Werkverschaffing door Werkverruiming Scherts In Schets. ffife Jaargang VRIJDAG 20 NOVEMBER 1931 No. 21986 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. De gemeentebedrijven in dienst der werkloosheidsbestrijding DANKBARE SOCIALE ARBEID. Het voornaamste Nieuws van heden. MUZIEK. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentlën 35 Cts. per regeL Kleine Advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bj een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 1.2.35, per week 1.0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post 1.2.35 4- portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. OVERTREDING verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien artikel 44 der Verordening van den 27en Maart 1922 (Gemeenteblad No. 13), op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch in de gemeente Leiden, brengen ter openbare kennis, dat: le. Dirk Koore- man wonende Sophiastraat 76, Leiden, op den '5en Februari 1931 werd bekeurd we gens het vervoeren van vleesch anders dan op zindelijke wijze en dat hij des- wee op den 4en Maart 1931 werd veroor deeld tot f.5.— boete ol 3 dagen hech tenis; 3e Hendrikus Theodoras Heeman, wonende De Genestetstraat 4, Leiden, op den 24en Februari 1931 werd bekeurd we gens het in voorraad hebben van inge- Toerde ongekeurde vleeschwaren, en dat bij deswege op den 20en April 1931 werd veroordeeld tot f. 5 boete ol 3 dagen hech tenis' 3e. Maurits van Tol, wonende Kerk plein' 1. te Valkenburg, op den 16en April 1931 werd bekeurd wegens het vervoeren van vleesch anders dan op zindelijke wijze en dat hij deswege werd veroor deeld tot f. 2 boete ol 1 dag hechtenis; ie Simon Jacobus van Egmond, wonende Haarlemmerstraat 89, Leiden, op den 16en Apnl 1931 werd bekeurd wegens het in voorraad hebben van ongekeurde inge voerde vleeschwaren. en dat hij deswege op den 18en Mei 1931 werd veroordeeld tot f5— boete ol 3 dagen hechtenis; 5e. Bastlaan Souljé, wonende Van Reynstraat, te Rotterdam, op den 29 Mei 1931 werd bekeurd wegens het vervoeren van inge voerd vleesch anders dan langs de voor geschreven wegen, en dat hij deswege op jen 7en September 1931 werd veroordeeld tot i 15— boete of 10 dagen hechtenis; Ie. Petras Verdegaal, wonende Heerenweg lis te Lisse, op den 23en Juni 1931 werd bekeurd wegens het invoeren respectieve lijk doorvoeren van vleeschwaren ln strijd set de verordening, en dat hij deswege p den 27en Juli 1931 werd veroordeeld tot .6.- boete of 3 dagen heohtenis A. VAN DE SANDE BAKHTJYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden. 20 November 1931. 8405 Prof. Dr." LOUIS FRANCK over „DÏLANDSCHE POLITIEK IN DE CONGO' o Belgische uitwissel-hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit. Gisteravond heeft prof. dr. Louis Franck, oud-minister van koloniën en directeur- generaal van de Nationale Bank van België ruilprofessor in het groot-auditorium der Universiteit een lezing met lichtbeel den gehouden over „De inlandsche politiek ln de Congo". Onder de vrij talrijke aanwezigen bevon den zich o.m. mr. Smidt, referendaris aan het Departement van Onderwijs, chef van de af deeling Hooger Onderwijs, prof. dr. •J. J. Blanksma, rector-magnificus, mr. J. Limburg, curator, mr P. J. Idenburg, secre taris van curatoren, de decaan der juridi sche faculteit, prof. mr. J. C. van Oven en verscheidene hoogleeraren. Prof. Franck begon met er zijn vreugde over uit te spreken, dat hij aan de oudste Nederlandsche en wereldbekende Universi teit een voordracht mag houden. Spr. gaf vervolgens een uitvoerig over zicht van den economisch-politieken toe stand in Belgisch-Congo en stond lang durig stil bij de verschillende negerrassen, die er voorkomen. Het oudste ras zijn de zoogenaamde „dwergnegers", het meest voorkomende ras de zgn. Bantoe-negers, een forsch ontwikkeld menschensoort. De economische ontwikkeling van de Congo wordt in sterke mate belemmerd doordat de negers niet de minste energie aan den dag leggen en met geen mogelijk heid los te maken zijn uit hun eigen ge- dachtensfeer. Aan deze beide factoren is, toen de Congo in het bezit was van koning Leopold II, te weinig aandacht geschonken. Eerst nadat de Congo in 1904 overging in Belgisch bezit, is een ander systeem toe gepast, waarbij het voorbeeld van de Ne derlandsche kolonisatie in Indië, waarvoor spr. den grootsten lof heeft, is gevolgd. Aan het slot van zijn lezing vertoonde spr. een groot aantal lantaarnplaatjes over tand en volk. Heden houdt de heer Franck zijn tweede laatste lezing. o EEN LEIDSCH CRISIS-COMITÉ IN VOORBEREIDING. Naar wij vernemen, werkt onze burge meester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, momenteel aan de samenstelling van een 1Cdsis-Comité, in den geest als door Prinses Juliana bedoeld. «et. doel van het Comité is te trachten oe mdividueele nc-oden zooveel mogelijk te mgen en de nadeelige gevolgen van den TnSd 200 dragelijk mogelijk te maken, m het Comité zullen voornamelijk de stlph>en van verschillende vereenigingen, vari !inPn' enz-' werkzaam op het gebied weldadigheid, vertegenwoordigd zijn* Het laat zich begrijpen, dat zij, die in deze moeilijke tijden geroepen zijn om cie sociale aangelegenheden der gemeente te behartigen, al hun aandacht concentree- ren op het bij uitstek sociale vraagstuk: het probleem der werkloosheidsbestrijding. De tewerkstelling van Leidsche werk- loozen bij den aanleg van den Leidschen Hout met subsidie van rijk en gemeente was een eerste stap op den weg om door werkverruiming de ernstige werkloosheid hier ter stede te doen verminderen. Het is genoegzaam bekend, dat deze proefne ming tot een volledig succes is geworden en een aansporing was om op den inge slagen weg voort te gaan. Het bouwen van een filter in de duinen en het gra ven van een kanaal ten behoeve van de Leidsche Duinwatermaatschappij, beide met behulp van werkloozen bevestigden dien gunstigen indruk. De vorige wethouder van Sociale Zaken, tevens voorzitter van de Commissie voor de Lichtfabrieken, de heer T. S. Goslinga heeft een nieuw object tot werkverschaf fing door werkverruiming gevonden in het doen afgraven van de begraafplaats aan de voormalige Marepoort, grenzende an de achterzijde van genoemde fabrie ken. De Lichtfabrieken kwamen in 1916 door aankoop van de Gemeentecommissie der Ned. Herv. Gemeente in het bezit van het grootste deel dier begraafplaats; de N.V. Sajetfabriek vil. Clos en Leembrug gen kocht het resteerende deel van dit kerkhof, dat het laatst in 1910 voor een teraardebestelling werd gebruikt. Inge volge de bepalingen van de Begrafenis wet mogen eerst tien jaar nadien (dus na 1920) werkzaamheden op een begraaf plaats worden uitgevoerd, terwijl pas na dertig jaar (dus na 1940) het kerkhof mag worden afgegraven. In de tusschenlig- gende periode van 20 jaar mag zulks evenwel geschieden met speciale toestem ming van Gedeputeerde Staten en met goedvinden van den Dienst der Volksge zondheid. In verband met den nood der tijden heeft de heer Goslinga aangedrongen op de tewerkstelling van werkloozen en zijn opvolger, mr. A. J. Romijn heeft dat denkbeeld gaarne overgenomen en in overleg met den directeur va nden Dienst voor Sociale Zaken, den heer P. C. G. A. Wijkmans, nader uitgewerkt. Het resultaat van de gevoerde onder handelingen is geweest, dat Gedeputeer de Staten de gevraagde toestemming ver leenden en de Lichtfabrieken als werk geefster de uitvoering der werkzaamhe den overliet aan de werkloozen. Vanzelfsprekend dienden allereerst maatregelen te worden getroffen voor een nieuwe rustplaats voor de op te gra ven stoffelijke overblijfselen. Te dien einde sloot de Lichtfabrieken met de Commissie van Fabricage uit de Ned. Her vormde Gemeente een contract af, waar bij zij (de S. L. F.) de beschikking kreeg over een tot dusverre ongebruikt ge deelte van de begraafplaats aan de Groe- nesteeg met de toestemming om hier een massagraf ter grootte van 1000 kubieke meter te delven. Met deze laatste werkzaamheden is be reids een aanvang gemaakt en zooals wij gisteren bij een persoonlijk bezoek, dat wij er onder leiding van den heer Wijkmans brachten, hebben kunnen con- stateeren vordert het werk hier reeds flink. Het afgegraven schoone zand wordt door de werkloozen in schuiten gekruid en door werklooze schippers gebracht naar een zijsloot van de Zijl, waar op de scheepswerf der Gebrs. Boot een steiger is opgeslagen. Het zand wordt vervolgens geschept in kiepkarren en over een smalspoor over een afstand van eenige honderden meters gereden naar een ter rein aan de Driftstraat, gelegen tusschen de openbare en Gereformeerde school, dat als speelplaats voor de kinderen zal worden ingericht. Een andere groep werkloozen er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van uitgetrokken ongeschoolde krachten, om dat dezen het moeilijkste een betrekking kunnen vinden is hier reeds eenigen tijd bezig met het dichten van slooten en het egaliseeren van het terrein. Wanneer het groote graf aan de Groenesteeg een maal klaar zal zijn, wordt een aanvang gemaakt met het graafwerk aan de Marepoort. Dit zal met groote voorzich tigheid en piëteit geschieden. De opgegraven stoffelijke resten zullen voorzoover noodig opnieuw worden ge lost en per rouwvaartuig worden overge bracht naar de Groenesteeg, waar zij in het massagraf opnieuw worden teraarde- besteld. Naar schatting zullen door deze werk zaamheden vijftig werkloozen tot om streeks medio April werk vinden. Het afgegraven zand van de Marepoort- begraafplaats wordt zorgvuldig gereinigd en vervolgens gebezigd voor den aanleg van den weg, loopende van den Maredijk, achter langs den Leidschen Hout, naar den Rijnsburger weg, welke weg ook ge heel door werkloozen zal worden ge maakt. Waar de kosten van dezen aanleg zijn begroot Gp f. 123.000: zal worden ge tracht voor de uitvoering van dit werk subsidie van de regeering te erlangen. Aan dit werk zullen plm. 100 man te werk kunnen worden gesteld. Bij onverhoopt aanhoudende werkloos heid ligt het in de bedoeling in de toe komst ook den weg langs de H. T. M.- baan van den Rijnsburgerweg tot é,an de Morsch op dezelfde wijze door werkloo zen te laten aanleggen. Bovendien wor den onderhandelingen gevoerd om het oneffen terrein rondom de machine gebouwen van het Academisch Zieken huis door werklooze landarbeiders te doen egaliseeren. Het is voor het gemeentebestuur helaas niet doenlijk om bij een werkloosheid van zóó ernstigen omvang als momenteel hier ter stede helaas heerscht er ston den Woensdag j.l. niet minder dan 1835 werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs inge schreven! voor alle werkloozen ar beidsgelegenheid te scheppen. Maai' het stemt tot verheugenis te be speuren, dat men er op uit is een zoo groot mogelijk aantal aan werk te hel pen. Moge dat streven, zoolang de crisis voortduurt, in toenemende mate met succes bekroond worden. De heer Wijkmans vestigde onze aan dacht evenwel op een tweede betrekke lijk verheugend verschijnsel en dat is het groote verlangen der werkzoekenden om productieven arbeid te mogen verrichten. Niet alleen, dat zich voor het eerstge noemde werk, waarvoor 50 menschen noodig waren, niet minder dan 300 gega digden zonder voorafgaanden oproep aanmelden, maar de heer Wijkmans zeide de vaste overtuiging te hebben, dat onder de 1835 ingeschreven werkzoekenden zich geen vijf en twintig arbeids-schuwen be vinden. Dit is bij alle malaise een aantal, dat bewijst, dat de wil om te wer ken aanwezig is. Wij besluiten dit artikel met den op rechten wensch, dat men erin moge sla gen, waar eenigszins mogelijk, de gele genheid te scheppen dien goeden wil in de daad te demonstreeren. op de flesch gaan. VIERDE LEZING VAN Dr. T. D. TJALSMA „Nu blijven Geloof, Hoop en Liefde". Gisteravond sprak dr. Tjalsma in de Remonstr. Kerk zijn laatste lezing uit over het thema: De moderne mensch en zijn God. Nu ging het over de vraag in hoe verre de religie, het Christendom nog waarheid en kracht behield in ons heden- daagsche leven. In het kort ging spr. den inhoud der drie voorafgaande lezingen na, opmerkend, dat het beeld, dat daar ge- teekend werd van individu en samenleving maar weinig verheffend was. God: wat moet dat woord nog in de vele verzake lijkte, vermaterialiseerde levens onzer tij den? Godsgeloof: wat is dat voor een klank temidden van zoovele brutale, heesche en wilde stemmen die in onze samenleving klinken? Godsdienst: hoe kan die zijn in zoovele huwelijken en huisgezinnen waai alle eenheid ontbreekt en ieder opgesloten is in eigen vesting? Met enkele citaten ver scherpte dr. Tjalsma het van God afge wende beeld onzer moderne wereld. Voor bij gaat een zeer groot deel onzer mensch- heid aan Kerk en Godsdienst beide. Niet mogen wij die menschheid zelve daarvan geheel de schuld geven: Kerk en Gods dienst zelf hebben ook schuld. Maar het feit is er intusschen! Echter: wij moeten de onderscheiden zien. Er is ongeloof, dat inderdaad niets anders is dan een positieve loochening Gods, brutale ontkenning van alle hoogere geestesleven, maar er is ook een ongelool in onze wereld, dat de roep naar God ver borgen in zich draagt, het ongeloof van den twijfel. Dit ongeloof kan tot scepsis en loochening afglijden, maar kan ook tot geloof groeien. En het valt niet te ont kennen, dat een zeer groot deel der hui dige menschheid in dit ongeloof, tusschen geloof èn loochening in, verkeert. Het is 'n bont amalgama, die onzen tijd op gees telijk gebied laat zien. Hier een kerkelijke godsdienstigheid, die nog immer langs de oude en geijkte paden God krijgt toege diend. ginds, in vele nuanceeringen, een felle anti-kerkelijkheid, 'n beslist atheïsme, daartusschenin geestelijk leven, dat. door alles wat een wereld laat zien. in twijfel verkeert. God zoekt, maar toch niet kent, naar Hem verlangt maar toch met duidend banden aan deze wereld vastzit. Wat is nu van dit alles te zeggen? Spr. gaf de volgende opmerkingen: le. Wij moeten reëel zijn, de crisistijd waarin wij leven, ook op zedelijk-godsd. gebied, reëel aanzien. Hard en fel, bevan gen in groote zelfzucht, hebzucht en machtsdrift in onze wereld. 2e. Wij, wanneer we ons Christenen wil len noemen, moeten nochtans door deze donkere realiteit der wereld de goddelijke realiteiten van geloof, hoop en liefde blij ven dragen. Deze trits moet ook voor ons blijven, wat dan ook valle en wat ons ook ontzetten kan in dezen tijd. 3e. Wij hebben met geloof, hoop en liefde daadwerkelijken ernst te maken: iets van de oud-Christelijke overgave aan deze machten moet ook in ons leven zijn. 4e Wij hebben dat te doen in de een heid. die het Christen zijn in deze tijden van ons vraagt: boven alle verschillen uit hebben Christenen nu een macht te vor men in de wereld, een eenheid, één in het groote, ernstige, verantwoordelijke dat God van de zijnen vraagt. 5e. Wij hebben dat zooveel mogelijk te doen vanuit onze kerken. Nog altijd kun nen de kerken van groote beteekenis zijn, mits leiders en leden hun roeping maar verstaan. 6e. Zoo hebben wij, geloovigen in God, hopenden op Zijn Koninkrijk, dragers van Zijn licht der liefde ons bewust, eens gezind, als de „militia Christi", de leger schare van Christus, te stellen tegenover hen allen die God meenen te kunnen bannen van de aarde en Christus' Rijk willen degradeeren tot een rijk van macht, geweld en zelfzucht. Dan ook alleen kunnen wij hopen vat te krijgen op hen allen, die in den stroom van de twijfel staan, wel naar God ver langen maar tevens hunkeren naar de menschelijke en aardsche bewijzen van Zijn kracht en macht. Om zoo te staan, hebben wij zelf, voort durend concentratie, stilte, verootmoedi ging noodig. Maar wij moeten elkanders zwakke krachten sterken, wetend: ons al len sterkt de eeuwige Christus. De lezingenserie over: „De moderne mensch en zijn God" is met deze lezing beëindigd. Voor het bestuur van de Re monstr. Vereeniging „Gemeenteleven" en vooi den spreker, dr. Tjalsma, kan zij 'n bron van voldoening zijn geweest. Telken male, ook deze laatste keer was de Re monstr. kerk geheel gevuld met een groote schare aandachtige toehoorders, waarbij het verblijdend was, dat hiertoe leden en niet-leden der genoemde vereeniging, ker- kelijken en niet-kerkelijken. luisteraars van zeer uiteenloopende richting en over tuiging te samen waren. Dat stemt ver heugend. o HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe inschrijvingen: C. de Konink en T. van Leeuwen. Morschweg 103, Leiden, aannemers van betonwerken. Eigenaars: C. de Konink, Leiden, en T. van Leeuwen, Leiden. Firma Westmaas en Keizer (beperkende bepalingen), Hoorn 246a. Alphen ad. Rijn, timmer-"en aannemersbedrijf. Vennooten: J. Westmaas, Alphen a. d. Rijn, en P. Keizer, Alphen a. d Rijn. Wijzigingen. Heck's Lunchroom (filiaal), Stationsweg 1113. Leiden. Hoofdzetel: Scheepmakershaven 44, Rotterdam,, tevens handelend onder den naam: „Kabathino's" (voor de exploitatie van orkesten, enz.). P. J. v. Kampenhout, Haarlemmerstraat 125, Leiden, winkelier, goud- en zilversmid. Vestiging filiaal: Haarlemmerstraat 127, Leiden, dd. 18 Nov. 1931 (winkel in uur werken). Mej; C. M. C. Best alhier is te Den Haag geslaagd voor het examen M. O. akte K 5 (hoogere wiskunde). De politie alhier heeft aangehouden zekeren H. A. H. C.. uit Haarlem, die we gens bedelarij veroordeeld was tot zes dagen hechtenisstraf. Hij is ter beschik king van den Officier van Justitie te 's- Gravenhage gesteld. Voorts heeft de politie onder verdenking van medeplichtigheid aan rijwieldiefstal in bewaring gesteld zekeren M. de G., al hier woonachtig. BINNENLAND. Bezoek bij Oegstgeest's burgemeester den heer Van Gerrevink. (3e Blad.). Begrooting van Justitie door de Tweede Kamer aangenomen. (Parlementair Over zicht, 4e en le Blad.). De brand te Vincennes; de dagelijksche leiding is volgens minister De Graaff in haar verplichtingen te kort geschoten. (4e Blad). De fraude te Woerden; de aangehouden boekhouder heeft bekend. (Gemengd, 2e Blad.). Juweelendieven tc Amsterdam aange houden. (Gemengd, 2e Blad.). BUITENLAND. Grandi's bezoek aan Amerika. (Buiten-, land en Tel., le Blad.). Het Chineesch-Japansche conflict in den Volkenbondsraad. (Buitenl. le Blad.). Vonnis tegen ex-koning Alfonso. (Tel., le Blad.). De Engelsche anti-dumpingswet door het, Lagerhuis aanvaard. (Buitenland, le BI.). Zondag 29 November a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de conducteur bestuurder W. Gast, dienstdoende op de lijn Leiden Wassenaar Den Haag bij de Haagsche Tramweg-Maatschappij in dienst trad. Gisteravond omstreeks 7 uur is de 33-jarige mej. J. v. d. B., toen zij nabij de halte Posthof op den Rijnsburgerweg uit een rijdende tram wilde springen, gevallen en heeft daarbij een hersenschudding, een fractuur van het linkersleutelbeen en ver scheidene ontvellingen bekomen. De E.H.D. vervoerde haar naar het Academisch Zie kenhuis. Naar wij vernemen zal het gebouwtje dat aan de opgeheven halte Zoeterwoude als station dienst gedaan heeft, verplaatst worden naar de Heerenstraat. Het zal ook dienst doen als seinhuis en telefo nisch met Leiden S.S. en Hazerswoude- Koudekerk verbonden worden. Tevens zal de overweg in verband met het drukkere verkeer naar de groente veiling eenigszins verbreed worden. MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST. Calvet-kwartet, Aan een lumineuze gedachte van het Toonkunstbestuur, verre van ons om die voor een op zichzelf staand verschijnsel aan te zien, danken we de kennismaking met een strijkkwartet uit Farijs van zoo allervoortreffelijkste samenstelling, dat we alvast beginnen met de namen van de vier ortisten, tegen het gebruik in. in alphabe- tische volgorde te noemen. Het zijn de heeren Cal vet, viool I, Guillevitch, viool II, Mas, violoncel, e^ Pascal, alt. Deze van die der partituur afwijkende volgorde lancee- ren we als een klein bezwaar tegen den naam van deze kwartetcombinatie. Wel is aan een naam niet zoo heel veel gelegen, maar hij is ook een teeken; en in zooverre is de verzamelnaam, die boven dit artikel staat afgedrukt, verwarringstichtend. Het ware strijkkwartet we hebben het nog steeds over de personen en niet over de compositiesoort, die met hetzelfde woord wordt aangeduid (wat nu juist niet op taalrijkdom bij ons wijst, maar elders is het riet beter gesteld) het ideale strijkkwartet kent geen in muzikale belangrijkheid ge grond privilege van den een, wie het ook zij, boven den ander. Het is de absolute éénheid. En omdat dit kwartet zooal niet volmaakt homogeen is het volmaakte is, gelukkig, niet van deze wereld het er dan toch zee- na aan grenst, is de naam van het ensemble, vereenzelvigd als die is met dien van een hunner, eigenlijk in strijd juist met datgene wat de roem is van het viertal. Virtuose bespelers van hun instru ment zijn ze allen en op het punt van sterk overtuigende muzikaliteit bestaan bij hen onderling minderen noch meerderen. Dat spreekt allemaal vanzelf in deze tijden van intensieve beoefening van het kwartetspel. En het is dan ook niet zoozeer daaraan dan wel aan hun onderlinge overeenstemming in persoonlijke geaardheid, die gelijkheid van opvatting van het uit te voeren werk mogelijk maakt en niet minder aan de zelfdiscipline van eiken speler, die tot geen andere subordinatie leidt dan die aan den geest an het kunstwerk te danken dat deze r-rijzenaais hun kwartet hebben kunr n opvoeren tot een graad van vol- ma'- dien we nauwelijks mogelijk zou den ben geacht Ondanks de tot het uitri r betrachte verfijningsmogelijkheid is de echte musiceergeest onaangetast ge bleven. Het spel heeft het jeugdig-frissche, het spontane behouden. Franschen zijn ze en hun Fransche zin voor duidelijkheid er>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1