i
i
Federatie Examen Boekhouden (Mercurius Diploma)
GESLAAGD
de Heeren C. KWAADGRAS Leiden
J. A P. MOONEN Leiden
Leerlingen van J. A. JANSEN, Nieuwsteeg 4a Leid'."n LJeed^,Bank
^NIEUWS UIT BELGIE.
LONDENSCHE BRIEVEN.
AMERIKAANSCHE NOTITIES
SCHETSEN VAN BE ZEE.
RECLAME.
0311a
Speciaal eieren opleidingssysfceem en repetitiemethode. Vanaf 1926, 57 geslaagden. Prima
Onderricht, Bureau roor het inrichten, bijhouden en controleeren van boekhoudingen.
(Van onze correspondent).
I Naar aanleiding van een geruchtmakend
I proces. Corruptie bij de Brusselsche
I leorscommissie. Om aandeden tot de
noteering toe te laten. Maatregelen
voor meer waarborgen.
De speculatiewoede heeft hier, zoowel
als elders, sedert lang uitgewoed. Het pu
bliek is door bittere ervaring tot andere
opvattingen gekomen en waagt er zich
met meer zoo gemakkelijk aan. Maar er
sljn ook nog wel andere redenen. Zoo is
bet geleidelijk gaan ontdekken, naar aan
leiding van allerlei geruchtmakende pro
cessen, dat de overgroote meerderheid van
de vele kleine financieele blaadjes, die alle
mogelijke raadgevingen over hebben voor
bun abonné's alleen tot doel hebben vrij
wel waardeloos papier aan den man te
brengen, of wel waarden die, kunstmatig
opgedreven, spoedig moeten instorten. Ver
der zijn nog feiten van corruptie aan het
licht gekomen die een opzienbarend ka
rakter hebben en waaromtrent pas een
rechterlijk vonnis is gevallen. Het betreft
effectenmakelaars die tot de eersten be-
hooren onder hun collega's, namelijk de
leden van de Beurscommissle; dat zijn die
personen die de administratieve leiding
van de effectenmarkt in handen hebben.
De grond van de zaak was eenvoudig
omkooperij, welke op zeer ingenleuse ma
nier was bedacht. Het ging erom de
vlugge introductie op de effectenmarkt
mogelijk maken van Citroën-aandeelen.
Er kwam een syndicaat tot stand om de
plaatsing van de effecten te verzekeren.
De beroemde financier, wijlen Loewen-
stein, die zoo tragisch en zoo geheimzin-
ning aan zijn einde kwam, had den raad
gegeven, aan een van de voornaamste
deelnemers aan dit syndicaat, voor alles
te zorgen dat er een gunstige atmosfeer
Berd geschapen rondom bepaalde effec
ten, wanneer men wou slagen. Maar hoe
kan men dit bereiken? Door gewetens uit
te koopen. En van de duizenden aandee-
len 20.000 meenen we die op de
Belgische markt werden geplaatst, werden
ti vooraf een paar duizend genomen om
deze gunstige atmosfeer te verzekeren.
Vóór de aanvraag tot introductie op de
Beurs was binnengekomen bij de Beurs
commissle, die hierover heeft te beslissen,
werd door een der leiders van het syndi
caat, een brief geschreven aan al de leden
van de Beurscommissle, waarin hij hun
mededeelde dat hij hun een „participa
tion" of een deelneming verzekerde van
zooveel stukken. De kwestie kwam dan te
berde in de vergadering van de Beurs-
commissie en iedereen was het roerend
eens om de Citroënaandeelen tot de
markt toe te laten. De aandeelen werden
spoedig genoteerd, gingen op vervaarlijke
wijze de hoogte in en toen de noteering
hoog genoeg werd geacht lieten de leden
van de commissie, allen effectenmake
laars, die hun gereserveerde aandeelen
verkoopen. Zonder de minste moeite en
col: zonder het minste risico, hadden zij
elk tenminste 50.000 francs Verdiend.
Hadden de aandeelen op de markt verlo
ren dan hadden zij de optie niet behoeven
op te nemen. De zaak verliep zonder
schandaal maar zooals het nog wel meer
sebeurt is er dikwijls een schurftig schaap
ónder het broederschap en zoo kwam het,
dat, toen de verkiezingen moesten plaats
hebben voor de vernieuwing van de
Beurscommissie, de schrijver van den ge
noemden brief in een blad liet bekend
maken dat hij sommige leden van de
commissie, die opnieuw candidaat waren,
had omgekocht om de Citroën-aandeelen
tot de noteering toe te laten. Deze publi
catie, weliswaar door wraakgevoelens in
gegeven, werkte als een bom. Het parket,
dat reeds zoo dikwijls getracht had de
bewijzen van omkooperij in handen te
krijgen, greep dadelijk in en legde de
hand op bezwarende documenten. De
„participation" was eenvoudig een optie.
De leden van de Beurscommissie hadden
zich eenvoudig laten betalen voor de door
hen bewezen diensten. Zij beweerden dat
Zij hadden gehandeld als wisselagenten
en niet als leden van de Beurscommissie.
Maar het eigenaardige was dat alleen zij
op deze wijze bij de plaatsing van de aan
deelen waren geïnteresseerd geworden.
Van belang was het hierbij niet dat, zelfs
zonder de verleening van een optie, de
Beurscommissie de toelating tot de no
teering toch niet had kunnen weigeren
aan een onderneming als Citroen. Het feit
in zich zelf is strafbaar en, zoo redeneerde
het parket, geeft te denken want, indien
de Beurscommissle het betreft hier de
commissie van 1928 zich voor een goede
onderneming laat betalen, wat moet het
dan niet zijn inzake een onderneming die
van een onderzoek alles heeft te duchten?
Deze moet dan zeker opties verleenen.
waarbij alleen het publiek de gebroken
scherven betaalt. Al de leden van de
Beurscommissie, de griffier een ambte-
taaar, die eveneens een optie had gekre
gen en de bestuurder van den finan-
cleolen dienst der-stad Brussel, versche
nen voor de rechtbank en werden veroor
deeld. Er was slechts een enkele vrij
spraak: deze van den vertegenwoordiger
van de „Banque de Bruxelles", die in het
syndicaat was getreden, maar omtrent
wien de rechtbank aannam, dat op het
oogenblik dat de syndicale acte was ge-
teekend, waarin over de aandeelen sprake
was die gereserveerd werden om zekere
diensten te vergoeden, de omkooperij
reeds was voltrokken en hij in elk geval
niet wist wat deze „diensten" beteeken-
den. Het is waar dat deze verdachte werd
verdedigd door mr. Henri Jaspar, den
gewezen premier, onder wiens minister
schap de vervolgingen tegen de leden, der
Beurscommissie werden ingesteld.
Het publiek krijgt een hopeloos gevoel
van bedrog ea corruptie als het van zoo-
'ets kennis neemt en men kan het begrij
pen dat het afkeerig wordt van speculatie
op de Beurs en zich meer naar de banken
keert, hypotheken en andere beleggingen.
Deze onthulling is een van de voornaam
ste redenen geweest waarom een commis
sie werd Ingesteld om maatregelen te be
tamen tot betere bescherming van de 1
spaarders, die, in hoofdzaak, een wets-
entwerp heeft voorbereid om het beroep
'an wisselagent on nieuwen voet te regle-
uienteeren. Hoofdzaak is het DUbliek waar-
PPtgen te geven, die vertrouwen kunnen
inboezemen. En zoo zal men in de toe
rist wanneer het bil de Kamer aanhan
gig gemaakte wetsontw»rn goedgekeurd
wordt, van eiken candidaat-wisselagent
etschen: dat hij Belg ls of Luxemburger,
meerderjarig ls en alle burgerrechten
heeft, een proeftijd doormaakt van ten
minste vijf jaar bi) een wisselagent: dat
hij een diploma bezit van llcenclaat in
handels- en financieele wetenschappen,
dat hij voorgesteld wordt door twee peters
wisselagenten die ten minste reeds vijf
Jaar zijn ingeschreven dat hij moet aan
genomen worden door de Beurscommissie,
dat hij een waarborg moet storten van ten
minste 100.000 francs, die wordt gedepo
neerd ln de Nationale Bank en die slechts
zes maanden later kan worden opgeheven.
Het voornaamste hiervan ls dat een
wetenschappelijke vorming wordt geëischt
van de candldaten en verder een behoor
lijke waarborg. Het verslag ls van betee-
kenls in de verklaring van deze nieuwig
heid. Het stelt vast dat gansch de corpo
ratie eensgezind van meening ls. dat vele
ongewenschte elementen onder de wissel
agenten niet kunnen leven met de com
missie die zij ontvangen en aldus gebracht
worden tot gevaarlijke combinaties en
speculaties en het aanbevelen van gevaar
lijke aandeelen. Op 5 Januari 1914 waren
477 wisselagenten ingeschreven te Brus
sel. Op 19 Februari was hun aantal 1689.
En ondanks de vermindering in de trans
acties neemt dit nog steeds toe. Het is
niet wenschelijk, zoo zegt verder het ver
slag. dat degenen, die geen waarborg van
100.000 fr. kunnen storten, van welke som
zij de inkomsten behouden, ln de corpo
ratie worden gehandhaafd of er worden
toegelaten.
Dat van hoogerhand dergelijke maatre
gelen worden genomen wijst er voldoende
op dat het sparende publiek in België aan
allerlei gevaren blootgesteld is geweest.
(Van onzen Londenschen correspondent.).
HOE GROOT IS LONDEN?.
En Sets over zijn bestuur.
De volkstelling van dit jaar heeft uit
gemaakt dat er 8.202.818 menschen in Lon
den wonen, dat is in zoogenaamd „Grooter
Londen", dat de City en de 28 gemeenten
of „boroughs", die de metropool vormen,
omvat. Maar honderdduizend menschen
die Londenaars geacht moeten worden,
vallen er buiten. De bewoners van Ealing
b.v„ in het uiterste westen van de stad,
beschouwen zich terecht als Londenaars.
Hun woondistrict vormt een geheel met de
rest van de stad, even zeer als b.v. West-
minster 'n geheel vormt met de City. De
middelen van vervoer zijn dezelfde in en
om Londen Bridge en in het genoemde
uiterste westen. Onnibussen, trams, trei
nen en ondergrondsche sporen gaan ver
buiten het zoogenaamde metropolitiaan-
sche gebied. Het netwerk van verbindingen
bedekt met het gebied van het graafschap
Londen ook gebieden van de graafschap
pen Middlesex. Surrey en Kent, die gebie
den n.l. die organisch met Londen zijn
samengegroeid. Ook het aspect van een
buurt als Ealing in het westen of Hornsey
ln het noorden (beide gemeenten liggen
in Middlesex) ls geheel gelijk aan de buur
ten, die dichter bij het centrum liggen en
die dus eerder door het monster Londen
zijn ingepalmd. De gemeenten bulten de
graafschapsgrenzen van Londen zijn niet
in de jongste telling begrepen geworden.
Aangezien zij maatschappelijk, economisch
en wat transport en andere samenbinden
de invloeden betreft, wel degelijk bij Groo
ter Londen behooren, kan men haar in
wonertal gevoeglijk bij dat van Grooter
Londen optellen. Dan krijgt men een in
wonertal dat de 10.000.000 overschrijdt.
De administratieve zorg voor deze enor
me gemeenschap ls, zooals hierboven reeds
is gebleken in het getal van het aantal ge
meenten gedecentraliseerd. Maar naar
men zal weten is er daarenboven een cen
trale overheid. Dat is de Londensche Graaf-
schapsraad, die zijn bemoeienissen uit
strekt over meer dan 8.000.000 menschen
en In eenige gevallen zooals watervoor
ziening, overheidswoningbouw -r- over de
gansche 10.000.000.
Wanneer men dat weet, dan verbaast
het niet te hooren dat de administratieve
kosten van Grooter Londen die van sommi
ge kleine mogendheden verre overtreffen.
De jaarlijksche begrooting van den Londen
County Council (altijd aangehaald met
zijn initialen L.C.C.) bedraagt meer dan
40.000.000 pst. Ongeveer de helft van dit
bedrag moet in plaatselijke belastingen
worden opgebracht. De andere helft be
staat uit kosten voor diensten, als tram
en huizenbouw, die hun rente opbrengen
of winst maken (ongeveer 11.000,000 p.st.)
terwijl een bedrag van pl.m. 9.000.000 p.st.
door de regeering wordt bijgedragen voor
de kosten van Londen's bestuur, omdat
veel van de verdiensten van Londen van
nationaal belang kunnen worden geacht.
Het meest fantastische cijfer in de reke
ning van Londen is wpllicht de schuld van
de L.C.C.die maar liefst 124.500.000 p.st,
bedraagt en dus aanzienlijk grooter is dan
die van de meeste Europeesche landen. De
Londensche belastingbetaler zou er ver
schrikkelijk onder lijden, indien er geen
groote baten tegenover stonden, die het
bedrag voor den belastingbetaler, die rente
en aflossing moet opbrengen, reduceeren
tot ongeveer 38.000 000 pst. Als zoodanig
belast deze schuld het bedrag, dat aan
plaatselijke belastingen („rates") moet
worden opgebracht, met 2.000.000 p.st. Dit
bedrag is begrepen in de totale opbrengst
van 19.500000 pst. (hierboven genoemd)
welke die belastingen moeten verschaffen.
Die opbrgngst behoeft natuurlijk niet
elk jaar dezelfde te zijn. Ze hangt af van
de behoefte voor armenzorg, stadsherstel-
lingen, mate van wegenaanleg enz. De
laatste jaren is de tendenz dalend geweest
in eenige gemeenten. In andere daaren
tegen en Poplar is een voorbeeld dat
ook buiten Engeland wel bekend zal zijn
omdat er indertijd zooveel over te doen is
geweest in het Lagerhuis blijft de last
van de „rates" steeds toenemen, voorna
melijk omdat het aantal armlastigen or
toeneemt. Maar om tot Londen terug
te keeren. Dit jaar onttrekt de L.C.C: „ra
tes" aan de zakken der „rate payers" op
den grondslag van 6 s. 71/: d. p. pond ster
ling. De plaatselijke belastlnê wordt ge
heven op de belastbare waarde van huizen
en land. Belastbare waarde is tennaasten-
bij gelijk aan huurwaarde, zoodat iemand
die een huis heeft met °en beHs'birt
waarde van CO p.st. b.v., 19 p.st. moet be
talen. De gezementltke belastbare we"rde
in het gebied, waarover de T.rc. zijn s af
voert. bedraagt bijna 60 000000 pst en <:c
opbrengst er uit is dus ongeveer gelijk aan
het genoemde bedrag, dat dit jaar moet
worden "opgebracht.
Er is geen twijfel aan, dat de menschen
die deze hooge plaatselijke belastingen op
brengen, er goede waarde voor in de plaats
krijgen, aangenomen dat zij voldoende ge
meenschapsgevoel bezitten om de waarde
Juist te schatten. De Londensche trams,
die eenige Jaren geleden nog met verlies
werkten, maar thans winst maken, vormen
wellicht het goedkoopste en meest uitge
breide openbare vervoerstelsel dat de
wereld kent. Ze zijn een ware zegen voor
de economisch zwaksten ln deze gemeen
schap en vervoeren gedurende een groot
deel van den dag de menschen voor twee
stuivers over afstanden, die men ln den
halven dag niet zou kunnen afbeenen, af
standen b.v. als tusschen Den Haag en
Rotterdam of tusschen Arnhem en Dieren
of Utrecht en Hilversum. Armenzorg ln het
gebied van het graafschap ls zoo grondig
en zoo uitgebreid, dat niemand gebrek be
hoeft te lijden en niemand dakloos be
hoeft te zijn. De bedelaars, die den nacht
op banken langs den Theemsoever door
brengen, bewijzen niet, dat de overheid
niet voor hen zorgt, maar alleen dat zij
niet willen dat de overheid voor hen zorgt.
Aan onderwijs, een van de meest bewon
derenswaardige diensten van den Raad,
wordt jaarlijks meer dan 13.000.000 p.st.
uitgegeven. Tot nu toe was bijna de helft
van dit bedrag staatsbijdrage, maar nu de
bezuinigingsmaatregelen zijn ingegaan,
moet dit minder worden. De L.C.C. schijnt
echter niet voornemens te zijn, op zijn
onderwijs in te krimpen, zoodat het voor
uitzicht wat dit betreft, minder gunstig is
voor de beurzen der „rate payers". Afge
scheiden van de reeds genoemde 1150 lage
re scholen, waar 650.000 jongens en meis
jes onderwijs (vrij) krijgen, heeft de L.C.C.
ook 79 middelbare scholen onder zijn be
heer. waar 30.000 kinderen van beiderlei
kunne algemeene kennis opdoen. Het ls
een- openbaar geheim dat het onderwijs ln
die „council schools", beter is dan dat ln
„pnvate" en public schools", die voor kin
deren zijn van welgestelde ouders of niet
welgestelde ouders, die zich veel ontzeg
gen om hun kinderen naar 'n zoogezegd
deftige school te kunnen zenden. Bovendien
is er nog 'n alomvattend en voortreffelijk
werkend stelsel van ambacht- en avond
onderwijs, waarvan 200.000 menschen. on
der wie vele volwassenen, gebruik maken.
Tenslotte draagt het graafschaosbestuur
ook nog bij in de kosten van de Londensche
Universiteit.. Geen plaatselijk bestuur heeft
den strijd tegen krotwoningen zoo k'.achtig
aangepakt als het bestuur van Grooter
Londen. Sedert den oorlog heeft, het
woningen doen bouwen tot een gezamelijke
waarde van bijna 40.000.000 pst. En het
gaat nog steeds met dit werk voort. Brand
weer. ziekenvervoer en rioleering model
diensten in hun soort worden beheerd
en behandeld door de L.C C., die hier elk
uur van den dag de bewering logenstraft,
dat overheidsbeheer in doeltreffendheid
en visie tekortschiet.
New York, 5 December.
(Van onzen New Yorkschen correspondent)
VOETBAL IN DE GEVANGENIS.
Wanneer u elders in dit blad het verslag
zoudt aantreffen van een voetbalwedstrijd
tusschen Quick of H.F.C. ln de Schevenlng-
sche of Leeuwardensche gevangenis, zoudt
u minstens heel ongeioovtg kijken. Vooral
Indien de match had plaats gehad binnen
de gevangenismuren ten overstaan van een
betalend publiek, dat een gulden per plaats
had geofferd en zich even ordentelijk en
opgetogen had gedragen als bij iedere
andere gelegenheid. En mijn lezers zouden
zich heelemaal de oogen uitgewreven heb
ben, wanneer het bezoekende elftal niet uit
gewone jongelui had bestaan, maar uit
Haagsche of Groningsche politieagenten!!
Ik weet zeker, dat menigeen een bedenke
lijk gezicht zou trekken en bij zichzelf
mompelen: nou, nou. waar gaan wij heen?
Precies datzelfde hebben lezers hier ge
daan en het ook niet onder stoelen of
banken gestoken, toen in drie weken tljds
vier football-wedstrijden binnen de muren
van Slng-Sing plaats hadden, waarvan een
tegen een politie-elftal van de plaats Port
Jervis. De eerlijkheid gebiedt mij mede te
deelen, dat het eigenlijk geen dienstdoende
agenten waren, maar brave Inwoners van
Port Jervis die in tijd van nood onder eede
staan en gerechtigd zijn op te treden, zoo
iets als onze onbezoldigde rijksveldwachter.
Maar daar waren de gevangenen vóór den
wedstrijd niet van op de hoogte gebracht
en zij meenden dien middag met de ras
echte dienaren van den H. Hermandad te
doen te hebben. Nu is football geen voet
bal zooals men misschien wel van de film
weet. Er komt veel, heel veel lichaams-
geweld in voor! De spelers zijn beschermd
door leeren helmen en dito opvulsels onder
him trui en nog komen er massa's onge
lukken voor dit seizoen van ongeveer
drie maanden kostte het 23 jonge men-
schenlevens. Amerikaansch football is een
soort rugby, maar naar mijn aanschouwe
lijke opinie veel ruwer dan rugby. Het aan
grijpen en tegenhouden met de handen, dat
in ons voetbal zoo streng verboden wordt,
is hier op vele wijzen toegestaan, maar be
grijpelijkerwijze zijn er een menigte spel.
manleren verboden als een „foul", omdat
zij ln de hitte van het spel levensgevaarlijk
worden. Bedenkt men nog dat uit den aard
der regels de spelers meerendeels in een
groot kluwen tegen elkaar opbotsen of over
elkaar op den grond tuimelen, dan ls het
èn voor de drie scheidsrechters èn voor
het publiek een razende toer om te zien
of er fair of ruw gespeeld wordt, indien
men het spel niet door en door kent en
scherp oplet.
De mannen van Sing Sing zijn geen ver-
keersovertreders of hebben zich aan kleine
verduisteringen schuldig gemaakt: zij zijn
de ernstigste misdadigers, die niet een
paar jaren, maar een paar tientallen jaren
uit de maatschappij verbannen zijn. Het
zijn allen over wie wij langer of korter ge
leden met schrik gelezen hebben en een
zucht van verlichting geslaakt, dat zt) op
geborgen werden. Niet minder dan twee en
twintig zaten in 't Doodenhuis te wachten
op hun executie ln de komende weken!
Tientallen van hen, die ik zag rondwan
delen zullen, menschelijkerwlis gesproken,
nooit levend buiten de meterhooge muren
komen en het is voor hen zelf en de bui
tenwereld misschien het beste, omdat zij
bti herhaling of door een bijzondere gruwel
dood totaal ongeschikt voor de samen
leving gebleken zijn. Ik heb er de honder
den gezichten vlak in mijn nabijheid op
aangekeken en mij eenige malen dien mid
dag afgevraagd of er nu zoo'n verschil
was tusschen dit publiek van de zwaarste
misdadigers en dat van elke andere sport-
i gelegenheid, maar ik kon het er niet ln
zien! Waarmee ik niet zeggen wil, dat het
gemiddelde publiek hier uit boevengezich
ten bestaat als wel, dat de bewoners van
Sing Sing geen bijzonder uiterlijk ver
toonden. op eenige uitzonderingen na. Zij
waren vol aandacht voor het spel, zij rook
ten, zij joelden, maakten humoristische
opmerkingen iyi ik kon me alleen een
zekere matheid, een gedruktheid niet ont
kennen. Hetgeen dan pok geen wonder is!
Maar dat was het wel, dat de heele mid
dag verliep zonder een enkelen wankiank
op het ve!d zelf, noch daarbuiten. En toch
had dit zoo licht kunnen gebeursn, ook al
waren overal op onzichtbare manier zwaar
bewapende versterkingen aangebracht, die
het heele terrein konden bestrijken in ge
val van ongeregeldheden. Niemand zal dur
ven ontkennen, dat de directeur van Sing
Sing, Lewes E. Lawes, een kolossaal risico
op zich geladen heeft met zulke wedstrij
den en toegang van het publiek van bui
ten toe te staan. Bloedige oproeren niet zoo
lang geleden, in andere gevangenissen heb
ben getoond, hoe de mannen voor niets
terugdeinzen om hun vrijheid te bemach
tigen. Maar directeur Lawes heeft door de
Jaren heen een groot overwicht oo zijn
mannen gekregen door hun zooveel moge-
Hik tegemoet te komen zonder daarom van
zijn inrichting een zuigelingenkliniek te
maken. En dat wordt hem sinds de foot
ball-wedstrijden openlijk verweten door
lieden, die zonder zonde zijn. althans vrij
in de maatschappij rondloopen en die de
politiek huldigen van een medemenscli op
te sluiten en dan den sleutel weg te gooien.
Ik weet, hoe Lawes over dit alles denkt
en hoe hij tot opvattingen gekomen is, die
door de buitenwacht als vertroetelen wor
den beschouwd. HIJ is zijn loopbaan be
gonnen als gewoon cipier en toen hij ein
delijk als directeur van de beroemde ge
vangenis benoemd werd, hadden jaren van
ondervinding en aanschouwing hem ge
vormd tot den man die ln de half dozijn
Jaren van zijn directeurschap nog verder is
gegaan op den weg van het humane straf-
systeem. Om nog een voorbeeld te noemen'
hij kwam er als een overtuigd voorstandei
van de doodstraf; ongeveer 120 menschen,
onder wie een vrouw hebben onder zijn
toezicht, Ja op zijn wenk aan den beu!
met hun leven geboet voor het bloed, dat
zij zelf vergoten en op dit oogenblik zit
ten ruim twintig anderen, onder wie, op
nieuw sinds een paar jaar, een vrouw te
wachten op de voltrekking van hun dood
vonnis. Nu is hij er een even vurig tegen
stander van. omdat naar zijn overtuiging
de doodstraf geen afschrikwekkend voor
beeld is. omdat de gevangenen het zelf
verkiezen boven levenslang, maar bovenal
en in de eerste plaats, omdat het mogelijk
is, dat een onschuldige ter dood gebracht
wordt. In zijn boek „Life and Death in
Sing Sing", dat eenige jaren geleden uit
kwam, deelt hij uitvoerig over zulke geval
len mede, waarin onschuldigen ternau
wernood hun onverdiende lot ontkwamen:
ook Vrouwe Justitta kan zich vergissen. En
terwijl ik dit schrijf worden de instructies
heropend voor een jongmensch. dat tien
jaar In Sing Sing kroeg wegens roofoverval
en die pertinent door getuigen herkend
werd: nu blijkt het een vergissing te ziin
geweest, aangezien een andere boef die
daad opgebiecht heeft en als twee drup
pels water op den eene lijkt! Wanneer
hii eens voor moord was aangeklaagd en
ook vast en stellig herkend met als vonnis
den elect,rischen stoel?
Niet alleen als belooning voor goed ge
drag beschouwt Lawes een filmvertooning
of een match, maar het vooruitzien, de ge
beurtenis zelf en het nabeschouwen ziin
heilzame afleidingen voor de mannen, die
maar van één gedachte vervuld ziin, nl.
hoe kom ik hier vandaan? En de Ameri-
kaansche criminologische geschiedenis is
vol van de sluwste, de onbegrijpelijkste
cn de bloedigste ontspanningen. „Vergeet,
dat jullie gevangen bent en speelt de
match volgens de regels!" was dc laatste
aanmaning van Lawes, die in den ruim-
sten zin ook gold voor de rest van de be
volking. Allen opinies van buitenstaanders
ten spijt, beweert hij op deze manier meer
te bereiken dan met machinegeweren,
traangasbommen of water en brood in de
duisternis en de praktijk geeft hem gelijk.
UIT HET DAGBOEK VAN EEN
OUD-STUURMAN.
MIST.
Als een dreiging had het over ons ge
hangen en was het ons gevolg vanaf de
Haaks. 1). We hadden gehoopt met al de
hoop, die ln ons was, we hadden ge
vloekt en gebeden, maar het was geko
men, zooals te voorzien was, dat het
komen moest.
Geen aasje wind had ons willen
helpen, het glas stond mooier dan
ooit en tegen den avond, toen we reeds
ln pelling voeren van het Maas-vuur
schip, was het „dicht gevallen".
In vijftig vaam waren we ten anker
gegaan en het ratelen van de ankerket
ting door het kluisgat had ons in de
ooren geklonken als de schaterlach van
een daemon, die onze laatste hoop om
's avonds nog thuis te kunnen zijn, in
rook deed vervliegen.
Gij, walmensch, weet niet wat het be
duidt voor den zeeman, als hij, na zes
maanden van de zijnen gescheiden te zijn
geweest, na ln de Europeesche havens,
die nog moesten worden aangedaan vóór
de thuishaven, al zijn best te hebben ge
daan om het werk zoo vlug mogelijk
voortgang te doen hebben, onder de rook
van Rotterdam plotseling niet verder kan.
Gij kent het gevoel van machteloosheid
niet, dat den zeeman bekruipt in e=n
dikken mist. Bij een storm komt hij in
actie, dan kan hij maatregelen nemen
om het schip zooveel mogelijk te bescher
men tegen de woede der elementen. Maar
bij mist is zijn houding meer een lijde
lijke, een afwachtende. Deze houding is
echter niet minder afmattend, want
voortdurend ls zijn gehoor tot het uiter
ste gespannen. Alle geluiden vangt hij op
en tracht hij te definieeren
Nu is het nacht. Huiverend sta ik op
den brug, waar alles nat en klam is van
het vocht. Klein ls het wereldje, waarin
ik me bevind. Het is zóó potdik, dat zelfs
het voorschip in den nevel is opgeslorpt.
Wazig schijnt ln het voorstag de anker
lantaarn, die van een aureool lijkt te
zijn omgeven.
Om de minuut wordt op de bak de bel
geluld door den matroos van de wacht
dien ik niet kan zien. Het is geen heldere
klank nu, het lijkt of er op blik wordt
geslagen. Het geluid schijnt overal van
daan te komen, behalve van het voor
schip.
De vier stooten op de sirene, die het
maasje alle veertig seconden als
mistsignaal doet hooren, klinken als het
schorre gebrul van een wanhopige koe,
die haar kalf zoekt.
Nu en dan hoor ik door de groote
luchtkokers, die bij de brug uitkomen een
stoker uit het stookhol de stelle ijzeren
ladder opklimmen en met zijn klompen
aan dek stommelen. Hij komt kijken of
die vervloekte mist nog niet optrekt. Hij
verlangt naar moeder de vrouw en naar
de kooters. Maar de vochtige kou, die
snijdend zijn bezweete lichaam beroert,
doet hem gauw weer morrend naar be
neden gaan.
Dikke druppels vallen met onregelma
tige tusschenpoozen van de strevellatten
en kletsen op het bruggedek.
M'n pijp dooft uit, hij smaakt me niet.
IJsbeerend probeer ik de warmte te hou
den. Daar klinkt een fluit vlak bij me.
O jé, de ouwe is wakker. Ik luister naar
wat hij te zeggen heeft.
„Niet zoo stampen", klinkt het brom
mend, „je port de heele bemanning uit."
„Alright kap'tein", geef ik terug. De
man, die anders zoo vast slaapt, dat hij
met geen voorhamer ls wakker te krij
gen. ligt nu slapeloos in zijn kooi te
woelen. Ook hem heeft het verlangen
naar huis te pakken.
„Hoe is het zicht?" klinkt het verder.
„Nog altijd potdik, kap'tein."
„Als t een beetje opklaart mij direct
porren en anders tegen half zeven
scheerwater en koffie."
„Alright kap'tein, ik zal het den ste
ward zeggen."
„Klik" doet de fluit. De ouwe heeft
beneden de stop er opgedaan. Hij heeft
zich zeker nu omgedraaid, maar de slaap
zal hij wel niet meer vatten.
Eenzaam voel lk me weer in de koude
klamheid van dezen donkeren nacht. Ik
verlang naar het einde van de wacht,
maar traag kruipen de wijzers van de
klok, die in de kaartenkamer hangt.
„Ringelingelingeling," doet de bel.
Bruüniikh, Bruünuah, BruünuAh,
Bruünuah". antwoordt het vuurschip.
Als het zes glazen ls geweest, komt
klotsend en bonkend een matroos naar
*de brug op.
Onmiddellijk verstomt het lawaai en
sluipend komt hij naar mij toe. Het is
Rinus. de Scheveninger, die me een
„bak dun" en een sandwich komt
brengen.
„Hier stuurmaen, laai ereis ln, je sel
wel trek hebben, eh? De koffie is bestlg,
heb ik zellef geset, mar 'k weet ni of Je de
sendwiesjes bevalle selle. die kerriedui-
ker het enkelt mar leere lappe 4ï)
klaargelegen voor op 't brood".
,,'t Is in orde Rinus, geef maar hier, ik
ben dol op rookvleesch". De gloeiende
koffie smaakt als manna en weldadig
doorstroomt mij de warmte.
„Gottegot, wa 'n mist eh stuurmaen.
Nou ad ik nog wel oitgerekend, dat 'k
krek met moeders verjaardag binnen
sain sou."
„Dat kan nog best Rinus, je zult zien,
dat met zonsopgang de mist optrekt."
,,'k Help 't je winse, mar geloeve doe
'k 't nie", antwoordt Rinus als hij hoofd
schuddend over zooveel optimisme, de
trap afschuivelt. Anders probeert hij nog
eens een praatje te maken, maar de
grauwe guurheid van den mlstigen nacht-
op-de-brug bevalt ook hem blijkbaar
niet.
Een ijzeren deur beneden gaat open en
dicht. Rinus is zeker verdwenen in de
kombuis, waar de kachel brandt. Hier kan
hij zijn hart ophalen aan een gesprek
met de papegaai die de kok in Mexico ge
kocht heeft en die het vertikt iets anders
te zeggen dan „Carambo-carapi"
Ik ben blij als ik eindelijk ben afgelost
en mijn verkleumde ledematen kan uit
strekken in de zalig-warme kool. Slapen
kan ik wel niet dadelijk, daarvoor zijn
mijn gedachten te veel vervuld van thuis
dat zoo nabij en misschien nog zoo ver is.
De warmte op zichzelf is ecliter al wel
dadig en tenslotte verdoezelen de beel
den in mijn geest
Als morpheus mij in zijn armen weg
voert, is het laatste wat ik hoor het klin
gelen van de bel op de bak en het brui-
geluld van het vuurschip.
J. BIJL.
1) Haoks-vuurschip bij don Heldor.
2) Zuchtje.
8) Barometer.
•1) Vadem 1.80 M.
5) Mistsignaal van een ten anker liggend schip,
6) Maas vuurschip.
7) Kinderen.
8) Latten, die dienen om de tenten op te spannen
9) Drie uur.
10) Kop koffie.
11) Steward.
12) Rookvleesch.
13) Moeder vrouw.
14) Tweo Spaansche vloeken.