AGENDA. C. G SMIT BEDEN: Concordia: Protestvergadering werk lozenzorg. Spr. F. v. d. Walle. 8 uur nam. Hooigracht 30. Leger des Heils: Luther- avond. 8 uur nam. „Irene": Bazar Wijkver. VIII. Nam. 2—5 en van 7—11 uur. Stadsgehoorzaal: Vioolconcert Georg Kulenkampff. 8 uur nam. Zaterdag. „Irene": Bazar Wijkver. VIII, Nam. 25 en van 7—11 uur. Stadszaal (foyer): Soirée dansante Brunhilde". 9 uur nam. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 26 Oct tot en niet Zondag 1 Nov. a s. waar genomen door de apotheken: O. F Reyst Steenstraat 35, telef. 136 en A. J.' Donk' Doezastraat 31, telef. 1313. RECLAME. 6930 Steenstraat 49 Telefoon 485 Uw huis voor fijne Vleeschwaren WARME CROQUETTEN EN SALADES. maar zelfopenbaring van wezen. Vorm wordt per sé in het meervoud gedacht. De wereld als geheel van vormen, die als enkel-wezens worden opgevat, is een ge dachte, die reeds aan Leibniz' monadolo- gle ten grondslag ligt. Dan moet echter naar sprekers meening het continuiteits- beginsel worden aangevuld met het arti- culatiebeginsel, dat de zinvolle onderschei ding van vormcomplexen mogelijk maakt. Voor de wijsbegeerte van den godsdienst ligt hierin een metaphysische rechtvaar diging der tolerantiegedachte opgesloten. 2. De veelvormigheid moet begrepen worden als veelheid van gerichte krachten. Met deze tweede stelling is dit bedoeld: vormen zijn te verstaan als krachtpunten, gericht in den tijd, wat spr noemt chrono- tonie. De wereld is dientengevolge te ver staan als een stelsel van in den tijd niet omkeerbare spanningen. Toegepast op het terrein van den godsdienst liggen hierin enkele gedachten, die voor de theologie van belang zijn: Voorzienigheid, bestem ming. en het gebod der ure; dit laatste op grond van de toepassing van het articu latieprincipe in het tijdsgebeuren. 3. De zin der gerichte veelvormigheid is volheid. Gericht zijn sluit een doel-voor- steUing in. Nu kan dat doel, of de zin van de veelheid der wereld, alleen liggen in de volheid dier veelheid, die door spr. als vol heid Gods of het stelsel der aeonen wordt aangeduid. Van hieruit komt dan de vierde stel ling op: 4. Het gericht zijn tot en vanuit de vol heid ontsluit den weg der veelvormigheid als dubbele vervulling: opgang tot ver geestelijking en neergang tot verstoffe lijking. Eigenlijk bedoelt deze „dubbele" vervui ling het voor de geschiedfilosofie onmis bare concept der Evolutie (d.i. vergeeste lijking) te verbinden met en te verdiepen door dat der Involutie, d.i. de drang van het zijn om tot Aanzijn te komen (d.i. verstoffelijking). Zoo behooren dan deze werkhypothese en het moderne godsdienst besef bij elkaar als theorie en praktijk van eenzelfde geestelijke type. Spr. besloot met de gebruikelijke toe spraken. LEZING VAN Dr. P. D. TJALSMA. UITVOERING ZANGSCHOOL „MIJ. TOT NUT VAN HET ALGEMEEN". Zoo was dan weer de lang verbelde avond voor de Zangschool van de „MIJ. tot Nut v. h. Algemeen" aangebroken! En een mooie avond werd het! Ongeveer zestig leerlingen waren op het podium rondom de vleugel geschaard. De ijverige directrice mevr. v. Leeuwen- de Paauw was weer paraat. De heer Han Zirkzee, de serieuse begeleider verving op uitstekende wijze de plaats van mej. Tbos Gleus en tenslotte was daar de heer Meer burg, de trouwe helper der school op zijn post. Begonnen werd met de groote cantate „De zeven zonnestralen" van Cath. v. Rennes. Op vlotte wijze werd dit moeilijke werkje uitgevoerd, waarbij ook de kleintjes zich dapper weerden. Het was zeker het hoogtepunt van den avond omdat de gc- heele school daaraan meewerkte. Hierna volgden voor de grooteren eenige Hollandsche, Duitsche en Fransche liede ren, waarvan o.a. het „Ich harrete des Herrn" toonde, dat er ernstig door de leerlingen gestudeerd wordt. De heer van Eecke sprak in hartelijke bewoordingen mevr. v. Leeuwen en de heeren Meerburg en Zirkzee toe. Na de pauze volgde de operette „de Varkenshoeder", het sprookje van Grimm, door de geintjes. De hoofdrollen werden hier eveneens door de leerlingetjes der school vervuld, hetgeen wel als een bijzonderheid mag aangemerkt worden. De prinses was goed bij stem en de voordracht bleek vrij evenals die van den prins De keizer mag nog wat meer los heid en durf toonen. De hofdames, de jagers en de vele anderen maakten er met pleizier het beste van Met kleine middelen werd hier zeker iets aardigs gepresteerd! Met groote voldoening is het program ma door de volle zaal aangehoord. Aan mevr. v. Leeuwen en de heeren Meerburg en Zirkzee werden eenige bloemstukken en cadeaux overhandigd. Wij weten, dat het gebodene niet de hoofdzaak van dit onderwijs is, doch wel het leeren lezen van muziek en van de noodige notenkennis, om de leerlingen in staat te stellen later bruikbare leden van een zangkoor te worden. Deze avond heeft opnieuw het bewijs geleverd, dat op dit gebied veel bereikt wordt en men er op prettige wijze nuttig werk verricht! De tragiek van het moderne huwelijk. In de Remonstrantsche kerk sprak dr. Tjalsma gisteravond zijn tweede winter- lezing over bovenstaand onderwerp uit. De belangstelling voor dezen avond was buitengewoon groot: velen moesten zich met een plaats op de galerijen verge noegen. Spr. ving aan met een schildering van het moderne huwelijk, gelijk Jacob Was serman die in een van zijn boeken geeft; stelde daarna de vraag hoe dat heden- daagsche huwelijk nu eigenlijk beschouwd moet worden: als décadentie verschijnsel of als overgangsvorm of misschien als iets wat toch in wezen niet veel verschilt met het huwelijk uit vroeger tijden. Wat dit laatste betreft, zeker is een grootere open heid en eerlijkheid kenmerkend geworden voor den omgang der geslachten, voor verloving en huwelijk onzer dagen. Alvorens over de tragische kanten in het moderne huwelijk te spreken wilde spr. eerst een woord wijden aan de tragiek van het huwelijk in het algemeen Want het wezen van het huwelijk sluit een stuk tragiek in. Immers, 't huwelijk is nog iets anders dan vanzelfsprekendheid, bevredi ging der zinnenliefde of voortplantings- drift. het is iets anders dan experiment of toevals'oand verstandelijke berekening en overlegginghet huwelijk is in zijn wezen, naar Keyserling's definitie, een ellips met twee brandpunten waartusschen een spanning blijft bestaan twee brand punten dlie op elkaar zijn aangewezen, maar toch in elkaar nooit kunnen opgaan en versmelten. Deze definitie sluit tragiek in. De mensch is gemeenschapswezen, hij zoekt completeering van zich zelf in den ander, maar de mensch blijft toch ook zichzelf, een brok eenzaamheid. Dat be- teekent tragiek: eeuwig tot elkaar gedre ven worden en toch ook altiid de distan tie kennen. Maar is dit de tragiek van alle menschelijk leven en samenleven niet? Hiervan zal hij alleen weten die geestelijk leeft, die zijn huwelijk weet als een strijd van twee door God geschapen wezens om te groeien naar elkander. En zoo is het tragische van veel huwelijken, dat om het paradoxaal te zeggen deze tragiek, deze wezenstragiek niet wordt beseft. Welke factoren hebben het moderne hu welijk zulk een geheel ander karakter ge geven? Dr. Tjalsma sprak resp, over de veranderde kijk op het sexueele leven en de revolutie der moderne vrouw. Op beide terreinen heeft zich een algeheele omwen teling voltrokken: opener staat men te genover het sexueele leven, en „eben- bürtig" heeft zich de hedendaagsche vrouw aan den man gemaakt. Dit kon niet uit blijven. Of het echter ook niet bedenke lijke kanten heeft? Spr. bevestigt dit en toonde dit aan, wijzend op de gevaren van een sexueel vroeg wijs zijn en op de ver mannelijking der vrouw. Waarin schuilt nu de tragiek van het moderne huwelijk? Ten eerste in de sterke accentueering van het zinnelijke, sexueele leven, waardoor zoo vaak al het andere, het geestelijke element, zonder welk geen huwelijk kan, overwoekerd wordt, terwijl toch het verlangen naar het geestelijk contact wel bestaat en het gemis smarte lijk wordt gevoeld, maar men weet niet hoe het te vinden. Vandaar de vele matte, uitgebluschte huwelijken onzer dagen, waarin indertijd de waarschuwing over het hoofd is gezien: „ziet toe op welken grond gij uw huwelijkshuis bouwt." Ten tweede is de emancipatie der moder ne vrouw een bron van huwelijkstragiek. Hierdoor hebben veel huwelijken dat losse en vlakke karakter gekregen, man en vrouw hebben elk hun eigen levensinteres sen en leven langs elkander heen, wat hebben zij elkander nog te zeggen en te geven? Hoe het moderne gezin, waar vader en moeder aldus het voorbeeld geven, er uit kan zien. teeker.de spr. met een raak voorbeeld uit een boek van prof. Van Holk Het tragische is. dat ook hier gemis wordt gevoeld. Een derde bron van huwelijkstragiek ligt in het moderne leven zelf met zijn sterk relativeerend karakter en zijn onrust- tempo, Het eerste doet al te vaak huwe lijksliefde en trouw verdwijnen, het andere zet het huwelijk zoo vaak in een maal stroom van bezigheden, arbeid en taak, waardoor de bezinning, de rust ten eenen- male wijken gaat. waarbij nog komt dat immers de aard van den man zich meer richt op de wereld, die van de vrouw op de liefde zelf: nieuwe bron van smarte lijke conflicten! Ook in het moderne huwelijk, aldus dr Tjalsma. blijkt dat de moderne mensch veraf is van God: in het huwelijk wordt immers te zeer gemeid het besef dat het ten diepste een zaak is van geloof. Het huwelijk heeft zijn sacramenteel karakter verloren. Hoe zal de toekomst zijn. wat zal die brengen? Noch in de „proefhuwelijken" van Llndsev, noch in de Sowjet-huwelij- ken ziet spr. toekomst. Wij kunnen niet profeteeren Maar spr. meent dat. wat ook wisselen zal. toch de eeuwigheidskern van het huwelijk niet zal kunnen sterven. Wij blijven gelooven, dat er een weg is van het moderne huwelijk naar God toe en dat op dien weg op de een of andere wijze hoogste, gerijpte liefde en deemoedig, ver antwoordelijk geloof niet zullen ont breken. In groote aandacht hebben de talrijke aanwezigen naar deze tweede lezing ge luisterd. De derde voordracht zal a.s. Donderdag 5 Nov. (dus niet over twee weken i plaats hebben. Gesproken zal dan worden over „de Zonden onzer Samen leving"! MILITARIA. De kapitein J. D. Lier en de sergeant D. Blotkamp. beide van het 4e reg. inf.. zijn aangewezen voor het volgen van een cursus aan de 1ste stormschool te Waals dorp, van 2 tot 13 November e.k. De sergeant G. Schouten van het 4e reg. inf. wordt met ingang van 1 Januari 1932 ontheven van zijn functie als kamp wachter aan de garnizoensschietbanen te Katwijk aan Zee. Als zijn plaatsvervanger is door den garnizoenscommandant aangewezen de sergeant-majoor-administrateur De Geus, thans werkzaam bij den staf van het 4e reg. Infanterie. De commandant van de le compagnie politletroepen te 's-Gravenhage. kapitein v. d. Schrieck nam gisteren afscheid van het personeel der politletroepen van de groep Leiden in verband met zijn over plaatsing op 1 November e.k. bij den staf van het korps. VEREENIGING VOOR STAATKUNDE. Mr. H. J. Wytema over „liet ontwerp - Pachtwet". In de gisteravond in de eetzaal van sociëteit .Minerva" gehouden vergadering der Vereeniglng voor Staatkunde, heeft mr, H. J. Wytema het onderwerp ingeleid ..Het ontwerp^Pachtwet". Hieraan is het volgende ontleend: De tweede helft van de vorige eeuw kenmerkt zich vooral door het ontwaken van socaal besef. De groote landbouwcrisis (ongeveer 18781895) opent de oogen van velen voor verkeerde toestanden in den landbouw en in de landbouworganisatie. Tot uiting komt dit in onderscheidene studies op agrarisch-economisch gebied (o.a. Moltzer) en het eenige malen aan de orde stellen van het pachtvraagstuk. Van de staatscommissie, ingesteld in 1880, de z.g. Landbouwcommissie. verschijnt ln 1892 een advies over het pachtwezen. De staatscommissie voor den landbouw van 1906 publiceert in 1912 hare rapporten (7 deelen), waarin grondige studies over het pachtwezen on het pachtcontract, zoowel in Nederland als daarbuiten opgenomen zijn. In 1919 wordt weer een staatscommissie ingesteld, met opdracht: a. te onderzoeken of er grond is voor herziening van de vierde afdeeling van den zevenden titel van het derde boek van het Burgerlijk Wetboek en bij bevestiging van deze vraag aan te geven welke wijzi gingen behooren te zijn; b. na te gaan of de bestaande bijzon dere tijdsomstandigheden aanleiding geven tot het maken van een regeling om op drijving van de huurprijzen te voorkomen cn bij bevestiging van deze vraag zoo danige regeling te ontwerpen Deze commissie, naar haren voorzitter prof. mr. P. A. Diepenhorst, ook commissie- Diepenhorst genaamd, vatte eerst het on der b. genoemde deel van haar opdracht aan en deed als resultaat daarvan in 1920 een verslag (deel I) verschijnen.Gevolg van dit verslag was de indiening bij ko ninklijke boodschap van 12 Januari 1922 van een wetsontwerp tot regeling van ver laging en verhooging van pachtprijzen. In het voorloopig verslag van de Tweede Ka mer vond dit ontwerp zoo veel tegenkan ting, dat het werd ingetrokken. In 1923 verscheen het tweede aeei van het verslag der staatscommissie voor het pachtvraagstuk met een ontwerp van wet op de pachtcommissies en een ontwerp van wet, houdende bepalingen tot wijzi ging in de bestaande wetgeving, alle drie van toelichtende memories voorzien Dit tweede deel van hetverslag en de ont werpen vonden geen' onverdeeld gunstig onthaal. Sommigen hadden radicalere voorstellen verwacht of gehoopt, anderen waren van oordeel dat de commissie-Die penhorst veel te ver was gegaan: clez^ laatsten zagen in het ontwerp-pacht een eenzijdige bevoordeeling van den pachter, die door de werkelijkheid niet gerecht vaardigd werd. Bij Koninkl. boodschap van 29 Juni 1929 diende de regeering bij de Tweede Kamer in twee ontwerpen van wet; het eene bevatte een nieuwe regeling van de pacht, liet andere een regeling van de pachtcom missies. Het voorloopig verslag van de Tweede Kamer verscheen 6 Januari 1930. de me morie van antwoord, gevolgd door een nota van wijzigingen, waarin aan onder scheidene wenschen van de Tweede Ka mer was tegemoet gekomen, zag einde September 1930 het licht. Nog vóór de be handeling van de begrooting werden de pachtontwerpen op de agenda geplaatst in verband met de wereldcrisis heette er haast bij te zijn zoodat de openbare behandeling in de Tweede Kamer reeds op 23 October 1930 aanving. Na hier en daar vrij ingrijpend geamendeerd te zijn, werd het eerste ontwerp den 12en Novem ber 1930 aangenomen met 6526 stem men, het andere ontwerp denzelfden dag zonder hoofdelijke stemming. De hoofdzaken van de nieuwe regeling van de pacht zijn: I. Het recht op napacht of continuatie- recht (art 1636). De staatscommissie van 1919 had dit instituut niet aangedurfd. Wel was zij niet blind voor de voordeelen ervan: grootere bedrijfszekerheid voor den zittenden pachter en daardoor betere en intensievere bewerking van den grond, sterkere band tusschen den boer en den door hem bewerkten grond, opheffing van tallooze onbillijkheden, doordat onredelijke opzegging van de pacht voorkomen zou worden, maar zij achtte de nadeelen van dit stelsel toch te groot: voorrang van den zittenden pachter, niet alleen tegen later opkomende gegadigden voor het land, maar ook tegen den eigenaar-gebruiker verstarring van de sociale verhoudingen ton platte lande, uitschakeling van de con currentie, waardoor de energiekste pach ters vaak geen kans krijgen zouden, waar dedaling van den grond, vrees voor ont duiking, verslechtering van de verhouding pachter-verpachter en ten slotte, recht op napacht zou noodzakelijk moeten leiden tot vastselling van de pacht-som door de overheid. II. Het recht op vergoeding voor verbete ringen door den pachter aangebracht (art. 1630). Bij pacht van langer dan één jaar heeft de pachter recht op schadeloosstel ling voor de verbeteringen, in de laatste tien jaar door hem aangebracht, mits hij onder opgave van de raming der kosten tijdig den verpachter van de voorgenomen verbeteringen heeft in kennis gesteld. III. Verhooging en verlaging van pacht (artt. 1630a en 1632) Het risico voor ge wone ongunstige omstandigheden waar onder daling van de producten-prijzen wordt begrepen blijft voor rekening van den pachter; bij buitengewone ongunstige omstandigheden kan de rechter hem ver mindering van Dachtnrijs toestaan in dien de opbrengst van het bedrijf aanzien lijk minder is geweest, dan bij het aan gaan der overeenkomst te verwachten was. Verhooging van pachtprijs kan de rechter toestaan, als den verpachter door publiek rechtelijke lichamen aanzienlijk hoogere en onvoorziene lasten worden opgelegd wegens buitengewone werken, waardoor het verpachte gebaat wordt. Van de bepalingen I, II en III mag niet worden afgeweken op straffe van nietigheid IV. Pachtcontracten voor bepaalden tijd en voor langer dan een jaar moeten schrif telijk zijn. Bij gebreke van den schriftelij ken vorm wordt de overeenkomst geacht voor onbepaalden tijd te zijn aangegaan. V. De opzeggingstermijn is altijd 18 maanden (aanvankelijk voorstel 1 jaar). VI Na den dood van den pachter kan het contract door den rechter ontbonden worden verklaard op verzoek van een van beide partijen of kan één der erven als opvolger worden aangewezen, (art. 1634). VII. De kantonrechter wordt bevoegde rechter in pachtzaken. VIII. Er worden pachteommissies inge steld met voornamelijk adviseerende be voegdheden. In sommige gevallen moeten zij worden gehoord door den kanton rechter. Het aanvankelijk voorstel der regeering op voetspoor der commissie-Diepenhorst, om pacht tot zakelijk recht te promovee- ren, is op aandrang van de Tweede Kamer in haar voorloopig verslag, aan welken aandrang 't vrijwel eenstemmig verzet uit juridische kringen wel niet vreemd ge weest zal zijn, bij de memorie van ant woord teruggenomen. Tenslotte ontvouwde de inleider de vol gende stellingen: 1. Het recht op napacht, zooals dat in het ontwerp-pachtwet geregeld is, is geen ongeoorloofde aantasting van den grond eigendom. 2. Het door tegenstanders van het con- tinuatierecht gevreesde gevolg daarvan, waardedaling van den grond, zal zich .slechts doen gevoelen bij die grondeige naren. die meenen, dat de grond voorna melijk handelsvoorwerp is, quod non. 3. De waarde van den grond wordt be paald door de opbrengstmogelijkheid, niet door den koopprijs. 4. Het is billijk, dat het risico voor bui tengewone ongunstige omstandigheden wordt gedeeld door den pachter en den verpachter. 5. Door de tegenstanders van de nieuwe regeling van de pacht wordt de functie van den rechter in pachtzaken onderschat of ten onrechte gewantrouwd. Er ontspon zich naar aanleiding van deze stellingen een geanimeerd debat, waaraan, o.a. werd deelgenomen door prof. Kranenburg en mr. Moolenaar. INDISCHE WEEK AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT 1931. De Senaatscommissie voor de Indische Week heeft het volgende programma samengesteld Dinsdag 17 November: W. P. Hillen, Oud- Gouverneur van West-Java: De evolutie sedert 1900 van het bestuursambt in Ned.- Indië, in het bijzonder op Java en Madoera, in het Klein-Auditorium, aan vang 4.15 .n.m. Donderdag 19 November: Dr. G. W. J. Drewes, hoofd van het kantoor voor Volks lectuur te Batavia: Hedendaagsche Indo nesische Literatuur, in het Klein-Audito rium, aanvang 4.15 n.m. De Nederlandsche Oceanographische ex peditie van Hr. Ms. „Willebrord Snellius". Dinsdag 3 November. a. Dr. Ph. H. Kuenen, Oceanographie en Geologie, in het Groot-Auditorium, aan vang 8 uur n.m. Dinsdag 10 November: b. Prof. Dr. H. Boschma, Biologie, in het Groot-Auditorium, aanvang 8 uur n.m. Dinsdag 24 November: c. Dr. Ph. H. Kuenen, Film over de Snel- lius-Expeditie, in het Instituut voor Tro pische Geneeskunde, Rapenburg 33, aan vang 7 Vt uur n.m. Zoo noodig zal de film voor de tweede maal vertoond worden te 9 uur n.m. Dinsdag 1 December: Prof. P. C. Flu, in het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Rapenburg 33, aanvang 8 uur n.m. Het Malaria-vraagstuk in de Nederlandsche Koloniën (met lichtbeelden). LAMPIONOPTOCHT DE GRAAL. Hedenavond houdt de Graal een lam pionoptocht. Bedoeld wordt het vieren van Allerheiligen door een optocht in stilte, dus een bedetocht. Vorig jaar is deze voor 't eerst te Amsterdam gehouden, thans vindt deze plaats in alle plaatsen waar „de Graal" is gevestigd. Om 7 uur heeft eerst een Lof plaats in de Lodewijkskerk, waarna de optocht volgt langs volgende route: Steenschuur, Hoogewoerd. Hooigracht, Pelikaanstraat. Oude Vest, Mare. Vrouwen- kerkkoorsteeg, Vrouwensteeg, Boommarkt, Princessekade, Rapenburg, Doezastraat, Zoeterw. Singel, Utrechtsche Veer, Nieuwe Rijn, Heerengracht, Oude Vest. Pelikaan straat, v. d. Werffstraat, waar de stoet ontbonden wordt. RECLAME. TUINIERS- EN BLOEMISTENVEREEN. „DOOR EENDRACHT VERBONDEN." Bovengenoemde vereeniging hield in den afgeloopen zomer een wedstrijd in het aanleggen en onderhouden van tuinen Door de heeren E. Th. Witte, Jan Krlest Jzn., en Joh. Jonker, werden de tuinen driemaal gekeurd en de prijzen als volgt toegekend. Afö. Vaklieden: H. Koome, 1ste pr. en I wisselbeker, met 83 punten: J. v. d. Berg, j 2de pr. met 72 pnt.; A. Kuivenhoven 3de pr. met 67 pnt.; M. Galjaard 4de pr. met 61 pnt. en C. Pauw, 5de pr. met 56 punten. Afd. Particulieren: C. Smit. 1ste pr. met 81 punten; P. Verhagen, 1ste pr. met 80 pnt.; G. A. Brandt 2de pr. 72 pnt.: Th. Buys 3de pr., 68 pnt.; H. Slechtenhorst 3de pr. 67 pnt.; G. de Vrind 3de pr. met 65 pnt.; H. v. d. Leek 4de pr. met 63 pnt.; A. Lepelaar 4de pr. met 62 pnt.; J. Ph. v. d. Bosch 5de pr.. 60 pnt.; W. Bey 5de pr. 60 pnt.; P. de Jong 5de pr. 58 pnt. In een daartoe belegde buitengewone vergadering, werden gisteravond de prij zen, bestaande uit kunstvoorwerpen of medailles uitgereikt, door den eere-voor zitter der vereeniging, den heer Jan Kriest Jzn. Het bestuur had den heer G. J. van der Berg. een der oprichters der vereeniging met zijn-echtgenoote op deze bijeenkomst uitgenoodigd in verband met ztin gouden huwelijksfeest. Nadat zij met een ..lang zullen zij leven" waren binnengeleid, werden zij op buitengewoon hartelijke wijze door den voorzitter toegesproken en hun een fraai schilderij namens de vereeniging aange boden en aan mej. v. d. Berg een mooie plant. Nadat de heer v. d. Berg zijn dank had uitgesproken, was deze hartelijke huldi ging afgeloopen en bleef men nog een poosje gezellig bijeen. HEERLIJK VERZACHTEND in de keel - die frissche verkoelen de Lökerolsmaak. Millioenen men- schen gebruiken 't alle dag. Waarom zoudi ge ook nief? 't Helpt - heusch! Lakorol wordt oHoen verkocht door erkende Apothokers en Drogisten. Groote doos (blik) 50 ct. Kleine doos (carton) 30 cl. Lakerol „Smokers" Pastilles 30 ct. p. d. 6847 VER. TOT BEV. DER BOUWKUNST. Lezing van ir. v. d. Steen van Ommeren over „Polderstedenbouw". De voorzitter, de heer J. A. Verhoog, opende met een opwekkend woord, deze eerste vergadering in het seizoen. Nadat de notulen waren goedgekeurd, was het woord aan den spreker voor dezen' avond. jr. F. C. J. v. den Steen van Om meren, adj .-directeur van gemeentewerken te 's-Gravenhage, die tot onderwerp had gekozen: „Polderstedenbouw". De heer Fred. A. Wempe zendt ons daar van het volgende verslag": Spreker begon er op te wijzen, dat een van de moeilijkste problemen waarvoor de Stedenbouw gesteld wordt, het bouwen is van dorpen of steden daar waar de natuur niet de geringste afwisseling of richtlijnen voor een dergelijken bouw aan de hand heeft gedaan. Moet men een stad bouwen aan een rivier of beek, in een dal of op een heu vel. aan een inham der zee of langs een meer, dan zal iedereen het geografisch ge geven, dat ons daarbij geboden wordt, met beide handen aangrijpen om daaraan de hoofdlijnen van zijn plan vast te leggen, maar de grootste moeite ontstaat daar, waar men een bebouwde kom moet schep pen op een plaats die niet de minste af wisseling biedt, op een situatie zooais ons polderland die geeft, ééntonig van kleur en vlak als een scheerbekken, alleen door sneden door rechte slooten die aan even- zoovele arceeringen op een kaart doen denken. Voor die buitengewoon moeilijke taak stonden onze voorouders geplaatst, toen zij steden moesten bouwen in om polderland. Toch hebben zij die opgave volbracht op een wijze die buitengewoon mag heeten en hun scheppingen legger, nog heden ten dage getuigenis af van hun inzicht in het oplossen van stedebouw- kundige problemen gepaard gaande aan schoonheidsopvattingen, die maar zelden overtroffen zijn. Ons voorgeslacht heeft de moeilijke pro blemen voor de omstandigheden en eischen die toen bestonden, voortreffelijï weten op te lossen; daarop is een geslacht gevolgd, dat de groote waarheden totaal vergeten heeft en bij de stadsuitleg onver geeflijke fouten heeft gemaakt waardoor groote stadsgedeelten blijvend verknoei! zijn. Hierop is de laatste tientallen jam een generatie gevolgd, die, deze fouten in ziende, wederom als weleer tracht tern te keeren tot een combinatie van nut c. schoonheid, maar nu aangepast aan d( thans geldende eischen van verkeer ec hygiëne. Dit als inleiding beschouwende stel® spreker vervolgens de epidiascoop in wer king en werd op het scherm allereerst in beeld gebracht een van onze oudste stad jes ill Holland's Noorderkwartier. Alkmaar Een enkele blik op de bekende kaart van die streek uit den tüd van 1288. bï- werkt door Staatsraad mr. G. de Vries Azn„ in 1865 vervaardigd, doet zien hot te midden van tallooze meren en meer tjes, de bewoners van toen hun stad heb ben gebouwd juist op het stuk boezemlano daar midden in al dat water. Hieruit bleek dat onze voorouders hun steden noort bouwden in den polder, doch steeds op hooger gelegen gedeelten, de z.g.n. boe- zemgronden. Spreker wees hierbij ook vooral op ot mooie plattegronden van die oud-Hollana- sche steden zoowel uit een oogpunt van economie als voor de verdediging tegen den vijand van buiten. Zoo werden aan van Alkmaar. Leiden. Amsterdam. Dein Rotterdam en Gouda de plattegronden en oude gebouwen geprojecteerd, \vaarD8 spreker tal van historische bijzonderheden vermeldde en waarbij de schoone bolwer ken met de even sierlijke Poortgebouwen en bruggen de speciale aandacht trokseu. Bij de besprekingen der rioolstelsels M me plaatsen werd vooral Rotterdam als ee slecht voorbeeld aangehaald, waar oe hoofdriolen ongefundeerd op het maai veld rusten en met dit maaiveld mede z gezakt, v/aardoor vooral in het Noordeiu gedeelte der stad, de secondaire riolen JU de voorgevels afgekraakt zijn en de Doe gaat rotten. Men wist daarop echter w" raad, want men legde er maar weer e nieuw riool boven op en zakte dit w weg, dan maar weer een er boven, o kent spreker een straat in Rotterdam- waar negen riolen liggen. BhJkbaar men dit goedkooner dan direct het eer riool goed te fundeeren. rt. Resumeerende heeft spreker en door fraaie lichtbeelden èn door zii" B „vio. toelichtingen en geschiedkundige vers» ringen een duidelijk beeld Se?ev™ den bouw van onze oude Hollandsche po dersteden dat met groote aandacht ^De'voorzitter richtte ten slotte 'n woord van grooten dank aan den spreker I zijn belangwekkende voordracht. Nadat de spreker nog enkele "a®fn,n(?. beantwoord, sloot de voorzitter deze ressante vergadering. DIAMANTEN DOCTORAAT. Woensdag 11 November a.s. zal het zes tig jaar geleden zijn dat mr. H. J. Dljck- meester tDen Haag aan de Leidsche Universiteit promoveerde tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Zondag a.s. zal het 40 jaar s"--t zijn, dat onze stadgenoot, de heer B. n hoff, chef van het expeditiepersoneeiu» N.V. Meelfabriek „De Sleutels' voorne de Koster en Co. bij genoemde vennw schap in dienst trad. Met ingang van 1 November a-S- aan de agenten van politie 1ste Kia- Wlelinga, Witmans, de Looff en Erna de rang van brigadier toegekend. Bit de N.V. Leidsche Ultgeversmaak schappij is de inaugureele rede van Pr dr. L. J van Holk over .Dynamisch pin™ lisme" in druk verschenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 2