RECHTZAKEN. blijft volkomen vrij alle pressie ontkent spr., aanradend deze ideeën te volgen. De heer SIMONIS beschouwt den brief van den minister niet als een onvriende lijkheid. alleen als een aanwijzing: schiet eens wat op. Doch gelet op de kosten ena. vraagt hij is met de regeering niet eens te praten en te zeggen: voelt U niet voor terrein en oude gevel, dan doet U er mee wat U wilt. Misschien kan de regeering er een aula voor de Universiteit achter bouwen, die zoo hard noodig heet te zijn. Wij zijn dan het zaakje kwijt en bouwen een stadhuis elders. Hierna schorsing. AVONDZITTING. De heer KNUTTEL begint te zeggen, dat hij zeer sceptisch staat tegenover de op lossing van het vraagstuk. De bourgeoisie is geen macht meer om dergelijke vraag stukken tot oplossing te brengen. De gang van zaken getuigt daarvan. Er is geen zelfvertrouwen, anders was men na 2 jaar niet even ver als tevoren. De gestie van B. en W., de openlijke zoowel als de stille, werpt ook een eigenaardig licht op de zaak. Het meeste daarover gezegd, kan spr. onderschrijven. Er is door B. en W. getraineerd uit zekere vrees. Hij is de laatste, die het onbegrijpelijk zou achten, dat de raad gekke dingen zou doen, on deskundig als dit lichaam is, doch dat wet tigt nog niet de vrees. Aan den anderen kant is hij toch ook niet te bang. dat de raad klakkeloos gekke dingen zou doen, want daarvoor is de raad te bang om de vingers te branden. Het gevoel zachtjes in een bepaalde richting te worden gedreven heeft ook geen goed gedaan. In zekere mate is de architectenwereld verantwoordelijk, doch niet geheel. Het raadhuis als middelpunt der burgerij be staat niet meer. hetgeen hij nader uiteen zet. Wanneer hij thans met een plan komt dan ligt dit daarin opgesloten. Spr. is niet voor 't plan Dudok. hoewel dit veel goeds bevat, want het ls niet bevredigend. Het heet een uitvloeisel der moderne bouw kunst, doch is dit niet door zekere trucjes en loopjes die de zuiverheid van stijl aan tasten. Juist de heer Dudok zelf geeft in zijn toelichting duidelijk aan, hoe de voor gevel er aangeplakt is. Mogelijk blijft echter, dat hij straks toch zijn stem zal geven aan 't plan Dudok als hij nJ. de andere plannen nog slechter vindt. De strijd tegen 't plan Dudok is niet ge weest tegen het onzuivere, doch tegen de toren, de rooilijn etc. Wat betreft het adres der vele intellectueelen, dit betreft alleen het niet aanpassen bij de omgeving en dit heeft weerklank gevonden bij vele raads leden; 't gaf hun ruggesteun. De bouw moest dus ondergeschikt worden aan het knusse! Het plan der S.D AP. kan spr. ook wei nig bekoren. De rede van den heer v. Eek maakt op spr. een eigenaardigen indruk. Het verkeer oordeelt spr. toch geen be zwaar voor de Breestraat. En wat goed koop betreft, dat mag z.i. geen motief zijn, al is dit altijd mee te nemen, als het zoo uitkomt. Er ls geen sprake van een fonds waaruit alleen geput kan worden. De gunstige ligging van de Lammer markt wordt niet aangetoond. Geen en kele deskundige zal onderschrijven, dat ieder raadslid de plaats kan beoordeelen, dat is juist het moeilijkste. De plaats heeft zijn sympathie niet. meer nog het idee Dudok aan de Steenstraat, doch dan zit men weer met. onteigening etc.. omdat nog steeds het privaat bezit gehandhaafd wordt. De kostenberekeningen lijken hem ge flatteerd voor de Breestraat en opge schroefd voor de Steenstraat. Bezwaarlijk is het kiezen van enkele architecten, het zullen er 2 of 3 zijn. Zoo slaat men niet den velllgsten weg in, want ook weer een fout van 't kapitalisme het werk van bekende architecten gaat vaak achteruit en bovendien, tevoren kiest men al dikwijls een richting. B.v. zal zekere j Kropholler worden gevraagd, die zijn ver diensten heeft gehad, doch nu zijn ver trouwen niet meer heeft na Waalwijk Zijn voorstel geeft iets meer kans, op nieuwe aspecten als anderszins. Dat wij alle inzendingen niet kunnen beoordeelen en daarvoor een jury zal moeten worden ingestëld zegt niets, want zoo'n jury is evenzeer noodig bij beperkte meervoudige opdracht. Partijdigheid etc. is bij het laatste zelfs veel meer voor de hand lig gend. Het op de lange baan schuiven, blijft z.i. evenzeer gelijk of in ieder geval zou het tijdsverlies niet veel grooter zijn. De kwestie van al of niet ouden gevel moet men z.i. aan de architecten over- overlaten Zijn eigen meening is. dat van een opportunistisch standpunt moet inne men. Z.i. ziet men de waarde van wat er nog is te zwaar in. doch is er een archi tect die er wat mee kan bereiken, vooruit. Doch in geen geval mag de oude gevel domineeren ln het vraagstuk. Spr. vreest echter voor een modern stadhuis op de Breestraat daar dan licht een kunstmatig pleintje zou ontstaan. De heer WILMER heeft waardeering voor B. en W.. al voldoen zij niet geheel aan zijn verwachtingen. Spr. ziet drie fac toren van overeenstemming tusschen het voorstel Wilmer, Wilbrink en Huurman en het voorstel van B. en W. lo. de plaats waar; 2o. de vraag enkel of meervoudige op dracht; 3o. hoe moet de opdracht zijn? Wat 1 en 2 betreft, komen B. en W. ongeveer overeen met het voorstel, bij 3 is er één nuance n.l„ dat B. en W. willen gaan tot de Koornbrugsteeg, hetgeen den heer Dudok ook in zijn kansen benadeelt, dat is juist. De heer v. Eek was verontwaardigd en dientengevolge was zeker de logica wat zoek. Hij zelf verschilt met den heer Dudok over de plaats, hetgeen hij dezen niet euvel duidt, doch hij neemt dit B. en W. en de raadsmeerderheid kwalijk! Spr. vreest, gezien de uitlating van inpeperen, dat de heer Schaper gelijk had, toen hij in „Het Volk" schreef, dat helaas zijn partijgenooten te Leiden de politiek hodden gehaald in de Stadhuiskwestie. Spr. kan zich wat de plaats betreft aan sluiten bij den heer Knuttel. Ook zi. is de Breestraat niet te,smal voor het verkeer van een stadhuis. De historische plaats blijft inderdaad de Breestraat. Een uitbreidingsplan zegt niet veel, want het is altijd de vraag, of het zoo gaat. De heer SCHULLER: U praat tegen beter weten in. De heer WILMER zou met het oog op gelijke kansen voor den heer Dudok willen, dat voor gebruik van den ouden gevel het zelfde terrein werd aangewezen als de heer Dudok gebruikte. Spr. wijst er op. hoe hij en de heer Huurman van de beginne af aan waren voor meervoudige opdracht doch ook in wijziging van inzicht ziet hij niets vreemds. De omstandigheden kunnen daartoe toch leiden. Principieel ls enkelvoudige op dracht te verdedigen, doch hier zijn zoo vele omstandigheden en nu schijnt het dat vele leden inderdaad een ander inzicht hebben gekregen. Het voorstel Knuttel gaat nog verder. Was dit voorstel gekomen 2 jaar geleden, dan was er meer voor te zeggen geweest, al was hij er ook dan niet voor daar dan bekenden licht niet meedoen en een te groot aantal inschrijvingen komt en geen uitgewerkte plannen. Het schrijven van den minister kan spr. er niet toebrengen met B. en W. mee te gaan. De volle verantwoordelijkheid blijft aan de Kroon, wil deze een besluit tot een nieuwen gevel vernietigen, doch daarop kan de raad niet vooruit loopen. De heer Beekenkamp kon ook geen enkel analoog geval aan de Leidsche kwestie aanhalen. Zi. is er alles voor om belde, oude en nieuwe gevel, altijd nog een ge lijke kans te geven. Het idee Simonis is spr. sympathiek, doch hij betwijfelt of de raad er nog voor te vinden is. Hoe de regeering er tegen over staat? Hij vraagt daarom het oor deel van B. en W. daarover. De heer COSTER zal zijn stem geven aan het voorstel tot meervoudige opdracht. De heer BERGERS meent dat men thans dichter bij een oplossing ls door de huidige voorstellen. Hij is voor de Bree straat. voor een vierkant (van voren en van achteren even laag), met behoud van de rooilijn, ouden gevel en torentje. Het kost ook het minst aan onteigening en 't kan best, het geeft ruimte genoeg. Uitbreiding naar de Koornbrugsteeg zal zi. niet meevallen. Met de idee Simonis kan spr. niet mee gaan. i Tusschen spr. en den heer Schüller ontstaat een eenigszlns warm debat over wat spr. noemt het schelden van den heer Schüller). De heer BOSMAN wijst er op, hoe na de publicatie van het plan Dudok lange tijd niets gehoord werd. Tot plotseling van rechts een voorstel kwam tot meervoudige opdracht, hetgeen in ieder geval het karretje van het Stadhuis weer op gang bracht. Men wake echter voor te veel vracht, zooals de heer Meynen wilde door nu maar opeens te besluiten tot herstel van den oude gevel. Z.i. is echter eerste eisch een Stadhuis, waartegen weer met bewondering is op te zien, ook door het nageslacht. Wat den brief van den minister betreft, spr. staat daarbij geheel aan de zijde van den heer v. Eek. De minister mag zorg dragen voor de oude gevel, doch verder mag hij niet gaan. Algemeen was eerst de indruk: geef ons het oude terug, doch nu de tijd verstreek, is dit gevoel veranderd. Z.i. zou dit ook zelfs bij Monumentenzorg zoo zijn. al spraken 2 groote architecten Berlage en Pit zich direct pertinent uit tegen den oude gevel, spr. citeert hun oordeel. Voor den ouden gevel bij 'n nieuw Stad huis heeft spr. nooit veel gevoeld en do aangeplakte gevel van den heer Dudok mishaagde hem altijd. Wat het terrein zelf betreft, uitbreiding naar de Koornbrugsteeg lijkt hem bij handhaving van den ouden gevel geheel verkeerd, opdat geen oud met nieuw worde vermengd. Een nieuw Stadhuis moet komen op een geheel vrij terrein. De Lammermarkt oordeelt hij niet gelukkig, doch hij geeft daaraan de voorkeur boven de Breestraat. Aanvankelijk was hij voor enkelvoudige opdracht, doch het plan Dudok maakte hem tot voorstander van meervoudige op dracht. De heer Knuttel gaat hem weer te ver. De heer GROENEVELD zal aan de cita ten van den heer Schüller geen nieuwe t toevoegen. Het is ruimschoots voldoende i als B. en W. deze Inslikken. De S.Ö.A.P. was inzake enkelvoudige opdracht de j bondgenoot van B. en W. en toonde zich betrouwbaar, in tegenstelling met de 1 andere helft van den raad. B. en W. maakten een volslagen salto mortale en I staan feitelijk op hun kop. Eerst vonden B. en W. het plan Dudok heel'mooi, later zijn zij omgekeerd. De heer Dudok wordt niet eerlijk behandeld. De raad nam ge noegen dat hij geen mededinging wenschte en nu wil men toch daartoe overgaan, al is over het plan Dudok niet beslist. Zoo lang dit laatste niet is geschied, mogen er geen andere worden tusschengeschoven: Hij wordt eenvoudig bedrogen, het is on eerlijk. Beloften moeten vervuld worden. De heer Beekenkamp heeft de kwestie wat betreft den minister geheel onzuiver gesteld. De minister heeft het recht den ouden gevel te beschermen doch niet te beslissen hoe en waar Lelden een stadhuis zal bouwen. Dat door den minister de autonomie der gemeente niet wordt aangetast, is juist, als men op hetzelfde standpunt staat als de Kroon, zooals hier de heer Beekenkamp. Integendeel ls de raad hier niet vrijge laten: de minister zal wel voor den raad besluiten. Misschien stelt de heer Beeken kamp nog wel consequent voor den raad maar af te schaffen en den minister er voor in de plaats te stellen. B. en W. ope nen nu ook de gelegenheid te gaan tot de Koornbrugsteeg. doch dat keurt hij ten sterkste af als men den ouden gevel wil. zooals de heer Bosman reeds uiteenzette. Een namaak-oude-gevel aan de Visch- markt acht hij bovendien onwaarschijn lijk. En hoe lang zou de onteigening duren? 2 Jaar zeker! De kosten zijn voor spr. ook een vraagstuk. Het voorstel van B. en W. ls een sprong in 't duister, daar geen cijfers zijn opgenomen. Onteigening van zaken is zuiver kapitaalvernietiging bovendien. Zonder noodzaak wil hij niet. daaraan. Het voorstel zijner fractie, deugdelijk voorbereid, verdient z.i. alleszins de voor keur B. en W. hebben het voorstel steeds stiefmoederlijk behandeld. Een eigenlijk praeadvies is er zelfs niet over verschenen, hier en daar eens een opmerking. Spr. pro testeert tegen zoo'n wijze van behande ling van zoo'n voorstel, dat gewoonweg ls „gesluipmoord". Spr. gaat dan over tot een verdediging van het SJ3.A.P.-voorstel. De plaats is on getwijfeld bij de huidige situatie niet zoo erg geschikt, doch wie het uitbreidings plan kent. zal anders oordeelen. want daar komt een kruispunt van twee groote ver keerswegen. Er ls ruimte meer dan ge noeg, ook voor uitbreiding en dat man keert aan de Breestraat. Én het plan ls het goedkoopste. Voor den heer MANDERS is de zaak eenvoudig, daar het gaat in zijn lijn: hij was voor behoud van den ouden gevel en voor meervoudige opdracht. Gaarne zal hij daarom voor B, en W. stemmen. Den heer v. ECK wijst spr. er op, hoe nu een kans wordt geschapen op werkver schaffing, want de kosten voor afbreken en opbouwen van den ouden gevel is zui ver arbeidsloon. De S.D.AP. heeft den heer Dudok warm verdedigd; doch z.i. is het juist de beper king in de opdracht, die een kunstenaar siert. En dan die beperkingen zullen toch ook voor anderen gelden. De heer Knuttel gaf een betoog vol kunstzin en grootendeels is hij het met hem eens. Zijn voorstel komt thans ech ter te laat. De heer WILBRINK spreekt waardee ring uit voor het plan der S.D.AP. Veel werk ls door haar verricht in het gemeen tebelang. De heer GROENEVELD: U is de eerste. De heer WILBRINK merkt op, dat dit na tuurlijk niet insluit, dat men het er mee eens is. Gezien de kosten, stond hij aan vankelijk er sympathiek tegenover, doch een beoordeeling van de plaats deed hem van oordeel veranderen. Zoo arm ls Lei den nog niet dat het zich met iedere plaats tevreden moet stellen en de Lam mermarkt zal binnen afzlenbaren tijd niet zoodanig veranderen, dat daar een stad huis van Leiden past. Ten volle onderschrijft hij nog het voor stel, door de heeren Wilmer, Huurman en hem ingediend. Waarom moet de SJ3.A.P. daartegenover zoo scherp fulmineeren? Het geldt z.i.: beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald. Van een onbillijke be handeling van den heer Dudok ls z.i. geen sprake. Diens plan kon de overgroote meerderheid der bevolking niet voldoen, dus is het zJ. logisch, dat anderen worden gehoord. De S.D.AP. zweert bij den heer Dudok al keurde deze de Lammermarkt af. Zelfs vraagt men hem daarvoor een project. Hoe kan dat dan iets goeds wor den? Blijkbaar werken aan de overzij ook geheime krachten. Het plan Dudok aan de Vischmarkt kon hem van het begin af niet bevallen. Over 't algemeen werd het plan eerst goed ont vangen, doch later kwam de terugslag, zooals meer' voorkomt. De scheiding kost nu f. 6000, doch dit is beter dan later meer op te offeren. Ook het college liet in meer derheid het plan Dudok los. De VOORZITTER: Het college sprak zich daarover nog niet uit. De heer WILBRINK: Laten we dan zeggen, dat het een publiek geheim is. In leder geval komen B. en W. terug op de enkelvoudige opdracht en dat apprecieert spreker. Voor den ouden gevel heeft spr. nooit veel gevoeld. Hij is voor een nieuw gebouw aan de Breestraat. Het nageslacht, dat het oude niet kent, zal zJ. geen waardee ring hebben voor een mengeling van oud en nieuw. Bij bijzondere stagnatie wil hij echter zijn standpunt ln dezen wel los laten. Wil de raad geen nieuw plan, dan zal hij ook met B. en W. meegaan. Be zwaarlijk is voor hem het ingrijpen door den minister, die den raad krachtig wil beïnvloeden, zelfs een stok achter dc deur zet. Wenschelijker ware geweest, als hij een voorstel tot steunverleening had bijge voegd. Nu blijft alles vaag en hij vreest, dat er voor Lelden niet veel aan steun zai overschieten. Hij handhaaft dus momenteel nog zijn mede-onderteekend voorstel. De heer DE REEDE zal met teruggrij bleek dat ook op 17 Juli een hoeveelheid vjeesch door B. was aangeboden wat Wel van hot benoodigde stempel was voorzien terwijl op 22 Juli d.a.v. eveneens 33 Ko' was aangeboden waarvan men aan de slachtplaats vergeten had een en ander van de benoodigde stempejs te voorzien. Na deze ontdekaing heeft de slagersknecht der slachtplaats de heer St. thans als ge tuige gehoord en dit een en ander beves tigde des avonds in opdracht van den hulpkeurmeester het genoemde vlcesch bii B. in zijn winkel hangende in een ijskast nog vpn atempels voorzien, hoewel men hierbij met het aantal stempels blijkbaar wat zuinig was geweest. Op een vraag van den kantonrechter of In bedoelde partij van 38 K.G. eerstbedoelde hoeveelheid van 22 V? K.G. niet inbegrepen wgs geweest verklaarde getuige ontkennend. Bij de partij van 22 Juli bevond zich aldus getuig bcvendien geen z.g. achtervoet wel bij de partij van 25 Juli d.a.v. Verdediger stelde getuige de vraag of genoemde 22ys KG wel van een rijksmerk was voorzien zoo- dat knoeierij was uitgesloten, hetwelk door deze bevestigend werd beantwoord. De ambtenaar en kantonrechter stelden geinige tenslotte de vraag of het niet mogelijk was dat het vleesch van zoo'n gering aan tal stempels was voorzien dat deze zich op het reeds verkochte of uitgesneden ge deelte bevonden, wat getuige vrijwel uit- gesloten achtte. Op een desbetreffende vraag verklaarde hij echter wel positief dat het vleesch overigens nooit ongekeurd of ongestempeld de slachtplaats verlaat De agent van politie v. O. als getuigen gehoord verklaarde eveneens overeenkom stig het verbaal. Op een vraag of hij later bij verdachte een ander stuk vleesch ter grootte van plm. 131/2 K.G. had gezien waarop zich slechts 2 stempels bevonden antwoordde deze bevestigend. Van een kalislever waarop geen stempel voorkwam ,-. en wat B deze getuige had laten zien - mag vragen of B. en W. er nog iets op wist getuige zich niet veel te herinneren kunnen zeggen. - Wethouder SPLINTER zet uiteen dat B. en W. den goedkoopst mogelijken prijs besteden. Conform wordt dan besloten. De heer Coster wil geacht worden te hebben tegen gestemd. 15e. Voorstel ln zake wijziging van de overeenkomst met de Sociëteit „Amlcltia", betreffende de uitgifte in erfpacht van een gedeelte grond nabij de Rijnsburger- brug. (211) Aangehouden. 16e. Praeadvies op het beroep van C. C. van den Bosch, tegen de beschikking van Burg. en Weth. van 29 Juli 1931, waarbij hem vergunning is geweigerd tot uitbrei ding van de wasch- en strijkinrichting op het terrein nabij den Zoeterwoudschen Singel, Sectie M no. 1162. (260) De heer MANDERS handhaaft zijn vroeger reeds ingenomen standpunt. Con form wordt dan besloten. 17e. Motie van den heer van Eek in zake de toepassing van de Zondagswet, 5634 (261) Is ingetrokken. Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting van een kinderspeeltuin ten Zuiden van de Van der Duynstraat en tot het aangaan van een overeen komst ter zake met de Speeltuinveree- niging „Noorderkwartier. b. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de doortrekking van de Van der Duynstraat tot de geprojec teerde verlengde Julianastraat. (263) Conform besloten. Voorstel tot aankoop van eenige per- ceelen weiland, huis, tuin, erf en kade, gelegen in den Maredijkschen Polder en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (262) De heer KOOISTRA vraagt of juist is, dat de grond te duur is, zooals in een in gezonden stuk in het L. D. stond. De VOORZITTER ontkent dit. De heer WILMER meent, dat een raads lid de meening van een niet-raadslid of tot de zUnen moet maken of moet zwijgen. De heer KOOISTRA zegt, dat hij toch pen in de geschiedenis van den stadhuis- zien en bij gegronde klachten zal dit na bouw, een lijdensgeschiedenis, waarmede j tuurlijk weer gebeuren, niemand tevreden kan zijn, al wordt aan j J7e heer MANDERS verdedigt de parel den anderen kant overdreven. Men moet cokes. niet vergeten, dat bij een stadhuisbouw altijd moeilijkheden zich voordoen. Steeds heeft hij het standpunt ingenomen den ouden gevel te bewaren, als het eenigszins mogelijk was. De brief van den minister betreurt spr. echter, daar door dezen z.i. wel degelijk de vrijheid van den raad wordt aangetast. De hulpkeurmeester bracht hierbij in het midden dat men dit stempel van de lever had verwijderd, hierbij een uiteenzetting gevende dat dit zeer goed mogelijk was. Getuige Stapper verklaarde als boven door ons reeds gereleveerd, hoewel hij toegaf met het aantal stempels misschien wat zuinig te zijn geweest. Als slot werd nog gehcord den slager R. H. over deze stem- pelgeschiedenis uit wiens verklaringen of mededeelingen o.m. het zelfde naar voren kwam van de niet gestempelde lever van een graskalf wat zooals door ons hiervoor reeds weergegeven door den hulpkeur meester werd bestreden. De ambtenaar van het O.M. hierop zijn requisitoir nemende, overwoog allereerst dn vraag of het ten laste gelegde bewezen was en ten 2e in hoeverre het Juridisch ver weer tijdens het verhoor opgeworpen al of niet juist was. In de eerste plaats bracht de ambtenaar naar voren dat het blijkbaar met het stempelen in Alphen niet is gegaan zooals wenschelijk is en men wel wat al te zuinig was geweest. Ver dachte B. zegt wel dat de schuld bij den keurmeester ligt, doch ten le hebben de slagers eveneens het recht meerdere sta pels te vorderen, terwijl ten 2e vleescl n aangetroffen dat niet gestempeld was, bui ten de schuld van den Keurmeester. Van hot bewijs dat het vleesch oorspronkelijk wel gestempeld was heb ik hier, aldus spr, nog weinig gezien. Mr. K. heeft wel 2 getuigen naar voren gebracht waarvan getuige G. verklaard heeft dat zich op een ander stuk vleesch slechts 2 stem pels bevonden doch getuige H. i is in zijn verklaringen ook wat de kalfs- lever betreft niet pertinent. Het Juridische De heer BERGERS vestigt de aandacht I argument heb ik lang overwogen speciaal op den toestand in de Brandewijnstraat, wat betreft art. 35 der vleeschkeuringswel de heer GROENEVELD nog eens op het j betreffende het goedkeuringsmerk SPOEDEISCHEND VOORSTEL. Wethouder ROMIJN stelt namens B. en W. voor, ook deze winter wederom brandstof (parelcokes) te verschaffen aan werklooze hoofden van gezinnen en kost winners; er zullen meer bons gegeven worden gelet op de toegenomen nood. De kosten zijn begroot: voor den socialen dienst f. 7.000, voor Maatsch. Hulpbetoon f. 13.000 samen f. 21.000. f. 4.000 meer dan vorig jaar. De voorziening zal zich uit strekken over 22 weken, zooals steeds. De heer v. STRALEN vraagt in plaats van p'arelcokes, gewone cokes met het oog op de klachten. De heer KNUTTEL steunt dit. Wethouder ROMIJN zegt, dat dit niet mogelijk is. met het oog op de Lichtfa brieken, die op levering van parelcokes hebben gerekend. Wethouder GOSLINGA zegt nog, dat de I klachten steeds onjuist gebleken zijn be halve in één geval en toen is daarin voor Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen, nadat nog mevr. BRAGGAAR de klachten niet geheel ongegrond heeft verklaard. RONDVRAAG. Engros: Fa. C. J. KROMWIJK, Leiden. 6122 KANTONGERECHT ALPHEN. LUUU cwuiöUbaob. UC lieer VüjJjJJ nog eens op net liet gwuneuiiiiKSiueiiv van Aanvaardt men de oude plaats aan is nJet branden na 12 uur van de lantaarn rijkswege en de gemeentelijke keuring* vT®r? 2.^ ouden jjevel te Jierbou- aan Musschenbroekstraat. i dienst. Volgens art. 16 2e lid is het voor-1 1 zien van dit merk voorgeschreven. Komende I tot de strafmaat zegt de ambtenaar dat hij I den indruk krijgt dat de Vleeschkeurings- I dienst niet bijster gelukkig is geweest en I een aantal slagers de keuringsdienst waar- I van ook verdachte er 1 is, dwars willen I zitten. Na voor een en ander ernstig te I j hebben gewaarschuwd eischte de ambte- f i naar een geldboete van f. 30 sub. 10 d j Mr. A. Korver die als verdediger een zeer I uitvoerig verweer en pleidooi hield wilde f niet met het Juridische argument beginnen I doch wilde voorop stellen dat van dwars-1 zitten der slagers geen sprake is, doch de I feiten uitmaken dat het feitelijk andersom I is en er geen gemeente in Nederland ls waar de Vleeschkeuringswet zoo wordt I toegepast als hier ter plaatse. Wat de I bewijslast betreft is volgens ons strafrecht I het bewijs nog altijd te leveren door den ambtenaar. Wat de ambtenaar heeft gezegd f over het bij brengen van bewijs heb ik I nog niet veel gezien, behoeft immers niet I Het 's avonds ingevoerde vleesch moet men I eerst niet naar de slagers brengen hier- f door wordt de verordening niet gehand-1 haafd men moet een en ander rechtstreeks I naar het keuringslokaal brengen. Doch dat I kan blijkbaar niet, want dan is er te veel I personeel noodig en moet de keuringsdienst I worden uitgebreid wat den gemeenteraad f niet wil. Deze kwestie geniet bovendien I biizcndere belangstelling Van de plaatse-1 löke slagersvereeniging. Hoewel verd°d:ger P niet twijfelt aan de goeder trouw van I den hulpkeürmeester die juist in functie was getreden, bestrijdt hij bovendien de I bevoegdheid van stempelen door den sla- j gersknecht van de gemeentelijke slacht plaats. Volgens art. 35 der Riiksvleesch- keuringswet is verdachte volgens ver dediger niet in overtreding zooriat vrij- I spraak zal moeten volgen, als hij dan nog gezondigd heeft is het tegen de gemeente-1 liike verordenmg doch niet tegen genoemd artikel, hoewel de feiten niet kloppen met I de tenlastelegging Tenslotte verzocht ver dediger den kantonrechter bij schu'digvr' klaring van verdachte deze dan bij een eventueele veroordeeling schuldig te ver klaren zonder toepassing van straf, N3 re- dupliek van Ambtenaar en van ver dediger waarbij beiden elkaar over d? verschillende artikelen en b°strpdon b~paaide d? kantonrecht""* schriftelijk vonnis op Woensdag 0r' j as. Tijdens dc behandeling dezer -3'1" bestond op de nubllcke tribune van dc 1 zijde der plaatselijke shifters, zooals be grijpelijk, veel belangstelling. - - - "Oli lYlUOÖLllCUUIUCKÖWatll). wen. Het plan Dudok heert zijn volle Te i, 1/4 uur vnlt?t einitinir sympathie doch waar in den raad thans le 111/4 uur yol& dan sluiting, geen meerderheid daarvoor ls te vinden, j oordeelt hij het kennen van andere juist. De kosten zijn voor hem niet onover komelijk daar het nageslacht daaraan ook kan meebetalen, doch zij mogen niet worden overdreven boven hetgeen noodig is. Daarom oordeelt spr. uitbreiding tot de Koornbrugsteeg ongemotiveerd. Persoonlijk is spr. dus niet veranderd doch om genoemde redenen zal hij met B. en W. meegaan. De heer HUURMAN kan kort zijn, daar B. en W nu grootendeels voorstellen het geen de heeren Wilmer, Parmentier en spr. 2 jaar geleden al wilden. Steeds heb ben zij gepleit voor meervoudige opdracht en met genoegdoening ziet hij dan ook B. en W. nu daartoe zijn bekeerd. Het is spr. echter nog niet duidelijk hoe B. en W. met den ouden gevel willen gaan tot de Koornbrugsteeg Dit lijkt hem bezwaarlijk. Hij vraagt voorts aan B. en W. of zij niet willen overnemen de alinea uit het voorstel Wilmer, Wilbrink en Huurman ook een plan te doen maken met een nieuwen gevel. De heer VERWEY meent, dat het Stad huisvraagstuk er al was toen het oude raadhuis er nog stond. Het was toch veel te klein geworden. Is met die oude bezwaren rekening te houden bij den bouw van een nieuw stad huis daar ter plaatse? Dat wil bij spr. er niet in. Daarom is hij voor een andere plaats. Aan den heer Dudok zit de S. D. A. P. niet vast, het voorstel kwam van B. en W. doch een gemaakte afspraak moet worden nagekomen. De heer DONDERS kan kort zijn, de heer Huurman zei het reeds, waar het voorstel van B. en W. thans grootendeels aanvaardt het standpunt der vroegere minderheid in den raad. Door in te gaan op de idee Schüller (keuze plaats) heeft z.i. het college de kwestie erg getraineerd. Beter was ge weest steeds vast te houden aan de Bree straat, zooals B. en W. ook aanvankelijk deden. Z.i. blijft de Breestraat altijd de kern der stad. De vraag ls maar hoever men moet gaan: nemen de oude plaats of ook uitbreidingsmogelijkheid tot de Koornbrugsteeg. Het laatste lijkt hem zeer gewensdht, met het oog op het verkeer en ook uit aesthetlsch oogpunt. Een nadeel is echter ongetwijfeld de flnantieele zijde. Zijn deze meerdere kosten gerechtvaar digd? Het plan Dudok heeft toch in leder geval aangetoond dat een goed stadhuis op de oude plaats mogelijk ls. Is daarom niet beter ook den nieuwen architecten opdracht te geven op het zelfde terrein als de heer D. gebruikte met supplementair de mogelijkheid van uit breiding tot de Koornbrugsteeg in de toe komst? Dat lijkt hem het meest practische en dit geeft hij in overweging. Wanneer dan het college van B. en W. aan het woord komt, stelt de VOORZIT TER voor het debat te schorsen tot dc vol gende zitting over 14 dagen. Aldus wordt besloten. Wederom een Vleeschkeuringskwestie voor het Kantongerecht. De uitvoering en naleving van de Rijks- vleeschkeuringswet zoomede de plaatselijke verordeningen te dier zake heboen in de gemeente Aip..en onder verschillende krin- gens zooals onze lezers reeds meerdere malen zullen hebben opgemerkt reeds dik wijls de gemoederen in beweging gebracht. Ook ter jongste strafzitting kwam weer een dergelijke aangelegenheid aan de orde, waarvan de behandeling niet minder dan plm. 2V2 uur tijd vorderde. Thans had zich te verantwoorden de slager D. J. B. bij wien de hulpkeurmeester v. K., vergezeld van den agent van poiitie v. G. op 25 Juli j.l. v.m. 11 uur in de ijskast in den winkel van verdachte een 3 tal stukken vleesch van 221/2 K.G. in voorraad had aangetroffen, die niet was voorzien van het vereischte keuringsstempel van de gemeente Alphen a. d. Rijn. Het betrof hier z.g. Deensch vleesch dat dus uit een andere plaats was ingevoerd en wel was voorzien van een rijksmerk doch niet van een z.g. invoer- stempel. Ter toelichting diene dat al het in onze gemeente ingevoerd vleesch ter keuring moet worden aangeboden aan de gemeentelijke slachtplaats en dan van een stempel wordt voorzien van den keurings dienst der gemeente Alphen a. d. Rijn. Als getuigen in deze zaak werden gehoord de betrokken hulpkeurmeester, agent van politie, zoomede de slagersknecht van de gemeentelijke slachtplaats en den slager R. H. terwijl als verdediger voor ver dachte optrad mr. A. Korver alhier. Het verweer van verdachte kwam feitelijk hierop neer, dat hij bedoeld vleesch wel had laten keuren, doch door de betrokken ambtenaren van den gemeentelijken keu ringsdienst vergeten was na keuring het vleesch van de benoodigde en vereischt wordende stempels te voorzien. De hulp- keurmeester, die het eerst als getuige werd gehoord, bevestigde het in het verbaal omschrevene. Uit zijn verdere verklaringen ONBEVOEGD UITOEFENEN DER GENEESKUNDE. De Hooge Raad heeft verworpen I cassatieberoep van L. S.. zoon van wiF" f het Staphorster Boertje, die dooi CJ rechtbank te Maastricht is veroordeeld v t. 300 boete wegens onbevoegd uitoefen* f der geneeskunde te Hoensbroek. 2-5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10