EEN LEVEN OM EEN LEVEN 72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 23 December 1931 Derde Blad No. 22014 KUNST EN LETTEREN. FEUILLETON. o PARLEMENTAIR OVERZICHT RECHTZAKEN. IN DE LAKENHAL Beeldhouwwerk van Oswald Wenckebach. Bij de opening der tentoonstelling van werk van Oswald Wenckebach heeft mr. Slagter. de voorzitter der Leidsche Kunst- vereeniging, er den nadruk op gelegd, dat Wenckebach in zijn arbeid een zeldzame beheersching der techniek toont. En zeer terecht merkte spr. nog op: ..Ieder werke lijk kunstenaar weet. dat juist de techniek tot bezieling wekt.' Mr. Slagter heeft daarmee een kwestie aangeroerd die bij de Grieken, bij de Moorsche cultuur in Spanje, bij de Gothie- kers der Middeleeuwen en tijdens den vol len weeldebloei der Renaissance geen kwestie was. Het sprak van zelf. da/t men tijdens deze en andere groote cultuurpe rioden geen kunstenaar was. of men moest het vak. de zuiver ambachtelijke zijde van zijn kunst, in den grond beheerschen. En wat is beheersching van het vak, hetzij smeden, metselen, bouwen, teekenen. schilderen, beeldhouwen, enz. anders dan beheersching der materie en bevrijding- van den geest? Elke nieuwe opgaaf, hetzij van buitenaf, hetzij zichzelf gesteld, bracht technische moeilijkheden mede; elke overwinning op de techniek, op de zuiver ambachtelijke zijde van het kunnen was een nieuwe overwinning van den geest. De beeldhou wer. die het bekende schuin geprofileerde poortje aan de Hooglandsche Kerk uit hieuw, of hij die het fijne groepje for meerde in den boogtrommel van de Wees huispoort. welk een bekwame vaklieden moeten zij zijn geweest. De werkman, die de consoles behakte waarop de gewelfbogen rusten in het koor van de St. Bavo te Haa 'em, welk een technisch kunnen moet hem ten dienste hebben gestaan, om in deze koppen de suggestie van het zware torschen uit te drukken. De schrijnwerker die de gebeeldhouwde kroonlijst van een oud-Hollandsehe kast vervaardigdede smid die het traliewerk van het raampje van de deur van Gravenstein die uitkomt op de loggia in z.g. duivelsknoopen smeed de, de metaaldrijvers die de gildebekers vervaardigden welke we in de Lakenhal bewonderen, welk een enorme vakkennis moeten zij allen hebben bezeten. ..Techniek bezielt." Inderdaad, het ge voel, een opdracht technisch in de macht te hebben of de moeilijkheden met worste len te kunnen overwinnen, geeft de schep pende geest vrijheid zich te uiten. Techniek is de eisch van den eersten rang. Is er beheersching der techniek, dan bezit de kunstenaar de middelen, zijn in spiratie den vrijen vlucht te laten. Inspi ratie zonder technisch kunnen vervliegt in het luchtledig. Wenckebach is in de eerste plaats tech nisch vakman en dat geeft hem een zeld zame mate van plastische uitbeeldings kracht Daardoor is hij in staat zijn scher pe observatie even scherp te realiseeren. En na dat scherpe realiseeren komt nog iets anders, en dat is het wat het tech nische werkstuk opheft in de sfeer der kunst: het te voorschijn roepen van de ge dachte. de idee. welke uit de vormen spreekt. Men kan ten slotte technicus zonder meer zijn. Doch wanneer achter de tech niek de drift van den scheppenden geest woedt, die het beeld de warmte en de sid dering van het leven geeft, dan spreekt uit de onbezielde materie de geest van den kunstenaar. Men beschouwe in dit verband in de eer ste zaal de kop van des kunstenaars vader Prof. Wenckebach. Geheel naar de werke lijkheid opgevat. Toch is het werk veel meer dan uiterlijke werkelijkheid. De machtige schedel suggereert een schat van wetenschap; de blik is scherp en vorschend critisch overwegend. Er is geen spoor van weifeling in de wijze waarop de beeldhou wer de kop heeft geboetseerd. Elke druk van den vinger was op den man af en tegelijk met de uiterlijke gelijkenis stond hem steeds de geestelijke structuur van dezen mensch voor oogen. Hetzelfde kan men zeggen van den kop van prof. Storm van Leeuwen, fijn be sneden aristocratenkop met het artisten- uiterlijk eMt welk een toewijding en ge spannen aandacht moet er gewerkt zijn om het drievoudige wezen van edelman, geleerde en kunstenaar zoo treffend tot een synthetische eenheid op te voeren. Meer dan levensgroot zien we het beeld Naar het Engelsch van MORICE GERARD door Emma A. H. 4) Lucille deed, gelijk haar gevraagd werd en was nog juist intijds, om haar vader met vuursteen en staal een lantaarn te zien aansteken. Ze stonden allen in een kleine ruimte, die beter onderhouden was, dan het heilige gebouw, waarvan het een aanhangsel was. Aan den eenen kam stond een bedstede met een stroomatras er in: twee stevige houten stoelen en een waschtafel voltooiden het meubilair. In een rek aan den wand hing wat aarde werk. Het kind leek dit een ellendig verblijf, waar zij vol ontsteltenis rond keek; den anderen niet. Dit vertrek heeft zeker dienst ge daan? merkte lord Milton op. Ja. mylord. Het heeft hier niet aan gasten ontbroken, of tenminste aan één gast. voor langen tijd. Vrienden, die op de Abbey zeker niet goed konden gehuisvest worden," zei de jonge man met een glimlach. Juist, zoo is het. Zoo waar, ik zou niet graag lang van deze gastvrijheid gebruik maken, sir Eve lyn! Het zou mij kippenvel bezorgen. Ik vertrouw, Sire, dat het maar om een paar uur te doen is. Sir Evelyn had de lantoarn aan een haak tegen den muur gehangen. Toen Mei hij zwaar neer op een van de stoelen, met bleek en betrokken gelaat. van prof. Lorenz. een gips afgietsel van een gedeelte van 't monument, dat ter na gedachtenis van onzen beroemden land genoot in zijn vaderstad werd opgericht. Uit den aard der zaak zijn de vormen hier groot gehouden Het detail is niet ver zuimd, doch laat zich op een afstand toch meer raden, dan dat het is aangegeven. Het gaat hier om de impressie op zekeren afstand en die is prachtig getroffen. In sommige werken toont Wenckebach zich een hartstochtelijk bewogene. Dan komen zijn beelden te voorschijn ..aus einem Guss." Meerdere malen is hij vooral een aan dachtige. die met stil gespannen aandacht en groote toegewijde liefde zijn vormen schept. Dat treft b.v. bij een jongenskopje uit wit marmer. Hoe fijn zijn hier de zachte rondingen van het profiel en even- ■zoo is dat het geval bij het bronskopje van A. S. v L. Het aandachtig gesneden, gepoluchro- meerde houten meisjeskopje R. H. was om reeds bekend van een tentoonstelling eenige jaren geleden gehouden in de ..Rietvink" onder Wassenaar. Even zoo zagen we daar het fraaie in hout gesneden beeld van St. Sebastiaan. dat weer een geweldige kennis van het menschelijk spierstelsel veronderstelt. De Heilige staat met de handen op den rug gebonden en iets naar voren gebogen. De uitdrukking van het gelaat is zeer goed. In de tweede zaal worden we getroffen door de edele lijnen en vormen van eenige naakten, waarbij we in 't bijzonder de aan dacht vestigen op de tors het groote naakt van een vrouw en dat van een jongeling. Dit zijn werken vol poëzie. In een paar dezer werken treft de soepele gratie, te gelijk krachtig en teer. Ten slotte wijzen we nog op enkele wer ken. waarbij de beeldhouwer zijn fantasie heeft laten werken: de Vluchtende Pro metheus, die het vuur uit den hemel heeft gestolen om er de aarde mee te begiftigen; een verguld beeldje „Lente", een vrouwen figuur, die met extatischen blik over de aarde schrijdt; Ioarus die de zon'in"t aan gezicht wil vliegen. En zoo is er nog een en ander op het gebied der sculptuur. Over het grafisch werk, dat eveneens van groot belang is. morgen. o NIEUWE UITGAVEN. Bij de N.V. Van Holkema en Warendorf's Uitg.-Mij. te Amsterdam, verscheen een geestige één-acter van Johan Lindenberg, getiteld: .Peggy schenkt thee". Eva Raedt de Canter. zal voor velen al geen onbekende meer zijn. Haar belang rijk werk „Internaat" was een gelukkig debuut. En nu een nieuw boek van deze veelbelovende schrijfster: „Geboorte", de roman van een jong leven. Het is de be doeling te geven het jonge leven van een wezen, dat aanvangt bij de eerste jaren van bewustwording, met al de oerinstinc- ten, die de onderlaag van zijn psyche vor men. De schrijfster nu laat zien. hoe deze instincten zich onder invloeden van bui tenaf ontwikkelen, doch door de critiek, die ze vertolken, verdrongen worden. En de wijze waarop zij dit doet, kunnen we niet minder dan geniaal noernen. Ze is volkomen nieuw, een verblijdend verschijn sel. waar we zoo zelden eens werkelijk iets goeds onder oogen krijgen. (Uitgave Van Holkema en Warendorf, Amsterdam). Bij Paul Brand's Uitgeversbedrijf te Hilversum kwam van de pers het nieuwe werk van prof. J. P. Verhaar te Warmond over „De moderne theosophische bewe ging". een verzameling artikelen, welke in „Het Schild" reeds gepubliceerd werden, hier en daar gewijzigd of aangevuld, met verschillende oorspronkelijke foto's ver lucht. J. B. Wolter's Uitg. Mij, Groningen: Dr. S. de Boer. moderne diagnostiek en behan deling van hartpatiënten voor den practi cus uiteengezet Dr. G. F. Gezelle Meerburg: „Algemeene Ziekenverpleging", 2e druk. Bij Em. Querido's Uitg. Mij. te Amster dam verscheen een nieuwe, zeer belang rijke uitgave op muziekgebied voor aan staande vakmusici en voor belangstellen den in de muziek, dajt werd samengesteld door H W. de Ronde, onder den titel van ..Overzicht der muziekgeschiedenis". Wil lem Pijper schreef er een voorwoord bij. Holland ia-drukkerij Baarn: „Koning". Uit het Gietlioornsche leven door A. en J. Maat. „Femina". door T. Jager—Meursing „Het atelier van Flodderdas", door Thea Wendels. HOOFDSTUK II. De verkenning. Lucille liep op haar vader toe en sloeg haar armen om zijn hals: zij kuste hem op het voorhoofd, dat klam voelde bij aanraking. Ineens herinnerde zij zich, hoe ziek hij was geweest en dat dit zijn eerste wandeling van eenige meerdere uitgestrektheid was. sinds dien. Lord Milton vatte den toestand. Uit een valies, dat hij met een riem op den rug droeg, haalde hij een zilveren fleschje van eigenaardigen vorm te voorschijn, draaide er de schroef af en reikte het over aan sir Evelyn, die niet bij machte scheen om te spreken. Het is de beste brandewijn, die nog nooit heeft dienst gedaan. Het is juist, wat u noodig heeft. Sir Evelyn nam een paar druppels en hoestte. Het bloed keerde weer naar zijn gelaat, dat doodsbleek was geweest. Lucille keek dankbaar naar lord Mil ton; de jonge man sloeg met deelneming het tooneel gade. Misschien besefte hij nu voor het eerst het feit, dat sir Evelyn Lee, in waarheid, lichamelijk ongeschikt was geweest om het zwaard voor hem aan te gorden. Lord Milton drong den baronet om nog eens te drinken. Hierna scheen sir Evelyn zijn kracht herkregen te hebben en stond op: Vergeef mij. sire, dat ik ongenood in uw tegenwoordigheid ging zitten, maar mijn beenen weigerden den dienst. Uw uiterlijk zou voldoende excuus zijn geweest, maar wees zoo goed en be schouw mij als uw gast en als een heel ge woon mensch! Dat is mij niet heel best mogelijk, sire. Toch moet u het maar probeeren, ging de jonge man voort, en dan zal het u ook wel invallen, dat een gewoon Scheltens en Giltay, Amsterdam: „Met Hagenbeek in het Oerwoud", door Wilhelm Munnecke, voor Nederland be werkt door J. van Emmerik .met talrijke foto's, grootendeels in de oerwouden van Nederlandsch-Indië genomen. S. W. Melchior. Amersfoort: „Perd Ford naar Indië en rond de we reld", door Tli. Steenkamp. N.V. Haagsche drukkerij en uitgevers maatschappij „De nieuwe Drankwet", handleiding voor de practijk, door mr. Ph. de Vries, advo caat en procureur, te 's-Gravenhage J. B. Wolters, Uitg.-Mij. Groningen: Handboek voor het Nederlandsche Han dels- en Faillissementsrecht," door mr. W. Polak. Raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden; tweede deel. 2e druk. mensch voedsel behoeft; met andere woorden: ik krijg aanmaningen in mij, die er op wijzen, dat ik in geen uren iets gebruikt heb en dat ik vreeselijken hon ger zal krijgen. De laatste logé in dit ver trek zal toch niet een stuk pastei of een korst brood hier hebben gelaten? Die zouden dan een paar maanden oud zijn, antwoordde sir Evelyn. Een mi nuut lang overlegde hij met zichzelven; toen zei hij: „het zou de aandacht trek ken. als ik zelve nu weer deze richting uitliep: bovendien: wat ik nog aan kracht over heb. zal noodig zijn, om u vanavend veilig over den Avon te zetten. Mijn echtgenoote vrouwe Marjorie, zal niet zoozeer opgemerkt worden, als zij zich hierheen begeeft; vooral wanneer zij zich verkleedt als de gouvernante van Lucille, of als een van de dienstboden, en ze het kind meeneemt. In trouwe, uw gade zal als een engel des lichts zijn, als zij een welvoorziene mand meebrengt, in welke kleeding zijn dan ook verschijne! Sir Evelyü was niet geneigd, het ge sprek op dien luchtigen toon voort te zet ten; hij reikte Lucille de hand. om haar te geleiden en trad achteruit, als in te genwoordigheid van een persoon van ko ninklijken bloede. De jonge man wierp zich op de matras. U moet het zich maar zoo gemak kelijk mogelijk maken, mylord. Wij zullen hoogst waarschijnlijk nog eenige uren geduld moeten oefenen; in ieder geval zijn wij hier beter gelogeerd, dan in een vuile gTeppel, of bij Master Cromwell in de wacht. Lucille en haar vader liepen, om het vervallen altaar, naar het schip van het kerkje. Ineens greep hij haar bij den arm en trok haar achter de groote eikenhouten deur, die nu altijd open stond, daar ze aan den bovenkant zoo dicht overgroeid I TIJDSCHRIFTEN. Het R.-K. Bouwblad. Allereerst bespreekt Kasper Niehaus het werk van den glasschilder Jaap Weyland in een met tal van illustraties verlucht arükel. „De Rare Rijkers" critiseeren, toe gelicht door tal van foto's, eenige voor beelden uit „Moderne Nederlandsche Vil la's en Landhuizen". Het vervolg van de „Dictionnaire raisonné de l'Architecture" en het gebruikelijke allerlei vullen de af levering aan. EERSTE KAMER. was met klimop en braamstruiken, dat ze ook niet meer te sluiten was. Van buiten werden geluiden vernomen. Om de strook boschland lag de muur van het park en daarachter weer de groote weg. Uit deze richting klonk getrappel van paardehoeven, het bijten op bitten en het gerinkel van uitrustingen. Terwijl su- Evelyn en Lucille in gespan nen aandacht luisterden en het kind. in ieder geval, met een hartje, zóó heftig kloppend, dat zij dit onder de andere ge luiden van buitenaf kon hooren, werd hst geraas van voorbijtrekkend paardenvolk minder duidelijk, tot het nog maar flauw verneembaar was. Ze zoeken naar een ingang, lichtte sir Evelyn toe; nu moeten wij ijlings naar de Abbey loopen kind, zoodat wij er zijn, eer zij er aankomen. Dit zeggende trad hij voorzichtig van achter de deur te voorschijn en verliet de kapel, terwijl hij Lucille nog steeds bij de hand hield. Ze keerden terug langs een anderen weg. dan ze gekomen waren. Het was nu bijna zes uur, dicht bij zons ondergang; de stralen vielen schuin over het uitgestrekte landschap, een witte nevel trok op van het land aan weers kanten van de rivier, van den hoogeren grond af konden zij de roode kleur van het water zien, of er een groote slag had plaats gehad en het rivierwater zich vermengd had met het bloed van dege nen, die gevallen waren. Lucille kon zich later altijd dit tafreel nog voor oogen roepen, met de Abbey zoo somber en drei gend op den achtergrond. Ze voelde, dat ze nu nauw in aanraking was geweest met de geheimenissen van het leven en dit maakte haar stil, terwijl ze zich moest inspannen om gelijken tred te houden met haar vader's groote stappen. Vrouwe Marjorie stond hen af te wach ten op het met grint bestrooide terras vóór de vensters van de Abbey. Ze ijlde hun richting uit, zoodra zij ze zag en j RECLAME. Eiken avond een half „Dohyfral"-tabletje! Heerlijk vindt de kleine meid die flikjes. lederen avond een versnaperinglederen avond het jonge leven gesterkt tegen de Engelsche ziekte. >/3 Tabletje „Dohyfral" per dag is voldoende om uw kind tegen Zngelsche ziekte te beschermen. Dr. J A. v. d. Starp, kinderarts te Rotterdam, schrJjft ons: „Waar het zonlicht in den winter ons ntet „behulpzaam is bij het voorkomen of gene- „zen van Engelsche ziekte, is „Dohyfral" een. „waardig aequlvalent. De vrees voor vitamine- gebrek in do wintermaanden kan bij het „kleine kind ondervangen worden door een „kleine dosis „Dohyfral". Philips-Van Houten's Dohyfral"-tabletten 1.50 per buisje van 10 stuks, voldoende voor 3 weken; per buisje van 20 stuks 2,75. N.V. Pharmaceutische Producten My. PHILIPS-VAN HOUTEN Amsterdam 3 5cUA\src 649 DE MISLUKTE OVERVAL TE 'S-GRAVENHAGE. In den avond van 5 November te onge veer kwart voor zes heeft ln het perceel Laan van Nieuw-Oost-Indië 67. te 's-Gra venhage. waarin een manufacturenzaak gedreven door mej. Boode, is gevestigd een roofoverval door twee mannen plaats ge had. waarbij de eigenaarster en de win keljuffrouw mej. K. met een pistool wer den bedreigd door te zeggen: „Blijf staan of ik schiet." De bedreiging had evenwel niet de gewenschte uitwerking, want mej. B. liet zich daardoor niet intimideeren, liep naar de straatdeur en rukte die open en riep om hulp. waarop de indringers op de vlucht sloegen. Wegens poging tot diefstal met bedrei ging stonden gisteren voor de Haagsche rechtbank terecht de 30 jarige buffetchef M. van W en de 20-jarige reiziger H. H. W. Witte, die beiden bekenden den dag te voren jxiolshoogte te hebben geno men. waar het beste een roofoverval kon plaats hebben. Des anderen daags gingen beiden gewapend met een alarmpistool naar den winkel W. vroeg om een stukje zeep, terwijl van W. het gordijntje voor de winkelruit dichtschoof. Mej. B„ die zich in een kamer achter den winkel bevond kwam naar voren en zei: „dat gordijntje moet open blijven" en trad op den man toe. waarop deze bovenvermelde bedreiging uitte. De eisch was: tegen ieder van de ver dachten: drie jaar en 6 maanden gevan genisstraf. ONZE TELEFOONNUMMERS DIRECTIE en ADMINISTRATIE 2100 (op 2 lijnen) REDACTIE1507 hield den blik bezorgd op het gelaat van haar echtgenoot gevestigd. Wat is er gebeurd? fluisterde zij. De baronet keek. eer hij antwoordde, naar de vensters vóór zich, of ieder daar van een oor bezat dat nieuwsgierig luis terde naar een geheim. Toen sprak hij sotto voce: Twee vluchtelingen hebben een schuilplaats gekregen; ik kwam nog juist bijtijds om hun die te bieden. O! lady Lee legde haar hand op haar hart met ontsteld gelaat; misschien dacht zij allereerst aan het gevaar, waar in haar echtgenoot en haar huis verkeer den. en toen aan die ongenoode gasten; uit den toon van sir Evelyn had zij ge noegzaam begrepen, wat voor gewichtige vluchtelingen het waren. Is hij het? Ja, en een ander, mylord Milton. Lady Lee huiverde. God helpe hen! sprak zij. als hij hun in handen mocht vallen! Haar verbeelding voerde haar terug naar een gebeurtenis, die nog jaren daar na de harten deed trillen; naar een ta freel voor Whitehall Palace: een ko ninklijk leven, geofferd op het altaar van de verlangens van zijn vijanden, terwijl edele en trouwe harten bloedden, terwijl mannen tandenknarsten en vrouwen weenden, omdat zij er machteloos tegen over stonden. God geve. dat dit niet zoo zij! ant woordde sir Evelyn. Wat ben je van plan? vroeg zij. Om hen over de rivier te voeren, in het holst van den nacht, als de verken ners er geweest zijn. Mylord Milton heeft op zich genomen om hem tot aan de kust te brengen en vandaar in veiligheid. (Wordt vervolgd.) ..Moord" (Inspecteur Deloor van de re cherche), is de titel van den nieuwen ro man van A Defresne. welke bij Leiter Nij- pels N.V. te Maastricht van de pers kwam. Bij de Uitg. Mij. „Editio" te Hillegom verscheen de 21ste jaargang van he „Kerstboek" voor Jong-Holland, onder re dactie van dr. R. Miedema. Met bijdragen van den redacteur. Mien Labberton. Chris tine Doorman en Rein Valkhoff. Muziek van Eveline Sypkens op woorden van iMen Labberton. Teekeningen van Lidi van Schagen. De prijs van dit Kerstboekje ing. f. 0.70; gecar. f. 0.90 en gebonden f. 1.10. J. B. Wolters Uitg.-Mij. Groningen: 32 teekenvoorbeelden voor het derde en vierde leerjaar. In vijf kleuren. Ontwerp: Dick de Boer; met prospectus. Dr. C. S. Jolmers en dr. K. J, Riemens. „En Fransais". Fransch leerboekje voor het lager onderwijs. Deel II geïllustreerd, met losse woordenlijst. R. Nanninga en H. Mulder. „Eenvoudig Engelsch" voor U.L.O.scholen. Deel III. o KALENDERS 1932. Voor het nieuwe jaar ontvingen wij ka lenders van: de Verzekeringmij. „De Nederlanden van 1845"; de N.V. Levensverzekeringmij. „Utrecht-"; de Nederlandsche Lloyd; de Maatschappij van Verzekering op het Leven „Noord-Braband"; de Nederl. Spoorwegen. De gebruikelijke kalender in boekformaat met talrijke fraaie illustraties in zwart en kleurendruk; de „Nieuwe Rotterd. Crt.". „Het Vader land" en „De Nieuwe Courant". De na- tuurkalender 1932. Samengesteld door R. J. de Stoppelaar en J, P. Strijbos, welke als premie door de hiervoor genoemde Bladen werd uitgegeven; de Algemeene Friesche Levensverzeke ringmaatschappij de lettergieterij „Amsterdam", v/h N. Tetterode; de A.V.R.O. De kalender met afbeeldin gen van bekende A V.R.O.-figuren ziet er aantrekkelijk uit; de M. A. G. Verkoopbureau voor Holland der M. A. N. H. A. Kramers en Zoon's Handelsmaat schappij N.V. Amsterdam; de N.V. Albert Heyn. Deze kalender is uitgevoerd in kleurendruk, naar ontwer pen van den bekenden Nederlandschen Dierenschilder H. Verstijnen; de Nederlandsche Alpenvereeniging; de Unilever N.V te Rotterdam, die ten behoeve van haar product „Sanella" een Verkeerskalender uitgaf, waarop talrijke practische wenken voor het verkeer ver meld staan; de Vereeniging van Nederlandsche Wijn handelaars. De kalender werd ontworpen en op steen uitgevoerd door den heer Molin; J. W. van der Veen's boekhandel, Oegst- geest, die met een fraaie en duidelijke crayon-kalender kwam; de N.V. Stoomgistfabriek en Distilleer derij „De Valk" v/h T. H. Ritman en Co., Leiden; het „Nieuwsblad van het Noorden", te Groningen gevestigd; de H. A. V Bank. Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank, Schiedam; de Red Star Line. Verder vermelden wij de Kunstkalender voor 1932 „Kerk-interieurs in Nederland", met voorstellingen van de St. Bavo. Nieu we kerk. Dom en de St. Janskerk te Gouda en de kalender „Vredesgedachten", die wij ontvingen van de N.V. Boekhandel W. ten Have. te Amsterdam. I De CONTIGENTEERING GOEDGEKEURD. De Eerste Kamer behandelde gister avond het wetsontwerp tot regeling van den invoer (contingenteering). De heer Pollema (C.-H.) wijst erop, dat op den minister een groote mate van verantwoordelijkheid wordt gelegd. Spre ker wil een Koninklijk besluit, in vereeni ging met de ministers van buitenlandsche zaken, financiën en landbouw, genomen zien. Het in de Tweede Kamer aangeno men amendement-Oud verschaft onvol doende zekerheid. Wil de minister verkla ren dat hij vóór hij een voorstel doet voor het uitvoeren van een K .B overleg zal plegen met de genoemde ministers? De heer Van den Bergh 'V.D.), zegt, dat spreker's fractie tegen het ontwerp zou zijn ,als het overleg in de Tweede Ka mer er niet toe had geleid, dat het. ont werp voor haar nu te aanvaarden is. om dat het allereerst „tijdelijk" wil zijn. De heer Wibaut 'S.-D.i zal zich om den nood van het oogenblik principieel niet tegen deze noodregeling verzetten. Spr. dringt erop aan. dat de tijd. die ligt tusschen het uitvaardigen van een maat regel en het goedkeuren daarvan door de Staten-Generaal, zoo gering mogelijk zij. De heer Diepenhorst (a.-r.> verklaart dat het wetsontwerp kan getypeerd wor den als een sober getuigenis van de ellen de, die over de wereld gekomen is. Het is geen protectionistische maatregel, en bezit géén spoor van actieve handelspoli tiek. Het noodkarakter van het wetsont werp wettigt zijn oorspronkelijke opzet om den minister zonder de Staten-Generaal de uitvoering van deze wet- op te dragen. In repressieve controle ziet spreker be zwaren Dit ontwerp komt laat, naar veler oordeel te laat. In den laatsten tijd. heeft de benarde toestand van ons land zich zeer toegespitst, zulks dwingt tot den voorgestelden maatregel. De heer Ter Haar (C.-H.) zegt. dooi de aanneming van het amendement-Oud vóór dit ontwerp tei kunnen stemmen. Minister Verschuur zegt, dat men hier heeft te maken met een nationale wet tot afweer van nationale gevaren, waar van velen de diepte nog niet beseffen. Dit ontwerp staat met protectionisme in geen enkel verband. De regeering huldigt in beginsel nog steeds het vrijhandelsprin cipe. De kenmerkende trek van dit ont werp is, dat het de binnenlandsche prijs opdrijving verknocht aan protectionisme, ten zeerste wil vermijden. In dezen nood is men gedwongen maatregelen te nemen die verre van fraai zijn. Elke bevoegdheid brengt verantwoordelijkheid mee. Er mo gen geen verwachtingen ten aanzien van de uitvoering der wet worden gewekt die niet kunnen worden verwezenlijkt. De Ste ten-Generaal zullen over alle gegevens krijgen te beschikken. Spr. verwondert zich erover, dat de heer Wibaut nog be vestigd wilde zien dat na een K. B dc Staten-Generaal onverwijld zullen worden gekend. Spreker ziet hierin een minderen graad van vertrouwen, die hij betreurt. Den heer Pollema maakt spreker duide lijk, dat elke wettelijke maatregel van deze soort in den ministerraad zal behan deld worden. Het wetsontwerp wordt z. h. s. aan genomen. waarna de vergadering wordt gesloten. RECLAME. Werkgorgelen 25 45 en 65 ets. voorkomt verkoudheid. 609

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9