PASTILLES DROSTE 30 EEN LEVEN OM EEN LEVEN 72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 31 December 1931 Zesde Blad No. 22019 UIT DE RIJNSTREEK. UIT DE OMSTREKEN. DE STERRENHEMEL IN NEDERLAND IN DE WEEK VAN 30 DECEMBER 1931-6 JANUAR11932, 20 UUR M. T. d£tild ivei/aotn. FEUILLETON. HAZERSWOUDE. GEMEENTERAAD. Vergoeding Bijzondere scholen De werk verschaffing De Rijksbijdrage aange nomen Tot afkoop tol besloten Heffing pensioensbijdrage. De Raad kwam in openbare vergadering bijeen. Alle leden tegenwoordig. Voorzitter de Burgemeester. Na opening met ge bed worden enkele ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen zooals de goedkeuring van een comptabiliteitsbe- sluit, de balans en verlies- en winstreke ning van den keuringsdienst van waren te Leiden, het proces-verbaal van kasop- neming bij den gemeente-ontvanger, de verdagine van de beslissing van de Ged. Staten op het besluit inzake de niet-aan- koop van aandeelen Bank Nederlandsche gemeenten en het bericht van deze bank dat genoegen genomen wordt met den niet-aankoop dier aandeelen. Van de ge meente Wehl is een verzoek ingekomen om adhaesie te betuigen aan het adres van die gemeente betreffende de instel ling van een afzonderlijk departement van Landbouw. B. en W. zijn ook wel van de wenschelijkheid daarvan overtuigd doch achten dit nu net bepaald op den weg der gemeenten liggen om zich daarmede te bemoeien. Na eenige bespreking wordt het verzoek voor kennisgeving aangenomen. Op verzoek van den heer S. de Bruin wordt besloten het laantje in het Dorp, 'vaar eenige huizen gebouwd zijn Kamp laan te noemen. Een adres van H. van Wieringen om bij te dragen in de kosten van demping van een sloot wordt in han den gesteld van B. en W. om advies. B- en W. stellen voor de vergoeding aan de bijzondere scholen over 1928 en 1929 als volgt vast te stellen: Chr. School Dorp resp. f. 1698.48; en f. 2518.40; RX. school Dorp resp. f. 1780.74 en f. 2267.56; R.K. school Oostbuurt resp. f. 1466.98 en f. 1969.79; Chr. school, Rijn dijk resp. f. 2305.— en f. 2777.87; R. K. school Groenendijk resp. f. 1437.en f 2043.10. De voorzitter licht toe dat de vergoeding is berekend naar een gemid deld bedrag per leerling van f. 15.28 wat 1928 betreft en naar f. 17.75 wat 1929 aangaat. Met alg. st. wordt hierna de vergoeding aan de bijzondere scholen ingevolge art. 101 der Lager Onderwijswet vastgesteld als door B. en W. voorgesteld. Aan de orde is nu een voorstel van B. en W. tot wijziging van de regeling inzake de werkverschaffing. Vooraf deelt de Voorzitter mede dat de Kerstdagen door betaald zijn voor zoover in de vooraf gaande week die dagen (Vrijdag en Za terdag) gewerkt is. De heeren M. Scheel en J. de Kort dee- len mede dat ongelijk is gehandeld, de eene heeft de Kerstdagen in 't geheel niet doorbetaald gekfegen, een ander alleen eerste Kerstdag en andere beide dagen. Zij achten het gewenscht dat een Com missie wordt benoemd speciaal belast met de regeling der werkverschaffing. De Voorzitter zal onderzoeken in hoe verre er reden tot klacht is. 't Is echter normaal dat niet alle werkloozen twee dagen doorbetaald hebben gekregen. De georganiseerden werken drie dagen en trekken drie dagen. Die nu de eerste drie dagen der week gewerkt hebben komen niet voor doorbetaling voor de Kerstdagen in aanmerking. Andere werkloozen werken geregeld vijf dagen. Die kregen één Kerst dag doorbetaald. Alleen zij die zes dagen werken hadden recht op doorbetaling van twee dagen. Wat het benoemen van een Commissie aangaat is het beste de maand Januari af te wachten. B. en W. zijn voornemens elke week met den Gemeen te-opzichter en Kerkvliet te vergaderen. Voldoet dit dan kan zoo voortgegaan wor den, voldoet zulks niet dan zullen B. en W. met een voorstel in de richting als gevraagd komen. Vervolgens deelt de Voorzitter mede dat tot nu toe f. 5000.is uitgegeven voor werkverschaffing. Wekelijks kost het ongeveer f. 600.— Onder deze omstandig heden achten B. en W. het niet gewenscht dat deze gemeente op zichzelf blijft staan. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is bereid aan deze gemeente subsidie te verleenen inzake de werkver schaffing. Tot 2 Januari 25%, daarna bestaat kans op een hooger percentage. Aan die Rijkssubsidie zijn echter voor waarden verbonden. Het loon moet bij een 48-urige werkweek 30 cent per uur bedra gen. De kindertoeslag moet bedragen. 50 cents per kind beneden de 14 jaar, te be ginnen bij het derde kind. Waar deze ge meente 1 Mei a.s. de opbrengst van de tol zal moeten missen stellen B. en W. voor de Rijksregeling te aanvaarden. De finaniceele toestand dezer gemeente eischt dit. Bij de bespreking die volgt, acht de heer Scheel een steunregeling ge wenscht naast de werkverschaffing en vraagt hij een regeling voor de dagen dat niet gewerkt kan worden vanwege het on gunstige weer. Voorts acht hij dat door het baggeren de werkloosheid wordt ver groot. De boeren zullen liever bagger heb ben van de Werkverschaffing omdat dit goedkooper uitkomt. De heer J .de Kort is er voor een verzoek tot de Kroon te richten voor de werk loozen, de loonregeling door den Minister voorgesteld is te laag. De heer C. A. van Dam verklaart zich voor aanvaarding der subsidie van het Rijk. Voor de dagen dat het ongunstig weer is kan nader in voorzien worden. De opmerking van den heer Scheel over het baggeren verklaart hij onjuist. De heer D. Buitenhuis bespreekt de loonen die thans betaald worden en die welke het Rijk wenscht. De Voorzitter ontraadt een steunrege ling. Voor de dagen dat niet gewerkt kan worden vanwege het weer zal een nadere regeling worden gevraagd aan den Mi nister. Van verschil tusschen georgani seerden wil de Minister niet weten. De heer J. de Kort vraagt om moreele en financieele steun voor de jonge werk- looze menschen. Het voorstel van B. en W om de Rijks bijdrage met de daaraan verbonden voor waarden te aanvaardenwordt tenslotte met alg. st. aangenomen. Op voorstel van B. en W. word met alg. st. het Waterbedrijf aangewezen als tak van dienst en regelen daarvoor vastge steld zulks ter voldoening aan de gewij zigde Gemeentewet. Het Centraal bureau voor Verificatie der Vereeniging van Nederl. Gemeenten wordt aangewe zen voor de deugdelijke verklaring der rekening. Het suppletoir kohier hondenbelasting dienst 1931 wordt vastgesteld op f. 10.—. De post werkverschaffing op de begroo ting dienst 1931 wordt met f. 2000.ver hoogd. In behandeling komt nu een voorstel van B. en W. om de tol op den Gemeene- weg met ingang van 1 Mei 1932 op te heffen en de weg en de grond langs ge noemden weg aan de Provincie over te dragen. De Raad gaat, alvorens daartoe over te gaan in besloten vergadering. Na heropening deelt de Voorzitter mede dat de Provincie na herhaalde besprekingen bereid is voor de opheffing van de tol f. 3500.per jaar te vergoeden echter moet de gemeente aan de Provincie jaar lijks betalen voor bijdrage in het onder houd van den Gemeeneweg en de nieuwe weg naar den Hoogeveenschenweg f. 3480. Provincie en Gemeente zouden elkaar dus ongeveer met gesloten beurzen kunnen betalen. Voor den grond langs den Ge meeneweg. voor zoover die eigendom van de gemeente is, zal de Provincie f. 20.000 uitkeeren. Bovendien zijn door de ge meente enkele bedingen gemaakt in be trekking tot de werkverschaffing. De Provincie wenscht zich het recht voor te behouden de f. 3500.af te koo- pen tegen den penning, welke in overeen stemming zal zijn met den op het tijdstip van dien afkoop geldenden rentevoet. B. en W. zijn van oordeel dat deze zaak thans voortgang moet hebben. De tol bracht tot heden f. 16.000 op zoodat het een be langrijk verlies is voor de gemeente. Om echter door te gaan met tol heffen daar tegen zijn ernstige bezwaren. De heer C. A. van Dam betreurt de opheffing van den tol in verband met de belangrijke inkomst daarvan voor de ge meente. Op verschillende gronden moet het echter. Wat de afkoop van de f. 3500 betreft is het gewenscht een percentage vast te stellen waarboven geen afkoop mogelijk is b.v. hoogstens 4%. De heer D. Buitenhuis is er voor dat vastgelegd wordt dat afkoop slechts mo gelijk is wanneer beide partijen zulks willen. Nadat nog verschillende heeren over dit voorstel het woord gevoerd hebben wordt het, aangevuld met hetgeen de heer van Dam over den afkoop van de f. 3500. heeft opgemerkt, aangenomen. B. en W. stellen voor P. Plomp tot 1 Mei 1932 her te benoemen tot tolgaarder, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. Hiema is in verband met de opheffing van den tol aan de orde een voorstel van B. en W. om 50 opcenten te heffen op de vermogensbelasting. De opbrengst daar van wordt geraamd op f. 2500. De heer D. Buitenhuis bestrijdt deze belasting en geeft in overweging b.v. de opcenten op de gemeentefondsbelasting nog meer te verhoogen. De heer C. A. van Dam herhaalt zijn voorstel, dat in de voorgaande vergadering was verworpen, om 8%% pensioensbij drage te heffen van alle ambtenaren, dus ook van de ambtenaren vóór 1 Januari 1923 aangesteld, die tot heden vrijgesteld waren van die bijdrage. De Voorzitter ontraadt dit thans te doen nu ook verlaging der traktementen aanstaande is. Eerst S'/s'ln en dan verla ging van 't tractement acht hij te veel in eens, vooral voor den gemeentewerkman en de veldwachters. De heer J. de Kort stemt volkomen in met den heer van Dam. Hij is ook voor het heffen van die bijdrage. De heer M. Scheel wil wachten tot bekend is hoeveel de verlaging der tractementen zal bedra gen. De heer D. Buitenhuis stelt voor te beginnen met 5% te heffen. De heer A. J. de Jong geeft den heer van Dam in overweging deze zaak naar B. en W. te verwijzen opdat deze met een voorstel komen. Hij ontraadt thans direct een be slissing te nemen. De heer A. de Bruyn Yzn. dringt aan op afwachten. De heer C. A. van Dam is voor een beslissing in deze vergadering. Het voorstel van den heer van Dam wordt daarop met vijf stemmen tegen aangenomen. Het voorstel om 50 opcenten te heffen op de vermogensbelasting wordt met alg. st. aangenomen. Rondvraag. De heer M. Scheel vraagt hoeveel schui- tenhuur de gemeente betaalt aan Kerk vliet en wanneer het vischwater in de Loetevaart verpacht wordt. Voorts stelt hij voor aan de werkloozen alsnog een Kerst- gave te geven nu bij wijze van Nieuw jaarsfooi. Die gave zou kunnen gegeven worden in natura. De Voorzitter zal in de volgende ver gadering de schuitenhuur mede deelen. Het vischwater in de Loetevaart wordt spoedig verpacht. Wat het geven van een extra aan de werkloozen betreft: de ge meente is geen instelling van weldadig heid om allerlei als spek. boonen, soep enz. aan de werkloozen te geven. Zij ontvangen hun weekloon en daar mee uit. Dat is geen terrein voor de ge meente doch van de particuliere welda digheid. van Diaconiën en Armbesturen. Die hebben dat altijd gedaan en zullen dat ongetwijfeld nog doen. De heer J. de Kort geeft in overweging geen soep doch steenkolen te geven. Voorts vraagt hij steun voor de werklooze jonge menschen die moreel en financieel te gronde gaan. Bij stemming blijkt dat alleen de heeren J. de Kort en M. Scheel voor een extra zijn voor de werkloozen \ALSMEER. JMEENTERAAD. Landverhuring. De steunregeling. De raad kwam in openbare zitting bijeen, onder voorzitterschap van burgemeester J. Kastelein. Alle leden aanwezig. Na opening en mededeeling van goed keuring door Ged. Staten van gemeente rekening 1929, alsmede van verschillende bedrijven, was het moment aangebroken, waarop de gemeente-ontvanger, de heer G. Hazenberg, zijn functie, welke hij zoo vele jaren had bekleed, voorgoed zou neer leggen. De heer Hazenberg werd door den voorzitter op hartelijke en waardeerende wijze toegesproken en hem het beste toe- gewenscht met de zijnen. De heer Hazen- ©EERSTE KW. ©VOILE MAAN Cl LAATSTE KWARTIER 0NIEUWE MAAN ZUID VENUS MARS JUPITER SATURNUS Bij den aanvang van het nieuwe jaar steekt de Groote Hond (helderste ster Sirius) den kop om den hoek (in het Z.O.). Orion klimt steeds hooger. Jupiter wordt in den na-avond in het O. goed zichtbaar. Men dient er rekening mede te houden, dat in werkelijkheid het Oosten rechts en Westen links van den toeschouwer is, wanneer deze met den rug naar 't Zuiden en het gelaat naar 't Noorden gewend staat; men pleegt echter bij sterrekaarten dit om te keeren, om geen spiegelbeeld van den hemel te krijgen. Wil men nu b.v. de sterrebeelden aan den Oosthemel opzoeken, dan neme men dat deel van den kaarthorizon, waar OOST staat voor zich, zoo, dat de Poolster (aan het einde van den Kleinen Beer) van den toeschou wer is afgewend: men zal dan voor het NO-lijke vierdepart van de kaart de sterrenbeelden zien, juist zoo, als zij aan den hemel staan. De sterren ln bovenstaand kaartje, die een gekartelden rand hebben zijn van de le grootte of helderder; de dikke ronde stippen zijn sterren van de 2e grootte en al de andere, kleinere stippen zijn sterren van de 3e of van een lagere grootteklasse. berg bracht wederkeerig dank voor het in hem gestelde vertrouwen, waarbij hij her innerde aan de prettige wijze van omgang met de ambtenaren. Hierna werd de nieuw benoemde ge meenteontvanger, de heer A. Visser, door den voorzitter als zoodanig beëedigd. Op een verzoek van L. Statema, hoofd der o. 1. school Uiterweg. om overplaatsing naar de nieuw te bouwen school in Plan Zuid, werd gunstig beschikt. Tot lid der plaatselijke commissie van toezicht op het L. O. werd herbenoemd de heer J. Schaper. Naai- aanleiding van daaromtrent reeds eerder in den raad naar voren gekomen wenschen. deed de voorzitter mededeeling, dat van B. en W. geen voorstel is te ver wachten Aalsmeer in de personeele belas ting te plaatsen van de 7e in de 6e klasse. Op voorstel van B. en W. werd besloten om geen adhaesie te betuigen aan het dooi den raad der gemeente Wehl aan de Kroon gezonden adres, betreffende instelling af zonderlijk ministerie van landbouw Op een adres van bewoners van den Harmweg, om straatverlichting ten Zuid- Westen van den Machineweg, werd afwij zend beschikt. Op voorstel van B, en W. werd besloten, voor 5 jaar te verhuren plm. 3 H.A. land aan de voetbalvereeniging „Aalsmeer" a f. 80 per H.A. per jaar. De gemeente neemt daarbij de verplichting op zich, bij even- tueele huurbeeindiging een ander terrein beschikbaar te stellen. Voorts werd beslo ten tot 1 Januari 1933 de overeenkomst met de voetbalvereeniging „O.N.I.". be treffende verhuur van een perceel land, groot 120 H.A.. a f.80 per H.A. per jaar, te verlengen. RECLAME. 226 ONOVERTROFFEN SMAAK EN KWALITEIT 4444. RECLAME. 3024 Over een voorstel-Zeestraten, de sport terreinen Zondagsvoormiddags gesloten te houden, staakten de stemmen. 66. Links tegen rechts. (De heer Harting links had voordien, wegens andere bezigheden, de vergadering verlaten). De voorzitter deed mededeeling van de goedkeuring der steunregeling door de re geering; echter zal alleen rijkssteun voor cnsiswerkloozen in den landbouw worden verleend. Daar deze gemeente hoofdzake lijk uit tuinbouwers bestaat, droeg den raad het dag. bestuur op, om alsnog te trachten om hier tot een eigen steunre geling te komen. Aan het slot van de zitting gekomen, wenschte de voorzitter den leden en hun gezinnen een zalig uiteinde en een pret- tigen inzet van het nieuwe jaar 1932. Ernstige val. De timmerman H. de W. was bezig met werkzaamheden in de Doopsgezinde Kerk, toen hij het ongeluk had van een trap te vallen. Hij kwam met zijn hoofd op den vloer terecht, waardoor inwendige verbloe ding ontstond. Naar voorlooplg behandeld te zijn, is de man per auto naar zijn wo ning in het Oosteinde vervoerd, waar ge neeskundige hulp werd verleend. Op den Uiterweg werd een dame uit Amsterdam door een wielrijder aangere den. Zij kwam daarbij te vallen, met het ongelukkig gevolg, dat een harer beenen brak. Na voorloopig behandeld te zijn, is zij per auto naar haar woonplaats ver voerd. Naar het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A. H. 9) Onder het spreken hield hij de lantaarn op, om het vertrek te overzien; daardoor toonde hij zijn eigen gelaat heel duide lijk aan Lucille, die hem aanstaarde met wijd-open oogen. Mademoiselle hield haar gezicht geheel verborgen; enkel het zwarte haar stak af tegen het witte kus sen. Met het breede, maar niet hooge voor hoofd, de groeven boven de oogen, die uitpuilende en toch doordringend waren, den grooten, gebogen neus en de massieve kin, getuigde dit gelaat van kracht, op rechtheid en groot verstand; de overheer- sching van een persoonlijkheid, zooals het menschdom er maar weinigen telt. U kunt mij op uw woord van eer verklaren, sir Evelyn Lee, dat er niemand onder die bedden verscholen ligt, dan zal ik niet verder kijken? Ik durf er een eed op doen, sir; hij, dien u zoekt, is niet in dit vertrek zoo min als hij binnen deze muren vertoeft. Uw toon van spreken klinkt waar, sir, maar in dit geval moet zelfs geen ge loof geslagen worden aan juiste berichten uit betrouwbare bron. Wat ik zeg, is waar. Ik ben geneigd u te gelooven, mis schien tegen mijn eigen oordeel in. Maar let wel: als uw verklaring blijkt onwaar te zijn, dan zal het verval van uw huis zijn, gelijk aan dat van de huizen op zand gebouwd, waarvan de Heilige Schrift spreekt. Ik wensch bij mijn verklaring te blijven, sir. Voor een oogenblik boog de man met de lantaarn zich over het opgeheven ge zichtje van Lucille en sprak: Wees niet bang, kind; wij zijn recht schapen menschen, die niets ondernemen tegen de argeloozen en onschadelijken. Slaap in vrede, met een gerust geweten! Hij scheen haar een soort zegen te ge ven. toen trad hij met de lantaarn het vertrek uit en sloot de deur achter zich. Een paar minuten later viel de groote halldeur met een slag dicht. Den volgenden morgen, wist Lucille dat haar nachtelijke bezoeker Master Crom well zelve was geweest. BOEK II. HOOFDSTUK I. De adjudant van generaal Monk. Ken je deze streek, Robert? De spreker was een flinke man met licht gebogen schouders en met al grijzende snor en hoofdhaar onder zijn pruik, die wat van zijn breed voorhoofd weggescho ven was; grijze oogen diep en kalm, waar van de blik niet was te doorstaan, voor wie met een leugen of een uitvlucht kwam; een mond, die van kracht en voor zichtigheid blijk gaf. Lippen, wat dun, of de eigenaar er van hard, ja soms zelfs wel eens wreed kon wezen, maar toch zou het geheel beheerscht worden door het even wichtig gemoed, dat achter die grijze oogen school. Hij was gekleed in een mooie uniform van zwart fluweel met grooten, witten kraag. De omgeving, waarin hij nu zat, scheen niet geëigend voor dezen man in zijn hooge positie: bet was de keuken van een boerenhoeve. In den ruimen haard hingen verscheidene hammen en zijden spek te rooken, boven het hout en turfvuur, tot ze door haar geur bewe zen het vereischte punt bereikt te heb ben. Naast hem stond een vurenhouten tafel, waarop papier lag, met het water merk van die dagen; twee of drie veeren pennen en een inkthoorn; onder zijn linkerelleboog lag een ruw uitgevoerde kaart van Midden-Engeland. Hij zat niet voor, maar om de tafel heen, met de bee nen uitgestrekt, als moesten die zich ont spannen, na enkele uren in het zadel te hebben gezeten. Tegenover dien merkwaardigen man,- met den rug naar den diepen schoorsteen, zat de persoon, tot wien hij de vraag ge richt had: kapitein Robert Darcy, een tweede zoon van sir William Darcy van Elberfield, op dit tijdstip een jong soldaat van twee-en-twintig jaar, toegewezen als secretaris en adjudant, aan den man, die aan tafel zat. Robert Darcy had weinig gelijken en geen superieuren in het leger, waartoe hij behoorde misschien zelfs niet over heel de uitgestrektheid van de Britsche eilan den lang en welgemaakt, meer aristo cratisch dan knap van uiterlijk, had hij iets in zijn houding en optreden, dat trof, al degenen, met wie hij in aanraking kwam. Daar hij een bekwaam soldaat en een uitstekend ruiter was, vlug van begrip en snel van uitvoering, /ad generaal Monk, hoofdbevelhebber van het leger in Schotland, al vroeg cornet Darcy aange wezen voor diensten, en toen deze al ras tot den rang van kapitein was bevorderd, had Monk hem in zijn particulieren dienst genomen. Dit was voorafgaand aan den tijd, toen een eigenaardige opeenvolging van ge beurtenissen daarmee eindigde, dat de hoofdbevelhebber van het Schotsche leger scheidsrechter werd over het lot van Engeland, Oliver Cromwell was ter ruste gegaan en had een denkbeeldigen scepter achterge laten in de krachtelooze hand van zijn Richard. Gedurende vijf maanden had deze schijnbaar het bestuur voortgezet; toen had hij zich teruggetrokken in het particuliere leven. De natie wachtte geme lijk af. het leger, dat te Blackheath en Hounslow gekampeerd lag, overweldigde de hoofdstad. Generaals als Lambert en Harrison en Desborough trachtten de plaats in te nemen, die Cromwell voor zich bemachtigd had, maar ieder van hen ontbrak het juist aan die ééne hoedanig heid, waardoor de groote protector zich van zijn partij genooten onderscheiden had. Het parlement wachtte op een be slissing, de hoogere en lagere adel bleven hun zetels innemen met vrees en hope. Duizenden harten wendden zich tot den jongen man. den rechtmatigen erfge naam, zooals zij hem beschouwden, van een koninklijken troon, die, toen dit ver haal begon, een schuilplaats vond in het verborgen vertrek van het heiligdom van Grangeland Abbey. Karei Stuart!Wanneer zou die weer in zijn rechten treden? Wie zou hem te rugvoeren aan een volk. dat naai' vrede verlangde en een geregeld bestuur? In ademlooze spanning wachtte men den loop van zaken af, want een leger, dat al in een honderdtal gevechten den zege praal had behaald, versperde den weg; deze Puriteinsche soldaten hadden niets te winnen, niets te hopen, alles te verlie zen van een Stuart. Toen was er een lichtstraal verschenen aan den horizon. De man. die vergeten was, overschaduwd en toch van onverge lijkelijke grootheid, nu Cromwell weg was, liet zich plotseling gelden. George Monk stond aan het hoofd van een leger van achtduizend man, waar van leder soldaat een beproefd oudgedien de was, innig gehecht aan den generaal en trouw onder elkaar, zulk een man zou niet voldoende zijn om een groote natie te winnen, maar het was een eenheid tegen over die verdeelde kleinere machten, die naijverig waren op elkaar en wien het aan samenwerking en bekwame leiding ontbrak. Generaal Monk, aan het hoofd van zijn achtduizend man. trok over de grens en begaf zbich naar Londen. Wat zou hij van plan zijn? Zou hij den tegenstand over winnen van het leger, dat bij Londen lag geschaard? Kon en wilde hij ook Karei Stuart terugbrengen? Dit waren de vragen, die men zich alom in den lande stelde, nauwlettend acht gevend. Monk had nu Midden-Engeland bereikt en had een boerenhoeve, tusschen de Trent en den Avon tot zijn persoonlijk hoofdkwartier gemaakt Hij had Darcy ontboden; die was zoo juist binnengeko men, toen generaal Monk hem de vraag stelde of hij dat deel van het land kende. Neen. generaal, niet zoo heel best, antwoordde hij. Ik ben hier geweest als kleine jongen, maar sinds dien niet meer. Hoe kwam je hier zoo, Robert? Mijn moeder heeft familie op Gran geland Abbey. Generaal Monk trok de wenkbrauwen samen, waarmee hij zijn verrassing te kennen gaf. Het is eigenaardig zei hij zacht tot zichzelven. maar toch luid genoeg dat zijn adjudant het hoorde. Ik denk er over om zelve naar de Ab bey te gaan; ik heb sir Evelyn Lee jaren geleden gekend en ik heb altijd een hoo- gen dunk gehad van zijn verstand en zijn karakter. Toen ik een kleine jongen was, maakte hij veel indruk op mij, dat herinner ik mij nog wel, sir ik was bang van hem. Ben je ooit bang geweest voor iemand? (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 21