mm'** nm
m+mm
■J*''W'
m "W* 'm.
W
m
m
m
m
'M
WÈ
mm\
0
w
A
0
m
m.
m
w
■M
jm
tm.
m
W'
Wfö,
l:*
B
m
0
B
m
w
Wm
m
4k
m
m
Wï
i
a
ifS
H
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 October 1931
Vijfde Blad
No. 21945
OUDE BOUWKUNST
RONDOM LEIDEN.
SCHAKEN.
DAMMEN.
Hl UB
wz ÉS ÈM fM
I (M B -
1
1
m
n
1?
n
in
jjjj
IS
llP
fp
Sf
n
9 1
HP
iy
II
Ifül
If
rit
0
H
H
IB
KUNST EN LETTEREN.
HALLENGOTHIEK.
II.
In de vorige beschouwing hebben we de
evolutie van het Gothische ruimtegevoel
besproken, een evolutie die geleidelijk het
ruimtegevoel der Renaissance aanvaard
baar zal maken in de Germaansche lan
den.
Zooals we reeds opmerkten, zijn het
vooral de predikorden geweest, die de
hallengothiek hebben doen ontstaan. In 't
Oosten des lands verrezen in ons land de
eerste hallen kerken naar schema's die
hun oorsprong vonden in Oostenrijk en
dan. steeds verder westwaarts zien ver
plaatsten. De Broeders des Gemeenen
Levens hebben in ons land een sterk aan
deel in den bouw van hallenkerken. En
doordat Holland sterk onder den invloed
stond der Duitsche Orde, is het verklaar
baar, dat de Duitsche hallengothiek hier
weldra werd toegepast.
We hebben reeds opgemerkt, dat deze
Gothiek in tegenstelling met de hoog-
Gothiek zich van het Oosten naar het
Westen bewoog, van Oostenrijk naar de
Noordzee.-
De hallengothiek heeft zich hier volgens
twee kerktypen ontwikkeld:
lo. de zuivere hallenkerk, waarvan we
als grootgre voorbeelden noemen: de
St. Michaelskerk te Zwolle, de Vrouwen
kerk te Kampen, de Eusebiuskerk te Arn
hem, terwijl Katwijk aan den Rijn een
mooi voorbeeld van een dorpskerk geeft.
2o. de pseudo-basiliek, een verbinding
van of liever een samenvloeiing van basi
liek en Hallenkerk, waarvan de St. Jacobs-
kerk in Den Haag het voorbeeld geeft, ter
wijl op bescheidener schaal dit type door
Katwijk aan Zee is vertegenwoordigd.
Tegenover den onstuimigen drang van
de hoog-Gothiek, het „wereldontvluch-
tend spiritualisme" krijgen we een ver
zwaring, een verstilling van het rhythme,
doordat de pilaren op grooteren afstand
van elkaar komen te staan. Er komt dus
minder beweging in de scheibogen en
eveneens minder beweging in de gewelven,
zoo die er zijn; en is er een doorloopend
tongewelf, dan is de beweging wel tot het
uiterste vertraagd. Veelvuldig geprofileerde
bundelzuilen ontbreken. De pilaren zijn
eenvoudig rond bf wat heel veel voor
komt zóoals te Katwijk aan den Rijn,
achthoekig. Eveneens typisch is de kerk te
Katwijk aan den Rijn, doordat deze pila
ren zonder kapiteel overgaan in de schei
bogen.
Door het lager worden van de traveeën,
wordt in 't algemeen de spitsboog gedrukt.
Het triforium verdwijnt. Gewoonlijk ver
houdt de breedte van de veelal den recht
hoek naderende traveeën zich tot de
hoogte als 1:2 of tot 2 1/2. We brengen
in herinnering, dat deze verhouding in de
hoog-Gothiek veelal was als 1 4 of 1 5.
Bij den Keulschen Dom is het zelfs 1 6,
De spitsboog wordt dus gedrukt en nadert
veelal den rondboog, vooral ln het orna
ment.
Bij de portieken is zelfs meermalen de
rondboog nog verder ingedrukt tot korf
boog, waarvan we de voorbeelden zien in
de beide Katwijken. Dit alles, dat zuiver
constructief is, geeft natuurlijk geheel
andere aesthetische aspecten.
Maar het voornaamste onder aesthe-
tisch opzicht lijkt mij toch de verlich
ting.
De mensch van de 15de eeuw heeft ge
heel andere behoeften dan die uit de 13de
en 14de.
De mensch. die in de Middeleeuwen de
aarde trachtte te ontvluchten, en met on
stuimigen drang zich van de wereld
trachtte los te maken, om den hemel te
zoeken, begrijpt dat het aardsche leven
zijn eischen en zijn rechten heeft. Het
spiritueele kan niet van het materieele
worden losgemaakt; de aarde is een voor
waarde voor den hemel. Het hoogste idea
lisme kan slechts opbloeien uit een ge
zonden materieelen levensgrond.
De alzijdige horizontale gerichtheid van
den ruimtevorm is ten slotte de architec
tonische uitdrukking van dezen werkelijk
heidszin.
De architect, die zijn tijd en de eischen
daarvan begrijpt, zal altijd in de ruimte-
compositie zelf, het streven van zijn tijd
belichamen en de uiterlijke vormen van
die ruimte-omsluiting zijn het logisch ge
volg zijner ruimte-compositie. En daarom
Zijn ons de uitingen van kunstenaars als
Dudok. Brinkman en Van der Vlugt, Staal,
Piet Kramer en Van Heukelom sympathie
ker dan die van anderen die hun kracht
zoeken in snoezige gevelcómpilatles en die
de hoofdcontouren van Lieven de Key en
anderen ijverig imiteeren. We geven toch
ook een moderne auto niet het uiterlijk
van een 17de eeuwsche statiekaros.
In de kerk van Katwijk aan den Rijn
wordt de geheele ruimte verlicht door de
ramen in de zijhallen en het groote eind-
raam van het rechtgesloten koor. De mid-
denbeuk heeft geen eigen licht. Daardoor
mist men in al de oude Gothische basi
lieken het veelvuldig gevarieerd spel van
licht en schaduw. Het licht heeft gelegen
heid alzijdig binnen te vallen, wordt niet
belemmerd door dicht opeenstaande pila
ren, verspreidt zich regelmatig door de
ruimte en bepaalt daardoor mede de ver
stilling van den ruimtevorm.
In den middenbeuk is het geheel diffuus
van toon, wat nog versterkt wordt door
het tongewelf, dat nu geheel ln de scha
duw ligt. Dit diffuse licht concentreert
het geheele ruimtebeeld. Het bewerkt een
rustige, intieme, besloten atmosfeer. Er
komt in het interieur iets stillevenachtigs.
In de plaats van een plastische is een
picturale sfeer gekomen, die haar eigen
zeer bijzondere schoonheid heeft naast de
weidsche schoonheid der Hoog-Gothiek.
Naast driebeukige verrijzen weldra twee-
beukige hallenkerken, waarin de lichtwer
king nog meer gelijkmatig verstild is.
Katwijk aan Zee is daarvan 't. type, waar
bij tevens een mooie combinatie bazi-
liek met hallenconstructie tot uiting komt.
Als steeds in de geschiedenis der kunst,
is de hallengothiek geen afzonderlijk ver
schijnsel. Ze correspondeert met de zucht
naar picturaal naturalisme, welke opkomt
in de schilderkunst. Naar Gothische tra
ditie schildert men engelen en heiligen,
enz. Maar in den stand der figuren komt
meer plastiek Van Eyck, Grünewald,
Dürer maar met welk een verstilde aan
dacht zijn de bijzaken geschilderd: een
paar boeken, een voetenbank, een kan,
enz., dingen die geheel als stilleven met
liefde voor het fijnste detail worden be
handeld. Hetzelfde geldt ook van de ge
waden der figuren.
Het correspondeert met de opkomst dei-
volksliteratuur in het gedrukte boek en
eindelijk correspondeert het met den nieu
wen motettenstijl, de Ars Nova, in de
muziek.
In alle kunsten is meer zin voor werke
lijkheid, een democratiseering, die haar
toegankelijk maakt voor meer dan alleen
maar adel en hooge geestelijkheid.
Maar de bouwkunst is door de Hallen
gothiek de eerste in de rij der kunsten, die
dit streven vorm en inhoud geeft.
Zij heeft haar eigen schoonheid, die zich
op eigen wijze handhaaft naast de hoog-
Gothiek en die eerder als een verdere ont
wikkeling dan als een verval moet worden
beschouwd
De hallengothiek is tevens door haar
ruimtebeeld de overgang naar de renais
sance. En als die er eenmaal is, ja, dan
is het principieel met de Gothiek gedaan.
De a.s. von Siebold-herdenking
te Leiden.
EENIGE GESCHIEDKUNDIGE
TOELICHTINGEN.
Omtrent de invoering van gewassen uit
Japan van 18241844.
(Van een bijzonrt»ren medewerker.)
in.
Veel hebben ook onze te Gent aange-
bragte gewassen bijgedragen tot den tuin
bouwkundigen roem dier stad, welke thans
niet ten onregte „la capitale de la flora"
genoemd wordt.
Daarom werd ook, naar aanleiding der
betoogen van eenige edelmoedige planten
liefhebbers te Gent, in 1841 door den Ad
ministrateur-Inspecteur der Universiteit
het besluit genomen, ons van ieder in het
jaar 1830 in den botanischen hof door ons
overgebragte en nog daar voorhande
zijnde gewassen, eene plant terug te ge
ven. Doch vele zeldzame gewassen waren
helaas onder de noodlottige reeds gemelde
gebeurtenissen van daar verdwenen.
De verdienstelijke Hortulanus Donke
laar, wiens naam door'eene, door ons in
Nederland ingevoerde Camellia, voortleven
zal, heeft daarom verscheidene hem zelve
toebehoorende Leliën en Camellia's aan
ons afgegeven, terwijl de Heeren Constan-
tln Gheldolf (1), en Louis van Houtte, D.
Spae en de Ridder Fr. Heynderyck en
eenige andere plantenliefhebbers en
kweekers in België de vriendelijkheid heb
ben gehad, aan ons Japansche gewassen
aan te bieden, ten blijke van nationale
erkentelijkheid voor de aan den tuinbouw
van België bewezene diensten.
Ook is 'n schitterend bewijs van oplettend
heid door de Societé Royale d'Horticulture
te Brussel gegeven, daar zij ons in der
tijd een pracht-exemplaar van Ligularia
gingantea ten geschenke heeft gezonden,
hetwelk wij bij een bezoek van haren
plantentuin opgemerkt en stilzwijgend van
een etiquette met den waren .botanischen
naam hadden voorzien. Heden nemen wij
de gelegenheid waar voor al deze edel
moedige mededeelingen onzen opentlijken
dank te betuigen. De in 1841 uit den bota
nischen hof te Gent door de nauwge
zette zorg van den Hoogleeraar J. Kicks
ontvangen verzameling van Japansche
planten, bestond uit 64 soorten en meestal
in de daarheen overgebragte moederplan
ten, waaronder zich de zeldzame Latania
Biro, de drie ellen hooge en weelderige
Podocarpus macrophylla en prachtexem
plaren van Illicium religiosum, Litsaea
glauca enz. kenmerken.
Hier en daar hebben wij nog eenige uit
den meergemelden botanischen hof af
komstige gewassen opgespoord en aange
kocht, en op deze wijze van de in 1830 in
gevoerde gewassen, 80 soorten bijéénver
gaderd. Dezelve zijn in onze naamlijst met
V. S. H. G. 1830 gemerkt.
In 1830 zijn nog eenige Japansche bol
gewassen en zaden door den heer H. Bur
ger, die van 1830 tot 1833 met de voort
zetting van het natuurkundig onderzoek
in Japan is belast geweest, aan den plan
tentuin te Leyden en aan ons medege
deeld.
Een belangrijke aanvoer van Japansche
gewassen hebben wij in lateren tijd aan
den ongelukklgen Med. Dr. Pierot, en aan
de heeren J. E. Teysmann, Hortulanus van
de Gouvernements plantentuin te Buiten
zorg en J. K. Hasskarl, kruidkundige al
daar te danken.
Den grootmoedigen onderstand tot den
aanvoer van gewassen uit Japan en uit
den plantentuin te Buitenzorg door de
Nederlandsch-Indische Regeering aan ons
verleend en de hulp die ons de Neder-
landsche Handelmaatschappij tot het ver
voer van gewassen van Batavia naar het
Vaderland geboden heeft hebben wij reeds
bij herhaling mogen roemen, en door
hunne krachtdadige medewerking zijn
van 1841 af aan de kweekerij van de K. N.
Maatschappij tot aanmoediging van den
tuinbouw, aanzienlijke zendingen van Ja-
panschen en Javaansche gewassen gedaan;
doch van 45 kisten en vaten met levende
gewassen in den loop van 1841 door de
zorg van de meergemelde heeren Pierot,
Teysmann en Hasskarl te Buitenzorg, te
Tsipannas en elders bijeengebragt, zijn
slechts eenige weinige in goeden staat hier
aangekomen en van 385 soorten Javaan
sche en 86 soorten Japansche gewassen,
zijn niet meer dan 17 Japansche en 60 Ja
vaansche in het leven behouden en hier
aangekweekt; waaronder zich echter
eenige zeer schoone en belangrijke gewas
sen bevinden; de uit deze bezendiiigen in
Nederland overgekomene Japansche ge
wassen hebben wij met K. M. PTH. 1841
gemerkt.
Een zoo ongunstige uitkomst leverde
deze eerste proefneming op, tot het wel
slagen van welke noch moeite noch kosten
gespaard werden. Intusschen was de heer
Pierot van Batavia naar Japan, het doel
wit van zijn werkkring, onder zeil gegaan
en hem waren onze wenschen en verwach
tingen gevolgd; dat onze vriend te Macao
waar het schip dat hem naar Japan zoo
overvoeren, door een orkaan overvallen,
had moeten blnnenloopen, als een slagt
offer van zijnen kruidkiïndigen ijver ge
vallen is, is helaas algemeen bekend.
De verwachting, onder welke onze
vereeniglng hare algemeen nuttige taak
aanvaardde, zou ten eenen male verijdeld
zijn geweest, zoo niet de heer C. J. Textor,
die in Maart 1842 naar Batavia vertrok
met de stellige order, om met het voor den
Japanschen handel bestemde schip nog in
dat jaar naar Japan te vertrekken.
Den 25en Juny 's avonds op de reede
van Batavia aangekomen, vond onze
reiziger de voor Japan bestemde schepen
daar zeilvaardig liggen; doch vruchteloos
waren zijn pogingen, passage te bekomen
en hij zag helaas! reeds met het aanbre
ken van den dag het vaartuig, hetwelk
hem naar Japan zou vervoeren, zonder
hem den steven wenden naar het land
zijner bestemming, zijner wenschen, naar
den zetel der schoonste Flora der wereld,
die hij zoo digt genaderd was! Eene dus
danige teleurstelling maakte onzen reizi
ger te meer beducht, daar hij door ons
geene gedrags-voorschriften in dit onvoor
ziene geval ontvangen. Hij moest alzoo een
vol jaar op Java terug blijven, waar hem
door de Hooge Indische Regering bij voor
raad eene betrekking bij de kuiture aan
gewezen werd.
Dat noodlottige jaar leverde evenwel
nog eenige vruchten voor onze onder
neming op, en kenmerkte zich opnieuw
door de edelmoedige medewerking der
Hooge Regering te Batavia tot de berei
king van ons algemeen nuttig doel, het
welk als het ware. wanneer men het in
het oog kreeg, onder den gezigteinder, die
inet ongeluk dreigende wolken bezwangerd
was, telkens verdween.
Door de Hooge Regering gemagtigd
bragten nu de heeren Teysmann en Hass
karl met prijzenswaardige ijver een bezen
ding van Javaansche en eenige in den
plantentuin te Buitenzorg aanwezige Ja
pansche gewassen in gereedheid en door
hunne zorg hebben wij in den loop 'van
1843, 16 kisten en vaten met meer dan 250
gewassen ontvangen.
Ook deze bezending is doorgaans in
eenen zeer ongunstigen staat in Nederland
overgebragt, slechts een vijfde der gewas
sen is levend of ziek aangekomen; niet
tegenstaande alle daartoe aangewende
zorg bleef nauwelijks een zevende daar
van tot heden in het leven. De oorzaak
van het bederf der planten dezer zending,
zooals van dat der meeste tot dusverre
uit Oost-Indië ontvangene gewassen, is
meestal in de nog zeer onvolmaakte ken
nis van de behandeling van levende ge
wassen op langdurige zeereizen te zoeken,
die, niettegenstaande de algemeene tuin
bouwkundige behandeling bij het verza
melen en inpakken der gewassen, niet
bloot diende ingerigt te worden naar den
aard der plantenfamiliën of geslachten,
maar ook naar de landen waar ze tehuis
behooren en hunne oorspronkelijke woon
plaatsen, naar den tijd van het jaar waar
in zij verzonden worden en vooral ook naar
den weg ovej zee door verschillende kli
maten, dien zij bij hunne overbrenging
naar een nieuw Vaderland hebben af te
leggen.
Op dit voor plantenliefhebbers en
kweekers hoogst belangVijk onderwerp
zullen wij later terugkomen, wanneer wij
de uitkomst van onze opgedane ervaring
van 1823 af aan. toen wij de eerste be
zending van levende gewassen van Japan
naar Batavia bezorgd hebben, aan de resp.
leden van onze Maatschappij zullen mede-
deelen.
Door de zorg van den heer J. E. Teys
mann hebben wij nochtans eenige merk
waardige en schoone gewassen ontvangen
en de meeste der op de 76ste tentoon
stelling te Gent vertoonde Japansche ge
wassen, zijn uit de meergemelde verzen
ding voortgesproten: In onze naamlijst
zijn deze nieuw ingevoerde gewassen met
1843 K. M. Tm. gemerkt.
Den 26 Juni 1843 vertrok de heer Textor
van Batavia met het fregatschip Anna
Eliza naar Japan en, zooals wij uit zijn
brieven ontwaarden, met ijver en moed
voor de hem opgedragen taak bezield. Dit
getuigen ook zijn verrigtingen op Japan,
waar hij binnen den tijd van twee maan
den een bezending van 333 soorten en
variëteiten in meer dan 500 exemplaren
planten en bollen en eenige honderd soor
ten zaden bijeenvergaderd en in 16 kisten,
waarvan 10 met glas overdekt, in 't be
gin van November met het schip, waar
mede hij gekomen was, naar Batavia ver
zonden heeft.
Brieven, die wij uit Japan over China
ontvingen, maakten ons reeds huiverig en
troosteloos werden wij, als wij de kort
daarna volgende tijding van de zeerampen
vernamen, welke het schip Anna Eliza in
de Chineesche zee getroffen hebben, zijnde
hetzelve van een orkaan (Tiphon) over
vallen en door haverij gedrongen gewor
den Hongkong binnen te loopen. Deze
akelige tijding is voor ons des te be
droefder geweest, daar hoogst onaange
name voorvallen, die wij hier met stil
zwijgen willen voorbijgaan, ons aange
dreven hebben, den geheelen omvang der
kweekerij ten behoeve der K. N. Maat
schappij, vroeger onder de fa. J. C. Rod-
bard en Comp. bestaande, voor eigen reke
ning over te nemen en dezelve voort te
zetten onder de fa. Von Siebold en Comp.
Aan dit etablissement hadden wij. in
de verwachting van eindelijk eens eene
onmiddellijke bezending van gewassen uit
Japan te zullen ontvangen eene groote
uitbreiding gegeven en de meest doelma
tige voorbereidingen gemaakt tot het ber
gen en aankweeken der te wachten gewas
sen: want bij eene eenigszins voorspoedige
reize kunnen schepen binnen vijf maan
den de reis van Nagasaki naar Nederland
doen.
In de maand April konden wij dus op de
ontvangst der planten rekenen, ware het
schip niet genoodzaakt geworden te Hong
kong binnen te loopen; doch als wij nu
vernamen, dat de Anna Eliza eerst in het
begin van February 1844 op de reede van
Batavia binnen gekomen was, rees onze
bezorgdheid met iederen dag te meer daai
wij tot het einde van September noch
tijding noch gewassen van Batavia ontvin
gen. Eindelijk werd ons door ons geacht
eerelid. den heer L. M. F. Plate, president
der factorij van de Nederlandsclie Handel
maatschappij te Batavia, eene verzending
van Japansche planten van daar aange
kondigd, waar dezelve van 9 February tot
18 Juny door een misverstand, voortgespro
ten uit een onverantwoordelijk verzuim
van den heer Texter, in 's lands pakhui
zen opgeslagen bleven. Een grooter onge
luk had deze kostbare verzending niet
kunnen overkomen; de met glas overdekte
gewassen toch schenen toenmaals nog
duidelijke kenmerken van leven gedragen
te hebben, anders zoude men zich niet
hebben gehaast, dezelve naar 't Vaderland
te zenden.
Met ieder door de Handelsmaatschappij
bevracht schip werden nu eenige kisten
met planten medegegeven en door den
heer president der factorij, wiens lofwaar-
digen ijver wij met dank erkennen, aan
de zorg der gezagvoerders uitdrukkelijk
aanbevolen en de vereischte maatregelen
genomen om derzelver behouden aankomst
in Nederland zooveel mogelijk te verze
keren.
Slot volgt.
De oplossing van het probleem van Bett-
mann zal ik de volgende maal behandelen.
Een niet gemakkelijk probleem is de vol
gende opgave van Loyd.
S. LOYD.
N.-Y. Commercial Advertiser 1897.
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kg6, Da7, Td8 en g4. Lh8. Pd4 en
f4, pi c2 en f2.
Zwart: Ke4, Pd5 en f6. pic3 en f3.
Indien wit niet op den afruil van het
Pc6 ingaat ontstaat in de Spaansche partij
de volgende stelling: e4, e5; Pf3, Pc6; Lb5,
a6; La4. Hier is Pf6 beter dan direct d6,
daar dan Lc6:t en d4 wit een goed spel
geeft.
Hier volgt de 20ste matchpartij tusschen
Aljechin en Bogoljubow.
Bogoljubow. Dr. Aljechin.
1. e4 e5
2. Pf3 Pc6
3. Lb5 a6
4. La4 Pf6
5. 0—0 d6
Na Lc6:t, bc6:, Pc3 kan c5 en na d4 volgt
Pe4:
Het beste is dus:
6. c3 Ld7
7. d4 Le7
8 d5 Pb8
9. Lc2 Lg4
Maakt ruimte.
10. c4 Pbd7
11. Pc3 Pf8
Zwart vreest aanval na 00.
12. h3 Ld7
13. Pel g5
Zwart moet nu wat ondernemen; g5 en
f4 dreigt.
14. Lg5: Tg8
Zwart verwacht nu Lf6:. Lf6:; Kh2, 0-0-0
met goed spel.
15. f4! ef4:
16. Lf4: Lh3:
17. c5 Pg6
Wit verhindert hiermede 000.
18. Lh2 Ph4
19. La4t Kf8
Nu kan Tf2 niet wegens Pg4. Wit heeft
echter nog een goede zet:
20. Dd2 Tg6
Er dreigde Dh6.
21. Khl Tg2:
Om aanval te houden.
Na Dh6t volgt Kg8. Dh4:, Th2:tl.
22. Pg2 Lg2:t
23. Kgl Pg4
24. Df4 Pe5
25. Dh6ï Kg8
26. Le5: de5:
27. Tf7: Lc5:t
Dit kan zwart niet nemen. Er dreigde
Lg5.
28. Kh2 Kf7'
29. Dh7:t KfS
30. Dh8T Kf7
31. Dh7t Kf8
32. Dh6t Kf7
33. d6 cd6:
Zwart kan zich nog juist redden
34. Dh7t Kf8
35. Dh8f Kf7
36. Dh7t Kf8
37. Dh6t Kf7
Wint bedenktijd.
38. Lb3t Ke8
39. Le6 Pf3+
40. Kg2: Dg5t
41. Dg5: Pg5:
42. Lf5 Kf7
43. Tfl Kg7
44. Pd5 a5
45 Kg3 Tf8
46. Thl Tg8
47. Tfl Tf8
48. Thl
Remise.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Alle correspondentie betreffende deze
rubriek te zenden aan het Bureau van ons
Blad of aan den Red. C. de Nie, Storten
bekerstraat 176. 's-Gravenhage. Oplos
singen binnen drie weken na publicatie.
PROBLEEM No. 744.
W. J. A. v. d. VOORT.
Zwart 13 sch. op: 3, 7, 8, 13, 14, 16, 17,
19, 21, 22, 25 27 en 31.
Zwart
PROBLEEM No. 745. fLokzet).
W. J. v. d. VOORT.
Zwart 8 sch. op: 1, 6. 7, 8, 14, 18, 24 en 30
Zwart
W WZ*'.
i6 Al 48 49 50
Wit
Wit 9 sch. op: 21, 26, 32 37, 39, 44, 47,
48 en 49.
PROBLEEM No. 746.
Zwart 11 sch. op: 7,/10, 12, 16, 17, 20, 24
26 en 45.
Zwart
-
15
25
35
45
48 49
Wit
Wit 13 sch. op: 23, 28, 29, 30, 33, 35, 38,
40, 42, 43, 45 en 47.
46 v 47 48 49 50
Wit
Wit 12 sch. op: 18, 21, 23, 34, 36, 37, 39,
43. 44, 46. 48 en 50.
Wit begint en wint.
No. 746 is een herplaatsing van No. 741;
de witte schijf op 47 moest staan op 46,
de winst door 4742, 3731. zou te een
voudig zijn.
Tweede partij met Holiandsche opening.
(Cardozo)
Deze partij is eveneens als de vorige
systematisch gewonnen door theoretische
fouten van wit in de opening. 1. 3328
18—23: 2. 39—33 20—24; 3. 34—30 12—18;
4. 4439 712; hier wordt dezelfde theo
retische fout gemaakt als in de vorige
partij; 4439 als 4e zet; in aanmerking
nemende dat wit volgens de oude theorie
zijn positie verder opbouwt. 5. 5044
1420; 6. 3025 1014; zwart Iaat zich
opsluiten daar hij de laatste zet heeft en
gelegenheid krijgt de aanval op den kor
ten vleugel te openen.
7. 31—27 17—21; 8. 37—31 21—26; 9. 40—34
26x37; 10. 42x31 24—29: 11. 33x24 20x40:
12. 45x34 2329; op het juiste oogenblik
dezelfde voortzetting als ln de vorige
partij. 13. 34x23 18x29; 14. 41—37 19—24;
15. 46—41 14—20; 16. 25x14 9x20; 17. 39—33
4—9: 18. 44—39 5—10; 19. 47—42 10—14;
20. 4944 14—19; 21. 31—26 20—25; 22.
36—31 29—34; 23. 39x30 25x34; 24. 43—39
34x43; 25. 48x39 15—20; 26. 41—36 20—26;
27. 2621 1218; in overweging kwam
1822 en voor wit 2823; 28. 3126
19—23; 29. 28x30 25x43; 30. 38x49 18—22:
81. 27x18 16x47. Zwart wint.
Deze korte partij doet ons zien hoe men
van theoretische fouten gebruik kan ma
ken, wit had natuurlijk ook in het midden
spel sterker kunnen spelen.
De wijze waarop zwart weet gebruik te
maken van wit's zwakke zetten is leer
zaam.
Wij hebben deze partijen geplaatst om
te laten zien, dat men een partij kan
spelen geheel volgens de theoretische
waarde van de opening, elke afwijking
moet men weten te benutten.
Vierkamp om het „Leeuwin
Wisselschild."
Een paar partijen in dezen wedstrijd
gespeeld, zullen wij, voorzien van opmer
kingen, voor belangstellenden plaatsen.
Correspondentie. W. J. v. d. V. Zoo
als u ziet zijn er twee geplaatst, de stand
van No. 2 is niet duidelijk, wilt u mij die
verbeterd toezenden met vermelding van
aantal schijven en zoo mogelijk met dia
gram? J. K. te L. Zie boven, houd mij
aanbevolen voor de fraaiste standen.
NIEUWE UITGAVEN.
Het tijdschrift „Nieuwe wegen in vrou
wenhandwerk" dat maandelijks bij Van
Holkema en Warendorf verschijnt, vangt
ditmaal aan met- een artikel over Finsche
kunst met verschillende afbeeldingen. Het
bevat verder iets over kerkelijke kunst,
Italiaansch naaldwerk, Egyptisch vlecht
werk en verschillende soorten van spoel-
weefsel, met „het kleed der menschen",
waarbij de afbeeldingen van een jumper
en een geweven vest afgedrukt zijn. en
eenige kantpatronen en werkpatronen
eindigt dit nummer, terwijl we ook nog
enkele fraaie reproducties zien van ver
schillende gebreide voorwerpen.
Bij de fa. J. C. Auf der Heide. S.H.D.,
verscheen „De overgangsjaren bij de
vrouw en den man". Ook met betrekking
tot aderverkalking, kanker en geslachts
ziekten. door Dr. Med. Hope te Hamburg.
De schrijver heeft door diepgaande stu
die op dit gebied deze begrijpelijke leid
draad tezamen gesteld, waaruit iedereen
leeren kan hoe de gevreesde overgangsja
ren het beste overwonnen kunnen worden.