i i Federatie Examen Boekhouden (Mercurius Diploma) GESLAAGD de Heeren C. KWAADGRAS Leiden J. A P. MOONEN Leiden Leerlingen van J. A. JANSEN, Nieuwsteeg 4a Leid'."n LJeed^,Bank ^NIEUWS UIT BELGIE. LONDENSCHE BRIEVEN. AMERIKAANSCHE NOTITIES SCHETSEN VAN BE ZEE. RECLAME. 0311a Speciaal eieren opleidingssysfceem en repetitiemethode. Vanaf 1926, 57 geslaagden. Prima Onderricht, Bureau roor het inrichten, bijhouden en controleeren van boekhoudingen. (Van onze correspondent). I Naar aanleiding van een geruchtmakend I proces. Corruptie bij de Brusselsche I leorscommissie. Om aandeden tot de noteering toe te laten. Maatregelen voor meer waarborgen. De speculatiewoede heeft hier, zoowel als elders, sedert lang uitgewoed. Het pu bliek is door bittere ervaring tot andere opvattingen gekomen en waagt er zich met meer zoo gemakkelijk aan. Maar er sljn ook nog wel andere redenen. Zoo is bet geleidelijk gaan ontdekken, naar aan leiding van allerlei geruchtmakende pro cessen, dat de overgroote meerderheid van de vele kleine financieele blaadjes, die alle mogelijke raadgevingen over hebben voor bun abonné's alleen tot doel hebben vrij wel waardeloos papier aan den man te brengen, of wel waarden die, kunstmatig opgedreven, spoedig moeten instorten. Ver der zijn nog feiten van corruptie aan het licht gekomen die een opzienbarend ka rakter hebben en waaromtrent pas een rechterlijk vonnis is gevallen. Het betreft effectenmakelaars die tot de eersten be- hooren onder hun collega's, namelijk de leden van de Beurscommissle; dat zijn die personen die de administratieve leiding van de effectenmarkt in handen hebben. De grond van de zaak was eenvoudig omkooperij, welke op zeer ingenleuse ma nier was bedacht. Het ging erom de vlugge introductie op de effectenmarkt mogelijk maken van Citroën-aandeelen. Er kwam een syndicaat tot stand om de plaatsing van de effecten te verzekeren. De beroemde financier, wijlen Loewen- stein, die zoo tragisch en zoo geheimzin- ning aan zijn einde kwam, had den raad gegeven, aan een van de voornaamste deelnemers aan dit syndicaat, voor alles te zorgen dat er een gunstige atmosfeer Berd geschapen rondom bepaalde effec ten, wanneer men wou slagen. Maar hoe kan men dit bereiken? Door gewetens uit te koopen. En van de duizenden aandee- len 20.000 meenen we die op de Belgische markt werden geplaatst, werden ti vooraf een paar duizend genomen om deze gunstige atmosfeer te verzekeren. Vóór de aanvraag tot introductie op de Beurs was binnengekomen bij de Beurs commissle, die hierover heeft te beslissen, werd door een der leiders van het syndi caat, een brief geschreven aan al de leden van de Beurscommissle, waarin hij hun mededeelde dat hij hun een „participa tion" of een deelneming verzekerde van zooveel stukken. De kwestie kwam dan te berde in de vergadering van de Beurs- commissie en iedereen was het roerend eens om de Citroënaandeelen tot de markt toe te laten. De aandeelen werden spoedig genoteerd, gingen op vervaarlijke wijze de hoogte in en toen de noteering hoog genoeg werd geacht lieten de leden van de commissie, allen effectenmake laars, die hun gereserveerde aandeelen verkoopen. Zonder de minste moeite en col: zonder het minste risico, hadden zij elk tenminste 50.000 francs Verdiend. Hadden de aandeelen op de markt verlo ren dan hadden zij de optie niet behoeven op te nemen. De zaak verliep zonder schandaal maar zooals het nog wel meer sebeurt is er dikwijls een schurftig schaap ónder het broederschap en zoo kwam het, dat, toen de verkiezingen moesten plaats hebben voor de vernieuwing van de Beurscommissie, de schrijver van den ge noemden brief in een blad liet bekend maken dat hij sommige leden van de commissie, die opnieuw candidaat waren, had omgekocht om de Citroën-aandeelen tot de noteering toe te laten. Deze publi catie, weliswaar door wraakgevoelens in gegeven, werkte als een bom. Het parket, dat reeds zoo dikwijls getracht had de bewijzen van omkooperij in handen te krijgen, greep dadelijk in en legde de hand op bezwarende documenten. De „participation" was eenvoudig een optie. De leden van de Beurscommissie hadden zich eenvoudig laten betalen voor de door hen bewezen diensten. Zij beweerden dat Zij hadden gehandeld als wisselagenten en niet als leden van de Beurscommissie. Maar het eigenaardige was dat alleen zij op deze wijze bij de plaatsing van de aan deelen waren geïnteresseerd geworden. Van belang was het hierbij niet dat, zelfs zonder de verleening van een optie, de Beurscommissie de toelating tot de no teering toch niet had kunnen weigeren aan een onderneming als Citroen. Het feit in zich zelf is strafbaar en, zoo redeneerde het parket, geeft te denken want, indien de Beurscommissle het betreft hier de commissie van 1928 zich voor een goede onderneming laat betalen, wat moet het dan niet zijn inzake een onderneming die van een onderzoek alles heeft te duchten? Deze moet dan zeker opties verleenen. waarbij alleen het publiek de gebroken scherven betaalt. Al de leden van de Beurscommissie, de griffier een ambte- taaar, die eveneens een optie had gekre gen en de bestuurder van den finan- cleolen dienst der-stad Brussel, versche nen voor de rechtbank en werden veroor deeld. Er was slechts een enkele vrij spraak: deze van den vertegenwoordiger van de „Banque de Bruxelles", die in het syndicaat was getreden, maar omtrent wien de rechtbank aannam, dat op het oogenblik dat de syndicale acte was ge- teekend, waarin over de aandeelen sprake was die gereserveerd werden om zekere diensten te vergoeden, de omkooperij reeds was voltrokken en hij in elk geval niet wist wat deze „diensten" beteeken- den. Het is waar dat deze verdachte werd verdedigd door mr. Henri Jaspar, den gewezen premier, onder wiens minister schap de vervolgingen tegen de leden, der Beurscommissie werden ingesteld. Het publiek krijgt een hopeloos gevoel van bedrog ea corruptie als het van zoo- 'ets kennis neemt en men kan het begrij pen dat het afkeerig wordt van speculatie op de Beurs en zich meer naar de banken keert, hypotheken en andere beleggingen. Deze onthulling is een van de voornaam ste redenen geweest waarom een commis sie werd Ingesteld om maatregelen te be tamen tot betere bescherming van de 1 spaarders, die, in hoofdzaak, een wets- entwerp heeft voorbereid om het beroep 'an wisselagent on nieuwen voet te regle- uienteeren. Hoofdzaak is het DUbliek waar- PPtgen te geven, die vertrouwen kunnen inboezemen. En zoo zal men in de toe rist wanneer het bil de Kamer aanhan gig gemaakte wetsontw»rn goedgekeurd wordt, van eiken candidaat-wisselagent etschen: dat hij Belg ls of Luxemburger, meerderjarig ls en alle burgerrechten heeft, een proeftijd doormaakt van ten minste vijf jaar bi) een wisselagent: dat hij een diploma bezit van llcenclaat in handels- en financieele wetenschappen, dat hij voorgesteld wordt door twee peters wisselagenten die ten minste reeds vijf Jaar zijn ingeschreven dat hij moet aan genomen worden door de Beurscommissie, dat hij een waarborg moet storten van ten minste 100.000 francs, die wordt gedepo neerd ln de Nationale Bank en die slechts zes maanden later kan worden opgeheven. Het voornaamste hiervan ls dat een wetenschappelijke vorming wordt geëischt van de candldaten en verder een behoor lijke waarborg. Het verslag ls van betee- kenls in de verklaring van deze nieuwig heid. Het stelt vast dat gansch de corpo ratie eensgezind van meening ls. dat vele ongewenschte elementen onder de wissel agenten niet kunnen leven met de com missie die zij ontvangen en aldus gebracht worden tot gevaarlijke combinaties en speculaties en het aanbevelen van gevaar lijke aandeelen. Op 5 Januari 1914 waren 477 wisselagenten ingeschreven te Brus sel. Op 19 Februari was hun aantal 1689. En ondanks de vermindering in de trans acties neemt dit nog steeds toe. Het is niet wenschelijk, zoo zegt verder het ver slag. dat degenen, die geen waarborg van 100.000 fr. kunnen storten, van welke som zij de inkomsten behouden, ln de corpo ratie worden gehandhaafd of er worden toegelaten. Dat van hoogerhand dergelijke maatre gelen worden genomen wijst er voldoende op dat het sparende publiek in België aan allerlei gevaren blootgesteld is geweest. (Van onzen Londenschen correspondent.). HOE GROOT IS LONDEN?. En Sets over zijn bestuur. De volkstelling van dit jaar heeft uit gemaakt dat er 8.202.818 menschen in Lon den wonen, dat is in zoogenaamd „Grooter Londen", dat de City en de 28 gemeenten of „boroughs", die de metropool vormen, omvat. Maar honderdduizend menschen die Londenaars geacht moeten worden, vallen er buiten. De bewoners van Ealing b.v„ in het uiterste westen van de stad, beschouwen zich terecht als Londenaars. Hun woondistrict vormt een geheel met de rest van de stad, even zeer als b.v. West- minster 'n geheel vormt met de City. De middelen van vervoer zijn dezelfde in en om Londen Bridge en in het genoemde uiterste westen. Onnibussen, trams, trei nen en ondergrondsche sporen gaan ver buiten het zoogenaamde metropolitiaan- sche gebied. Het netwerk van verbindingen bedekt met het gebied van het graafschap Londen ook gebieden van de graafschap pen Middlesex. Surrey en Kent, die gebie den n.l. die organisch met Londen zijn samengegroeid. Ook het aspect van een buurt als Ealing in het westen of Hornsey ln het noorden (beide gemeenten liggen in Middlesex) ls geheel gelijk aan de buur ten, die dichter bij het centrum liggen en die dus eerder door het monster Londen zijn ingepalmd. De gemeenten bulten de graafschapsgrenzen van Londen zijn niet in de jongste telling begrepen geworden. Aangezien zij maatschappelijk, economisch en wat transport en andere samenbinden de invloeden betreft, wel degelijk bij Groo ter Londen behooren, kan men haar in wonertal gevoeglijk bij dat van Grooter Londen optellen. Dan krijgt men een in wonertal dat de 10.000.000 overschrijdt. De administratieve zorg voor deze enor me gemeenschap ls, zooals hierboven reeds is gebleken in het getal van het aantal ge meenten gedecentraliseerd. Maar naar men zal weten is er daarenboven een cen trale overheid. Dat is de Londensche Graaf- schapsraad, die zijn bemoeienissen uit strekt over meer dan 8.000.000 menschen en In eenige gevallen zooals watervoor ziening, overheidswoningbouw -r- over de gansche 10.000.000. Wanneer men dat weet, dan verbaast het niet te hooren dat de administratieve kosten van Grooter Londen die van sommi ge kleine mogendheden verre overtreffen. De jaarlijksche begrooting van den Londen County Council (altijd aangehaald met zijn initialen L.C.C.) bedraagt meer dan 40.000.000 pst. Ongeveer de helft van dit bedrag moet in plaatselijke belastingen worden opgebracht. De andere helft be staat uit kosten voor diensten, als tram en huizenbouw, die hun rente opbrengen of winst maken (ongeveer 11.000,000 p.st.) terwijl een bedrag van pl.m. 9.000.000 p.st. door de regeering wordt bijgedragen voor de kosten van Londen's bestuur, omdat veel van de verdiensten van Londen van nationaal belang kunnen worden geacht. Het meest fantastische cijfer in de reke ning van Londen is wpllicht de schuld van de L.C.C.die maar liefst 124.500.000 p.st, bedraagt en dus aanzienlijk grooter is dan die van de meeste Europeesche landen. De Londensche belastingbetaler zou er ver schrikkelijk onder lijden, indien er geen groote baten tegenover stonden, die het bedrag voor den belastingbetaler, die rente en aflossing moet opbrengen, reduceeren tot ongeveer 38.000 000 pst. Als zoodanig belast deze schuld het bedrag, dat aan plaatselijke belastingen („rates") moet worden opgebracht, met 2.000.000 p.st. Dit bedrag is begrepen in de totale opbrengst van 19.500000 pst. (hierboven genoemd) welke die belastingen moeten verschaffen. Die opbrgngst behoeft natuurlijk niet elk jaar dezelfde te zijn. Ze hangt af van de behoefte voor armenzorg, stadsherstel- lingen, mate van wegenaanleg enz. De laatste jaren is de tendenz dalend geweest in eenige gemeenten. In andere daaren tegen en Poplar is een voorbeeld dat ook buiten Engeland wel bekend zal zijn omdat er indertijd zooveel over te doen is geweest in het Lagerhuis blijft de last van de „rates" steeds toenemen, voorna melijk omdat het aantal armlastigen or toeneemt. Maar om tot Londen terug te keeren. Dit jaar onttrekt de L.C.C: „ra tes" aan de zakken der „rate payers" op den grondslag van 6 s. 71/: d. p. pond ster ling. De plaatselijke belastlnê wordt ge heven op de belastbare waarde van huizen en land. Belastbare waarde is tennaasten- bij gelijk aan huurwaarde, zoodat iemand die een huis heeft met °en beHs'birt waarde van CO p.st. b.v., 19 p.st. moet be talen. De gezementltke belastbare we"rde in het gebied, waarover de T.rc. zijn s af voert. bedraagt bijna 60 000000 pst en <:c opbrengst er uit is dus ongeveer gelijk aan het genoemde bedrag, dat dit jaar moet worden "opgebracht. Er is geen twijfel aan, dat de menschen die deze hooge plaatselijke belastingen op brengen, er goede waarde voor in de plaats krijgen, aangenomen dat zij voldoende ge meenschapsgevoel bezitten om de waarde Juist te schatten. De Londensche trams, die eenige Jaren geleden nog met verlies werkten, maar thans winst maken, vormen wellicht het goedkoopste en meest uitge breide openbare vervoerstelsel dat de wereld kent. Ze zijn een ware zegen voor de economisch zwaksten ln deze gemeen schap en vervoeren gedurende een groot deel van den dag de menschen voor twee stuivers over afstanden, die men ln den halven dag niet zou kunnen afbeenen, af standen b.v. als tusschen Den Haag en Rotterdam of tusschen Arnhem en Dieren of Utrecht en Hilversum. Armenzorg ln het gebied van het graafschap ls zoo grondig en zoo uitgebreid, dat niemand gebrek be hoeft te lijden en niemand dakloos be hoeft te zijn. De bedelaars, die den nacht op banken langs den Theemsoever door brengen, bewijzen niet, dat de overheid niet voor hen zorgt, maar alleen dat zij niet willen dat de overheid voor hen zorgt. Aan onderwijs, een van de meest bewon derenswaardige diensten van den Raad, wordt jaarlijks meer dan 13.000.000 p.st. uitgegeven. Tot nu toe was bijna de helft van dit bedrag staatsbijdrage, maar nu de bezuinigingsmaatregelen zijn ingegaan, moet dit minder worden. De L.C.C. schijnt echter niet voornemens te zijn, op zijn onderwijs in te krimpen, zoodat het voor uitzicht wat dit betreft, minder gunstig is voor de beurzen der „rate payers". Afge scheiden van de reeds genoemde 1150 lage re scholen, waar 650.000 jongens en meis jes onderwijs (vrij) krijgen, heeft de L.C.C. ook 79 middelbare scholen onder zijn be heer. waar 30.000 kinderen van beiderlei kunne algemeene kennis opdoen. Het ls een- openbaar geheim dat het onderwijs ln die „council schools", beter is dan dat ln „pnvate" en public schools", die voor kin deren zijn van welgestelde ouders of niet welgestelde ouders, die zich veel ontzeg gen om hun kinderen naar 'n zoogezegd deftige school te kunnen zenden. Bovendien is er nog 'n alomvattend en voortreffelijk werkend stelsel van ambacht- en avond onderwijs, waarvan 200.000 menschen. on der wie vele volwassenen, gebruik maken. Tenslotte draagt het graafschaosbestuur ook nog bij in de kosten van de Londensche Universiteit.. Geen plaatselijk bestuur heeft den strijd tegen krotwoningen zoo k'.achtig aangepakt als het bestuur van Grooter Londen. Sedert den oorlog heeft, het woningen doen bouwen tot een gezamelijke waarde van bijna 40.000.000 pst. En het gaat nog steeds met dit werk voort. Brand weer. ziekenvervoer en rioleering model diensten in hun soort worden beheerd en behandeld door de L.C C., die hier elk uur van den dag de bewering logenstraft, dat overheidsbeheer in doeltreffendheid en visie tekortschiet. New York, 5 December. (Van onzen New Yorkschen correspondent) VOETBAL IN DE GEVANGENIS. Wanneer u elders in dit blad het verslag zoudt aantreffen van een voetbalwedstrijd tusschen Quick of H.F.C. ln de Schevenlng- sche of Leeuwardensche gevangenis, zoudt u minstens heel ongeioovtg kijken. Vooral Indien de match had plaats gehad binnen de gevangenismuren ten overstaan van een betalend publiek, dat een gulden per plaats had geofferd en zich even ordentelijk en opgetogen had gedragen als bij iedere andere gelegenheid. En mijn lezers zouden zich heelemaal de oogen uitgewreven heb ben, wanneer het bezoekende elftal niet uit gewone jongelui had bestaan, maar uit Haagsche of Groningsche politieagenten!! Ik weet zeker, dat menigeen een bedenke lijk gezicht zou trekken en bij zichzelf mompelen: nou, nou. waar gaan wij heen? Precies datzelfde hebben lezers hier ge daan en het ook niet onder stoelen of banken gestoken, toen in drie weken tljds vier football-wedstrijden binnen de muren van Slng-Sing plaats hadden, waarvan een tegen een politie-elftal van de plaats Port Jervis. De eerlijkheid gebiedt mij mede te deelen, dat het eigenlijk geen dienstdoende agenten waren, maar brave Inwoners van Port Jervis die in tijd van nood onder eede staan en gerechtigd zijn op te treden, zoo iets als onze onbezoldigde rijksveldwachter. Maar daar waren de gevangenen vóór den wedstrijd niet van op de hoogte gebracht en zij meenden dien middag met de ras echte dienaren van den H. Hermandad te doen te hebben. Nu is football geen voet bal zooals men misschien wel van de film weet. Er komt veel, heel veel lichaams- geweld in voor! De spelers zijn beschermd door leeren helmen en dito opvulsels onder him trui en nog komen er massa's onge lukken voor dit seizoen van ongeveer drie maanden kostte het 23 jonge men- schenlevens. Amerikaansch football is een soort rugby, maar naar mijn aanschouwe lijke opinie veel ruwer dan rugby. Het aan grijpen en tegenhouden met de handen, dat in ons voetbal zoo streng verboden wordt, is hier op vele wijzen toegestaan, maar be grijpelijkerwijze zijn er een menigte spel. manleren verboden als een „foul", omdat zij ln de hitte van het spel levensgevaarlijk worden. Bedenkt men nog dat uit den aard der regels de spelers meerendeels in een groot kluwen tegen elkaar opbotsen of over elkaar op den grond tuimelen, dan ls het èn voor de drie scheidsrechters èn voor het publiek een razende toer om te zien of er fair of ruw gespeeld wordt, indien men het spel niet door en door kent en scherp oplet. De mannen van Sing Sing zijn geen ver- keersovertreders of hebben zich aan kleine verduisteringen schuldig gemaakt: zij zijn de ernstigste misdadigers, die niet een paar jaren, maar een paar tientallen jaren uit de maatschappij verbannen zijn. Het zijn allen over wie wij langer of korter ge leden met schrik gelezen hebben en een zucht van verlichting geslaakt, dat zt) op geborgen werden. Niet minder dan twee en twintig zaten in 't Doodenhuis te wachten op hun executie ln de komende weken! Tientallen van hen, die ik zag rondwan delen zullen, menschelijkerwlis gesproken, nooit levend buiten de meterhooge muren komen en het is voor hen zelf en de bui tenwereld misschien het beste, omdat zij bti herhaling of door een bijzondere gruwel dood totaal ongeschikt voor de samen leving gebleken zijn. Ik heb er de honder den gezichten vlak in mijn nabijheid op aangekeken en mij eenige malen dien mid dag afgevraagd of er nu zoo'n verschil was tusschen dit publiek van de zwaarste misdadigers en dat van elke andere sport- i gelegenheid, maar ik kon het er niet ln zien! Waarmee ik niet zeggen wil, dat het gemiddelde publiek hier uit boevengezich ten bestaat als wel, dat de bewoners van Sing Sing geen bijzonder uiterlijk ver toonden. op eenige uitzonderingen na. Zij waren vol aandacht voor het spel, zij rook ten, zij joelden, maakten humoristische opmerkingen iyi ik kon me alleen een zekere matheid, een gedruktheid niet ont kennen. Hetgeen dan pok geen wonder is! Maar dat was het wel, dat de heele mid dag verliep zonder een enkelen wankiank op het ve!d zelf, noch daarbuiten. En toch had dit zoo licht kunnen gebeursn, ook al waren overal op onzichtbare manier zwaar bewapende versterkingen aangebracht, die het heele terrein konden bestrijken in ge val van ongeregeldheden. Niemand zal dur ven ontkennen, dat de directeur van Sing Sing, Lewes E. Lawes, een kolossaal risico op zich geladen heeft met zulke wedstrij den en toegang van het publiek van bui ten toe te staan. Bloedige oproeren niet zoo lang geleden, in andere gevangenissen heb ben getoond, hoe de mannen voor niets terugdeinzen om hun vrijheid te bemach tigen. Maar directeur Lawes heeft door de Jaren heen een groot overwicht oo zijn mannen gekregen door hun zooveel moge- Hik tegemoet te komen zonder daarom van zijn inrichting een zuigelingenkliniek te maken. En dat wordt hem sinds de foot ball-wedstrijden openlijk verweten door lieden, die zonder zonde zijn. althans vrij in de maatschappij rondloopen en die de politiek huldigen van een medemenscli op te sluiten en dan den sleutel weg te gooien. Ik weet, hoe Lawes over dit alles denkt en hoe hij tot opvattingen gekomen is, die door de buitenwacht als vertroetelen wor den beschouwd. HIJ is zijn loopbaan be gonnen als gewoon cipier en toen hij ein delijk als directeur van de beroemde ge vangenis benoemd werd, hadden jaren van ondervinding en aanschouwing hem ge vormd tot den man die ln de half dozijn Jaren van zijn directeurschap nog verder is gegaan op den weg van het humane straf- systeem. Om nog een voorbeeld te noemen' hij kwam er als een overtuigd voorstandei van de doodstraf; ongeveer 120 menschen, onder wie een vrouw hebben onder zijn toezicht, Ja op zijn wenk aan den beu! met hun leven geboet voor het bloed, dat zij zelf vergoten en op dit oogenblik zit ten ruim twintig anderen, onder wie, op nieuw sinds een paar jaar, een vrouw te wachten op de voltrekking van hun dood vonnis. Nu is hij er een even vurig tegen stander van. omdat naar zijn overtuiging de doodstraf geen afschrikwekkend voor beeld is. omdat de gevangenen het zelf verkiezen boven levenslang, maar bovenal en in de eerste plaats, omdat het mogelijk is, dat een onschuldige ter dood gebracht wordt. In zijn boek „Life and Death in Sing Sing", dat eenige jaren geleden uit kwam, deelt hij uitvoerig over zulke geval len mede, waarin onschuldigen ternau wernood hun onverdiende lot ontkwamen: ook Vrouwe Justitta kan zich vergissen. En terwijl ik dit schrijf worden de instructies heropend voor een jongmensch. dat tien jaar In Sing Sing kroeg wegens roofoverval en die pertinent door getuigen herkend werd: nu blijkt het een vergissing te ziin geweest, aangezien een andere boef die daad opgebiecht heeft en als twee drup pels water op den eene lijkt! Wanneer hii eens voor moord was aangeklaagd en ook vast en stellig herkend met als vonnis den elect,rischen stoel? Niet alleen als belooning voor goed ge drag beschouwt Lawes een filmvertooning of een match, maar het vooruitzien, de ge beurtenis zelf en het nabeschouwen ziin heilzame afleidingen voor de mannen, die maar van één gedachte vervuld ziin, nl. hoe kom ik hier vandaan? En de Ameri- kaansche criminologische geschiedenis is vol van de sluwste, de onbegrijpelijkste cn de bloedigste ontspanningen. „Vergeet, dat jullie gevangen bent en speelt de match volgens de regels!" was dc laatste aanmaning van Lawes, die in den ruim- sten zin ook gold voor de rest van de be volking. Allen opinies van buitenstaanders ten spijt, beweert hij op deze manier meer te bereiken dan met machinegeweren, traangasbommen of water en brood in de duisternis en de praktijk geeft hem gelijk. UIT HET DAGBOEK VAN EEN OUD-STUURMAN. MIST. Als een dreiging had het over ons ge hangen en was het ons gevolg vanaf de Haaks. 1). We hadden gehoopt met al de hoop, die ln ons was, we hadden ge vloekt en gebeden, maar het was geko men, zooals te voorzien was, dat het komen moest. Geen aasje wind had ons willen helpen, het glas stond mooier dan ooit en tegen den avond, toen we reeds ln pelling voeren van het Maas-vuur schip, was het „dicht gevallen". In vijftig vaam waren we ten anker gegaan en het ratelen van de ankerket ting door het kluisgat had ons in de ooren geklonken als de schaterlach van een daemon, die onze laatste hoop om 's avonds nog thuis te kunnen zijn, in rook deed vervliegen. Gij, walmensch, weet niet wat het be duidt voor den zeeman, als hij, na zes maanden van de zijnen gescheiden te zijn geweest, na ln de Europeesche havens, die nog moesten worden aangedaan vóór de thuishaven, al zijn best te hebben ge daan om het werk zoo vlug mogelijk voortgang te doen hebben, onder de rook van Rotterdam plotseling niet verder kan. Gij kent het gevoel van machteloosheid niet, dat den zeeman bekruipt in e=n dikken mist. Bij een storm komt hij in actie, dan kan hij maatregelen nemen om het schip zooveel mogelijk te bescher men tegen de woede der elementen. Maar bij mist is zijn houding meer een lijde lijke, een afwachtende. Deze houding is echter niet minder afmattend, want voortdurend ls zijn gehoor tot het uiter ste gespannen. Alle geluiden vangt hij op en tracht hij te definieeren Nu is het nacht. Huiverend sta ik op den brug, waar alles nat en klam is van het vocht. Klein ls het wereldje, waarin ik me bevind. Het is zóó potdik, dat zelfs het voorschip in den nevel is opgeslorpt. Wazig schijnt ln het voorstag de anker lantaarn, die van een aureool lijkt te zijn omgeven. Om de minuut wordt op de bak de bel geluld door den matroos van de wacht dien ik niet kan zien. Het is geen heldere klank nu, het lijkt of er op blik wordt geslagen. Het geluid schijnt overal van daan te komen, behalve van het voor schip. De vier stooten op de sirene, die het maasje alle veertig seconden als mistsignaal doet hooren, klinken als het schorre gebrul van een wanhopige koe, die haar kalf zoekt. Nu en dan hoor ik door de groote luchtkokers, die bij de brug uitkomen een stoker uit het stookhol de stelle ijzeren ladder opklimmen en met zijn klompen aan dek stommelen. Hij komt kijken of die vervloekte mist nog niet optrekt. Hij verlangt naar moeder de vrouw en naar de kooters. Maar de vochtige kou, die snijdend zijn bezweete lichaam beroert, doet hem gauw weer morrend naar be neden gaan. Dikke druppels vallen met onregelma tige tusschenpoozen van de strevellatten en kletsen op het bruggedek. M'n pijp dooft uit, hij smaakt me niet. IJsbeerend probeer ik de warmte te hou den. Daar klinkt een fluit vlak bij me. O jé, de ouwe is wakker. Ik luister naar wat hij te zeggen heeft. „Niet zoo stampen", klinkt het brom mend, „je port de heele bemanning uit." „Alright kap'tein", geef ik terug. De man, die anders zoo vast slaapt, dat hij met geen voorhamer ls wakker te krij gen. ligt nu slapeloos in zijn kooi te woelen. Ook hem heeft het verlangen naar huis te pakken. „Hoe is het zicht?" klinkt het verder. „Nog altijd potdik, kap'tein." „Als t een beetje opklaart mij direct porren en anders tegen half zeven scheerwater en koffie." „Alright kap'tein, ik zal het den ste ward zeggen." „Klik" doet de fluit. De ouwe heeft beneden de stop er opgedaan. Hij heeft zich zeker nu omgedraaid, maar de slaap zal hij wel niet meer vatten. Eenzaam voel lk me weer in de koude klamheid van dezen donkeren nacht. Ik verlang naar het einde van de wacht, maar traag kruipen de wijzers van de klok, die in de kaartenkamer hangt. „Ringelingelingeling," doet de bel. Bruüniikh, Bruünuah, BruünuAh, Bruünuah". antwoordt het vuurschip. Als het zes glazen ls geweest, komt klotsend en bonkend een matroos naar *de brug op. Onmiddellijk verstomt het lawaai en sluipend komt hij naar mij toe. Het is Rinus. de Scheveninger, die me een „bak dun" en een sandwich komt brengen. „Hier stuurmaen, laai ereis ln, je sel wel trek hebben, eh? De koffie is bestlg, heb ik zellef geset, mar 'k weet ni of Je de sendwiesjes bevalle selle. die kerriedui- ker het enkelt mar leere lappe 4ï) klaargelegen voor op 't brood". ,,'t Is in orde Rinus, geef maar hier, ik ben dol op rookvleesch". De gloeiende koffie smaakt als manna en weldadig doorstroomt mij de warmte. „Gottegot, wa 'n mist eh stuurmaen. Nou ad ik nog wel oitgerekend, dat 'k krek met moeders verjaardag binnen sain sou." „Dat kan nog best Rinus, je zult zien, dat met zonsopgang de mist optrekt." ,,'k Help 't je winse, mar geloeve doe 'k 't nie", antwoordt Rinus als hij hoofd schuddend over zooveel optimisme, de trap afschuivelt. Anders probeert hij nog eens een praatje te maken, maar de grauwe guurheid van den mlstigen nacht- op-de-brug bevalt ook hem blijkbaar niet. Een ijzeren deur beneden gaat open en dicht. Rinus is zeker verdwenen in de kombuis, waar de kachel brandt. Hier kan hij zijn hart ophalen aan een gesprek met de papegaai die de kok in Mexico ge kocht heeft en die het vertikt iets anders te zeggen dan „Carambo-carapi" Ik ben blij als ik eindelijk ben afgelost en mijn verkleumde ledematen kan uit strekken in de zalig-warme kool. Slapen kan ik wel niet dadelijk, daarvoor zijn mijn gedachten te veel vervuld van thuis dat zoo nabij en misschien nog zoo ver is. De warmte op zichzelf is ecliter al wel dadig en tenslotte verdoezelen de beel den in mijn geest Als morpheus mij in zijn armen weg voert, is het laatste wat ik hoor het klin gelen van de bel op de bak en het brui- geluld van het vuurschip. J. BIJL. 1) Haoks-vuurschip bij don Heldor. 2) Zuchtje. 8) Barometer. •1) Vadem 1.80 M. 5) Mistsignaal van een ten anker liggend schip, 6) Maas vuurschip. 7) Kinderen. 8) Latten, die dienen om de tenten op te spannen 9) Drie uur. 10) Kop koffie. 11) Steward. 12) Rookvleesch. 13) Moeder vrouw. 14) Tweo Spaansche vloeken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 11