St. Nicolaas VERDAMPERS LET OP P. Hogendoorn Zoon J. VAN DER STOK Waarschuwing 01T IS GOEDKOOP! komt a.s. Zaterdag 21 Nov. Doet reeds nu uwe inkoopen bij ons Haarlemmerstraat h. Donkerst. 2-4-6 VOOR CENTRALE VERWARMING f. 0.60 RatCenpIaag Ie Maastricht KUNST EN LETTEREN. LAND- EN TUINBOUW. VRAGENRUBRIEK. CORRESPONDENTIE. UIT DE BONTE WAERELD, in hoogst EIGEN PERSOON met ZWARTE PIET bij ons zijn intrek nemen TAL VAN VERRASSINGEN EN FRAAIE CADEAUX 1 TE HUUR: COLLECTIE BOENDERMAKER. Te Endegeest. 't Is jammer, dat de collectie Boender maker, die over verschillende vertrekken van het gebouwencomplex is verdeeld, over 't algemeen niet gelukkiger hangt. De gebouwen zijn nu eenmaal niet voor tentoonstellingszalen opgericht. Zoo heb ben de groote conversatiezaal en de to renkamer van het kasteel wat weinig licht en de eetzalen in broeder- en zusterhuis voor sommige stukken ongunstig licht. Dit alles neemt echter niet weg. dat we dr. Jelgersma dankbaar mogen zijn, dat hij ons in staat stelt met deze collectie, uitsluitend moderne werken, kennis te maken, en er onzen geest aan te verfris- schen. In de groote zaal van het kasteel tref fen onmiddellijk de groote bloemstukken van Piet van Wijngaard, vol en diep en warm van kleur. Er is o.a. een stuk met gemberpotten met roode bloemen, terwijl een fel-oranje vrucht op de tafel ligt. We zijn bij dergelijke werken heel ver verwijderd van den trant van Verster, doch het gloeiende coloriet heeft wel zijn zeer bijzondere, soms magische werking. Heel mooi is ook de kruik met onwezen lijk groote, wit en rose get-eekende rho dodendrons, meer mystieke droombloe- men met hun wonderlijk uitbuigende meeldraden dan bloemen der werkelijk heid. Zoo vindt u, half weggescholen ach ter een palm een werk met tulpen in allerlei kleuren in een groene vaas. Hier weer dezelfde charmeerende, gloeiende kleurwerking. Van Piet van Wijngaard zagen we in de torenkamer nog een donker, broeierig stilleven, dat ondanks het onvoldoende licht toch in zijn diepen gloed tot ons sprak. Daarboven hangt een donker berg landschap van Colnot even zeer diep van kleur. Meer spraken evenwel in de groote zaal tot ons de beide boschpartijen van Colnot, beide visioenair in hooge mate. De ge noemde modernen zijn meer hartstochte lijk bewogen, dan aandachtige schilders, die den tijd nemen. Zij wierpen hun visie in krachtige toetsen op het doek en tevens niet groote zekerheid. De verfbehandeling van Colnot is nog gedurfder en zwaarder dan die van Van Wijngaard. Soms gebruikt- hij met forsche rukken het tempermes: zie het bosch gezicht bij het raam. Het andere werk: een inkijk in een laan, waar de zon felle flitsen door heen werpt, die elders weer getemperd worden tot violette, groene en bruine glansen, ls wel bijzonder frisch en sterk van coloriet. Van een meer aandachtig schilder zijn de beide stukken ter weerszijden van den schoorsteen in de groote zaal. Beide stil levens, volkomen modern van kleurgevoel en compositie, doen overigens in hun factuur meer aan een oudere schilder wijze denken. Wie tegenover de moderne uitingen nog wat onwennig staat, voelt zich bij deze werken eerder thuis. Op het eerste stuk ziet u een licht groen kruikje, dat superbe is geschilderd met de donkerder glanzen over de golvingen van de buik. Op den achtergrond staat een kruikje met sen droomende chrysant en er voor een figuurtje. De sfeer van het geheel doet eenigszins romantisch aan en even zoo van het andere werk. Beide zijn zeer har monisch van toon en warm van stem ming. Van Filarski hangen er eenige stukken uit het Oosten en Zuiden: het heete zand met witte paleizen en daarboven een fel blauwe lucht. Alles suggereert klaarheid en hitte. Van denzelfde een grijs stadsgezicht met op den voorgrond een monumentaal gebouwde boogbrug. Dit alles is forsch en krachtig opgezet. In het Broederhuis vonden we van Fi larski nog een kleurige impressie van Montmartre, het felle rood van „Moulin Rouge" en de schelle reclame affiches op de gevels van bouwwerken. De sfeer van dit Parijsche kwartier lijkt ons hier wel uitnemend getroffen; doch stemmiger, rustiger en op den duur voor het oog weldadiger lijkt ons „Restaurant te Parijs" van den zelfden schilder. In het bijzonder werden we getroffen door een stilleven met een bruinen kruik en vruch ten, een werk dat geadeld wordt door een weelde van diepe gloeiing en fijne nuances. Een signatuur konden we op dit 'werk niet ontdekken. In het Zusterhuis werden we vooral ge boeid door een werk. waarop een pot met cyclamen. Men lette er eens op, met welk een aandacht de bruinroode bloempot, de bloemen en het blad zijn geschilderd. Wie de schilder is, durven we niet zoo on middellijk zeggen, omdat we ons niet pre cies herinneren, waar en wanneer we zijn werk vroeger hebben gezien. Het is even wel voortreffelijk. In de werken van Toon Kelder, die ons overigens met de vormen wat te radicaal is, waardeeren we opnieuw dat diepe omber en het magische grijs. Soms doet hij denken aan Permeke, meer misschien nog aan Wiegersma, die evenwel in zijn vormgeving gedecideerder is. In de werkkamer van dr. Jelgersma vindt men ook nog een aantal werken en heusch niet van de slechtste, waaronder een paar krachtige teekeningen van figu ren, die psychisch alles zeggen wat de kunstenaar bedoelde. Ook op „Rhijngeest" is nog een klein deel der collectie. Ik heb niet alle namen van de schilders genoemd, vergat o.a. Van Rees met een goed sneeuwgezicht, doch meen kort te moeten zijn. Wie eenigszins den tijd heeft, verzuime niet, de collectie in oogenschouw te ne men. Hij kieze daarvoor uit het midden van den dag met het volle licht en neme den tijd, teneinde een totaal-indruk van dit voor een deel zeer mooie moderne werk in zich op te nemen. CREMATIE LOUIS BOUWMEESTER Jr. DE INVOER VAN DEENSCH VLEESCH. Groote belangstelling. Onder zeer groote belangstelling is gister- j middag in het crematorium op Westerveld te Velsen de verassching geschied van het stoffelijk overschot van den heer L. F. J. j Bouwmeester, directeur van Bouwmeestcr's j Revuegezeischap. Een groot aantal kransen en bloemstuk ken was rondom het podium in het crema torium gelegd. Vóór den stoet uit schreden de leden van Bouwmeester's Revuegezel— schap, die op het podium rondom de baar met het stoffelijk overschot plaats namen. Van de talrijke aanwezigen noemen wij vele kunstbroeders en zusters, als Louis de Vries, Henrietta Davids, Henri Morriën,. Aug. Kiehl, El. van Praag, Piet Köhler, Pb. Pinkhof (Rido), Kalman Knaack, R ka Da vids. Bij de fami'ie bevonden zich mevrouw Thee Mann—Bouwmeester en de heer en mevrouw Theo Frenkel—Bouwmeester. Verder waren er de heer Merckelbach, di recteur van den Stadsschouwburg te Am- Sterdam, dr. Meihuizen, intendant van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag, Carel van Hees, directeur van den Stadsschouwburg te Haarlem, Willy Mullens, de b: kende filmoperat: ur, P. Mul lens, directeur van liet Grand Theatre te Amsterdam, Matthieu van Eysden uit Rot terdam Max L. Blitz (Maloïtz), secretaris der Nederl. Artiesten Organisatie, Huizinga, directeur der Schouwburg-Mij. in Den Haag, de kunstschilder Isaac Israëls, Hein Raven, directeur van Het Zuid in Den Haag, de heer en mevrouw Boskamp, Doet. C. Barn- steyn ir. Den Haag en tal van anderen. Het woord is gevoerd door Louis de Vries namens het Ned. Tooneelverbond. Aug. Kiehl namens de artisten van Frascati te A'dam, mr. F. A. Kokosky als vriend en raadsman van den overledene, Willy Mullens als vriend, Elias van Praag namens eenige der tooneelisten, de heer Huizinga als directeur der Schouwburg Mij., mr. A. Mont uit den Haag en tenslotte door Sylvian Poons, een zwager van den over ledene, de heer Poortvliet namens de afd. 'sGravenhage van de Nederlandsche Too- neelkunstenaarsvereenioing, dr. A. IcLs uit Den Haag, die memoreerde hoeveel de overledene in stilte weldeed en den heer S. D Lelieveld. Daarna daalde de kist onder de tonen van Trauergesang van M. Blummsr, waar na de heer Sandbergen, schoonvader van den overledene, voor de groote belangstel ling heeft dank gezegd. RESTAURATIE RAADHUIS VEERE. H.M. de Koningin heeft de Restauratie commissie voor het raadhuis te Veere, door een belangrijke gift, van hare belangstel ling in dit herstelwerk doen blijken. J. F., te L. Als aan alle bepalingen is voldaan, kunt u van dit optreden geen nadeel meer ondervinden. Abonné. Inderdaad moet u zich daar mede wenden tot den Voogdijraad. A. B. v. d. B. te Noordwijk. - Uw stuk is zoodanig gesteld, dat wij daaraan geen plaats kunnen verleenen. Maatregelen overwogen tot beperking. Op vragen var; den heer Braat betref fende het nemen van maatregelen tot be perking van den invoer van Deensch vee nier te lande heeft de minister van arbeid, handel en nijverheid, zulks in overleg met den minister van binnenlandsche zaken, geantwoord Blijkens de Nederlandsche statistiek van den m-, uit- en doorvoer werd in 1929 in ons land uit Denemarken ingevoerd aan versch rund- en kalfsvleesch 200 ton, in 1930: 11.038 ton, gedurende de eerste negen maanden van het loopende jaar 9049 ton. De uitvoer van vleesch uit Denemarken wordt in dat land direct noch indirect met regeeringsgeld gesteund. De vleeschprijzen zijn in den loop der laatste maanden aanmerkelijk gedaald en het is niet twijfelachtig, dat de invoer van het Deensche vleesch, hoewel deze niet meer dan 10 pet. van het totale verbruik aan rundvleesch hier te lande bedraagt, daarop een belangrijken invloed heeft uitgeoefend. Aanwijzingen, dat de aanbiedingen van i Deensch vleesch op de Nederlandsche markt binnenkort beduidend zullen ver minderen, acht ondergeteekende niet aan wezig. Het is den ondergeteekende bekend, dat de huidige groote invoer van versch rund vleesch ernstige ontevredenheid wekt in de kringen der Nederlandsche veehouders. Zooals bekend, is dezerzijds in overleg ge treden met de Deensche regeering over de vraag of het mogelijk zou zijn, dat van Deensche zijde de uitvoer van vleesch naar ons land kon worden beperkt. Deze stap pen hebben niet tot het gewenschte resul taat geleid. Thans worden dezerzijds maatregelen overwogen om den invoer van vleesch te beperken. Indien het onlangs ingediende invoer-contingeerings-wetsontwerp tot wet wordt verheven, zal worden overwogen of daarvan gebruik kan worden gemaakt om den invoer van vleesch tijdelijk te be perken. o BELGIË WIL DE INVOERRECHTEN VERHOOGEN. Uit Brussel wordt gemeld, dat de Opper ste Economische Raad een regeeringsvoor- stel heeft goedgekeurd, om de vooroorlog- sche invoerrechten op boter en vleesch met zeven te vermenigvuldigen. Het Hbld. teekent hierbij aan, dat België op het oogenblik nog de eenige zuivelmarkt van beteekenis is, waar aan onzen export geen noemenswaardige moeilijkheden in den weg worden gelegd. Het invoerrecht op boter bedraagt er slechts nog steeds, evenals voor den oorlog, 20 francs, d.i. pl.m. f. 1.40 per 100 K.G. De Belgische Boeren bond dringt reeds langen tijd aan op ver hooging der invoertarieven. Het door den Economischen Raad thans goedgekeurde regeeringsvoorstel houdt dus in, dat de invoerrechten op goudbasis gebracht wor den. Wanneer deze regeling óók door de Bel gische volksvertegenwoordiging wordt aan genomen, zal het invoerrecht op boter, dat thans 20 francs bedraagt, 150 francs, dat is dus 10.50 worden en dat op vleesch 105 francs of wel f. 7.35 inplaats van 15 francs. In de eerste negen maanden van het loopende jaar heeft ons land 4 millioen K.G. (van 26V2 millioen K.G. totaal) naar België uitgevoerd, dat is dus pl.m. 15°/o. Van onzen totalen varkensvleeschexport (versch), betrok België 10 1/4 millioen Kg. of ruim 40°/o, en van onzen rund- en kalfsvleeschexport nam België bijna 3f/a millioen K.G. af of wel meer dan de helft. Ter vergelijking deelen wij nog mede dat in Frankrijk een boterinvoerrecht wordt geheven van f. 20 per 100 K.G., thans ge paard gaande met een contingenteering, terwijl Duitschland f. 30 heft. doch boven dien onzen uitvoer bemoeilijkt door een Devisenverordnung. TUINWERK VOOR NOVEMBER. De laatste bladeren zijn door den storm wind afgerukt en her- en derwaarts ge- voerd. Zij, die vali een net aanzien van den tuin houden, harken de bladeren bijeen, zij, d^e wat natuur in den tuin willen houden laten het blad liggen, daar waar den wind het heen voert, hetgeen in een tuin met veel boomen een mooiere aanblik geefi dan een net opgeharkt terrein. Hier dient op gewezen, dat de blaren een kost baar materiaal zijn en verstandig doet die vroeg of laat op te zamelen. Er is in een tuin altijd behoefte aan bladaarde of com post. Men moet het humusgehalte der grond verboogen of op peil houden. Dit doet men door al het blad in den tuin steeds te verwerken. Heeft men ruimte dan hoopt men het verzamelde blad op in een af gelegen hoek, anders is er wel een heèster- groep te vinden, waar het afval bijeenge gaard kan worden en waar deze dan tot voedsel dier struiken kan dienen. Aanbe veling verdient zuinig er mee te zijn, vooral in de stad, waar alle natuurmest duur is. Verdorde blaren moeten een jaar oud zijn, goed verteerd wel drie jaar oud zijn, willen zij als compost kunnen dienst doen. De verrotting moet worden bevorderd, dooi de bladhoop, van tijd tot tijd om te werken. Een andere werkzaamheid bestaat uit het omspitten en bemesten van clen in den moestuin vrijgekomen grond. Dit is vooral op zware gronden van beteekenis, maar ook lichte ep dikwijls sterk vervuilde gron den moeten voor den winter worden om gespit. Bij het omspitten kan, op indertijd goed bewerkten grond, met een spade diepte worden worden volstaan. Men legt daarbij den grond in groote kluiten om, zoodat weer en wind en later vorst op een zoo groot mogelijke oppervlakte zijn uitzurende be we r. ing kan doen gelden. In hel voorjaar kan dan met een ondiepere bewerking worden volstaan. Wij kunnen planten en verplanten. Ook het snoeien kan ter hand worden genomen, de z g. wintersnoei. Appels en peren, bessen en de sterk groeiende bloem- heesters, zooals Deutzia, Phi'ade'p' us, enz. Do aandacht moet ook worden gevestigd op het behandelen van zieke boomen. Bij onze fijne vruchtboomen vooral appelen en perziken komt het z.g. „kanker" veel vcor, dikwijls gevolgd door blo:d'uis. Het is de meest ernstige ziekt?, waarvan de juists b" strijding nog niet b kend is. Veel is echter te voorkomen door de ziek? tak ken met het snoeimes te verwijderen of af te zagen en waar dit de boom zou schaden de zieke plekken voor den ko menden wintsr te behandelen met „boui ie bordelaise", Ook wel de kankerplekken in smeren met 50. pet. oplossing carbolineupi. Zoodra de boomen zijn gesnoeid wordt bemesting toegepast, hetgeen niet mag wor den vergeten want anders heeft men het zich zelfte verwijten ,als de boomen wéinig of kleine vruchten dragen. Alleen bij boomen, die nog niet dragen, moet men met bemesten voorzichtig zijn, opdat men niet oorzaak worde, dat de boomen te lang doorgroeien en dus te laat aan het bloeien en dragen raken. Overvloed van mest kan ook schaden, want mest bevordert groei, doch als do groei te veel wordt bevorderd, gaat dit weer ten koste van de bloei. Houdt den gulden middenmaat, laat u zoo noodig voorlichten. Krachtig groeiende boomen geeft men beter geen versche mest, maar oude mest én als men een hoeveelheid van 500 K G. per Are niet te boven gaai geeft men niet te veel Wil men kunstmest geven, dan neemt men 4—6 K.G. chilisalpeter en 8—10 K.G. patent kali en 8 K.G. superphosphaat per Are. Bijna alle gronden hebben om de vier of vijf jaar een kalkbemesting noodig. Deze gift bestaat uit 35 K.G. kalk of 50 K.G. kalkmergel per Are. Op zanderige gronden, waar men op behoud van het weinige humus moet wer ken, is kalkmergel ontegenzeggelijk beter dan kalk. Maar kalkbemesting in het al gemeen i s geenszins overbodig. In de laatste jaren is bij onderzoek naar den zuurgraad van den bodem gebleken, dat ook zandgronden zuurder zijn dan men tot kort te voren aannam. Hebt u Stamrozen in den tuin buigt ze voorzichtig om en legt ze onder den giond. Het is goed de stammen, voor zoover deze niet onder den grond kunnen komen, te omgeven met sparrengroen of iets dergelijks. Men kan ook de rozen omhoog laten staan en haar kronen in pakken in stroo, sparregroen of brem- takken. Deze bedekking dient om de rozen te beschutten tegen ij zei en in het voorjaar tegen beurtelings bevriezen en ontdooien, alsmede tegen rimpeling door te sterke uitdroging. Struik- en klimrozen dekke men aan den voet door een laag turfstrooisel of aarde. Waar de rozen in perken ruim staan, kun nen zij worden aangeaard, maar het een voudigst is aarde, turfstrooisel aan te voeren. Sommige verkiezen dit aan ge voerde materiaal niet te verwijderen, waardoor de rozen dieper komen te staan en als gevolg hiervan boven de vsrede- lingsplaats wortel schieten. In ieder geval mag de beschutting niet eerder dan in het voorjaar worden weggehaald. Aardbeien worden bedekt met ruige mest, die het voordeel heeft, voedsel aan te brengen en hiervan blijft in bet voorjaar een laagje schoon stroo liggen, waarmee do vruchten zijn beschermd tegen opspattende aarde bij regen. De groenten in den tuin hebben niet veel zorg noodig. Pluk de spruitkool, d*0 onderaanzittende losse spruiten af, opdat zij -geen belemmering zullen zijn voor do vorming van vaste spruitjes hoogerop aan de planten. En tenslotte controleer voortdurend den opgeslagen wintervoorraad, hetzij aard appelen, uien, kool, appelen of peren opdat geen zieke, of rottende exemplaren onontdekt blijven, die de andere kunnen aantasten. VOOR KLEINE TUINEN. Het bewaren van planten in koude bakken. Nu we het winterseizoen weer zijn in gegaan vragen onze bakken onze bij zondere aandacht. Wel gebruiken we deze bakken den geheelen zomer voor het zaaien, stekken en opkweeken van tal van planten en teelen we er gewassen in welke ook in den zomer beschutting be hoeven, maar nu dienen deze bakken tal van planten als schuilplaats tegen winterkoude en overmatig vocht. Daar stookbakken wel niet in kleine particu liere tuinen zullen voorkomen, kunnen we hier volstaan met de bespreking van koude bakken. Al naar gelang dë soort van planten welke er in zijn onder gebracht zullen we deze bakken door dekken en omkisting geheel of eenigs zins vorstvrij moeten houden. Geheel vorstvrij houden we de bakken waarin stekplanten van Margrieten Chiwsan- themum frutescens, Calceolaria, Gazania splendens, Fuchsia, Gnaphalium e. a., zijn geplaatst. Ook Geranium Polar- gonium, kan men met eenige zorg wel in deze bakken overwinteren. Men moet ze dan vooral goed droog houden en op een laagje fijne droge koolasch of turf molm plaatsen. Bij gunstig weer moeten deze bakken worden gelucht; ook moeten alle rottende plantendeelen steeds tijdig worden weggenomen. Bij dreigende nachtvorst dekken we deze bakken al tijdig in den namiddag opdat we zoo veel mogelijk warmte opsluiten. Bij strenge vorst gebruiken we een of meer lagen stroomatten welke met een riet mat worden afgedekt, opdat het stroo droog blijft. Als het weer het toelaat verwijderen we het dekmateriaal al spoe dig opdat de planten zooveel moge lijk licht kunnen ontvangen. Nu zijn er ook plantensoorten welke wel niet geheel winterhard zijn, maar toch ook niet be paald vorstvrij gehouden behoeven te worden. Deze plaatsen we in een bak welke bij strenge vorst met een rietmat, en bij lichte vorst in het geheel niet gedekt wordt. Hierin overwinteren o.a. Campanula medium, Helianthus sparsi- folius, de volle grondsoorten van Chrysanthemum indicum, de in Augustus gezaaide of gestekte Antirrhinum, Penstemon of Silene, eenjarige viooltjes enz. In een zachte winter zullen ver schillende dezer soorten er wel door komen, maar daar kumien we het niet op aan laten komen. Vooral deze bakkea moeten ook flink worden gelucht opdat de planten niet of weinig groeien zulleo en krachtig blijven. Plaats vooral alle planten dicht aan het glas opdat ze zoo veel mogelijk licht «kunnen ontvangen. KIPLING WORDT BEKEKEN. De bekende Engelsche schrijver Rudyard Kipling (geb. 1865), wiens boeiende ver tellingen uit het Indische leven ook in Nederland veel worden gelezen en ge waardeerd, werd kort geleden in zijn woning te Sussex, door eigenaardige be zoekers „bekeken". Inderdaad slechts voor een oogenblik en verder niets, zooals de dichter in een En- gelsch tijdschrift meedeelt. Hij zat op een morgen, aan zijn schrijf tafel, toen plotseling, de deur met grooi lawaai werd geopend. Een groote hanc schoof den huisknecht energiek opzij er een geweldig groote Amerikaan versóheei met zijn tv/ee jongens op den drempel. Bent U meneer Kipling? vroeg den heer des huizes. Toen Kipling me' een bevestigend hoofdknikje had geant- woord, richtte de Amerikaan zich tot zijr twee zoons en zeide met den lach var een overwinnend veldheer: Nou, nu hel je hem in levende lijve gezien. Toen riep de Amerikaan den verbouwe- reerden dichter een „Good By" toe ei verdween, zonder dat hij ook maar naai het welzijn van den schrijver vroeg.... Linoleum. 2 II. br. 2.45-2.20-1.95 Vloerzeil en Vocaleum enz. 1.19- 1.09-88 c. Tafelzeilen m. rand 2.50-1.95-1.75 Wasdoek, extra br. 85 0.-65 c.-55c. Kachelzeilen 1.00-55 C.-39C. 1.79 8163 79 c. 1.25 39 c. 27H c. Haarl straat 150—154 U kent onze sorteering en ENORM VERLAAGDE PRIJZEN, terwijl reeds thans bij aankoop vanaf EEN GULOEN U een bon ontvangt voor bezoek met uwe kinderen aan St. NICOLAAS deelt de GOEDE SINT uit. Zorgt dat ook Uwe kinderen bij de GELUKKIGEN zijn Telefoon 695 OPGERICHT 1875 Haarlemmerstraat 135-137 - Telef. 31' 15reestraat 152 - Telef. 103 8170 Brecstraat 155 - Telef. 1823 In Febr. 1930 werden de Maas trichtenaars door een rattenplaag bezocht en een drogist ter plaatse verkocht toen zeer veel Rodent Van twee gebruikers zond hij ons attesten. zoowel de Heer M. Drummen, grossier in kolo niale waren, alseen Zeepfabrikant verklaarden vol lof. dat zij met één doosje Rodent de ratten en muizen finaal hadden uitgeroeid. In tal van pakhuizen, waar levens middelen liggen opgeslagen, richten ratten en muizen onbe rekenbare schade aan. Laat U niet langer door dit ongedierte benadeelen. - koop nog heden een enkele doos Rodent è50ct of een dubbele doos J 90 cl Geen rat of muls kan aan de aantrekkingskracht van Rodent ontkomen Import Firma B. Melndersma Den Haag. P 37 7772 KANTOORLOKALEN met WOONHUIS gelegen Turfmarkt t zeer geschikt voor Bank Dokter of geheel 3-1 Woonhuis. Te Fa. I. ZAND.V00RT, Oude Vest 55. Ge geld of goederen geven aan mijn gewezen ilk Huk vrouzv, daar dit door mij/1 wordt betaald. J. ELY ZEN Vreewijkstraat 13 - 4-1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 12