Het nieuwe Leidsche Stadhuis
komt aan de Breestraat
~r AttiA ltJ
zxZo-zf'lV
s i
O S- p/-)
Wte S*
Si
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 3 November 1931
Derde Blad
No. 21971
MET BEHOUD VAN DEN OUDEN GEVEL
MEERVOUDIGE OPDRACHT
VWWWWSA,
sq m&+n,
zv
THE"
Hf-Ofjl+Q 0 Zii
LU E w
KH R
minr pëg,
£MO$-R.a
JÉBHE.fëT<£+:
ft
O a
I K-+jlT5N
l77/-z
g^UeV.b.ToL
'bt]j8-%ELuR|@j
O
4o voortzetting van de behandeling
van het praeadvies op het voorstel van de
heeren Wilmer, Huurman en Wilbrink,
Inzake het ontwerpen van nieuwe plannen
voor den bouw van het nieuwe Raadhuis
en de aanwijzing van de plaats voor dat
Raadhuis. (247)
Antwoord van B. en W.
Wethouder SPLINTER zal antwoorden
in de volgorde van het laatste desbetref
fend stuk van B. en W. Allereerst brengt
hij dank aan degenen, die B. en W.
steunden.
Wat de brief van den Minister betreft,
zal de voorzitter zelf antwoorden
De heeren Groeneveld, v. Eek en Schül-
ler hadden het over: een zeer onbevredi
gend verloop, het blijft ontbreken aan
krachtige leiding bij B. en W. en de raad
hield niet vast aan genomen besluiten.
Daarop het volgende: 16 Dec. 1929 be
sloot de raad tot enkelvoudige opdracht
aan den heer Dudok. Een half jaar later
kwam Dudok's plan in den raad en dit
lichaam besloot met het eerste plan te
publiceeren en niet direct het tweede te
laten maken. In Aug. is daarop het plan
D. bekend gemaakt.
19 Nov. 1930 zijn in de Commissie van
Fabricage 2 vragen naar voren gekomen:
le. de vraag van de plaats, 2e. de gevel
aan de Vischmarkt, waartegen de pu
blieke opinie nog al te keer ging. B. en W.
vroegen daarom een commissie van be
oordeeling.
voorstel van den heer Schüller is de
zaak toen aangehouden, niet met de be
doeling om te traineeren en hij maakt
den heer S. heelemaal geen verwijt.
2 Dec. kwam het plan der S.D.A.P.-le-
den inzake bouw aan de Lammermarkt,
dat in handen is gesteld van den direc
teur van Gemeentewerken en van archi
tect Dudok om advies.
19 Dec. werd in de C. v. F. besloten tot
een commissie van deskundigen, terwijl 1
April 1931 de C. v. F. het plan der
SDA.P.-leden besproken heeft.
12 Mei 1931 kwam het voorstel tot een
crediet van f.3000 voor zoo'n commissie
tan deskundigen.
Juni is dit voorstel in den raad ver
worpen en werd het voorstel Wilmer-
Huurman-Wilbrink in handen van B. en
gesteld voor praeadvies.
Ru zegt de heer Schüller, dat B. en W.
'aandelijk hebben gesaboteerd, dat er
leheime krachten werkzaam waren voor
|éj ouden gevel. 10 maanden waren er
om het plan Dudok kapot te ma
tes. doch hoe kon de heer Schüller na
ce opsomming dit zeggen, waar hij zelf
ssfc belangrijk deel heeft gehad aan 't
n;i? Er is geen sprake van saboteeren
u traineeren; laat de heer Schüller met
bewijzen komen daarvoor.
Het Stadhuisvraagstuk is een belangrijk
uaagstuk, waarbij vele commissies noo- I
dg zijn. Zie Den Haag. Hoe lang is daar
niet aan het Stadhuis gewerkt en nog is
men niet klaar na 20 jaar. Zie voorts
Amsterdam.
Dit als inleidend woord.
Tweede punt is de onbehoorlijke wijze
van behandelen van het plan der I
SDA.P.-leden. Verreweg het goedkoopste, I
er is geen aandacht aan besteed, heet I
net. Wat hebben B. en W. voor onbehoor
lijks gedaan? Er was verbazend veel werk:
daar was het zoeken naar een plaats met
kadasteronderzoek en kostenberekening.
Hoeveel instanties moet alles daarbij niet
doorloopen!
30 Mei 1930 heeft de C. v. F. rapport
uitgebracht over de plaats, ook die aan
de Steenstraat. De heer Schüller bleef
voor de Lammermarkt.
30 Mei2 Dec. 1930 heeft hij voor dit
plan noodig gehad. 6 maanden voor zoo'n
klein voorstel naar verhouding. Spr. gaat
het verder verloop daarvan na. De heer
Groeneveld zei zelfs, dat er geen prae
advies was uitgebracht over zijn voorstel,
doch 12 Mei, toen B. en W. een commissie
van deskundigen vroegen, gaven zij als
hun oordeel, dat de Lammermarkt als
plaats ongeschikt was.
3 Juli komt de motie-Schüller. waarin
groote ontstemming over het stuk van B.
en W..
4 Juli behandelen B. en W. deze nota.
Besloten wordt deze nota vertrouwelijk
aan de raadsleden te doen toekomen, doch
dienzelfden avond staat de nota in de
kranten! De nota was vol ambtelijke rap
porten en daarom'was publicatie niet
wenschelijk. Stel eens dat alle rapporten
van takken van dienst werden gepubli
ceerd. Dit is een parlementaire onbeleefd
heid geweest van den heer Schüller.
De heer SCHÜLLER ontkent de nota
gegeven te hebben aan de pers. Dit moet
men hem bewijzen. Hij kan de zaak even
goed omdraaien en zeggen, dat B. en W.
haar gaven.
Als er geheime zitting is, dan is dit
al lang verklapt door de ambtenaren. De
type-kamer is vol corruptie.
De WETHOUDER weet er niets van.
Als dan de heer SCHÜLLER er verder
op doorgaat, roept de VOORZITTER hem
tot de orde.
De WETHOUDER gaat dan in op de nota
zelf. De Raad besloot 't plan-Dudok open-
bcar te maken; dat plan was af en heel
wat anders dan het schetsplan van de
Lammermarkt. De heer Schüller en de
S D. A. P. hebben propaganda gemaakt
voor hun plan, dat is hun goed recht, doch
dan mag men het B. en W. niet kwalijk
nemen, voor hun ideeën te ijveren.
Hierbij zal spr. het laten. De behande
ling van het plan der S. D. A. P.-leden
heeft allerbehoorlijkst plaats gehad.
Spr. gaat dan kort even in op de z.g.
verandering in de nota van B. en W. en
geeft daarvan, een verklaring.
Geen kik hebben B. en W. gegeven over
zijn nota, zegt de heer Schüller, en dat is
eer. hoon voor de fractie. Had de heer S.
dan verwacht, dat B. en W. daarop zouden
ingaan, waar het college immers niet mee
ging met het plan-Lammermarkt. B. en W.
zijn ook niet ingegaan op de meening der
C v. F. De minderheidsnota van den heer
S is volledig afgedrukt, er is dus alle eer
aan bewezen.
Het is juist een hoon geweest voor het
college om iets te zeggen zonder te weten,
wat dit beteekent,
De heer Schüller heeft overigens slechts
in hoofdzaak geciteerd; een verdediging
van het plan-Lammermarkt gaf hij fei
telijk niet. En dit citeeren was nog niet
eens geheel juist door weglatingen.
De heer SCHÜLLER: dat doet u zelf ook!
De WETHOUDER wijst dan nog op het
interview met het ,JL. D.", waarbij zelfs het
portret van den heer Schüller.
De heer SCHÜLLER: is dat nu een ver
dediging van een wethouder?
De VOORZITTER vraagt beide heeren
niet te interrumpeeren of daarop in te
gaan.
De WETHOUDER komt dan tot het plan
zelf van bouw aan de Lammermarkt. Hij
wil gaarne ook waardeering uitspreken
voor het werk, dat de voorstellers daar
mede hebben verricht. Doch het college is
het met die plaats niet eens. Niet alleen
door het rapport van den directeur van
Gemeentewerken en den heer Dudok, doch
volgens menschelijk verstand.
Het is een 2de of 3de rangs plaats, zei
dc- heer Parmentier en daarmede is spr.
het eens. Ook de heer Dudok was niet voor
dit plan, doch voor de Breestraat. zooals
hij nader met citaten aantoont.
Gezegd wordt: er zal daar veel verbe
teren. 30 jaar geleden werd het Kort-
Rapenburg overkluisd en men zei: je zult
eens zien hoe mooie panden daar komen.
Alleen gekomen is er echter het gebouw
der Nederl. Bank. Overigens is er niets
veranderd. Zoo zal het ook gaan aan de
lammermarkt! Het Stadhuis komt daar te
liggen aan een groot plein is gezegd, doch
het komt daar aan een verkeersweg van
30 M. Anders niet en het komt niet vrij te
staan, het komt tegen een fabriek aan
De heer SCHÜLLER: dit laatste bewijst,
dat u niet eens onze teekening hebt be
studeerd.
De WETHOUDER: en dan blijft het be
graafplaats-bezwaar. Het is gelukkig voor
het plan der S. D. A. P.-leden, dat het
uitbreidingsplan niet gepubliceerd is, want
de molen blijft en dan het geboomte aan
den Singel! Het plan-Schüller c.s. zou
door het uitbreidingsplan zijn onthoofd.
De financieele opzet van het plan der
S.D.A.P.-leden is goedkooper, dat is juist,
doch de financiën geven hier niet alleen
den doorslag, al is hij in het algemeen
voor bezuinigen. Men bouwt maar eens
een goed raadhuis. Dat het een half mil-
lioen goedkooper zou zijn. zooals de heer
v. Eek zei, betwijfelt spr. Denk aan Ami-
citia en misschien is er steun te verwach
ten voor den Breestraat-bouw van Rijk en
provincie. Het gecijfer is altijd een slag
in de lucht.
Als de wethouder dan het schrijven van
den heer Schaper in „Het Volk" aanhaalt,
komt de S.D A P los. Men roept wat dit
schrijven bedoelt.
De WETHOUDER: dat zoeken jullie zelf
maar onderling uit.
Zou bovendien aan den heer Dudok kun
nen worden opgedragen een plan te ma
ken op een terrein door hem ongeschikt
geoordeeld? Dat zou hü niet doen.
De heer v. STRALEN: jullie lieten hem
toch ook voor den ouden gevel een plan
maken tegen zijn zin?
De WETHOUDER komt dan tot het
voorstel inzake de meervoudige opdracht.
Daarom vroeg hij een commissie van be
oordeeling, doch de raad heeft anders be
slist. B. en W. voeren eenvoudig uit, wat de
raad in meerderheid wil. Dat lijkt hem
zeker, gezien de indieners van desbetref
fend voorstel. B. en W. vechten niet tegen
de bierkaai.
Daarom komen B. en W. nu met hel
voorstel van meervoudige opdracht.
De heer SCHÜLLER: Er was in 1929 ook
een meerderheid voor meervoudige op
dracht en toch kwamen B. en W. met
enkelvoudige.
De WETHOUDER ontkent dit. Met 21-10
stemmen is besloten tot enkelvoudige op
dracht. De S.D.A.P. heeft het plan-Dudok
vermoord door haar slingerpolitiek. Zij
had op 8 Juli vast moeten houden aan
haar eigen voorstel, dan was het er door
gegaan.
De heer SCHÜLLER' dan kent u den
raad niet.
De WETHOUDER zal niet zeggen dat de
S.D.A.P. harlekijnen zijn of paljassen, te
veel respect heeft hij, doch wel wil hij
zeggen dat de grootste pias de heer Schül
ler is. Als men aan het touwtje trekt ram
melt hij van zijn hoofd tot de tëenen
(groot gelach).
De heer SCHÜLLER: wie trekt dan aan
het touwtje?
De WETHOUDER ontraadt ten stellig
ste het idee-Knuttel inzake een ideeën-
prijsvraag. Jonge handige architecten zou
den daaraan meedoen, doch het zou zeer
traineeren. Spr. berekent een 17 maan
den met het beoordeelen eener jury mee.
En dan nog de uitwerking der plannen!
Zoo zou twee jaar weer verloren gaan.
Nu de plaats aan de Breestraat. Spr.
releveert, wie zich uit den raad daarvooi
al uitspraken en citeert de diverse nota's
enz. die voor de Breestraat opteerden. De
taxatie is zoo objectief mogelijk gedaan,
evenals aan de Steenstraat, niets is op
geschroefd. Voor voldoende reserve is ge
zorgd; bij het plan Dudok zonder uit
breiding zelfs. Het is de bedoeling van
B. en W. in het eerstvolgend praeadvies
de juiste omschrijving aan te geven van
de plaats met kostenberekening tot de
Koornbrugsteeg etc. Ook de heer Dudok,
mocht daartoe worden besloten, zal dan in
de gelegenheid worden gesteld zijn plan
daaraan aan te passen.
Vier redenen zijn er waarom B. en W.
alleen voorstellen bouw met behoud van
den ouden gevel'
le algemeen is de stemming voor het
plan met den ouden gevel.
2e. het noodzakelijk achteruit stellen
van een nieuwen gevel zou een klein plein
tje geven en dit hoort er niet.
3e. een nieuwe gevel zou veel kosten
extra veroorzaken.
4e. een nieuwe gevel zou nutteloos tijd
kosten.
Spr. verdedigt dan nog even den ouden
gevel die niet in waarde is verminderd
door het staan.
Geroep: en de brief van den minister
dan?
De WETHOUDER: daarvoor ben ik niet
verantwoordelijk. Spr. wijst op de uit
spraak van de commissie voor Monumen
tenzorg. Het plan Dudok toont de prac-
tische mogelijkheid van behoud aan.
Verschillende types aan één gebouw is
niet ,hinderlijk. Spr. geeft daarover cita
ten uit het rapport van Monumentenzorg.
De gedachte van den heer Simonis is
eerst wel overwogen, doch daarvan is af
gestapt. Ruimte is er genoeg voor alle
diensten, dat wisten B. en W. al voor den
brand. Bij een referendum onder de be
volking zou de Breestraat als plaats een
geweldig succes worden. Spr. eindigt met
een warm gesteld citaat uit het rapport
van Monumentenzorg.
De VOORZITTER kan na de rede van
den wethouder kort zijn. Alle argumenten
zijn door hem reeds beroerd. Eerlijk wil
spr. zeggen, dat er eenige moed noodig is
om dit vraagstuk weer aan te snijden.
Z.i. staat vast, dat een raadhuiskwestie
feitelijk niet in den raad thuis hoort.
Veel critiek is op B. en W. geoefend en
ook het jongste voorstel is niet overal
goed begrepen. De wijze, waarop de critiek
is geoefend, is onrechtvaardig en zeker
niet op een wijze die de zaak zelf ten
goede kwam. Onverdiende uitdrukkingen
zijn gebezigd en al waren ze verdiend ge
weest, dan waren ze onverstandig. Spr.
kan niet begrijpen, dat deze de zaak iets
nader brengen tot een oplossing. Onge
twijfeld is terecht gezegd, dat er geen lei
ding van B. en W. is. doch dit geldt eerst
vanaf 8 jaar. Totdusver is steeds een vaste
lijn gevolgd.
Het raadsvotum van 8 Juni is z.i. een
onvoorzichtigheid geweest, die zich heeft
gewroken en misschien nog meer wreken
zal. Was toen de commissie aanvaard voor
het plan Dudok. dit zou afgehandeld kun
nen zijn. De trouwelooze bondgenooten
zijn de S.D.A.P.-leden geweest. De heer
Groeneveld deed vferkeerd B. en W. de
levieten te lezen in deze.
Het votum van 8 Juni verbrak de ge
volgde lijn van B. en W., die begrepen dat
een sterke strooming was voor meervou
dige opdracht. Spr. noemt het waarschijn
lijk, dat er geen eenheid was in het col
lege doch nooit is dit gebleken, want nog
niets was afgedaan. Daarom vroeg het
college ook de commissie van beoordee
ling. Sinds het votum van 8 Juni is nooit
een meening in B. en W. geformuleerd.
Plicht was geworden praeadvies uit te
brer.gen over het voorstel der meerderheid
uit den raad en tfat is nu gedaan. Het
college is niet omgezwenkt, het oordeel
was niet geveld, zooals gezegd.
Dit voorstel beslist alleen over de plaats
en is voorts een formuleering van de
meerderheidsidee van den raad, doch geeft
geenszins blijk van de meening van het
college over enkelvoudige of meervoudige
opdracht. Straks kan best blijken, dat B.
en W. geen voorstanders van meervoudige
opdracht zijn. al zijn zij bereid de raads
besluiten uit te voeren Ook over het plan
Dudok zullen B. en W. misschien later nog
wei iets zeggen in het nu volgend praead
vies
De brief van den minister blijft voor
diens rekening. B. en W. zijn verdacht
dezen stap uitgelokt te hebben, doch spr.
kan alleen zeggen: zooals de waard is,
vertrouwt hij zijn gasten.
Niets is onjuister dan dat B. en W.
eenige poging hebben gedaan zoo den
ouden gevel te bewaren. Ook geenszins
noodig daar het ministerie van O. K. en
W. nooit anders wilde, zooals bleek uit
alles, wat van die zijde afkwam.
Te verwonderen is het niet, dat de mi
nister nog eens zijn standpunt uiteen
zette. waar hij vreesde voor den gevel,
RECLAME.
Fijn rozen-parfum en kostbare cocos-oliën'
uit Indo-Chma vormen de voornaamste
bestanddeelen van Dobbelmann s ver
maarde Co-co-ro-so' (Cocosrozenzeep).
Deze*zeep, die reeds sedert 1888 gefa
briceerd wordt volgens "een oud geheim
recept, bezit een eigen bijzondere charme,
die géén andere.zeep .ooitheett weten te
benaderen.
Vraagt üw winkefieT naar"hefvoriglneefe
merkl Co-co-ro;so van.DobbelmannI
7137
gelet op den niet vlotten gang van zaken
inzake den bouw.
Het voorstel van B en W. is alleen ge
baseerd op het voorstel uit den raad, niet
op het schrijven van den minister. B. en
W. hebben volmaakt begrepen, dat publi
catie hen verdacht zou maken, doch zij
aanvaardden dit gelaten. Was 't goed ge
weest nu den brief achter te houden?
Tenslotte raadt hij aan het voorstel van
B. en W. te aanvaarden.
REPLIEKEN.
De heer VAN ECK is het absoluut met
den wethouder oneens, dat de flnantiën
op den achtergrond moeten blijven. Zoo
vaak wordt op zuinigheid aangedrongen
en de S. D. A. P. voelt hier, waar het
over zulke groote sommen gaat, haar ver
antwoordelijkheid zeer. De wethouder
heeft zijn cijfers niet weg kunnen rede
neeren; dat het plan aan de Lammer
markt veel goedkooper is, staat toch vast.
Wethouder SPLINTER: dat heb ik toch
erkend.
De heer v. ECK: Er is licht over heen
geloopen. De wethouder van finantiën
zei niets.
Wethouder GOSLINGA: U zou het mij
bij de begrooting immers inpeperen!
De heer v. ECK: nu is hij beter! Anders
wordt steeds op de finantiën getamboe
reerd, nu laat men deze zijde vrijwel on
aangeroerd, dat ergert spr.
De wethouder geeft de S. D. A. P. de
schuld van de slingerpolitiek, doch zij kan
niet anders. De S. D. A. P. stond steeds
achter B. en W. bij den Stadhuisbouw
doch niet de S. D. A. P. heeft B. en W. in
den steek gelaten omgekeerd. B. en W.
hebben een gedeelte van het eerste voor
stel tot een dubbele opdracht aan den
heer Dudok buiten werking gesteld.
De WETHOUDER: tijdelijk.
De heer v. ECK: ja, zoo heette het. B.
en W. hebben zoo de breuk veroorzaakt.
Onbillijk is het verwijt aan den heer
Schüller, dat hij een half jaar noodig had
voor zijn voorstel. Het is toch heel iets
anders of men ambtenaren heeft of niet.
Van leiding gesproken van B. en W, zij
stellen nu voor een meervoudige opdracht,
III.
<sl
-
V
E
A E I
(Wordt vp. vol^d.)