St. Nicolaas
VERDAMPERS
LET OP
P. Hogendoorn
Zoon
J. VAN DER STOK
Waarschuwing
01T IS GOEDKOOP!
komt a.s. Zaterdag 21 Nov.
Doet reeds nu uwe inkoopen bij ons
Haarlemmerstraat
h. Donkerst. 2-4-6
VOOR CENTRALE VERWARMING f. 0.60
RatCenpIaag
Ie Maastricht
KUNST EN LETTEREN.
LAND- EN TUINBOUW.
VRAGENRUBRIEK.
CORRESPONDENTIE.
UIT DE BONTE WAERELD,
in hoogst EIGEN PERSOON met ZWARTE PIET
bij ons zijn intrek nemen
TAL VAN VERRASSINGEN EN FRAAIE CADEAUX 1
TE
HUUR:
COLLECTIE BOENDERMAKER.
Te Endegeest.
't Is jammer, dat de collectie Boender
maker, die over verschillende vertrekken
van het gebouwencomplex is verdeeld,
over 't algemeen niet gelukkiger hangt.
De gebouwen zijn nu eenmaal niet voor
tentoonstellingszalen opgericht. Zoo heb
ben de groote conversatiezaal en de to
renkamer van het kasteel wat weinig licht
en de eetzalen in broeder- en zusterhuis
voor sommige stukken ongunstig licht.
Dit alles neemt echter niet weg. dat we
dr. Jelgersma dankbaar mogen zijn, dat
hij ons in staat stelt met deze collectie,
uitsluitend moderne werken, kennis te
maken, en er onzen geest aan te verfris-
schen.
In de groote zaal van het kasteel tref
fen onmiddellijk de groote bloemstukken
van Piet van Wijngaard, vol en diep en
warm van kleur. Er is o.a. een stuk met
gemberpotten met roode bloemen, terwijl
een fel-oranje vrucht op de tafel ligt.
We zijn bij dergelijke werken heel ver
verwijderd van den trant van Verster,
doch het gloeiende coloriet heeft wel zijn
zeer bijzondere, soms magische werking.
Heel mooi is ook de kruik met onwezen
lijk groote, wit en rose get-eekende rho
dodendrons, meer mystieke droombloe-
men met hun wonderlijk uitbuigende
meeldraden dan bloemen der werkelijk
heid. Zoo vindt u, half weggescholen ach
ter een palm een werk met tulpen in
allerlei kleuren in een groene vaas. Hier
weer dezelfde charmeerende, gloeiende
kleurwerking.
Van Piet van Wijngaard zagen we in de
torenkamer nog een donker, broeierig
stilleven, dat ondanks het onvoldoende
licht toch in zijn diepen gloed tot ons
sprak. Daarboven hangt een donker berg
landschap van Colnot even zeer diep van
kleur.
Meer spraken evenwel in de groote zaal
tot ons de beide boschpartijen van Colnot,
beide visioenair in hooge mate. De ge
noemde modernen zijn meer hartstochte
lijk bewogen, dan aandachtige schilders,
die den tijd nemen. Zij wierpen hun visie
in krachtige toetsen op het doek en
tevens niet groote zekerheid.
De verfbehandeling van Colnot is nog
gedurfder en zwaarder dan die van Van
Wijngaard. Soms gebruikt- hij met forsche
rukken het tempermes: zie het bosch
gezicht bij het raam. Het andere werk:
een inkijk in een laan, waar de zon felle
flitsen door heen werpt, die elders weer
getemperd worden tot violette, groene en
bruine glansen, ls wel bijzonder frisch en
sterk van coloriet.
Van een meer aandachtig schilder zijn
de beide stukken ter weerszijden van den
schoorsteen in de groote zaal. Beide stil
levens, volkomen modern van kleurgevoel
en compositie, doen overigens in hun
factuur meer aan een oudere schilder
wijze denken.
Wie tegenover de moderne uitingen nog
wat onwennig staat, voelt zich bij deze
werken eerder thuis. Op het eerste stuk
ziet u een licht groen kruikje, dat superbe
is geschilderd met de donkerder glanzen
over de golvingen van de buik. Op den
achtergrond staat een kruikje met sen
droomende chrysant en er voor een
figuurtje. De sfeer van het geheel doet
eenigszins romantisch aan en even zoo
van het andere werk. Beide zijn zeer har
monisch van toon en warm van stem
ming.
Van Filarski hangen er eenige stukken
uit het Oosten en Zuiden: het heete zand
met witte paleizen en daarboven een fel
blauwe lucht. Alles suggereert klaarheid
en hitte.
Van denzelfde een grijs stadsgezicht
met op den voorgrond een monumentaal
gebouwde boogbrug. Dit alles is forsch en
krachtig opgezet.
In het Broederhuis vonden we van Fi
larski nog een kleurige impressie van
Montmartre, het felle rood van „Moulin
Rouge" en de schelle reclame affiches op
de gevels van bouwwerken.
De sfeer van dit Parijsche kwartier lijkt
ons hier wel uitnemend getroffen; doch
stemmiger, rustiger en op den duur voor
het oog weldadiger lijkt ons „Restaurant
te Parijs" van den zelfden schilder. In het
bijzonder werden we getroffen door een
stilleven met een bruinen kruik en vruch
ten, een werk dat geadeld wordt door een
weelde van diepe gloeiing en fijne
nuances. Een signatuur konden we op dit
'werk niet ontdekken.
In het Zusterhuis werden we vooral ge
boeid door een werk. waarop een pot met
cyclamen. Men lette er eens op, met welk
een aandacht de bruinroode bloempot, de
bloemen en het blad zijn geschilderd.
Wie de schilder is, durven we niet zoo on
middellijk zeggen, omdat we ons niet pre
cies herinneren, waar en wanneer we zijn
werk vroeger hebben gezien. Het is even
wel voortreffelijk.
In de werken van Toon Kelder, die ons
overigens met de vormen wat te radicaal
is, waardeeren we opnieuw dat diepe
omber en het magische grijs. Soms doet
hij denken aan Permeke, meer misschien
nog aan Wiegersma, die evenwel in zijn
vormgeving gedecideerder is.
In de werkkamer van dr. Jelgersma
vindt men ook nog een aantal werken en
heusch niet van de slechtste, waaronder
een paar krachtige teekeningen van figu
ren, die psychisch alles zeggen wat de
kunstenaar bedoelde.
Ook op „Rhijngeest" is nog een klein
deel der collectie. Ik heb niet alle namen
van de schilders genoemd, vergat o.a. Van
Rees met een goed sneeuwgezicht, doch
meen kort te moeten zijn.
Wie eenigszins den tijd heeft, verzuime
niet, de collectie in oogenschouw te ne
men. Hij kieze daarvoor uit het midden
van den dag met het volle licht en neme
den tijd, teneinde een totaal-indruk van
dit voor een deel zeer mooie moderne werk
in zich op te nemen.
CREMATIE LOUIS BOUWMEESTER Jr.
DE INVOER VAN DEENSCH VLEESCH.
Groote belangstelling.
Onder zeer groote belangstelling is gister- j
middag in het crematorium op Westerveld
te Velsen de verassching geschied van het
stoffelijk overschot van den heer L. F. J. j
Bouwmeester, directeur van Bouwmeestcr's j
Revuegezeischap.
Een groot aantal kransen en bloemstuk
ken was rondom het podium in het crema
torium gelegd. Vóór den stoet uit schreden
de leden van Bouwmeester's Revuegezel—
schap, die op het podium rondom de baar
met het stoffelijk overschot plaats namen.
Van de talrijke aanwezigen noemen wij
vele kunstbroeders en zusters, als Louis de
Vries, Henrietta Davids, Henri Morriën,.
Aug. Kiehl, El. van Praag, Piet Köhler, Pb.
Pinkhof (Rido), Kalman Knaack, R ka Da
vids. Bij de fami'ie bevonden zich mevrouw
Thee Mann—Bouwmeester en de heer en
mevrouw Theo Frenkel—Bouwmeester.
Verder waren er de heer Merckelbach, di
recteur van den Stadsschouwburg te Am-
Sterdam, dr. Meihuizen, intendant van het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
in Den Haag, Carel van Hees, directeur van
den Stadsschouwburg te Haarlem, Willy
Mullens, de b: kende filmoperat: ur, P. Mul
lens, directeur van liet Grand Theatre te
Amsterdam, Matthieu van Eysden uit Rot
terdam Max L. Blitz (Maloïtz), secretaris
der Nederl. Artiesten Organisatie, Huizinga,
directeur der Schouwburg-Mij. in Den Haag,
de kunstschilder Isaac Israëls, Hein Raven,
directeur van Het Zuid in Den Haag, de
heer en mevrouw Boskamp, Doet. C. Barn-
steyn ir. Den Haag en tal van anderen.
Het woord is gevoerd door Louis de
Vries namens het Ned. Tooneelverbond.
Aug. Kiehl namens de artisten van Frascati
te A'dam, mr. F. A. Kokosky als vriend
en raadsman van den overledene, Willy
Mullens als vriend, Elias van Praag namens
eenige der tooneelisten, de heer Huizinga
als directeur der Schouwburg Mij., mr.
A. Mont uit den Haag en tenslotte door
Sylvian Poons, een zwager van den over
ledene, de heer Poortvliet namens de afd.
'sGravenhage van de Nederlandsche Too-
neelkunstenaarsvereenioing, dr. A. IcLs uit
Den Haag, die memoreerde hoeveel de
overledene in stilte weldeed en den heer
S. D Lelieveld.
Daarna daalde de kist onder de tonen
van Trauergesang van M. Blummsr, waar
na de heer Sandbergen, schoonvader van
den overledene, voor de groote belangstel
ling heeft dank gezegd.
RESTAURATIE RAADHUIS VEERE.
H.M. de Koningin heeft de Restauratie
commissie voor het raadhuis te Veere, door
een belangrijke gift, van hare belangstel
ling in dit herstelwerk doen blijken.
J. F., te L. Als aan alle bepalingen
is voldaan, kunt u van dit optreden geen
nadeel meer ondervinden.
Abonné. Inderdaad moet u zich daar
mede wenden tot den Voogdijraad.
A. B. v. d. B. te Noordwijk. - Uw stuk is
zoodanig gesteld, dat wij daaraan geen
plaats kunnen verleenen.
Maatregelen overwogen tot beperking.
Op vragen var; den heer Braat betref
fende het nemen van maatregelen tot be
perking van den invoer van Deensch vee
nier te lande heeft de minister van arbeid,
handel en nijverheid, zulks in overleg met
den minister van binnenlandsche zaken,
geantwoord
Blijkens de Nederlandsche statistiek van
den m-, uit- en doorvoer werd in 1929 in
ons land uit Denemarken ingevoerd aan
versch rund- en kalfsvleesch 200 ton, in
1930: 11.038 ton, gedurende de eerste negen
maanden van het loopende jaar 9049 ton.
De uitvoer van vleesch uit Denemarken
wordt in dat land direct noch indirect
met regeeringsgeld gesteund.
De vleeschprijzen zijn in den loop der
laatste maanden aanmerkelijk gedaald en
het is niet twijfelachtig, dat de invoer van
het Deensche vleesch, hoewel deze niet
meer dan 10 pet. van het totale verbruik
aan rundvleesch hier te lande bedraagt,
daarop een belangrijken invloed heeft
uitgeoefend.
Aanwijzingen, dat de aanbiedingen van i
Deensch vleesch op de Nederlandsche
markt binnenkort beduidend zullen ver
minderen, acht ondergeteekende niet aan
wezig.
Het is den ondergeteekende bekend, dat
de huidige groote invoer van versch rund
vleesch ernstige ontevredenheid wekt in
de kringen der Nederlandsche veehouders.
Zooals bekend, is dezerzijds in overleg ge
treden met de Deensche regeering over de
vraag of het mogelijk zou zijn, dat van
Deensche zijde de uitvoer van vleesch naar
ons land kon worden beperkt. Deze stap
pen hebben niet tot het gewenschte resul
taat geleid.
Thans worden dezerzijds maatregelen
overwogen om den invoer van vleesch te
beperken. Indien het onlangs ingediende
invoer-contingeerings-wetsontwerp tot wet
wordt verheven, zal worden overwogen of
daarvan gebruik kan worden gemaakt om
den invoer van vleesch tijdelijk te be
perken.
o
BELGIË WIL DE INVOERRECHTEN
VERHOOGEN.
Uit Brussel wordt gemeld, dat de Opper
ste Economische Raad een regeeringsvoor-
stel heeft goedgekeurd, om de vooroorlog-
sche invoerrechten op boter en vleesch
met zeven te vermenigvuldigen.
Het Hbld. teekent hierbij aan, dat België
op het oogenblik nog de eenige zuivelmarkt
van beteekenis is, waar aan onzen export
geen noemenswaardige moeilijkheden in
den weg worden gelegd. Het invoerrecht
op boter bedraagt er slechts nog steeds,
evenals voor den oorlog, 20 francs, d.i. pl.m.
f. 1.40 per 100 K.G. De Belgische Boeren
bond dringt reeds langen tijd aan op ver
hooging der invoertarieven. Het door den
Economischen Raad thans goedgekeurde
regeeringsvoorstel houdt dus in, dat de
invoerrechten op goudbasis gebracht wor
den.
Wanneer deze regeling óók door de Bel
gische volksvertegenwoordiging wordt aan
genomen, zal het invoerrecht op boter, dat
thans 20 francs bedraagt, 150 francs, dat
is dus 10.50 worden en dat op vleesch 105
francs of wel f. 7.35 inplaats van 15 francs.
In de eerste negen maanden van het
loopende jaar heeft ons land 4 millioen
K.G. (van 26V2 millioen K.G. totaal) naar
België uitgevoerd, dat is dus pl.m. 15°/o.
Van onzen totalen varkensvleeschexport
(versch), betrok België 10 1/4 millioen Kg.
of ruim 40°/o, en van onzen rund- en
kalfsvleeschexport nam België bijna 3f/a
millioen K.G. af of wel meer dan de helft.
Ter vergelijking deelen wij nog mede dat
in Frankrijk een boterinvoerrecht wordt
geheven van f. 20 per 100 K.G., thans ge
paard gaande met een contingenteering,
terwijl Duitschland f. 30 heft. doch boven
dien onzen uitvoer bemoeilijkt door een
Devisenverordnung.
TUINWERK VOOR NOVEMBER.
De laatste bladeren zijn door den storm
wind afgerukt en her- en derwaarts ge-
voerd.
Zij, die vali een net aanzien van den
tuin houden, harken de bladeren bijeen,
zij, d^e wat natuur in den tuin willen
houden laten het blad liggen, daar waar
den wind het heen voert, hetgeen in een
tuin met veel boomen een mooiere aanblik
geefi dan een net opgeharkt terrein. Hier
dient op gewezen, dat de blaren een kost
baar materiaal zijn en verstandig doet die
vroeg of laat op te zamelen. Er is in een
tuin altijd behoefte aan bladaarde of com
post. Men moet het humusgehalte der grond
verboogen of op peil houden. Dit doet men
door al het blad in den tuin steeds te
verwerken. Heeft men ruimte dan hoopt
men het verzamelde blad op in een af
gelegen hoek, anders is er wel een heèster-
groep te vinden, waar het afval bijeenge
gaard kan worden en waar deze dan tot
voedsel dier struiken kan dienen. Aanbe
veling verdient zuinig er mee te zijn, vooral
in de stad, waar alle natuurmest duur
is. Verdorde blaren moeten een jaar oud
zijn, goed verteerd wel drie jaar oud zijn,
willen zij als compost kunnen dienst doen.
De verrotting moet worden bevorderd, dooi
de bladhoop, van tijd tot tijd om te
werken.
Een andere werkzaamheid bestaat uit het
omspitten en bemesten van clen in den
moestuin vrijgekomen grond. Dit is vooral
op zware gronden van beteekenis, maar
ook lichte ep dikwijls sterk vervuilde gron
den moeten voor den winter worden om
gespit. Bij het omspitten kan, op indertijd
goed bewerkten grond, met een spade
diepte worden worden volstaan. Men legt
daarbij den grond in groote kluiten om,
zoodat weer en wind en later vorst op
een zoo groot mogelijke oppervlakte zijn
uitzurende be we r. ing kan doen gelden. In
hel voorjaar kan dan met een ondiepere
bewerking worden volstaan.
Wij kunnen planten en verplanten.
Ook het snoeien kan ter hand worden
genomen, de z g. wintersnoei. Appels en
peren, bessen en de sterk groeiende bloem-
heesters, zooals Deutzia, Phi'ade'p' us, enz.
Do aandacht moet ook worden gevestigd
op het behandelen van zieke boomen. Bij
onze fijne vruchtboomen vooral appelen
en perziken komt het z.g. „kanker" veel
vcor, dikwijls gevolgd door blo:d'uis. Het
is de meest ernstige ziekt?, waarvan de
juists b" strijding nog niet b kend is. Veel
is echter te voorkomen door de ziek? tak
ken met het snoeimes te verwijderen of
af te zagen en waar dit de boom zou
schaden de zieke plekken voor den ko
menden wintsr te behandelen met „boui ie
bordelaise", Ook wel de kankerplekken in
smeren met 50. pet. oplossing carbolineupi.
Zoodra de boomen zijn gesnoeid wordt
bemesting toegepast, hetgeen niet mag wor
den vergeten want anders heeft men het
zich zelfte verwijten ,als de boomen
wéinig of kleine vruchten dragen. Alleen
bij boomen, die nog niet dragen, moet
men met bemesten voorzichtig zijn, opdat
men niet oorzaak worde, dat de boomen
te lang doorgroeien en dus te laat aan
het bloeien en dragen raken.
Overvloed van mest kan ook schaden,
want mest bevordert groei, doch als do
groei te veel wordt bevorderd, gaat dit
weer ten koste van de bloei. Houdt den
gulden middenmaat, laat u zoo noodig
voorlichten. Krachtig groeiende boomen
geeft men beter geen versche mest, maar
oude mest én als men een hoeveelheid
van 500 K G. per Are niet te boven gaai
geeft men niet te veel
Wil men kunstmest geven, dan neemt
men 4—6 K.G. chilisalpeter en 8—10 K.G.
patent kali en 8 K.G. superphosphaat per
Are. Bijna alle gronden hebben om de vier
of vijf jaar een kalkbemesting noodig.
Deze gift bestaat uit 35 K.G. kalk of
50 K.G. kalkmergel per Are.
Op zanderige gronden, waar men op
behoud van het weinige humus moet wer
ken, is kalkmergel ontegenzeggelijk beter
dan kalk. Maar kalkbemesting in het al
gemeen i s geenszins overbodig. In de
laatste jaren is bij onderzoek naar den
zuurgraad van den bodem gebleken, dat ook
zandgronden zuurder zijn dan men tot
kort te voren aannam.
Hebt u Stamrozen in den tuin buigt
ze voorzichtig om en legt ze onder den
giond. Het is goed de stammen, voor
zoover deze niet onder den grond kunnen
komen, te omgeven met sparrengroen of
iets dergelijks. Men kan ook de rozen
omhoog laten staan en haar kronen in
pakken in stroo, sparregroen of brem-
takken. Deze bedekking dient om de rozen
te beschutten tegen ij zei en in het voorjaar
tegen beurtelings bevriezen en ontdooien,
alsmede tegen rimpeling door te sterke
uitdroging.
Struik- en klimrozen dekke men aan den
voet door een laag turfstrooisel of aarde.
Waar de rozen in perken ruim staan, kun
nen zij worden aangeaard, maar het een
voudigst is aarde, turfstrooisel aan te
voeren. Sommige verkiezen dit aan ge
voerde materiaal niet te verwijderen,
waardoor de rozen dieper komen te staan
en als gevolg hiervan boven de vsrede-
lingsplaats wortel schieten. In ieder geval
mag de beschutting niet eerder dan in het
voorjaar worden weggehaald.
Aardbeien worden bedekt met ruige mest,
die het voordeel heeft, voedsel aan te
brengen en hiervan blijft in bet voorjaar een
laagje schoon stroo liggen, waarmee do
vruchten zijn beschermd tegen opspattende
aarde bij regen.
De groenten in den tuin hebben niet
veel zorg noodig. Pluk de spruitkool, d*0
onderaanzittende losse spruiten af, opdat
zij -geen belemmering zullen zijn voor do
vorming van vaste spruitjes hoogerop aan
de planten.
En tenslotte controleer voortdurend den
opgeslagen wintervoorraad, hetzij aard
appelen, uien, kool, appelen of peren
opdat geen zieke, of rottende exemplaren
onontdekt blijven, die de andere kunnen
aantasten.
VOOR KLEINE TUINEN.
Het bewaren van planten in koude bakken.
Nu we het winterseizoen weer zijn in
gegaan vragen onze bakken onze bij
zondere aandacht. Wel gebruiken we
deze bakken den geheelen zomer voor het
zaaien, stekken en opkweeken van tal
van planten en teelen we er gewassen in
welke ook in den zomer beschutting be
hoeven, maar nu dienen deze bakken
tal van planten als schuilplaats tegen
winterkoude en overmatig vocht. Daar
stookbakken wel niet in kleine particu
liere tuinen zullen voorkomen, kunnen
we hier volstaan met de bespreking van
koude bakken. Al naar gelang dë soort
van planten welke er in zijn onder
gebracht zullen we deze bakken door
dekken en omkisting geheel of eenigs
zins vorstvrij moeten houden. Geheel
vorstvrij houden we de bakken waarin
stekplanten van Margrieten Chiwsan-
themum frutescens, Calceolaria, Gazania
splendens, Fuchsia, Gnaphalium e. a.,
zijn geplaatst. Ook Geranium Polar-
gonium, kan men met eenige zorg wel
in deze bakken overwinteren. Men moet
ze dan vooral goed droog houden en op
een laagje fijne droge koolasch of turf
molm plaatsen. Bij gunstig weer moeten
deze bakken worden gelucht; ook moeten
alle rottende plantendeelen steeds tijdig
worden weggenomen. Bij dreigende
nachtvorst dekken we deze bakken al
tijdig in den namiddag opdat we zoo
veel mogelijk warmte opsluiten. Bij
strenge vorst gebruiken we een of meer
lagen stroomatten welke met een riet
mat worden afgedekt, opdat het stroo
droog blijft. Als het weer het toelaat
verwijderen we het dekmateriaal al spoe
dig opdat de planten zooveel moge
lijk licht kunnen ontvangen. Nu zijn er
ook plantensoorten welke wel niet geheel
winterhard zijn, maar toch ook niet be
paald vorstvrij gehouden behoeven te
worden. Deze plaatsen we in een bak
welke bij strenge vorst met een rietmat,
en bij lichte vorst in het geheel niet
gedekt wordt. Hierin overwinteren o.a.
Campanula medium, Helianthus sparsi-
folius, de volle grondsoorten van
Chrysanthemum indicum, de in Augustus
gezaaide of gestekte Antirrhinum,
Penstemon of Silene, eenjarige viooltjes
enz. In een zachte winter zullen ver
schillende dezer soorten er wel door
komen, maar daar kumien we het niet op
aan laten komen. Vooral deze bakkea
moeten ook flink worden gelucht opdat
de planten niet of weinig groeien zulleo
en krachtig blijven. Plaats vooral alle
planten dicht aan het glas opdat ze zoo
veel mogelijk licht «kunnen ontvangen.
KIPLING WORDT BEKEKEN.
De bekende Engelsche schrijver Rudyard
Kipling (geb. 1865), wiens boeiende ver
tellingen uit het Indische leven ook in
Nederland veel worden gelezen en ge
waardeerd, werd kort geleden in zijn
woning te Sussex, door eigenaardige be
zoekers „bekeken".
Inderdaad slechts voor een oogenblik en
verder niets, zooals de dichter in een En-
gelsch tijdschrift meedeelt.
Hij zat op een morgen, aan zijn schrijf
tafel, toen plotseling, de deur met grooi
lawaai werd geopend. Een groote hanc
schoof den huisknecht energiek opzij er
een geweldig groote Amerikaan versóheei
met zijn tv/ee jongens op den drempel.
Bent U meneer Kipling? vroeg
den heer des huizes. Toen Kipling me'
een bevestigend hoofdknikje had geant-
woord, richtte de Amerikaan zich tot zijr
twee zoons en zeide met den lach var
een overwinnend veldheer: Nou, nu hel
je hem in levende lijve gezien.
Toen riep de Amerikaan den verbouwe-
reerden dichter een „Good By" toe ei
verdween, zonder dat hij ook maar naai
het welzijn van den schrijver vroeg....
Linoleum. 2 II. br.
2.45-2.20-1.95
Vloerzeil en
Vocaleum enz.
1.19- 1.09-88 c.
Tafelzeilen m. rand
2.50-1.95-1.75
Wasdoek, extra br.
85 0.-65 c.-55c.
Kachelzeilen
1.00-55 C.-39C.
1.79
8163
79 c.
1.25
39 c.
27H c.
Haarl straat 150—154
U kent onze sorteering en ENORM VERLAAGDE PRIJZEN, terwijl reeds thans bij aankoop
vanaf EEN GULOEN U een bon ontvangt voor bezoek met uwe kinderen aan St. NICOLAAS
deelt de GOEDE SINT uit. Zorgt dat ook Uwe kinderen bij de GELUKKIGEN zijn
Telefoon 695
OPGERICHT 1875
Haarlemmerstraat 135-137 - Telef. 31'
15reestraat 152 - Telef. 103
8170 Brecstraat 155 - Telef. 1823
In Febr. 1930 werden de Maas
trichtenaars door een rattenplaag
bezocht en een drogist ter plaatse
verkocht toen zeer veel Rodent
Van twee gebruikers zond hij
ons attesten. zoowel de Heer
M. Drummen, grossier in kolo
niale waren, alseen Zeepfabrikant
verklaarden vol lof. dat zij met
één doosje Rodent de ratten en
muizen finaal hadden uitgeroeid.
In tal van pakhuizen, waar levens
middelen liggen opgeslagen,
richten ratten en muizen onbe
rekenbare schade aan. Laat U
niet langer door dit ongedierte
benadeelen. - koop nog heden
een enkele doos Rodent è50ct
of een dubbele doos J 90 cl
Geen rat of muls kan aan de
aantrekkingskracht van Rodent
ontkomen Import Firma B.
Melndersma Den Haag. P 37
7772
KANTOORLOKALEN
met WOONHUIS
gelegen Turfmarkt t
zeer geschikt voor Bank
Dokter of geheel 3-1
Woonhuis. Te
Fa. I. ZAND.V00RT,
Oude Vest 55.
Ge
geld of goederen
geven aan mijn gewezen
ilk
Huk
vrouzv, daar dit door mij/1
wordt betaald.
J. ELY ZEN
Vreewijkstraat 13 -
4-1