72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 15 October 1931 Derde Blad No. 21955 PARLEMENTAIR OVERZICHT LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ „ARNHEM" 12 r JARIG JUBILEUM VAN DEN HEER E. A. v. DAALEN. FINANCIËN. FEUILLETON. Het Kostbare Meesterstukje EERSTE KAMER. NEDERLAND EN BELGIË. Jhr. B. C. de Savornin Lohman, In den laatsten tijd hebben allerlei ge ruchten geloopen in verband met de on derhandelingen tusschen Nederland en België, en deze hebben aanleiding gegeven tot de Interpellatie van den heer De Sa vornin Lohman. (Gisteren reeds in het kort vermeld. Red. ,i. D."). De interpellant wees er op, dat volgens die geruchten de Regeering eenigszins af geweken zou zijn van haar vroegere stand punt inzake het veelbesproken kanaal tus schen Antwerpen en den Moerdijk en stelde in verband daarmede een reeks vragen, waarvan de kern was te weten te komen hoe het nu eigenlijk stond met de onderhandelingen en of de Regeering in derdaad van opinie was veranderd Minister Beelaerts van Blokland. Minister Beelaerts van Blokland wees er op, dat aan de Regeering het recht toekomt te beoordeelen. wat zij over han- i gende onderhandelingen zeggen kan. Dit geldt, met name op het terrein der buiten- landsehe aangelegenheden. De Minister verklaarde dan ook. niet veel te kunnen zeggen. De Regeering houdt echter vast aan de richtlijnen, welke zij voor het overleg heelt aangegeven, en van hetgeen zij met betrekking daartoe heeft gezegd, neemt zij niets terug. RECLAME. de basis voor een zorgenvrij bestaan. 5646 Toch heeft de Minister nog gesproken over liet open Schelde-vak, dat sommigen wenschen als verbinding tusschen een Nederlanasch en een Belgisch kanaal, doch hij verklaarde uitdrukkelijk, dat wat hij hierover zeggen zou, abstracte mededeelingen waren, buiten eenig ver- band met het hangende overleg. Reeds vroeger heeft onze Regeering zich bereid verklaard zich met België te verstaan over een scheepvaart-verbinding tusschen Bath en Dintelsas, en tevens, om tegemoet te komen aan moeilijkheden, die binnen een dergelijk tracé zich voor de scheepvaart zouden opdoen. Met een dergelijke opzet Pu ~.aldV? d? Minister zou het niet in strijd zijn, indien ten Zuiden van een dergelijke verbinding een werk in de Schelde werd aangelegd, een strekdam, om de binnenvaart van de zeevaart te scheiden. De Minister gaf hierop een uit voerige technisch-waterstaatkundige uit eenzetting, waarvan de bedoeling was dui delijk te maken, dat Nederland bereid moet zijn binnen redelijke grenzen moei lijkheden voor en belemmeringen van de scheepvaart binnen de aangegeven gren zen weg te nemen. De geest van het over leg en de goede verstandhouding met Bel gië vorderen, dat niet wordt vastgehouden aan opzettelijk-noodelooze verkeersbelem- meringen, wanneer die kunnen worden weggenomen, zonder Nederlandsche be langen te schaden. Een gesloten strekdam met behoud van een toeleidings-kanaal voor de ai Watering, zou mogelijk zijn. De heer De Savornin Lohman consta teerde in zijn repliek, dat de Minister op geen enkele vraag een volledig antwoord hact gegeven, doch hij trok toch de con clusie, dat het aan te leggen kanaal zal doorloopen met vermijding van de open Schelde. Dit noemde hij zeer bedenkelijk. Niemand heeft ooit gedacht aan een ge sloten strekdam. Spr. meende dat het nieuwe plan wel degelijk in strijd zou zijn met vorige toezeggingen. De open Schelde moet niet worden vermeden. Ons volk mag niet voor een voldongen feit worden gesteld Nadat de heer Van Embden had ver klaard. dat deze aangelegenheid allereerst bij de Tweede Kamer thuishoort, en niet bii de Eerste, zei ook de heer Van Lan- schot, dat aan het beginsel van de open Schelde vastgehouden zal moeten worden, liij vroeg of de Minister bereid was, met het oog op het afwaterings-belang het bestuur der provincie NooTd-Brabant te hooren. De heer De Zeeuw verklaarde, dat Rot terdam huiverig zal zijn mee te helpen aan een concessie voor Antwerpen, zoo lang de Nederlandsche Regeering zich zoo weinig aantrekt van Rotterdam; de heer Koster verklaarde bij de begrooting op de zaak te zullen terugkomen; de heer Briët, die de interpellatie volkomen op haar plaats achtte, en betreurde dat de Minister niet mededeelzamer was geweest, trok de conclusie dat de Regeering de nationale belangen wil opofferen, waartegen hij ernstig waarschuwde; de heer Blomjous meende dat de Regeering streeft naar een nieuw Moerdijk-kanaal en waarschuwde ook zijnerzijds, en de heer Wibaut maakte de opmerking, dat de Minister door zijn mededeelingen stof heeft gegeven voor een nieuwe nationale campagne tegen een verdrag met België. De Minister herhaalde ténslotte, dat de j Regeering zal blijven binnen de richtlijnen t van het memorandum van 1S29 Met de provincie Noord-Brabant zal nog overleg v/orden gepleegd. En: hierna werd de interpellatie gesloten, die dus als resultaat heeft gehad de me- dedeeling, dat de Regeering vermoedelijk 1 zal voorstellen in de Schelde een gesloten 1 strekdam aan te leggen ten bate der j Belgische scheepvaart. Reeds nu is daar tegen sterke oppositie gebleken. TWEEDE KAMER. MOBILISATIE-SLACHTOFFERS. Nadat de interpellatie-Wijnkoop over de verhouding met Frankrijk was afge poeierd tot het begrootings-debat, heeft de Kamer de behandeling van het ontwerp inzake de mobilisatie-slachtoffers voort gezet. En: nadat de heeren Joekes, Wijnkoop, Van Dijk, Braat en mej. Westerman nog het woord hadden gevoerd, heeft de Minister van Defensie het wetsontwerp verdedigd. Hij wees er daarbij op, dat het verder gaat I dan de motie-Staalman, die in 1920 werd I overgenomen. Eenerzijds moet rekening i worden gehouden met de financieele om standigheden des lands, anderzijds met die van de betrokken slachtoffers. De uit- keeringen zullen in den bestuurs-maat- regel zóó worden geregeld, dat niemand aan armoede wordt prijsgegeven; bij het ontwerpen van dien maatregel zal de regeling voor de oud-gepensionneerden tot leiddraad strekken. De Minister verklaarde overigens, dat hij steeds tegenover de betrokken personen zoo loyaal mogelijk is opgetreden en gaf nog een overzicht van de regeling in andere landen. In zijn repliek verklaarde de heer K. ter Laan niet bevredigd te zijn, maar natuur lijk voor het ontwerp te zullen stemmen, omdat het althans iets meer geeft dan de bestaande regeling. Ook andere sprekers repliceerden. Op art. 1 hebben de heeren Ter Laan, Tilanus, Schaepman en Van Dijk amende menten verdedigd, die alle tot strekking hebben de regeling te verbeteren, of nog tot meer personen uit te breiden, maar waar over al die amendementen eerst Donderdag wordt gedebatteerd en beslist, zullen wij de nadere bijzonderheden er van bewaren tot ons volgend overzicht. HAGENAAR. R.-K. BOUWBLAD. In het R.-K. Bouwblad treffen wij een interessante beschouwing aan over de „Restauratie en vergrooting van de Ned. Herv. Kerk te Katwijk aan Zee", van de hand van architect A. P. Smits. Het arti kel is verlucht met diverse foto's en plat tegronden. ALS DIRECTEUR VAN DE GEMEENTEBEDRIJVEN TE KATWIJK. t tegeltableau is vervaardigd door de plateelbakkerij „De Iris" te Gouda. De ontwerper ervan is de heer P. Weerlee te Gouda. - In den linkerbovenhoek wordt een voorstelling gegeven van het waterleidingbedrijf, rechts van dat van de elec- triciteit. Het groote middenstuk geeft een reproductie van het gasbedrijf. Men ziet de stokerij, de oliestokerij, een gashouder, de fitterij, enz. Verder staat er een gedeelte van het Prins Hendrikkanaal met kaaimuur op. Het wordt geflankeerd door de data 15 April 1919 en 15 October 1931. Er onder staat: Aangeboden door het personeel van de bedrijven bij uw 12'/2-jarig jubileum. NIEUWE UITGAVEN. Verkade's Cactus Album. In de serie overbekende Verkade's al bums zal de 25ste de jubileum album dus zonder eenigen twijfel een voor name plaats innemen. Als onderwerp dei- uitgave werd ditmaal de steeds meer in populariteit winnende cactus genomen. De schilders Voerman, Rol Sr. en Rol Jr. hebben van het album een schitterend ge heel gemaakt; zonder uitzondering mun ten de groote en kleme plaatjes uit door kleurenrijkdom en natuurgetrouwe na bootsing, in welk verband de firma Van Leer en Co. welke voor den druk dei- plaatjes zorg droeg niet onvermeld mag blijven. De heer A. J. van Laren droeg zorg voor de soortenbeschrijving enz. waarbij hij naast de Latijnsche namen tevens Hollandsche benamingen aangaf, hetgeen door cactussen-inzamelaars on getwijfeld op hoogen prijs gesteld zal worden. Door de Centr. Commissie voor Bezuini ging der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel is een brochure uit gegeven. waarin de vraag behandeld wordt hoe door herziening van de wetgeving, be treffende het Lager Onderwijs op doelma tige wijze bezuiniging is te verkrijgen. RECLAME. WIE IS DIE BROODMAGERE VRIEND VAN JE, WILLY? Waarschijnlijk weet hij wel, dat hij door een paar maanden geregeld levertraan te nemen, genoeg zou aankomen om er weer als een normaal mensch uit te zien. Vertel hem, dat hij die walgelijke lever traan niet behoeft te slikken, omdat hij precies dezelfde schitterende resultaten op een geheel andere manier kan bereiken. Zeg hem, dat hij Mc. Coy's Tabletten koopt. Iedere apotheker en drogist ver koopt ze a f. 1.95 en f0.95 per doos. Iedereen kan drie pond aankomen, wan neer hij deze tabletten gedurende een maand gebruikt. Een vrouw kwam zelfs vijftien pond aan in zes weken. Kinderen worden flink en sterk. Eischt uitsluitend Mac Coy's Levertraan Extract Tabletten, de origineele en eenige echte. Weigert namaak. Wanneer niet direct verkrijgbaar wendt U dan tot N.V. Rowntree Handels Mij., Keizersgracht 124, Amsterdam-C. 5794 Hedenmorgen om halfelf werd de direc teur van de gemeentebedrijven, de heer Van Daalen met mevrouw Van Daalen, in het kantoor van de gasfabriek door het gezamenlijke personeel der bedrijven ont vangen. Dit had dezen dag. waarop de heer Van Daalen 12V* jaar geleden zijn gewich tige betrekking aanvaardde, niet onopge merkt voor hem willen laten voorbijgaan. Het kantoor was op kwistige wijze met bloemen versierd. Nadat de jubilaris met zijn echtgenoote plaats genomen hadden, trad de oudste in dienstjaren, de heer A. Kleinhout. naar voren en sprak den jubilaris als volgt toe: Ongetwijfeld mogen wij allen den dag van heden met de uwen als een feestdag beschouwen, waar gij thans den dag her denkt van uw 12'/c-jarig jubileum als Directeur der Gemeente-Bedrijven te Katwijk. Het is voor mij een niet gemakkelijke taak om namens al het personeeel in korte trekken aan te geven, hoe U in dat opzicht èn om den persoon èn om de verhouding die er tusschen u en het personeel bestaat, gewaardeerd wordt, terwijl ook hetzelfde gelden mag van de waaraeering. die u tegenover het personeel koestert. Het is dan ook geen wonder, dat wij eenparig het plan hebben opgevat, om dezen dag niet onopgemerkt te laten voorbijgaan. Aangemoedigd door aller in stemming werd besloten, om dien dag daadwerkelijk te doen blijken van bijzon dere belangstelling. Tot dat doel moest een zeker bedrag worden saamgebracht; het meest verras send is wel 't feit, dat voor meer geld werd geteekend. dan wij voor ons beoogde doel noodig hadden. U ziet hieruit de werke lijke behoefte, die zich had doen gevoelen, een behoefte, die juist bij een gelegen heid als deze in bijzondere mate naar voren kwam. Een onzer medestrijders opperde n.l. het idee om een tableau te doen vervaardigen, waarop o.m. zou moe ten voorkomen het gasbedrijf, waterbedrijf en electriciteitsbedrijf. iets wat in zoo nauwe betrekking staat met uw functie. Wij koesteren den wensch, dat dit tableau een plaatsje mag hebben in een uwer kamers, steeds als een herinnering aan dezen dag. waarmede wij u en de uwen van harte gelukwenschen. Het spreekt vanzelf, dat bij een feestdag van een 12'/2-jarig jubileum als waarvan hier gesproken wordt, in de eerste plaats de jubilaris zelf op den voorgrond treedt, wat niet zegt. dat mevr. Van Daalen geen aanspraak maakt op een bewijs van bij zondere sympathie, die ook het gezamen lijk personeel haar toedraagt, en willen daarom gaarne tegenover u onze oprechte gevoelens toonen. Als blijk hiervan meen den wij u met een bloemenmand te moeten vereeren. waarin verschillende kleuren zich vertoonen. Moge dit ook schijnen als een symbool ten aanzien van hen, door wie dit als een geschenk mag worden be schouwd. en van wie ook gezegd kan wor den. weliswaar van kleur te verschillen, maar op dezen dag één te zijn. zooals ook deze bloemenmand één geheel vormt. En hiermede moge ik met deze toespraak eindigen, met het verzoek aan onze vrien den Hofkes en Kuyt den jubilaris het tableau, en aan onze jongedame De Best mevrouw Van Daalen de mand met bloe men aan te bieden. Met enkele woorden dankte de jubilaris voor de vele blijken van belangstelling en niet. in het minst voor de tot hem ge richte woorden en de aangeboden ge schenken. LEVERING VAN TER BEURZE GEKOCHTE FONDSEN. Antwoord op de vragen van mr. Boon. De minister van Financiën, de heer De Geer, heeft het volgende geantwoord op de vragen van het lid der Tweede Kamer, den heer Boon, betreffende de levering van ter beurze gekochte fondsen: De meening dat het bestuur van de Ver- eeniging voor den Effectenhandel niet de hand zou houden aan het reglementaire voorschrift, dat de levering van verkochte fondsen in het algemeen moet plaats heb ben uiterlijk op den vierden dag na het sluiten der transactie, miskent het karak ter van bedoeld voorschrift. Van de in dit voorschrift vervatte verplichting kun nen partijen van elkander de nakoming eischen. Zij zijn daartoe echter niet ver plicht en het bestuur kan bezwaarlijk partijen tot nakoming dwingen, ook als zij zelve die nakoming niet wenschen. De speculatie a la baisse heeft in hoofd zaak plaats in fondsen, welke geleend kun nen worden, zoodat, ook indien door bo venvermeld bestuur tot levering genoopt kon worden, de baisse-handel daardoor niet afdoende zou worden onderdrukt. Van het geven van dwingende voor schriften, die verder zouden moeten gaan dan thans de bevoegdheid van boven vermeld bestuur reikt, meent de minister, o.a. gehoord de Commissie van deskun digen. bedoeld in artikel 8 van de Beurs wet 1914, zich te moeten onthouden, zoo wel omdat dergelijke voorschriften prac- tisch niet zouden zijn te handhaven, als omdat zij een belemmering van den beurs handel zouden vormen, welke ziqh met het toenemend internationaal karakter der Amsterdamsche Beurs niet zou verdragen. Uit het Engelsch door mej. C. M. G. de W. 2) HOOFDSTUK II. S. Gedge keek zijn nichtje wat vragend of twijfelachtig aan. Hij ïiield itiet van vrouwen en vooral niet van jonge vrou wen. Maar één feit stond vast: hij had het zich zelf op den hals gehaald. Bij deze bittere gedachte spande hij zich in om te bedenken, wat zijn beweegreden ge weest was. Hij kende zich zelf zeer goed en wist zeker, dat.er een reden voor ge weest was en een goede reden ook voor zulk een ernstig vergrijp. Plotseling her innerde hij ziph de werkster en zijn ge zicht klaarde een weinig op. Laat mij je eens goed aankijken, nichtje. Als een havik naar een winter koninkje, zoo was de blik, dien hij door zijn brilleglazen op Julie wierp. Groot en sterk lijk je mij. Ik hoop dat je niet opziet tegen hard werken. Ik zie nergens tegen op. Oom Si, zei het meisje op beslisten toon. Je hoeft niet te antwoorden, zei S. Gedge kortaf. Als je hier blijven wilt, dan moet je op je tellen passen en werken voor den kost. Hij zuchtte en trok met on geduldig gebaar den bril van zijn neus. Dat had ik gedacht. Ik kijk je aan met mijn verkoopersblik. Maar voor dit kar weitje heb ik mijn koopersoog noodig. Tastende in de kolossale zakken van zijn kamerjas, gelukte het den ouden man een tweeden bril op de duiken. Met een doos gezicht zette hij hem op zijn neus. ...77 Nu. kan ik beginnen je te zien. Je lijkt op je vader. Een knappe vent is hij nooit geweest, die vader van jou. Vader is dood, Oom Si. Er was een ^an afkeuring in Julie's flinke stem. het was een heel goede man. Een beter vader dan vadertje is er nooit geweest. Ja, een goede man zal hij wel ge weest zijn. Hij heeft zijn vrouw nauwelijks genoeg nagelaten om zijn begrafenis te betalen. Het was vaders schuld niet, dat hij ongelukkig was in zijn zaken. Ongelukkig? S. Gedge gaf een flin- ken duw aan zijn „koop"bri!. Ik voor mij geloof ook niet aan geluk. U niet? zei Julie op eenigszins uitda- genden toon. Daar geef ik geen antwoord op. Oom Si hield een waarschuwenden vin ger op. Wat jouw geluk zal wezen is dat je niet tegen werken op ziet. Als je hier blijven wilt, dan moet je je best doen. Jullie erkende op nederigen toon, dat zij haar best zou doen. S. Gedge bleef haar aanstaren. Het was hem duidelijk, dat hij een ontzettende verantwoordelijkheid op zich genomen had. Een levendig, scherpzinnig meisje, negentien jaar oud, zoo'n echt moderne ondeugd van een kind, met een eigen opinie over alles, zou het leven voor hem doen veranderen. Het diende nergens toe dit feit onder stoelen of banken te schui ven. maar een verstandig man had dit eerder moeten bedenken. De werkvrouw heeft een dag vrij, zei hij, een einde makende aan zijn gepeins. Ik zal je dus maar een handje helpen met je koffer. Dan kun je een andere jurk aan doen en aan het werk gaan. Als je je wat moeite geeft voor je werk, dan kan ik de werkvrouw misschien wel mis sen. Die vrouw is maar een lastpost, zoo als trouwens alle vrouwen. Maar zij is er een van de ergste type. en ik heb al tien jaar lang mijn best gedaan van haar af te komen. Stilzwijgend volgde Julie Oom Si naar de keuken en trok in dien tijd een paar zwart glacé handschoenen uit. Hij hielp haar een koffer, die alles bevatte, wat ze op de wereld bezat, een steil, smal wentel trapje zonder looper op te dragen naar een klein zolderkamertje, dat door een beschot van een grootere kamer was af gescheiden en licht ontving door een vuil dakraampje. Er was een bedstede met een matras, een latafel, een waschtafel en een kapotte spiegel. Als de jongen komt. zal hij je een paar dekens brengen. Je kunt nu aan den gang gaan, zoo gauw als je wilt. Julie begon dadelijk haar koffer uit te pakken. Daarna deed ze haar rouwjapon uit en een oude japon aan, waarin ze van plan was een aanvang te maken met haar werk. De dood van haar moeder, nu een maand geleden, had haar een gevoel ge geven of zij alles verloren had, waar zij prijs op stelde in de wereld. Niemand, neen niets kon haar nu meer schelen. Maar zij had beloofd zich dapper te hou den; ze zou het leven aanvaarden met moed en ze zou haar belofte gestand doen. Daarom veroorloofde zij zich zelf ook niet .veel tijd aan haar toilet te besteden. Zij zou lust gehad hebben op den rand van haar bed te gaan zitten in dat onge zellige kamertje en aan haar tranen den vrijen loop te laten. De toekomst was zoo duister als een afgrond. Vooruitzichten, plannen had zij niet. Zij had eerzucht, ja, maar zij had geen opleiding gehad. Ze had niets geleerd, waardoor zij zich een weg kon banen door het leven, en al het geld, dat zij ter wereld bezat, zat in haar beurs, nog geen tweehonderd, vijftig gul den: een rolletje muntjes en wat klein geld. Er was niets meer overgebleven van den verkoop van het huis, dat haar moe der zoo angstvallig had behouden. En als dat geld op was, zou ze moeten leven van de weldadigheid van haar Oom Si, dien ze steeds een hardvochtig mensch had hoo ren noemen. Of ze moest werk zoeken om in haar onderhoud te voorzien. Zulk een toekomst zag er ellendig uit. Maar terwijl Julie een andere jurk aan deed, een oude huisjurk, drukte zij haar lippen stijf op elkaar en nam zich voor niet aan den dag van morgen te denken. Oom Si had haar opgedragen de kachel in de achterkeuken schoon te maken. Zij hoopte dat te kunnen doen zonder iemands hulp, heel alleen. En om die ellendige pijn in haar achterhoofd niet te voelen en niet na te denken, zou ze aan niets anders denken dan aan het verrich ten van haar werk. Een minuut of tien nadat ze naar bo ven gegaan was, kwam ze de zoldertrap af. Ze had zelfs een werkschort aan, die ze nog geaarzeld had in te pakken; ze was zoo voorzichtig geweest het ding toch maar mee te nemen. Waar zijn de borstels en stoffers, Oom Si, en de vuilnisbak? In de kast in de achterkeuken. Het geluid van die stem kwam uit de pak kist, gevolgd door de verschijning van een hoofd van een monster. En ben je klaar met de keuken kachel. dan kun je deze rommel oprui men en daarna wat aardappelen koken voor ons middagmaalals je tenminste weet hoe je dat doen moet. Ja natuurlijk weet ik dat Je moeder schijnt je nog al goed op gevoed te hebben. Als je je verstand bij je werk gebruikt en je bent niet bang je handen vuil te maken, dan denk ik dat wij het best zonder $e werkvrouw kun nen doen. Moedig, met opgeheven hoofd ging ze naar de bijkeuken, terwijl S. Gedge voort ging steeds dieper en dieper in de pak kist te duiken. Eerst haalde hij er een porceleinen kom uit, tikte er met zijn nagel tegen en hield hem tegen het licht. Dat is een mooi stuk, zei hij in zich zelf. Eén ding moet ik van dien jongen zeggen hij heeft er een goed oog op Ik ben benieuwd wat hij hiervoor betaald heeft. Maar ik zal het zoo aanstonds wel hooren. En S. Gedge zette de kom op een stoel tegenover de gravure „naar" P. Bar- tolozzi. Hij zette zijn onderzoek voort, maar er volgde niet veel meer. Dat kon hij ook niet verwachten. Hij had Willem maar vijftig gulden meegegeven en dat was de kom alleen wel waard. Het speet den ouden man eigenlijk, dat hij Willem niet meer had toevertrouwd. Er kwam nog een koperen kolenschop voor den dag; als die goed opgepoetst werd kon hij er nog wei drie pond. dus zes en dertig gulden voor krijgen, en een stel haardijzers en andere kleinigheden, die nu wel niet zooveel waard waren, maar alles bij elkaar bewees toch wel dat de vijftig gulden goed be steed waren. Nichtje, riep Oom Si, toen de kist eindelijk leeg was, kom eens hier en help mij een handje. Opgewekt en flink hielp Julie den boel op te ruimen en de pakkist naar den achtertuin te sleepen. Toen dit alles naar wensch was afgeloo- pen, zei de oude man: Zie zoo, ga nu eens zien wat je van aie aardappelen terecht brengt. Kook ze maar met schil en al. Dan gaat er minder verloren en het is lekkerder. Hoe laat eten we. Oom Si? Om één uur precies. Dit zeggende deed S. Gedge zijn boord om, trok zijn morgenjapon uit en zijn winkeljas aan en schuifelde naar den wmkel met de gelaatsuitdrukking van een man, die zijn tijd niet verbeuzelen kan. Tot nu toe ging alles goed. Het meisje scheen welwillend te zijn en geschikt voor haar werk en hij hoopte, dat zij onderdanig zou blijven. Dat lag echter niet in den geest van den tijd. De meisjes van den tegenwoordigen tijd waren vreeselijk onafhankelijk. Ze zouden je brutaal aanspreken en je durven aan kijken. er was geen twijfel aan. ze wisten veel meer dan hun grootmoeders. Met het eenige kind van zijn halfbroeder, die heel weinig te beduiden had. had S. Gedge zich heel wat moeite op den hals gehaald. Toch kon hij niet ontkennen, dat Julie begonnen was zich van haar taak heel goed te kwijten en indien hij den volgen den morgen tot de werkster kon zeggen: VroUw Ranciman. je kunt nog een dagje blijven, en naar een andere betrekking uitzien, dan zou hij een gelukkig man wezen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9