mm'** nm m+mm ■J*''W' m "W* 'm. W m m m m 'M WÈ mm\ 0 w A 0 m m. m w ■M jm tm. m W' Wfö, l:* B m 0 B m w Wm m 4k m m Wï i a ifS H 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 October 1931 Vijfde Blad No. 21945 OUDE BOUWKUNST RONDOM LEIDEN. SCHAKEN. DAMMEN. Hl UB wz ÉS ÈM fM I (M B - 1 1 m n 1? n in jjjj IS llP fp Sf n 9 1 HP iy II Ifül If rit 0 H H IB KUNST EN LETTEREN. HALLENGOTHIEK. II. In de vorige beschouwing hebben we de evolutie van het Gothische ruimtegevoel besproken, een evolutie die geleidelijk het ruimtegevoel der Renaissance aanvaard baar zal maken in de Germaansche lan den. Zooals we reeds opmerkten, zijn het vooral de predikorden geweest, die de hallengothiek hebben doen ontstaan. In 't Oosten des lands verrezen in ons land de eerste hallen kerken naar schema's die hun oorsprong vonden in Oostenrijk en dan. steeds verder westwaarts zien ver plaatsten. De Broeders des Gemeenen Levens hebben in ons land een sterk aan deel in den bouw van hallenkerken. En doordat Holland sterk onder den invloed stond der Duitsche Orde, is het verklaar baar, dat de Duitsche hallengothiek hier weldra werd toegepast. We hebben reeds opgemerkt, dat deze Gothiek in tegenstelling met de hoog- Gothiek zich van het Oosten naar het Westen bewoog, van Oostenrijk naar de Noordzee.- De hallengothiek heeft zich hier volgens twee kerktypen ontwikkeld: lo. de zuivere hallenkerk, waarvan we als grootgre voorbeelden noemen: de St. Michaelskerk te Zwolle, de Vrouwen kerk te Kampen, de Eusebiuskerk te Arn hem, terwijl Katwijk aan den Rijn een mooi voorbeeld van een dorpskerk geeft. 2o. de pseudo-basiliek, een verbinding van of liever een samenvloeiing van basi liek en Hallenkerk, waarvan de St. Jacobs- kerk in Den Haag het voorbeeld geeft, ter wijl op bescheidener schaal dit type door Katwijk aan Zee is vertegenwoordigd. Tegenover den onstuimigen drang van de hoog-Gothiek, het „wereldontvluch- tend spiritualisme" krijgen we een ver zwaring, een verstilling van het rhythme, doordat de pilaren op grooteren afstand van elkaar komen te staan. Er komt dus minder beweging in de scheibogen en eveneens minder beweging in de gewelven, zoo die er zijn; en is er een doorloopend tongewelf, dan is de beweging wel tot het uiterste vertraagd. Veelvuldig geprofileerde bundelzuilen ontbreken. De pilaren zijn eenvoudig rond bf wat heel veel voor komt zóoals te Katwijk aan den Rijn, achthoekig. Eveneens typisch is de kerk te Katwijk aan den Rijn, doordat deze pila ren zonder kapiteel overgaan in de schei bogen. Door het lager worden van de traveeën, wordt in 't algemeen de spitsboog gedrukt. Het triforium verdwijnt. Gewoonlijk ver houdt de breedte van de veelal den recht hoek naderende traveeën zich tot de hoogte als 1:2 of tot 2 1/2. We brengen in herinnering, dat deze verhouding in de hoog-Gothiek veelal was als 1 4 of 1 5. Bij den Keulschen Dom is het zelfs 1 6, De spitsboog wordt dus gedrukt en nadert veelal den rondboog, vooral ln het orna ment. Bij de portieken is zelfs meermalen de rondboog nog verder ingedrukt tot korf boog, waarvan we de voorbeelden zien in de beide Katwijken. Dit alles, dat zuiver constructief is, geeft natuurlijk geheel andere aesthetische aspecten. Maar het voornaamste onder aesthe- tisch opzicht lijkt mij toch de verlich ting. De mensch van de 15de eeuw heeft ge heel andere behoeften dan die uit de 13de en 14de. De mensch. die in de Middeleeuwen de aarde trachtte te ontvluchten, en met on stuimigen drang zich van de wereld trachtte los te maken, om den hemel te zoeken, begrijpt dat het aardsche leven zijn eischen en zijn rechten heeft. Het spiritueele kan niet van het materieele worden losgemaakt; de aarde is een voor waarde voor den hemel. Het hoogste idea lisme kan slechts opbloeien uit een ge zonden materieelen levensgrond. De alzijdige horizontale gerichtheid van den ruimtevorm is ten slotte de architec tonische uitdrukking van dezen werkelijk heidszin. De architect, die zijn tijd en de eischen daarvan begrijpt, zal altijd in de ruimte- compositie zelf, het streven van zijn tijd belichamen en de uiterlijke vormen van die ruimte-omsluiting zijn het logisch ge volg zijner ruimte-compositie. En daarom Zijn ons de uitingen van kunstenaars als Dudok. Brinkman en Van der Vlugt, Staal, Piet Kramer en Van Heukelom sympathie ker dan die van anderen die hun kracht zoeken in snoezige gevelcómpilatles en die de hoofdcontouren van Lieven de Key en anderen ijverig imiteeren. We geven toch ook een moderne auto niet het uiterlijk van een 17de eeuwsche statiekaros. In de kerk van Katwijk aan den Rijn wordt de geheele ruimte verlicht door de ramen in de zijhallen en het groote eind- raam van het rechtgesloten koor. De mid- denbeuk heeft geen eigen licht. Daardoor mist men in al de oude Gothische basi lieken het veelvuldig gevarieerd spel van licht en schaduw. Het licht heeft gelegen heid alzijdig binnen te vallen, wordt niet belemmerd door dicht opeenstaande pila ren, verspreidt zich regelmatig door de ruimte en bepaalt daardoor mede de ver stilling van den ruimtevorm. In den middenbeuk is het geheel diffuus van toon, wat nog versterkt wordt door het tongewelf, dat nu geheel ln de scha duw ligt. Dit diffuse licht concentreert het geheele ruimtebeeld. Het bewerkt een rustige, intieme, besloten atmosfeer. Er komt in het interieur iets stillevenachtigs. In de plaats van een plastische is een picturale sfeer gekomen, die haar eigen zeer bijzondere schoonheid heeft naast de weidsche schoonheid der Hoog-Gothiek. Naast driebeukige verrijzen weldra twee- beukige hallenkerken, waarin de lichtwer king nog meer gelijkmatig verstild is. Katwijk aan Zee is daarvan 't. type, waar bij tevens een mooie combinatie bazi- liek met hallenconstructie tot uiting komt. Als steeds in de geschiedenis der kunst, is de hallengothiek geen afzonderlijk ver schijnsel. Ze correspondeert met de zucht naar picturaal naturalisme, welke opkomt in de schilderkunst. Naar Gothische tra ditie schildert men engelen en heiligen, enz. Maar in den stand der figuren komt meer plastiek Van Eyck, Grünewald, Dürer maar met welk een verstilde aan dacht zijn de bijzaken geschilderd: een paar boeken, een voetenbank, een kan, enz., dingen die geheel als stilleven met liefde voor het fijnste detail worden be handeld. Hetzelfde geldt ook van de ge waden der figuren. Het correspondeert met de opkomst dei- volksliteratuur in het gedrukte boek en eindelijk correspondeert het met den nieu wen motettenstijl, de Ars Nova, in de muziek. In alle kunsten is meer zin voor werke lijkheid, een democratiseering, die haar toegankelijk maakt voor meer dan alleen maar adel en hooge geestelijkheid. Maar de bouwkunst is door de Hallen gothiek de eerste in de rij der kunsten, die dit streven vorm en inhoud geeft. Zij heeft haar eigen schoonheid, die zich op eigen wijze handhaaft naast de hoog- Gothiek en die eerder als een verdere ont wikkeling dan als een verval moet worden beschouwd De hallengothiek is tevens door haar ruimtebeeld de overgang naar de renais sance. En als die er eenmaal is, ja, dan is het principieel met de Gothiek gedaan. De a.s. von Siebold-herdenking te Leiden. EENIGE GESCHIEDKUNDIGE TOELICHTINGEN. Omtrent de invoering van gewassen uit Japan van 18241844. (Van een bijzonrt»ren medewerker.) in. Veel hebben ook onze te Gent aange- bragte gewassen bijgedragen tot den tuin bouwkundigen roem dier stad, welke thans niet ten onregte „la capitale de la flora" genoemd wordt. Daarom werd ook, naar aanleiding der betoogen van eenige edelmoedige planten liefhebbers te Gent, in 1841 door den Ad ministrateur-Inspecteur der Universiteit het besluit genomen, ons van ieder in het jaar 1830 in den botanischen hof door ons overgebragte en nog daar voorhande zijnde gewassen, eene plant terug te ge ven. Doch vele zeldzame gewassen waren helaas onder de noodlottige reeds gemelde gebeurtenissen van daar verdwenen. De verdienstelijke Hortulanus Donke laar, wiens naam door'eene, door ons in Nederland ingevoerde Camellia, voortleven zal, heeft daarom verscheidene hem zelve toebehoorende Leliën en Camellia's aan ons afgegeven, terwijl de Heeren Constan- tln Gheldolf (1), en Louis van Houtte, D. Spae en de Ridder Fr. Heynderyck en eenige andere plantenliefhebbers en kweekers in België de vriendelijkheid heb ben gehad, aan ons Japansche gewassen aan te bieden, ten blijke van nationale erkentelijkheid voor de aan den tuinbouw van België bewezene diensten. Ook is 'n schitterend bewijs van oplettend heid door de Societé Royale d'Horticulture te Brussel gegeven, daar zij ons in der tijd een pracht-exemplaar van Ligularia gingantea ten geschenke heeft gezonden, hetwelk wij bij een bezoek van haren plantentuin opgemerkt en stilzwijgend van een etiquette met den waren .botanischen naam hadden voorzien. Heden nemen wij de gelegenheid waar voor al deze edel moedige mededeelingen onzen opentlijken dank te betuigen. De in 1841 uit den bota nischen hof te Gent door de nauwge zette zorg van den Hoogleeraar J. Kicks ontvangen verzameling van Japansche planten, bestond uit 64 soorten en meestal in de daarheen overgebragte moederplan ten, waaronder zich de zeldzame Latania Biro, de drie ellen hooge en weelderige Podocarpus macrophylla en prachtexem plaren van Illicium religiosum, Litsaea glauca enz. kenmerken. Hier en daar hebben wij nog eenige uit den meergemelden botanischen hof af komstige gewassen opgespoord en aange kocht, en op deze wijze van de in 1830 in gevoerde gewassen, 80 soorten bijéénver gaderd. Dezelve zijn in onze naamlijst met V. S. H. G. 1830 gemerkt. In 1830 zijn nog eenige Japansche bol gewassen en zaden door den heer H. Bur ger, die van 1830 tot 1833 met de voort zetting van het natuurkundig onderzoek in Japan is belast geweest, aan den plan tentuin te Leyden en aan ons medege deeld. Een belangrijke aanvoer van Japansche gewassen hebben wij in lateren tijd aan den ongelukklgen Med. Dr. Pierot, en aan de heeren J. E. Teysmann, Hortulanus van de Gouvernements plantentuin te Buiten zorg en J. K. Hasskarl, kruidkundige al daar te danken. Den grootmoedigen onderstand tot den aanvoer van gewassen uit Japan en uit den plantentuin te Buitenzorg door de Nederlandsch-Indische Regeering aan ons verleend en de hulp die ons de Neder- landsche Handelmaatschappij tot het ver voer van gewassen van Batavia naar het Vaderland geboden heeft hebben wij reeds bij herhaling mogen roemen, en door hunne krachtdadige medewerking zijn van 1841 af aan de kweekerij van de K. N. Maatschappij tot aanmoediging van den tuinbouw, aanzienlijke zendingen van Ja- panschen en Javaansche gewassen gedaan; doch van 45 kisten en vaten met levende gewassen in den loop van 1841 door de zorg van de meergemelde heeren Pierot, Teysmann en Hasskarl te Buitenzorg, te Tsipannas en elders bijeengebragt, zijn slechts eenige weinige in goeden staat hier aangekomen en van 385 soorten Javaan sche en 86 soorten Japansche gewassen, zijn niet meer dan 17 Japansche en 60 Ja vaansche in het leven behouden en hier aangekweekt; waaronder zich echter eenige zeer schoone en belangrijke gewas sen bevinden; de uit deze bezendiiigen in Nederland overgekomene Japansche ge wassen hebben wij met K. M. PTH. 1841 gemerkt. Een zoo ongunstige uitkomst leverde deze eerste proefneming op, tot het wel slagen van welke noch moeite noch kosten gespaard werden. Intusschen was de heer Pierot van Batavia naar Japan, het doel wit van zijn werkkring, onder zeil gegaan en hem waren onze wenschen en verwach tingen gevolgd; dat onze vriend te Macao waar het schip dat hem naar Japan zoo overvoeren, door een orkaan overvallen, had moeten blnnenloopen, als een slagt offer van zijnen kruidkiïndigen ijver ge vallen is, is helaas algemeen bekend. De verwachting, onder welke onze vereeniglng hare algemeen nuttige taak aanvaardde, zou ten eenen male verijdeld zijn geweest, zoo niet de heer C. J. Textor, die in Maart 1842 naar Batavia vertrok met de stellige order, om met het voor den Japanschen handel bestemde schip nog in dat jaar naar Japan te vertrekken. Den 25en Juny 's avonds op de reede van Batavia aangekomen, vond onze reiziger de voor Japan bestemde schepen daar zeilvaardig liggen; doch vruchteloos waren zijn pogingen, passage te bekomen en hij zag helaas! reeds met het aanbre ken van den dag het vaartuig, hetwelk hem naar Japan zou vervoeren, zonder hem den steven wenden naar het land zijner bestemming, zijner wenschen, naar den zetel der schoonste Flora der wereld, die hij zoo digt genaderd was! Eene dus danige teleurstelling maakte onzen reizi ger te meer beducht, daar hij door ons geene gedrags-voorschriften in dit onvoor ziene geval ontvangen. Hij moest alzoo een vol jaar op Java terug blijven, waar hem door de Hooge Indische Regering bij voor raad eene betrekking bij de kuiture aan gewezen werd. Dat noodlottige jaar leverde evenwel nog eenige vruchten voor onze onder neming op, en kenmerkte zich opnieuw door de edelmoedige medewerking der Hooge Regering te Batavia tot de berei king van ons algemeen nuttig doel, het welk als het ware. wanneer men het in het oog kreeg, onder den gezigteinder, die inet ongeluk dreigende wolken bezwangerd was, telkens verdween. Door de Hooge Regering gemagtigd bragten nu de heeren Teysmann en Hass karl met prijzenswaardige ijver een bezen ding van Javaansche en eenige in den plantentuin te Buitenzorg aanwezige Ja pansche gewassen in gereedheid en door hunne zorg hebben wij in den loop 'van 1843, 16 kisten en vaten met meer dan 250 gewassen ontvangen. Ook deze bezending is doorgaans in eenen zeer ongunstigen staat in Nederland overgebragt, slechts een vijfde der gewas sen is levend of ziek aangekomen; niet tegenstaande alle daartoe aangewende zorg bleef nauwelijks een zevende daar van tot heden in het leven. De oorzaak van het bederf der planten dezer zending, zooals van dat der meeste tot dusverre uit Oost-Indië ontvangene gewassen, is meestal in de nog zeer onvolmaakte ken nis van de behandeling van levende ge wassen op langdurige zeereizen te zoeken, die, niettegenstaande de algemeene tuin bouwkundige behandeling bij het verza melen en inpakken der gewassen, niet bloot diende ingerigt te worden naar den aard der plantenfamiliën of geslachten, maar ook naar de landen waar ze tehuis behooren en hunne oorspronkelijke woon plaatsen, naar den tijd van het jaar waar in zij verzonden worden en vooral ook naar den weg ovej zee door verschillende kli maten, dien zij bij hunne overbrenging naar een nieuw Vaderland hebben af te leggen. Op dit voor plantenliefhebbers en kweekers hoogst belangVijk onderwerp zullen wij later terugkomen, wanneer wij de uitkomst van onze opgedane ervaring van 1823 af aan. toen wij de eerste be zending van levende gewassen van Japan naar Batavia bezorgd hebben, aan de resp. leden van onze Maatschappij zullen mede- deelen. Door de zorg van den heer J. E. Teys mann hebben wij nochtans eenige merk waardige en schoone gewassen ontvangen en de meeste der op de 76ste tentoon stelling te Gent vertoonde Japansche ge wassen, zijn uit de meergemelde verzen ding voortgesproten: In onze naamlijst zijn deze nieuw ingevoerde gewassen met 1843 K. M. Tm. gemerkt. Den 26 Juni 1843 vertrok de heer Textor van Batavia met het fregatschip Anna Eliza naar Japan en, zooals wij uit zijn brieven ontwaarden, met ijver en moed voor de hem opgedragen taak bezield. Dit getuigen ook zijn verrigtingen op Japan, waar hij binnen den tijd van twee maan den een bezending van 333 soorten en variëteiten in meer dan 500 exemplaren planten en bollen en eenige honderd soor ten zaden bijeenvergaderd en in 16 kisten, waarvan 10 met glas overdekt, in 't be gin van November met het schip, waar mede hij gekomen was, naar Batavia ver zonden heeft. Brieven, die wij uit Japan over China ontvingen, maakten ons reeds huiverig en troosteloos werden wij, als wij de kort daarna volgende tijding van de zeerampen vernamen, welke het schip Anna Eliza in de Chineesche zee getroffen hebben, zijnde hetzelve van een orkaan (Tiphon) over vallen en door haverij gedrongen gewor den Hongkong binnen te loopen. Deze akelige tijding is voor ons des te be droefder geweest, daar hoogst onaange name voorvallen, die wij hier met stil zwijgen willen voorbijgaan, ons aange dreven hebben, den geheelen omvang der kweekerij ten behoeve der K. N. Maat schappij, vroeger onder de fa. J. C. Rod- bard en Comp. bestaande, voor eigen reke ning over te nemen en dezelve voort te zetten onder de fa. Von Siebold en Comp. Aan dit etablissement hadden wij. in de verwachting van eindelijk eens eene onmiddellijke bezending van gewassen uit Japan te zullen ontvangen eene groote uitbreiding gegeven en de meest doelma tige voorbereidingen gemaakt tot het ber gen en aankweeken der te wachten gewas sen: want bij eene eenigszins voorspoedige reize kunnen schepen binnen vijf maan den de reis van Nagasaki naar Nederland doen. In de maand April konden wij dus op de ontvangst der planten rekenen, ware het schip niet genoodzaakt geworden te Hong kong binnen te loopen; doch als wij nu vernamen, dat de Anna Eliza eerst in het begin van February 1844 op de reede van Batavia binnen gekomen was, rees onze bezorgdheid met iederen dag te meer daai wij tot het einde van September noch tijding noch gewassen van Batavia ontvin gen. Eindelijk werd ons door ons geacht eerelid. den heer L. M. F. Plate, president der factorij van de Nederlandsclie Handel maatschappij te Batavia, eene verzending van Japansche planten van daar aange kondigd, waar dezelve van 9 February tot 18 Juny door een misverstand, voortgespro ten uit een onverantwoordelijk verzuim van den heer Texter, in 's lands pakhui zen opgeslagen bleven. Een grooter onge luk had deze kostbare verzending niet kunnen overkomen; de met glas overdekte gewassen toch schenen toenmaals nog duidelijke kenmerken van leven gedragen te hebben, anders zoude men zich niet hebben gehaast, dezelve naar 't Vaderland te zenden. Met ieder door de Handelsmaatschappij bevracht schip werden nu eenige kisten met planten medegegeven en door den heer president der factorij, wiens lofwaar- digen ijver wij met dank erkennen, aan de zorg der gezagvoerders uitdrukkelijk aanbevolen en de vereischte maatregelen genomen om derzelver behouden aankomst in Nederland zooveel mogelijk te verze keren. Slot volgt. De oplossing van het probleem van Bett- mann zal ik de volgende maal behandelen. Een niet gemakkelijk probleem is de vol gende opgave van Loyd. S. LOYD. N.-Y. Commercial Advertiser 1897. Wit begint en geeft mat in twee zetten. Wit: Kg6, Da7, Td8 en g4. Lh8. Pd4 en f4, pi c2 en f2. Zwart: Ke4, Pd5 en f6. pic3 en f3. Indien wit niet op den afruil van het Pc6 ingaat ontstaat in de Spaansche partij de volgende stelling: e4, e5; Pf3, Pc6; Lb5, a6; La4. Hier is Pf6 beter dan direct d6, daar dan Lc6:t en d4 wit een goed spel geeft. Hier volgt de 20ste matchpartij tusschen Aljechin en Bogoljubow. Bogoljubow. Dr. Aljechin. 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0—0 d6 Na Lc6:t, bc6:, Pc3 kan c5 en na d4 volgt Pe4: Het beste is dus: 6. c3 Ld7 7. d4 Le7 8 d5 Pb8 9. Lc2 Lg4 Maakt ruimte. 10. c4 Pbd7 11. Pc3 Pf8 Zwart vreest aanval na 00. 12. h3 Ld7 13. Pel g5 Zwart moet nu wat ondernemen; g5 en f4 dreigt. 14. Lg5: Tg8 Zwart verwacht nu Lf6:. Lf6:; Kh2, 0-0-0 met goed spel. 15. f4! ef4: 16. Lf4: Lh3: 17. c5 Pg6 Wit verhindert hiermede 000. 18. Lh2 Ph4 19. La4t Kf8 Nu kan Tf2 niet wegens Pg4. Wit heeft echter nog een goede zet: 20. Dd2 Tg6 Er dreigde Dh6. 21. Khl Tg2: Om aanval te houden. Na Dh6t volgt Kg8. Dh4:, Th2:tl. 22. Pg2 Lg2:t 23. Kgl Pg4 24. Df4 Pe5 25. Dh6ï Kg8 26. Le5: de5: 27. Tf7: Lc5:t Dit kan zwart niet nemen. Er dreigde Lg5. 28. Kh2 Kf7' 29. Dh7:t KfS 30. Dh8T Kf7 31. Dh7t Kf8 32. Dh6t Kf7 33. d6 cd6: Zwart kan zich nog juist redden 34. Dh7t Kf8 35. Dh8f Kf7 36. Dh7t Kf8 37. Dh6t Kf7 Wint bedenktijd. 38. Lb3t Ke8 39. Le6 Pf3+ 40. Kg2: Dg5t 41. Dg5: Pg5: 42. Lf5 Kf7 43. Tfl Kg7 44. Pd5 a5 45 Kg3 Tf8 46. Thl Tg8 47. Tfl Tf8 48. Thl Remise. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. Alle correspondentie betreffende deze rubriek te zenden aan het Bureau van ons Blad of aan den Red. C. de Nie, Storten bekerstraat 176. 's-Gravenhage. Oplos singen binnen drie weken na publicatie. PROBLEEM No. 744. W. J. A. v. d. VOORT. Zwart 13 sch. op: 3, 7, 8, 13, 14, 16, 17, 19, 21, 22, 25 27 en 31. Zwart PROBLEEM No. 745. fLokzet). W. J. v. d. VOORT. Zwart 8 sch. op: 1, 6. 7, 8, 14, 18, 24 en 30 Zwart W WZ*'. i6 Al 48 49 50 Wit Wit 9 sch. op: 21, 26, 32 37, 39, 44, 47, 48 en 49. PROBLEEM No. 746. Zwart 11 sch. op: 7,/10, 12, 16, 17, 20, 24 26 en 45. Zwart - 15 25 35 45 48 49 Wit Wit 13 sch. op: 23, 28, 29, 30, 33, 35, 38, 40, 42, 43, 45 en 47. 46 v 47 48 49 50 Wit Wit 12 sch. op: 18, 21, 23, 34, 36, 37, 39, 43. 44, 46. 48 en 50. Wit begint en wint. No. 746 is een herplaatsing van No. 741; de witte schijf op 47 moest staan op 46, de winst door 4742, 3731. zou te een voudig zijn. Tweede partij met Holiandsche opening. (Cardozo) Deze partij is eveneens als de vorige systematisch gewonnen door theoretische fouten van wit in de opening. 1. 3328 18—23: 2. 39—33 20—24; 3. 34—30 12—18; 4. 4439 712; hier wordt dezelfde theo retische fout gemaakt als in de vorige partij; 4439 als 4e zet; in aanmerking nemende dat wit volgens de oude theorie zijn positie verder opbouwt. 5. 5044 1420; 6. 3025 1014; zwart Iaat zich opsluiten daar hij de laatste zet heeft en gelegenheid krijgt de aanval op den kor ten vleugel te openen. 7. 31—27 17—21; 8. 37—31 21—26; 9. 40—34 26x37; 10. 42x31 24—29: 11. 33x24 20x40: 12. 45x34 2329; op het juiste oogenblik dezelfde voortzetting als ln de vorige partij. 13. 34x23 18x29; 14. 41—37 19—24; 15. 46—41 14—20; 16. 25x14 9x20; 17. 39—33 4—9: 18. 44—39 5—10; 19. 47—42 10—14; 20. 4944 14—19; 21. 31—26 20—25; 22. 36—31 29—34; 23. 39x30 25x34; 24. 43—39 34x43; 25. 48x39 15—20; 26. 41—36 20—26; 27. 2621 1218; in overweging kwam 1822 en voor wit 2823; 28. 3126 19—23; 29. 28x30 25x43; 30. 38x49 18—22: 81. 27x18 16x47. Zwart wint. Deze korte partij doet ons zien hoe men van theoretische fouten gebruik kan ma ken, wit had natuurlijk ook in het midden spel sterker kunnen spelen. De wijze waarop zwart weet gebruik te maken van wit's zwakke zetten is leer zaam. Wij hebben deze partijen geplaatst om te laten zien, dat men een partij kan spelen geheel volgens de theoretische waarde van de opening, elke afwijking moet men weten te benutten. Vierkamp om het „Leeuwin Wisselschild." Een paar partijen in dezen wedstrijd gespeeld, zullen wij, voorzien van opmer kingen, voor belangstellenden plaatsen. Correspondentie. W. J. v. d. V. Zoo als u ziet zijn er twee geplaatst, de stand van No. 2 is niet duidelijk, wilt u mij die verbeterd toezenden met vermelding van aantal schijven en zoo mogelijk met dia gram? J. K. te L. Zie boven, houd mij aanbevolen voor de fraaiste standen. NIEUWE UITGAVEN. Het tijdschrift „Nieuwe wegen in vrou wenhandwerk" dat maandelijks bij Van Holkema en Warendorf verschijnt, vangt ditmaal aan met- een artikel over Finsche kunst met verschillende afbeeldingen. Het bevat verder iets over kerkelijke kunst, Italiaansch naaldwerk, Egyptisch vlecht werk en verschillende soorten van spoel- weefsel, met „het kleed der menschen", waarbij de afbeeldingen van een jumper en een geweven vest afgedrukt zijn. en eenige kantpatronen en werkpatronen eindigt dit nummer, terwijl we ook nog enkele fraaie reproducties zien van ver schillende gebreide voorwerpen. Bij de fa. J. C. Auf der Heide. S.H.D., verscheen „De overgangsjaren bij de vrouw en den man". Ook met betrekking tot aderverkalking, kanker en geslachts ziekten. door Dr. Med. Hope te Hamburg. De schrijver heeft door diepgaande stu die op dit gebied deze begrijpelijke leid draad tezamen gesteld, waaruit iedereen leeren kan hoe de gevreesde overgangsja ren het beste overwonnen kunnen worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 17