BOUWKUNSTIG SCHOON. HET ONDERZOEK PER HOOGERE LUCHTLAGEN. DE AVONTUREN VAN ADAMSON UIT DE BONTE WAERELD. SCHAKEN. V f l iff8 'pp pp! HA %V' ife- CRAVENSTEIN. n De vorige week heb ik een plattegrond jten afdrukken van wat in 1578 nog was tergeblever van 's Gravenhof. Eveneens eb ik een teekening geplaatst, genomen aar een teekening op het archief door chitect S. van der Pauw. welke een oorstelling gaf van Gravenstein. zooais tt was in de Middeleeuwen, Omdat deze teekeningen en schetsen, aarvan er nog meerdere zullen volgen, ervaardigd zijn door een bouwkundige, ag men aannemen dat zij over 't alge- ren vrij zuiver zijn. Zooals wij zagen bestond de oorspron- elljke Steen uit een hoofdgebouw met en toren, terwijl er alle reden is, om aan nemen, dat links en rechts nog een (gebouw was. Hoofdgebouw en toren ennen we nog in hun algemeene lijnen tries als zij in het laatste der 12de eeuw erden opgericht. De stichtingstijd is uwens onzeker, doch kan naar we mee- n niet later dan 1200 vallen. Onze teekening van de vorige week eft de Noordzijde van het Steen. We zien aar, dat de muur nog geen ramen bezit, leen in de dakkapel is een zwaar kruis- m geplaatst. Ik vermoed, dat dit inder- sad de oudste toestand is. en dat de htopemng op eerste en tweede .verdie- ng later is aangebracht en zelfs ln rschillende tempo's. Zoo lijkt het mij waarschijnlijk, dat op eerste verdieping de drie bovenste ra- en althans van ouderen datum zijn dan e twee er vlak onder. Ik leid dit af uit e omlijsting aan de binnenzijde van het ebouw en liet smeedwerk van de tralie den. Het is zeer goed mogelijk en zelfs aarscliijnlijk. dat de muur oorspronkelijk heel blind is geweest. De teekening in -t „Chaertbouc" geeft ook een blinde uur. Merkwaardig is op de teekeningen van in de Pauw de fraaie zwenkende lijn dak en toren. Toch vermoed ik, dat ■r fantasie is. fc het ..Chaertbouc" van Salomon van toanhorst. van 1578 of enkele jaren a, bezitten dak en spits van de beide «uwen reeds denzelfden vorm aLs te- rwoordig, recht en hoogoploopend. Van Pauw heeft zijn teekening eveneens "eteekend, doch heeft dak en torenspits ifde zwenkende, fraai gebogen lijnen even als op ziln andere teekeningen. at klopt dus niet volkomen en zoo ;s ik ook dat de aardige rondboogjes den nok van het dak een fantastische instructie zijn. De loggia voor liet hoofdgebouw be id in vroegeren tijd niet uit acht, doch l vijf rondbogen, waarvan een als ult- ng diende, om op het platvorm te ko- tn. dat zich er voor uitstrekte en waar- ïer verder een pad voerde naar de brug er de gracht. De drie bogen voor den «n zijn later bijgebouwd, in zun „Oude Gebouwen te Leiden" zegt ilen dr. Overvoorde „De linkerhelft van e Loggia, ter breedte van den toren, da rt uit 1605; de rechteheift in denzcifden rm is blijkens het in het fries voor- mende jaartal, in 1656 bijgebouwd." Men heeft hier weer een voorbeeld, hoe artalsteenen kunnen bedriegen, want ie kunnen bij verbouwingen zijn lnge- etseld zonder nu juist betrekking te heb- i op het onderdeel, waar zij zijn inge- etseld In ieder geval: men ziet de loggia van 1 bogen voor het hoofdgebouw reeds op e afbeelding in het „Chaertbouc" van s'8. of iets later, maar in ieder geval van r 1600. In geen geval kunnen de drie en voor den toren de oudste zijn. Ver- oedelijk zullen de oudste vijf bogen van loggia reeds in de Middeleeuwen aan zijn geweest, maar zonder het eedwerk ln den tegenwoordigen vorm. De brug over de gracht was afgesloten "r een poort met kanteelen. Ging men r deze poort rechtuit Noordwaarts dan 'am men, heel vroeger op het tournooi- ld. Het platvorm voor het Steen droeg in de e eeuw den ironischen naam „Scoon- rdriet". Hierover later meer. De monds adellijke geslachten waren te Oegstgeest en te Warmond, zoodat in het Steen of in de bijgebouwen behoorlijke woonruimte voor dien tijd moet zijn ge weest. Het is toch niet aan te nemen, dat deze heeren zich mochten vestigen in 's Graven Hof. later de bezitting der heeren Van Lookhorst Merkwaardig is de teekening van het oude Gravenhof dat de plattegrond van de vorige week bewijst het reeds een aanzienlijk complex moet zijn geweest. Het hoofdgebouw bestond uit twee ver diepingen, Het is al weer opmerkelijk, dat de onderverdieping alleen ronde toegangs poorten bezit en geen ramen. De kleine spiegaten; wellicht waren het tevens schietgaten waardoor pijlen konden wor den gericht, kan men althans moeilijk ramen noemen Op de eerste verdieping lagen natuurlijk de woonvertrekken voor het hofgezin, waaronder de „hoghe sale" voor ridderlijk banket. Waarschijnlijk is alles opgetrokken ge weest van baksteen met zware tufsteenen cordonbanden en hoekblokken. In het Gravenhof schijnt vóór plm. 1350 ook het Raethuys" gevestigd te zijn ge weest. Als de graven iiet jachtslot in ..Die Ilaghe" dal inderdaad ook fraaier en ruimer was en meer beantwoordde aan den vorstelijken staat gaan bewonen, maakt de stad zich steeds meer los van het grafelijk toezicht, Zii had zich in 1294 voor de eerste maal uitgebreid en de ex pansie was in het midden der 13de eeuw zoo groot geworden, dat reeds in 1355 een tweede uitbreiding moest volgen. Toen stond „des Stede Huys" reeds op de Breestraat Het zal toen waarschijnlijk nog een houten gebouw zijn geweest van het in de M. E.. geldende type. Beneden een hal en boven een zaal voor vergaderingen met een paar kamertjes voor den „cierc" en den „tresorler". Men vindt dit type. maar dan'.in steen natuur lijk. nog hier en daar, b.v. het oudste deel van het raadhuis te Schoonhoven. Over 's Graven Hof verder niets meer. Het is uit ons midden weggevaagd. Mis schien vindt men onder de huizen od de plaats waar het stond, nog oude kelders. de poort en het bijgebouw h,s wijzen op een romaansche struc- P'. al is de loggia later in renaissance- est gewijzigd. Bekijken we thans 's Graven Steen van f Zuidzijde, dus van de zijde van het eterskerkhof. 'p den tegenwoordigen toestand is de -Si ?eve' Seheel verborgen achter den r™£™w van het complex, at S we het Plaatje, dan zien we, de toren te hoog genomen is en ook ?oed is geplaatst. e deer Van der Pauw zal zijn teekening s!~™igd hebben naar een ouder, waar- m nL ?a'eI Prentje. dat wij niet ken- breedteverhoudingen van toren noofdgebouw kloppen vrij goed. "^ardig is, dat we hier in de on- „J^diepingen van het steen geen ramen errtio s|ochts spiegaten. Op de eerste "Dit S Bevinden zich lage ramen. Daar 4 Veelte zijn ingericht geweest -1- PP wat ook niet strijdig is met tprcl, Van Mieris neemt o.m. in J52°Peen besluit van Willem II uit Y-ic in, deze waaf den edelman Die- 'tsu rman aanstelt tot beheerder van lm lp, beiden; en later in 1421 doet barmond en hetzelfde met D'rc van 'en Wee'. dat de Heermans en War- IV. RADIO-REGISTREERBALLONS. In een der vorige artikelen over het onderzoek der hoogere luchtlagen is reeds met enkele woorden gezegd, dat men kleine, zelfschrijvenöe instrumenten, die de temperatuur en de luchtdrukking kun nen meten en opteekcnen. kan mcde- geveii met gummiballons. die tot zeer groote hoogte in den dampkring kunnen stijgen, z.g. registreerballons. Deze worden aan hun lot overgelaten, maken derhalve een luchtreis en komen ten slotte ergens op den grond te recht. Men moet het dan aan het toeval overlaten, dat het kost bare instrument gevonden en aan het ob servatorium teruggevonden wordt, maar het spreekt vanzelf, dat het 111 tal van ge vallen verloren gaat doordat het b.v. in een eenzame streek, of in het water, of in het hooggebergte of op een ontoeganke lijke plaats neerkomt. In vele gevallen wordt het ook wel teruggevonden maar lang na de luchtreis, zcodat de aanteeke- ningen op het instrument uitgewischt zijn. In elk geval, ook in de gunstigste ge vallen, waarin het instrument onbescha digd aan het observatorium terugkeert, is het een nadeel, dat men pas lang na het oplaten van den registreerballon over de opgeteekende waarnemingen kan be schikken Reeds sedert eenigen tijd zijn enkele meteorologen bezig geweest deze bezwaren uit den weg te ruimen door radio-uitzen ding toe te passen op deze soort waarne mingen in de hoogere luchtlagen. Een belangrijke en goed geslaagde toepassing is in den laatsten tijd meer algemeen be kend geworden uit de berichten over den tocht van den Graf Zeppelin naar dc Noordpoolstreken. Bij dezen tocht be stond nl. het groote gevaar, dat het lucht schip zou geraken in luchtlagen met z.g. onderkoelden waterdamp, waarvan het gevolg zou zijn geweest, dat zich ijs op het omhulsel zou hebben afgezet en dat het luchtschip naar beneden gedrukt zou zijn geworden en dan wellicht op dezelfde wijze te gronde zou zijn gegaan als des tijds het Italiaansche luchtschip Italia. Om dit gevaar te kunnen voorkomen heeft men aan boord van den Graf Zep pelin tweemaal een z.g. radio-registreer- ballon opgelaten met het resultaat dat op grootere hoogten in den dampkring een luchtlaag gevonden werd, waarin he», luchtschip, als het daarin gekomen was, stellig met ijsbeslag bedekt zou zijn ge worden Men heeft dit gevaar op deze wijze kunnen vermijden. Deze radio-registreerballon was ver vaardigd volgens een door den Russischen meteoroloog prof. G. Moltchanoff aange geven constructie. Deze geleerde is ech ter niet de eenige, die zich met dit vraag stuk bezig heeft gehouden. Moltchanoff's constructie berust op het denkbeeld, dat de aanwijzingen van hec met den ballon medegegeven registreer- instrument door radio-teekens kenbaar worden gemaakt, zoodat een waarnemer op den grond door het afluisteren van deze teekens de aanwijzingen van het in strument kan te weten komen. Het voor deel hiervan is tweeledig men heeft de waarnemingen dadelijk ter beschikking (hetwelk in het geval van don Graf Zep pelin b.v. zoo belangrijk was) en zij go an niet verloren. Het is natuurlijk niet mogelijk in dit artikel uitvoerig te beschrijven hoe zoo'n radio-registreerapparaat werkt, maar de hoofdzaken kunnen hier toch wel behan deld worden. Men bepaalt zich meestal tot het waar nemen van de luchtdrukking 611 van de temperatuur ln vele gevallen ook van de betrekkelijke vochtigheidstoestanden op verschillende hoogten. De eerste wordt, evenals bij den gewonen zelfregistreeren- den barometer, gemeten met behulp van het bekende luchtledige doosje of van de z.g. Bourdousche buis. de tweede door een bi-metal-thermometer. de derde door den ha ar hygrometer. Bij verandering van de luchtdrukking en van de temperatuur zul len beide eerstgenoemde organen een vormverandering, de laatstgenoemde een lengte-verandering ondergaan en deze veranderingen kunnen door overbrenging op een hefboomen-stelsel in een vergroote beweging van een stang wprclen omgezet. Met behulD van die beweging kan men dan een electrische stroom sluiten of ver breken en dus een radio-toon afwisselend laten uitzenden of ophouden of wijzigen Men kan nu het apparaat zoo inrichten. 1 dat de toon b.v. gehoord wordt bij bepaal - de temperaturen en luchtdrukkingen. I maar daar men beide factoren afzonder - lijk moet kunnen waarnemen kan het on- i derbreken van den radiotoon niet voor beide tegelijk dienen Men kan nu het vraagstuk vereenvoudigen door alleen de temperatuur-veranderingen te laten sei nen, zooals bij het apparaat van Molt chanoff oorspronkelijk het geval was. en de hoogte van den ballon, waarvan de stijgsnelheid als constant wordt aangeno- 1 men. of af te leiden uit den tijd. gedu rende welken hij onderweg is, óf uit tri gonometrische hoogtebepaling, die echter niet altijd mogelijk is. Bij het apparaat van Hergesell wordt evenwel de lucht drukking wel geseind en daarnaast de i temperatuur aangegeven door de modu- latie van den uitgezonden toon. Hoe dit tot stand komt, kan hier natuurlijk niet I nader worden aangegeven. Men is er in het algemeen in geslaagd radio-registreerapparaten te constru- eeren, waarvan het gewicht geringer is dan een kilogram en nog wel terugge bracht zal kunnen worden tot de helft. Zoo'n apparaat bestaat dus uit een ge deelte. dat de te meter meteorologische factoren: luchtdruk, temperatuur en eventueel vochtigheid, opneemt, een radio zender en een electriciteitsbron, waar voor men óf droge elementen gebruikt, óf. zooals door Hergesell gedaan wordt, een chroomzuur-batterij. die het voordeel heeft bij verschillende temperaturen in den dampkring regelmatig tc werken Tijdens de vlucht van den ballon heeft men op den grond niets anders te doen dan de.radio-seinen te beluisteren en om te zetten in getallen, die de te meten meteorologische factoren aangeven, t.w. luchtdruk (rn.M.), temperatuur (graden) en eventueel vochtigheid (percentage). Volgens hetgeen in vakbladen over deze nieuwe "toepassing van de radio-uitzen- ding wordt medegedeeld, hebben de in strumenten voor dit speciale doel reeds een zekeren graad van volmaaktheid, in elk geval een bruikbaarheid bereikt, zoo dat men thans in staat is. waarnemingen tot op zeer groote hoogte in den damp kring te verrichten, waarvan de resul taten op staanden voet beschikbaar zijn, niet verloren gaan en voldoende nauwkeu rig zijn. Behalve voor de navigatie met groote luchtschepen zijn deze waarne mingen zeer zeker van het grootste be lang voor het maken van weersverwach tingen. daar den toestand den zeer hooge j luchtlagen van overwegenden invloed is op het verloop der weersgesteldheid in I groote gebieden. Deze waarnemingen zou- 1 den een aanvulling kunnen worden van de waarnemingen met behulp van ln vliegtuigen medegenomen registreer- instrumenten die praktisch tot ongeveer 5000 meter hoogte reiken. De verdere ont wikkeling van de radio-registreerballons is dus van groot belang voor dc meteoro- logic C. N. (Nadruk verboden). HET SKI-LOOPEN BEVALT NIET. gebouw. Toen het niet meer aan de oischen voldtcd, werd pp ten andere p.aats een grooter geoouw gezet en liet besmit genomen het oude al te breken. Maar ondertusschen hadden zwaluwen in het oude huis hun inirek genoimn, Degenen, die cloor den iuin liepen, langs het gebouw, hoorden wel tjiipsn, maar dachten dat het in de verte het klateren van een kleinen waterva. was. Toen de werklieden kwamen om het huis af te breken zagen zij dat het aantal zwa uwen zoo was toegenomen, dat zij het niet over hun hart konden verkrijgen dc vogels te verjagen. De arbeiders gingen weg en vertelden de geschiedenis in de stao rond. Het gevolg was, dat de be woners van de siad besloten het huis te laten staan en Ier beschikking van de zwaluwen te stellen. Elk jaar, wanneer de zwaluwen naar warme streken trekken, wordt het huis opnieuw gerestaureerd en van een verfje voorzien. Het is teekenend wat een Braziliaan zelt er over schrijft: „Wie de zee heeft gezien en den indruk in haar oneindigheid heeft gevoeld, dacht wellicht bij het aanschouwen van de water massa's, dat alle afbeeldingen die hij tot nu t^e had gezien en alle. beschouwingen van de zee. die hij tot dusver had gelezen, niet in de verste verte overeenkwamen met de werkelijkheid. Zoo is het ook, wanneer men in deze star! komt. Hij kan zich niet verklaren vanwaar die donkere wolk van vogels komt die op het late namiddaguur langs der. hemel trekt, dat hij eindelijk ver neemt, dat die wolk in verband moet worden gebracht met de zwaluwen van Campinas. EEN PLAN VOOR EEN ONDERAARDSCII PARIJS. De Parijsche stedenbouwkundige Dela venne heeft voor korten tijd een oud phantastlsch plan opgevat, dat door de goedkeuring van den gemeenteraad uit het rijk van de phantasïe naar dat van de werkelijkheid is overgegaan. Delavenne wil het bovengrondsene verkeer ontlasten en een deel daarvan overbrengen naar uitge strekte onderaardsche boulevards. Hij wii een Parijsche „onderwereld" scheppen in den zin van Metropolis, het toekomstbeeld van den Duitschen filmregisseur Fritz Lang en zijn hem inspireerende vrouw, Thea von Harbau. Delavenne wil beginnen met het aanleg gen van groote straten tusschen de ver schillende stations. Vervolgens kan lang zamerhand het net worden uitgebreid, zoo dat binnen afzienbaren tijd een waar onderaardsch' Parijs ontstaat. Technisch is het plan zonder groote moeilijkheden uit te voeren: men moet er alleen voor zor gen dat de straten diep komen te liggen, zoodat het „Metro"-verkeer niet gestoord wordt. Het plan echter stuit op andere moei lijkheden; de kosten zullen ongeveer 35 millioen francs per kilometer bedragen; d.i. ongeveer 330 x zooveel als de aanleg van één Kilometer straatweg DelftDen Haag! HET ZWALUWENHUIS IN CAMPINA. In rlen Braziliaanscae slaat Minas Geraes (BiazMiëj is een starl met een zeer eigen aardig0 bezienswaardighsid. In de provin ciestad Campinas ligt, midden in e?n tuin. in het centrum van de starl, omgeven dror slanke maj^s.u.use palmen, e.i groot gebouw dat op kosten van de bevolking onderhouden wordt en aan de zwaluwen behoort. Het was oorspronkelijk een oud handcls- DE EERSTE STEENDRUKKER. Het was 6 November 1G0 jaar geleden, dat Aloys Senefelder te Praag werd ge boren. Men zou hem voor Tsjech houden en Zwitserland wilde de eer hebben Sene felder een landgenoot te kunnen noemen maar hij is een Duitscher. Niemand heeft kunnen voorspellen, dat deze man nog eens de eerste steendrukker zou worden. Hij begon, nauwelijks de kinderschoenen ontwassen, op het tooneel Maar Thalia vlocht hem geen lauwerkransen en daarom verliet hij het tooneel, en ging zijn geluk bij Erato zoeken en werd tooneelschrijver. Maar ook Erato wou niets van hem weten en toen zei hij voor goed het tooneel vaar wel. De weg ging eerst berg-afwaarts, maar dat duurde niet lang. want Sene felder was een vindingrijk man. Toen hij nl. pogingen deed om een zoo goedkoop mogelijke methode voor het drukken van muzieknoten te vinden, vond hij den steendruk uit die een geweldige vooruit gang vergeleken met de toenmalige druk- methoden beteekende, want de noten moesten ln koper worden gestoken Hij richtte, nadat hij zijn uitvinding had vol maakt. met. den hofmisicus Gleisener een drukkerij te Miinchen op. waarna hij al spoedig naar Offenbach trok. om daar een nieuwe drukkerij op te richten Gleisener bleef hem ook trouw, toen de onrustige géést van Senefelder naar dc stad Weenèn verlangde, waar weldra een drukkerij de namen van beide mannen droeg. Zeven jaar later was hij toch weer in Miinchen, waar hij in 1809 tot inspecteur van de koninklijke steendrukkerij voor het drukken van landkaarten werd benoemd. Nadat hij reeds de meeste soorten van steendruk had gevonden en toegepast, ge lukte het hem eindelijk, in 1826. het druk ken van gekleurde platen en in 1833 werd deze druk toegepast op linnen. Deze kunst oefende hij niet meer dan een jaar uit. Op den 26den Februari 1834 nam de dood hem de lithografische steenen onder de hand weg. Zijn leerboek der lithografie, dat thans nog, ondanks den geweldigen vooruitgang der druktechniek, weinig aan beteekenis heeft verloren, is eveneens als zijn „Be handeling der overdrukken op de kleine lithografische handpers", zoowel een mo nument voor den Duitsche uitvindersgeest, alsook voor de persoonlijkheid van Sene felder, welk monument, op geen enkele wijze in de schaduw wordt gesteld door de steenen gedenkteekens te München. Ber lijn en Solnhofen. ONZE TELEFOONNUMMERS DIRECTIE en ADMINISTRATIE 2<;oo (op 2 lijnen! REDACTIE ft px*x*~*'**»7o*7«'iTr 1507 Goede oplossing probleem Feenstra Kui per van den heer Schrama; probleem Weenink van den heer A. P. van Pelt. De oplossing van het probleem van Van der Kolk is: 1. Tdl Er dreigt nu Thl-, doch zwart kan als volgt spelen: Pg6:, Pf6\ Lf6:, Dg6:t, Of Lg6:t, Dg6:\ Pg6:. Pf8*. Of Lh4, Thl, Tg6:"\ Dg6:t. In elk dei- gevallen worden dus twee van de drie thema-stukken gepend. M. HA VEL. Zlata Praha 1905. W/W .*m', WW' m w1 "P HH m1r*g mm Wm /Mm, t Wit begint en geelt mat in drie zetten. Wit Kf8, Dd7. Ld6 en dl. Zwart: Kd5. pi d4. De volgende partij is uit den wedstrijd te Berlijn ln 1928 gehouden. Johner. Bogoljubow. 1. d4 Pf6 2. e4 c6 3. Pf3 d5 De Slavische verdediging. Pf3 is tegen e5 gericht. 4. e3 e6 5. Ld3 Pbd7 Wit wacht nog met Pc3, om Lb4 enz. te vermijden. 6. 0-0 Le7 Lb4 heeft nu geen zin meer. 7 Pc3 0-0 8. e4 de4: Het door Collo veel gespeelde systeem. 9 Pe4: b6 10 De2 Lb7 11. Tfdl Dc7 Beter was eerst de looper te ontwik kelen. 12. Lg5 TfeS 13. Pf6:t FfG: Om e5 vrij te maker. 14. Pe5 c5 Wit dacht, dat dit niet kon. daar na dcó:. De5:. LfG'. Lf6:, Lh7: kan. 15. dc5: bc5* Met de bedoeling de meerderheid op de i koningsvleugel te benutten. 16. f4 TadS 17. Lc2 Tdl :t 18. Tdl: Td8 19 Td8:Dd8: 20. Dd3 Da5 21. Lf6: Delf Beter was Ddl voor wit. 22. Dfl Dfl:t 23. Kfl: Lf6: 24. g3 h6 25. Ke2 g5 26. Ke3 gf4:t 27. gf4: Lg7 28. b3 f5 Zwart benut zijn meerderheid op den koningsvleugel. 29. a3 a5 30. Ld3 Lf6 31. Lc2 Kg7 Wit kan niets meer doen 32. Ld3 Ld 8 33. Lc8 Lc7 34. Ld3 Ld6 35 Lc2 Kf6 36. Pf3 e5 37. fe5Le5 38 Ld 3 Lf3: Beter was h3. 39. Kf3: Lh2: 40 Le2 Ke5 41. Ke3 Lf4t 42. Kf3 Lel 43. a4 Kd4 44. Ldl Kd3 45. Le2* Kc2 I opgegeven Dr. P FEENSTRA KUIPER Den heer A P van P In probleem I.ovd is de sleutelzet Dh7 Na Ke5 volgt Pd3 Na Db7 zou Pf4: volgen. 1 3—7

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 7