EEN LEVEN OM EEN LEVEN
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 23 December 1931
Derde Blad
No. 22014
KUNST EN LETTEREN.
FEUILLETON.
o
PARLEMENTAIR OVERZICHT
RECHTZAKEN.
IN DE LAKENHAL
Beeldhouwwerk van Oswald Wenckebach.
Bij de opening der tentoonstelling van
werk van Oswald Wenckebach heeft mr.
Slagter. de voorzitter der Leidsche Kunst-
vereeniging, er den nadruk op gelegd, dat
Wenckebach in zijn arbeid een zeldzame
beheersching der techniek toont. En zeer
terecht merkte spr. nog op: ..Ieder werke
lijk kunstenaar weet. dat juist de techniek
tot bezieling wekt.'
Mr. Slagter heeft daarmee een kwestie
aangeroerd die bij de Grieken, bij de
Moorsche cultuur in Spanje, bij de Gothie-
kers der Middeleeuwen en tijdens den vol
len weeldebloei der Renaissance geen
kwestie was. Het sprak van zelf. da/t men
tijdens deze en andere groote cultuurpe
rioden geen kunstenaar was. of men moest
het vak. de zuiver ambachtelijke zijde van
zijn kunst, in den grond beheerschen. En
wat is beheersching van het vak, hetzij
smeden, metselen, bouwen, teekenen.
schilderen, beeldhouwen, enz. anders dan
beheersching der materie en bevrijding-
van den geest?
Elke nieuwe opgaaf, hetzij van buitenaf,
hetzij zichzelf gesteld, bracht technische
moeilijkheden mede; elke overwinning op
de techniek, op de zuiver ambachtelijke
zijde van het kunnen was een nieuwe
overwinning van den geest. De beeldhou
wer. die het bekende schuin geprofileerde
poortje aan de Hooglandsche Kerk uit
hieuw, of hij die het fijne groepje for
meerde in den boogtrommel van de Wees
huispoort. welk een bekwame vaklieden
moeten zij zijn geweest. De werkman, die
de consoles behakte waarop de gewelfbogen
rusten in het koor van de St. Bavo te
Haa 'em, welk een technisch kunnen moet
hem ten dienste hebben gestaan, om in
deze koppen de suggestie van het zware
torschen uit te drukken. De schrijnwerker
die de gebeeldhouwde kroonlijst van een
oud-Hollandsehe kast vervaardigdede
smid die het traliewerk van het raampje
van de deur van Gravenstein die uitkomt
op de loggia in z.g. duivelsknoopen smeed
de, de metaaldrijvers die de gildebekers
vervaardigden welke we in de Lakenhal
bewonderen, welk een enorme vakkennis
moeten zij allen hebben bezeten.
..Techniek bezielt." Inderdaad, het ge
voel, een opdracht technisch in de macht
te hebben of de moeilijkheden met worste
len te kunnen overwinnen, geeft de schep
pende geest vrijheid zich te uiten.
Techniek is de eisch van den eersten
rang.
Is er beheersching der techniek, dan
bezit de kunstenaar de middelen, zijn in
spiratie den vrijen vlucht te laten. Inspi
ratie zonder technisch kunnen vervliegt in
het luchtledig.
Wenckebach is in de eerste plaats tech
nisch vakman en dat geeft hem een zeld
zame mate van plastische uitbeeldings
kracht Daardoor is hij in staat zijn scher
pe observatie even scherp te realiseeren.
En na dat scherpe realiseeren komt nog
iets anders, en dat is het wat het tech
nische werkstuk opheft in de sfeer der
kunst: het te voorschijn roepen van de ge
dachte. de idee. welke uit de vormen
spreekt.
Men kan ten slotte technicus zonder
meer zijn. Doch wanneer achter de tech
niek de drift van den scheppenden geest
woedt, die het beeld de warmte en de sid
dering van het leven geeft, dan spreekt
uit de onbezielde materie de geest van
den kunstenaar.
Men beschouwe in dit verband in de eer
ste zaal de kop van des kunstenaars vader
Prof. Wenckebach. Geheel naar de werke
lijkheid opgevat. Toch is het werk veel
meer dan uiterlijke werkelijkheid. De
machtige schedel suggereert een schat van
wetenschap; de blik is scherp en vorschend
critisch overwegend. Er is geen spoor van
weifeling in de wijze waarop de beeldhou
wer de kop heeft geboetseerd. Elke druk
van den vinger was op den man af en
tegelijk met de uiterlijke gelijkenis stond
hem steeds de geestelijke structuur van
dezen mensch voor oogen.
Hetzelfde kan men zeggen van den kop
van prof. Storm van Leeuwen, fijn be
sneden aristocratenkop met het artisten-
uiterlijk eMt welk een toewijding en ge
spannen aandacht moet er gewerkt zijn
om het drievoudige wezen van edelman,
geleerde en kunstenaar zoo treffend tot
een synthetische eenheid op te voeren.
Meer dan levensgroot zien we het beeld
Naar het Engelsch van MORICE GERARD
door Emma A. H.
4)
Lucille deed, gelijk haar gevraagd werd
en was nog juist intijds, om haar vader
met vuursteen en staal een lantaarn te
zien aansteken. Ze stonden allen in een
kleine ruimte, die beter onderhouden was,
dan het heilige gebouw, waarvan het een
aanhangsel was. Aan den eenen kam
stond een bedstede met een stroomatras
er in: twee stevige houten stoelen en een
waschtafel voltooiden het meubilair. In
een rek aan den wand hing wat aarde
werk.
Het kind leek dit een ellendig verblijf,
waar zij vol ontsteltenis rond keek; den
anderen niet.
Dit vertrek heeft zeker dienst ge
daan? merkte lord Milton op.
Ja. mylord. Het heeft hier niet aan
gasten ontbroken, of tenminste aan één
gast. voor langen tijd.
Vrienden, die op de Abbey zeker niet
goed konden gehuisvest worden," zei de
jonge man met een glimlach.
Juist, zoo is het.
Zoo waar, ik zou niet graag lang van
deze gastvrijheid gebruik maken, sir Eve
lyn! Het zou mij kippenvel bezorgen.
Ik vertrouw, Sire, dat het maar om
een paar uur te doen is.
Sir Evelyn had de lantoarn aan een
haak tegen den muur gehangen. Toen
Mei hij zwaar neer op een van de stoelen,
met bleek en betrokken gelaat.
van prof. Lorenz. een gips afgietsel van
een gedeelte van 't monument, dat ter na
gedachtenis van onzen beroemden land
genoot in zijn vaderstad werd opgericht.
Uit den aard der zaak zijn de vormen hier
groot gehouden Het detail is niet ver
zuimd, doch laat zich op een afstand toch
meer raden, dan dat het is aangegeven.
Het gaat hier om de impressie op zekeren
afstand en die is prachtig getroffen.
In sommige werken toont Wenckebach
zich een hartstochtelijk bewogene. Dan
komen zijn beelden te voorschijn ..aus
einem Guss."
Meerdere malen is hij vooral een aan
dachtige. die met stil gespannen aandacht
en groote toegewijde liefde zijn vormen
schept. Dat treft b.v. bij een jongenskopje
uit wit marmer. Hoe fijn zijn hier de
zachte rondingen van het profiel en even-
■zoo is dat het geval bij het bronskopje van
A. S. v L.
Het aandachtig gesneden, gepoluchro-
meerde houten meisjeskopje R. H. was om
reeds bekend van een tentoonstelling
eenige jaren geleden gehouden in de
..Rietvink" onder Wassenaar. Even zoo
zagen we daar het fraaie in hout gesneden
beeld van St. Sebastiaan. dat weer een
geweldige kennis van het menschelijk
spierstelsel veronderstelt. De Heilige staat
met de handen op den rug gebonden en
iets naar voren gebogen. De uitdrukking
van het gelaat is zeer goed.
In de tweede zaal worden we getroffen
door de edele lijnen en vormen van eenige
naakten, waarbij we in 't bijzonder de aan
dacht vestigen op de tors het groote naakt
van een vrouw en dat van een jongeling.
Dit zijn werken vol poëzie. In een paar
dezer werken treft de soepele gratie, te
gelijk krachtig en teer.
Ten slotte wijzen we nog op enkele wer
ken. waarbij de beeldhouwer zijn fantasie
heeft laten werken: de Vluchtende Pro
metheus, die het vuur uit den hemel heeft
gestolen om er de aarde mee te begiftigen;
een verguld beeldje „Lente", een vrouwen
figuur, die met extatischen blik over de
aarde schrijdt; Ioarus die de zon'in"t aan
gezicht wil vliegen. En zoo is er nog een
en ander op het gebied der sculptuur.
Over het grafisch werk, dat eveneens
van groot belang is. morgen.
o
NIEUWE UITGAVEN.
Bij de N.V. Van Holkema en Warendorf's
Uitg.-Mij. te Amsterdam, verscheen een
geestige één-acter van Johan Lindenberg,
getiteld: .Peggy schenkt thee".
Eva Raedt de Canter. zal voor velen al
geen onbekende meer zijn. Haar belang
rijk werk „Internaat" was een gelukkig
debuut. En nu een nieuw boek van deze
veelbelovende schrijfster: „Geboorte", de
roman van een jong leven. Het is de be
doeling te geven het jonge leven van een
wezen, dat aanvangt bij de eerste jaren
van bewustwording, met al de oerinstinc-
ten, die de onderlaag van zijn psyche vor
men. De schrijfster nu laat zien. hoe deze
instincten zich onder invloeden van bui
tenaf ontwikkelen, doch door de critiek,
die ze vertolken, verdrongen worden. En
de wijze waarop zij dit doet, kunnen we
niet minder dan geniaal noernen. Ze is
volkomen nieuw, een verblijdend verschijn
sel. waar we zoo zelden eens werkelijk iets
goeds onder oogen krijgen. (Uitgave Van
Holkema en Warendorf, Amsterdam).
Bij Paul Brand's Uitgeversbedrijf te
Hilversum kwam van de pers het nieuwe
werk van prof. J. P. Verhaar te Warmond
over „De moderne theosophische bewe
ging". een verzameling artikelen, welke in
„Het Schild" reeds gepubliceerd werden,
hier en daar gewijzigd of aangevuld, met
verschillende oorspronkelijke foto's ver
lucht.
J. B. Wolter's Uitg. Mij, Groningen: Dr.
S. de Boer. moderne diagnostiek en behan
deling van hartpatiënten voor den practi
cus uiteengezet
Dr. G. F. Gezelle Meerburg: „Algemeene
Ziekenverpleging", 2e druk.
Bij Em. Querido's Uitg. Mij. te Amster
dam verscheen een nieuwe, zeer belang
rijke uitgave op muziekgebied voor aan
staande vakmusici en voor belangstellen
den in de muziek, dajt werd samengesteld
door H W. de Ronde, onder den titel van
..Overzicht der muziekgeschiedenis". Wil
lem Pijper schreef er een voorwoord bij.
Holland ia-drukkerij Baarn:
„Koning". Uit het Gietlioornsche leven
door A. en J. Maat.
„Femina". door T. Jager—Meursing
„Het atelier van Flodderdas", door Thea
Wendels.
HOOFDSTUK II.
De verkenning.
Lucille liep op haar vader toe en sloeg
haar armen om zijn hals: zij kuste hem
op het voorhoofd, dat klam voelde bij
aanraking. Ineens herinnerde zij zich,
hoe ziek hij was geweest en dat dit zijn
eerste wandeling van eenige meerdere
uitgestrektheid was. sinds dien.
Lord Milton vatte den toestand. Uit een
valies, dat hij met een riem op den rug
droeg, haalde hij een zilveren fleschje van
eigenaardigen vorm te voorschijn, draaide
er de schroef af en reikte het over aan sir
Evelyn, die niet bij machte scheen om te
spreken.
Het is de beste brandewijn, die nog
nooit heeft dienst gedaan. Het is juist,
wat u noodig heeft.
Sir Evelyn nam een paar druppels en
hoestte. Het bloed keerde weer naar zijn
gelaat, dat doodsbleek was geweest.
Lucille keek dankbaar naar lord Mil
ton; de jonge man sloeg met deelneming
het tooneel gade. Misschien besefte hij nu
voor het eerst het feit, dat sir Evelyn
Lee, in waarheid, lichamelijk ongeschikt
was geweest om het zwaard voor hem aan
te gorden.
Lord Milton drong den baronet om nog
eens te drinken.
Hierna scheen sir Evelyn zijn kracht
herkregen te hebben en stond op:
Vergeef mij. sire, dat ik ongenood in
uw tegenwoordigheid ging zitten, maar
mijn beenen weigerden den dienst.
Uw uiterlijk zou voldoende excuus
zijn geweest, maar wees zoo goed en be
schouw mij als uw gast en als een heel ge
woon mensch!
Dat is mij niet heel best mogelijk,
sire.
Toch moet u het maar probeeren,
ging de jonge man voort, en dan zal het
u ook wel invallen, dat een gewoon
Scheltens en Giltay, Amsterdam:
„Met Hagenbeek in het Oerwoud", door
Wilhelm Munnecke, voor Nederland be
werkt door J. van Emmerik .met talrijke
foto's, grootendeels in de oerwouden van
Nederlandsch-Indië genomen.
S. W. Melchior. Amersfoort:
„Perd Ford naar Indië en rond de we
reld", door Tli. Steenkamp.
N.V. Haagsche drukkerij en uitgevers
maatschappij
„De nieuwe Drankwet", handleiding voor
de practijk, door mr. Ph. de Vries, advo
caat en procureur, te 's-Gravenhage
J. B. Wolters, Uitg.-Mij. Groningen:
Handboek voor het Nederlandsche Han
dels- en Faillissementsrecht," door mr. W.
Polak. Raadsheer in den Hoogen Raad der
Nederlanden; tweede deel. 2e druk.
mensch voedsel behoeft; met andere
woorden: ik krijg aanmaningen in mij,
die er op wijzen, dat ik in geen uren iets
gebruikt heb en dat ik vreeselijken hon
ger zal krijgen. De laatste logé in dit ver
trek zal toch niet een stuk pastei of een
korst brood hier hebben gelaten?
Die zouden dan een paar maanden
oud zijn, antwoordde sir Evelyn. Een mi
nuut lang overlegde hij met zichzelven;
toen zei hij: „het zou de aandacht trek
ken. als ik zelve nu weer deze richting
uitliep: bovendien: wat ik nog aan kracht
over heb. zal noodig zijn, om u vanavend
veilig over den Avon te zetten. Mijn
echtgenoote vrouwe Marjorie, zal niet
zoozeer opgemerkt worden, als zij zich
hierheen begeeft; vooral wanneer zij zich
verkleedt als de gouvernante van Lucille,
of als een van de dienstboden, en ze het
kind meeneemt.
In trouwe, uw gade zal als een engel
des lichts zijn, als zij een welvoorziene
mand meebrengt, in welke kleeding zijn
dan ook verschijne!
Sir Evelyü was niet geneigd, het ge
sprek op dien luchtigen toon voort te zet
ten; hij reikte Lucille de hand. om haar
te geleiden en trad achteruit, als in te
genwoordigheid van een persoon van ko
ninklijken bloede.
De jonge man wierp zich op de matras.
U moet het zich maar zoo gemak
kelijk mogelijk maken, mylord. Wij zullen
hoogst waarschijnlijk nog eenige uren
geduld moeten oefenen; in ieder geval
zijn wij hier beter gelogeerd, dan in een
vuile gTeppel, of bij Master Cromwell in
de wacht.
Lucille en haar vader liepen, om het
vervallen altaar, naar het schip van het
kerkje.
Ineens greep hij haar bij den arm en
trok haar achter de groote eikenhouten
deur, die nu altijd open stond, daar ze
aan den bovenkant zoo dicht overgroeid I
TIJDSCHRIFTEN.
Het R.-K. Bouwblad.
Allereerst bespreekt Kasper Niehaus het
werk van den glasschilder Jaap Weyland
in een met tal van illustraties verlucht
arükel. „De Rare Rijkers" critiseeren, toe
gelicht door tal van foto's, eenige voor
beelden uit „Moderne Nederlandsche Vil
la's en Landhuizen". Het vervolg van de
„Dictionnaire raisonné de l'Architecture"
en het gebruikelijke allerlei vullen de af
levering aan.
EERSTE KAMER.
was met klimop en braamstruiken, dat
ze ook niet meer te sluiten was.
Van buiten werden geluiden vernomen.
Om de strook boschland lag de muur van
het park en daarachter weer de groote
weg. Uit deze richting klonk getrappel
van paardehoeven, het bijten op bitten en
het gerinkel van uitrustingen.
Terwijl su- Evelyn en Lucille in gespan
nen aandacht luisterden en het kind. in
ieder geval, met een hartje, zóó heftig
kloppend, dat zij dit onder de andere ge
luiden van buitenaf kon hooren, werd hst
geraas van voorbijtrekkend paardenvolk
minder duidelijk, tot het nog maar flauw
verneembaar was.
Ze zoeken naar een ingang, lichtte
sir Evelyn toe; nu moeten wij ijlings naar
de Abbey loopen kind, zoodat wij er zijn,
eer zij er aankomen.
Dit zeggende trad hij voorzichtig van
achter de deur te voorschijn en verliet de
kapel, terwijl hij Lucille nog steeds bij de
hand hield. Ze keerden terug langs een
anderen weg. dan ze gekomen waren. Het
was nu bijna zes uur, dicht bij zons
ondergang; de stralen vielen schuin over
het uitgestrekte landschap, een witte
nevel trok op van het land aan weers
kanten van de rivier, van den hoogeren
grond af konden zij de roode kleur van
het water zien, of er een groote slag had
plaats gehad en het rivierwater zich
vermengd had met het bloed van dege
nen, die gevallen waren. Lucille kon zich
later altijd dit tafreel nog voor oogen
roepen, met de Abbey zoo somber en drei
gend op den achtergrond. Ze voelde, dat
ze nu nauw in aanraking was geweest
met de geheimenissen van het leven en
dit maakte haar stil, terwijl ze zich moest
inspannen om gelijken tred te houden
met haar vader's groote stappen.
Vrouwe Marjorie stond hen af te wach
ten op het met grint bestrooide terras
vóór de vensters van de Abbey. Ze ijlde
hun richting uit, zoodra zij ze zag en j
RECLAME.
Eiken avond een half
„Dohyfral"-tabletje!
Heerlijk vindt de kleine meid die flikjes. lederen
avond een versnaperinglederen avond het
jonge leven gesterkt tegen de Engelsche ziekte.
>/3 Tabletje „Dohyfral" per dag is voldoende om
uw kind tegen Zngelsche ziekte te beschermen.
Dr. J A. v. d. Starp, kinderarts te Rotterdam,
schrJjft ons:
„Waar het zonlicht in den winter ons ntet
„behulpzaam is bij het voorkomen of gene-
„zen van Engelsche ziekte, is „Dohyfral" een.
„waardig aequlvalent. De vrees voor vitamine-
gebrek in do wintermaanden kan bij het
„kleine kind ondervangen worden door een
„kleine dosis „Dohyfral".
Philips-Van Houten's Dohyfral"-tabletten 1.50
per buisje van 10 stuks, voldoende voor 3 weken;
per buisje van 20 stuks 2,75.
N.V. Pharmaceutische Producten My.
PHILIPS-VAN HOUTEN
Amsterdam
3 5cUA\src
649
DE MISLUKTE OVERVAL TE
'S-GRAVENHAGE.
In den avond van 5 November te onge
veer kwart voor zes heeft ln het perceel
Laan van Nieuw-Oost-Indië 67. te 's-Gra
venhage. waarin een manufacturenzaak
gedreven door mej. Boode, is gevestigd een
roofoverval door twee mannen plaats ge
had. waarbij de eigenaarster en de win
keljuffrouw mej. K. met een pistool wer
den bedreigd door te zeggen: „Blijf staan
of ik schiet." De bedreiging had evenwel
niet de gewenschte uitwerking, want mej.
B. liet zich daardoor niet intimideeren, liep
naar de straatdeur en rukte die open en
riep om hulp. waarop de indringers op de
vlucht sloegen.
Wegens poging tot diefstal met bedrei
ging stonden gisteren voor de Haagsche
rechtbank terecht de 30 jarige buffetchef
M. van W en de 20-jarige reiziger
H. H. W. Witte, die beiden bekenden den
dag te voren jxiolshoogte te hebben geno
men. waar het beste een roofoverval kon
plaats hebben. Des anderen daags gingen
beiden gewapend met een alarmpistool
naar den winkel W. vroeg om een stukje
zeep, terwijl van W. het gordijntje voor de
winkelruit dichtschoof. Mej. B„ die zich in
een kamer achter den winkel bevond kwam
naar voren en zei: „dat gordijntje moet
open blijven" en trad op den man toe.
waarop deze bovenvermelde bedreiging
uitte.
De eisch was: tegen ieder van de ver
dachten: drie jaar en 6 maanden gevan
genisstraf.
ONZE TELEFOONNUMMERS
DIRECTIE en ADMINISTRATIE
2100 (op 2 lijnen)
REDACTIE1507
hield den blik bezorgd op het gelaat van
haar echtgenoot gevestigd.
Wat is er gebeurd? fluisterde zij.
De baronet keek. eer hij antwoordde,
naar de vensters vóór zich, of ieder daar
van een oor bezat dat nieuwsgierig luis
terde naar een geheim. Toen sprak hij
sotto voce:
Twee vluchtelingen hebben een
schuilplaats gekregen; ik kwam nog juist
bijtijds om hun die te bieden.
O! lady Lee legde haar hand op
haar hart met ontsteld gelaat; misschien
dacht zij allereerst aan het gevaar, waar
in haar echtgenoot en haar huis verkeer
den. en toen aan die ongenoode gasten;
uit den toon van sir Evelyn had zij ge
noegzaam begrepen, wat voor gewichtige
vluchtelingen het waren.
Is hij het?
Ja, en een ander, mylord Milton.
Lady Lee huiverde.
God helpe hen! sprak zij. als hij hun
in handen mocht vallen!
Haar verbeelding voerde haar terug
naar een gebeurtenis, die nog jaren daar
na de harten deed trillen; naar een ta
freel voor Whitehall Palace: een ko
ninklijk leven, geofferd op het altaar van
de verlangens van zijn vijanden, terwijl
edele en trouwe harten bloedden, terwijl
mannen tandenknarsten en vrouwen
weenden, omdat zij er machteloos tegen
over stonden.
God geve. dat dit niet zoo zij! ant
woordde sir Evelyn.
Wat ben je van plan? vroeg zij.
Om hen over de rivier te voeren, in
het holst van den nacht, als de verken
ners er geweest zijn. Mylord Milton heeft
op zich genomen om hem tot aan de kust
te brengen en vandaar in veiligheid.
(Wordt vervolgd.)
..Moord" (Inspecteur Deloor van de re
cherche), is de titel van den nieuwen ro
man van A Defresne. welke bij Leiter Nij-
pels N.V. te Maastricht van de pers kwam.
Bij de Uitg. Mij. „Editio" te Hillegom
verscheen de 21ste jaargang van he
„Kerstboek" voor Jong-Holland, onder re
dactie van dr. R. Miedema. Met bijdragen
van den redacteur. Mien Labberton. Chris
tine Doorman en Rein Valkhoff. Muziek
van Eveline Sypkens op woorden van iMen
Labberton. Teekeningen van Lidi van
Schagen.
De prijs van dit Kerstboekje ing. f. 0.70;
gecar. f. 0.90 en gebonden f. 1.10.
J. B. Wolters Uitg.-Mij. Groningen:
32 teekenvoorbeelden voor het derde en
vierde leerjaar. In vijf kleuren. Ontwerp:
Dick de Boer; met prospectus.
Dr. C. S. Jolmers en dr. K. J, Riemens.
„En Fransais". Fransch leerboekje voor
het lager onderwijs. Deel II geïllustreerd,
met losse woordenlijst.
R. Nanninga en H. Mulder. „Eenvoudig
Engelsch" voor U.L.O.scholen. Deel III.
o
KALENDERS 1932.
Voor het nieuwe jaar ontvingen wij ka
lenders van:
de Verzekeringmij. „De Nederlanden van
1845";
de N.V. Levensverzekeringmij. „Utrecht-";
de Nederlandsche Lloyd;
de Maatschappij van Verzekering op het
Leven „Noord-Braband";
de Nederl. Spoorwegen. De gebruikelijke
kalender in boekformaat met talrijke
fraaie illustraties in zwart en kleurendruk;
de „Nieuwe Rotterd. Crt.". „Het Vader
land" en „De Nieuwe Courant". De na-
tuurkalender 1932. Samengesteld door R.
J. de Stoppelaar en J, P. Strijbos, welke als
premie door de hiervoor genoemde Bladen
werd uitgegeven;
de Algemeene Friesche Levensverzeke
ringmaatschappij
de lettergieterij „Amsterdam", v/h N.
Tetterode;
de A.V.R.O. De kalender met afbeeldin
gen van bekende A V.R.O.-figuren ziet er
aantrekkelijk uit;
de M. A. G. Verkoopbureau voor Holland
der M. A. N.
H. A. Kramers en Zoon's Handelsmaat
schappij N.V. Amsterdam;
de N.V. Albert Heyn. Deze kalender is
uitgevoerd in kleurendruk, naar ontwer
pen van den bekenden Nederlandschen
Dierenschilder H. Verstijnen;
de Nederlandsche Alpenvereeniging;
de Unilever N.V te Rotterdam, die ten
behoeve van haar product „Sanella" een
Verkeerskalender uitgaf, waarop talrijke
practische wenken voor het verkeer ver
meld staan;
de Vereeniging van Nederlandsche Wijn
handelaars. De kalender werd ontworpen
en op steen uitgevoerd door den heer
Molin;
J. W. van der Veen's boekhandel, Oegst-
geest, die met een fraaie en duidelijke
crayon-kalender kwam;
de N.V. Stoomgistfabriek en Distilleer
derij „De Valk" v/h T. H. Ritman en Co.,
Leiden;
het „Nieuwsblad van het Noorden", te
Groningen gevestigd;
de H. A. V Bank. Hollandsche Algemeene
Verzekeringsbank, Schiedam;
de Red Star Line.
Verder vermelden wij de Kunstkalender
voor 1932 „Kerk-interieurs in Nederland",
met voorstellingen van de St. Bavo. Nieu
we kerk. Dom en de St. Janskerk te Gouda
en de kalender „Vredesgedachten", die wij
ontvingen van de N.V. Boekhandel W. ten
Have. te Amsterdam. I
De CONTIGENTEERING
GOEDGEKEURD.
De Eerste Kamer behandelde gister
avond het wetsontwerp tot regeling van
den invoer (contingenteering).
De heer Pollema (C.-H.) wijst erop,
dat op den minister een groote mate van
verantwoordelijkheid wordt gelegd. Spre
ker wil een Koninklijk besluit, in vereeni
ging met de ministers van buitenlandsche
zaken, financiën en landbouw, genomen
zien. Het in de Tweede Kamer aangeno
men amendement-Oud verschaft onvol
doende zekerheid. Wil de minister verkla
ren dat hij vóór hij een voorstel doet
voor het uitvoeren van een K .B overleg
zal plegen met de genoemde ministers?
De heer Van den Bergh 'V.D.), zegt,
dat spreker's fractie tegen het ontwerp
zou zijn ,als het overleg in de Tweede Ka
mer er niet toe had geleid, dat het. ont
werp voor haar nu te aanvaarden is. om
dat het allereerst „tijdelijk" wil zijn.
De heer Wibaut 'S.-D.i zal zich om
den nood van het oogenblik principieel
niet tegen deze noodregeling verzetten.
Spr. dringt erop aan. dat de tijd. die ligt
tusschen het uitvaardigen van een maat
regel en het goedkeuren daarvan door de
Staten-Generaal, zoo gering mogelijk zij.
De heer Diepenhorst (a.-r.> verklaart
dat het wetsontwerp kan getypeerd wor
den als een sober getuigenis van de ellen
de, die over de wereld gekomen is. Het is
geen protectionistische maatregel, en
bezit géén spoor van actieve handelspoli
tiek. Het noodkarakter van het wetsont
werp wettigt zijn oorspronkelijke opzet om
den minister zonder de Staten-Generaal
de uitvoering van deze wet- op te dragen.
In repressieve controle ziet spreker be
zwaren Dit ontwerp komt laat, naar
veler oordeel te laat. In den laatsten tijd.
heeft de benarde toestand van ons land
zich zeer toegespitst, zulks dwingt tot den
voorgestelden maatregel.
De heer Ter Haar (C.-H.) zegt. dooi
de aanneming van het amendement-Oud
vóór dit ontwerp tei kunnen stemmen.
Minister Verschuur zegt, dat men hier
heeft te maken met een nationale wet
tot afweer van nationale gevaren, waar
van velen de diepte nog niet beseffen. Dit
ontwerp staat met protectionisme in geen
enkel verband. De regeering huldigt in
beginsel nog steeds het vrijhandelsprin
cipe. De kenmerkende trek van dit ont
werp is, dat het de binnenlandsche prijs
opdrijving verknocht aan protectionisme,
ten zeerste wil vermijden. In dezen nood
is men gedwongen maatregelen te nemen
die verre van fraai zijn. Elke bevoegdheid
brengt verantwoordelijkheid mee. Er mo
gen geen verwachtingen ten aanzien van
de uitvoering der wet worden gewekt die
niet kunnen worden verwezenlijkt. De
Ste ten-Generaal zullen over alle gegevens
krijgen te beschikken. Spr. verwondert
zich erover, dat de heer Wibaut nog be
vestigd wilde zien dat na een K. B dc
Staten-Generaal onverwijld zullen worden
gekend. Spreker ziet hierin een minderen
graad van vertrouwen, die hij betreurt.
Den heer Pollema maakt spreker duide
lijk, dat elke wettelijke maatregel van
deze soort in den ministerraad zal behan
deld worden.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. aan
genomen. waarna de vergadering wordt
gesloten.
RECLAME.
Werkgorgelen
25 45 en 65 ets. voorkomt verkoudheid.
609