vrijdag 6 november 1931 :hets. 72ste Jaargang No. 21974 WAAROM DE KOE HEETTE. ,SING" GOEDE OPLOSSINGEN. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD nArofTA'n i/rvno tcmrw cm AMCTDrnrv i Op een der jongensscholen in een stad op Java. waarop heel veel kleine Javaantjes en Chineesjes waren, vertelde een der on- (J(rwijzers aan de leerlingen uit zijn klas van de groote ellende ,die nu 't oorlog in China was. in dit groote rijk heerschto Hij vertelde hun vooral van den vreeselijken honger, die in ^'ommige streken de bevol king leed zcodat vaak de kinderen van honger stierven. „Stelt je eens voor", zei hij. „dat je moeder geen eten meer. in huis had geen rijst en geen brood zelfs, en dai hee. veel dagen lang. En dat jullie, om je honger te stillen, gras en boombladeren moesten eten en daar dan heel ziek van werd' En dit is nu vaak het lot van die arme kinderen in China. Daarom 9zou ik zon graag wat aan die kleine Chineesjes willen zanden. Willen jullie me daarmee helpen, jongens?" „O, meester, ik wil iederen dag graag wat van m/jn eten voor die arme kin- dertejs bewaren!" riep een Chineesje. „Neen. dat behoef je niet te doen, Kim' lacht de onderwijzer. „Met he'pen bedoel ik geld bijeen zamelen. Kijk, als jullie nu va bet geld, dat jullie zoo vaak uitgeeft aan snoeperijen, telkens wat wilt bewaren, dan hebben we misschien in korten tijd zóóveel bijeen, dat we er iets goeds voor kunnen koopen, bijvoorbeeld eenige balen rijsi of een koe, die melk geeft, of.e. Nauwelijks had de onderwijver het woordje ,.koe" uitgesproken, of een uit bundig gejuich ging door heel de klas. „0. koopen we dan een koe!?" riepen bij na alle jongens. „En wordt die naar China gronden? En hoeveel geld kost zoo'n koe wel? O, en drinken dan die kinderen, die zoor honger hebben, melk van onze koe?" „Weest nu eens even stil, beste jongens, en luistert eens", sprak de onderwijzer lachende „Kijk. als jullie het zoo prettig vindt, om een koe te koopen, en vooral als iedere jongen daarvoor wat geld wil afzonderen, dan kunnen we, als we allen vlijtig sparen, wel een koe koopen. Maar het moet natuurlijk een beste koe zijn, een die veel melk geeft. Nou. en wat zoo'n koe kost, doet er niets loe" zei Oei, een der jongens, wiens vader in geconserveerde vruchten handelde. „Ja, he geld komt er best", meende Liem, de zoon van een handelaar in var- kensvleesch. Zoo spraken veel jongens uit de klas ever de koe. Doch een armoedig gekleed Chineesje, k\ Sing heette, en 't kind was van arme fóders, had nog niets gezegd. Hij leed zelf laak honger en geld kreeg hij nooit. Hier aan dacht ook de kleine Sing. En toch zou bi) ook zoo heel graag wat willen geven. En ziet. zoo denkende kwam hem iets goeds in de gedachten! Sing had zich na melijk voorgenomen, op iederen marktdag heel vroeg op te staan en naar de markt te gaan. Daar zou hij dan voor de ko ki's. 1> die hun inkoopen hadden gedaan, de zware manden gedragen, en voor de wei nige centen, die de vrouwen hem dan voor zijn hulp zouden geven, wilde hij apen- nootjes koopen. En iederen dag, na school- hid, 2) zou hij dan daarmee gaan venten. „Misschien win ik dan wat op de kat jang". mompelde hij. „En dat is dan voor de koe Sing, die reeds een koopman-in-den.dop was. deed wat hij zich had voorgenomen, en hoewel er op de markt altijd heel veel Ueinc jongens te vinden zijn, die graag met vruchten dragen wat verdienen, liep het hem reeds op den eersten dag bepaald jnee, want vóór schooltijd had hij reeds twaaL centen verdiend. Moe van het onge wone werk kwam hij dien morgen in de school en hoorde daar de jongens weer druk babbelen over „de koe". „Meester", vroeg juist weer Liem, „koeien krijgen toch wel eens kalfjes, nietwaar?" „Ja, Liem, soms krijgen koeien kalfjes", was het antwoord. „En als nu onze koe een kalfje krijgt, hoe gaat het dan met dat kalfje?" vroeg I e jongen. „Beste jongen", zei de onderwijzer, „laten n,1®* praten over wat later gebeuren an. t Zou dan misschien juist zoo gaan me* het meisje, dat eieren had gekocht (|p?r -S da°ht aan de kuikentjes die uit lfinÜ eieren zouden komen en later weer ppen zouden worden. „En die kippen leg- weer eieren.zei het meisje. swr."') daar struikelde ze over een kannt 2flfviel. en- alle eieren waren dp Veg waren de eieren! Weg waren ue--. kippen..." INBRAAK. In den nacht van Woensdag op Donder dag is ingebroken in een pand aan de r^^npaoht, bewoond door den heer B. «ii*-F heeft zich vermoedelijk laten in- juiten, doch is bij zijn arbeid niet erg v Beweest, zoodat de 90-jarige moeder VmiLFen heer B wakker werd. Op haar ipgeroep kwam de bewoner aansnellen, nrfcr.naJeen worsteling met den inbreker wprrf waarbij de heer B. niet ernstig Pav, nverw°ndDe dief wist te ontkomen, uit elliJk ingesteld onderzoek wees htóft er niets vermist werd. De politie "Wt de zaak in handen. „Maar koeien zijn "toch geen eieren!" lachte Liem. „Hebt u ooit gehoord, dat een koe brak, meester? En mijn vader wil best tien gulden geven, als ik dan maar later het kalfje mag hebben. vDaar praten we nog wel eens over, jongen' zei meester. „Ga nu maar eerst vlug naar je plaats; 't is tijd". Nog dienzelfden dag liep Sing met een mandje vol apenootjes door de verschil lende kampongs, al maar roepende: „Kat jang Batavia!" 3). En omdat hij meer katjangs gaf voor één cent, dan andere katjang-verkoopers, had hij al spoedig zijn geheel n voorraad verkocht met een winst van dertien centen. Zoo ventte nu voortaan iederen dag de kleine koopman met katjangs En hoewel Sing zelf niets van zijn handel had verteld, wisten toch alle jongens en zelfs de onderwijzer het, en aller, begrepen, dat het voor „de koe" was. En toen nu op een dag Sing den onder wijzer vroeg: „Meester, wilt u het geld, dat ik voor „de koe" heb verdiend, bewaren?" antwoordde deze: „Zeker, wü ik dat, Sing En ga jij zoo maar voort, mijn jongen" De jongens echter, wier ouders welgesteld waren, vonden Sing's geld verdienen voor „de koe" heel dwaas Doch één jongen, die Tjoeng heette en bijna even arm was a.s Sing, ging nog dienzelfden dag zijn oom opzoeken, die een fruitstalletje op de markt had. Na veel vertellen over „de koe" kreeg hij toen van oom Hap een klein - mandje, waarin eenige reeds aangestoken djam- boe's 4) en wat overrijpe, plakkerige bana nen lagen. Met dez^ vruchten begon h«j nu óók te venten, en evenals Sing zijn kat jangs aanprees, riep hij, Ti oen; „Ik heb sappige, zoete djamboe, djamboe! 'k Heb versche bananen!" Maar ach. 't was zoo bitter weinig, wat hij verkocht, zoodat reeds na weinige dagen Tjoeng huilende den onderwijzer vertelde, dat het zoo slecht ging met zijn fruithandel. „Wat ik op de djamboe's verdien verlies ik weer op de bananen, meester," klaagde hij. „En mijn oom wil mij geen vruchten meer geven. Hij zegt: „Er zit geen handelsgeest in je..." En 't is zoo naar, dat ik nog niets heb kunnen geven voor „de koe". „Hoeveel moet er nog bij om de koe te kunnen koo pen?" vroeg hij zuchtend. Als antwoord op deze vraag t.eekende toen de onderwijzer een koe met twee poo- ten, doch zonder ooren en* zonder staart op het bord. Met deze teekening begreep dan ook de jongen, dat het grootste gedeelte i van het geld, waarmee de koe gekocht zou worden, er was. En alleen hij, Tjoeng, had nog geen cent gegeven. Neen, hij alleen kon niet spreken over „onze koe". Hij alleen zou niets kunnen geven aan de kindertjes in China, die honger leden Het was ook daarom, dat Tjoeng dien namiddag schreiende aan den weg zat. „Waarom huil je?" vroeg Sing, die weer met zijn katjangs liep te venten. „Omdat ik nog niets gegeven heb voor de koe," klonk het droef. „Ik ben de eenige van onze klas, die nog geen cent heb kun nen geven. Ik alleen kan niet praten van „onze koe", zooals jullie. Van mij is geen haartje van de heele koe. En ik had zoo graag wat gegeven. Maar wat ik op de djamboe's verdiende, verloor ik op de bananen, engeen duit bleef er over „Nou, Tjoeng, dan weet i k er wel wat op te vinden, dat j ij óók wat voor „de koe" kunt geven", begon Sing. „Je kunt de helft van mijn katjangs krijgen en daarmee in de kampongs gaan venten. Én je behoeft mij pas te betalen, als je er wat mee verdiend hebt. Ik zal je de buurten aanwijzen, waar je het meeste ver koopt. „O, wil je dat doen?!" riep Tjoeng ver heugd uit. „Kom maar mee," was het antwoord, dat Sing hem gaf. Een paar uren later liep toen ook Tjoeng met zijn koopwaar door de Kampongs, al - maar roepende „Katjang Batavia! Kat jang gorang!"5) En het duurde toen niet lang, of ook hij had zijn koopwaar ver kocht met een winst van negen centen. Met de woorden; „Nu kan ik toch óók wat voor de koe geven!" bracht hij het geld voor de geleende katjangs aan Sing, die begon te lachen en toen zei: „Ik zal je morgen weer wat katjangs leenen. „Nou, dat is heerlijk!" riep Tjoeng. Doch waarom Sing zoo lachte, wist hij toen nog niet. Dit begreep hij pas op den dag, toen het geld voor de koe bijeen was. Toen sprak de onderwijzer: „Ik dank jullie allen, beste jongens. Maa,r vooral dank ik hen, die het geld met zooveel moeite verdienden. En jij, brave Sing, die zoo iets goeds deed, door Tjoeng te helpen, zoodat ook hij iets kon geven, jou dank ik het allermeeste. Jij hebt een goede daad verricht, jongen!" PRIJS DEZER COURANT^ elden pér 3 maanden f.2.35, per weekf.0.18 Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 per post f.2.35 4- portokosten. „Wat deed hij dan voor Tjoeng, mees ter?" vroegen eenige jongens. „Wat hij deed? Wel, hij liet de Kat jangs, die hij had gekocht, om daarmee zelf wat geld te verdienen, door Tjoeng verkoopen", vertelde meester. „En op een dag, toen hij begreep, dat Tjoeng niet veel zou verdienen, gaf hij, Sing, wat van zijn eigen verdiend geld aan eenige kinderen uit de Kampong en zei, dat ze daarvoor katjangs moesten koopen bij Tjoeng, om dat die veel lekkerder waren dan die hij zelf verkocht.Ja. jongens, zoo deed Sing Dit vonden toen alle jongens uit de klas zóó mooi van Sing, die zelf zoo heel arm was, dat zij nu op hun manier hem dit wilden toonen. Eerst begonnen zij eenige oogenblikken met elkander te fluisteren en daarna vroegen zij, eveneens fluisterend den onderwijzer: „Meester, mogen wij de koe nu al vast een naam geven, ook al is zij nog niet ge kocht?" „Welzeker mag dat," klonk het lachend. Daarop ging Saleh. een Javaantje, die de beste teekenaar der geheele klas was, naar het bord, teekende daarop keurig een groote koe en schreef daaronder in sier lijke letters: „Dit is onze eigen koe, die wij hebben gegeven aan de kinderen in China, die honger lijden En de koe noemen wij: Sing!" Natuurlijk vond Sing het heerlijk, dat de koe z ij n naam kreeg. Hij bedankte daarom alle jongens vriendelijk, en ook vertelde hij hun, dat nu de handel met de katjangs zóó goed ging, hij daarmee wilde voortgaan. ,,'t Is zoo prettig zelf wat geld te ver dienen," zei hij. En toen op Tjoeng wij zend. „Dat vindt hij ook en daarom wordt h ij mijn compagnon. Allen hadden schik, toen Sing zoo sprak en Tjoeng wist geen raad van geluk. En als om zijn groote vreugde uit te drukken, zei hij: „Sing, ik zal wel altijd heel hard roepen: „Katjang Batavia! Katjang go- rang!" als we door de Kampongs loopen!" Toen de koe later in China gekocht was, kreeg ze werkelijk den naam „Sing". Doch, of ze dien naam heel lang droeg, vertelt de geschiedenis niet. Maar wèl waren de arme kindertjes in China heel blij, toen ze hoorden dat de melk, die zij kregen, van een koe kwam, die door an dere kindertjes voor hen was gekocht. TANTE JOH. (Nadruk verboden). 1). Kokinnen. 2). De schooltijd eindigt op Java één uur in den namiddag. 3). Apennootjes uit Batavia. 4). Sappige, eenigszins peervormige vruchten. 5). Gebrande apennootjes. GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS ONTVANGEN VAN: Lieuwke Kranenburg, Gerard de Geus, Dorus de Geus, Keesje de Geus, Corry van Driel, Jan Wassenaar, Eempien Wasse naar, Margje van Tuil, Willempje Schaap, Mientje Haasnoot, Henk Beets, Celia Kret, Nico Kret, Hans Kret, Adrie Bavelaar, Joop Schouten, Marie van der Wolf (2 brieven, ook die der vorige week was in dit pakket), Ru van Dijk, Bas van Dijk, Annie van Dijk, Matthijs van Dijk. Abra ham van Es, Reinier den Hertog, Annie den Hertog, Marietje Laterveer, Dirkje Hopman, Adrie van Nood, Maurits van Nood, Johan van Nood, Marietje van der Mey, Wim Kruit, Karei West, Hendrik West, Piet JDuy verman, Bertus Dorrepaal en Heiltje Dorrepaal (de brieven der vorige week waren nu in dit pakket), Marie Fa- vier, Pauline Siere, Jacobus Laurier, Annie Bootsma, Nellie Ouwersloot, Clara Ouwer- sloot, Annie Zaalberg, Francina Brussee, Theo Brussee, Suze van Polanen, Willy Constance Mulder, Jo de Wekker, Nel Ha- goort, Bram Lasschuit, Arie de Graaff, Nelly Nagtegaal, Annie Dorrepaal. Gerrit Dorrepaal, Johan Mulder, Hendrik Mul der. Annie Verboom, Willie Schilp, Leme Schilp, Willy de Neys (2 brieven in dit pakket, ook die der vorige week), Jo de Josselin de Jong, Jannie de Water, Frans de Water, Antoon Verdoes, Koos Nieboer, Tom Nieboer, Chris van Nieuwenhuyze, Jannie van Nieuwenhuyze. Juup Offringa, Betsie Philippo, Lyda Philippo. Gerharda Eggink, Christiaan Eggink, Bertus Dorre paal, Heiltje Dorrepaal, Neeltje Bervoets. Jannie Hagoort. o IKKEN. 3 VROUWEN. arika. gisteravond de Leidsche :he Vereeni- lezing met ochten door in totaal 6 ;n, maakten dwars door j wijken van ren zij meer stieke eigen- na en flora iljke hoofd- staten van ar per auto die zij aan ie lantaarn- .•tuigden dan g. Daar aan roote kosten houden van *t geven van en van hon- ollywood ge- mogelijk te jden door de ♦n aankomst n zijn. nes ook door lenstammen, 'ao's. Hoewel den India- s meer goed verhouding 3n zeer veel iproken over nde vormen se stammen; werking, de n een derde jk de groote ld en worden oys als de ■n niet ver- srteld om in atten. Alles boeiend en zal ook maar oekoring zijn eden van dit ïg, mevrouw en korte in- .ikte aan het 't gebodene. IS. I vanmorgen üactiebureau. uisteren ris van „Het alles wat deze samenleving aan barricaden bouwt tusschen God en ons land, Hij is te vinden, daar loopt een weg van ons naar Hem. Over twee weken, Donderdag 19 Nov., hoopt dr. Tjalsma de vierde en laatste lezing te houden. Deze lezing zal een samenvatting geven en over de blijvende waarde en waarheid van het Godsgeloof spreken, ook voor onzen tijd met al zijn duisternissen en smartelijkheden, die twij fel wekken. Dr. Tjalsma zal deze laatste lezing vastknoopen aan het oude en bekende bijbelwoord: Nu blijven geloof, hoop en liefde! Een groote grondgedachte van Kerkop bouw, die naar voren gebracht moet wor den, betreft het oecumenisch karakter der Kerk. Wij zien de groote vragen betref fende de Kerk in oecumenisch licht en kunnen ons daarom niet tevreden stellen met een plaatselijke probleemstelling. In 't kort behandelt spr. de organisatie van de Kerk en de tucht. Alle respect heeft spr. voor de Statenvertaling, maar men bespoedige toch het uitkomen van een nieuwe vertaling. Na nog even bij de onderafdeelingen en studiecommissies van Kerkopbouw te heb ben stilgestaan, besloot spr ziin met aan dacht aangehoorde rede. Ds. Boissevain dankte spr. voor zijn helder betoog, waarna zich een aange name discussie ontspon. ekking willen Nu de win- is. zijn wij an alle aan- n dekens en i mannen en vrouwen ais voor kinaeren is groot gebrek. En zet u er dan vooral bij. dat onze stichting een strikt neutraal karakter draagt en dat dus gegadigden van alle ge zindten van harte welkom zijn. Vele men- schen denken, dat wij een uitsluitend katholieke vereeniging zijn. omdat wij in het Sint-Vincentiusgesticht aan de Hoog- landsche Kerkgracht gehuisvest zijn. maar dat is niet waar. U weet: even een briefkaartje of tele foontje aan mevrouw MandersVermeu len. Oegstgeesterlaan 12 (telefoon 292) en de goederen worden aan huis afgehaald. Bij voorbaat onzen dank. We beloofden er voor te zullen zorgen en doen bij deze onze belofte in vervul ling gaan. BINNENLAND. Ons parlementair overzicht; redevoerin gen der heeren Colijn, Marchant en Schokking. (3e Blad). De postbegrooting voor 1932; de minis ter over den radio-omroep en den zender- bouw. (3e Blad). Het voorloopig verslag der Tweede Ka mer over de begrooting voor Koloniën. (Binnenland, le Blad). Het rapport der regeeringscommissie, inzake bestrijding van dansexeessen. (Bin nenland, le Blad). De inbraken te Wassenaar opgehelderd; een groot deel der juweelen is terecht. (Gemengd, 2e Blatö). Twee noodlottige schoten; dramatische voorvallen te Utrecht en Toldijk; één doode en één zwaar gewonde. (Gemengd, 2e Blad). Roofmoord op een notaris te Gorinchem; de dader onbekend. (Gemengd, 2e Blad). Nabij Sommelsdijk is een auto door een tram gegrepen; één der inzittenden werd gedood twee anderen zijn zwaar gewond. (Laatste Berichten, 1ste Blad). BUITENLAND. In Engeland is de nieuwe regeering thans gevormd. (Buitenl., le Blad). De Rede van Brüning op het Centrum congres. (Buitenl., le Blad). Litwinof's verblijf in Italië. (Buitenl. le Blad). „KUNST NA ARBEID". De mannenzangvereeniging „Kunst na Arbeid" bestaat bijkans 38 jaar en is nog kerngezond, al heeft zij, zooals iedere ver eeniging, haar ups and downs gekend. Toen voor enkele weken haar directeur, de heer W. Hoogzaad, aan wien „K. N. A." veel te danken heeft, moest afscheid nemen wegens gezondheidsredenen, dreig de weer een donkere wolk, doch 't actieve bestuur heeft ook dezen tegenslag het hoofd geboden, en al is het dat het den heer Hoogzaad met weemoed zag gaan, het heeft energiek aangepakt, wat blijken moge uit het feit, dat als directeur benoemd is de heer Jan J. v. d. Bos, uit Delft, die zes groote koren en enkele kinderkoren onder zijn leiding heeft. Te Rotterdam heeft hij o.a. „Vereenigde Zangers", „Caecilia", te Delfshaven „Delf- haven's Gemengd Koor". Door hem werden reeds meerdere com posities gemaakt, welke door verschillende vereenigingen werden uitgevoerd. Boven dien heeft hij met verschillende koren, op diverse concoursen, reeds vele eerste prij zen en directeurs-prijzen behaald. Laten we hopen, dat „K. N. A." onder deugdelijke leiding een goede toekomst zal tegemoet gaan en eerlijk gezegd, wij twijfelen daaraan niet. Men zie overigens de advertentie betref fende de aangifte van leden. De heer K. Raimond alhier is ge slaagd voor het examen wiskunde L. O. De adjudant-onderofficier H. de Roos van het 4e reg. infanterie alhier, wordt met ingang van 30 November a.s. werk zaam gesteld aan de school voor reserve- officieren der militaire administratie te Kampen, met bestemming om aldaar op 1 Februari 1932, in zijn tegenwoordigen rang, definitief over te gaan bij het dienstvak der militaire administratie. Met het oog op den financieelen toe stand van het Zieken- en Ondersteunings fonds der Ned. Spoorwegen worden ver schillende bezuinigingen ingevoerd. Zoo is o.a. het aantal geneesheeren voor het station Leiden, dat vroeger twee bedroeg, tot één teruggebracht. Het station- en spoorwegpersoneel uit Leiden, dat zich echter met deze bezuinigingen niet kan vereenigen, heeft zich met een uitvoerig schrijven tot de directie van de Nederl. Spoorwegen gewend om in de vacature- dr. Schreuder) alsnog een tweeden genees heer te benoemen. De brandweer heeft gistermiddag ten huize van C„ Maresingel 96 een schoor steenbrandje gebluscht. Bij de politie zijn twee rijwielen te bevragen, welke onbeheerd op straat zijn gevonden. Tengevolge van het breken van de achteras van een vrachtauto der firma M. D. te Oegstgeest is gistermiddag om streeks 2 uur het rij verkeer op de Hoo- gewoerd ongeveer twintig minuten ver traagd geweest. Gistermiddag omstreeks halfvijf is een paard, dat gespannen was voor een groentenwagen bestuurd door H. V., bij het afrijden der Koornbeursbrug pardoes door een winkelruit der firma Langezaal geloopen. Het paard, dat in de étalage nog vrij aanzienlijke schade aanrichtte, werd aan beide voorbeenen verwond. Wij verwijzen naar een advertentie in dit Blad. betreffende een a.s. Woens dagavond in de Waalsche Kerk door prof. Knappert te houden lezing over „Het godsdienstig leven van Prins Willem I."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1