BERICHT. 72ste Jaargang DONDERDAG 31 DECEMBER 1931 No. 22019 Leidsch Crisis-Comité. Officieele Kennisgevingen. TER OVERPEINZING. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel voor advertentlën nlt Lelden eD plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentlën 35 Cts. per regeL Kleine Advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:] Voor Lelden per 3 maanden t.2.35, per week t.0.18 Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post 1.2.35 4- portokosten. Dit nummer bestaat uit ACHT bladen EERSTE BLAD. Morgen, Nieuwjaarsdag, zal ons Blad niet verschijnen en zijn onze Bureaux den geheelen dag gesloten. Zaterdag a.s. zal de Kindercourant verschijnen. DE DIRECTIE. Door ons werd ontvangen: Loge La Vertu 1. 26.67, F. L. S. Jr. f. 5.—, dames W. en J. B. f. 5.—, P. V. f. 2.50 De Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit brengt ter alge- meene kennis, dat de kantoren Lange- gracht 70 en Hooigracht 14, op Zaterdag 2 Januari a.s. den geheelen dag gesloten zijn, terwijl op dien dag ook geen afleve ring van cokes zal plaat-s hebben. Voor klachten inzake de gas- of electri- citeitslevering kan men zich wenden tot den portier in het Administratiegebouw Langegracht 70 (Tel. 1220). 1182 Leiden, 31 December 1931. STEDELIJK MUSEUM „DE LAKENHAL" Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kenis, dat het Stedelijk Museum „De Lakenhal" op Nieuwjaarsdag zal zijn gesloten. 1183 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. J. A. VAN DER STOK, Loco-Secretaris Leiden, 31 December 1931. VERLEDEN-HEDEN-TOEKOMST. Wat gisteren toekomst was, is vandaag heden en morgen verleden. Het is dezelfde tijd. We noemen hem echter anders. Zooals lengte, breedte en hoog te van een voorwerp dezelfde zijn, maar van naam veranderen naar de richting, van waaruit wij het bezien. Een mensch, die vorderde op den le vensweg, steunt op zijn verleden, leeft en werkt in het heden en houdt niet op zijn hoop te vestigen op de toekomst. Aan het einde daarvan is het leven voorbij. Het was één levenstijd, maar het werd telkens anders bezien als verleden, heden of toekomst. De oudejaarsavond grijpt nu in een machtige greep die drie in één oogen- blik samen. We doorleven nog eens het verleden van verre of van dichtbij. We zijn in het heden en maken de som op. We richten den blik in de toekomst en vragen: wat zal het nieuwe jaar ons brengen? En dat alles op dien éénen avond, in die enkele uren. Wanneer de twaalf laatste klokslagen des jaars ge klonken hebben, laat die greep ons weer los. Dit nu is het zeer eigenaardig karakter van den laatsten avond van het jaar, dat hij ons in een enkel oogenblik de drie aangezichten van den tijd doet aanschouwen: verleden, heden, toekomst. We zien ze het gansche jaar niet zóó en niet zoo duidelijk. Op den oudejaarsavond leven we sterk in het verleden. We worden toch ge noopt stil te wezen. De arbeid rust. De gedachten hebben vrij spel. Waar gaan ze anders heen, nu de rij der 365 dagen afgesloten wordt, dan naar wat die da gen brachten, aan de wereld aan land en volk, aan gezin en aan ons zelf9 Zoo zitten we dan midden in het verleden. De gedachten gaan nog verder terug. We herinneren ons machtig veel. Vreug de en verdriet, voorspoed en tegenspoed. We zien levens gaan en komen. In ge dachten gaan we in den donkeren avond een kerkhefsgang maken. We zijn weer blij met de blijden. We weenen met weenenden. Maar het blijft waar, dat van alle' dingen de mensch zijn eigen maat is en dus meten we dat alles af naar wat het voor ons was. Was, dat is dus verleden. Sommige menschen kun nen van het verleden, speciaal van hun verleden maar niet scheiden. Het is alsof er geen heden voor hen bestaat. Dat is ontzettend, zooals kindschheid iets vree- selijks is om te aanschouwen. Alleen maar verleden, geen heden en geen toekomst. De som van het verleden opmakende, moeten we in het heden dankbaar we zen en goeden moed hebben voor de toe komst. 9 Zal het heden ons dankbaar zien? Vanavond? We weten het niet, maar we vreezen! Omdat het een jaar geweest is, 1931, dat er met de grove bijl op ln gehakt heelt. Er is veel gevreesd, ge zucht, geklaagd, geleden, gedragen, ge streden. Een jaar voor groote karakters, een jaar om sterke menschen te vor men. De boom wortelt te vaster door den storm. Een mensch wordt te sterker en te bekwamer voor het leven, wan neer hij door de stormen heengegaan ls. Maar er zijn ook boomen, die ontworteld worden. Zijn we vaster of moreel ont wricht geworden? Het laatste is mogelijk, maar het mag toch niet zijn. Het heden ziet ons nog. Dat ls: we hebben kansen. Een mensch zonder le venskracht is hopeloos verloren. Wie een kans heeft kan er komen. Daarom is er niettegenstaande alle verlies en leed en strijd reden om dankbaar te wezen. We zien niet verder dan in het heden. De profeten eten brood! Geleerd door het verleden, nog staande in het heden, biedt de toekomst ons nog menigerlei kans. Het komt er maar op aan die te benutten. Als een mensch zoo'n heel jaar laat voorbijgaan aan zijn gedachten, dan zal hij onwillekeurig zeggen, dat het nog erger had kunnen wezen. Alles staat nog overeind, al werd het geschokt in zijn fundamenten. De wereld is over nog erger dingen heengekomen. Alles samen vattend mag het heden ons nog dank baar zien, omdat het verleden ons leert, dat dankbaarheid één der grootste deug den is, welke niemand mag missen op straffe van innerlijke schade. Als de twaalf vermaarde slagen ge klonken hebben, is het nieuwe jaar in getreden: de toekomst. Wat is over die toekomst in den loop der laatste maan den al niet gezegd en geschreven en ge profeteerd. Zooveel geneesheeren zooveel middelen! Toch worden niet meer dan dagporties uitgedeeld. Daarmee moeten we tevreden wezen. De vraag: wat zal de toekomst brengen, moet omgezet worden in: wat zal ik doen? Dat ontplooit inner lijke kracht. Is enkel activiteit-brengende. Hebben we dat niet noodig in de naaste en verre toekomst? We worden niet zóó maar voor de toekomst gezet. We hebben het verleden achter den rug: de leertijd. Het heden heeft ons geleerd, dat we een kans hebben. Daarom is moe deloosheid overtollige ballast. Aanpak ken, doorzetten, doen wat de hand vindt om te doen, voorgelicht door een inzicht, dat door de ervaring in het verleden werd gescherpt. Een oude toren in het Overijsselsche geeft aan de burgerij, die aan zijn voet sedert eeuwen leeft en werkt, blijde is en bedroefd wordt, kortom heel ons le ven leidde en leidt een viervuldigen raad, dien wel heel ons volk en ieder persoonlijk ter harte mag nemen. Ook in 1932: Kloek in den handel, pleeg raad, Gode betrouw, en waakt. J. NAGEL. DE POSTERIJEN OP NIEUWJAARSDAG. De directeur van het Postkantoor alhier maakt het navolgende bekend: Op 1 Januari worden de bijbussen ge licht om 10 uur, 14 uur en 19 uur 20. Op dien dag wordt een morgen- en een avondbestelling uitgevoerd. Verzocht wordt bij het posten op het hoofdkantoor tijdens de Nieuwjaarsdrukte de stukken voor Leiden stad in de daar voor aangewezen bus te werpen. Het kantoor is op Nieuwjaarsdag ge opend als op Zondagen; er zal geen ge legenheid zijn tot het afhalen van cor respondentie. De agentschappen zullen zijn gesloten. NAVORDERING BENZINE-BELASTING. Volgens de wet van 19 December 1931, S. No. 527, wordt met ingang van 1 Januari 1932 een bijzonder invoerrecht op ben zine geheven van f. 6.per 100 K.G. Dat bijzonder Invoerrecht wordt o.m. nagevorderd van alle benzine, welke met ingang van 1 Januari 1932 in het vrije verkeer in een opslagplaats voorhanden is, tenzij de voorraad in alle opslagplaat sen, welke iemand in dezelfde gemeente heeft, niet grooter is dan 200 K.G. De gebruiker van een opslagplaats, waarin benzine in zoodanige hoeveelheid aanwezig is, dat de voorraad voor navor dering in aanmerking komt, moet daarvan op Zaterdag 2 Januari 1932 schriftelijk aangifte doen ten kantore van den Ont vanger der (invoerrechten en) accijnzen. Bovendien ls de beheerder van een benzinepomp verplicht op Zaterdag 2 Jan. I 1932 bij bedoelden ontvanger aangifte te doen van den stand van het aan de onder zijn beheer staande pomp bevestigde tel werk bij den aanvang van den eersten Januari 1932. ARBEIDSBEURS. Op 30 Dec. 1931 waren 2344 (v. j. 1569) werkzoekenden ingeschreven. ONDERSCHEIDING. Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in de Oranje Nassau orde de heer A. J. J. Verbrugge alhier, ondervoorzitter van den Bond van directeuren en leeraren bij het Handelsavondonderwljs. VEREENIGING TOT BEVORDERING DER BOUWKUNST. Lezing van den heer H. Martin. Aan de 238e vergadering der Ver. tot Bev. der Bouwkunst alhier, welke gister avond werd gehouden ging vooraf, eene kunstbeschouwing van reproducties naar werken van Michel Angelo, aldus schrijft ons de heer F. A. Wempe. De waarnemende voorzitter, de heer Jac. Roozemond, opende bij afwezigheid van den voorzitter den heer J. A. Verhoog met een opwekkend woord deze laatste vergadering in het jaar. Onmiddellijk hierop was het woord aan den spreker voor dezen avond, den heer H. Martin, oud-directeur van het Frlesch Museum te 's-Gravenhage, die tot onder werp had gekozen: „Leven en werken van den beelhouwer-schilder-architect Michel Angelo. In het begin der 13e eeuw ontstond de Renaissance, die in den aanvang van de 16e eeuw haar hoogtepunt bereikte en toch een catastrophaal einde had. In die laatste periode ontplooien zich alle le- vensenergiën van kunst, relegle, weten schap en politiek op de meest grootsche wijze. Kind van zijn tijd, staat Michel Angelo vanaf den beginne bijna vreemd daartegenover. Wat bij hem explosief naar buiten had kunnen treden, blijft diep in z'n ziel moeizaam verborgen. Hij kan niet onmiddellijk en vrij de krachten en gewaarwordingen van zijn hartstochten uiten. Zoo is elk werk bevrijd van den hartstocht van het oogenblik en draagt daardoor het merk der eeuwig heid. En zoo bevestigt zijn kunstenaars leven het gezegde, dat het lot van den mensch bepaald wordt door duistere en lichte momenten. Nog heden is Florence de stad van het quatto-cento. Vol jeugdige aanvalligheid is deze periode, waarvan de kerken met madonna's en heiligen werden gevuld en de knaap David als een held werd vereerd. Dubbel groot verschijnt, tusschen deze aanvalligheid, de figuur van Michel An gelo. Hoe bezag hij deze kunst? Zij had prachtige dingen gegeven, vooral de plas tiek. Voor deze was de periode waarin Michel Angelo opgroeide kritieker dan voor de schilderkunst. De techniek werd steeds meer geraffineerd en de intuitie, de scheppingskracht ging verloren en de kunst daalde af tot op het peil der kunst nijverheid. De kunst bloeide, doch bloedde tevens dood! Heeft de boetprediker Sa vonarola (in 1490 van Ferrara naar Flo rence gekomen) zijn kunst beïnvloed? De feiten spreken er niet voor. Michel Angelo's broeder werd monnik. Dat M. A. met groote belangstelling Savonarola's woorden volgde, spreekt vanzelf. Hij moet wat de beeldhouwkunst betreft, Savonarola's boetprediking tweeledig heb ben opgevat, n.l. met instemming, zoowel als met tegenzin. Met Instemming wat betreft het feit. dat de kunstenaars de Moeder Gods de trekken gaven van Courtisanen; met tegenzin wat betreft Savonarola's oordeel, dat de kunst behoort te staan ln dienst der kerk en dat naaktheid verwerpelijk is. Michel Angelo dan, zoo zeide spreker, werd 6 Maart 1475 te Caprese in het Ca sino-dal geboren als 2e zoon van Ludo- vicl di Leonardo Simone Buonaroti, po- desia van Ohiusl en Caprese en Francesca een geboren RucallaïNeri. Michel Angelo heette dus eigenlijk: Michel Angelo Buo narotiSimoni. De Buonaroti's woonden al eeuwen in Florence en hadden de hoog ste staatsambten bekleed. Spoedig na Mi chel Angelo's geboorte, trok het gezin uit Gaprese naar Florence. Michel Angelo is een echte Florentijn en kent de bijtende spot, de scherpe kritiek, de koppigheid en een vaak afstootende openhartigheid. De beeldhouwer Torrigiani sloeg hem in drift de neus kapot. Velen vervreemdde hij van zich, en hij was feitelijk gedurende zhn geheele leven een eenzame. Ook met Paus Julius II had hij dikwijls ruzie. Toen deze hem in 1506 niet kon ontvangen liet hij de volgende brief achter: „Heilige Vader, ik ben, in opdracht van Uwe Heiligheid, hedenmorgen uit Uw paleis gejaagd. Daar om laat ik u weten dat Gij mij van nu af aan. Indien Gij mij noodig hebt, ergens anders dan ln Rome kunt zoeken." Bovendien haatten velen M.A. om zijn groote successen. VooTal Bramante des Pausen architect, die bij den Paus tegen hem intrigeerde en Rafael op M.A.'s plaats trachtte te schuiven. M. A. was gesloten, zelfstandig en vocht alles met zichzelf uit. Wat hij aan hooge geestesgaven en eigen schappen bezat, sprak hij uitsluitend uit in zijn kunst. Hij hield zeer veel van zijn familie, zijn land, van Florence, doch be minde nooit een vrouw. Zijn verhouding op gevorderden leeftijd tot Vittoria Colon- na, was uitsluitend platonisch. Hij dichtte ln oogenblikken van melancholie of ver slapping. b Uit deze, laten wij het noemen korte levensbeschrijving van M. A. volgt van zelf dat deze niet, wat men noemt, een innemend mensch was. Daarvoor had hij een veel te grooten innerlljken strijd te voeren en daardoor ook werkte hij met al zijn groote gaven toch moeilijk omdat hij zeer hooge eischen stelde aan zichzelf. Overigens stond hij als mensch en kun stenaar op zulk een hoogte, dat er zoo nog een tweede geboren moet worden. Die bijna angstwekkende hoogte ln zijn kunst, die geleidelijke opklimming in zijn plastiekvormgeving die diepgaande ge- Dr. J. W. C. GOETHART, de afgetreden directeur van het Rijksherbarium alhier. dachte die ln zijn werk tot uiting kwam, werd dan in een groote serie lichtbeelden aan de aanwezige leden van Bouwkunst en dames en heeren introducé's op het witte doek getoond. Zoo oppervlakkig gezien waren zij mooi, zéér mooi, deze kunstuitingen van den grooten meester. Doch de spreker ziet niet zoo oppervlakkig. En dat is nu het aan trekkelijke in de voordrachten van den heer Martin, dat hij als het ware het ge heel ontleedt. Hij wees op de gelaatsuit drukking van de Christusfiguren en de Madonna's op de lichaamsverhoudingen; cp de ontzettend groote anatomische ken nis van den meester. Wij zagen als het ware de ziel van M. A., zich uitend in zijn werkstuk. De najtuur onberispelijk weer geven is geen kunst, doch de ziel, de in tense gedachtengang van den maker in marmer te doen uitkomen, dat is de „hooge kunst". Het zou hier te ver voeren alle gepro jecteerde kunstwerken te bespreken doch wel trok in het bijzonder de aandacht de reuzen arbeid die M. A. verricht heeft aan het plafond van de Sixtijnsche Kapel in het Vaticaan.'Daar heeft hij getoond wat hij ook met de penseel kon tooveren! Vier jaren lang heeft M. A. daar, nagenoeg alleen, op zijn rug gelegen en de 343 fi guren geschilderd, ieder op zichzelf reeds een' kunstwerk. En dan dat eeuwig schoone levenswerk van M. A., als altaarwand in genoemde kapel „Het laatste Oordeel". Welk een gedachte is daar vastgelegd in die menschendrom, welke opstijgt naar de Christusfiguur en waar het oordeel wordt uitgesproken over: „Hoe hebt ge geleefd?" Aangrijpend schoon was ook de koepel van St. Pieter zoowel uit- als inwendig, waaruit bleek wat ook de architect M. A. vermocht voort te brengen in dit wereld wonder. Zóó was de heer Martin aan het einde van zijn schoone leerzame voordracht en was het de heer Roozemond die als tolk van de vergadering hulde bracht aan den spreker en hem een tot weerréms toeriep. Nadat een nieuw lid was aangenomen en zich wederom een voor liet sCëllen was het woord aan den penningmeester, den heer F. J. Libot, wien het zelfs in dezen alge- meenen klaagtijd gelukt was de begrooting voor 1932 sluitend te maken. Tot kasnazieners werden benoemd de heeren C. Ponsen en W. F. de Rooy. De tijdschriften voor 1932 werden geregeld, waarna de heer Rozemond met een pas send woord bij het scheidende jaar deze vergadering sloot. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijzigingen: Naamlooze Vennootschap Sajetfabrie ken P. Clos en Leembruggen, Langegracht 812, Leiden. Nieuwe commissaris mr. M. Kann, Amsterdam. Naamlooze Vennootschap Nettenfabriek v.h. Jaeger, 3e Binnenvest gracht 22. Lei den. Nieuwe commissaris mr. M. Kann, Amsterdam. Naamlooze Vennootschap Sajetfabriek en Breierij J. Parmentier en Zonen, Lam mermarkt, Leiden. Nieuwe commissaris mr. M. Kann, Amsterdam. VEERTIGJARIG JUBILEUM. Heden is het veertig jaar geleden dat de heer L. J. M. van Leeuwen als beambte aan het Ethnografisch Museum op de Hooge woerd alhier werd aangesteld. In 't bijzonder heeft hij zich in deze betrekking als fotograaf verdienstelijk gemaakt. Men kan wel zeggen, dat hij een groote verza meling keurig afgewerkte foto's voor de wetenschap heeft gemaakt, waarvan ette lijke catalogi hebben versierd en aange vuld. Waar de heer Van Leeuwen op 40- jarige trouwe plichtsvervulling terug kan zien, wordt hem de rust, welke hij nu ver krijgen kan, van harte gegund. Moge hij die nog lang genieten. BINNENLAND. Jaaroverzicht over 1931 van Stad, Om geving, Binnen- en Buitenland. (4e Blad), De voortgezette vergadering van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers. (Kerk en School, 5e Blad). Personenauto in de Drentsche Hoofd vaart gereden; twee van de vijf inzittenden verdronken. (Gemengd, 2e Blad). Het Zwaluwen-elftal met 3-2 door „Boe dapest" geslagen. (Sport, 5e Blad). De officieele opening der Duinwaterlei ding-stichting- „De elf gemeenten te Woer den. (3e Blad en Uit de Rijnstreek 8e BI.) BUITENLAND. n De Herstelconferentie naar Lausanne. (Buitenl., Ie Blad). De Britsche onder-koning waarschuwt tegen de non-coöperatie-beweging. (Bui tenl., Ie Blad). BRAND. Gisteravond omstreeks kwart over negen is door tot dusverre onbekende oorzaak een brandje ontstaan in het per ceel Heerenstraat 83, bewoond door A. S., koopman in aardewerk. De brand is vermoedelijk ontstaan in een kast onder de trap, welke laatste geheel verbrandde. Ook de zolder brandde nagenoeg geheel uit. De brandweer heeft het vuur met twee slangen op de motorspuit gebluscht. De schade wordt door verzekering gedekt. De politie stelt een onderzoek in naar de oorzaak. o LEIDSCHE BELASTING-OPHAALDIENST. Genoemde dienst heeft in de afgeloopen maand f. 16.123.65 aan den Rijksontvan ger afgedragen; het totaal der afdrachten aan den Rijksontvanger in het afgeloopen jaar bedroeg f. 238.530.62 (.vj. f. 236.974.43) Het aantal aangeslotenen, dat in het afgeloopen jaar met 260 toenam, steeg op 31 Dec. tot 4.624. Daar nog vaak blijkt, dat verzuimd wordt de ontvangen aan slagbiljetten en beschikkingen bijtijds ten kantore van den dienst Breestraat 81 te doen inschrijven, wordt er, in het belang der aangeslotenen, de aandacht op ge vestigd, dat dit steeds zoo spoedig moge lijk moet geschieden. DE BURGERZANGSCHOOL. Een welgeslaagde uitvoering. Voor een nagenoeg geheel bezetten Schouwburg heeft de Burgerzangschool gisteravond haar j aarlijksche uitvoering gegeven. Naast ouders waren zusters en broers, vriendinnetjes en vriendjes in den Schouwburg samengestroomd om getuige te zijn van de zang- en tooneelprestaties van verwanten of kennisjes. Gezien het succes der Zangschool zal niemand ook maar een oogenblik spijt hebben gehad van zijn aanwezigheid. Onder leiding van den heer P. de Rook en mevrouw Van der Blij aan den vleugel begeleid door den" heer Han Zirkzee wer den opgevoerd het sprookjesspel in twee bedrijven van M. A. Brandt Buys Jr. „Eoschduiveltjes" en het zangspel in een bedrijf „De Fortuinlijke Kist" van Jos. Wagenaar. Zonder eenigen twijfel is er veel geduld en tact noodig geweest om ae voor het meerendeel nog jeugdige opvoe- renden vertrouwd te doen geraken met de beteekenis der gebaren en de coupletten. Dat het stemgeluid niet altijd even feil loos was kan nóch de leiding nóch de personen in kwestie kwalijk genomen wor den; bewondering wordt daarentegen af gedwongen door het geringe aantal fouten dat gemaakt is, alleen dient Abu Hassan er rekening mede te houden dat zijn (haar) hart nog steeds links zit! De keurige decors en de smaakvolle ankleeding van kabouters en duivels maakte de opvoering van „Boschduivel tjes" tot een lust voor de oogen. Zeer te prijzen viel de Koning, die dan ook zeer terecht een bloemenhulde in ontvangst had te nemen, terwijl de schildwacht haar rol zeer behoorlijk uitbeeldde. Ook „De Fortuinlijke Kist" onderscheidde zich door de welgeslaagde aankleeding. Daar hier de ouderen medewerkten behoorde en was de kwaliteit van den zang hooger te zijn. De beide hoofdpersonen Famina en Abu Hassan hadden tal van bloem stukken in ontvangst te nemen. Mevrouw Van der Blij en den heer De Rook werden welverdiende bloemen aan geboden. Alles tezamen genomen was het een welgeslaagde avond, waarop de Bur gerzangschool met voldoening mag terug zien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1