BOUWKUNSTIG SCHOON.
HET ONDERZOEK PER
HOOGERE LUCHTLAGEN.
DE AVONTUREN VAN ADAMSON
UIT DE BONTE WAERELD.
SCHAKEN.
V f
l iff8 'pp pp!
HA %V' ife-
CRAVENSTEIN.
n
De vorige week heb ik een plattegrond
jten afdrukken van wat in 1578 nog was
tergeblever van 's Gravenhof. Eveneens
eb ik een teekening geplaatst, genomen
aar een teekening op het archief door
chitect S. van der Pauw. welke een
oorstelling gaf van Gravenstein. zooais
tt was in de Middeleeuwen,
Omdat deze teekeningen en schetsen,
aarvan er nog meerdere zullen volgen,
ervaardigd zijn door een bouwkundige,
ag men aannemen dat zij over 't alge-
ren vrij zuiver zijn.
Zooals wij zagen bestond de oorspron-
elljke Steen uit een hoofdgebouw met
en toren, terwijl er alle reden is, om aan
nemen, dat links en rechts nog een
(gebouw was. Hoofdgebouw en toren
ennen we nog in hun algemeene lijnen
tries als zij in het laatste der 12de eeuw
erden opgericht. De stichtingstijd is
uwens onzeker, doch kan naar we mee-
n niet later dan 1200 vallen.
Onze teekening van de vorige week
eft de Noordzijde van het Steen. We zien
aar, dat de muur nog geen ramen bezit,
leen in de dakkapel is een zwaar kruis-
m geplaatst. Ik vermoed, dat dit inder-
sad de oudste toestand is. en dat de
htopemng op eerste en tweede .verdie-
ng later is aangebracht en zelfs ln
rschillende tempo's.
Zoo lijkt het mij waarschijnlijk, dat op
eerste verdieping de drie bovenste ra-
en althans van ouderen datum zijn dan
e twee er vlak onder. Ik leid dit af uit
e omlijsting aan de binnenzijde van het
ebouw en liet smeedwerk van de tralie
den. Het is zeer goed mogelijk en zelfs
aarscliijnlijk. dat de muur oorspronkelijk
heel blind is geweest. De teekening in
-t „Chaertbouc" geeft ook een blinde
uur.
Merkwaardig is op de teekeningen van
in de Pauw de fraaie zwenkende lijn
dak en toren. Toch vermoed ik, dat
■r fantasie is.
fc het ..Chaertbouc" van Salomon van
toanhorst. van 1578 of enkele jaren
a, bezitten dak en spits van de beide
«uwen reeds denzelfden vorm aLs te-
rwoordig, recht en hoogoploopend. Van
Pauw heeft zijn teekening eveneens
"eteekend, doch heeft dak en torenspits
ifde zwenkende, fraai gebogen lijnen
even als op ziln andere teekeningen.
at klopt dus niet volkomen en zoo
;s ik ook dat de aardige rondboogjes
den nok van het dak een fantastische
instructie zijn.
De loggia voor liet hoofdgebouw be
id in vroegeren tijd niet uit acht, doch
l vijf rondbogen, waarvan een als ult-
ng diende, om op het platvorm te ko-
tn. dat zich er voor uitstrekte en waar-
ïer verder een pad voerde naar de brug
er de gracht. De drie bogen voor den
«n zijn later bijgebouwd,
in zun „Oude Gebouwen te Leiden" zegt
ilen dr. Overvoorde „De linkerhelft van
e Loggia, ter breedte van den toren, da
rt uit 1605; de rechteheift in denzcifden
rm is blijkens het in het fries voor-
mende jaartal, in 1656 bijgebouwd."
Men heeft hier weer een voorbeeld, hoe
artalsteenen kunnen bedriegen, want
ie kunnen bij verbouwingen zijn lnge-
etseld zonder nu juist betrekking te heb-
i op het onderdeel, waar zij zijn inge-
etseld
In ieder geval: men ziet de loggia van
1 bogen voor het hoofdgebouw reeds op
e afbeelding in het „Chaertbouc" van
s'8. of iets later, maar in ieder geval van
r 1600. In geen geval kunnen de drie
en voor den toren de oudste zijn. Ver-
oedelijk zullen de oudste vijf bogen van
loggia reeds in de Middeleeuwen aan
zijn geweest, maar zonder het
eedwerk ln den tegenwoordigen vorm.
De brug over de gracht was afgesloten
"r een poort met kanteelen. Ging men
r deze poort rechtuit Noordwaarts dan
'am men, heel vroeger op het tournooi-
ld.
Het platvorm voor het Steen droeg in de
e eeuw den ironischen naam „Scoon-
rdriet". Hierover later meer.
De
monds adellijke geslachten waren te
Oegstgeest en te Warmond, zoodat in het
Steen of in de bijgebouwen behoorlijke
woonruimte voor dien tijd moet zijn ge
weest.
Het is toch niet aan te nemen, dat deze
heeren zich mochten vestigen in 's Graven
Hof. later de bezitting der heeren Van
Lookhorst
Merkwaardig is de teekening van het
oude Gravenhof dat de plattegrond van
de vorige week bewijst het reeds een
aanzienlijk complex moet zijn geweest.
Het hoofdgebouw bestond uit twee ver
diepingen, Het is al weer opmerkelijk, dat
de onderverdieping alleen ronde toegangs
poorten bezit en geen ramen. De kleine
spiegaten; wellicht waren het tevens
schietgaten waardoor pijlen konden wor
den gericht, kan men althans moeilijk
ramen noemen Op de eerste verdieping
lagen natuurlijk de woonvertrekken voor
het hofgezin, waaronder de „hoghe sale"
voor ridderlijk banket.
Waarschijnlijk is alles opgetrokken ge
weest van baksteen met zware tufsteenen
cordonbanden en hoekblokken.
In het Gravenhof schijnt vóór plm. 1350
ook het Raethuys" gevestigd te zijn ge
weest.
Als de graven iiet jachtslot in ..Die
Ilaghe" dal inderdaad ook fraaier en
ruimer was en meer beantwoordde aan
den vorstelijken staat gaan bewonen,
maakt de stad zich steeds meer los van
het grafelijk toezicht, Zii had zich in 1294
voor de eerste maal uitgebreid en de ex
pansie was in het midden der 13de eeuw
zoo groot geworden, dat reeds in 1355 een
tweede uitbreiding moest volgen.
Toen stond „des Stede Huys" reeds op de
Breestraat Het zal toen waarschijnlijk
nog een houten gebouw zijn geweest van
het in de M. E.. geldende type.
Beneden een hal en boven een zaal voor
vergaderingen met een paar kamertjes
voor den „cierc" en den „tresorler". Men
vindt dit type. maar dan'.in steen natuur
lijk. nog hier en daar, b.v. het oudste deel
van het raadhuis te Schoonhoven.
Over 's Graven Hof verder niets meer.
Het is uit ons midden weggevaagd. Mis
schien vindt men onder de huizen od de
plaats waar het stond, nog oude kelders.
de poort en het bijgebouw
h,s wijzen op een romaansche struc-
P'. al is de loggia later in renaissance-
est gewijzigd.
Bekijken we thans 's Graven Steen van
f Zuidzijde, dus van de zijde van het
eterskerkhof.
'p den tegenwoordigen toestand is de
-Si ?eve' Seheel verborgen achter den
r™£™w van het complex,
at S we het Plaatje, dan zien we,
de toren te hoog genomen is en ook
?oed is geplaatst.
e deer Van der Pauw zal zijn teekening
s!~™igd hebben naar een ouder, waar-
m nL ?a'eI Prentje. dat wij niet ken-
breedteverhoudingen van toren
noofdgebouw kloppen vrij goed.
"^ardig is, dat we hier in de on-
„J^diepingen van het steen geen ramen
errtio s|ochts spiegaten. Op de eerste
"Dit S Bevinden zich lage ramen. Daar
4 Veelte zijn ingericht geweest
-1- PP wat ook niet strijdig is met
tprcl, Van Mieris neemt o.m. in
J52°Peen besluit van Willem II uit
Y-ic in, deze waaf den edelman Die-
'tsu rman aanstelt tot beheerder van
lm lp, beiden; en later in 1421 doet
barmond en hetzelfde met D'rc van
'en Wee'. dat de Heermans en War-
IV.
RADIO-REGISTREERBALLONS.
In een der vorige artikelen over het
onderzoek der hoogere luchtlagen is reeds
met enkele woorden gezegd, dat men
kleine, zelfschrijvenöe instrumenten, die
de temperatuur en de luchtdrukking kun
nen meten en opteekcnen. kan mcde-
geveii met gummiballons. die tot zeer
groote hoogte in den dampkring kunnen
stijgen, z.g. registreerballons. Deze worden
aan hun lot overgelaten, maken derhalve
een luchtreis en komen ten slotte ergens
op den grond te recht. Men moet het dan
aan het toeval overlaten, dat het kost
bare instrument gevonden en aan het ob
servatorium teruggevonden wordt, maar
het spreekt vanzelf, dat het 111 tal van ge
vallen verloren gaat doordat het b.v. in
een eenzame streek, of in het water, of in
het hooggebergte of op een ontoeganke
lijke plaats neerkomt. In vele gevallen
wordt het ook wel teruggevonden maar
lang na de luchtreis, zcodat de aanteeke-
ningen op het instrument uitgewischt
zijn. In elk geval, ook in de gunstigste ge
vallen, waarin het instrument onbescha
digd aan het observatorium terugkeert, is
het een nadeel, dat men pas lang na het
oplaten van den registreerballon over de
opgeteekende waarnemingen kan be
schikken
Reeds sedert eenigen tijd zijn enkele
meteorologen bezig geweest deze bezwaren
uit den weg te ruimen door radio-uitzen
ding toe te passen op deze soort waarne
mingen in de hoogere luchtlagen. Een
belangrijke en goed geslaagde toepassing
is in den laatsten tijd meer algemeen be
kend geworden uit de berichten over den
tocht van den Graf Zeppelin naar dc
Noordpoolstreken. Bij dezen tocht be
stond nl. het groote gevaar, dat het lucht
schip zou geraken in luchtlagen met z.g.
onderkoelden waterdamp, waarvan het
gevolg zou zijn geweest, dat zich ijs op het
omhulsel zou hebben afgezet en dat het
luchtschip naar beneden gedrukt zou zijn
geworden en dan wellicht op dezelfde
wijze te gronde zou zijn gegaan als des
tijds het Italiaansche luchtschip Italia.
Om dit gevaar te kunnen voorkomen
heeft men aan boord van den Graf Zep
pelin tweemaal een z.g. radio-registreer-
ballon opgelaten met het resultaat dat
op grootere hoogten in den dampkring
een luchtlaag gevonden werd, waarin he»,
luchtschip, als het daarin gekomen was,
stellig met ijsbeslag bedekt zou zijn ge
worden Men heeft dit gevaar op deze
wijze kunnen vermijden.
Deze radio-registreerballon was ver
vaardigd volgens een door den Russischen
meteoroloog prof. G. Moltchanoff aange
geven constructie. Deze geleerde is ech
ter niet de eenige, die zich met dit vraag
stuk bezig heeft gehouden.
Moltchanoff's constructie berust op het
denkbeeld, dat de aanwijzingen van hec
met den ballon medegegeven registreer-
instrument door radio-teekens kenbaar
worden gemaakt, zoodat een waarnemer
op den grond door het afluisteren van
deze teekens de aanwijzingen van het in
strument kan te weten komen. Het voor
deel hiervan is tweeledig men heeft de
waarnemingen dadelijk ter beschikking
(hetwelk in het geval van don Graf Zep
pelin b.v. zoo belangrijk was) en zij go an
niet verloren.
Het is natuurlijk niet mogelijk in dit
artikel uitvoerig te beschrijven hoe zoo'n
radio-registreerapparaat werkt, maar de
hoofdzaken kunnen hier toch wel behan
deld worden.
Men bepaalt zich meestal tot het waar
nemen van de luchtdrukking 611 van de
temperatuur ln vele gevallen ook van de
betrekkelijke vochtigheidstoestanden op
verschillende hoogten. De eerste wordt,
evenals bij den gewonen zelfregistreeren-
den barometer, gemeten met behulp van
het bekende luchtledige doosje of van de
z.g. Bourdousche buis. de tweede door een
bi-metal-thermometer. de derde door den
ha ar hygrometer. Bij verandering van de
luchtdrukking en van de temperatuur zul
len beide eerstgenoemde organen een
vormverandering, de laatstgenoemde een
lengte-verandering ondergaan en deze
veranderingen kunnen door overbrenging
op een hefboomen-stelsel in een vergroote
beweging van een stang wprclen omgezet.
Met behulD van die beweging kan men
dan een electrische stroom sluiten of ver
breken en dus een radio-toon afwisselend
laten uitzenden of ophouden of wijzigen
Men kan nu het apparaat zoo inrichten.
1 dat de toon b.v. gehoord wordt bij bepaal -
de temperaturen en luchtdrukkingen.
I maar daar men beide factoren afzonder -
lijk moet kunnen waarnemen kan het on-
i derbreken van den radiotoon niet voor
beide tegelijk dienen Men kan nu het
vraagstuk vereenvoudigen door alleen de
temperatuur-veranderingen te laten sei
nen, zooals bij het apparaat van Molt
chanoff oorspronkelijk het geval was. en
de hoogte van den ballon, waarvan de
stijgsnelheid als constant wordt aangeno- 1
men. of af te leiden uit den tijd. gedu
rende welken hij onderweg is, óf uit tri
gonometrische hoogtebepaling, die echter
niet altijd mogelijk is. Bij het apparaat
van Hergesell wordt evenwel de lucht
drukking wel geseind en daarnaast de i
temperatuur aangegeven door de modu-
latie van den uitgezonden toon. Hoe dit
tot stand komt, kan hier natuurlijk niet I
nader worden aangegeven.
Men is er in het algemeen in geslaagd
radio-registreerapparaten te constru-
eeren, waarvan het gewicht geringer is
dan een kilogram en nog wel terugge
bracht zal kunnen worden tot de helft.
Zoo'n apparaat bestaat dus uit een ge
deelte. dat de te meter meteorologische
factoren: luchtdruk, temperatuur en
eventueel vochtigheid, opneemt, een radio
zender en een electriciteitsbron, waar
voor men óf droge elementen gebruikt, óf.
zooals door Hergesell gedaan wordt, een
chroomzuur-batterij. die het voordeel
heeft bij verschillende temperaturen in
den dampkring regelmatig tc werken
Tijdens de vlucht van den ballon heeft
men op den grond niets anders te doen
dan de.radio-seinen te beluisteren en om
te zetten in getallen, die de te meten
meteorologische factoren aangeven, t.w.
luchtdruk (rn.M.), temperatuur (graden)
en eventueel vochtigheid (percentage).
Volgens hetgeen in vakbladen over deze
nieuwe "toepassing van de radio-uitzen-
ding wordt medegedeeld, hebben de in
strumenten voor dit speciale doel reeds
een zekeren graad van volmaaktheid, in
elk geval een bruikbaarheid bereikt, zoo
dat men thans in staat is. waarnemingen
tot op zeer groote hoogte in den damp
kring te verrichten, waarvan de resul
taten op staanden voet beschikbaar zijn,
niet verloren gaan en voldoende nauwkeu
rig zijn. Behalve voor de navigatie met
groote luchtschepen zijn deze waarne
mingen zeer zeker van het grootste be
lang voor het maken van weersverwach
tingen. daar den toestand den zeer hooge j
luchtlagen van overwegenden invloed is
op het verloop der weersgesteldheid in I
groote gebieden. Deze waarnemingen zou- 1
den een aanvulling kunnen worden van
de waarnemingen met behulp van ln
vliegtuigen medegenomen registreer-
instrumenten die praktisch tot ongeveer
5000 meter hoogte reiken. De verdere ont
wikkeling van de radio-registreerballons
is dus van groot belang voor dc meteoro-
logic C. N.
(Nadruk verboden).
HET SKI-LOOPEN BEVALT NIET.
gebouw. Toen het niet meer aan de
oischen voldtcd, werd pp ten andere p.aats
een grooter geoouw gezet en liet besmit
genomen het oude al te breken. Maar
ondertusschen hadden zwaluwen in het
oude huis hun inirek genoimn, Degenen,
die cloor den iuin liepen, langs het gebouw,
hoorden wel tjiipsn, maar dachten dat het
in de verte het klateren van een kleinen
waterva. was. Toen de werklieden kwamen
om het huis af te breken zagen zij dat het
aantal zwa uwen zoo was toegenomen, dat
zij het niet over hun hart konden verkrijgen
dc vogels te verjagen. De arbeiders gingen
weg en vertelden de geschiedenis in de
stao rond. Het gevolg was, dat de be
woners van de siad besloten het huis te
laten staan en Ier beschikking van de
zwaluwen te stellen. Elk jaar, wanneer
de zwaluwen naar warme streken trekken,
wordt het huis opnieuw gerestaureerd en
van een verfje voorzien. Het is teekenend
wat een Braziliaan zelt er over schrijft:
„Wie de zee heeft gezien en den indruk
in haar oneindigheid heeft gevoeld, dacht
wellicht bij het aanschouwen van de water
massa's, dat alle afbeeldingen die hij tot
nu t^e had gezien en alle. beschouwingen
van de zee. die hij tot dusver had gelezen,
niet in de verste verte overeenkwamen met
de werkelijkheid. Zoo is het ook, wanneer
men in deze star! komt. Hij kan zich niet
verklaren vanwaar die donkere wolk van
vogels komt die op het late namiddaguur
langs der. hemel trekt, dat hij eindelijk ver
neemt, dat die wolk in verband moet
worden gebracht met de zwaluwen van
Campinas.
EEN PLAN VOOR EEN ONDERAARDSCII
PARIJS.
De Parijsche stedenbouwkundige Dela
venne heeft voor korten tijd een oud
phantastlsch plan opgevat, dat door de
goedkeuring van den gemeenteraad uit
het rijk van de phantasïe naar dat van de
werkelijkheid is overgegaan. Delavenne wil
het bovengrondsene verkeer ontlasten en
een deel daarvan overbrengen naar uitge
strekte onderaardsche boulevards. Hij wii
een Parijsche „onderwereld" scheppen in
den zin van Metropolis, het toekomstbeeld
van den Duitschen filmregisseur Fritz
Lang en zijn hem inspireerende vrouw,
Thea von Harbau.
Delavenne wil beginnen met het aanleg
gen van groote straten tusschen de ver
schillende stations. Vervolgens kan lang
zamerhand het net worden uitgebreid, zoo
dat binnen afzienbaren tijd een waar
onderaardsch' Parijs ontstaat. Technisch is
het plan zonder groote moeilijkheden uit
te voeren: men moet er alleen voor zor
gen dat de straten diep komen te liggen,
zoodat het „Metro"-verkeer niet gestoord
wordt.
Het plan echter stuit op andere moei
lijkheden; de kosten zullen ongeveer 35
millioen francs per kilometer bedragen;
d.i. ongeveer 330 x zooveel als de aanleg
van één Kilometer straatweg DelftDen
Haag!
HET ZWALUWENHUIS IN CAMPINA.
In rlen Braziliaanscae slaat Minas Geraes
(BiazMiëj is een starl met een zeer eigen
aardig0 bezienswaardighsid. In de provin
ciestad Campinas ligt, midden in e?n tuin.
in het centrum van de starl, omgeven
dror slanke maj^s.u.use palmen, e.i groot
gebouw dat op kosten van de bevolking
onderhouden wordt en aan de zwaluwen
behoort.
Het was oorspronkelijk een oud handcls-
DE EERSTE STEENDRUKKER.
Het was 6 November 1G0 jaar geleden,
dat Aloys Senefelder te Praag werd ge
boren. Men zou hem voor Tsjech houden
en Zwitserland wilde de eer hebben Sene
felder een landgenoot te kunnen noemen
maar hij is een Duitscher. Niemand heeft
kunnen voorspellen, dat deze man nog
eens de eerste steendrukker zou worden.
Hij begon, nauwelijks de kinderschoenen
ontwassen, op het tooneel Maar Thalia
vlocht hem geen lauwerkransen en daarom
verliet hij het tooneel, en ging zijn geluk
bij Erato zoeken en werd tooneelschrijver.
Maar ook Erato wou niets van hem weten
en toen zei hij voor goed het tooneel vaar
wel. De weg ging eerst berg-afwaarts,
maar dat duurde niet lang. want Sene
felder was een vindingrijk man. Toen hij
nl. pogingen deed om een zoo goedkoop
mogelijke methode voor het drukken van
muzieknoten te vinden, vond hij den
steendruk uit die een geweldige vooruit
gang vergeleken met de toenmalige druk-
methoden beteekende, want de noten
moesten ln koper worden gestoken Hij
richtte, nadat hij zijn uitvinding had vol
maakt. met. den hofmisicus Gleisener een
drukkerij te Miinchen op. waarna hij al
spoedig naar Offenbach trok. om daar een
nieuwe drukkerij op te richten Gleisener
bleef hem ook trouw, toen de onrustige
géést van Senefelder naar dc stad Weenèn
verlangde, waar weldra een drukkerij de
namen van beide mannen droeg.
Zeven jaar later was hij toch weer in
Miinchen, waar hij in 1809 tot inspecteur
van de koninklijke steendrukkerij voor het
drukken van landkaarten werd benoemd.
Nadat hij reeds de meeste soorten van
steendruk had gevonden en toegepast, ge
lukte het hem eindelijk, in 1826. het druk
ken van gekleurde platen en in 1833 werd
deze druk toegepast op linnen. Deze kunst
oefende hij niet meer dan een jaar uit.
Op den 26den Februari 1834 nam de dood
hem de lithografische steenen onder de
hand weg.
Zijn leerboek der lithografie, dat thans
nog, ondanks den geweldigen vooruitgang
der druktechniek, weinig aan beteekenis
heeft verloren, is eveneens als zijn „Be
handeling der overdrukken op de kleine
lithografische handpers", zoowel een mo
nument voor den Duitsche uitvindersgeest,
alsook voor de persoonlijkheid van Sene
felder, welk monument, op geen enkele
wijze in de schaduw wordt gesteld door de
steenen gedenkteekens te München. Ber
lijn en Solnhofen.
ONZE TELEFOONNUMMERS
DIRECTIE en ADMINISTRATIE
2<;oo (op 2 lijnen!
REDACTIE ft px*x*~*'**»7o*7«'iTr 1507
Goede oplossing probleem Feenstra Kui
per van den heer Schrama; probleem
Weenink van den heer A. P. van Pelt.
De oplossing van het probleem van Van
der Kolk is: 1. Tdl Er dreigt nu Thl-,
doch zwart kan als volgt spelen: Pg6:,
Pf6\ Lf6:, Dg6:t, Of Lg6:t, Dg6:\ Pg6:.
Pf8*. Of Lh4, Thl, Tg6:"\ Dg6:t. In elk dei-
gevallen worden dus twee van de drie
thema-stukken gepend.
M. HA VEL.
Zlata Praha 1905.
W/W .*m', WW'
m w1
"P HH
m1r*g mm Wm
/Mm, t
Wit begint en geelt mat in drie zetten.
Wit Kf8, Dd7. Ld6 en dl.
Zwart: Kd5. pi d4.
De volgende partij is uit den wedstrijd
te Berlijn ln 1928 gehouden.
Johner. Bogoljubow.
1. d4 Pf6
2. e4 c6
3. Pf3 d5
De Slavische verdediging. Pf3 is tegen e5
gericht.
4. e3 e6
5. Ld3 Pbd7
Wit wacht nog met Pc3, om Lb4 enz. te
vermijden.
6. 0-0 Le7
Lb4 heeft nu geen zin meer.
7 Pc3 0-0
8. e4 de4:
Het door Collo veel gespeelde systeem.
9 Pe4: b6
10 De2 Lb7
11. Tfdl Dc7
Beter was eerst de looper te ontwik
kelen.
12. Lg5 TfeS
13. Pf6:t FfG:
Om e5 vrij te maker.
14. Pe5 c5
Wit dacht, dat dit niet kon. daar na
dcó:. De5:. LfG'. Lf6:, Lh7: kan.
15. dc5: bc5*
Met de bedoeling de meerderheid op de
i koningsvleugel te benutten.
16. f4 TadS
17. Lc2 Tdl :t
18. Tdl: Td8
19 Td8:Dd8:
20. Dd3 Da5
21. Lf6: Delf
Beter was Ddl voor wit.
22. Dfl Dfl:t
23. Kfl: Lf6:
24. g3 h6
25. Ke2 g5
26. Ke3 gf4:t
27. gf4: Lg7
28. b3 f5
Zwart benut zijn meerderheid op den
koningsvleugel.
29. a3 a5
30. Ld3 Lf6
31. Lc2 Kg7
Wit kan niets meer doen
32. Ld3 Ld 8
33. Lc8 Lc7
34. Ld3 Ld6
35 Lc2 Kf6
36. Pf3 e5
37. fe5Le5
38 Ld 3 Lf3:
Beter was h3.
39. Kf3: Lh2:
40 Le2 Ke5
41. Ke3 Lf4t
42. Kf3 Lel
43. a4 Kd4
44. Ldl Kd3
45. Le2* Kc2
I opgegeven
Dr. P FEENSTRA KUIPER
Den heer A P van P In probleem I.ovd
is de sleutelzet Dh7 Na Ke5 volgt Pd3
Na Db7 zou Pf4: volgen.
1 3—7