terwijl Buckingham, als altijd, de knapste van het gezel schap was. De oogen van den hertog waren gericht op Robert Darcy. Hij verwaardigde zich niet tot eenig teeken van herkenning, maar uit den blik van haat, dien hij DRrcy toewierp, bleek duidelijk, dat hij niets vergeten en vergeven had. Lucille huiverde zelfs in den warmen zonneschijn, want een voorgevoel bekroop haar van leed, dat niet haarzelve, maai den man aan haar zijde bedreigde, die tegenover haar toch verschilde van alle anderen, al besefte zij nu ook niet. waarin dit ondescheid bestond. Buckingham keek den anderen kant uit en daarmee was de kracht van zijn blik verbroken. Een oorverdoovend gejuich weergalmde door de lucht. Monk steeg af en trad nader tot Karei, boog op één knie en. terwijl hij de hand van zijn koninklijken heer hof felijk omhoog hield, kustte hij die als de onderdanlgste dienaar. Sharel was ten zeerste getroffen; wat hü verwachtte, wist niemand, maar het eer betoon had zijn voor indrukken vatbaar gemoed innig ontroerd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9