HET BOOBDENHUIS HARTEVELT's JENEVER i LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 December 1931 Derde Blad No. 21998 72sle Jaargang PARLEMENTAIR OVERZICHT BINNENLAND. FEUILLETON. Het Kostbare Meesterstukje TWEEDE KAMER. BEPERKING VAN DEN INVOER. De Kamer is voortgegaan met het debat over het wetsontwerp inzake eventueele beperking van den invoer. De heer Kortenhorst besprak het amen dement-Oud, dat elke beslissing der Re geering wilde onderwerpen aan de be krachtiging van het parlement. Hij meen de, dat de eventueele toepassing van dit amendement niet duidelijk is en de soe pelheid der wet zal belemmeren. Intus- schen zou spr. bereid zijn voor het amen dement te stemmen, indien door aanne ming bewerkt werd. dat de wet met algemeene instemming zou worden aange nomen. Ook de heer Van den Tempel heeft een betoog ten gunste van het amendement gehouden, evenals de heer Van den Heu vel, die er wel allerlei bezwaren tegen koesterde, maar de idylle der eenstemmig heid niet wilde verstoren. Minister Verschuur verklaarde aanvan kelijk zeer ernstige bezwaren tegen het amendement-Oud te hebben, want hij vreesde dat, met het amendement, de wet moeilijk te hanteeren zou zijn, omdat zij dan veel minder soepel en veel minder elastisch zou worden. Intusschen was dit bezwaar veel verminderd toen de heer Oud had erkend, dat een eventueel wetsontwerp zou kunnen verwijzen naar een algemee ne bestuursmaatregel, zoodat naar dezen maatregel de macht der Regeering zou kunnen worden gedelegeerd. Spr, had dus geen overwegende bezwaren meer tegen het amendement. Maar: wèl ontraadde hij het sub-amendement- Boon, om ook het rapport der commissie van advies over eiken maatregel aan de Kamer over te leggen. Dit rapport moet veitrouwelijk blijven. De voor de Kamer noodige gegevens zullen door de Regeering toch wel worden overgelegd. Bij de replieken trok de heer Boon het sub-amendement in, omdat de Regeering had toegezegd, zooveel mogelijk gegevens te zullen overleggen. Hierna werd het amendement-Oud zon der hoofdelijke stemming aangenomen. Vervolgens heeft de heer Oud nog een amendement verdedigd, om te bepalen dat de wet uiterlijk op 1 Januari 1934 zal ver vallen. waarna de heer Heemskerk in over weging gaf dien termijn nog een jaar te verlengen, dus tot 1935, een advies, waar mede de Minister zich vereenigde. De heer Oud erkende de juistheid van dit advies en wijzigde dus 1 Januari 1934 in 1 Januari 1935. Aldus gewijzigd werd het amendement met 74 tegen 10 stemmen aangenomen. Hierna legde de heer Knottenbelt de verklaring af, dat de liberalen voor het wetsontwerp zouden stemmen, hoewel zij van een te ruime toepassing bezwaren zouden vreezen voor het bedrijfsleven. Het wetsontwerp is hierna zonder hoof delijke stemming aangenomen. BEGROOTING VAN ARBEID. De Kamer ging vervolgens over tot de behandeling der Begrooting van Arbeid. Handel en Nijverheid. De heer Slotemaker de Bruine heeft hierbij gesproken over de nieuwe indee ling van het Departement van Economi sche Zaken. Hij had liever de economische en sociale bemoeiingen niet in één Depar- I temen* vereenigd gezien, en zette zijner- zijds eön schema uiteen van werkverdee- ling aan eenige departementen." Vervolgens heeft dr. Vos betoogd, dat er aan dit Departement nog weinig van de noodzakelijke bezuiniging te bemerken valt. Met behoud van de bestaande sociale voorzieningen dient de staatsdienst tot het uiterste beperkt te worden. De heer Braat heeft gepleit voor de aan stelling van een directeur-generaal van den landbouw, en de heeren Joekes en Drop hebben vervolgens ook hunnerzijds enkele opmerkingen gemaakt over de de partementale indeeling. De Minister antwoordde dat een indee ling der departementen die aan alle ver langens zou tegemoet komen, ondenkbaar is Het streven naar bezuiniging is in sterke mate bij de Regeering aanwezig. Inzake een eventueele directeur-generaal van den landbouw moet spr. een afwach tende houding aannemen. Bij de afdeeling Arbeid heeft de heer Loerakker gepleit voor beperking van den arbeidstijd, in het bijzonder voor jeugdige personen en kinderen, een betoog, waarbij de heer Hiemstra zich aansloot, evenals de heer Amelink, die wees op de noodza kelij kheid om de Arbeidswet toepasselijk te verklaren voor de kantoren. Ook de heer Drop heeft er op gewezen, dat voor zeer vele arbeiders de Arbeidswet nog volstrekt niet geldt, hij zou invoering van de 40- uren-week- wenschen. Op een betere en meer stelselmatige uitvoering van de Ar beidswet heeft mej. De Jong aangedron gen. De heer dr. Vos vroeg, hoe de Minis ter stond tegenover een partieele herzie ning der Arbeidswet in het belang van een meer soepele uitvoering. Hij wenschte voorts meer vrijheid van de bakkers- nachtarbeid en van aflevering van versch brood des morgens. De heer Joekes was van oordeel, dat van het ontbreken van wettelijke bepalin gen inzake den arbeidsduur op kantoren misbruik wordt gemaakt en bepleitte ver bindendverklaring van collectieve arbeids contracten. Hij juichte de invoering van het ontwerp-bedrijfsraden toe. Dit laatste deed ook de heer Kuiper, die zich aan sloot bij den wensch inzake de collectieve arbeids-contracten, en die voorts de stel ling verdedigde, dat de fabrieksarbeid der gehuwde vrouw wettelijk dient te worden verboden. Hierna bepleitte mej. Groeneweg be scherming van jeugdige arbeiders en vrouwen tegen te lange werktijden. Een verbod van fabrieks-arbeid voor de vrouw zou zij echter niet willen, want de vrouw gaat naar de fabriek uit nood, om econo mische redenen, en daarom mag het haar niet worden belet. Tenslotte vroeg de heer Kortenhorst om een commissie, die een wettelijke verplich ting tot sparen voor de jeugd zal voorbe reiden. Heden antwoordt de Minister. AVONDVERGADERING. BEGROOTING VAN FINANCIËN. 's Avonds heeft de Kamer de Begrooting van Financiën behandeld. (Algemeene Beschouwingen)! Hierbij hebben verschillende sprekers korte redevoeringen gehouden. Zoo ver dedigde de heer Weitkamp de stelling, dat de grondbelasting op het ongebouwd dient te worden afgeschaft; diende de heer Van der Houwen een motie in, waar in werd uitgesproken, dat van het door coöperatieve verbruiksvereenigingen aan haar leden uitgekeerde bedrae geen divi dend-belasting behoort te worden gehe ven; vroeg de heer IJzerman krachtige maatregelen tegen belastingontduiking; besprak de heer Knottenbelt de werkwijze der Tarief-commissie, die op enkele pun ten verbetering behoeft, Voor de rest van het behandelde zie men elders in dit blad. HAGENAAR. RECLAME. 0147 nu OVERHEMDEN DASSEN SLIPOVERS PULLOVERS HANDSCHOENEN VESTEN ZAKDOEKEN SJAALS SLOBKOUSEN POCHETS, etc. etc. Na St. Nicolaas ruilen wij qaarne A KLAASSENS, Vischmarkt 7 HET CONFLICT IN DE TEXTIEL-INDUSTRIE. DE ALGEMEENE STAKING WORDT VOORBEREID. Een verklaring van de Christelijke bonden. Het Nederlandsch Verbond van Vakver- eenigingen deelt mede: Gisteren had een zeer druk bezochte vergadering plaats van het N.V.V. met de hoofdbesturen der aangesloten organisa ties naar aanleiding van het conflict in de Twentsche textielindustrie. De hoofdbesturen-vergadering besloot, indien vóór 12 December a.s. de tweede loonsverlaging niet wordt teruggenomen, den Textielarbeidersbond „De Eendracht" moreelen en financieelen steun te verlee- nen, terwijl de maatregelen genomen zijn om genoemden Bond in staat te stellen, den strijd gedurende langen tijd voort te zetten. De thans reeds ingezette steunbe weging voor de stakende kartonbewerkers i zal worden uitgebreid ook voor de textiel arbeiders in Twente. De Nederlandsche R.K. Textielarbeiders- bond „St. Lambertus" heeft het volgende communiqué verstrekt: Het Hoofdbestuur van den Nederland- schen R.K. Textielarbeidersbond „St. Lam bertus" heeft met bevreemding kennis genomen van het feit, dat „De Eendracht" zonder nader overleg, de schriftelijk met de samenwerkende organisaties gemaakte afspraak betreffende het niet verstrekken van uitkeering aan leden, die tegen het advies van de hoofdbesturen het werk hebben gestaakt, heeft verbroken. Hoewel eenerzijds de moeilijkheden van „De Eendracht", welke de leiding over zijn leden dreigde te verliezen ten voordeele van de revolutionaire organisaties, wor den erkend, mag anderzijds niet worden voorbijgezien, dat eên te goeder trouw gesloten accoord niet eenzijdig had mogen verbroken worden. In verband met het ontoelaatbare, ongemotiveerde optreden der betrokken werkgevers, acht het Hoofd bestuur een zoolang mogelijk in stand te houden eendrachtig optreden der arbei dersorganisaties een groot goed. Het ver wacht goede resultaten van de tegen 14 December aangekondigde staking. Het hoofdbestuur van den Nederland- schen R.K. Textielarbeidersbond „St. Lam bertus" het weloverwogen belang der arbeiders voorop stellende, vindt in het gebeurde geen aanleiding om van stand punt te veranderen. Het Hoofdbestuur verwacht van zijn le den, dat zij deze gekozen leiding zullen blijven verkiezen boven die, welke door onverantwoordelijke communisten en revolutionairen wordt opgedrongen. De leden wien het naar het oordeel van het Hoofdbestuur onmogelijk werd of nog wordt gemaakt tot genoemde da tum 14 December, deii arbeid te verrich ten, zal, gelijk dat voorheen onder derge lijke omstandigheden het geval was, uit keering worden verstrekt. Leden, die mee- nen niet te kunnen blijven voortwerken, dienen zich met de vertegenwoordigers van het Hoofdbestuur in verbinding te stellen. Voorts vergaderde het Hoofdbestuur van „Unitas", dat een gelijkluidend communi qué verstrekte als dat van „St. Lambertus" Het slot luidde: In verband met een en ander zal „Uni tas" slechts zijn leden die wel in de fabrie ken waren of zijn en door de werkgevers naar huis zijn of worden gezonden, uit keering verstrekken, terwijl diegenen, die door andere omstandigheden niet in staat zijn hun werk te doen, gesteund zullen worden. Leden, die van oordeel zijn niet te kun nen werken en voor steun in aanmerking meenen te komen, dienen zich met het Hoofdbestuur in verbinding te stellen. o VERHOOGING LUCHTVAARTTARIEVEN ENGELAND—NEDERLAND. In verband met het terugloopen van den koers van het Pond. hebben de K. L. M on de Deutsche Lufthansa het besluit ge nomen, het passagierstarief LondenAm sterdam en LondenRotterdam met 25°/o en het vrachttarief met 20% te verhoogen. De bagageprijs blijft onveranderd. In de richting Nederland—Engeland worden de gewone tarieven gehandhaafd. Bovenge noemde regeling treedt onmiddellijk in werking. BINNENLANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW. Memorie van antwoord aan de Tweede Kamer. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer omtrent de begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw word ontleend De indiening van een wetsontwerp, strekkende o.m. tot wegneming van het euvel van versnippering van stommen in verband met de kleine partijtjes, zal spoe dig worden bevorderd. De Minister wil gaarne voldoen aan den aandrang, welke van verschillende zijden wordt uitgeoefend om de werkverschaffing met kracht voort te zetten. Wat de suikerbietencultuur betreft, is .sinds de nota van wijziging, waarbij ook voor den oogst 1932 maatregelen werden voorgesteld tot hulpverleening aan de verbouwers, de stand van zaken in zoo ongunstigen zin gewijzigd, dat de regee ring tot de overtuiging is gekomen, verder strekkende voorstellen tot hulpverleening te moeten doen. Het totaal bedrag der uitkeeringen zal maximaal tot rond 14.100.000 gulden zijn beperkt, dat is rond 7 millioen meer, dan waarop reeds gere kend was tijdens de indiening van de bovenbedoelde nota van wijziging. Na hetgeen reeds blijken mocht uit de j bereids ingediende wetsontwerpen maakt j de mogelijkheid van bescherming der in- heemsche gerst- en roggeteelt een punt van overweging uit. Verder is bij nota van wijziging alsnog een memoriepost uitgetrokken beoogend.e gelden beschikbaar te stellen tot steun aan de noodlijdende vlascultuur. Maatregelen tegen den invoer van bui- tenlandsch vleesch, zijn reeds geruimen tijd in overweging. De invoer van brood uit België is niet uitsluitend een gevolg van de werking der terwewet. Die invoer heeft niet dien om vang als men afgaande op de alermec- rende persberichten daaromtrent zou ver- j moeden. Mochten de feiten deze berichten komen bevestigen, dan is de minister be reid afwerende maatregelen tegen dezen invoer te bevorderen voor zoover die aan de werking der tarwewet is te wijten. o DE VERHOOGDE ENGELSCHE INVOERRECHTEN. De heffing van een invoerrecht van 50 pCt. in Engeland zal. naar het „Hbld van de directie der Ver. Glasfabrieken te Schiedam verneemt, dit bedrijf zeer zwaar treffen. Het bedrijf was grootendeels op export naar Engeland aangewezen! Gere geld vertrokken er schepen met ladingen flesschen van Schiedam naar Engeland. Het Engelsche afzetgebied is thans ver loren en een nieuw is in dezen tijd niet te herwinnen. Het gevolg zal dan ook zijn, dat het bedrijf sterk zal moeten worden ingekrompen. Het heele bedrijf was oo ex port gebaseerd en voor zoover dat thans tc zien is bestaat er geen mogelijkheid het op normale wijze gaande te houden, nu de fabrieken zullen blijven aangewezen op de Nederlandsche markt en eenigen uit voer naar België. Na den val van 't pond is de fabricage reeds met- een vierde in gekrompen. Er zijn 500 arbeiders ontsla gen. De directie ziet. zich thans genood zaakt van half December tot half Januari het heele bedrijf stop te zetten. In dien tijd zullen dan maatregelen worden voor bereid om het bedrijf aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Naar het zich thans laat aanzien zullen in Januari de fabrieken de fabricage slechts voor 20 pCt. van de capaciteit kunnen her vatten. Op de tweede lijst van goederen, die bij invoer in Engeland met 50 pCt. zullen wor den belast, komen ook cocosartikelen voor. Daardoor wordt mede de Nederlandsche industrie getroffen, o.a. de Kon. Ver. Ta- pij tf abrieken, die haar geheele fabricage van goederen uit cocosvezel hebben gecon centreerd in de fabriek te Moordrecht, die pas Woensdag weer in bedrijf gesteld is. Het is thans nog te vroeg om te voorspel len, hoe de zaken zich verder zullen ont wikkelen. Geconstateerd kan slechts wor den, dat Engeland tot dusver een der be langrijkste exportgebieden geweest is. Een recht van 50 pCt. geeft een dergelijken voorsprong aan de Engelsche nijverheid, dat er van mededinging geen sprake meer kan zijn. o UIT HET HOUTBEDRIJF. Men meldt uit Zaandam aan de N.R.Ct.: De Bond van werkgevers in het houtbe drijf heeft de collectieve arbeidsovereen komst die 14 Februari 1932 afloopt, tegen dien datum opgezegd. DE BENZINE-BELASTING. Geen overwegende bezwaren in de Eerste Kamer. In het voorloopig verslag der Eerste Kamer worden door de meeste leden geen overwegende bezwaren tegen de benzine belasting geopperd. Velen achten dit bij de dringende noodzaak om de middelen der schatkist te versterken een der on schadelijkste vormen van belasting, waar tegen zij meenden zich niet te mogen verzetten. Wel was men van meening, dat de uiterste limiet bereikt was en de hoop werd uitgesproken, dat de minister, in dien nog verdere versterking van de mid delen noodig mocht blijken, er niet toe zou overgaan, om tot het gemakkelijke middel van verhooging der benzinebelas ting zijn toevlucht te nemen. Eenige andere leden achtten de geop perde bezwaren van zoo groote beteekenis, dat zij zich vooralsnog hun stem wen schen voor te behouden. Wat betreft de vergelijking met het bui tenland, zoo merkten zij op, dat aldaar de benzinebelasting de functie vervult van de wegenbelasting en dus een bestemmings belasting is. De leden, hier aan het woord, betuigden hun instemming met hen, die deze belasting als een nadeel voor het platteland hadden gekenschetst. Daar toch zijn tal van bedrijven, welke juist tengevolge van den lagen benzineprijs zich nog staande kunnen houden. Verscheidene leden achtten een der grootste voordeelen van het ontwerp, dat 't geen protectionistisch karakter draagt, hetgeen ook tot uitdrukking komt in den tijdelijken duur der voorgestelde maat regelen. Sommige leden stelden de vraag, wat de regeering denkt te doqn, indien de benzine weder in prijs stijgt. De vermoedelijke op brengst van dit invoerrecht zal na de ver hooging van den benzineprijs, als gevolg van deze heffing, circa 16 millioen per jaar bedragen, een som, welke de schat kist zeer moeilijk zal kunnen missen. Is de regeering bereid, zich te zijner tijd zoo veel mogelijk te verzetten tegen een op drijving der benzineprijzen, indien zulks een grooten omvang mocht aannemen, hetzij door invoering van een benzine monopolie, dan wel door tijdig invloed uit te oefenen op de bij deze aangelegenheid betrokken importeurs? Enkele andere leden merkten in dit ver band op, dat de verhooging, welke de ben zineprijs zal ondergaan tengevolge van deze heffing, nog niet opweegt tegen de daling van dien prijs, welke in het afge- loopen jaar waarneembaar is geweest. Deze daling overigens is huns inziens niet uitsluitend een gevolg van de heerschen- de crisis, doch ook van een meer econo mische wijze van winning der benzine. Deze leden verwachtten, dat de benzine prijs niet licht weder tot het peil van twee jaren geleden zal stijgen en dat men de natuurlijke daling van dien prijs in geen geval mag tegenhouden. BOUWT DUDOK DE AVRO-STUDIO? In verband met de geruchten, dat aan architect Dudok opdracht zou zijn ver leend voor het ontwerpen van het a.s, nieuwe studio-gebouw voor de AVRO op het terrein 's-Gravelandscheweg hoek Melkpad te Hilversum, is een passage in de Memorie van Antwoord van B. en W. van Hilversum van belang. Naar aanlei ding van de in de afdeeling gestelde vra gen wordt gezegd, dat het college ten aanzien van het verrichten van particulier werk door den gemeente-architect zich op het standpunt stelt, vastgesteld in 192S, n.l. „dat evenmin als tot dusver kan wor den toegestaan het ontwerpen en uitvoeren van werken voor derden binnen deze ge meente." (Handelsbl.» RECLAME. In Liteiflesschen f. 3.40 In Va Literflesscben f. 1.75 Exclusief glas. ALOM VERKRIJGBAAR! Uit het Engelsch door mej. C. M. G. de W. Omstreeks drie uur in den middag was Willem bezig in de rommelkamer kapotte meubelen op te knappen toen zijn baas met een ernstig gezicht binnen kwam en zei, dat de Fransche detective hem wou spreken. Willem trok zijn jas aan en volgde den ouden man in den win kel waar hij twee personen vond die op hem stonden te wachten. Slechts een der belde heeren kwam Willem bekend voor. I Hij kende mijnheer Thornton van aan zien maar den heer Duponnet, den Franschen koopman had hij nog nooit gezien. Met een eenigszins dramatisch gebaar stelde S. Gedge den man aan Willem voor a!s „Mijnheer Duplag van de Fransche politie". Met een snuivend en zuchtend geluid sloeg de oude man de oogen ten hemel en verzocht zijn assistent mijn beer alles wat hij er van wist, van het schilderstuk to vertollen. Willem wist er helaas niet meer van dan zijn baas; en dat vertelde hij zonder eenig bezwaar Men geloofde hem niet, daar de oude man er geen bezwadr in had gezien kwaad van hem te spreken en de *ranschman die er uitstekend in slaagde zich als een ambtenaar der politie voor te doen, waarin de anderen plechtig mee deden, bedreigde den besten Willem. Het Fransche gouvernement was over- Wigd, door de beschrijving die aan de .v,an Ro°n was gegeven door de personen oie het gezien hadden, dat er geen twijfel ei» k°n zijn of dit was hun lang verloren t!fe5 m.' Dientengevolge mocht de poll- p® e.n jongenman niet meer den vier- "-twintig uur toestaan voor dat het stut tot onderzoek moest worden aangeboden. Mocht hij in gebreke blijven het binnen dien tijd in te zenden, zou er volmacht gegeven worden hem in de gevangenis te zetten. Bij deze verklaring kon Willem niet anders dan zijn woord gestand doen. Hij wist om den dood niet waar het schilderstuk was. Julie, aan wie hij het had gegeven was er den vorigen avond plotseling mee verdwenen. Wie is juffrouw Julie? vroeg de Franschman op scherpen toon. Juffrouw Julie was het nichtje van mijnheer Gedge. En had hij haar het schilderstuk ge geven? De teleurgestelde kooper, die be greep dat zijn vermoeden bewaarheid werd. keek met scherpen blik van den jongen man naar den oude. Neen mijnheer, zei Willem met de grootste bedaardheid. „Niet hij, ik heb het haar zelf gegeven." Gedurende de stilte die toen volgde keek de man uiterst verbaasd en toen bracht de heer Thornton ernstig tus- schenbeide: Hoe meent u dat, dat u het haar gaf? U had niets te geven. Het was het eigendom van uw meestor. Ge vergeet mijn jongen, sprak de oude man met zuurzoete stom, dat ik je niet veroorloofde zulk een kostbaar stuk aan mijn nichtje te geven en dat je het toen aan mij hebt gegeven om er het voordeeligst met handelen. Ik had het aan juffrouw Julie ge geven, hield de jonge man eenvoudig vol, maar ik heb er bijgevoegd dat ik hoopte, dat zij het u zou afstaan, omdat u er zoo zeer op gestold was. De twee koopers keken elkaar eens aan bij dit zonderlinge gesprek. Zij waren beiden zeer benieuwd hoe dat zou afloo- pen want dat de oude S. Gedge geheel en al te vertrouwen was, begonnen zij te be twijfelen. Of het was een heel zonder linge manier om hem om den tuin te lei den of er zat meer achter. S. Gedge wien het mes op de keel gezet werd begon hen te doorzien. Hij besloot de discussie plotseling zonder hen te over tuigen. We hebben nu geen tijd jongen om dat alles op te halen, zei hij. Het meisje is weg en ze is er met het schilderijtje vandoor, en zoodra ze gevonden wordt, moet jij er naar toe en het haar afnemen en hier bij mij brengen of wij moeten bei den naar de gevangenis, weet je dat wel? Dat is zoo, niet waar mijnheer Duplag? En met een heftig gebaar wendde de j oude vos zich tot den Franschman. Deze heer begreep er absoluut niets van maar hij stemde toe. Ja, indien de Van Roon niet binnen de vier-en-twintig uur voor den dag kwam. dan zou er een bevel tot inhechtenisne ming worden uitgevaardigd. Waar is de deern? Dat dienen wij te weten, zei de oude man. Zeg dan toch waar ze gebleven is. Willem wist 't waar lijk niet. Niemand geloofde hem, zijn meestor zeker niet, deze zat meer dan ooit verward in het net dat hij zichzelf geweven had. En de twee kooplieden die hadden gehoopt een van 's werelds kunst schatten voor een bespottelijke som te verkrijgen, zij wisten niet wat zij er van denken moesten. Het stukje dat zij op voerden op aandringen van dien ouden S. Gedge was bestemd om den bediende er in te laten loopen en toch hadden beide mannen het onaangename gevoel dat de baas en zijn knecht beiden hen in een zaakje betrokken hadden eigenlijk alleen uit eigen belang. Indien dit zoo was, dan was de oude man een dwaas, zoowel als een schavuit en de jonge een schavuit zoowel als een dwaas. En dat was een schrale troost. Zij schenen nu ver van het doel verwijderd waarop zij hun hart ge- zet hadden. En hun ongeduld begon dui delijk te blijken uit het gedrag van de heeren Duponnet en Thornton toen de zaak een nieuwe en zeer merkwaardige wending nam. HOOFDSTUK LIII. Een lange heer, keurig gekleed, met een zijden hoed op het hoofd en een lorgnet op den neus. kwam den winkel in. Een oogenblik bleef hij bij de deur staan en keek het viertal aandachtig aan en toen vlug maar toch voorzichtig liep hij op den eigenaar van den winkel toe. Mag ik u even spreken, zei hij met een blik op de anderen bij wijze van ver ontschuldiging. Zeker. Sir Arthur, zei S. Gedge op een geheel anderen toon dan hij zooeven gesproken had. Daar hij in het geheel niet op dit bezoek was voorbereid, overzag hij den toestand niet terstond. Hij kon niet dadelijk met den bezoeker, die hem op het oogenblik niet zeer welkom <ras, naar een ander vertrek gaan voordat hij wist wat het doel was van zijn bezoek. U maakt u zeker ongerust over uw nichtje, Mr. Gedge, zei Sir Arthur, die geen een reden had om geheimzinnig te wezen. De oude man was inderdaad zeer ongerust. U heeft natuurlijk tijding gehad uit het ziekenhuis? Hèt scheen%dat de oude man niets ge hoord had, en Sir Arthur betreurde reeds het verzuim van de personen, die hij ge vraagd had te telefoneeren naai' nummer 46 New Cross-straat, toen Willem, die het woord ziekenhuis had opgevangen, zijn pijnlijke nieuwsgierigheid niet langer kon bedwingen. De jonge man trad vooruit met samen geknepen handen en schitterende oogen. j Mijnheer, wat is er gebeurd met juf- I frouw Julie? nep hij. Ach! vertol het mij als het u blieft! Sir Arthur, zich zijn zending bewust, keek den jongen man ernstig aan voor dat hij langzaam antwoordde; Zij heeft een flauwte gehad en wij zijn in staat geweest haar gisteravond in het ziekea- huis te lateii opnemen, het St. Jude hos pitaal. En toen wendde hij zich tot den ouden man, die de tijding kalmer had aange hoord en opgenomen of misschien later begrepen of wien het misschien minder kon scnelen, en zeide: Het is een toe stand, die zeer zorgvuldig behandeld moet worden, naar het oordeel van den dok ter. die haar dadelijk is komen rien nadat zij bij mij aan huis was gekomen; op zijn raad werd zij naar het ziekenhuis gezon den. Het spijt mij zeer dat ik zelf het u niet dadelijk heb laten weten! Het was echter de jonge man, zooals Sir Arthur opmerkte die werkelijk ver schrikt scheen over hetgeen het ongeluk kige meisje was overkomen. S. Gedge echter toonde al heel spoedig dat zijn gedachten zich bij iets anders bepaalden. Zou u mij ook kunnen zeggen mijn heer zei hij met een opgewondenheid die hij niet trachtte te verbergen, of het schilderstukje dat zij meegenomen heeft in veiligheid gebracht is? Sir Arthur keek den ouden man scherp aan voordat hij antwoordde: Mijnheer Gedge het schilderstukje is volmaakt veilig. Goddank! Die uitroep was onvrijwil lig en daardoor des te hartelijker ge meend. En juffrouw Julie? vroeg Villem met heesche stem. Is zij.,..? Is zij....? Hij was to zenuwachtig om de vraag onder woorden te brengen. Zij is zeer ernstig ziek, vrees ik, zei sir Arthur vriendelijk, maar zij is in beste handen. Al wat mogelijk is zal voor haar gedaan worden, ik weet zeker dat u daar op kunt rekenen. (Wordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9