Uit den Leidschen Raad.
LEVEN OM EEN LEVEN
ste Jaargang
LE1DSCH DAGBLAD, Dinsdag 26 Januari 1932
Derde Blad
No. 22040
FEUILLETON.
De begrooting afgedaan en aangenomen.
Geneeskundig-Schooltoezicht in eersten termijn.
Staau van af- en overschrijving op
ÈeBTOOting, dienst 1930, van het Col
van Vrouwen-Kraammoeders. (8)
„edgekeurd.
Rekening, dienst 1930, van het Col-
fvan Vrouwen-Kraammoeders. (8)
bdgekeurd.
IBeerooting, dienst 1932, van het Col-
I van Vrouwen-Kraammoeders. (8)
hedgekeurd.
foorstel tot wijziging van de huur-
■irnmst, van het perceel Lokhorst-
jekeurd.
roorstel tot verpachting van de
i» van de Spanjaardsbrug, met
van het genot der bruggelden
[C. Hey. (W)
jekeurd.
orstel tot overneming in eigen-
onderhoud bij de gemeente van
itrookjes grond resp. gelegen aan
rerkstraat, hoek Hoogewoerd, den
rgerslngel. den Haagweg en den
err ill)
O*
rekeurd.
■oorstel met wijziging van het
leslult van 3 Augustus 1931 tot
faling in eigendom en onderhoud
[gemeente van het perceel aan den
1 Rijndijk, Sectie M No. 4184. (12)
Ier WILBRINK noemt dit een vrien-
Ktbaar tegenover dr. Leesberg en is
Sen als onnoodig. Reeds is dubbel en
(betaald. Binnen afzienbaren tijd zal
Ben daar toch geen straat komen,
louder SPLINTER zegt, dat de grond
(was voor de gemeente met het oog
lellegging. Van onbillijkheid of be
hing ls geen sprake, naar hij nader
Et
en dupliek wordt conform be-
lorstel tot toekenning van een ver-
wegens salariëering van boven-
r leerkrachten aan bijzondere la-
jholen over 1930. (24)
[eer BOSMA meent, dat dit ver-
bedragen zijn. Om daaraan te ont-
I raadt hij aan geen boventallige
JcMen te nemen bij het Openb. On-
len dat is z.i. zonder het onderwijs
Hen, best mogelijk.
louder TEPE zegt, dat deze kwestie
Cl de aandacht heeft van B. en W.,
[wezen het met den heer Bosman
[ju. Een reorganisatie-plan is in be-
waarin hiermede rekening wordt
Pen
heer VEHWEY vestigt naast het
Jeel belang de aandacht op het
(ijs-belang en hij zal daarvoor steeds
len.
THOUDER is overtuigd, dat het
tjsbelang niet zal worden geschaad.
Vorm wordt,dan .besloten.
I Voorstel tot het aangaan van een
ilng ad f. 250.000.— met het We
en Weezenfonds van Europeesche
ïrlijke Ambtenaren in Nederlandsch-
I VOORZITTER deelt mede, dat in-
1 een windrecht op dezen grond rust
een keur van Rijnland. Met de
llende betrokkenen is overlegd en
•est mogelijke medewerking is toe-
li. Het land komt geheel windreeht-
Taar de heer Rubenkamp dit zal af-
Hij beveelt dan aan het voorstel
bvaarden.
heer VALLENTGOED zegt, dat wind-
I niet meer bestaat, doch wel molen-
VOORZITTER zegt, dat Rijnland's
Tpreekt van een windrecht.
beer SCHÜLLER is vreemd getroffen
l en W. zich niet verdei hebben kun-
bpwerken dan tot deze mededeeling.
lom niet de Raad schriftelijk inge-
Als de hee. Rubenkamp nu straks
«egt: windrecht wil Jk afkoopen, dat
p toegeztgd, doch geen molenrecht?
(dan? Zonder nadele toezegging in
Iran hij niet meegaan met het
I heer MANDERS geeft een uiteenzet-
lover molenrecht en windrecht om te
li uitkomen, hoe alleen dit laatste hier
I bestaat. De zaak is nu in orde.
De VOORZITTER zegt. dat de grond
toch vrij van alle rechten wordt gekocht.
Daaronder viel het windrecht niet, doch
dat is nu ook In orde. Wat verder nog?
De heer CCSTER zal tegenstemmen.
De heer VOS meent, dat de raad de ver
antwoordelijkheid voor deze uitgave
niet kan aanvaarden, wagr er geld is.
De heer DE REEDE meent, dat de ge
meente toch goed zal doen het geld te lee-
nen, waar de 2 millioen nog maar onge
veer voor de helft de kapitaalsuitgaven
dekt Houding van Ged. Staten wordt zoo
doende ook aannemelijker.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat niet-
aannemen van dit voorstel beteekent,
dat de grond niet gekocht wordt. Verder
sluit hij zieh aan bij den heer de Reede.
Het geld is wel te gebruiken.
Conform wordt dan besloten met de
heeren Vos en Coster tegen.
Reeds geplaatst in een gedeelte van onze
vorige oplaag.
DE BEGROOTING.
llo. Voortzetting van de behandeling
van de begrooting van inkomsten en uit
gaven der gemeente, voor den dienst 1932.
(215 van 1931)
Bij art. 577 is een voorstel-Knuttei.
De Gemeenteraad draagt B. en W. op
de noodige stappen te doen, om te kbmen
tot opheffing der Stedelijke Werkin
richting.
Waar de heer Knuttel niet aanwezig
is. wordt dit voorstel aangehouden.
Bij art. 578 (subsidie aan de Vereen,
tot verbetering van het lot der blinden
is een voorstel mevrouw DE CLERDE
BRUIJN, over te gaan tot het instellen
van een Gemeentelijke commissie voor
Blindenzorg.
Zij verdedigt dit uitvoerig in het be
lang van de blinden. Blindenzorg moet
h. i. overheidszorg worden, daar de part.
vereeniglng niet krachtig genoeg is en
niet krachtig genoeg kan zijn.
Wethouder ROMIJN wijst er op dat de
gemeente door subsidie reeds voor de blin
den bewijst te voelen. Het gaat dus alleen
om de wijze van steunen. Kan de Vereen,
niet doen wat zij noodig oordeelt en noo-
dig is, laat zij dan zelf vragen om meer.
ZJ. werkt deze Vereen, zeer goed en daar
om is ingrijpen van gemeentewege niet
noodig
Na re- en dupliek wordt het voorstel
van mevr. de Cler verworpen met 2111
stemmen. Voor de S.D.A.P.
Bij art. 863 (Reiniglngs- en Ontsmet-
tingsdienst) komt in behandeling punt
19 der agenda: Voorstel tot verpachting
van het baggerwerk en de uitvoering van
bijkomende werkzaamheden, aan P.
Kuyf. (20)
Hier is een voorstel-SCHüLLER niet tot
verpachting over te gaan.
Spr. wijst allereerst op de uitzonderlijke
wi3ze, waatop zijn voorstel is behandeld
(genegeeerd!) In vergelijking met voor
stellen van andere zijde, en dan op het
feit, hoe het voorstel feitelijk overbodig
ls geworden daar de verpachting reeds is
gehouden, al is nog niet overgegaan tot
gunning. Waarom nu echter deze op
dracht wordt voorgesteld in plaats van
gunning aan den laagsten inschrijver
wordt den raad verder onthouden. Goed-
kooper komt dit voorstel van B en W.
zeker niet, berekent hij.
Waarom zijn ook den raad de cijfers
over uitvoering in eigen beheer onthou
den? Spr. doet dan daarover mededee
ling. Eigen beheer zou slechts f. 604 meer
kosten dan dit voorstel volgens de cijfers
van het rapport, maar als de heer Kuyf
eens dezelfde lasten in loonen etc. moest
dragen? Dan zouden de kosten ruim
f. 2000 hooger zijn! Daarom ls spr. voor
uitvoering in eigen beheer en nader ver
dedigt hij dit. Ook in het belang dei-
arbeiders en spr. doet een voorstel daar
toe. Hij vraagt dan naar de soliditeit van
den heer Kuyf en van de borgen.
De heer BERGERS vraagt, waarom de
laagste inschrijver bij de verpachting die
nu nog de laagste is, is gepasseerd, ter
wijl nader is gemarchendeerd met den
derden inschrijver?
De heer MANDERS meent, dat in dit
geval een vreemde weg is bewandeld. Is
de laagste inschrijver niet goed, dau is
het logisch, dat deze gepasseerd wordt,
doch zi. is daarvan hier geen sprake,
nader gaat spr. daarop in. Daarom mag
de laagste inschrijver niet worden gepas
seerd. Marcliandeeren na verpachting
kan z.i. niet door den beugel in dit geval.
De heer WILBRINK bestrijdt het eigen- 1
beheer-systeem. Uit een nader rapport
blijkt, dat de ontvangsten zullen dalen,
zoodat de gegeven cijfers geflatteerd zijn j
ten gunste van dit systeem. Hij verkiest
verre het stelsel van verpachting, t'lnan- i
t-ieel en met het oog op het bedrijf zelf,
dat er zich niet voor leent. De vraag van
den heer Bergers steunt spr.
De heer BERGERS stelt voor het te
gunnen aan den laagsten inschrijver.
Wethouder SPLINTER zegt. dat het
vcorstel-Schuller niet uitzonderlijk is be
handeld, doch zooals steeds gebruikelijk
is. Dat de verpachting zou geschieden
wist de heer S„ doch hem wgs toegezegd
dat de gunning zou worden aangehou
den tot na behandeling. Spr. herhaalt zijn
motieven tegen eigen-beheer-systeem.
Het is duurder, ook in dit geval, spr. sluit
zich aan bij den heer Wilbrink, op zijn
beurt dit padey toelichtend. Onthouden is
den raad geen enkel stuk. Alles lag bij de
begrooting ter visie.
Het rapport over den laagsten inschrij
ver is zoodanig, dat B. en W. met hem
niet in zee meenen te mogen gaan. Hij is
niet voldoende technisch onderlegd. Meer
wil hij in openbare zitting er niet van
zeggen. Gezien deze omstandigheid is
onderhandeld met den heer Kuyf en
vandaar dit voorstel als resultaat.
De heer SCHÜLLER verdedigt nog eens
uitvoerig het eigen-beheer-systeem, ook
voor dit bedrijf. Spr. betwist de cijfers
van den heer Wilbrink en de wethouder.
Zijn klacht over uitzonderlijke behande
ling van zijn voorstel handhaaft spr. vol
ledig. Technische bekwaamheid heeft z.i.
de nu voorgedragene evenmin als de ge
passeerde laagste inschrijver en daarom
wil hij gaarne nadere preciseering.
De heer BERGERS is inzake den laag
sten inschrijver niet geheel tevreden ge
steld en nader verdedigt hij dezen.
De heer MANDERS sluit zich aan bij
den heer Bergers. Minder technisch on
derlegd dan den heer Kuyf ls ook z.i.
de laagste inschrijver niet.
Z.i. kan eigen-beheer in velegevallen
goedkooper zijn. gezwegen nog van beter
werk; misschien zou dit ook hier zelfs
beter zijn dan de weg, nu ingeslagen.
Nogmaals bestrijdt de heer WILBRINK
het eigen-beheer-systeem als duurder.
De heer GROENEVELD bestrijdt den
heer Wilbrink in dit opzicht. Alleen de
arbeidsvoorwaarden etc, spelen soms een
rol ten nadeéle van eigen-beheer, dat ls
juist, doch verkeerd is dit systeem zelfs
aan niet, integendeel. Ook spr. verdedigt
van harte dit systeem. De particuliere
aanneming berust grootendeels op ge
knoei en bedrog.
Wethouder SPLINTER verdedigt nader
de capaciteiten van den heer Kuyf, mede
in verband met het systeem van verpach
ting, Over de kwestie van eigen beheer
zal hij verder maar zwijgen, daarover
wordt hij het toch niet eens met den heer
Groeneveld c.sf'
Nadat de heer SCHÜLLER nog in deze
instantie het woord heeft gevoerd, waar
bij hij zich speciaal richtte tegen den
heel Wilbrink, werd het voorstel-Schülier
inzake eigen-beheer het andere trekt
lilj in verworpen met 1913 stemmen.
Voor de S.DA.P. en de heeren Vos en
Manders.
Dan gaat de raad in geheime zitting.
Na heropening wordt het voorstel-Ber-
gers verworpen met 257 stemmen (die
der R.Kbehalve de heer Tepe.)
Het voorstel van B. en W. wordt daarop
aangenomen z. ll. st., nadat de heer
Schüller heeft verklaard, om voor B. en
W. te zullen stemmen, nu eigen beheer
is verworpen.
Hierna wordt gepauzeerd.
AVONDZITTING.
Afwezig wethouder Splinter wegens on
gesteldheid.
Nadat de begrooting verder is afgehan
deld en ook de kapltaaldienst. verklaart de
heer v. ECK. dat hoewel alle voorstellen
van zijn partij verworpen zijn en de be
zwaren zijner fractie tegen deze begroo
ting dus zijn bestaan, zijn fractie toch voor
zal stemmen, opdat B. en W. bij machte
zijn het bestuur normaal te voeren.
Ook tegen de behandeling heeft spr. be
zwaar. Hier wordt dc begrooting in be
trekkelijk korten tijd afgedaan, op zich
zelf geen nadeel, doch het lijkt hem toch
verkeerd, dat B. en W. de begrooting in
één week geforceerd willen afdoen. Dat ls
nu mislukt, waarna de begrooting' bij stuk
jes en brokjes ls afgedaan en dat oordeelt
spr. een Verkeerde methode. Hij dringt der
halve aan voortaan de begrooting achter
elkaar te behandelen, trots bezwaren, die
spr. wil erkennen.
De heer WILMER steunt den heer v. Eek
in het laatste, maar hij hoopt toch, dat
de begrooting weer voortaan in één week
zal kunnen worden afgedaan, door b.v.
rantsoeneering van den spreektijd. De be
handeling behoeft daardoor z.i niet min
der degelijk te zijn. Spr. verwacht, dat de
partijen elkaar daarbij zullen kunnen vin
den.
De VOORZITTER zegt, dat ook het col
lege niet is' voor behandeling bij stukjes
en brokken. Tot groote teleurstelling van
B. en W. is men niet in een week gereed
gekomen, terwijl de ambtenaren hun uiter
ste best hadden gedaan zoo vroeg klaar
te zijn. Bij herziening van het reglement
van orde kan deze kwestie echter nader
worden bezien.
De begrooting wordt z.li.st. aangenomen.
De gewone dienst is in ontvangst en
uitgaaf vastgesteld op een bedrag van
f. 8.427.294.- met een opbrengst van de
fondsbelasting van f. 384.583 - en een post
van onvoorzien van f. 78.780 -,
De kapitaaldienst sluit met een bedrag
in ontvangst van f. 5.700.825.- en in uitgaaf
van f. 5.440.487.-.
De voorzitter verlaat de vergadering en i
wethouder Tepe neemt zijn plaats in.
12o. Voorstel tot aankoop van het per- I
ceel Bouwelouwensteeg 30 en tot beschik
baarstelling van de voor dien aankoop
henoodigde gelden. (131 1
Goedgekeurd.
13o. Voorstel tot onbewoonverklartng
van de perceelen Kuipershof 1. 2, 4, 6
en 11. (14)
Goedgekeurd.
14o. Voorstel om dc Commissie voor het
Stedelijk Museum „de Lakenhal" te
machtigen tot ruiling van een 2-tal In
het museum aanwezige voorwerpen. (15)
Goedgekeurd.
15u. Voorstel tot het geven van een
naam aan de nieuwe brug over den Rijn
naast de spoorbrug in de lijn Lelden—
Woerden. (16)
Goedgekeurd.
lGo. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden, ten behoeve van de oprich
ting van cursussen voor jeugdige werk-
loozen, dia zich in hun vak verder wen-
schen te bekwamen (17)
Goedgekeurd.
17o. Voorstel om een bedrag van f. 7000
ter beschikking te stellen van. het Crisis-
Comité-Leiden, voor de verschaffing van
steun in natura aan door werkloosheid
getroffen arbeidersgezinnen. (18)
Goedgekeurd.
18o. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden, ten behoeve van den aanleg
van een hoofdriool In den Lagen Morsch-
weg en van een stamriool in een gedeelte
van den Morschweg. (19)
Goedgekeurd.
20o. Voorstel in zake het verstrekken
van een renteloos kasvoorschot aan de
Vereeniging tot Bestrijding der Tuber
culose. (21)
Goedgekeurd.
21o. Voorstel om aan Mei. H. J. van der
Male een jaarlijksche toelage te verlee-
nen wegens hare werkzaamheden aan 't
Consultatiebureau voor zenuw- en gees
teszieken. (22)
Goedgekeurd.
22o. Voorstel tot aanstelling van een
4e verpleegster bij den Gemeentelijken
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst.
(23)
Goedgekeurd.
Voorstel om aan de N.V. Algemeene
Confectiehandel van C. en A. Brennink-
meljer toestemming te verleenen om den
achtergevel aan de Dwarskorenbrugsteeg'
van het winkelgebouw Botermarkt Nis. 5.
0 en 7 hooger op te trekken dan de bij
de verordening op het Bouwen en Sloo-
pen toegestane hoogte. (26)
Goedgekeurd.
GENEESKUNDIG SCHOOLTOEZICHT.
23o. Voorstel;
a. om het voorstel van den heer Koole,
in zake de aanstelling van een vol-
ambtenaar-srhoolarts naast de 4 in
functie zijnde schoolartsen, niet aan
te nemen;
b. om het medisch toezicht op de leer
lingen van de buitengewone school
voor Lager Onderwijs, evenals het
vooronderzoek van die leerlingen, op
te dragen aan een psychiater-spe
cialist;
c. tot vaststelling van de verordening,
regelende het geneeskundig toezicht
op de openbare en bijzondere lagere
scholen, de openbare en bijzondere
bewaarscholen, de kinderbewaar
scholen, de kiuderbewaarplaatsen en
dergelijke inrichtingen, en den werk
kring van den schoolarts.
(313 vair 1981)
Het voorstel Knuttel in deze materie
wordt in handen gesteld van B. en W.
voor praeadvles.
De heer KOOLE beklaagt zich. dat van
een ernstig onderzoek van zijn voorstel
geen sprake is geweest. Men lieeft een
voudig bet voorstel van dr. Horst gehand
haafd. Aan zijn voorstel is z i. niet het
recht gedaan, dat het verdiende
Spr. verdedigt daarop nader zijn voor
stel, sub a genoemd. In korte trekken zet
hij zijn zienswijze over de werkzaam
heden van zoom vol-ambtenaar school
arts uiteen. In de eerste plaats
is er het banken-vraagstuk, uitvoerig
geeft spr. daarvan een schildering. Dan
komt het hygiënische school-gedeelte. In
het derde leerjaar zullen de kindei en
lichamelijk geheel moeten worden onder-
zpcht. evenals in het laatste jagr, zulks
met het oog op de belangrijke beroeps
keuze. Voorts geregelde controle, enz
Tot spr.'s teleurstelling zijn ook de stuk
ken der diverse instanties niet ernstig be
studeerd. Typeerend is wel, dat met Lei
den gelijkstaande plaatsen zoo'n ambte
naar hebben! Spr. bestrijdt achtereenvol
gens de diverse rapporten. Eerst dat van
den heer Baak. voorts dat der plaatselijke
schoolcommissie en tenslotte dat van de
Gezondheidscommissie. Spr. citeert eenlge
malen dr. Geuken; volledig onderzoek van
het geheele lichaam is beslist noodzake
lijk; in het belang der kinderen en van
de ouders. Ook haalt spr. dr. Murk Jan
sen aan.
De heer VOS betuigt allereerst zijn hulde
aan mr. v. d Eist, door wiens taaie vol
harding de schoolartsen-dienst is gewor
den wat zij is: een zegenrijke inrichting,
naar hij nader uiteenzet. De leerplichtwet
heeft zware verantwoordelijkheid op den
raad gelegd. Helaas is de voorziening in
dezen niet goed genoeg, dat blijkt daar
uit dat van alle zijden op verbetering is
aangedrongen, reden waarom B. en W. nu
ook met nieuwe voorstellen komen. Goed
genoeg is z. i. de dienst pas bij aanstel
ling van een vol-ambtenaar-schoolarts.
Zijn ervaring heeft hem geleerd, dat
het onderzoek thans niet volledig is. Be
halve op den Geneesk. Dienst zelf hier,
beroept hij zich op-verschillende medici.
Tal van plaatsen hebben dezen vol-ambte
naar schoolarts reeds en ook te platte-
lande streeft men er naar.
Spr. bestrijdt dan eenige argumenten,
die er tegen zijn aangevoerd. De meerdere
kosten mogen geen bezwaar zijn.
Sub b heeft zijn volle Instemming. Het
voorstel Koole zal spr. steunen, al zag hij
liever alleen een vol-ambtenaar-school-
arts en hij doet een voorstel daartoe.
De heer DONDERS zegt, dat over het
vraagstuk van al- of niet-schoolarts niet
meer gedebatteerd behoeft te worden. Toch
gaat spr. nog even in op de historie en
lilj brengt gaarne hulde aan mr. Aal-
berse naast mr. v. d. Eist. Het gaat alleen
nog maar over de wijze van uitvoering en
daarbij treden een drietal punten op den
voorgrond. Ie. de omvang; 2e. de methode
van onderzoek; 3e. de personen, door wie
dit behoort te geschieden.
Achtereenvolgens licht spr. deze drie
punten nader toe.
Wat omvang betreft, dit omvatte in
1906, het jaar van invoering hier, medisch
toezicht, opdat zieke kinderen geen ge
vaar opleveren voor de anderen. Verdel
ging men niet. Ook de methode van on
derzoek was daarop ingesteld. Inderdaad
heeft dit reeds zegenrijk gewerkt en do
schoolartsen verdienen hulde voor hun
werk. Intusschen hebben de denkbeelden
zich ontwikkeld en worden de elschen
hooger gesteld. Het schoolspreekuur heeft
veel beter resultaat opgeleverd dan het
schoolonderzoek, met cijfers toont spr. dat
aan. Het schooltoezicht is geworden een
onderdeel van de algemeene preventieve
geneeskunde! Spr. doet een drietal medi
sche aanhalingen in dezen. De schoolhy-
giëne werd in 1906 niet opgenomen; nu
neemt men deze als onderdeel algemeen
aan, .spr. citeert opnieuw.
Ook verder beziet spr. wat thans ge
vraagd mag worden. In hoeverre voldoet
de voorgestelde verordening aan de nieuwe
eischen? Art. 4 ondervangt z.i. deze eischen
voldoende en hij oordeelt dit art, een
groote verbetering.
Wat de methode van onderzoek betreft,
ook hier past de nieuwe verordening zich
wel aan bij de nieuwe zienswijze, doch
voldoen dost de methode hem niet, Aan
de eene zijde is er een teveel, de verplich-
het Engelsch van MORICE GERARD
door Emma A. H.
HOOFDSTUK XI.
De terugkeer van den koning.
ge maand Mei liep op haar einde,
rhen de krijtrotsen van Dover was een
menigte verzameld. De bewoners
ren saam gestroomd aan de oevers; ieder
«rekje van den kelder tot den zolder,
mot mogelijkheid gelegenheid
flirt j 80 voor een persoon, werd ge
pist, daarenboven waren er aan weers-
E 7L°P }?hdtong tenten opgericht.
K groote veldtent was geheel met wim-
SP dr°eg de koninklijke vlag
I den vergulden top.
Riifenlt? °°Sen keken uit over
«leb? L?m het eerste de boot in het
van de groote vloot, die
i al <ïu ill e naar ziJn eigen land.
Trouw» h?n»van rondzwerven,
i nooit hoS n dopten allerwegen;
toeld nnoft !}at'e 2'ch zooveer één
Itemachün»'7 deJeestdrl£t zoo groot,
Jest^ndir al aP° h°°s gespannen ge-
'ers werden ènk»i»ens?ezlnde toeschou-
ieritt- soldata^ ontevredenen opge-
fteranen van Cromwell's oud leger,
Eter'PuriteLn°PEedy Br'dge en Wor-
Ëche'nde meniïte 7' w,ie de dag en de
«aren Robert rit» 00 e vervloekingen
Hen rand, wat biyk "Jg, zS
zijn godsdienstige als van zijn politieke
geloofsbelijdenis. Gemelijk knikte hij
Darcy toe, want de herkenning was weder-
keerig. Robert was één van een groepje,
waartoe zijn broer, zijn moeder, sir Eve
lyn Lee en Lucille behoorden. Hij was naar
Dover gekomen in dienst van generaal
Monk; dit was tot besluit van zijn off 1-
cieele betrekking bij den oud-soldaat.
Monk was op het punt om het ambt, dao
hij had bekleed, in opdracht van den
Raad van State, in handen van Karei over
te dragen, om van hem een nieuwen rang
en positie te krijgen. Hij zou tot hertog
van Albemarle en tot opperstalmeester
benoemd worden; in deze hoedanigheid
zou hij geen adjudant noodig hebben.
Had Darcy dit gewild, dan zou hu een
andere waardigheid met
kunnen verkregen hebben; dit werdhem
zelfs opgedrongen, maar hij had besloten
om zijn betrekking tot het Hof te jerbre-
ken, of liever: om niet den
den burgerdienst te verwisselen, Zune^en
landgoed behoefde zijn zorg,
keek vol verlangen naar zijn gezelschap
uit. In het verschiet zag bij een vooruit-
zicht, dat, als het bereikt werd, hem ruim
schoots vergoeden zou wat mj aanzy
eerzucht te kort deed door deze weigering
van een burgerambt.
Uw vrienden hebben het Oe\vonnen,
kapitein Darcy! zei Holden.
Je meent, dat heel vprbe-
gen zal wat het zoo vurig vei langt, ve be
te-eE^nrwispelturiS volk, antwoorddede
Puritein. Als ze zoo bewegelijk als water
blijven, dan zullen ze nooitJ16 °v|i
hand behalen. De dag zal
dat zij, die nu juichen, hun d"a^heden
en hun verkeerdheden zullen beweenen.
In dezen Jongen man, dien I
Stuart noemt, koning ^.fEbne%0rVen
stroomt verkeerd sap; bloed, dat bedorven
is. Het is bij hem een bodem, waarop on
kruid woekert, geen bloemen
en wat hij vandaag belooft, doet hij, over
eenkomstig zijn aard, morgen precies om
gekeerd.
Je bent een ongeluksprofeet, Holden,
bracht sir Evelyn In het midden.
Ik voorspel de waarheid, ofschoon u
het misschien niet meer beleven zult.
En met een tikje aan zijn smal geran-
denhoed Dep de Puritein verder, met ge
bogen hoofd, en zich met de ellebogen een
doortocht banend door de feestelijk uitge
doste menigte, die hem uitjouwde, als hij
hen passeerde.
Nauwelijks had dit voorval zich afge
speeld, of een hoera werd aangeheven,
steeds overgenomen door meerdere stem
men, tot het aanzwol tot een oorverdoo-
vend gejuich: zij, die op de hoogste pun
ten stonden, hadden zeilen van naderende
booten ontdekt. Met den wind gunstig
achter zich kwam het koninklijk convooi
afgezeild op Dover.
Er verliep een uur, toen nog één; toch
was de belangstelling zoo zeer gespannen
dat het slechts enkele minuten leek. De
schepen waren van bakboord naar stuur
boord met vlaggen en vlaggedoek versierd.
Saluutschoten donderden van het strand
naar de vloot en omgekeerd.
Een boot werd uitgezet met officieren in
schitterende uniformen. Ze kwam naar de
landingsplaats; in het midden zat een
jonge man, nauwelijks dertig, gekleed in
vloletten mantel, vastgehaakt met de een
of andere medaille, en met een ster op de
borst, die schitterde in de stralen van de
zon. Hij onderscheidde zich door waardig
heid en koninklijke houding, toen hij aan
de landingsplaats uitstapte, bijgestaan
door een admiraal van de vloot. Zijn gelaat
was donker en gebruind: zijn neusgaten
stonden wijd uit, zijn oogen lagen eenigs-
zins diep. Ofschoon hij pas dertig was,
had hij het uiterlijk van iemand, die veel
doorgemaakt, veel gedragen heeft en
naar menigeen hoopte ook veel ge
leerd had.
Karei had zijn geboorteland bereikt en
was er aan wal gestapt met zekerheid in
blik en houding, en toch niet geheel vrij
van eenige bevreesdheid toen hij naar
voren trad. Even achter hem kwam zijn
broer en dan volgden de officieren, die
hem van het schip vergezeld hadden.
Toen ging er andermaal een gejuich op.
bijna niet minder sterk en bedoeld voor
iemand, die van de landzijde kwam. Die
strijdhaftige gedaante zat op een kolos
saal paard, met het gelaat, dat nooit een
geheim verraden had; de man, die bewon
dering had afgedwongen van het geheele
land door zijn onbezweken moed en vol
strekte trouw, door zijn wijsheid en ge
matigdheid, de man, die de grootste on
derdaan van den staat was geworden, met
andere woorden: generaal Monk, reed zijn
heer tegemoet.
De menschen vroegen zich met verwon
dering af wat hu zou doen; hoe degene,
die den koning geroepen had. zijn koning
begroeten zou. Een ieder begreep, dat zon
der hem de terugkeer van den koning nog
niet zou hebben plaats gehad, zoo die over
het geheel al tot stand gekomen zou zijn.
Hoe zou Monk den koning ontvangen?
Hoe zou de koning den generaal ont
vangen?
Dit waren vragen, die straalden uit den
blik van s' degenen, die daar bijeen wa
ren, toen de twee elkaar naderden.
Achter Monk reden alle groote mannen
van het rijk, met historische titels en his
torische namen, hertogen, graven en
leden van het parlement, mannen, die ter
zijde hadden gestaan gedurende de jaren
van Cromwell's macht en die nu te voor
schijn getreden waren, om te begroeten
den eenigen persoon, aan wlen zij meen
den trouw schuldig te zijn. Op geen van
die, groot als ze waran, beteekenisvol als
de gelegenheid was, bleef de aandacht van
de menigte ook maar voor een oogenbllk
gevestigd.
Monk alleen nam aller aandacht in be
slag; Monk en zijn koning.
Lucille wendde zich om en keek naar
Darcy; zij herinnerde zich weer het
oogenblik, dat haar hand had gerust op
den arm van den generaal en zij iets ge
voeld had van zijn grootheid, die nu door
allen, zonder onderscheid, erkend werd.
Gij zijt trotsch op hem, fluisterde zij.
Ja, antwoordde hij, zeer trotsch.
Toen hij sprak werd zijn aandacht in
eens afgeleid. Lucille voelde het en haar
blik volgde de richting van den zijne:
achter Monk, in den vroolijken optocht,
reden de hertogen van Buckingham en
Manchester naast elkaar, leder naar de
laatste mode gekleed, terwijl Buckingham,
als altijd, de knapste van het gezel
schap was.
De oogen van den hertog waren gericht
op Robert Darcy. Hij verwaardigde zich
niet tot eenig teeken van herkenning,
maar uit den blik van haat, dien hij
DRrcy toewierp, bleek duidelijk, dat hij
niets vergeten en vergeven had.
Lucille huiverde zelfs in den warmen
zonneschijn, want een voorgevoel bekroop
haar van leed, dat niet haarzelve, maai
den man aan haar zijde bedreigde, die
tegenover haar toch verschilde van alle
anderen, al besefte zij nu ook niet. waarin
dit ondescheid bestond.
Buckingham keek den anderen kant uit
en daarmee was de kracht van zijn blik
verbroken.
Een oorverdoovend gejuich weergalmde
door de lucht. Monk steeg af en trad nader
tot Karei, boog op één knie en. terwijl hij
de hand van zijn koninklijken heer hof
felijk omhoog hield, kustte hij die als de
onderdanlgste dienaar.
Sharel was ten zeerste getroffen; wat hü
verwachtte, wist niemand, maar het eer
betoon had zijn voor indrukken vatbaar
gemoed innig ontroerd.
(Wordt vervolgd).