72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 16 November 1931 Tweede Blad No. 21982 BINNENLAND. DE VEREENIGING VAN ZUIDERZEEGEMEENTEN heeft in hetgebouw van de Burgerwacht te Amster dam Zaterdagmiddag een bijeenkomst gehouden. De burgemeesters van Urk, Edam, Huizen en Stavo ren bestudeeren de droogleggingsplannen der Zuiderzee. EEN STANDBEELD VAN WIJLEN MAARSCHALK JOFFRE, vervaardigd door den Parijschen beeldhouwer Maillard is overgebracht naar Rivesaltes. TE DEN HAAG heeft in het gebouw van het Landstormcorps Zuid-Holland de aan bieding plaats gehad van zijn geschilderd portret aan luit.-generaal Duymaer v. Twist BIJ GELEGENHEID VAN HET GOUDEN JUBILEUM van het Rijksinstituut tot opleiding van teekenleeraren, is Zaterdag een gedenksteen onthuld ter nagedach tenis aan den stichter, den heer Molkenboer. DE HEER DUYMAER VAN TWIST GEHULDIGD. Als voorzitter van de Nat. Landstorm- Commissie. De heer Duymaer van Twist. Zaterdag is te 's Gravenhage in het Ge- lnn?wlan het Landstormkorps Zuid-Hol- jana West, namens de installatie-commis- jje van dit Landstormkorps het door uerard van Hove vervaardigde schilderij *«n den voorzitter der Nationale Land- L ï^nComm*ssie* cien luitenant-generaal Duymaer van Twist, aangeboden, ue plechtigheid van minister Deckers; aen van de Nationale Landstorm-Com- ssie en de Gewestelijke Landstorm-Com- Sle: en voorts nog verschillende andere «toe autoriteiten, kapitein c. Boissevain hield een toe- sohnj Waarin hij dank bracht aan den lüer- De heer Boissevain uitte den wensch. dat de aangeboden beeltenis ertoe zou mogen bijdragen, den geest van den Bijz. Vrijw. Landstorm in deze ruimten hoog en heilig te houden". Hij onthulde vervolgens het schilderij. Luit.-generaal Duymaer van Twist sprak vervolgens woorden van dank en wekte overigens op met het Landstormwerk voort te gaan. Namens de Commissie Zuid-Holland West aanvaardde de majoor J. P. Boots dat schilderij als een personificatie van den Bijz. Vrijw. Landstorm. WIJZIGING DER DEFENSIE- BEGROOTING. 1 Voor verpleging, tandheelkundige be handeling, enz. van het personeel van de scheepsmacht in West-Indië zijn hoogere I uitgaven ten bedrage van f. 26.500 moeten 1 worden gedaan dan waarop bij de raming kon worden gerekend, terwijl ook de groo- i tere koppensterkte van de zeemacht in haar geheel tot het overschrijden van het begrootingsbedrag heeft bijgedragen. HOOGE RAAD VAN ARBEID. Een wetsontwerp is ingediend. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi- zing van het achtste hoofdstuk der Rijks- begrooting voor 1930. Het eindcijfer van het hoofdstuk ondergaat geen wijziging. Bij de samenstelling zijn o.m. gelden aangevraagd tot dekking van de uitga ven, noodig geworden door de getroffen buitengewone maatregelen ter bescher ming van Curasao. Daar niet alle desbe treffende uitgaven in bestaande artikelen i hare omschrijving vonden, moest een nieuw artikel (kosten voor het gebruik van den opium jager „Arend" f. 86.500) worden ingelascht). Volgens de tot dusverre uit Oost-Indië ontvangen gegevens overtroffen de uit- gaven voor het Nederl. eskader in die ge- 1 westen het daarvoor geraamde bedrag j van f. 850.000 met rond f430.000. Deze overschrijding is voor een groot deel een gevolg van uitgaven in verband met den aan boord Hr. Ms. „Sumatra" uitgebro ken brand. De uitgaven voor „overige schepen" bui tenslands liepen voorts rond f. 30.000 bo ven de raming, als gevolg van de aanwe zigheid van oorlogsschepen in de West- Indische wateren. Art. 47 (bezoldiging) wordt verhoogd met f. 1.163.000. Het tekort is eensdeels veroorzaakt door de aanwezigheid van eene scheepsmacht in West-Indië in ver band met de hoogere keerkringsbezoldi ging van het personeel aldaar, en voort.' o.m. door grootere koppensterkte dan ge raamd van het personeel in zijn geheel Het tekort van f. 100.000 op art. 49 (voe ding) vindt in hoofdzaak zijn oorzaak in het verblijf van eene scheepsmacht in West-Indië, m verband met de hoogere prijzen van de levensmiddelen, welke daar ter plaatse worden aangeschaft, en voorts in grootere koppensterkte van de zee macht in haar geheel en meer boordplaat- singen, dan waarop bij de raming was gerekend. Prof. Aalberse tot voorzitter gekozen. In de Zaterdag gehouden vergadering van den Hoogen Raad van Arbeid heeft de waarnemend voorzitter de heer E. Kupers eenige woorden gewijd aan de na gedachtenis van den overleden voorzitter van den raad prof. dr. W. H. Nolens. In de vacature, ontstaan door dit overlijden, werd bij acclamatie tot voorzitter geko zen prof. mr. P. J. M. Aalberse. In de vacature, ontstaan door het be danken van den heer ir. J. A. Kalff, werd bij acclamatie tot plaatsvervangend voor zitter gekozen het lid van den raad de heer H. P. Gelderman. Het advies van den raad over de wijzi ging van de Arbeidswet-1919 in verband met het aanvangsuur van broodbakke rijen werd aangehouden ten einde nog nader onder de oogen te zien. of andere oplossingen mogelijk zijn dan het voorstel van den Minister. Tevens zal de commis sie, die over dit onderwerp advies zal uit brengen, met enkele leden uit het banket bakkersbedrijf worden aangevuld. MR. VAN DOORNE CONTRA DE A.V.R.O. Het rapport van den eereraad. Verschenen is thans het rapport vin den Eereraad. bestaande uit de drie hoog- eeraren Star Busmann, J. A. Eigeman en tibbius, inzake de kwestie mr. v. Doorne- V.R.O.-bestuur. Zooals men weet is deze commissie op nitiatief van het Genootschap Vrij Neder- and gevormd ten einde een onpartijdig onderzoek in te stellen in verband met de beschuldigingen tegen den heer mr. J. H. van Doorne, uitgebracht door het bestuur van de Algemeene Vereeniging Radio Om roep (A.V.R.O.) in de Radiobode van 19 en 26 December 1930 en op daarop volgen de vergaderingen herhaald, welke be schuldigingen hierop neerkomen, dat de heer Van Doorne zich zou hebben schul dig gemaakt aan zoodanige inferieure handelingen, die zijn ontslag als bestuurs lid en zijn royement als lid zouden recht vaardigen. De commissie doet mededeeling van de weigering van het bestuur der A.V.R.O. om medewerking tot genoemd onderzoek te verleenen en van de wijze, waarop de al gemeene vergadering van de A.V.R.O. een voorstel van mr. R. van Woelderen aan wezig als raadsman van mr. Van Doorne, om een commissie te benoemen ten einde een onderzoek in te stellen, zonder stem ming ter zijde heeft gelegd. Het komt de commissie voor, dat uit het verslag der vergadering duidelijk blijkt dat aldaar met de rechten van mr. Van Doorne niet voldoende rekening is gehou den. Immers het royement als lid van een vereeniging is een zoo ernstige, de eer en goeden naam van den betrokkene rakende zaak. dat deze aanspraak er op mag ma ken. dat de feiten, waarop dit royement wordt gegrond, deugdelijk en zorgvuldig worden onderzocht. Een groote vergade ring mag daartoe ten eenenmale onge schikt worden geacht, daargelaten dat deze vergadering tot een zoodanig onder zoek niet de minste poging heeft aange wend. In dit licht beschouwd was het voorstel van mr. Van Woelderen tot een nader onderzoek, door een commissie, in volkomen vrijheid door de vergadering te benoemen, alleszins juist en de vergade ring heeft geen bewijs van onpartijdigheid gegeven door dit voorstel zelf zonder stem ming ter zijde te stellen. Zoo is de commissie van oordeel, dat, afgezien van de juistheid der beschuldi gingen zelve, welke zij niet heeft kunnen onderzoeken, ten onrechte aan mr. Van Doorne de gelegenheid is onthouden zich te rechtvaardigen. Een woord van afkeu ring van deze wijze van handelen acht de commissie hier op zijn plaats. Dit rapport gaat vergezeld van een aan- teekening van mr. Van Woelderen. die aan het slot van zijn betoog constateert, dat uit de uitspraak der commissie blijkt, dat, veroordeeling zonder onpartijdig on derzoek heeft plaats gehad. SALARISVERLAGING IN Z.-HOLLAND. In antwoord op de vraag van het lid der Prov. Staten van Zuid-Holland P. J. A. de Visser, of Ged. Staten van plan zijn een voordracht te doen tot verlaging van salarissen van provinciale ambtenaren, hebben Ged. Staten geantwoord, dat zij meenen vooralsnog een afwachtende hou ding te moeten aannemen. RECHTSTOESTAND MILITAIRE AMBTENAREN. Voorloopig verslag der Eerste Kamer. Blijkens het voorl. Verslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet betref fende den rechtstoestand van de mili taire ambtenaren, vonden eenige leden het eene weinig practische noch elegante wijze van wetgeving om, zooals dit wets ontwerp doet, naar geheele titels van eene andere wet te verwijzen. Beter ware ge weest de bepalingen van dit ontwerp in de bestaande Ambtenarenwet op te ne men, of wel in het ontwerp de toepasse lijke bepalingen der Ambtenarenwet, waar noodig gewijzigd, over te nemen. Andere leden juichen zeer toe, dat de Regeering de oorspronkelijke voorgestelde aanvulling van den Centralen Raad van Beroep met militaire leden heeft laten vervallen. Met leedwezen hadden zij echter gezien, dat voor de eerste instantie de twee militaire leden zijn gehandhaafd. Zij kon den ook niet begrijpen, waarom de re- serve-dienstplichtigen wel onder de wet moeten vallen, maar de gewone dienst plichtigen niet. Ten slotte werd nog gevraagd, of de Re geering niet vreest, dat door dit ontwerp de militaire tucht zal lijden. KONINKL. NED. MIDDENSTANDSBOND. De verhouding tusschen grossier en winkelier. Naar aanleiding van de behandeling van het prae-advies van dr. J. F. ten Does- schate over „Plaats en taak van den gros sier in het distributie-proces" op het Zandvoortsche Congres, heeft het bestuur van den Kon. Nederl. Middenstandsbond, na overleg met den Ned. Grossiersbond, besloten tot het instellen van een com missie, welke zal hebben na te gaan, wat er gedaan kan worden om te handelen in den geest van de tweede conclusie van ge noemd prae-advies (bevordering van een betere verhouding en gemeenschappelijk optreden). In deze commissie zijn benoemd: tot voorzitter de heer A. Spaander te Hoorn, lid van Groepsbestuur A; tot leden-gros siers de heeren R. A. ten Bokkel-Huinink te Arnhem, dr. J. F. ten Doesschate en J. Trap te Amsterdam; tot .leden-winkeliers de heeren Joh. Balder te Amsterdam, A. J. Frederiks te Zaandam en J. Zon te Woerden. Het ligt in het voornemen om de taak van de commissie ruim te stellen en haar niet uitsluitend te beperken tot de levens middelenbranche. Vandaar, dat er ofider de leden ook vertegenwoordigers van an dere vakken voorkomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 5