72sfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 October 1931
Vijfde Blad
No, 21951
LAND- EN TUINBOUW.
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN.
OUDE BOUWKUNST
RONDOM LEIDEN.
VQ0R ONZE POSTZEGEL
VERZAMELAARS^
De a.s. von Siebold-herdenking
te Leiden.
eenige geschiedkundige
toelichtingen.
Omtrent de invoering van gewassen uit
Japan van 18241844.
(Van een bijzonderen medewerker).
IV.
Thans zijn wij in het bezit der geheele
ezending eener keuze van de schoonste
zeldzaamste gewassen van Japan, 279
oomen en heesters, 149 oerinneerende ge
nassen, 72 bollen van lelien en van andere
^wassen hebben wij voor ons staan in
ostbare op Japan gewerkte kasten, doch
ijna alle dood met uitzondering van eenige
eesters en bolgewassen. 30 soorten en
Pariteiten van Camellia's 22 variëteiten van
zalea's; het prachtige Rhododendron Met-
ernichii Viburnum plicatum eene soort
-an sneeuwbal, de Forsythia suspensa of
gek Siringe; de Daphne Genkwa met
orenblauwe bloemen, de geurige riekende
kimia Japonica, verscheidene nieuwe soor-
en van Hydrangea, van Diervilla en de
eeste in onze Flora Japonica beschrevene
ierplanten en vele anderen zeldzame ge-
assen, staan voor ons verdord en ver-
leurd en nog thans wekken eenige dezer
lantenmummien de aandacht en de bewon-
ering der plantenliefhebbers.
Wij bedoelen voornamelijk de prachtige
niferen, zoo als de Sciadopitys verti-
jllata. Abies bifida, de thujopsis dolobrata,
e Retinispora obtusa en sqarrosa, de Ja-
ansche cederboom, Cryptomeria Japonica
n andere zeldzame gewassen, meestal
unstmatig in potten gekweekt en afkomstig
?an de vermaarde kweekerijen te Ohosaka
:n Mijako, en met groote kosten en door
e krachtdadige medewerking van het
pperhoofd van den Nederlandschen handel
n Japan, den heer P. A. Bik, ons geacht
id, uit deze ver afgelegene steden naar
et eilandje Dezima gebracht. Ook be
enden zich daaronder eenige dwergboom-
jes van bevalligen groei en gedaante.
In zulk eenen staat, helaas! hebben wij
eze kostbare en zeldzame bezending voor
Wgen; de eerste uit Japan onmiddellijk
ntvangen gewassen, de uitkomst van vier-
arige pogingen door den schrijver, den
oogleeraar C. L. Blume en de heeren
Pierot en Textor aangewend; de opbrengst
jvan de duizenden guldens tot het gelukken
-nzer algemeen nuttige onderneming be
steed.
Heden den 23 November, als wij deze
regelen nederschrijven, is de laatste kist
dezer bezending hier ter kweekerij ten
teboeve van de K. N. Maatschappij tot
aanmoediging van dentuinbouw aange-
jkomen, zijnde dezglve 383 dagen van Japan
Li.derweg geweest.
Het is eene zoogenaamde luchtdigt ge-
slotene houten, met glasramen overdekte
jilantenkist. aanbevolen door Engelsche en
andere Hortikulturen als het meest doel
matig transport middel van levende ge-
jwassen over zee; dat wij echter, tot onzen
spijt, in meer dan dertig gevallen als
het ware als een planten-doofpot bevonden
|en als de meest ondoelmatige wijze van
verzending van niet tropische gewassen uit
verre gewesten hebben leeren kennen.
Ook daarop zullen wij nader terugkomen,
wanneer wij bij eene andere gelegenheid
over het vervoer van planten over zee
[zullen spreken.
Slechts een klein getal van boom- en
heestergewassen en eenige bollen zijn met
deze groote en kostbare bezending uit
|Japan levend mede overgekomen.
Daaronder zijn toch nog eenige voor
de kuituur belangrijke planten. Eene Ca
mellia Japonica en Camellia Sasanqua, op
wilde knoestige stammen veredeld, eene
jKerria Japonica met zilverbonte bladen,
eene variëteit van Paconia albiflora, het
echte Porophyllum Japonicum Dec., een
dwergboompje van Diospyros Kaki met
Kleine vruchten; eene variëteit van Koel-
rueteria Chinensis en eene Orchidea; dan
eenige uitmuntende variëteiten van Ahorn:
als van Acer dissectum palmatum, septem-
lobum, allen nog in Europa onbekend, en
5 nieuwe Clematis soorten, die voor de
Clematis azurea en bicolor niet zullen onder
doen, zijn nog behouden. Ook eenige bollen
zijn goed overgekomen, waaronder eenige
soorten van Amaryllis en de Japansche
Narcissus Tazetta, die reeds in bloei is,
zeer keurig riekt en het Crinum maritimum.
Over de overige bolgewassen kunnen wij
nog niets met zekerheid mededeelen. Te
oorueelen naar de Japansche etiquetten
bevonden zich onder de bollen eenige zeer
zeldzame Lilium's, doch de bollen waren
in eenen ziekelijken staat, meestal ver
welkt en verrot.
Dusverre het geschiedkundig overzigt
der invoering van Japansche gewassen van
1820 tot heden.
Uit onze ter inzage openliggende ver-
zendingslijsten blijkt, dat gedurende vijftien
jaren 733 soorten van Japansche planten
!m meer ^an exemplaren en nagenoeg
400 soorten zaden van daar naar Neder
land zijn verzonden, verpakt in 56 kisten
van onderscheiden maaksel.
Daarvan zijn volgens ons nauwkeurig
onderzoek 231 soorten of variëteiten levend
overgekomen en uit zaad slechts 13 vaste
plantensoorten gewonnen. Wij kennen daar
van 204 soorten of variëteiten, die thans
"og in 't leven zijn.
Daar men nu de kosten voor het ver
zenden en den aankoop te Japan, voor
kisten en vracht over land en zee, en
andere ongelden op ruim f.250 per kist
kan begrooten, zou dit een somma van
f. 14.000 bedragen; zijnde daaronder niet
begrepen de persoonlijke diensten door ons
zelve onzen agent te Japan en van andere
Nederlandsch-Indische ambtenaren te Ba
tavia hierbij bewezen.
Volgens deze berekening kwam dus ieder
nieuw ingevoerde soort of variëteit van
Japansche planten nagenoeg op f. 60 te
staan, voor men ze nog aangekweekt en
vermenigvuldigd had. Daaruit is de hooge
prijs van goede Japansche gewassen ver
klaarbaar en men zal zich niet meer ver
wonderen, enkele uit Japan nieuw inge
voerde planten in onze prijslijsten hoog
genoteerd te vinden.
Door de samenstelling van onze kruid
kundige naamlijst bedoelden wij. onze resp.
leden met het grootste gedeelte van de
thans in Europa aanw r!ge Japansche en
Uifneesche gewassen bekend te maken.
Welkom zal het dan ook zijn de prijzen
«aarvan te vernemen. Van de meeste oud-
ingevoerde planten zijn de prijzen in de
nieuwste binnen- of Duitenlandsche prijs
couranten bekend gesteld, en daarvoor zijn
dezelve ook bij ons verkrijgbaar. Bij ae
nieuw ingevoerde in 1842 aan H.H. leden
bij wijze van inteekening afgegeven ge
wassen. hebben wij de namen van H.H.
bloemisten, kweekers en liefhebbers in
Nederland gevoegd die aan de inteekening
deel genomen hebben. De namen van
kweekers van beroep hebben wij met
diamant kapitale letters doen drukken
met de bedoeling de aandacht van koop-
liefhebbers bij voorkeur op hen te vestigen,
die door hunne deelneming onze algemeen
nuttige onderneming ondersteund hebben.
De thans in eene afzonderlijke prijslijst
ter inteekening en bij wijze van inschrij
ving of voor vaste prijzen aan H.H. leden
aangeboden gewassen, hebben wij in onze
kruidkundige naamlijst met compacte let
ters en zulke nieuw ingevoerde gewassen,
die nog niet kunnen verkocht worden met
Compact Cursief doen drukken.
Wij hebben gemeend de laatst genoemde
mede in onze kruidkundige naamlijst te
moeten opnemen, zoowel om de prioriteit
van invoering te waarborgen, als ook voor-
lcopjg de aandacht van H.H. leden daarop
te vestigen. De reden waarom wij dezelve
thans niet ter koop aanbieden, zijn: of
dat wij dezelve nog niet hebben vermenig
vuldigd of dat wij ze hier nog niet hebben
zien bloeien èn dus de variëteiten niet met
zekerheid bestemmen kunnen.
Om aan H.H. leden, kweekers van be
roep zijnde, o.ok de gelegenheid te ver
schaffen. nieuw ingevoerde gewassen zelve
te kunnen aankweeken en door den verkoop
daarvan eer en voordeel te behalen, zoo
hebben wij eenige van de zeldzaamsce en
schoonste, voor den handel het meest ge
schikte planten zoowel Japansche als
Javaansche geheel als eigendom te koop
aangeboden, in bod "gesteld en de inschrij
ving geopend, zullende, zoo als men het
pleegt te noemen de geheele eflitie van
een plantsoort met uitzondering van de
moederplant, die wij in het Etablissement
bewaren, aan den meest biedende afge
staan worden. Zulke planten als ook (lie,
welke bij wijze van inteekening verkocht
worden, zullen door ons gedurende de
eerstvolgende drie jaren na de aflevering
niet in den handel worden gebracht. Ook
verbinden wij ons, aan zoodanige leden der
Maatschappij, die den tuinbouw als beroep
uitoefenen, niet buiten 's lands gevestigd
zijnde, de planten 25 pet. minder berekend
dan aan buitenlanders af te staan.
Daar wij voornemens zijn, van onze
kruidkundige naamlijst van Japansche en
Ciuneesche gewassen jaarlijks een vervolg
te leveren, zoo noodigen wij H.H. leden
liefhebbers en kweekers en voornamelijk
ook de heeren Directeuren en hortulani van
Botanische tuinen, beleefdelijk uit van Ja
pansche of Chineesche gewassen, die wij
hier overgeslagen hebben en die zij be
zitten en met name kennen, ons de namen
op te geven en van gewassen, die uit deze
landen afkomstig zijn of aan welker af
komst van daar getwijfeld wordt en waar
van zij de systematische namen niet kennen,
eene plant of eenen groenen of gedroogde
tak of blad aan het adres van Von Siebold
en Comp. franco ijl te zenden, zullende
wij met de meeste nauwgezetheid den
inzender uitsluitend met den uitkomst van
ens onderzoek bekend maken en bij nieuwe
of zeldzame gewassen zijnen naam (met
zijne toestemming) in de voortzetting van
onze naamlijst vermelden. Variëteiten van
Camellia's, Azalea's Paoonia's en Chrysan
themums te onderzoeken en te bestemmen
is biiten ons oogmerk en bereik. Doch
alle soorten van Liliums zullen wij gaarne
nazien en met de onze waarvan wij eene
talrüke verzameling bezitten, vergelijKen en
den waren naam opgeven.
Om verder H.H. leden liefhebbers en
kweekers in de gelegenheid te stellen, zich
ook andere, in onze naamlijst genoemde
gewassen aan te schaffen, of wel de bij ons
gekweekte plant met soortgelijke, die zij
reeds bezitten, te vergelijken en zich van
de onderlinge indentiteit te overtuigen zoo
hebben wij de meeste daarvan voor eenen
matigen prijs ter kweekerij ten behoeve
von onze Maatschap pij verkrijgbaar gesteld;
terwijl van zulke planten die niet meer
in de kweekerij voorhanden zijn, mogten,
op de eerste aanvrage zal kennis gegeven
worden, bij welke H.H. leden, bloemisten
en kweekers van beroep de echte, ge
vraagde planten nog te koop zijn of van-
we ar wij onze plant verkregen hebben.
Ten slotte moeten wij opmerken, dat
onze kweekerij ten behoeve van de Koninkl.
Nederlandsche Maatschappij tot aanmoedi
ging van den Tuinbouw opgericht, gesne
voordeelen zoodis eenige H.H. leden schij
nen te veronderstellen, uit de jaarlijksche
contributie der H.H. leden der Maatschappij
trekt. Hei bedrag dezer gelden dient, over
eenkomstig art. 4 van het Koninkl. Besl.
van den 18 October 1842, no. 58, uitsluitend
tot bestrijding van kosten aam deze Maat
schappij verbonden en bepaaldelijk tot
bekostiging der jaarlijksche uitgave van
eenen beredeneerden katalogus van eerst
nieuw ingevoerde, zeldzame en nuttige
gewassen welke aan de leden gratis zal
worder. afgegeven.
Eenen grooten onderstand geniet evenwel
onze kweekerij door de begunstigingen en
voorregten, die aan haar, als eene alge
meen nuttige instelling, onder de bescher
ming van Zijne Majesteit Koning Willem
de Tweede zoo wel 'in het Vaderland als
in Nederlandsch-Indië zijn toegekend ge
worden; voorregten, die het haar, die als
het ware de bakermat van nieuwe, uit-
heemsche voortbrengselen voor de Horti-
kultuur is, ook mogelijk inaken, de bouw
stoffen op te leveren, waardoor de Maat
schappij haar oogmerk den tuinbouw en
plantenhandel in Nederland aan te moedi
gen, bereiken kan.
Leyden in de maand Nov. 1844.
(w.g.) VON SIEBOLD.
o
VOOR KLEINE TUINEN.
Najaarswerk in onzen groententuin.
Het aanhoudende natte weer is mede
oorzaak dat het onkruid in onze tuinen
welig tiert. Schoffelen heeft voor on-
kxuidbestrijdlng nu weinig zin; toch
doen we het. om de door regen dicht
geslagen grond weer voor lucht toegan
kelijk te maken. Het onkruid moet
liefst uitgetrokken worden, en in elk ge
val moet dit gebeuren voordat het zaad
gaat geven. Waar veel onkruid staat, en
dit mogelijk is, spitten we de grond een
voudig om. Op lage terreinen moeten
vooral greppels en draineering goed
functloneeren opdat het water spoedig
weg kan. Greppels en slootkanten wor
den daarom nu nog eens schoon gemaakt.
67. weer ylde ae suoet vcraer. ze wisten me*c meer
waarheen. Overal brachten ze onheil. De kikkers kwamen
van alle kanten uit de ramen hangen. Een dichte drom
zat hen op de hielen en geen uitweg ziende, vluchtten ze
een kruidenierswinkel binnen. Weer nieuwe schrik onder
de bewoners. De kruidenier stond op een trap busjes te
rangschikken en rolde op de toonbank. Alle busjes gingen
over de vloer en werden beschadigd.
68. Maar dat was een kleinigheid. Daar was ook een
groote ton stroop gekanteld en weldra was de heele win
kelvloer bedekt met een dikke laag van dat kostelijke
goedje. De kruidenier kermde en wilde naar Tuimeltje en
Karei vliegen om hun een pak slaag te geven, maar hij
plakte aan den grond vast en stond machteloos tegenover
de ondeugden.
Vrijgekomen land in onzen moestuin
kan nog benut worden voor enkele late
groentensoorten. We kunnen nog veldsla
zaaien, welke clan in den winter of het
vroege voorjaar pas kan worden geoogst.
Hetzelfde geldt voor winterspinazie. Beide
groentensoorten zaaien we liefst op een
beschut hoekje van onzen tuin. Bij zeer
strenge vorst kunnen we, zoo noodig,
eenig rijs voor beschutting op het gezaai
de leggen. Ook kunnen we nog late andij
vie uitplanten. Deze zal buiten wel niet
meer tot vollen wasdom komen, maar kan
bij invallende koude, met een kluit, wor
den overgeplaatst in onze bakken, waar
ze onder een lichte bedekking nog door
zullen groeien en lang goed te houden
zijn. Onze eerste sluitkoolsoorten worden
reeds geoogst We kappen geregeld de
rijpste exemplaren vóór deze gaan ber
sten Ie er te veel om direct te gebruiken
dan draaien we de rijpe kool een slag om,
zoodat een groot gedeelte der fijne wor
tels afbreken Hierdoor wordt de groei
aanmerkelijk gestremd en dientengevolge
spoedig bersten voorkomen. We plukken
nog steeds boonen voor direct gebruik en
inmaak. Vooral snijboonen en inzonder
heid pronkboonen moet men op tijd oog
sten. daar deze spoedig stug worden. Van
te laat gelegde boonen beginnen we nu
pas te plukken. Wanneer we eenige ra
men over hebben kunnen we deze boven
de laatst gelegde stamboonen aanbren
gen, het zetten der vrucht zal er door
worden bevorderd, zoodat de opbrengst
grooter wordt. Bovendien plukken we dan
veel mooiere boonen. Men kan zoowel
voor late als voor vroege oogst stamboo
nen in bakken teelen; bij helder weer
moet dan veel worden gelucht, daar de
bloesem en de jonge Vruchten gemakke
lijk gaan rotten. Ook moet men dan zeer
voorzichtig zijn met gieten. A. G.
NOORDWIJK-BINNEN.
I.
Het is bijtend, dat tal van plaatsen, aan
de zee of aan een rivier gelegen een naam
dragen, waarvan een gedeelte bestaat uit
het woord wijk: Wijk-aan-Zee, Wijk-bij-
Duurstede, Harderwijk, Stompwijk, Reeu-
wijk. Katwijk, enz.
Het is een algemeen Germaansch ver
schijnsel, De Noren hebben er voor vik.
de Angelsaksen wich.
De naam Noordwijk is vroeger eveneens
aldus verklaard. Men bracht Noordwijk en
Zuidwijk, tusschen de Haagsche Schouw
en Den Deyl, in verband met Katwijk, de
Noordelijke en de Zuidelijke woonplaats
der Cattl.
Deze naamafleiding is evenwel een ver
zinsel. De onderzoekingen der geleerden
hebben aangetoond, dat de naam Noord
wijk eerst schriftelijk is vastgelegd in de
15de eeuw.
Daarvóór luidde de naam heel anders
en wordt volgens prof, Muller in 33 ver
schillende transcripties overgeleverd, waar
in niet de lettergreep wijk, maar wel die
van ga. go, ge, tike, dike, deke, enz. voor
komt.
Dus Northga. Northgo, Northeke, Nor-
tich, met allerlei varianten, omdat er nu
eenmaal in de Middeleeuwen geen of wei
nig eenheid van schrijftaal bestond. Zeer
vermoedelijk hebben we hier dus dezelfde
naamsvorming als bij tal van Friesche
dorpen; Oudega, Nijega, Parrega, Eester-
ga, enz. en beteekent ga of go hier streek
of dorp.
Dit ga of go Is in den loop der eeuwen
in de volksmond verbleekt tot een vrij
wel toonlooze uitgang.
Northgo zou dan beteekenen streek of
gouw gea zegt men in Friesland in
't Noorden van Zuid-Holland; nauwkeuri
ger: gouw ten Noorden van het oorspron
kelijke moerasgebied van den ouden Rijn
mond. Alleen de Gooweg herinnert nog
aan den ouden naam.
Kanselarij ambtenaren hebben het tot
Nortlch verbleekte Nordgo verlatijnscht tot
Nordvicus, wat in t Hollandsch weer her
leid werd tot Noordwijk.
Als de kanselarij niet zoo angstwekkend
conservatief was, had men reeds lang van
Noordwijk weer Nordgo. van Oegstgeest
weer Oestgeest. van Stavoren weer Stave
ren gemaakt, enz.
Er bestaat een prachtig boek van den
heer J. Kloos. in 1928 uitgegeven onder
den titel „Noordwijk in de loop der
eeuwen"., dat lk ledereen. die meer en
algemeener van Noordwijk wil weten, dan
deze vluchtige en uit den aard der zaak
in sommige opzichten oppervlakkige
schetsen kunnen geven, ten zeerste ter
lezing aanbeveel.
Men kan in dit werk, rustend op een
nauwgezetten speurzin, met liefde en dus
boeiend geschreven, van alles lezen over
de belangwekkende geschiedenis van dit
mooie dorp.
En wanneer wij dan ook verschillende
zakelijke gegevens er aan ontleenen, moge
dit tevens dienen den lezer op te wekken
er kennis van te nemen. De oude Sleu
telstad en het oude Noordgo hebben in den
loop der eeuwen steeds zooveel contact
gehad op allerlei gebied, dat de plaats
voor de Leidenaars van niet minder belang
is. dan andere dorpen in den omtrek.
Noordgo is zeer oud.
Reeds in den Romeinschen tijd zijn hier
nederzettingen geweest, hetgeen men af
leidt uit het vinden van scherven en mun
ten van Romeinschen oorsprong, voorwer
pen, welke te voorschijn zijn gekomen uit
„De Nes" gelegen in den hoek van de dui
nen en de oude „Breloftsweg, thans Nieu
we Zeeweg aan het Zuideinde van het
Langeveld. en verder in de „Brunst" of
Bronsgeest, gelegen aan den Oostelijken
binnenweg naar Northgohout.
Op dezelfde plaatsen vond men antiqui
teiten van Germaanschen oorsprong.
In de tijden der volksverhuizing werd
de streek ten deele bevolkt door Schot-
sche nederzettingen, die mede de verove
raars opleverden, die in de eerste helft
der 5de eeuw het Zuiden van Groot-Brit-
tanië bezetten, waarop onmiddellijk weer
de Salisehe Franken zich naast de Sak
sen aan het kustgebied neerzetten. In „De
Klei" en „De Krom" halverwege Noordgo
en Rijnsburg heeft men de sporen gevon
den van een Frankisch grafveld. Wij bren
gen verder in herinnering, dat men in het
„Cleynduin" te Katwijk en eveneens ten
Zuid-Westen van Rijnsburg uitgestrekte
grafvelden uit den Merovingischen tijd
heeft gevonden, die er getuigenis van af
leggen, dat er een gemengd Heidensch en
Christelijke bevolking heeft gewoond, die
tevens bestond uit Franken en Saksen.
Men leidt er verder uit af. dat in het
laatst der 5de eeuw hier reeds Angelsak
sische geloofpredikers hebben vertoefd,
wier taal natuurlijk niet zoo heel veel af
week van die der bewoners dezer streken.
Dat al deze grafvelden weer geruimen
tijd door het zeewater overspoeld zijn ge
worden en de bewoners der nederzettingen
of omkwamen of zich ten deele verplaat
sten. wordt gewettigd doordat de historie
melding maakt van geweldige watervloe
den in 435 en 516 en het „tempeest" van
584.
Geeft de bodem dus het getuigenis, dat
ter plaatse of in de omgeving van Noordgo
reeds vanaf het begin onzer jaartelling
groepen van menschen woonden, het
eerste schriftelijke getuigenis geeft ons
weer de herhaaldelijk genoemde blafferd
van het stift van St. Maarten te Utrecht,
samengesteld tusschen 777 en 866. met „In
Northgo VII" Imansi). Deze zeven hoeven
die ieder minstens 3 en een halve H.A.
groot moeten zijn geweest, werden in dien
tijd waarschijnlijk bewoond door Frie
zen, die gelijk men zich herinnert, zich
tijdens de Volksverhuizing hadden geves
tigd van de Eems tot het Zwin. Northgo
is dus een der oudste parochies van Rijn
land.
Of er reeds in den Merovingischen tijd
door Angelsaksische predikers een kapel-
leke was gesticht is niet zeker, doch even
min onwaarschijnlijk. In de 6de eeuw
waren er reeds Evangeliepredikers ge
weest. Verder herinneren we ons, dat Wil-
librord later, in 738 de kerk te Oegstgeest
zou hebben gesticht en dat hij Engelmun-
dus en Adalbertus verder belastte met de
Evangelisatie in Kennemerland.
De Friezen waren evenwel in dien tijd
een weerbarstig volk en de houten kerk
jes. voor en na verrezen, werden herhaal
delijk afgebrand.
Of zooiets ook te Noordgo is gebeurd,
weten we niet, maar het ligt voor de hand.
Onder de gepanserde vuist van Karei
den Grooten was het evenwel met het ver
zet van het heidendom gedaan en we mo
gen aannemen, dat het uitoefenen van den
Christelljken godsdienst toen in Noordgo
veilig was.
Echter, alles is betrekkelijk.
En wat de Friezen niet meer deden, dat
ondernamen in den loop der 9de eeuw de
Noormannen.
Ik kom thans tot de overleveringen
omtrent St. Jeroen, in het midden der 9de
eeuw, de Apostel van Kennemerland, aan
wiens nagedachtenis Noordgo voor een
groot deel zijn opkomst en aanzien in de
Middeleeuwen heeft te danken.
RECLAME.
Zijn uw
aangedaan^p^l
kkalmeert hoesten
►maakt slijm los!
^brengt verlichting
vraag tet oordeel ^an uw dokter
A6fWTÏN FT 8.HElN0tBSMA KN HAA6
5493
TWEEDE UITGAVE VAN BARCELONA.
'iweede uitgave van Barcelona, be
staande uit: 1, 2, 5, 10, 15, 20,-"25, 30, 40,
50 c. 5 c. en luentpost 1920, 4 stuks.
In omioop van za April tot 5 Mei, ter
wijl er ook nog brieven bestaan op den
7en van deze maand. De uitgave ervan
kan beschouwd worden als een protest
tegen het decreet van Madrid van 26 April
en als een teeken dat de regeering van de
„generaliteit" van Barcelona zich niet
wenscht te voegen naar de wenschen van
de centrale regeering van Madrid.
Zooals we boven reeds zeiden, waren
deze uitgaven (behalve de Tweede van
Barcelona) reeds vóór de uitroeping der
republiek voorbereid. (Men leze hierover
I het artikel van 19 Sept. j.1.1.
Daarom bestaat er geen officieel docu
ment, dat het gebruik dier zegels goed
keurt, daar de overdrukken waren gemaakt
door comité's, die geen wettelijke macht
hadden.
Toen de nieuwe regeering de macht tot
zich trok, vond zij vele andere problemen,
waarvan de oplossing veel noodiger was,
dan decreten over het gebruik van post
zegels en toen het leven weer normaal
was, werd het gebruik dier zegels door
een circulaire van de postdirectie ver
boden, om het verschijnen van andere
opdrukken van separatistisch karakter
(zooals de Tweede uitgave van Barcelona)
te vermijden, daar de pers meedeelde dat
Galicië, de Baskische provinciën, Anda-
lusië en Oud-Castillië, de autonomie,
binnen de grenzen van een federale repu
bliek. wilde hebben.
Intusschen had het ministerie der pos
terijen de directie van de „Cascu de la
Moneda" de Spaansche Staatsdrukkerij
mondeling bevolen, alle nog voorhanden
postzegels met „Republics Espanola" te
overdrukken. Ook hiervan bestaat geen
officieel decreet. De „Casa de la Moneda"
moest de opdruk plaatsen op alle zegels
die zij nieuw drukte en niet op die welke
reeds gedrukt, geperforeerd en gegomd
waren. Totdat een nieuwe teekening voor
de zegels was vastgesteld, worden dus nog
de zegels met de beeltenis van den koning
en de opdruk „Republics Espanola" ge
drukt. Toen het bureau der directie, die
de zegels uitdeelt aan de provinciën een
zending van de „Casa de la Moneda" kreeg,
vonden de beambten dat de zegels van
25 centimes met „Republics Espanola"
I waren overdrukt, zonder dat zij daarvan
i een mededeeling hadden ontvangen. Op
den 22en Mei werden 50.000 stuks van die
opdrukzegels naar Barcelona gestuurd en
werden deze op den 23en Mei door het
postkantoor daar, aan handelaren in
Madrid verkocht. Toen deze handelaren de
aangeteekende brieven met deze post
zegels gefrankeerd, op het postkantoor
brachten, werden de stukken geweigerd,
daar de ambtenaren bevel hadden gekre
gen. de na den 25en April overdrukte
zegels niet voor frankeering aan te
nemen. Omdat op dien dag, 't was een
Zaterdag, de afdeeling van het bureau dat
de zegels had verkocht, gesloten was (en
dat was ook het geval op 24, 25 en 26
Mei) en men derhalve de beambten aan
het loket voor de aanteekende brieven niet
kon bewijzen, dat de zegels door de post
zelf waren verkocht, verklaarden deze.
zelfs na overleg met superieuren, dat ze
de brieven niet konden accepteeren.
Daardoor gebeurde het dat de zegels die
door de post zelf op 23 Mei waren ver
kocht, tot den 27en Mei voor het frankee-
ren niet mochten worden gebruikt.
Briefkaarten.
Met de briefkaarten is iets dergelijks
gebeurd, daar de kaarten met opdruk
„Republics Espanola" reeds op den 22sten
Mei aan het loket werden verkocht.
Op een vraag van een Duitschen hande
laar van overdrukte briefkaarten, kreeg
deze dit antwoord, dat een officieel stem
pel van 1 Juni droeg van de „Amministra-
cion del correo central": „In antwoord op
uw brief van den 27sten van de vorige
maand deel ik u mede, dat de briefkaar
ten dezelfde zijn die voor de uitroeping der
republiek werden verkocht, daar tot nu
toe slechts de postzegels van 25 ct. met
„Republics Espanola" overdrukt zijn".
De brief was onderteekend door den
chef van de afdeeling boekhouding van
het verkoopkantoor. Hieruit blijkt dus dat
acht dagen na den offlcleelen verkoop van
de briefkaarten dit feit aan dien chef nog
niet bekend was.
Deze briefkaarten zijn in het begin alle
met machine-opdruk verschenen, later
zijn echter eenige honderden met een
gummistempel overdrukt. Hierbij vindt
men verschillende afwijkingen: het woord
„Republica" ontbreekt of een der beide
woorden staat verkeerd of is dubbel ge
drukt. De kaarten bestaan eveneens met
opdrukken van Madrid en Barcelona.
„Postzegelnleuws".
Correspondentie.
H. J. A. v. G., Leiden Met de uitgifte
van het door U gevraagde zijn wij nog
niet begonnen; binnen zeer korten tijd zal
ik er nader op terug komen. Uw naam heb
ik .genoteerd.