72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 October 1931 Vierde Blad No. 21945 Hl Buitenl. Weekoverzicht. BRIEVEN UIT BERLIJN. UIT RUSLAND. HOOP EN TELEURSTELLING. Het was niet, zonder zorg, dat men de Fransche ministers naar Berlijn zag gaan; zelfs al wilde men het niet zoo zwartgallig voorstellen als enkelen het bij voorbaat deden voorkomen, n.l. dat Laval en Brland zich in de Dultsche hoofdstad zouden gevoelen als moderne Daniels in den leeuwenkuil, gelet op de dagelij ksche manifestaties en kloppartijen onder de extremisten van rechts en links en de hier en daar van communistische zijde geuite dreigingen zou het niet zoo vreemd zijn geweest, als het tot anti-Fransche demonstraties zou zijn gekomen, hoezeer dit Duitschland afbreuk zou hebben ge daan aan prestige over de gansche wereld. Met dat prestige heeft men in be trokken kringen immers reeds genoeg de hand gelicht! Maar gelukkig is alles best van stapel geloopen, is er zelfs geen enkele wanklank gehoord en hebben de Fransche ministers en de vele persmen- schen, die hen vergezelden, een uitste kenden indruk gekregen van den stand van zaken bij onze Oosterburen. Onge twijfeld is er „iets veranderd", zooals Briand het heel voorzichtig uitdrukte bij zijn vertrek! De sfeer van ontspanning tusschen deze beide gedurende eeuwen tegenover elkaar gestaan hebbende riva len is aanmerkelijk verbeterd en dat wil zeggen, dat het vertrouwen over en weer is vergroot. Men sla dit vooral niet te licht aan in de benauwende tijden, die wij beleven. Is dit dan het eenige resul taat? Neen, er valt ook nog iets tastbaars aan te wijzen. Er zal een gemengde Fransch-Duitsche commissie worden ge vormd, die zal onderzoeken, hoever beide landen economisch elkaar kunnen steu nen en helpen, zonder dat eenig belang in het gedrang komt. Dat is een gewich tig besluit, waarvan de gevolgen uit den aard der zaak niet volledig zijn te over zien, doch men vergete bij de beoordee ling niet, dat de economie is voorbestemd de politiek te overvleugelen. De gang van zaken wijst daarop onafwijshaar I De groote politieke vraagstukken schij nen bij de besprekingen geheel niet te zijn aangeroerd. Hetgeen in de gegeven om standigheden wellicht het verstandigst was. Voor eén overeenstemming op het politieke terrein is de atmosfeer nog lang niet berekend; de politiek zou maar als splijtzwam hebben kunnen werken. En bovendien, bij de politieke vraagstukken komen zooveel andere factoren in het ge ding, waarover noch de Duitschers noch de Franschen eenige zeggenschap hebben. Over verloop en resultaat van het Fran sche bezoek aan Berlijn kan en mag men slechts tevreden zijn en over het algemeen overheerscht ook deze stemming; zoowel bij de direct-betrokkenen als bij de nlet- direct-betrokkenen. Minder tevreden is men daarentegen over het verloop en het resultaat van de jongste Volkenbondsvergadering. Zij, die zich gouden bergen hadden voorgesteld, moesten tevoren reeds gerekend worden tot optimisten in het quadraat, wier ver langens en begeerten gedoemd waren een eervolle begrafenis deelachtig te worden, doch aan den anderen kant moet daar tegenover terstond worden gesteld, dat ook zij, die niet dan een zeer gematigd en zelfs gering resultaat hadden durven ver wachten, nog bedrogen zijn uitgekomen. Men mag zich nog zoo geducht inspannen om dit te verbloemen, redeneerend, dat slechts heel langzaam aan voor den Vol kenbond succes kan zijn weggelegd, een meening, die wij volgaarne onderschrij ven, het beeld, dat Genève thans heeft opgeleverd, is al bijzonder bedroevend. De economische commissie heeft niet dan wat ondergeschikt werk afgeleverdalle vraag stukken van eenige beteekenis zijn aange houden en uitgesteld om een mislukking te voorkomen. Theoretisch kan men elkaar wel vinden, doch zoodra het er om gaat de theorie in practijk om te zetten, is het mis. Dan druischen de belangen zoozeer tegen elkaar in, dat een compromis zelfs tot de vrome wenschen behoort. Tenminste een compromis van eenige beteekenis; de inzake de bewapeningsvacantie b.v. be reikte overeenstemming, geboren uit de zucht om niet met leege handen huis waarts te keeren, durven wij bijkans geen compromis noemen. Het is een gebaar, meer volstrekt niet. Het Fransche veilig heids-standpunt heeft gezegevierd Slechts één troost zien wij in het ont- wapeningsvraagstuk: een mislukking durft niemand meer dragen! De stem van het volk voor den vrede klinkt daarvoor te krachtig. Zoo'n zelfde beeld van schrik voor het odium der mislukking zal men ook ter gToote ontwapeningsconferentie opmerken, vermoedelijk in nog verscherp ten vorm! Goed beschouwd is ook het werken van den Volkenbondsraad inzake het Chi- neesch-Japansch conflict een failure Hoe wel uiterst beleefd, blijft Japan toch iedere inmenging van den Volkenbond weigeren, al heeft het onder den druk van Amerika en Rusland zekere concessies ge daan, waardoor een uitbreiding van het conflict tenminste totdusver is vermeden. In het Verre Oosten werken evenwel niet te meten krachten reeds is in Mantsjoe- rije een zelfstandigheidsbeweging gaande, al is nog niet te beoordeelen, of men hier te doen heeft met een beweging vanuit het volk dan wel met een door Japan ge organiseerde schijnvertooning om China te beïnvloeden zoodat alles nog moge lijk blijft. De Volkenbondsraad, die zich zeer beperkt voelde in zijn macht, om iets te bereiken, heeft van.de ontspan ning gebruik gemaakt, om voorloopig maar naar huis te gaan. Tegen 14 dezer is een nieuwe zitting belegd, als het dan nog noodig isDe hoop is. dat dit niet het geval zal zijn! Genève heeft wel een weinig bemoedi genden aanblik geschonken bij de jongste zitting Thans zal het oog weer gericht worden op het bezoek van den Franschen premier Laval aan Washington, dat half October ongeveer zal plaats hebben. Met volle zekerheid mag men aannemen, dat daar de groote kwesties wél zullen worden be handeld en waar het gaat tusschen de twee landen, die momenteel de finan- cieele koorden in handen houden, kan dit van de grootste beteekenis worden! Moge het leiden tot verdere ontspan ning O (Van onzen correspondent). Kunst en Tooneel. Berlijn, eind September In September plegen de deuren der Berltjnsche schouwburgen open te gaan. Wie het Berlijnsch tooneel kent, weet, welk een bijzonder genot dat beteekent. Een nieuw seizoen op de planken, bij Max Relnhardt, Barnowsky, Robert en de vele anderen! Ik ben al genieter sinds 1912, wat dus zeggen wil, dat ik ook nog Rein- hardt's oude garde in het „Deutsches Theater" aan het werk gezien heb. In den grooten tijd van zijn Shakespeare-cyclus. Neen, zoo goed heeft men Shakespeare nimmer tevoren en nimmer daarna in eenlg land ter wereld gespeeld. Ook niet in zijn vaderland, in Engeland. Rednhardt pakte die tragedies en comedies van den onsterfelijke aan op een manier, die even zeer de onsterfelijkheid verdiende. We zijn veel te laat met onze geluidsfilms. En nu deze uitvinding eindelijk practisch werk gaat doen, moet ze zich haasten, omdat de grootste regisseur van alle tijden ook al 'n dagje ouder wordt. Ik zag dezer dagen- een geluidsfilmopname van Hoff mannthals „Jedermann" op het kerkplein in Salzburg, regie Reinhardt, hoofdrol Alexander Moissi. Ja men kon zich uit die korte tafereelen wel eenigszins van het grootste geheel een voorstelling ma ken. Maar het was toch nog allesbehalve een genot naar die wonderlijk-verwrongen geluiden te luisteren. De techniek is nog niet ver genoeg. Wat zou ze voor de kunst wereld beteekend hebben, waren ze in 1910 1914 reeds geperfectionneerd geweest! Hoe goed herinner ik me Waszmann en Moissi, Victor Arnold en Winterstein, Bas- sermann en Else Heims. Naar zulke voor stellingen gingen wij, jonge liefhebbers en tooneeldwepers, als naar een religieuse plechtigheid. En we gingen steeds als be tere menschen huiswaarts. Dat is nu eenigszins anders geworden. Professor Max Reinhardt is nog altijd re gisseur en Berlijn is zeker veertig tooneel- spelers van beiderlei kunne rijk die ver boven het middelmatige uitsteken en on der wie er enkele tot de genieën gerekend mogen worden. Bassermann, Werner Krauss, Elisabeth Bergner, Hans Albers, Kathe Dorsch, Max Pallenberg. Deze na men zullen ook den Nederlandschen lezer, zij het slechts door de film als bemidde laar. voldoende bekend zijn. Voor ons, Berlijners, zijn ze onmisbaar. We betalen graag de peperdure prijzen, als we daar door weer eens hun kunst genieten kun nen. Maar de stukken worden er helaas niet beter op. Gerhart Hauptmann is niet meer van de jongsten en er komt voor de planken niet meer veel uit zijn vroeger zoo productieve pen, Zuckmayer, Kaiser. Bronnen, en al die andere jongeren, Bruck ner, die eigenlijk Tagger heet, niet te ver geten, kunnen wel eens een gelukkige greep doen. En natuurlijk mogen we niet bij het geniale van vroeger tijden stil staan. We moeten in de nieuwe kunstvor men gelooven, hoe moeilijk het ons ook vaak, ook op dit gebied, gemaakt wordt. Maar Tagger is geen Shakespeare, geen Schiller, geen Ibsen. En het is te veel ver langd, dat we in den tegenwoordigen tijd met een gevoel van wijding den schouw burg zullen verlaten als men ons uren lang theorieën van Freud, klantjes v. Lombroso en Magnus, Hirschfeld, of types van de zelfkant des levens voorgezet heeft en ons vergastte op alle gecomprimeerde ellende der ziekenhuizen, nachtspelonken, opium kitten en huizen van verdachte zeden (gelijk men zich, bedriegt mijn geheugen mij niet, in het vaderland pleegt uit te drukken) Het moderne tooneel in Duitschland is vaak hard en meedoogenloos, opzettelijk bijtend en beleedigend, een proef op onze zenuwen, waartegen we alweer bijna afge stompt zijn, en een afwijking ten deele ook naar het zuiver-politieke, waarbij de kunst vaak danig in de verdrukking komt. Het meestal nog voortreffelijke spel kan wel heel wat zwakke stukken aan succes hel pen. Maar de werkelijke kunstkenner laat zich door prachtig spel toch niet van de wijs brengen. De barre tijden die we hier nu al sinds 1914 doormaken, hebben tooh wel invloed gehad, ook en vooral op het kunstleven. De groote meerderheid der kunstenaars heeft geen brood meer, nu de koopkracht der massa, en ook die der fijnproevers, ver beneden peil gedaald is. Dichters, schilders, componisten staan eenigszins verward in het Duitsche heden. Huiselijke zorgen, nationale of internatio nale problemen, die eigenlijk tot bijzondere scheppingskracht zouden moeten aanwak keren, schijnen voorloopig toch al te druk kend te zijn of althans het artistiek even wicht in gevaar gebracht te hebben. Er wordt heden ten dage in Duitschland bitter weinig voor de eeuwigheid gewrocht. De werkloosheid in de gelederen der kunstenaars, vooral ook in die der too- neelspelers, heeft een verontrustenden om vang aangenomen. Ware film er niet, die nog honderden aan een goed broodje helpt, dan ware de ellende stellig nog veel grooter. Een regisseur als Reinhardt, die ook nog directeur zijner vier Berlijnsche schouwburgen is en bovendien in Weenen en Salzburg regie voert, in Amerika zoo nu en dan tooneelvoorstellingen organi seert en in Hollywood films tot stand brengt, versnippert zijn krachten en biedt ons hier in de stad zijner grootste succes sen nog slechts éénmaal per winter een prestatie, die aan vroeger tijden herinnert. Het gaat den schouwburgdirecteuren overigens slecht in Berlijn. Niet minder dan acht grootere en klei nere theaters zijn dit seizoen gesloten en in de overige is men met de prijzen naar beneden gegaan, omdat werkelijk haast niemand ze meer betalen kon. Het geheele bedrijf is op de basis van de massa-abon nementen, die over twaalf tot vijftien schouwburgen in concern-vorm loopen, gereorganiseerd. En de abonné betaalt nu niet meer dan bijvoorbeeld in Nederland de niet-abonné voor een stalles-plaats. Dat beteekent voor deze dure wereldstad wel een zeer belangrijke reductie. Nog goed- kooper kan de Berlijner terecht, als hij er zich toe bepaalt, het arbeiderstooneel te genieten, waar hem vaak genoeg belang wekkende stukken voorgezet worden. Ik gebruikte de uitdrukking; arbeiderstoo neel. En ben mii bewust, dat die de zaken niet geheel juist weergeeft. Duitschland heeft sinds de revolutie ook een soort „pro letarisch tooneel" en beschikt over half- soclalistische, half-communistische regis seurs (de herhaaldelijk door faillissement getroffen Erwin Piscator is onder hen de meest bekende), die er hun kracht in zoe ken, politieke actueele problemen op de planken te brengen en volgens modern- Sovjet-Russisch voorbeeld het tooneelspel met atonale muziek en ingelaschte fllm- strooken of projecties op een witten ach terwand aan te vullen, zoodat een soort politieke propagandistische revue ontstaat, die het stuk van den schrijver meestal sterk op den achtergrond dringt. Men kan niet zeggen, dat we deze pe riode alweer achter ons hebben. Maar ze is toch wel een mode-verschijnsel gebleken en beteekent op het oogenblik al geen bijzondere attractie meer. Het „tijd-too- neel" is er voor in de plaats gekomen. Daaronder verstaat men hier actueel-poli- tieke tendenz-stukken, die uiterlijk meer aan de traditioneele tooneelkunst onzer vaderen herinneren, doch welker inhoud minder met kunst dan wel met actualiteit rekening houdt. De schrijvers geven een samenvatting van de gebeurtenissen en de dagblad-hoofdartikelen der laatste jaren en zelfs liefst maanden, en maken dan op die wijze de planken tot een machtige factor in de propaganda voor bepaalde politieke doelen en partijen. Het moet erkend worden, dat de communisten daarin alle andere groepen verre de baas zijn. Maar ook zulke voorstellingen kosten geld, en wil men door zijn kosten heen komen, dan kan men zich niet tot de goed- koope rangen bepalen, waar de arbeider voor enkele „Groschen" zijn plaats betaald heeft. Men Is op dure rangen aangewezen, en de rijke snob is ook gaarne bereid te komen, mits men hem een attractie biedt door zeer gepeperde tafereelen, waarbij het hem niets schelen kan zijn eigen klasse of stand in allesbehalve gunstig licht te moeten zien. En zoo hebben we dan heel wat communistische propaganda-voor- stellingen beleefd, waarbij meer dan de helft van de zaal bezet was met een oer- kapitalistisch publiek in dure avondrobes en goed-zittende smokings, met veel ver toon van briljanten en kostbaar bont, ter wijl aan de andere zijde van het voetlicht acteurs, die met duizend mark en meer per avond betaald worden (ook de million- nair Max Pallenberg speelde bij Piscator, wiens theater door kapitalisten als de bankier Katzenellenbogen in het leven ge houden werd), in luid uitgeschreeuwde noodkreten de rijken dezer aarde voor schurken en uitoersers werden uitgemaakt Zulke voorstellingen waren voor den iet wat afgestompten Berlijner een tijdlang werkelijk een attractie. Tot ook hier het nieuwtje afging en de heeren communis ten den meer en meer gebruikelijken weg van het faillissement moesten opgaan en zich een practische voorstelling van de dagelijksche zorgen hunner gehate kapi talisten konden gaan maken. Op het oogenblik trekt ons weer heel iets anders. De Amerikaansche „Fox- Film" is op het goede denkbeeld gekomen, Berlijn in navolging van Londen en Ame rika een eiken dag veranderend program ma van uitsluitend actueele klankfilms voor te zetten. De voorstellingen duren van 12 uur 's middags ononderbroken tot middernacht. Het geheele programma is op één uur berekend, maar men kan elk oogenblik binnenkomen en blijft dan, tot men het filmstrookje, waarmee men be gonnen was, opnieuw ziet verschijnen. Dat beteekent natuurlijk al dadelijk een zeer groot gemak. Maar de grootste at tractie is, dat men niet meer dat lang zamerhand ondraaglijk geworden gedoe van sentimenteele, ongeteekenende en on artistieke films voorgezet krijgt, doch uit sluitend tientallen korte strooken actueel nieuws van de laatste dagen en weken, en wel uit alle werelddeelen. Een prach tige aanvulling van het dagbladnieuws. die alleen mogelijk is, doordat de „Fox- Film" in de geheele wereld eigen repor ters en filmfétografen met eigen ge luidsfilm-auto's gestatlonneerd heeft, die het publiek op waarlijk indrukwekkende wijze op de hoogte houden. Gandhi is in Londen aangekomen, in Parijs gezien, in Italië van boord gegaan. We hebben het gelezen. Even vlug naar de Fox-bioscoop en we zien en hooren Gandhi. Het bericht lééft voor ons. De af stand is overwonnen. We zijn overal „bij" geweest. Is dat niet ook iets voor Neder land? ROLAND. Worosjilow. (Nadruk verboden). Een der populairste mannen van tegen woordig Rusland is Worosjilow, de leider van het Roode Leger, de man, die bij een eventueelen oorlog opperbevelhebber van alle Russische strijdkrachten, zoowel te land als te water, zou worden en daar door de werkelijke machthebber. Er zijn in Rusland veel menschen, die in Woros jilow den toekomstigen bedwinger van den revolutionnairen chaos zien, den schepper van een nieuwe orde. Ons komen deze ver wachtingen eenigzins overdreven voor, maar in elk geval kan deze man in de naaste toekomst een zeer belangrijke rol spelen. Het is daarom wenschelijk, dat het Westen wat meer van hem te weten komt, dat hij voor het Westen ophoudt een onbe kende te zijn. Worosjilow is, evenals de meeste leiders die na den val van Trotsky c.s. de macht hebben gekregen, een man uit het volk. Zijn vader was een arme boer, die baan wachter werd. Het loon was uiterst laag en op zijn zevende jaar moest de toekom stige volkscommissaris van defensie zijn brood beginnen te verdienen. Hij werd bediende van een herder, daarna leerling op eer fabriek. Onderwijs had Worosjilow vrijwel in het geheel niet genoten; hij had slechts twee winters op een lagere school doorgebracht. Wie eenige voorstel ling van de Russische lagere school op het platteland in dien tijd heeft, kan begrijpen, wat dat zeggen wil. Alles wat Worosjilow weet, heeft hij door zelfstudie verkregen. En verder was het leven zijn belangrijkste leermeester. En het harde leven in Rusland is een uitstekende leer meester. Worosjilow kwam al vroeg in aanra king met met de revolutionnairen. Toen hij pas 16 jaar oud was beschouwde de tsaris tische overheid hem als een „gevaar lijken revolutionnair" en arresteerde hem. In 1903 vond de splitsing plaats in de Russische sociaal-democratische partij, en de jonge Worosjilow sloot zich aan bij de bolsjewiki. Hij behoort dus tot de „oude garde" in de goede beteekenis van het woord. Het leven van den Russischen socialitischen arbeider was toen afge bakend: stakingen, revolutionnaire propa ganda, lidmaatschap van een dgj strijd organisaties tijdens de eerste revolutie, gevangenis, verbanning. Worosjilow heeft dat alles meegemaakt. Maar terwijl de intellectueelen onder de revolutionnairen zich van het volk verwijderen, was het internationalisme voor Worosjilow slechts een dogma. Zoodra de wereldoorlog was uitgebroken, voelde hij dat de revolution naire strijd gestaakt moest worden, dat iedereen moest helpen het land te verde digen. De tsaritische regeering wist niet gebruik te maken van deze bereidwillig heid van haar tegenstanders en bleef hen vervolgen. De onmacht van de regeer ders om de landsverdediging te organi- seeren, de walgelijke tafereelen met Ras- poetin enz. maakten ten slotte een revo lutie onvermijdelijk. Worosjilow bleef echter in dien tijd nationalist (in de goede beteekenis van het woord). Patriot was hij ook tijdens den burgeroorlog en dat schiep een band tusschen hem en de massa, die bovendien in hem een der haren, een volksjongen zag, in wien zij meer vertrouwen kon stellen dan in de „heeren". In 1918 bezetten de Duitschers de Oe- krajine. Zij stelden te Kiejew de potsier lijke „Oekrajinische regeering" met een „hetman" in; de macht berustte echter bij de Duitsche officieren, die het land uitmergelden. De Duitsche exploitatie wekte verzet en overal in het land ont stonden benden opstandelingen, die een guerilla tegen de Duitsche bezetting voer den. Een der benden-aanvoerders was Worosjilow. Aan het hoofd van zijn troepje (600 arbeiders uit de Donetsmijnen) voer de hij een verbitterden strijd tegen de Duitschers en leverde veldslagen, waarbij zijn militaire talenten aan den dag kwa men. In April 1918 heeft hij een Duitsche legermacht verslagen en daarbij kanonnen machinegeweren, pantserauto's en vlieg machines buitgemaakt. Deze en volgende overwinningen dwongen de Duitsche over heid tegen Worosjilow een sterke leger macht, onder aanvoering van ervaren generaals, te sturen. De strijd werd steeds moeilijker en Worosjilow besloot zich naar de Wolga terug te trekken. Dat was een merkwaardige veldtocht, die in de toe komst stof zal leveren voor vele legenden en gedichten. Samen met de opstandelin gen trokken vrouwen, kinderen, ouden van dagen, omdat zij wisten, dat de Duitsche militaire overheid niemand zou sparen. Het Don-gebied, dat de troep moest pas- seeren, was toen in opstand gekomen tegen de sovjet-regeering en het legertje van Worosjilow moest zich gewapender hand een weg banen. Ondanks de zware verliezen tijdens de voortdurende gevech ten met de kozakken en witten groeide het leger aan, en Worosjilow bracht naar Tsaritsyn, waar toen Stalin regeerde, 15000 man en groote buitgemaakte voorraden. Worosjilow werd benoemd tot opper bevelhebber van een sovjet-leger, dat te Tsaritsyn georganiseerd werd. Tsaritsyn was een der belangrijkste strategische punten tijdens den Russischen burger oorlog. De witten wilden de stad veroveren om op deze wijze een verbinding tot stand te brengen tusschen de witte legers in Zuid-Rusland en de legermacht van Kolt- sjak in Siberië. Zij deden daarom ver bitterde aanvallen op de stad, maar de ijzeren wil van Stalin, den dictator van Tsaritsyn, en de militaire talenten van Worosjilow hebben de stad voor de sovjets weten te behouden en op deze wijze voor een groot gedeelte het verdere verloop van den burgeroorlog bepaald. In 1919 werd het beroemde cavalerie- leger van Boedjonyj geschapen. Woro sjilow werd de voorzitter van den revo lutionnairen raad van dat leger en tevens zijn stuwende kracht. Dat leger heeft in den burgeroorlog een beslissende rol ge speeld en het sovjet-regime van een wis sen ondergang gered. Over dat leger en zijn wapenfeiten tijdens den burgeroorlog en den oorlog tegen Polen bestaan nu reeds veel legenden en liederen. In die liederen wordt naast Boedjonyj ook Woro sjilow bezongen. Een dier liederen, de beroemde „boedjonowka" werd het krijgs lied bij uitnemendheid van de rooden, zoodat geheel Rusland den naam van Worosjilow leerde kennen. Zijn populari teit doet dan ook denken aan die van de maarschalken van de Fransche revolutie, voor de meerderheid eveneens menschen uit het volk. Worosjilow leerde Stalin in 1907 ken nen en de toekomstige dictator heeft hem toen reeds genegenheid getoond. Tijdens de moeilijke dagen van den strijd om het bezit van Tsaritsyn werd hun vriendschap hechter. Stalin, die den gezondheidstoe stand van Lenin kende, voorzag de on vermijdelijkheid van zijn strijd tegen Trotsky. Voor dien strijd had hij man nen noodig. op wie hij rekenen kon; een dier mannen werd Worosjilow. In zijn memoires beweert Trotsky dat die vriend schap, welke later zulke funeste gevolgen voor den „sovjet-Napoleon" (zooals som migen in het Westen Trotsky noemden) zou hebben, het gevolg van het feit. dat hij, Trotsky. Worosjilow niet uitstaan kon en hem uit het leger had verwijderd. Er zit hier wel een zekere kern van waarheid in. maar dan getuigt het niet voor de menschenkennis van Trotsky; hij heeft zich op deze wijze een gevaarlijken vijand op den hals gehaald en zijn tegenstander een onschatbaren bondgenoot verschaft. Stalin is een grooter menschenkenner en ziet verder dan zijn gewezen tegenstan der. Hij begreep, dat Worosjilow in de toekomst de plaatsvervanger van Trotsky als hoofd van het Roode Leger zou kunnen worden, en hij nam hem in bescher ming tegen de jaloezie van den toen almachtigen Trotsky. Na de eerste over winning op Trotsky durfde Stalin nog RECLAME. EVEN SLANK ALS TOEN ZIJ 20 WAS. Nog „fit" en actief op 55-jarigen leeftijd. „Gedurende de af geloopen 3 jaar heb ik iederen morgen de kleine dosis Kruschen Salts ingenomen. Ik kan het gewoon niet meer missen in huis. Ik leed altijd aan hardlijvigheid en aambeien, maar nu heb ik er heelemaal geen last meer van. Ik ben 55 jaar en net zoo slank als toen ik 20 was. Ik moet_hard werken, omdat ik mijn huisgezin en een invaliden vader moet verzorgen en ik zeg altijd maar dat het Kruschen is dat mij zoo flink houdt." M. S. Nadat U een paar weken iederen morgen Uw dagelijksche dosis Kruschen hebt ge nomen, zult U krijgen, wat over de heele wereld bekend is als „het Kruschen ge voel". De drang naar bedrijvigheid zal Uw heele wezen vervullen U zult er niet meer tevreden mee zijn in den ouden stoel te zitten, nadat Uw dagelijksche bezigheden zijn afgeloopen. U voelt de geest der jeugd in U dat vreugdevolle gevoel U wilt lange wandelingen maken, aan sport doen en Uw werk zal geen last meer zijn Integendeel, het wordt een genoegen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon. Nu is het de meest geschikte tijd, dit alles eens zelf te ondervinden op het oogenblik kunt U Kruschen Salts probee- ren op onze kosten. Want door heel Hol land zijn onder de apothekers en drogisten duizenden flacons Kruschen verdeeld, die verpakt zijn met een gratis proefflacon. U kunt deze gratis proefflacon gebruiken zonder de gewone flesch Kruschen te openen. En als U na deze proef niet vol komen tevreden bent, kunt U de groote flesch terugbrengen bij den winkelier, waar U haar kocht en hij zal U Uw f. 1.60 (Uw geheele uitgave) zonder omwegen terugbetalen. Maar vergeet niet. dat de gratis proefflacon alleen verpakt ts bij de groote maat van f. 1.60 en dan nog slechts voor een beperkten tijd. Gaat dus naar Uw apotheker of drogist, voordat hij deze groote proefpakken uit verkocht heeft. Hollandsche verpakking waarborgt echt heid. 4990 niet Worosjilow als diens opvolger naar voren te schuiven. Trotsky werd toen op gevolgd door Froenze. In 1925 stierf deze laatste onder nog niet geheel opgehel derde en zeer verdachte omstandigheden ,het heet. dat de machthebbers van het Kremlin eischten, dat Froenze. die aan een zekere ziekte leed, zich zou laten opereeren; deze operatie, waartegen Froenze opzag en waarin hij alleen onder pressie had toegestemd, had zijn dood tengevolge; de sovjet-schrijver Piljnjak had dit geval tot een verhaal verwerkt, maar het boek werd in beslag genomen, waardoor de sovjet-machthebbers erken den, dat het gerucht niet geheel onge grond was) en Worosjilow werd tot zijn opvolger benoemd. Sindsdien is Woro sjilow volkscommissaris van oorlog, het geen Trotsky hem niet vergeven kan. Worosjilow Is een der belangrijkste steunpilaren van Stalin geworden. Hij dekt met zijn populariteit bij de soldaten den dictator, verzekert hem de gehoor zaamheid van het leger, helpt hem zijn plannen door te voeren. Worosjilow is echter een lastige bondgenoot. Hij is niet het blinde werktuig van Stalin, dat som migen in hem zien. Evenmin, is hij de soldaat, die niet redeneert en elk bevel van den chef uitvoert, zonder zich reken schap te geven van de gevolgen, die dat bevel kan hebben. Worosjilow is een warmbloedige en opvliegende man. Dat leidt tot wrijvingen tusschen den dictator en Worosjilow, wrijvingen, die nu en dan den vorm van feilen strijd aannemen. In het buitenland worden die wrijvingen echter vaak overdreven. Er liepen zelfs geruchten als zou Worosjilow den dictator hebben gearresteerd en zichzelf tot staatshoofd hebben uitgeroepen. Dat is natuurlijk onzin. Worosjilow heeft zijn oppositie tegen Stalin nooit te ver gedreven, al kan hij zich nu en dan niet beheerschen en zegt hij dan op een ongezouten manier wat hij van de politiek van Stalin denkt. Worosjilow is een man uit het volk en heeft de banden met de massa nog niet geheel verbroken. Daardoor weet hii beter dan de Georgiër Stalin, wat er bij het volk gaande is. Zijn positie als chef van het Roode Leger stelt hem in staat op de hoogte te blijven van de stemming in het land en de goed georganiseerde spion- nagedienst deelt hem alle gesprekken der soldaten (d. w. z. boerenjongens) mede. den inhoud van de brieven, die de sol daten van hun ouders krijgen enz. Wordt de stemming van het leger dreigend, dan weet Worosjilow Stalin te dwingen, con cessies te doen. Eens zou hij den dictator tijdens een ruzie een bundel dergelijke soldatenbrieven met klachten naar het gezicht hebben geworpen. Maar Stalin weet hem telkens te kalmeeren. De iizeren wil van Stalin imponeert den chef van het Roode Leger. De leiders van de recht- sche oppositie hebben getracht Worosji low voor zich te winnen, maar hun be sluiteloosheid en slapheid stuitten hem tegen de borst en daarom bleef hii zelfs onder de moeilijkste omstandigheden trouw aan zijn vriend, hoewel hij de ge varen van diens politiek goed inziet. Worosjilow ziet de tekorten van het tegenwoordige regime, hij geeft zich rekenschap van de ellende, waarin het volk gedompeld is, maar hij weet niet, op welke wijze het volk geholpen kan wor den. Een eigen program heeft hij niet. zijn politieke en economische opvattin gen zijn vaag en daarom lukt het Stalin telkens weer Worosjilow te overtuigen, dat de „generale linie" onder de gegeven omstandigheden de eenige mogelijke poli tiek is. En wat niet met overreding te bereiken is, wordt bereikt door vleierij: Worosjilow is uiterst gevoelig voor vleierij. En Stalin toovert voor hem schitterende toekomstbeelden: hii. Worosjilow, zal aan het hoofd van het Roode Leger het Wes ten veroveren, hij zal een der grootste veldheeren_ van de wereldgeschiedenis worden, hij zal de massa van de geheele wereld bevrijden enz. Wie zou kunnen weerstaan aan de verleiding van zulke schitterende toekomstbeelden? Worosiilow kan het in geen geval en blijft Stalin steunen. Dr. BORIS RAPTSCHINSKX,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 13