MANTEL-
STOFFEN
GERZON
WAALS
Tel. 1239
Stationsweg
OMVANLEEUWE
Fruithandel „HET DUS
De Klokkenluider
WIJ I
SERIE-VERKOOP
PER METER
Balen Turfstrooisel
TEEKENPLAATJE
Diverse soorten Lhocoladetiguren en -letters enz.
[l^r- BLIJ ZULLEN UW KINDEREN ZIJN DIE HEI KRIJGEN
LUXOR-THEATER
I
Vanaf Vrijdag 4 December, brengen wij onzen bezoekers weer iets geweldigs, de machtige film opnieuw gemaakt, geheel met geluid:
De Klokf
Dezè practit-actfiur kunt U nog: bewonderen in d
welfÈgend, hij snelt naar boven, luidt de klokke
Zondag doorloopende voorstell
Van 8 tot 11 uurEén
140 centimeter breed
EXTRA LAGE PRIJZEN
DEZER DAGEN VERWACHT DE LAATSTE Pi
Bekends kwaliteit voor diverse doeleinden.
Firma GEBRS. BLONK LEI1
TELEFOON 233 - KORT GALGEWATER li
WOLLED VESTEN en
PÜEE-OVERS
Vanaff. 1.4r5
i HAARLEMMEBSTR.93-95 LEIC
tOAMESHOEDEN-WOLGOEDËREN-PEU
Pieterskerkkoorsteeg 11 - Telefoon
11 Zoete Valenciasinaasappelen, Extra Selected
10 Mooie Kroonappelen, zeer fijn van smaak
10 Bombo's prachtig van kleur en smaak
Het merk EXTRA SELECTED op het vlooitjo beteekeot de
9411 het merk SUPRIEUR zijn de minste.
5 p. Bellefleuren (klein) 20 Ct., Iets grootere Bellefl.
5 p. Extra mooie Bellefleuren 40 Ct., per 50 pond
5 p. Moesgoudrenetten (klein) 25 Ct., mooie Goudrenetten
5 p. Stoolpeeron (roodk.) 35 Ct., Zoete Stoofappelen
Ook ruim gesorteerd in Fruitmanden en Schaien. i
Nita, lief als zij was, had niets gezegd,
maar nu Wim begon met steentjes naar
een pad te werpen, vond zij, dat het nu
toch wel wat al te bar werd. „Toe, Wim,
laat dat toch," zei ze. „Wat heb je er
aan, dat arme dier te plagen? 't Zit daar
zoo stil, en het doet toch geen kwaad?"
„Een pad is een leelijk, griezelig dier,"
grinnikte Wim. ,,'t Beest is zeker van die
drie oude tooverheksen, die ons gisteren
niet lieten uitvechten. Daarom wordt de
pad ter dood veroordeeld! Kom, gooit allen
mee!" riep hij tot de vriendjes. „Die vieze
pad moet dood!"
„Neen, ik wil niet, dat jullie die arme
pad doodt!" riep Nita bijna schreiende.
Doch de kinderen, aangevuurd door den
ondeugenden Wim, gingen door met stee-
nen werpen naar het dier, dat reeds aan
den kop gewond was.
Woedend werd Nita, toen er juist weer
een regen van steenen naast en op de
pad neerviel, en er niet aan denkende, dat
ook zij door een steen getroffen kon wor
den, liep ze op de pad toe, boog zich over
het gewonde dier heen en trachtte het zóo
tegen de steenen te beschermen. Daar trof
een scherpe, puntige steen haar voorhoofd
't Was een vrij diepe wond en weldra liep
het bloed langs haar wangen en drupte op
haar jurk.
Dit bracht een grooten schrik onder het
ondeugende troepje. De pad was op eens
vergeten! Allen, nog met de steenen in
hun handen, liepen op Nita toe, die met
haar zakdoekje het bloed trachtte af te
vegen. Doch dit hielp niet; 't bleef vloeien.
Toen werden de kinderen, vooral Wim en
zijn zusje, vreeselijk bang.
„Verbeeld je, dat de wond zóó diep is,
dat Nita dood bloedt!" fluisterde Wim Ru
toe
„Laten we een zakdoek er om heen bin
den," stelde Elsje, Wim's zusje, voor.
„Hier, die van mij is schoon...." Maar
Elsje's zakdoek was heel klein, en daarom
gaf ook Ansje haar zakdoek. Ru knoopte
ze aaneen en bond ze daarna om Nita's
hoofdje.
Maar toen nu Wim zag, dat Nita weer
lachte, was zijn angst even vlug voorbij.
Heel boos keek hij haar aan en vroeg:
„Waarom liet je ons niet kalm de pad
dooden? Als jij je er niet mee had be
moeid, zou de steen jou niet geraakt heb
ben.
Nita begon te huilen, toen Wim op
dien ruwen toon tot haar sprak. Dit von
den Ru en Ansje wat al te erg. Ze liepen
op Nita toe en brachten haar naar de
serre, waar grootmoeder in 't zonnetje zat.
De oude blinde dame hoorde de kinde
ren over het grind loopen. „Ben jij daar,
Nita?" vroeg ze.
„Ja, grootmoeder, ik ben het met Ru
en Ansje."
„Wat is er gebeurd, dat jullie op eens
zoo stil waren?" vroeg weer de oude dame.
„Eerst hoorde ik jullie zoo vroolijk spelen
en daarna was het op eens zóó stil, alsof
er een ongeluk
,,'t Was misschien, omdat ik mijn hoofd
aan een steen heb gewond, grootmoeder,"
zei Nita haastig. „Maar 't is niet erg,
hoor!"
„Kom eens bij mij, kind," sprak de oude
dame.
Vlug trok toen Nita de aaneengeknoopte
zakdoeken af en liep op haar toe. Groot
moeders hand betastte toen haar voor
hoofd en daarna vroeg ze: „Viel je op een
steen, kindlief?"
„Neen, de steen viel op mij, grootmoe
der," zei Nita.
Grootmoeder vroeg niets meer; ze belde
alleen de huishoudster, en toen die was
gekomen en de vrij diepe wond op Nita's
voorhoofd zag, nam ze het kind dadelijk
mee, om haar te verbinden. En hoewel
Nita haar verzekerde, dat Ru en Ansje
geen schuld hadden, joeg juffrouw Brons,
de huishoudster, beiden toch naar huis.
Een uur later wisten toen reeds alle
kinderen, hoe lief Nita was geweest en
hoe ze gezwegen had, en niets had verteld,
zelfs niet had gesproken over de pad Doch
al had Nita gezwegen, toch wisten de drie
oude vrouwtjes het. geheele geval.
,,'t Is zoo jammer, dat die lieve Nita al
tijd met dien naren Wim en zijn zusje
speelt," sprak één der vrouwtjes, ,,'t Zijn
hartelooze kinderen allebei
„We moeten het St. Nicolaas vertellen,"
zei No. 2.
„Neen, ik weet iets beters," lachte No. 3.
„Wacht maar totdat de Sint in aantocht
is, dan gebeurt er wat.
't Was op den vierden December, dat dc
drie oude vrouwtjes weer door het bosch
liepen. Ze spraken over St. Nicolaas en
over de groote kisten vol lekkers en speel
goed, die hij had meegebracht.
„Wel prettig, dat hij dit jaar zooveel
prachtig speelgoed heeft meegebracht,"
zei het eerste vrouwtje.
Dit plaatje netjes op ruitjespapier nateekenen. De kleintjes mogen het ook op
dun, doorschijnend papier overtrekken. Daarna het geheel kleuren.
(Nadruk verboden).
Terwijl de oude vrouwtjes zoo o/er den
Sint spraken, liep ook Wim Groes in het
bosch en wel vlak achter het drietal.
,,'k Moet toch eens hooren, waarover de
tooverheksen spreken," dacht hij. En toen
nu de oudjes juist stilstonden, klom hij in
een boom. Daar hoorde hij weer 't tweede
viouwtje zeggen: „Zes auto's waren er
noodig, om alles in het hotel te bren
gen
„In welk hotel logeert St. Nicolaas?"
vroeg het derde vrouwtje, en ze keek naai
den boom, waarin Wim zat.
„In het Zwarte Paard," was het ant
woord. „Dat heeft hij ons toch zelf ver
teld! We moeten ons haasten, hoor, want
we zouden hem vanavond immers gaan
vertellen, waar de zoetste en braafste kin
deren wonen
Vlug liepen toen de drie vrouwtjes voort.
In een wip was Wim uit den boom. Hij
wist nu genoeg! Op een holletje loopt hij
het bosch uit en naar het hotel, waar St.
Nicolaas logeert Hij ziet daar werkelijk
eenige auto's staan, en bij één daarvan
staat een jongen, die op Piet, Sint's zwarte
knechtje, gelijkt. Juist neemt hij 't laatste
pak. dat heel groot is, uit de auto en
draagt het 't hotel binnen. Wim's hart
klopt, half van angst, half van vreugde,
dat hij zelf misschien den Sint zal kunnen
spreken, vóórdat die oude vrouwtjes dit
kunnen doen. Bedenken moet hij iets,
daarom loopt hij eerst even om 't hotel
heen. Dèar ziet hij Sint's schimmeltje
staan. Hè, als St. Nicolaas nu maar even
buiten kwam, dan zou hij hem vragen of
de Sint morgenavond het allereerst wilde
komen in de villa Erica. Juist komt Pieter
weer naar buiten.
„Hij zal mij wel dadelijk bij St.Nicolaas
brengen, als ik 't hem vraag," denkt Wim
en hij loopt heel brutaal op het zwartje
toe en vraagt:
„Is u de knecht van St. Nicolaas?"
„Om u te dienen, jongenheer," is het
beleefde antwoord. „Wat wenscht u?"
„Ik wilde den Sint wat vragen," zei Wim.
„Mijn meester rust; hij is vermoeid, en
ik mag hem niet wakker maken," zegt
Piet. „Maar ik wil hem uw boodschap wel
overbrengen, als 't moet.
„Och, ik wilde den Sint alleen vragen,
om als hij morgenavond de kinderen uit
dit dorp bezoekt, het allereerste in villa
Erica te willen komen...."
„Moeten de kinderen daar dan zoo vroeg
naar bed?" vroeg Piet. „Is er soms één
ziek?"
„Weineen," lachte Wim, „mijn zusje en
ik zijn zoo gezond als een visch. Maai- ik
heb zóóveel op mijn verlanglijstje gezet,
dat ik graag wilde hebben, en als de Sint
nu eerst bij anderen komt, geeft hij mis
schien dat, wat ik wenschte, weg
„Je bent een inhalig baasje," bromde
Piet. „Maar ik zal mijn meester je bood
schap overbrengen
„Ja, maar 't is 's avonds zoo donker op
den weg, waar onze villa staat," begon
weer Wim. „En verbeeld je eens, dat de
Sint ons niet vond? O, ik weet al wat"
ging hij voort, „ik maak een rieten fluitje,
en als je nu hoort, dat iemand fluit, dan
zeg je tegen St. Nicolaas: „U moet het
allereerste daarheen gaan, Sinterklaas...'
„Wel, dat is best," lachte Piet. „En ga
nu maar naar huis. jongenheer, anders
worden je ouders ongerust."
.O, die weten niet eens, dat ik hier ben,"
zei Wim. En toen liep hij vlug heen, want
hij wilde een stevig stuk riet gaan zoeken,
om 'n fluitje te snijden, een fluitje, waar
van men het geluid heel ver zou kunnen
hooren.
De avond van vijf December was heel
donker. Geen sterretje flonkerde aan den
hemel, en 't was zóo doodstil op den weg,
dat men 't minste geluid reeds van ww
kon hooren. Zoo hoorde dan ook St. Nik
laas, toen hij langs de villa's reed, zulk ea
vreemd geluid, dat hij. nóch Piet, lette o?
het schrille gefluit dat van uit één der
vensters van villa Erica naar buiten drong.
Het vreemde geluid werd gemaakt door
een groote pad, die in den tuin van Nita's
grootmoeder rustig in het gras zat. Ook
Nita hoorde het. „Luister eens, grootmoe
der, hoe de pad vanavond roept! We krij
gen zeker sneeuw of regensprak
lachend.
Terwijl Nita aan de pad dacht, die zij
eens het leven redde, vroeg St. Nicolaas
aan Piet; Fluit die inhalige, ondeugende
Wim Groes zoo luid?"
„Neen, goede meester," was het ant
woord, ,,'t is een pad die zoo luidt roept.
Zij wijst ons den weg naar een andere
villa, v/aar een liel meisje woont. Zij redde
eens het leven der pad
„Is z ij dan het lieve meisje, waarvan de
drie oude vrouwtjes mij hebben verteld?"
vroeg St. Nicolaas.
„Dat is zij, goede meester," antwoprdde
Piet. „En u moet dat meisje eens héél blij
maken
Nita was er stil van, toen opeens St.
Nicolaas en Piet in huis kwamen, en haar
zóóveel lekkers en boeken en speelgoed
gaven, dat zij er verlegen mee was.
„Neen, dat kdn toch niet allemaal voor
mij alleen zijn," zei ze zacht tot groot
moeder."
En St. Nicolaas, die het hoorde, sprak
„Lieve Nita, 't is alles voor jou. 't Komt
door de pad, weet je? Zij riep ons toe.
„Breng toch heel veel aan Nita; ze heeft
mijn leven gered!"
„O, die goede pad!" riep Nita. ,Jk zal
voortaan altijd de arme, kleine dieren be
schermen!"
„Doe dat, Nita," sprak vriendelijk St.
Nicolaas, en daarna ging hij heen, om
nog meer kinderen gelukkig te maken.
Onderweg sprak hij met Piet zóóveel over
Nita, dat hij Wim's fluitje niet hoorde. Zoo
kwam hij dan ook het allerlaatste,
plaats van het allereerste, op villa Erica
aan. „Kom, Piet, waar zijn de geschenken
voor Wim en zijn zusje?" vroeg hij.
„Ach goede heer," zuchtte Piet, „er z»
nog maar één doos chocolade en één an
dere doos in den zak; een doos met rieten
fluitjes!"
Toen kreeg Elsje de doos met chocoiaa
En Wim kreeg.... de rieten fluitjes.
TANTE JOH.
Blij ook zijt gij zelf, als U het geeft. Het prachtige en solide speelgoed, dat uit een onbeperkte sorteering kunt kiezen
in iederen prijs en op elk gebied Auto's, Vliegtuigen, Paarden. Schommels, Gymnastiekwerktuigen, Bouw- en Constructie-
doozen, Poppen. Poppenwagens, Poppenwiegen, Tafel- en Gezelschapsspelen. Weef- en Vlechtrioozen, Tooverlantaarnc
HAARLEMMERSTRAAT 130-136 Elecfrische en mechanische treinen. U vindt bij ons alles en nog veel meer.
2-4