AGENDA.
C. G SMIT
BEDEN:
Concordia: Protestvergadering werk
lozenzorg. Spr. F. v. d. Walle. 8 uur nam.
Hooigracht 30. Leger des Heils: Luther-
avond. 8 uur nam.
„Irene": Bazar Wijkver. VIII. Nam. 2—5
en van 7—11 uur.
Stadsgehoorzaal: Vioolconcert Georg
Kulenkampff. 8 uur nam.
Zaterdag.
„Irene": Bazar Wijkver. VIII, Nam. 25
en van 7—11 uur.
Stadszaal (foyer): Soirée dansante
Brunhilde". 9 uur nam.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst
der apotheken wordt van Maandag 26 Oct
tot en niet Zondag 1 Nov. a s. waar
genomen door de apotheken: O. F Reyst
Steenstraat 35, telef. 136 en A. J.' Donk'
Doezastraat 31, telef. 1313.
RECLAME.
6930
Steenstraat 49 Telefoon 485
Uw huis voor fijne Vleeschwaren
WARME CROQUETTEN
EN SALADES.
maar zelfopenbaring van wezen. Vorm
wordt per sé in het meervoud gedacht. De
wereld als geheel van vormen, die als
enkel-wezens worden opgevat, is een ge
dachte, die reeds aan Leibniz' monadolo-
gle ten grondslag ligt. Dan moet echter
naar sprekers meening het continuiteits-
beginsel worden aangevuld met het arti-
culatiebeginsel, dat de zinvolle onderschei
ding van vormcomplexen mogelijk maakt.
Voor de wijsbegeerte van den godsdienst
ligt hierin een metaphysische rechtvaar
diging der tolerantiegedachte opgesloten.
2. De veelvormigheid moet begrepen
worden als veelheid van gerichte krachten.
Met deze tweede stelling is dit bedoeld:
vormen zijn te verstaan als krachtpunten,
gericht in den tijd, wat spr noemt chrono-
tonie. De wereld is dientengevolge te ver
staan als een stelsel van in den tijd niet
omkeerbare spanningen. Toegepast op het
terrein van den godsdienst liggen hierin
enkele gedachten, die voor de theologie
van belang zijn: Voorzienigheid, bestem
ming. en het gebod der ure; dit laatste op
grond van de toepassing van het articu
latieprincipe in het tijdsgebeuren.
3. De zin der gerichte veelvormigheid is
volheid. Gericht zijn sluit een doel-voor-
steUing in. Nu kan dat doel, of de zin van
de veelheid der wereld, alleen liggen in de
volheid dier veelheid, die door spr. als vol
heid Gods of het stelsel der aeonen wordt
aangeduid.
Van hieruit komt dan de vierde stel
ling op:
4. Het gericht zijn tot en vanuit de vol
heid ontsluit den weg der veelvormigheid
als dubbele vervulling: opgang tot ver
geestelijking en neergang tot verstoffe
lijking.
Eigenlijk bedoelt deze „dubbele" vervui
ling het voor de geschiedfilosofie onmis
bare concept der Evolutie (d.i. vergeeste
lijking) te verbinden met en te verdiepen
door dat der Involutie, d.i. de drang van
het zijn om tot Aanzijn te komen (d.i.
verstoffelijking). Zoo behooren dan deze
werkhypothese en het moderne godsdienst
besef bij elkaar als theorie en praktijk van
eenzelfde geestelijke type.
Spr. besloot met de gebruikelijke toe
spraken.
LEZING VAN Dr. P. D. TJALSMA.
UITVOERING ZANGSCHOOL
„MIJ. TOT NUT VAN HET ALGEMEEN".
Zoo was dan weer de lang verbelde
avond voor de Zangschool van de „MIJ.
tot Nut v. h. Algemeen" aangebroken! En
een mooie avond werd het!
Ongeveer zestig leerlingen waren op
het podium rondom de vleugel geschaard.
De ijverige directrice mevr. v. Leeuwen-
de Paauw was weer paraat. De heer Han
Zirkzee, de serieuse begeleider verving op
uitstekende wijze de plaats van mej. Tbos
Gleus en tenslotte was daar de heer Meer
burg, de trouwe helper der school op
zijn post.
Begonnen werd met de groote cantate
„De zeven zonnestralen" van Cath. v.
Rennes.
Op vlotte wijze werd dit moeilijke werkje
uitgevoerd, waarbij ook de kleintjes zich
dapper weerden. Het was zeker het
hoogtepunt van den avond omdat de gc-
heele school daaraan meewerkte.
Hierna volgden voor de grooteren eenige
Hollandsche, Duitsche en Fransche liede
ren, waarvan o.a. het „Ich harrete des
Herrn" toonde, dat er ernstig door de
leerlingen gestudeerd wordt.
De heer van Eecke sprak in hartelijke
bewoordingen mevr. v. Leeuwen en de
heeren Meerburg en Zirkzee toe.
Na de pauze volgde de operette „de
Varkenshoeder", het sprookje van Grimm,
door de geintjes.
De hoofdrollen werden hier eveneens
door de leerlingetjes der school vervuld,
hetgeen wel als een bijzonderheid mag
aangemerkt worden.
De prinses was goed bij stem en de
voordracht bleek vrij evenals die van den
prins De keizer mag nog wat meer los
heid en durf toonen. De hofdames, de
jagers en de vele anderen maakten er
met pleizier het beste van
Met kleine middelen werd hier zeker
iets aardigs gepresteerd!
Met groote voldoening is het program
ma door de volle zaal aangehoord. Aan
mevr. v. Leeuwen en de heeren Meerburg
en Zirkzee werden eenige bloemstukken
en cadeaux overhandigd.
Wij weten, dat het gebodene niet de
hoofdzaak van dit onderwijs is, doch wel
het leeren lezen van muziek en van de
noodige notenkennis, om de leerlingen in
staat te stellen later bruikbare leden van
een zangkoor te worden.
Deze avond heeft opnieuw het bewijs
geleverd, dat op dit gebied veel bereikt
wordt en men er op prettige wijze nuttig
werk verricht!
De tragiek van het moderne huwelijk.
In de Remonstrantsche kerk sprak dr.
Tjalsma gisteravond zijn tweede winter-
lezing over bovenstaand onderwerp uit.
De belangstelling voor dezen avond was
buitengewoon groot: velen moesten zich
met een plaats op de galerijen verge
noegen.
Spr. ving aan met een schildering van
het moderne huwelijk, gelijk Jacob Was
serman die in een van zijn boeken geeft;
stelde daarna de vraag hoe dat heden-
daagsche huwelijk nu eigenlijk beschouwd
moet worden: als décadentie verschijnsel
of als overgangsvorm of misschien als iets
wat toch in wezen niet veel verschilt met
het huwelijk uit vroeger tijden. Wat dit
laatste betreft, zeker is een grootere open
heid en eerlijkheid kenmerkend geworden
voor den omgang der geslachten, voor
verloving en huwelijk onzer dagen.
Alvorens over de tragische kanten in
het moderne huwelijk te spreken wilde
spr. eerst een woord wijden aan de tragiek
van het huwelijk in het algemeen Want
het wezen van het huwelijk sluit een stuk
tragiek in. Immers, 't huwelijk is nog iets
anders dan vanzelfsprekendheid, bevredi
ging der zinnenliefde of voortplantings-
drift. het is iets anders dan experiment
of toevals'oand verstandelijke berekening
en overlegginghet huwelijk is in zijn
wezen, naar Keyserling's definitie, een
ellips met twee brandpunten waartusschen
een spanning blijft bestaan twee brand
punten dlie op elkaar zijn aangewezen,
maar toch in elkaar nooit kunnen opgaan
en versmelten. Deze definitie sluit tragiek
in. De mensch is gemeenschapswezen, hij
zoekt completeering van zich zelf in den
ander, maar de mensch blijft toch ook
zichzelf, een brok eenzaamheid. Dat be-
teekent tragiek: eeuwig tot elkaar gedre
ven worden en toch ook altiid de distan
tie kennen. Maar is dit de tragiek van alle
menschelijk leven en samenleven niet?
Hiervan zal hij alleen weten die geestelijk
leeft, die zijn huwelijk weet als een strijd
van twee door God geschapen wezens om
te groeien naar elkander. En zoo is het
tragische van veel huwelijken, dat om
het paradoxaal te zeggen deze tragiek,
deze wezenstragiek niet wordt beseft.
Welke factoren hebben het moderne hu
welijk zulk een geheel ander karakter ge
geven? Dr. Tjalsma sprak resp, over de
veranderde kijk op het sexueele leven en
de revolutie der moderne vrouw. Op beide
terreinen heeft zich een algeheele omwen
teling voltrokken: opener staat men te
genover het sexueele leven, en „eben-
bürtig" heeft zich de hedendaagsche vrouw
aan den man gemaakt. Dit kon niet uit
blijven. Of het echter ook niet bedenke
lijke kanten heeft? Spr. bevestigt dit en
toonde dit aan, wijzend op de gevaren van
een sexueel vroeg wijs zijn en op de ver
mannelijking der vrouw.
Waarin schuilt nu de tragiek van het
moderne huwelijk? Ten eerste in de sterke
accentueering van het zinnelijke, sexueele
leven, waardoor zoo vaak al het andere,
het geestelijke element, zonder welk geen
huwelijk kan, overwoekerd wordt, terwijl
toch het verlangen naar het geestelijk
contact wel bestaat en het gemis smarte
lijk wordt gevoeld, maar men weet niet
hoe het te vinden. Vandaar de vele matte,
uitgebluschte huwelijken onzer dagen,
waarin indertijd de waarschuwing over
het hoofd is gezien: „ziet toe op welken
grond gij uw huwelijkshuis bouwt."
Ten tweede is de emancipatie der moder
ne vrouw een bron van huwelijkstragiek.
Hierdoor hebben veel huwelijken dat losse
en vlakke karakter gekregen, man en
vrouw hebben elk hun eigen levensinteres
sen en leven langs elkander heen, wat
hebben zij elkander nog te zeggen en te
geven? Hoe het moderne gezin, waar vader
en moeder aldus het voorbeeld geven, er
uit kan zien. teeker.de spr. met een raak
voorbeeld uit een boek van prof. Van Holk
Het tragische is. dat ook hier gemis wordt
gevoeld.
Een derde bron van huwelijkstragiek ligt
in het moderne leven zelf met zijn sterk
relativeerend karakter en zijn onrust-
tempo, Het eerste doet al te vaak huwe
lijksliefde en trouw verdwijnen, het andere
zet het huwelijk zoo vaak in een maal
stroom van bezigheden, arbeid en taak,
waardoor de bezinning, de rust ten eenen-
male wijken gaat. waarbij nog komt dat
immers de aard van den man zich meer
richt op de wereld, die van de vrouw op
de liefde zelf: nieuwe bron van smarte
lijke conflicten!
Ook in het moderne huwelijk, aldus dr
Tjalsma. blijkt dat de moderne mensch
veraf is van God: in het huwelijk wordt
immers te zeer gemeid het besef dat het
ten diepste een zaak is van geloof. Het
huwelijk heeft zijn sacramenteel karakter
verloren.
Hoe zal de toekomst zijn. wat zal die
brengen? Noch in de „proefhuwelijken"
van Llndsev, noch in de Sowjet-huwelij-
ken ziet spr. toekomst. Wij kunnen niet
profeteeren Maar spr. meent dat. wat ook
wisselen zal. toch de eeuwigheidskern van
het huwelijk niet zal kunnen sterven. Wij
blijven gelooven, dat er een weg is van
het moderne huwelijk naar God toe en
dat op dien weg op de een of andere wijze
hoogste, gerijpte liefde en deemoedig, ver
antwoordelijk geloof niet zullen ont
breken.
In groote aandacht hebben de talrijke
aanwezigen naar deze tweede lezing ge
luisterd. De derde voordracht zal a.s.
Donderdag 5 Nov. (dus niet over twee
weken i plaats hebben. Gesproken zal dan
worden over „de Zonden onzer Samen
leving"!
MILITARIA.
De kapitein J. D. Lier en de sergeant
D. Blotkamp. beide van het 4e reg. inf..
zijn aangewezen voor het volgen van een
cursus aan de 1ste stormschool te Waals
dorp, van 2 tot 13 November e.k.
De sergeant G. Schouten van het 4e
reg. inf. wordt met ingang van 1 Januari
1932 ontheven van zijn functie als kamp
wachter aan de garnizoensschietbanen te
Katwijk aan Zee.
Als zijn plaatsvervanger is door den
garnizoenscommandant aangewezen de
sergeant-majoor-administrateur De Geus,
thans werkzaam bij den staf van het 4e
reg. Infanterie.
De commandant van de le compagnie
politletroepen te 's-Gravenhage. kapitein
v. d. Schrieck nam gisteren afscheid van
het personeel der politletroepen van de
groep Leiden in verband met zijn over
plaatsing op 1 November e.k. bij den staf
van het korps.
VEREENIGING VOOR STAATKUNDE.
Mr. H. J. Wytema over „liet ontwerp -
Pachtwet".
In de gisteravond in de eetzaal van
sociëteit .Minerva" gehouden vergadering
der Vereeniglng voor Staatkunde, heeft
mr, H. J. Wytema het onderwerp ingeleid
..Het ontwerp^Pachtwet".
Hieraan is het volgende ontleend:
De tweede helft van de vorige eeuw
kenmerkt zich vooral door het ontwaken
van socaal besef. De groote landbouwcrisis
(ongeveer 18781895) opent de oogen van
velen voor verkeerde toestanden in den
landbouw en in de landbouworganisatie.
Tot uiting komt dit in onderscheidene
studies op agrarisch-economisch gebied
(o.a. Moltzer) en het eenige malen aan
de orde stellen van het pachtvraagstuk.
Van de staatscommissie, ingesteld in 1880,
de z.g. Landbouwcommissie. verschijnt ln
1892 een advies over het pachtwezen. De
staatscommissie voor den landbouw van
1906 publiceert in 1912 hare rapporten (7
deelen), waarin grondige studies over het
pachtwezen on het pachtcontract, zoowel
in Nederland als daarbuiten opgenomen
zijn.
In 1919 wordt weer een staatscommissie
ingesteld, met opdracht:
a. te onderzoeken of er grond is voor
herziening van de vierde afdeeling van
den zevenden titel van het derde boek van
het Burgerlijk Wetboek en bij bevestiging
van deze vraag aan te geven welke wijzi
gingen behooren te zijn;
b. na te gaan of de bestaande bijzon
dere tijdsomstandigheden aanleiding geven
tot het maken van een regeling om op
drijving van de huurprijzen te voorkomen
cn bij bevestiging van deze vraag zoo
danige regeling te ontwerpen
Deze commissie, naar haren voorzitter
prof. mr. P. A. Diepenhorst, ook commissie-
Diepenhorst genaamd, vatte eerst het on
der b. genoemde deel van haar opdracht
aan en deed als resultaat daarvan in 1920
een verslag (deel I) verschijnen.Gevolg
van dit verslag was de indiening bij ko
ninklijke boodschap van 12 Januari 1922
van een wetsontwerp tot regeling van ver
laging en verhooging van pachtprijzen. In
het voorloopig verslag van de Tweede Ka
mer vond dit ontwerp zoo veel tegenkan
ting, dat het werd ingetrokken.
In 1923 verscheen het tweede aeei van
het verslag der staatscommissie voor het
pachtvraagstuk met een ontwerp van wet
op de pachtcommissies en een ontwerp
van wet, houdende bepalingen tot wijzi
ging in de bestaande wetgeving, alle drie
van toelichtende memories voorzien Dit
tweede deel van hetverslag en de ont
werpen vonden geen' onverdeeld gunstig
onthaal. Sommigen hadden radicalere
voorstellen verwacht of gehoopt, anderen
waren van oordeel dat de commissie-Die
penhorst veel te ver was gegaan: clez^
laatsten zagen in het ontwerp-pacht een
eenzijdige bevoordeeling van den pachter,
die door de werkelijkheid niet gerecht
vaardigd werd.
Bij Koninkl. boodschap van 29 Juni 1929
diende de regeering bij de Tweede Kamer
in twee ontwerpen van wet; het eene
bevatte een nieuwe regeling van de pacht,
liet andere een regeling van de pachtcom
missies.
Het voorloopig verslag van de Tweede
Kamer verscheen 6 Januari 1930. de me
morie van antwoord, gevolgd door een
nota van wijzigingen, waarin aan onder
scheidene wenschen van de Tweede Ka
mer was tegemoet gekomen, zag einde
September 1930 het licht. Nog vóór de be
handeling van de begrooting werden de
pachtontwerpen op de agenda geplaatst
in verband met de wereldcrisis heette
er haast bij te zijn zoodat de openbare
behandeling in de Tweede Kamer reeds
op 23 October 1930 aanving. Na hier en
daar vrij ingrijpend geamendeerd te zijn,
werd het eerste ontwerp den 12en Novem
ber 1930 aangenomen met 6526 stem
men, het andere ontwerp denzelfden dag
zonder hoofdelijke stemming.
De hoofdzaken van de nieuwe regeling
van de pacht zijn:
I. Het recht op napacht of continuatie-
recht (art 1636). De staatscommissie van
1919 had dit instituut niet aangedurfd.
Wel was zij niet blind voor de voordeelen
ervan: grootere bedrijfszekerheid voor den
zittenden pachter en daardoor betere en
intensievere bewerking van den grond,
sterkere band tusschen den boer en den
door hem bewerkten grond, opheffing van
tallooze onbillijkheden, doordat onredelijke
opzegging van de pacht voorkomen zou
worden, maar zij achtte de nadeelen van
dit stelsel toch te groot: voorrang van den
zittenden pachter, niet alleen tegen later
opkomende gegadigden voor het land,
maar ook tegen den eigenaar-gebruiker
verstarring van de sociale verhoudingen
ton platte lande, uitschakeling van de con
currentie, waardoor de energiekste pach
ters vaak geen kans krijgen zouden, waar
dedaling van den grond, vrees voor ont
duiking, verslechtering van de verhouding
pachter-verpachter en ten slotte, recht op
napacht zou noodzakelijk moeten leiden
tot vastselling van de pacht-som door de
overheid.
II. Het recht op vergoeding voor verbete
ringen door den pachter aangebracht (art.
1630). Bij pacht van langer dan één jaar
heeft de pachter recht op schadeloosstel
ling voor de verbeteringen, in de laatste
tien jaar door hem aangebracht, mits hij
onder opgave van de raming der kosten
tijdig den verpachter van de voorgenomen
verbeteringen heeft in kennis gesteld.
III. Verhooging en verlaging van pacht
(artt. 1630a en 1632) Het risico voor ge
wone ongunstige omstandigheden waar
onder daling van de producten-prijzen
wordt begrepen blijft voor rekening van
den pachter; bij buitengewone ongunstige
omstandigheden kan de rechter hem ver
mindering van Dachtnrijs toestaan in
dien de opbrengst van het bedrijf aanzien
lijk minder is geweest, dan bij het aan
gaan der overeenkomst te verwachten was.
Verhooging van pachtprijs kan de rechter
toestaan, als den verpachter door publiek
rechtelijke lichamen aanzienlijk hoogere
en onvoorziene lasten worden opgelegd
wegens buitengewone werken, waardoor
het verpachte gebaat wordt.
Van de bepalingen I, II en III mag
niet worden afgeweken op straffe van
nietigheid
IV. Pachtcontracten voor bepaalden tijd
en voor langer dan een jaar moeten schrif
telijk zijn. Bij gebreke van den schriftelij
ken vorm wordt de overeenkomst geacht
voor onbepaalden tijd te zijn aangegaan.
V. De opzeggingstermijn is altijd 18
maanden (aanvankelijk voorstel 1 jaar).
VI Na den dood van den pachter kan
het contract door den rechter ontbonden
worden verklaard op verzoek van een van
beide partijen of kan één der erven als
opvolger worden aangewezen, (art. 1634).
VII. De kantonrechter wordt bevoegde
rechter in pachtzaken.
VIII. Er worden pachteommissies inge
steld met voornamelijk adviseerende be
voegdheden. In sommige gevallen moeten
zij worden gehoord door den kanton
rechter.
Het aanvankelijk voorstel der regeering
op voetspoor der commissie-Diepenhorst,
om pacht tot zakelijk recht te promovee-
ren, is op aandrang van de Tweede Kamer
in haar voorloopig verslag, aan welken
aandrang 't vrijwel eenstemmig verzet uit
juridische kringen wel niet vreemd ge
weest zal zijn, bij de memorie van ant
woord teruggenomen.
Tenslotte ontvouwde de inleider de vol
gende stellingen:
1. Het recht op napacht, zooals dat in
het ontwerp-pachtwet geregeld is, is geen
ongeoorloofde aantasting van den grond
eigendom.
2. Het door tegenstanders van het con-
tinuatierecht gevreesde gevolg daarvan,
waardedaling van den grond, zal zich
.slechts doen gevoelen bij die grondeige
naren. die meenen, dat de grond voorna
melijk handelsvoorwerp is, quod non.
3. De waarde van den grond wordt be
paald door de opbrengstmogelijkheid, niet
door den koopprijs.
4. Het is billijk, dat het risico voor bui
tengewone ongunstige omstandigheden
wordt gedeeld door den pachter en den
verpachter.
5. Door de tegenstanders van de nieuwe
regeling van de pacht wordt de functie
van den rechter in pachtzaken onderschat
of ten onrechte gewantrouwd.
Er ontspon zich naar aanleiding van
deze stellingen een geanimeerd debat,
waaraan, o.a. werd deelgenomen door
prof. Kranenburg en mr. Moolenaar.
INDISCHE WEEK
AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT 1931.
De Senaatscommissie voor de Indische
Week heeft het volgende programma
samengesteld
Dinsdag 17 November: W. P. Hillen, Oud-
Gouverneur van West-Java: De evolutie
sedert 1900 van het bestuursambt in Ned.-
Indië, in het bijzonder op Java en
Madoera, in het Klein-Auditorium, aan
vang 4.15 .n.m.
Donderdag 19 November: Dr. G. W. J.
Drewes, hoofd van het kantoor voor Volks
lectuur te Batavia: Hedendaagsche Indo
nesische Literatuur, in het Klein-Audito
rium, aanvang 4.15 n.m.
De Nederlandsche Oceanographische ex
peditie van Hr. Ms. „Willebrord Snellius".
Dinsdag 3 November.
a. Dr. Ph. H. Kuenen, Oceanographie en
Geologie, in het Groot-Auditorium, aan
vang 8 uur n.m.
Dinsdag 10 November:
b. Prof. Dr. H. Boschma, Biologie, in het
Groot-Auditorium, aanvang 8 uur n.m.
Dinsdag 24 November:
c. Dr. Ph. H. Kuenen, Film over de Snel-
lius-Expeditie, in het Instituut voor Tro
pische Geneeskunde, Rapenburg 33, aan
vang 7 Vt uur n.m.
Zoo noodig zal de film voor de tweede
maal vertoond worden te 9 uur n.m.
Dinsdag 1 December: Prof. P. C. Flu, in
het Instituut voor Tropische Geneeskunde,
Rapenburg 33, aanvang 8 uur n.m. Het
Malaria-vraagstuk in de Nederlandsche
Koloniën (met lichtbeelden).
LAMPIONOPTOCHT DE GRAAL.
Hedenavond houdt de Graal een lam
pionoptocht. Bedoeld wordt het vieren van
Allerheiligen door een optocht in stilte,
dus een bedetocht. Vorig jaar is deze voor
't eerst te Amsterdam gehouden, thans
vindt deze plaats in alle plaatsen waar
„de Graal" is gevestigd.
Om 7 uur heeft eerst een Lof plaats in
de Lodewijkskerk, waarna de optocht
volgt langs volgende route:
Steenschuur, Hoogewoerd. Hooigracht,
Pelikaanstraat. Oude Vest, Mare. Vrouwen-
kerkkoorsteeg, Vrouwensteeg, Boommarkt,
Princessekade, Rapenburg, Doezastraat,
Zoeterw. Singel, Utrechtsche Veer, Nieuwe
Rijn, Heerengracht, Oude Vest. Pelikaan
straat, v. d. Werffstraat, waar de stoet
ontbonden wordt.
RECLAME.
TUINIERS- EN BLOEMISTENVEREEN.
„DOOR EENDRACHT VERBONDEN."
Bovengenoemde vereeniging hield in
den afgeloopen zomer een wedstrijd in
het aanleggen en onderhouden van tuinen
Door de heeren E. Th. Witte, Jan Krlest
Jzn., en Joh. Jonker, werden de tuinen
driemaal gekeurd en de prijzen als volgt
toegekend.
Afö. Vaklieden: H. Koome, 1ste pr. en
I wisselbeker, met 83 punten: J. v. d. Berg,
j 2de pr. met 72 pnt.; A. Kuivenhoven 3de
pr. met 67 pnt.; M. Galjaard 4de pr. met
61 pnt. en C. Pauw, 5de pr. met 56 punten.
Afd. Particulieren: C. Smit. 1ste pr. met
81 punten; P. Verhagen, 1ste pr. met 80
pnt.; G. A. Brandt 2de pr. 72 pnt.: Th.
Buys 3de pr., 68 pnt.; H. Slechtenhorst
3de pr. 67 pnt.; G. de Vrind 3de pr. met
65 pnt.; H. v. d. Leek 4de pr. met 63 pnt.;
A. Lepelaar 4de pr. met 62 pnt.; J. Ph. v.
d. Bosch 5de pr.. 60 pnt.; W. Bey 5de pr.
60 pnt.; P. de Jong 5de pr. 58 pnt.
In een daartoe belegde buitengewone
vergadering, werden gisteravond de prij
zen, bestaande uit kunstvoorwerpen of
medailles uitgereikt, door den eere-voor
zitter der vereeniging, den heer Jan
Kriest Jzn.
Het bestuur had den heer G. J. van der
Berg. een der oprichters der vereeniging
met zijn-echtgenoote op deze bijeenkomst
uitgenoodigd in verband met ztin gouden
huwelijksfeest.
Nadat zij met een ..lang zullen zij
leven" waren binnengeleid, werden zij op
buitengewoon hartelijke wijze door den
voorzitter toegesproken en hun een fraai
schilderij namens de vereeniging aange
boden en aan mej. v. d. Berg een mooie
plant.
Nadat de heer v. d. Berg zijn dank had
uitgesproken, was deze hartelijke huldi
ging afgeloopen en bleef men nog een
poosje gezellig bijeen.
HEERLIJK
VERZACHTEND
in de keel - die
frissche verkoelen
de Lökerolsmaak.
Millioenen men-
schen gebruiken 't
alle dag. Waarom
zoudi ge ook nief?
't Helpt - heusch!
Lakorol wordt oHoen verkocht door erkende
Apothokers en Drogisten.
Groote doos (blik) 50 ct. Kleine doos (carton) 30 cl.
Lakerol „Smokers" Pastilles 30 ct. p. d.
6847
VER. TOT BEV. DER BOUWKUNST.
Lezing van ir. v. d. Steen van Ommeren
over „Polderstedenbouw".
De voorzitter, de heer J. A. Verhoog,
opende met een opwekkend woord, deze
eerste vergadering in het seizoen.
Nadat de notulen waren goedgekeurd,
was het woord aan den spreker voor dezen'
avond. jr. F. C. J. v. den Steen van Om
meren, adj .-directeur van gemeentewerken
te 's-Gravenhage, die tot onderwerp had
gekozen: „Polderstedenbouw".
De heer Fred. A. Wempe zendt ons daar
van het volgende verslag":
Spreker begon er op te wijzen, dat een
van de moeilijkste problemen waarvoor
de Stedenbouw gesteld wordt, het bouwen
is van dorpen of steden daar waar de
natuur niet de geringste afwisseling of
richtlijnen voor een dergelijken bouw aan
de hand heeft gedaan.
Moet men een stad bouwen aan een
rivier of beek, in een dal of op een heu
vel. aan een inham der zee of langs een
meer, dan zal iedereen het geografisch ge
geven, dat ons daarbij geboden wordt, met
beide handen aangrijpen om daaraan de
hoofdlijnen van zijn plan vast te leggen,
maar de grootste moeite ontstaat daar,
waar men een bebouwde kom moet schep
pen op een plaats die niet de minste af
wisseling biedt, op een situatie zooais ons
polderland die geeft, ééntonig van kleur
en vlak als een scheerbekken, alleen door
sneden door rechte slooten die aan even-
zoovele arceeringen op een kaart doen
denken. Voor die buitengewoon moeilijke
taak stonden onze voorouders geplaatst,
toen zij steden moesten bouwen in om
polderland. Toch hebben zij die opgave
volbracht op een wijze die buitengewoon
mag heeten en hun scheppingen legger,
nog heden ten dage getuigenis af van hun
inzicht in het oplossen van stedebouw-
kundige problemen gepaard gaande aan
schoonheidsopvattingen, die maar zelden
overtroffen zijn.
Ons voorgeslacht heeft de moeilijke pro
blemen voor de omstandigheden en
eischen die toen bestonden, voortreffelijï
weten op te lossen; daarop is een geslacht
gevolgd, dat de groote waarheden totaal
vergeten heeft en bij de stadsuitleg onver
geeflijke fouten heeft gemaakt waardoor
groote stadsgedeelten blijvend verknoei!
zijn. Hierop is de laatste tientallen jam
een generatie gevolgd, die, deze fouten in
ziende, wederom als weleer tracht tern
te keeren tot een combinatie van nut c.
schoonheid, maar nu aangepast aan d(
thans geldende eischen van verkeer ec
hygiëne.
Dit als inleiding beschouwende stel®
spreker vervolgens de epidiascoop in wer
king en werd op het scherm allereerst in
beeld gebracht een van onze oudste stad
jes ill Holland's Noorderkwartier. Alkmaar
Een enkele blik op de bekende kaart
van die streek uit den tüd van 1288. bï-
werkt door Staatsraad mr. G. de Vries
Azn„ in 1865 vervaardigd, doet zien hot
te midden van tallooze meren en meer
tjes, de bewoners van toen hun stad heb
ben gebouwd juist op het stuk boezemlano
daar midden in al dat water. Hieruit bleek
dat onze voorouders hun steden noort
bouwden in den polder, doch steeds op
hooger gelegen gedeelten, de z.g.n. boe-
zemgronden.
Spreker wees hierbij ook vooral op ot
mooie plattegronden van die oud-Hollana-
sche steden zoowel uit een oogpunt van
economie als voor de verdediging tegen
den vijand van buiten. Zoo werden aan
van Alkmaar. Leiden. Amsterdam. Dein
Rotterdam en Gouda de plattegronden en
oude gebouwen geprojecteerd, \vaarD8
spreker tal van historische bijzonderheden
vermeldde en waarbij de schoone bolwer
ken met de even sierlijke Poortgebouwen
en bruggen de speciale aandacht trokseu.
Bij de besprekingen der rioolstelsels M me
plaatsen werd vooral Rotterdam als ee
slecht voorbeeld aangehaald, waar oe
hoofdriolen ongefundeerd op het maai
veld rusten en met dit maaiveld mede z
gezakt, v/aardoor vooral in het Noordeiu
gedeelte der stad, de secondaire riolen JU
de voorgevels afgekraakt zijn en de Doe
gaat rotten. Men wist daarop echter w"
raad, want men legde er maar weer e
nieuw riool boven op en zakte dit w
weg, dan maar weer een er boven, o
kent spreker een straat in Rotterdam-
waar negen riolen liggen. BhJkbaar
men dit goedkooner dan direct het eer
riool goed te fundeeren. rt.
Resumeerende heeft spreker en door
fraaie lichtbeelden èn door zii" B „vio.
toelichtingen en geschiedkundige vers»
ringen een duidelijk beeld Se?ev™
den bouw van onze oude Hollandsche po
dersteden dat met groote aandacht
^De'voorzitter richtte ten slotte 'n woord
van grooten dank aan den spreker
I zijn belangwekkende voordracht.
Nadat de spreker nog enkele "a®fn,n(?.
beantwoord, sloot de voorzitter deze
ressante vergadering.
DIAMANTEN DOCTORAAT.
Woensdag 11 November a.s. zal het zes
tig jaar geleden zijn dat mr. H. J. Dljck-
meester tDen Haag aan de Leidsche
Universiteit promoveerde tot doctor in de
rechtsgeleerdheid.
Zondag a.s. zal het 40 jaar s"--t
zijn, dat onze stadgenoot, de heer B. n
hoff, chef van het expeditiepersoneeiu»
N.V. Meelfabriek „De Sleutels' voorne
de Koster en Co. bij genoemde vennw
schap in dienst trad.
Met ingang van 1 November a-S-
aan de agenten van politie 1ste Kia-
Wlelinga, Witmans, de Looff en Erna
de rang van brigadier toegekend.
Bit de N.V. Leidsche Ultgeversmaak
schappij is de inaugureele rede van Pr
dr. L. J van Holk over .Dynamisch pin™
lisme" in druk verschenen.