72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 October 1931
Tweede Blad
No. 21951
BINNENLAND.
KLEINHANDEL IN ALCOHOL
HOUDENDE DRANKEN.
DE MEENING DEE EERSTE KAMER
OVER DE NIEUWE REGELING.
Het Vergunningsrecht.
Aan het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het wetsontwerp, houdende
bepalingen tot regeling van den kleinhan
del in alcoholhoudende dranken wordt
het volgende ontleend:
Enkele leden verklaarden vooralsnog
weinig geneigd te zijn, om aan dit ont
werp hun stem te geven. Meer en meer
wijkt h.i. de Nederlandsche wetgever af
van het stelsel en het beginsel der oor
spronkelijke wet van 28 Juni 1881 „hou
dende wettelijke bepalingen tot regeling
van den kleinhandel in sterken drank en
ter beteugeling van openbare dronken
schap." Dat deze wet een goede zijde heeft
gehad, moet zeer zeker worden erkend,
verschillende voorbeelden werden daarbij
aangehaald. Voor nog verder gaande be
perking en bemoeilijking van een matig
gebruik, bestaat echter naar de overtui
ging van deze leden, niet de minste reden.
Weliswaar blijft bij een afwijzing van
het ontwerp toch een nieuwe regeling
nopens de vennootschapsvergunningen
noodzakelijk, maar men zou naar het oor
deel dezer leden, blijk geven van een on
juist inzicht, indien men, ter wille van de
desbetreffende, in het ontwerp opgenomen
bepalingen, welke trouwens ook niet feil
loos zijn, het geheele wetsvoorstel goed
keurde. De geldende voorschriften zijn im
mers nog tot 1 Mei 1932 van kracht, en
mochten vóór dit tijdstip geen nieuwe tot
stand komen, dan is er geenerlei bezwaar
tegen, den termijn, genoemd in art. 66 der
bestaande wet, nogmaals te verlengen
Andere leden konden zich met deze op
merkingen niet vereenigen. Zij waren van
meening, dat het onderhavige wetsont
werp op tal van punten doeltreffende wij
zigingen van de Drankwet bevat. Zoo ach
ten zij het een belangrijke verbetering, dat
fictieve uitoefening van het vergunnings
recht zal worden tegengegaan dat betere
maatregelen, zijn ontworpen tegen mis
bruik van hotelvergunningen en dat de
overgang van een vergunning op den
overlevenden echtgenoot van een overle
den vergunninghouder verzekerd is.
Tenslotte meenden deze leden een woord
van protest te moeten uiten tegen de
wijze, waarop de drankhandelaren zich
hebben geweerd naar aanleiding van de
behandeling van dit wetsontwerp.
Eenige leden die het standpunt der
drankbestrijders innamen, verklaarden,
dat dit wetsontwerp hen in een moeilijke
positie brengt. Alhoewel het verscheidene,
niet onbelangrijke maatregelen bevat, wa
ren zij van oordeel, dat het doen vervallen
van het voorstel in zake plaatselijke keuze
alle aantrekkelijkheid er aan heeft ont-
nomen.
Eveneens hadden zij met leedwezen ge
constateerd, dat een verbod van verkoop
van wijn en bier per flesch in winkels,
waarin ook in andere artikelen nering
wordt gedreven, in het ontwerp niet meer
wordt aangetroffen.
Verscheidene andere leden konden zich
met dit standpunt niet vereenigen. Of
schoon groote sympathie gevoelende voor
de drankbestrijding, waren zij geen voor
standers van plaatselijke keuze, waarmede
weliswaar de Tweede Kamer indertijd
haar instemming heeft betuigd, doch wel
ke de Eerste Kamer reeds tweemaal heeft
afgewezen. Zij meenden, dat een derge
lijk dwingend systeem, gelet op het steeds
minder wordende gebruik van drank hier
te lande niet verdedigbaar is en dat in
voering daarvan tot allerlei min ge-
wenschte toestanden zou leiden.
Enkele leden achtten het ongewenscht,
thans weder in handen van administra
tieve colleges de beslissing te leggen over
de vraag, of een vergunning al dan niet
geacht kan worden te worden uitgeoefend
op naam en voor rekening van den ver
gunninghouder. Wil men het verbod van
verpachting handhaven, dan zal het ter
voorkoming van mogelijke willekeur nood
zakelijk zijn. de toepassing daarvan afhan
kelijk te stellen van de uitspraak van den
gewonen rechter, die alleen bevoegd is
tot beoordeeling van de vragen, welke zich
hier voordoend.
Wat betreft den in art 79 opgenomen
tatalen datum 1 Mei 1931. merkten deze
leden op dat deze bepaling erop neer
komt, dat de exploitant, die thans met de
vergunning van een ander werkt, om voor
zijn koffiehuis een vergunning te behou
den, deze moet koopen en van niemand
anders kan koopen dan van hem. van wien
hij op 1 Mei 1931 zijn vergunning
pachtte. Volgens hen, moet het stellen
van 1 Mei 1931 als fatale datum tot onge-
wenschte toestanden en onbillijkheden
leiden, en deze zouden kunnen worden
voorkomen door in een novelle dezen
datum te doen vervallen en daarvoor in
de plaats te stellen: „zes maanden na het
in werking treden dezer wet,"
o
HERINNERINGEN AAN DEN
TRANSVAAL-OORLOG.
Een tentoonstelling te 's-Gravenhage.
Jooals destijds is gepubliceerd, is op de
helling van het Kopje, waarop het vrou
wen-monument le Bloemfontein (Z.-A.)
verrijst, een museum gebouwd, dat de be
waarplaats zal zijn van alles, dat op de
lijdensgeschiedenis van het Zuid-Arikaan-
sche volk in den tweeden vrijheidsoorlog
(1899 -1902) betrekking heeft.
Teneinde ook uit Nederland zooveel mo
gelijk alles bijeen te brengen wat aan dien
krijg herinnert, waaraan tal van Neder
landers en oud-Nederlanders hebben deel
genomen, had zich onder leiding van den
gezant der Unie van Zuid-Afrika, Daniël
J. de Villiers, een comité gevormd, waarvan
de heer Fr. Oudschans Dentz, administra
teur van het Alg. Ned. Verbond, het se
cretariaat op zich had genomen. Deze com
missie mocht velerlei voor het oorlogs
museum geschikte voorwerpen ontvangen.
In het museum van het A.N.V. aan de
Laan 34 te 's-Gravenhage is in verschil
lende vertrekken het hier te lande verza
melde materiaal tentoongesteld, voordat
het voorgoed ons vaderland verlaat.
Heden, op den geboortedag van presi
dent Kruger, is deze tentoonstelling dooi
den Zuld-Afrikaanschen gezant, den heer
de Villiers, geopend, nadat de voorzitter
van het hoofdbestuur van het A. N. V„ de
heer P. J. de Kanter, een welkomstwoord
had gesproken, waarin hij den secretaris,
de commissie, dèn heer Oudschans Deutz
dankte voor diens toegewljden arbeid en
verklaarde, dat in het succes der com
missie een nieuw bewijs mocht worden ge
zien van de sympathie van zeer vele Ne
derlanders voor onze stamgenooten in
Zuid-Afrika.
De heer De Villiers hield daarop in de
Zuid-Afrikaansche stamtaal een rede
waarin hij dank zegde voor de vele mede
werking.
Tenslotte sprak nog de heer Fred. Ouds
hoorn Deutz.
Jhr. Mr. L. H. J. F. VAN BEVERVOORDEN
TOT OLDERNEULE. t
Bekend handelsman tc Amsterdam.
In den ouderdom van zestig jaren is te
Amsterdam plotseling overleden jhr. mr.
L. H. J. F. van Bevervoorden tot Older-
neule, oudste directeur van de N.V. „De
Wed. Tjeenk en Co."
De ontslapene was tot verleden jaar lid
van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Amsterdam, afdeeling groot
bedrijf. Voorts is hij verscheidene jaren
lid geweest van de commissie van advies
van de Nederlandsche Bank en voorts
maakte hij tot voor kort deel uit van het
bestuur van de Spaarbank voor de Stad
Amsterdam.
Ook op ander dan financieel gebied
heeft de heer Van Bevervoorden tot Ol-
derneule zich bewogen. Hij was penning
meester van de Maatschappij tot Redding
van Drenkelingen en voorzitter van de
„Vereeniging tot Bevordering van het
Chr. Schoolonderwijs voor de Stad Am
sterdam", van het Centraal Comité voor
dadelijk hulpbetoon der Nederlandsche
Diakonessenhuizen" en van de „Vereeni
ging voor Reserve-zusters bij den Diako-
nessenarbeid." Ook is hij bestuurslid ge
weest van de Luthersche Diakonessen-v
inrichting.
o
INTERNATIONALE TENTOONSTELLING
„KLANK ÊN BEELD."
Wij berichtten reeds, dat in Mei 1932 in
het R.A.I.-gebouw te Amsterdam onder de
auspiciën van het Algemeen Europeesch
Filmverbond een groote internationale
film-, geluidsfilm-, radio-, gramofoon-,
televisie- en fototentoonstelling zal plaats
vinden.
De laatste jaren heeft het publiek hier
te lande geen gelegenheid gehad, een al
gemeen overzicht te verkrijgen van de
vordering van de geluidsfilm-, radio-,
gramofoon- en foto-industrie. In dien tijd
is niet alleen de techniek in dit opzicht
met rassche schreden vooruitgegaan, ook
de cultureele. de economische ontwikke
ling van deze wereld-industrieën, die in
steeds nauwere samenwerking met elkan
der optraden, vertoont op het oogenblik
een geheel ander beeld dan twee of drie
jaar geleden. Alleen reeds de geluids
film heeft een geheel nieuwen kunstvorm
in het leven geroepen, waarvan radio en
gramofoon den directen invloed onder
vonden.
„Klank en Beeld" zal voor het eerst hier
te lande een zoo zuiver mogelijk beeld ge
ven van de beteekenis van deze onderling
zoo nauw iverbonden industrieën; van da
vaak romantisch aandoende werkmetho
den in studio en atelier; van de groote
overwinningen, die het menschelijk ver
nuft op de natuur behaalde, van de mid
delen en methoden die het overbruggen
van tijd en ruimte in een heele wereld
mogelijk maakten.
Voor de tentoonstelling „Klank en
Beeld", welker beteekenis o.m. blijkt uit
het feit, dat zij bij beschikking van 23
September j.l. door den Minister van Ar
beid, Handel en Nijverheid werd verklaard
tot een van staatswege erkende tentoon
stelling in den zin van art. 8 der Octrooi-
wet 1910, is een eere-comité gevormd,
waarvan als eere-voorzitters optreden: dr.
J. Th. de Visser, Minister van Staat, voor
zitter van den Radioraad: mr. P. J. Reymer
Minister van Waterstaat; de heer W. de
Vlugt, burgemeester van Amsterdam: en
de heer E. P. Westerveld, oud-Minister,
algemeen secretaris der Kon. Vereeniging
Koloniaal Instituut.
o
HET BIOSCOOPCONFLICT TE
GRONINGEN.
Het einde in zicht.
Na een onderhoud, aan het welk verte
genwoordigers van het hoofdbestuur van
den Nederlandschen Bioscoop Bond met
den burgemeester van Groningen hebben
deelgenomen, heeft het hoofdbestuur van
den Nederlandschen Bioscoop Bond be
sloten, een buitengewone spoedledenver-
gadering op Maandag 12 October a.s. te
Amsterdam te houden. In deze vergade
ring zal het hoofdbestuur voorstellen naar
aanleiding van de door den Raad der ge
meente Groningen aangenomen motie,
waarin de wenschelijkheid wordt uitge
sproken, om het bioscoopconflict te be
ëindigen en de vermakelijkheidsbelasting
tot 20 pet. te verlagen, indien B. en W. dit
mogelijk achten, de bioscopen in Gronin
gen op 16 October a.s. weer te openen.
Indien het besluit door de vergadering
van den Nederl. Bioscoop Bond Maandag
wordt genomen, overeenkomstig het voor
stel van het bestuur, zal het bioscoop
conflict te Groningen tot het verleden be-
hooren.
ALS DE VTSSCHERSSCHUITEN HET ENGELSCHE HARINGSEIZOEN IS IN VOLLEN GANG en uit Schotland zijn
de Haven van Vlissingen binnen- honderden meisjes naar Great Yarmouth gekomen, om daar behulpzaam te zijn bij
kade'om van'de^komst^ler booten ^et verpakken en verzenden van het zeebanket. Een vroolijke groep aan den
getuige te zijn. arbeid bij de met visch volgeladen vaten.
ALS HERINNERING AAN DEN BOEREN
OORLOG is te Den Haag een tentoonstel
ling geopend van voorwerpen, afkomstig
uit het Oorlogsmuseum te Bloemfontein.
Deze expositie werd geopend bij gelegen
heid der herdenking van Paul Kruger's
geboortedag.
DE „INDRAPOERA" IN RESTAURATIE. De „Indrapoera" van de Rotterdamsche
Lloyd, wordt bij de Rotterdamsche Droogdok Mij. omgebouwd in een snelvarend
schip. De neus van het schip zal 7 maal verlengd worden, terwijl tevens nieuwe
motoren in het vaartuig zullen worden ingebouwd, om de snelheid op te voeren.
Rechts: PROF. T. J. HAARHOFF, die
klassieke letteren doceert aan de Univer
siteit van den Witwatersrand te Johannes
burg, promoveerde gisteren in de aula aan
de Universiteit te Amsterdam.