Werkverschaffing door Werkverruiming
Scherts In Schets.
ffife Jaargang
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1931
No. 21986
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
De gemeentebedrijven in dienst der werkloosheidsbestrijding
DANKBARE SOCIALE ARBEID.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
MUZIEK.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentlën 35 Cts. per regeL Kleine Advertentlën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bj een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 1.2.35, per week 1.0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 1.2.35 4- portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
OVERTREDING verordening op den
keuringsdienst van vee
en vleesch.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien artikel 44 der Verordening van
den 27en Maart 1922 (Gemeenteblad No.
13), op den Keuringsdienst van Vee en
Vleesch in de gemeente Leiden, brengen
ter openbare kennis, dat: le. Dirk Koore-
man wonende Sophiastraat 76, Leiden, op
den '5en Februari 1931 werd bekeurd we
gens het vervoeren van vleesch anders
dan op zindelijke wijze en dat hij des-
wee op den 4en Maart 1931 werd veroor
deeld tot f.5.— boete ol 3 dagen hech
tenis; 3e Hendrikus Theodoras Heeman,
wonende De Genestetstraat 4, Leiden, op
den 24en Februari 1931 werd bekeurd we
gens het in voorraad hebben van inge-
Toerde ongekeurde vleeschwaren, en dat
bij deswege op den 20en April 1931 werd
veroordeeld tot f. 5 boete ol 3 dagen hech
tenis' 3e. Maurits van Tol, wonende Kerk
plein' 1. te Valkenburg, op den 16en April
1931 werd bekeurd wegens het vervoeren
van vleesch anders dan op zindelijke
wijze en dat hij deswege werd veroor
deeld tot f. 2 boete ol 1 dag hechtenis;
ie Simon Jacobus van Egmond, wonende
Haarlemmerstraat 89, Leiden, op den 16en
Apnl 1931 werd bekeurd wegens het in
voorraad hebben van ongekeurde inge
voerde vleeschwaren. en dat hij deswege
op den 18en Mei 1931 werd veroordeeld tot
f5— boete ol 3 dagen hechtenis; 5e.
Bastlaan Souljé, wonende Van Reynstraat,
te Rotterdam, op den 29 Mei 1931 werd
bekeurd wegens het vervoeren van inge
voerd vleesch anders dan langs de voor
geschreven wegen, en dat hij deswege op
jen 7en September 1931 werd veroordeeld
tot i 15— boete of 10 dagen hechtenis;
Ie. Petras Verdegaal, wonende Heerenweg
lis te Lisse, op den 23en Juni 1931 werd
bekeurd wegens het invoeren respectieve
lijk doorvoeren van vleeschwaren ln strijd
set de verordening, en dat hij deswege
p den 27en Juli 1931 werd veroordeeld tot
.6.- boete of 3 dagen heohtenis
A. VAN DE SANDE BAKHTJYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden. 20 November 1931. 8405
Prof. Dr." LOUIS FRANCK
over
„DÏLANDSCHE POLITIEK IN DE CONGO'
o
Belgische uitwissel-hoogleeraar aan de
Leidsche Universiteit.
Gisteravond heeft prof. dr. Louis Franck,
oud-minister van koloniën en directeur-
generaal van de Nationale Bank van België
ruilprofessor in het groot-auditorium
der Universiteit een lezing met lichtbeel
den gehouden over „De inlandsche politiek
ln de Congo".
Onder de vrij talrijke aanwezigen bevon
den zich o.m. mr. Smidt, referendaris aan
het Departement van Onderwijs, chef van
de af deeling Hooger Onderwijs, prof. dr.
•J. J. Blanksma, rector-magnificus, mr. J.
Limburg, curator, mr P. J. Idenburg, secre
taris van curatoren, de decaan der juridi
sche faculteit, prof. mr. J. C. van Oven en
verscheidene hoogleeraren.
Prof. Franck begon met er zijn vreugde
over uit te spreken, dat hij aan de oudste
Nederlandsche en wereldbekende Universi
teit een voordracht mag houden.
Spr. gaf vervolgens een uitvoerig over
zicht van den economisch-politieken toe
stand in Belgisch-Congo en stond lang
durig stil bij de verschillende negerrassen,
die er voorkomen. Het oudste ras zijn de
zoogenaamde „dwergnegers", het meest
voorkomende ras de zgn. Bantoe-negers,
een forsch ontwikkeld menschensoort.
De economische ontwikkeling van de
Congo wordt in sterke mate belemmerd
doordat de negers niet de minste energie
aan den dag leggen en met geen mogelijk
heid los te maken zijn uit hun eigen ge-
dachtensfeer. Aan deze beide factoren is,
toen de Congo in het bezit was van koning
Leopold II, te weinig aandacht geschonken.
Eerst nadat de Congo in 1904 overging in
Belgisch bezit, is een ander systeem toe
gepast, waarbij het voorbeeld van de Ne
derlandsche kolonisatie in Indië, waarvoor
spr. den grootsten lof heeft, is gevolgd.
Aan het slot van zijn lezing vertoonde
spr. een groot aantal lantaarnplaatjes over
tand en volk.
Heden houdt de heer Franck zijn tweede
laatste lezing.
o
EEN LEIDSCH CRISIS-COMITÉ
IN VOORBEREIDING.
Naar wij vernemen, werkt onze burge
meester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen,
momenteel aan de samenstelling van een
1Cdsis-Comité, in den geest als door
Prinses Juliana bedoeld.
«et. doel van het Comité is te trachten
oe mdividueele nc-oden zooveel mogelijk te
mgen en de nadeelige gevolgen van den
TnSd 200 dragelijk mogelijk te maken,
m het Comité zullen voornamelijk de
stlph>en van verschillende vereenigingen,
vari !inPn' enz-' werkzaam op het gebied
weldadigheid, vertegenwoordigd zijn*
Het laat zich begrijpen, dat zij, die in
deze moeilijke tijden geroepen zijn om cie
sociale aangelegenheden der gemeente te
behartigen, al hun aandacht concentree-
ren op het bij uitstek sociale vraagstuk:
het probleem der werkloosheidsbestrijding.
De tewerkstelling van Leidsche werk-
loozen bij den aanleg van den Leidschen
Hout met subsidie van rijk en gemeente
was een eerste stap op den weg om door
werkverruiming de ernstige werkloosheid
hier ter stede te doen verminderen. Het
is genoegzaam bekend, dat deze proefne
ming tot een volledig succes is geworden
en een aansporing was om op den inge
slagen weg voort te gaan. Het bouwen
van een filter in de duinen en het gra
ven van een kanaal ten behoeve van de
Leidsche Duinwatermaatschappij, beide
met behulp van werkloozen bevestigden
dien gunstigen indruk.
De vorige wethouder van Sociale Zaken,
tevens voorzitter van de Commissie voor
de Lichtfabrieken, de heer T. S. Goslinga
heeft een nieuw object tot werkverschaf
fing door werkverruiming gevonden in
het doen afgraven van de begraafplaats
aan de voormalige Marepoort, grenzende
an de achterzijde van genoemde fabrie
ken.
De Lichtfabrieken kwamen in 1916
door aankoop van de Gemeentecommissie
der Ned. Herv. Gemeente in het bezit van
het grootste deel dier begraafplaats; de
N.V. Sajetfabriek vil. Clos en Leembrug
gen kocht het resteerende deel van dit
kerkhof, dat het laatst in 1910 voor een
teraardebestelling werd gebruikt. Inge
volge de bepalingen van de Begrafenis
wet mogen eerst tien jaar nadien (dus
na 1920) werkzaamheden op een begraaf
plaats worden uitgevoerd, terwijl pas na
dertig jaar (dus na 1940) het kerkhof mag
worden afgegraven. In de tusschenlig-
gende periode van 20 jaar mag zulks
evenwel geschieden met speciale toestem
ming van Gedeputeerde Staten en met
goedvinden van den Dienst der Volksge
zondheid.
In verband met den nood der tijden
heeft de heer Goslinga aangedrongen op
de tewerkstelling van werkloozen en zijn
opvolger, mr. A. J. Romijn heeft dat
denkbeeld gaarne overgenomen en in
overleg met den directeur va nden Dienst
voor Sociale Zaken, den heer P. C. G. A.
Wijkmans, nader uitgewerkt.
Het resultaat van de gevoerde onder
handelingen is geweest, dat Gedeputeer
de Staten de gevraagde toestemming ver
leenden en de Lichtfabrieken als werk
geefster de uitvoering der werkzaamhe
den overliet aan de werkloozen.
Vanzelfsprekend dienden allereerst
maatregelen te worden getroffen voor
een nieuwe rustplaats voor de op te gra
ven stoffelijke overblijfselen. Te dien
einde sloot de Lichtfabrieken met de
Commissie van Fabricage uit de Ned. Her
vormde Gemeente een contract af, waar
bij zij (de S. L. F.) de beschikking kreeg
over een tot dusverre ongebruikt ge
deelte van de begraafplaats aan de Groe-
nesteeg met de toestemming om hier een
massagraf ter grootte van 1000 kubieke
meter te delven.
Met deze laatste werkzaamheden is be
reids een aanvang gemaakt en zooals
wij gisteren bij een persoonlijk bezoek,
dat wij er onder leiding van den heer
Wijkmans brachten, hebben kunnen con-
stateeren vordert het werk hier reeds
flink. Het afgegraven schoone zand wordt
door de werkloozen in schuiten gekruid en
door werklooze schippers gebracht naar
een zijsloot van de Zijl, waar op de
scheepswerf der Gebrs. Boot een steiger
is opgeslagen. Het zand wordt vervolgens
geschept in kiepkarren en over een
smalspoor over een afstand van eenige
honderden meters gereden naar een ter
rein aan de Driftstraat, gelegen tusschen
de openbare en Gereformeerde school,
dat als speelplaats voor de kinderen zal
worden ingericht.
Een andere groep werkloozen er
wordt uitsluitend gebruik gemaakt van
uitgetrokken ongeschoolde krachten, om
dat dezen het moeilijkste een betrekking
kunnen vinden is hier reeds eenigen
tijd bezig met het dichten van slooten en
het egaliseeren van het terrein. Wanneer
het groote graf aan de Groenesteeg een
maal klaar zal zijn, wordt een aanvang
gemaakt met het graafwerk aan de
Marepoort. Dit zal met groote voorzich
tigheid en piëteit geschieden.
De opgegraven stoffelijke resten zullen
voorzoover noodig opnieuw worden ge
lost en per rouwvaartuig worden overge
bracht naar de Groenesteeg, waar zij in
het massagraf opnieuw worden teraarde-
besteld.
Naar schatting zullen door deze werk
zaamheden vijftig werkloozen tot om
streeks medio April werk vinden.
Het afgegraven zand van de Marepoort-
begraafplaats wordt zorgvuldig gereinigd
en vervolgens gebezigd voor den aanleg
van den weg, loopende van den Maredijk,
achter langs den Leidschen Hout, naar
den Rijnsburger weg, welke weg ook ge
heel door werkloozen zal worden ge
maakt. Waar de kosten van dezen aanleg
zijn begroot Gp f. 123.000: zal worden ge
tracht voor de uitvoering van dit werk
subsidie van de regeering te erlangen.
Aan dit werk zullen plm. 100 man te werk
kunnen worden gesteld.
Bij onverhoopt aanhoudende werkloos
heid ligt het in de bedoeling in de toe
komst ook den weg langs de H. T. M.-
baan van den Rijnsburgerweg tot é,an de
Morsch op dezelfde wijze door werkloo
zen te laten aanleggen. Bovendien wor
den onderhandelingen gevoerd om het
oneffen terrein rondom de machine
gebouwen van het Academisch Zieken
huis door werklooze landarbeiders te doen
egaliseeren.
Het is voor het gemeentebestuur helaas
niet doenlijk om bij een werkloosheid
van zóó ernstigen omvang als momenteel
hier ter stede helaas heerscht er ston
den Woensdag j.l. niet minder dan 1835
werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs inge
schreven! voor alle werkloozen ar
beidsgelegenheid te scheppen.
Maai' het stemt tot verheugenis te be
speuren, dat men er op uit is een zoo
groot mogelijk aantal aan werk te hel
pen. Moge dat streven, zoolang de crisis
voortduurt, in toenemende mate met
succes bekroond worden.
De heer Wijkmans vestigde onze aan
dacht evenwel op een tweede betrekke
lijk verheugend verschijnsel en dat is het
groote verlangen der werkzoekenden om
productieven arbeid te mogen verrichten.
Niet alleen, dat zich voor het eerstge
noemde werk, waarvoor 50 menschen
noodig waren, niet minder dan 300 gega
digden zonder voorafgaanden oproep
aanmelden, maar de heer Wijkmans zeide
de vaste overtuiging te hebben, dat onder
de 1835 ingeschreven werkzoekenden zich
geen vijf en twintig arbeids-schuwen be
vinden. Dit is bij alle malaise een
aantal, dat bewijst, dat de wil om te wer
ken aanwezig is.
Wij besluiten dit artikel met den op
rechten wensch, dat men erin moge sla
gen, waar eenigszins mogelijk, de gele
genheid te scheppen dien goeden wil in
de daad te demonstreeren.
op de flesch gaan.
VIERDE LEZING VAN Dr. T. D. TJALSMA
„Nu blijven Geloof, Hoop en Liefde".
Gisteravond sprak dr. Tjalsma in de
Remonstr. Kerk zijn laatste lezing uit over
het thema: De moderne mensch en zijn
God. Nu ging het over de vraag in hoe
verre de religie, het Christendom nog
waarheid en kracht behield in ons heden-
daagsche leven. In het kort ging spr. den
inhoud der drie voorafgaande lezingen na,
opmerkend, dat het beeld, dat daar ge-
teekend werd van individu en samenleving
maar weinig verheffend was. God: wat
moet dat woord nog in de vele verzake
lijkte, vermaterialiseerde levens onzer tij
den? Godsgeloof: wat is dat voor een klank
temidden van zoovele brutale, heesche en
wilde stemmen die in onze samenleving
klinken? Godsdienst: hoe kan die zijn in
zoovele huwelijken en huisgezinnen waai
alle eenheid ontbreekt en ieder opgesloten
is in eigen vesting? Met enkele citaten ver
scherpte dr. Tjalsma het van God afge
wende beeld onzer moderne wereld. Voor
bij gaat een zeer groot deel onzer mensch-
heid aan Kerk en Godsdienst beide. Niet
mogen wij die menschheid zelve daarvan
geheel de schuld geven: Kerk en Gods
dienst zelf hebben ook schuld. Maar het
feit is er intusschen!
Echter: wij moeten de onderscheiden
zien. Er is ongeloof, dat inderdaad niets
anders is dan een positieve loochening
Gods, brutale ontkenning van alle hoogere
geestesleven, maar er is ook een ongelool
in onze wereld, dat de roep naar God ver
borgen in zich draagt, het ongeloof van
den twijfel. Dit ongeloof kan tot scepsis
en loochening afglijden, maar kan ook
tot geloof groeien. En het valt niet te ont
kennen, dat een zeer groot deel der hui
dige menschheid in dit ongeloof, tusschen
geloof èn loochening in, verkeert. Het is
'n bont amalgama, die onzen tijd op gees
telijk gebied laat zien. Hier een kerkelijke
godsdienstigheid, die nog immer langs de
oude en geijkte paden God krijgt toege
diend. ginds, in vele nuanceeringen, een
felle anti-kerkelijkheid, 'n beslist atheïsme,
daartusschenin geestelijk leven, dat. door
alles wat een wereld laat zien. in twijfel
verkeert. God zoekt, maar toch niet kent,
naar Hem verlangt maar toch met duidend
banden aan deze wereld vastzit.
Wat is nu van dit alles te zeggen? Spr.
gaf de volgende opmerkingen:
le. Wij moeten reëel zijn, de crisistijd
waarin wij leven, ook op zedelijk-godsd.
gebied, reëel aanzien. Hard en fel, bevan
gen in groote zelfzucht, hebzucht en
machtsdrift in onze wereld.
2e. Wij, wanneer we ons Christenen wil
len noemen, moeten nochtans door deze
donkere realiteit der wereld de goddelijke
realiteiten van geloof, hoop en liefde blij
ven dragen. Deze trits moet ook voor ons
blijven, wat dan ook valle en wat ons ook
ontzetten kan in dezen tijd.
3e. Wij hebben met geloof, hoop en liefde
daadwerkelijken ernst te maken: iets van
de oud-Christelijke overgave aan deze
machten moet ook in ons leven zijn.
4e Wij hebben dat te doen in de een
heid. die het Christen zijn in deze tijden
van ons vraagt: boven alle verschillen uit
hebben Christenen nu een macht te vor
men in de wereld, een eenheid, één in
het groote, ernstige, verantwoordelijke dat
God van de zijnen vraagt.
5e. Wij hebben dat zooveel mogelijk te
doen vanuit onze kerken. Nog altijd kun
nen de kerken van groote beteekenis zijn,
mits leiders en leden hun roeping maar
verstaan.
6e. Zoo hebben wij, geloovigen in God,
hopenden op Zijn Koninkrijk, dragers van
Zijn licht der liefde ons bewust, eens
gezind, als de „militia Christi", de leger
schare van Christus, te stellen tegenover
hen allen die God meenen te kunnen
bannen van de aarde en Christus' Rijk
willen degradeeren tot een rijk van macht,
geweld en zelfzucht.
Dan ook alleen kunnen wij hopen vat
te krijgen op hen allen, die in den stroom
van de twijfel staan, wel naar God ver
langen maar tevens hunkeren naar de
menschelijke en aardsche bewijzen van
Zijn kracht en macht.
Om zoo te staan, hebben wij zelf, voort
durend concentratie, stilte, verootmoedi
ging noodig. Maar wij moeten elkanders
zwakke krachten sterken, wetend: ons al
len sterkt de eeuwige Christus.
De lezingenserie over: „De moderne
mensch en zijn God" is met deze lezing
beëindigd. Voor het bestuur van de Re
monstr. Vereeniging „Gemeenteleven" en
vooi den spreker, dr. Tjalsma, kan zij 'n
bron van voldoening zijn geweest. Telken
male, ook deze laatste keer was de Re
monstr. kerk geheel gevuld met een groote
schare aandachtige toehoorders, waarbij
het verblijdend was, dat hiertoe leden en
niet-leden der genoemde vereeniging, ker-
kelijken en niet-kerkelijken. luisteraars
van zeer uiteenloopende richting en over
tuiging te samen waren. Dat stemt ver
heugend.
o
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Nieuwe inschrijvingen: C. de Konink en
T. van Leeuwen. Morschweg 103, Leiden,
aannemers van betonwerken. Eigenaars:
C. de Konink, Leiden, en T. van Leeuwen,
Leiden.
Firma Westmaas en Keizer (beperkende
bepalingen), Hoorn 246a. Alphen ad. Rijn,
timmer-"en aannemersbedrijf. Vennooten:
J. Westmaas, Alphen a. d. Rijn, en P.
Keizer, Alphen a. d Rijn.
Wijzigingen. Heck's Lunchroom (filiaal),
Stationsweg 1113. Leiden. Hoofdzetel:
Scheepmakershaven 44, Rotterdam,, tevens
handelend onder den naam: „Kabathino's"
(voor de exploitatie van orkesten, enz.).
P. J. v. Kampenhout, Haarlemmerstraat
125, Leiden, winkelier, goud- en zilversmid.
Vestiging filiaal: Haarlemmerstraat 127,
Leiden, dd. 18 Nov. 1931 (winkel in uur
werken).
Mej; C. M. C. Best alhier is te Den
Haag geslaagd voor het examen M. O.
akte K 5 (hoogere wiskunde).
De politie alhier heeft aangehouden
zekeren H. A. H. C.. uit Haarlem, die we
gens bedelarij veroordeeld was tot zes
dagen hechtenisstraf. Hij is ter beschik
king van den Officier van Justitie te
's- Gravenhage gesteld.
Voorts heeft de politie onder verdenking
van medeplichtigheid aan rijwieldiefstal
in bewaring gesteld zekeren M. de G., al
hier woonachtig.
BINNENLAND.
Bezoek bij Oegstgeest's burgemeester den
heer Van Gerrevink. (3e Blad.).
Begrooting van Justitie door de Tweede
Kamer aangenomen. (Parlementair Over
zicht, 4e en le Blad.).
De brand te Vincennes; de dagelijksche
leiding is volgens minister De Graaff in
haar verplichtingen te kort geschoten. (4e
Blad).
De fraude te Woerden; de aangehouden
boekhouder heeft bekend. (Gemengd, 2e
Blad.).
Juweelendieven tc Amsterdam aange
houden. (Gemengd, 2e Blad.).
BUITENLAND.
Grandi's bezoek aan Amerika. (Buiten-,
land en Tel., le Blad.).
Het Chineesch-Japansche conflict in
den Volkenbondsraad. (Buitenl. le Blad.).
Vonnis tegen ex-koning Alfonso. (Tel.,
le Blad.).
De Engelsche anti-dumpingswet door het,
Lagerhuis aanvaard. (Buitenland, le BI.).
Zondag 29 November a.s. zal het 25
jaar geleden zijn, dat de conducteur
bestuurder W. Gast, dienstdoende op de
lijn Leiden Wassenaar Den Haag
bij de Haagsche Tramweg-Maatschappij
in dienst trad.
Gisteravond omstreeks 7 uur is de
33-jarige mej. J. v. d. B., toen zij nabij de
halte Posthof op den Rijnsburgerweg uit
een rijdende tram wilde springen, gevallen
en heeft daarbij een hersenschudding, een
fractuur van het linkersleutelbeen en ver
scheidene ontvellingen bekomen. De E.H.D.
vervoerde haar naar het Academisch Zie
kenhuis.
Naar wij vernemen zal het gebouwtje
dat aan de opgeheven halte Zoeterwoude
als station dienst gedaan heeft, verplaatst
worden naar de Heerenstraat. Het zal
ook dienst doen als seinhuis en telefo
nisch met Leiden S.S. en Hazerswoude-
Koudekerk verbonden worden.
Tevens zal de overweg in verband met
het drukkere verkeer naar de groente
veiling eenigszins verbreed worden.
MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST.
Calvet-kwartet,
Aan een lumineuze gedachte van het
Toonkunstbestuur, verre van ons om die
voor een op zichzelf staand verschijnsel
aan te zien, danken we de kennismaking
met een strijkkwartet uit Farijs van zoo
allervoortreffelijkste samenstelling, dat we
alvast beginnen met de namen van de vier
ortisten, tegen het gebruik in. in alphabe-
tische volgorde te noemen. Het zijn de
heeren Cal vet, viool I, Guillevitch, viool II,
Mas, violoncel, e^ Pascal, alt. Deze van die
der partituur afwijkende volgorde lancee-
ren we als een klein bezwaar tegen den
naam van deze kwartetcombinatie. Wel is
aan een naam niet zoo heel veel gelegen,
maar hij is ook een teeken; en in zooverre
is de verzamelnaam, die boven dit artikel
staat afgedrukt, verwarringstichtend. Het
ware strijkkwartet we hebben het nog
steeds over de personen en niet over de
compositiesoort, die met hetzelfde woord
wordt aangeduid (wat nu juist niet op
taalrijkdom bij ons wijst, maar elders is het
riet beter gesteld) het ideale strijkkwartet
kent geen in muzikale belangrijkheid ge
grond privilege van den een, wie het ook
zij, boven den ander. Het is de absolute
éénheid. En omdat dit kwartet zooal niet
volmaakt homogeen is het volmaakte
is, gelukkig, niet van deze wereld het er
dan toch zee- na aan grenst, is de naam
van het ensemble, vereenzelvigd als die is
met dien van een hunner, eigenlijk in strijd
juist met datgene wat de roem is van het
viertal. Virtuose bespelers van hun instru
ment zijn ze allen en op het punt van sterk
overtuigende muzikaliteit bestaan bij hen
onderling minderen noch meerderen. Dat
spreekt allemaal vanzelf in deze tijden van
intensieve beoefening van het kwartetspel.
En het is dan ook niet zoozeer daaraan dan
wel aan hun onderlinge overeenstemming
in persoonlijke geaardheid, die gelijkheid
van opvatting van het uit te voeren werk
mogelijk maakt en niet minder aan de
zelfdiscipline van eiken speler, die tot geen
andere subordinatie leidt dan die aan den
geest an het kunstwerk te danken dat
deze r-rijzenaais hun kwartet hebben
kunr n opvoeren tot een graad van vol-
ma'- dien we nauwelijks mogelijk zou
den ben geacht Ondanks de tot het
uitri r betrachte verfijningsmogelijkheid
is de echte musiceergeest onaangetast ge
bleven. Het spel heeft het jeugdig-frissche,
het spontane behouden. Franschen zijn ze
en hun Fransche zin voor duidelijkheid er>