PASTILLES DROSTE
30
EEN LEVEN OM EEN LEVEN
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 31 December 1931
Zesde Blad
No. 22019
UIT DE RIJNSTREEK.
UIT DE OMSTREKEN.
DE STERRENHEMEL IN NEDERLAND IN DE WEEK VAN
30 DECEMBER 1931-6 JANUAR11932, 20 UUR M. T.
d£tild ivei/aotn.
FEUILLETON.
HAZERSWOUDE.
GEMEENTERAAD.
Vergoeding Bijzondere scholen De werk
verschaffing De Rijksbijdrage aange
nomen Tot afkoop tol besloten
Heffing pensioensbijdrage.
De Raad kwam in openbare vergadering
bijeen. Alle leden tegenwoordig. Voorzitter
de Burgemeester. Na opening met ge
bed worden enkele ingekomen stukken
voor kennisgeving aangenomen zooals de
goedkeuring van een comptabiliteitsbe-
sluit, de balans en verlies- en winstreke
ning van den keuringsdienst van waren
te Leiden, het proces-verbaal van kasop-
neming bij den gemeente-ontvanger, de
verdagine van de beslissing van de Ged.
Staten op het besluit inzake de niet-aan-
koop van aandeelen Bank Nederlandsche
gemeenten en het bericht van deze bank
dat genoegen genomen wordt met den
niet-aankoop dier aandeelen. Van de ge
meente Wehl is een verzoek ingekomen
om adhaesie te betuigen aan het adres
van die gemeente betreffende de instel
ling van een afzonderlijk departement van
Landbouw. B. en W. zijn ook wel van de
wenschelijkheid daarvan overtuigd doch
achten dit nu net bepaald op den weg der
gemeenten liggen om zich daarmede te
bemoeien. Na eenige bespreking wordt het
verzoek voor kennisgeving aangenomen.
Op verzoek van den heer S. de Bruin
wordt besloten het laantje in het Dorp,
'vaar eenige huizen gebouwd zijn Kamp
laan te noemen. Een adres van H. van
Wieringen om bij te dragen in de kosten
van demping van een sloot wordt in han
den gesteld van B. en W. om advies.
B- en W. stellen voor de vergoeding aan
de bijzondere scholen over 1928 en 1929
als volgt vast te stellen:
Chr. School Dorp resp. f. 1698.48; en
f. 2518.40; RX. school Dorp resp. f. 1780.74
en f. 2267.56; R.K. school Oostbuurt resp.
f. 1466.98 en f. 1969.79; Chr. school, Rijn
dijk resp. f. 2305.— en f. 2777.87; R. K.
school Groenendijk resp. f. 1437.en
f 2043.10. De voorzitter licht toe dat de
vergoeding is berekend naar een gemid
deld bedrag per leerling van f. 15.28 wat
1928 betreft en naar f. 17.75 wat 1929
aangaat.
Met alg. st. wordt hierna de vergoeding
aan de bijzondere scholen ingevolge art.
101 der Lager Onderwijswet vastgesteld
als door B. en W. voorgesteld.
Aan de orde is nu een voorstel van B.
en W. tot wijziging van de regeling inzake
de werkverschaffing. Vooraf deelt de
Voorzitter mede dat de Kerstdagen door
betaald zijn voor zoover in de vooraf
gaande week die dagen (Vrijdag en Za
terdag) gewerkt is.
De heeren M. Scheel en J. de Kort dee-
len mede dat ongelijk is gehandeld, de
eene heeft de Kerstdagen in 't geheel niet
doorbetaald gekfegen, een ander alleen
eerste Kerstdag en andere beide dagen.
Zij achten het gewenscht dat een Com
missie wordt benoemd speciaal belast met
de regeling der werkverschaffing.
De Voorzitter zal onderzoeken in hoe
verre er reden tot klacht is. 't Is echter
normaal dat niet alle werkloozen twee
dagen doorbetaald hebben gekregen. De
georganiseerden werken drie dagen en
trekken drie dagen. Die nu de eerste drie
dagen der week gewerkt hebben komen
niet voor doorbetaling voor de Kerstdagen
in aanmerking. Andere werkloozen werken
geregeld vijf dagen. Die kregen één Kerst
dag doorbetaald. Alleen zij die zes dagen
werken hadden recht op doorbetaling van
twee dagen. Wat het benoemen van een
Commissie aangaat is het beste de maand
Januari af te wachten. B. en W. zijn
voornemens elke week met den Gemeen
te-opzichter en Kerkvliet te vergaderen.
Voldoet dit dan kan zoo voortgegaan wor
den, voldoet zulks niet dan zullen B. en
W. met een voorstel in de richting als
gevraagd komen.
Vervolgens deelt de Voorzitter mede
dat tot nu toe f. 5000.is uitgegeven
voor werkverschaffing. Wekelijks kost het
ongeveer f. 600.— Onder deze omstandig
heden achten B. en W. het niet gewenscht
dat deze gemeente op zichzelf blijft staan.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw is bereid aan deze gemeente
subsidie te verleenen inzake de werkver
schaffing. Tot 2 Januari 25%, daarna
bestaat kans op een hooger percentage.
Aan die Rijkssubsidie zijn echter voor
waarden verbonden. Het loon moet bij een
48-urige werkweek 30 cent per uur bedra
gen. De kindertoeslag moet bedragen. 50
cents per kind beneden de 14 jaar, te be
ginnen bij het derde kind. Waar deze ge
meente 1 Mei a.s. de opbrengst van de
tol zal moeten missen stellen B. en W.
voor de Rijksregeling te aanvaarden. De
finaniceele toestand dezer gemeente
eischt dit. Bij de bespreking die volgt, acht
de heer Scheel een steunregeling ge
wenscht naast de werkverschaffing en
vraagt hij een regeling voor de dagen dat
niet gewerkt kan worden vanwege het on
gunstige weer. Voorts acht hij dat door
het baggeren de werkloosheid wordt ver
groot. De boeren zullen liever bagger heb
ben van de Werkverschaffing omdat dit
goedkooper uitkomt.
De heer J .de Kort is er voor een verzoek
tot de Kroon te richten voor de werk
loozen, de loonregeling door den Minister
voorgesteld is te laag.
De heer C. A. van Dam verklaart zich
voor aanvaarding der subsidie van het
Rijk. Voor de dagen dat het ongunstig
weer is kan nader in voorzien worden. De
opmerking van den heer Scheel over het
baggeren verklaart hij onjuist. De heer
D. Buitenhuis bespreekt de loonen die
thans betaald worden en die welke het
Rijk wenscht.
De Voorzitter ontraadt een steunrege
ling. Voor de dagen dat niet gewerkt kan
worden vanwege het weer zal een nadere
regeling worden gevraagd aan den Mi
nister. Van verschil tusschen georgani
seerden wil de Minister niet weten.
De heer J. de Kort vraagt om moreele
en financieele steun voor de jonge werk-
looze menschen.
Het voorstel van B. en W om de Rijks
bijdrage met de daaraan verbonden voor
waarden te aanvaardenwordt tenslotte
met alg. st. aangenomen.
Op voorstel van B. en W. word met alg.
st. het Waterbedrijf aangewezen als tak
van dienst en regelen daarvoor vastge
steld zulks ter voldoening aan de gewij
zigde Gemeentewet. Het Centraal bureau
voor Verificatie der Vereeniging van
Nederl. Gemeenten wordt aangewe
zen voor de deugdelijke verklaring der
rekening.
Het suppletoir kohier hondenbelasting
dienst 1931 wordt vastgesteld op f. 10.—.
De post werkverschaffing op de begroo
ting dienst 1931 wordt met f. 2000.ver
hoogd.
In behandeling komt nu een voorstel
van B. en W. om de tol op den Gemeene-
weg met ingang van 1 Mei 1932 op te
heffen en de weg en de grond langs ge
noemden weg aan de Provincie over te
dragen. De Raad gaat, alvorens daartoe
over te gaan in besloten vergadering. Na
heropening deelt de Voorzitter mede dat
de Provincie na herhaalde besprekingen
bereid is voor de opheffing van de tol
f. 3500.per jaar te vergoeden echter
moet de gemeente aan de Provincie jaar
lijks betalen voor bijdrage in het onder
houd van den Gemeeneweg en de nieuwe
weg naar den Hoogeveenschenweg f. 3480.
Provincie en Gemeente zouden elkaar dus
ongeveer met gesloten beurzen kunnen
betalen. Voor den grond langs den Ge
meeneweg. voor zoover die eigendom van
de gemeente is, zal de Provincie f. 20.000
uitkeeren. Bovendien zijn door de ge
meente enkele bedingen gemaakt in be
trekking tot de werkverschaffing.
De Provincie wenscht zich het recht
voor te behouden de f. 3500.af te koo-
pen tegen den penning, welke in overeen
stemming zal zijn met den op het tijdstip
van dien afkoop geldenden rentevoet. B.
en W. zijn van oordeel dat deze zaak thans
voortgang moet hebben. De tol bracht
tot heden f. 16.000 op zoodat het een be
langrijk verlies is voor de gemeente. Om
echter door te gaan met tol heffen daar
tegen zijn ernstige bezwaren.
De heer C. A. van Dam betreurt de
opheffing van den tol in verband met de
belangrijke inkomst daarvan voor de ge
meente. Op verschillende gronden moet
het echter. Wat de afkoop van de f. 3500
betreft is het gewenscht een percentage
vast te stellen waarboven geen afkoop
mogelijk is b.v. hoogstens 4%.
De heer D. Buitenhuis is er voor dat
vastgelegd wordt dat afkoop slechts mo
gelijk is wanneer beide partijen zulks
willen.
Nadat nog verschillende heeren over dit
voorstel het woord gevoerd hebben wordt
het, aangevuld met hetgeen de heer van
Dam over den afkoop van de f. 3500.
heeft opgemerkt, aangenomen.
B. en W. stellen voor P. Plomp tot 1 Mei
1932 her te benoemen tot tolgaarder,
waartoe met algemeene stemmen wordt
besloten.
Hiema is in verband met de opheffing
van den tol aan de orde een voorstel van
B. en W. om 50 opcenten te heffen op de
vermogensbelasting. De opbrengst daar
van wordt geraamd op f. 2500.
De heer D. Buitenhuis bestrijdt deze
belasting en geeft in overweging b.v. de
opcenten op de gemeentefondsbelasting
nog meer te verhoogen.
De heer C. A. van Dam herhaalt zijn
voorstel, dat in de voorgaande vergadering
was verworpen, om 8%% pensioensbij
drage te heffen van alle ambtenaren, dus
ook van de ambtenaren vóór 1 Januari
1923 aangesteld, die tot heden vrijgesteld
waren van die bijdrage.
De Voorzitter ontraadt dit thans te
doen nu ook verlaging der traktementen
aanstaande is. Eerst S'/s'ln en dan verla
ging van 't tractement acht hij te veel in
eens, vooral voor den gemeentewerkman
en de veldwachters.
De heer J. de Kort stemt volkomen in
met den heer van Dam. Hij is ook voor
het heffen van die bijdrage. De heer M.
Scheel wil wachten tot bekend is hoeveel
de verlaging der tractementen zal bedra
gen. De heer D. Buitenhuis stelt voor te
beginnen met 5% te heffen. De heer A.
J. de Jong geeft den heer van Dam in
overweging deze zaak naar B. en W. te
verwijzen opdat deze met een voorstel
komen. Hij ontraadt thans direct een be
slissing te nemen. De heer A. de Bruyn
Yzn. dringt aan op afwachten. De heer C.
A. van Dam is voor een beslissing in deze
vergadering.
Het voorstel van den heer van Dam
wordt daarop met vijf stemmen tegen
aangenomen. Het voorstel om 50 opcenten
te heffen op de vermogensbelasting wordt
met alg. st. aangenomen.
Rondvraag.
De heer M. Scheel vraagt hoeveel schui-
tenhuur de gemeente betaalt aan Kerk
vliet en wanneer het vischwater in de
Loetevaart verpacht wordt. Voorts stelt hij
voor aan de werkloozen alsnog een Kerst-
gave te geven nu bij wijze van Nieuw
jaarsfooi. Die gave zou kunnen gegeven
worden in natura.
De Voorzitter zal in de volgende ver
gadering de schuitenhuur mede deelen.
Het vischwater in de Loetevaart wordt
spoedig verpacht. Wat het geven van een
extra aan de werkloozen betreft: de ge
meente is geen instelling van weldadig
heid om allerlei als spek. boonen, soep
enz. aan de werkloozen te geven.
Zij ontvangen hun weekloon en daar
mee uit. Dat is geen terrein voor de ge
meente doch van de particuliere welda
digheid. van Diaconiën en Armbesturen.
Die hebben dat altijd gedaan en zullen
dat ongetwijfeld nog doen.
De heer J. de Kort geeft in overweging
geen soep doch steenkolen te geven.
Voorts vraagt hij steun voor de werklooze
jonge menschen die moreel en financieel
te gronde gaan.
Bij stemming blijkt dat alleen de heeren
J. de Kort en M. Scheel voor een extra
zijn voor de werkloozen
\ALSMEER.
JMEENTERAAD.
Landverhuring. De steunregeling.
De raad kwam in openbare zitting bijeen,
onder voorzitterschap van burgemeester J.
Kastelein. Alle leden aanwezig.
Na opening en mededeeling van goed
keuring door Ged. Staten van gemeente
rekening 1929, alsmede van verschillende
bedrijven, was het moment aangebroken,
waarop de gemeente-ontvanger, de heer
G. Hazenberg, zijn functie, welke hij zoo
vele jaren had bekleed, voorgoed zou neer
leggen. De heer Hazenberg werd door den
voorzitter op hartelijke en waardeerende
wijze toegesproken en hem het beste toe-
gewenscht met de zijnen. De heer Hazen-
©EERSTE KW.
©VOILE MAAN
Cl LAATSTE KWARTIER
0NIEUWE MAAN
ZUID
VENUS
MARS
JUPITER
SATURNUS
Bij den aanvang van het nieuwe jaar
steekt de Groote Hond (helderste ster
Sirius) den kop om den hoek (in het
Z.O.). Orion klimt steeds hooger. Jupiter
wordt in den na-avond in het O. goed
zichtbaar.
Men dient er rekening mede te houden,
dat in werkelijkheid het Oosten rechts en
Westen links van den toeschouwer is,
wanneer deze met den rug naar 't Zuiden
en het gelaat naar 't Noorden gewend
staat; men pleegt echter bij sterrekaarten
dit om te keeren, om geen spiegelbeeld
van den hemel te krijgen. Wil men nu
b.v. de sterrebeelden aan den Oosthemel
opzoeken, dan neme men dat deel van
den kaarthorizon, waar OOST staat voor
zich, zoo, dat de Poolster (aan het einde
van den Kleinen Beer) van den toeschou
wer is afgewend: men zal dan voor het
NO-lijke vierdepart van de kaart de
sterrenbeelden zien, juist zoo, als zij aan
den hemel staan.
De sterren ln bovenstaand kaartje, die
een gekartelden rand hebben zijn van de
le grootte of helderder; de dikke ronde
stippen zijn sterren van de 2e grootte en
al de andere, kleinere stippen zijn sterren
van de 3e of van een lagere grootteklasse.
berg bracht wederkeerig dank voor het in
hem gestelde vertrouwen, waarbij hij her
innerde aan de prettige wijze van omgang
met de ambtenaren.
Hierna werd de nieuw benoemde ge
meenteontvanger, de heer A. Visser, door
den voorzitter als zoodanig beëedigd.
Op een verzoek van L. Statema, hoofd
der o. 1. school Uiterweg. om overplaatsing
naar de nieuw te bouwen school in Plan
Zuid, werd gunstig beschikt.
Tot lid der plaatselijke commissie van
toezicht op het L. O. werd herbenoemd
de heer J. Schaper.
Naai- aanleiding van daaromtrent reeds
eerder in den raad naar voren gekomen
wenschen. deed de voorzitter mededeeling,
dat van B. en W. geen voorstel is te ver
wachten Aalsmeer in de personeele belas
ting te plaatsen van de 7e in de 6e klasse.
Op voorstel van B. en W. werd besloten
om geen adhaesie te betuigen aan het dooi
den raad der gemeente Wehl aan de Kroon
gezonden adres, betreffende instelling af
zonderlijk ministerie van landbouw
Op een adres van bewoners van den
Harmweg, om straatverlichting ten Zuid-
Westen van den Machineweg, werd afwij
zend beschikt.
Op voorstel van B, en W. werd besloten,
voor 5 jaar te verhuren plm. 3 H.A. land
aan de voetbalvereeniging „Aalsmeer" a
f. 80 per H.A. per jaar. De gemeente neemt
daarbij de verplichting op zich, bij even-
tueele huurbeeindiging een ander terrein
beschikbaar te stellen. Voorts werd beslo
ten tot 1 Januari 1933 de overeenkomst
met de voetbalvereeniging „O.N.I.". be
treffende verhuur van een perceel land,
groot 120 H.A.. a f.80 per H.A. per jaar,
te verlengen.
RECLAME.
226
ONOVERTROFFEN SMAAK EN KWALITEIT
4444.
RECLAME.
3024
Over een voorstel-Zeestraten, de sport
terreinen Zondagsvoormiddags gesloten te
houden, staakten de stemmen. 66. Links
tegen rechts. (De heer Harting links
had voordien, wegens andere bezigheden,
de vergadering verlaten).
De voorzitter deed mededeeling van de
goedkeuring der steunregeling door de re
geering; echter zal alleen rijkssteun voor
cnsiswerkloozen in den landbouw worden
verleend. Daar deze gemeente hoofdzake
lijk uit tuinbouwers bestaat, droeg den
raad het dag. bestuur op, om alsnog te
trachten om hier tot een eigen steunre
geling te komen.
Aan het slot van de zitting gekomen,
wenschte de voorzitter den leden en hun
gezinnen een zalig uiteinde en een pret-
tigen inzet van het nieuwe jaar 1932.
Ernstige val.
De timmerman H. de W. was bezig met
werkzaamheden in de Doopsgezinde Kerk,
toen hij het ongeluk had van een trap te
vallen. Hij kwam met zijn hoofd op den
vloer terecht, waardoor inwendige verbloe
ding ontstond. Naar voorlooplg behandeld
te zijn, is de man per auto naar zijn wo
ning in het Oosteinde vervoerd, waar ge
neeskundige hulp werd verleend.
Op den Uiterweg werd een dame uit
Amsterdam door een wielrijder aangere
den. Zij kwam daarbij te vallen, met het
ongelukkig gevolg, dat een harer beenen
brak. Na voorloopig behandeld te zijn, is
zij per auto naar haar woonplaats ver
voerd.
Naar het Engelsch van MORICE GERARD
door Emma A. H.
9)
Onder het spreken hield hij de lantaarn
op, om het vertrek te overzien; daardoor
toonde hij zijn eigen gelaat heel duide
lijk aan Lucille, die hem aanstaarde met
wijd-open oogen. Mademoiselle hield
haar gezicht geheel verborgen; enkel het
zwarte haar stak af tegen het witte kus
sen.
Met het breede, maar niet hooge voor
hoofd, de groeven boven de oogen, die
uitpuilende en toch doordringend waren,
den grooten, gebogen neus en de massieve
kin, getuigde dit gelaat van kracht, op
rechtheid en groot verstand; de overheer-
sching van een persoonlijkheid, zooals het
menschdom er maar weinigen telt.
U kunt mij op uw woord van eer
verklaren, sir Evelyn Lee, dat er niemand
onder die bedden verscholen ligt, dan zal
ik niet verder kijken?
Ik durf er een eed op doen, sir; hij,
dien u zoekt, is niet in dit vertrek zoo
min als hij binnen deze muren vertoeft.
Uw toon van spreken klinkt waar,
sir, maar in dit geval moet zelfs geen ge
loof geslagen worden aan juiste berichten
uit betrouwbare bron.
Wat ik zeg, is waar.
Ik ben geneigd u te gelooven, mis
schien tegen mijn eigen oordeel in. Maar
let wel: als uw verklaring blijkt onwaar
te zijn, dan zal het verval van uw huis
zijn, gelijk aan dat van de huizen op zand
gebouwd, waarvan de Heilige Schrift
spreekt.
Ik wensch bij mijn verklaring te
blijven, sir.
Voor een oogenblik boog de man met de
lantaarn zich over het opgeheven ge
zichtje van Lucille en sprak:
Wees niet bang, kind; wij zijn recht
schapen menschen, die niets ondernemen
tegen de argeloozen en onschadelijken.
Slaap in vrede, met een gerust geweten!
Hij scheen haar een soort zegen te ge
ven. toen trad hij met de lantaarn het
vertrek uit en sloot de deur achter zich.
Een paar minuten later viel de groote
halldeur met een slag dicht.
Den volgenden morgen, wist Lucille dat
haar nachtelijke bezoeker Master Crom
well zelve was geweest.
BOEK II.
HOOFDSTUK I.
De adjudant van generaal Monk.
Ken je deze streek, Robert?
De spreker was een flinke man met licht
gebogen schouders en met al grijzende
snor en hoofdhaar onder zijn pruik, die
wat van zijn breed voorhoofd weggescho
ven was; grijze oogen diep en kalm, waar
van de blik niet was te doorstaan, voor
wie met een leugen of een uitvlucht
kwam; een mond, die van kracht en voor
zichtigheid blijk gaf. Lippen, wat dun, of
de eigenaar er van hard, ja soms zelfs wel
eens wreed kon wezen, maar toch zou het
geheel beheerscht worden door het even
wichtig gemoed, dat achter die grijze
oogen school.
Hij was gekleed in een mooie uniform
van zwart fluweel met grooten, witten
kraag. De omgeving, waarin hij nu zat,
scheen niet geëigend voor dezen man in
zijn hooge positie: bet was de keuken
van een boerenhoeve. In den ruimen
haard hingen verscheidene hammen en
zijden spek te rooken, boven het hout
en turfvuur, tot ze door haar geur bewe
zen het vereischte punt bereikt te heb
ben. Naast hem stond een vurenhouten
tafel, waarop papier lag, met het water
merk van die dagen; twee of drie veeren
pennen en een inkthoorn; onder zijn
linkerelleboog lag een ruw uitgevoerde
kaart van Midden-Engeland. Hij zat niet
voor, maar om de tafel heen, met de bee
nen uitgestrekt, als moesten die zich ont
spannen, na enkele uren in het zadel te
hebben gezeten.
Tegenover dien merkwaardigen man,-
met den rug naar den diepen schoorsteen,
zat de persoon, tot wien hij de vraag ge
richt had: kapitein Robert Darcy, een
tweede zoon van sir William Darcy van
Elberfield, op dit tijdstip een jong soldaat
van twee-en-twintig jaar, toegewezen als
secretaris en adjudant, aan den man,
die aan tafel zat.
Robert Darcy had weinig gelijken en
geen superieuren in het leger, waartoe hij
behoorde misschien zelfs niet over heel
de uitgestrektheid van de Britsche eilan
den lang en welgemaakt, meer aristo
cratisch dan knap van uiterlijk, had hij
iets in zijn houding en optreden, dat trof,
al degenen, met wie hij in aanraking
kwam. Daar hij een bekwaam soldaat en
een uitstekend ruiter was, vlug van begrip
en snel van uitvoering, /ad generaal
Monk, hoofdbevelhebber van het leger in
Schotland, al vroeg cornet Darcy aange
wezen voor diensten, en toen deze al ras
tot den rang van kapitein was bevorderd,
had Monk hem in zijn particulieren dienst
genomen.
Dit was voorafgaand aan den tijd, toen
een eigenaardige opeenvolging van ge
beurtenissen daarmee eindigde, dat de
hoofdbevelhebber van het Schotsche leger
scheidsrechter werd over het lot van
Engeland,
Oliver Cromwell was ter ruste gegaan en
had een denkbeeldigen scepter achterge
laten in de krachtelooze hand van zijn
Richard. Gedurende vijf maanden had
deze schijnbaar het bestuur voortgezet;
toen had hij zich teruggetrokken in het
particuliere leven. De natie wachtte geme
lijk af. het leger, dat te Blackheath en
Hounslow gekampeerd lag, overweldigde
de hoofdstad. Generaals als Lambert en
Harrison en Desborough trachtten de
plaats in te nemen, die Cromwell voor
zich bemachtigd had, maar ieder van hen
ontbrak het juist aan die ééne hoedanig
heid, waardoor de groote protector zich
van zijn partij genooten onderscheiden
had. Het parlement wachtte op een be
slissing, de hoogere en lagere adel bleven
hun zetels innemen met vrees en hope.
Duizenden harten wendden zich tot den
jongen man. den rechtmatigen erfge
naam, zooals zij hem beschouwden, van
een koninklijken troon, die, toen dit ver
haal begon, een schuilplaats vond in het
verborgen vertrek van het heiligdom van
Grangeland Abbey.
Karei Stuart!Wanneer zou die weer
in zijn rechten treden? Wie zou hem te
rugvoeren aan een volk. dat naai' vrede
verlangde en een geregeld bestuur?
In ademlooze spanning wachtte men
den loop van zaken af, want een leger, dat
al in een honderdtal gevechten den zege
praal had behaald, versperde den weg;
deze Puriteinsche soldaten hadden niets
te winnen, niets te hopen, alles te verlie
zen van een Stuart.
Toen was er een lichtstraal verschenen
aan den horizon. De man. die vergeten
was, overschaduwd en toch van onverge
lijkelijke grootheid, nu Cromwell weg
was, liet zich plotseling gelden.
George Monk stond aan het hoofd van
een leger van achtduizend man, waar
van leder soldaat een beproefd oudgedien
de was, innig gehecht aan den generaal en
trouw onder elkaar, zulk een man zou niet
voldoende zijn om een groote natie te
winnen, maar het was een eenheid tegen
over die verdeelde kleinere machten, die
naijverig waren op elkaar en wien het
aan samenwerking en bekwame leiding
ontbrak.
Generaal Monk, aan het hoofd van zijn
achtduizend man. trok over de grens en
begaf zbich naar Londen. Wat zou hij van
plan zijn? Zou hij den tegenstand over
winnen van het leger, dat bij Londen lag
geschaard? Kon en wilde hij ook Karei
Stuart terugbrengen?
Dit waren de vragen, die men zich alom
in den lande stelde, nauwlettend acht
gevend.
Monk had nu Midden-Engeland bereikt
en had een boerenhoeve, tusschen de
Trent en den Avon tot zijn persoonlijk
hoofdkwartier gemaakt Hij had Darcy
ontboden; die was zoo juist binnengeko
men, toen generaal Monk hem de vraag
stelde of hij dat deel van het land kende.
Neen. generaal, niet zoo heel best,
antwoordde hij. Ik ben hier geweest als
kleine jongen, maar sinds dien niet meer.
Hoe kwam je hier zoo, Robert?
Mijn moeder heeft familie op Gran
geland Abbey.
Generaal Monk trok de wenkbrauwen
samen, waarmee hij zijn verrassing te
kennen gaf.
Het is eigenaardig zei hij zacht tot
zichzelven. maar toch luid genoeg dat
zijn adjudant het hoorde.
Ik denk er over om zelve naar de Ab
bey te gaan; ik heb sir Evelyn Lee jaren
geleden gekend en ik heb altijd een hoo-
gen dunk gehad van zijn verstand en zijn
karakter.
Toen ik een kleine jongen was, maakte
hij veel indruk op mij, dat herinner ik mij
nog wel, sir ik was bang van hem.
Ben je ooit bang geweest voor
iemand?
(Wordt vervolgd).