72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 October 1931
Vierde Blad
No. 21945
Hl Buitenl. Weekoverzicht.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
UIT RUSLAND.
HOOP EN TELEURSTELLING.
Het was niet, zonder zorg, dat men de
Fransche ministers naar Berlijn zag
gaan; zelfs al wilde men het niet zoo
zwartgallig voorstellen als enkelen het bij
voorbaat deden voorkomen, n.l. dat Laval
en Brland zich in de Dultsche hoofdstad
zouden gevoelen als moderne Daniels in
den leeuwenkuil, gelet op de dagelij ksche
manifestaties en kloppartijen onder de
extremisten van rechts en links en de
hier en daar van communistische zijde
geuite dreigingen zou het niet zoo vreemd
zijn geweest, als het tot anti-Fransche
demonstraties zou zijn gekomen, hoezeer
dit Duitschland afbreuk zou hebben ge
daan aan prestige over de gansche
wereld. Met dat prestige heeft men in be
trokken kringen immers reeds genoeg de
hand gelicht! Maar gelukkig is alles best
van stapel geloopen, is er zelfs geen
enkele wanklank gehoord en hebben de
Fransche ministers en de vele persmen-
schen, die hen vergezelden, een uitste
kenden indruk gekregen van den stand
van zaken bij onze Oosterburen. Onge
twijfeld is er „iets veranderd", zooals
Briand het heel voorzichtig uitdrukte bij
zijn vertrek! De sfeer van ontspanning
tusschen deze beide gedurende eeuwen
tegenover elkaar gestaan hebbende riva
len is aanmerkelijk verbeterd en dat wil
zeggen, dat het vertrouwen over en weer
is vergroot. Men sla dit vooral niet te
licht aan in de benauwende tijden, die
wij beleven. Is dit dan het eenige resul
taat? Neen, er valt ook nog iets tastbaars
aan te wijzen. Er zal een gemengde
Fransch-Duitsche commissie worden ge
vormd, die zal onderzoeken, hoever beide
landen economisch elkaar kunnen steu
nen en helpen, zonder dat eenig belang
in het gedrang komt. Dat is een gewich
tig besluit, waarvan de gevolgen uit den
aard der zaak niet volledig zijn te over
zien, doch men vergete bij de beoordee
ling niet, dat de economie is voorbestemd
de politiek te overvleugelen. De gang van
zaken wijst daarop onafwijshaar I
De groote politieke vraagstukken schij
nen bij de besprekingen geheel niet te zijn
aangeroerd. Hetgeen in de gegeven om
standigheden wellicht het verstandigst
was. Voor eén overeenstemming op het
politieke terrein is de atmosfeer nog lang
niet berekend; de politiek zou maar als
splijtzwam hebben kunnen werken. En
bovendien, bij de politieke vraagstukken
komen zooveel andere factoren in het ge
ding, waarover noch de Duitschers noch
de Franschen eenige zeggenschap hebben.
Over verloop en resultaat van het Fran
sche bezoek aan Berlijn kan en mag men
slechts tevreden zijn en over het algemeen
overheerscht ook deze stemming; zoowel
bij de direct-betrokkenen als bij de nlet-
direct-betrokkenen.
Minder tevreden is men daarentegen
over het verloop en het resultaat van de
jongste Volkenbondsvergadering. Zij, die
zich gouden bergen hadden voorgesteld,
moesten tevoren reeds gerekend worden
tot optimisten in het quadraat, wier ver
langens en begeerten gedoemd waren een
eervolle begrafenis deelachtig te worden,
doch aan den anderen kant moet daar
tegenover terstond worden gesteld, dat ook
zij, die niet dan een zeer gematigd en
zelfs gering resultaat hadden durven ver
wachten, nog bedrogen zijn uitgekomen.
Men mag zich nog zoo geducht inspannen
om dit te verbloemen, redeneerend, dat
slechts heel langzaam aan voor den Vol
kenbond succes kan zijn weggelegd, een
meening, die wij volgaarne onderschrij
ven, het beeld, dat Genève thans heeft
opgeleverd, is al bijzonder bedroevend. De
economische commissie heeft niet dan wat
ondergeschikt werk afgeleverdalle vraag
stukken van eenige beteekenis zijn aange
houden en uitgesteld om een mislukking
te voorkomen. Theoretisch kan men elkaar
wel vinden, doch zoodra het er om gaat
de theorie in practijk om te zetten, is het
mis. Dan druischen de belangen zoozeer
tegen elkaar in, dat een compromis zelfs
tot de vrome wenschen behoort. Tenminste
een compromis van eenige beteekenis; de
inzake de bewapeningsvacantie b.v. be
reikte overeenstemming, geboren uit de
zucht om niet met leege handen huis
waarts te keeren, durven wij bijkans geen
compromis noemen. Het is een gebaar,
meer volstrekt niet. Het Fransche veilig
heids-standpunt heeft gezegevierd
Slechts één troost zien wij in het ont-
wapeningsvraagstuk: een mislukking durft
niemand meer dragen! De stem van het
volk voor den vrede klinkt daarvoor te
krachtig. Zoo'n zelfde beeld van schrik
voor het odium der mislukking zal men
ook ter gToote ontwapeningsconferentie
opmerken, vermoedelijk in nog verscherp
ten vorm!
Goed beschouwd is ook het werken van
den Volkenbondsraad inzake het Chi-
neesch-Japansch conflict een failure Hoe
wel uiterst beleefd, blijft Japan toch
iedere inmenging van den Volkenbond
weigeren, al heeft het onder den druk van
Amerika en Rusland zekere concessies ge
daan, waardoor een uitbreiding van het
conflict tenminste totdusver is vermeden.
In het Verre Oosten werken evenwel niet
te meten krachten reeds is in Mantsjoe-
rije een zelfstandigheidsbeweging gaande,
al is nog niet te beoordeelen, of men hier
te doen heeft met een beweging vanuit
het volk dan wel met een door Japan ge
organiseerde schijnvertooning om China
te beïnvloeden zoodat alles nog moge
lijk blijft. De Volkenbondsraad, die zich
zeer beperkt voelde in zijn macht, om
iets te bereiken, heeft van.de ontspan
ning gebruik gemaakt, om voorloopig
maar naar huis te gaan. Tegen 14 dezer
is een nieuwe zitting belegd, als het dan
nog noodig isDe hoop is. dat dit niet
het geval zal zijn!
Genève heeft wel een weinig bemoedi
genden aanblik geschonken bij de jongste
zitting
Thans zal het oog weer gericht worden
op het bezoek van den Franschen premier
Laval aan Washington, dat half October
ongeveer zal plaats hebben. Met volle
zekerheid mag men aannemen, dat daar
de groote kwesties wél zullen worden be
handeld en waar het gaat tusschen
de twee landen, die momenteel de finan-
cieele koorden in handen houden, kan dit
van de grootste beteekenis worden!
Moge het leiden tot verdere ontspan
ning
O
(Van onzen correspondent).
Kunst en Tooneel.
Berlijn, eind September
In September plegen de deuren der
Berltjnsche schouwburgen open te gaan.
Wie het Berlijnsch tooneel kent, weet, welk
een bijzonder genot dat beteekent. Een
nieuw seizoen op de planken, bij Max
Relnhardt, Barnowsky, Robert en de vele
anderen! Ik ben al genieter sinds 1912,
wat dus zeggen wil, dat ik ook nog Rein-
hardt's oude garde in het „Deutsches
Theater" aan het werk gezien heb. In den
grooten tijd van zijn Shakespeare-cyclus.
Neen, zoo goed heeft men Shakespeare
nimmer tevoren en nimmer daarna in
eenlg land ter wereld gespeeld. Ook niet
in zijn vaderland, in Engeland. Rednhardt
pakte die tragedies en comedies van den
onsterfelijke aan op een manier, die even
zeer de onsterfelijkheid verdiende. We zijn
veel te laat met onze geluidsfilms. En nu
deze uitvinding eindelijk practisch werk
gaat doen, moet ze zich haasten, omdat
de grootste regisseur van alle tijden ook
al 'n dagje ouder wordt. Ik zag dezer
dagen- een geluidsfilmopname van Hoff
mannthals „Jedermann" op het kerkplein
in Salzburg, regie Reinhardt, hoofdrol
Alexander Moissi. Ja men kon zich uit
die korte tafereelen wel eenigszins van
het grootste geheel een voorstelling ma
ken. Maar het was toch nog allesbehalve
een genot naar die wonderlijk-verwrongen
geluiden te luisteren. De techniek is nog
niet ver genoeg. Wat zou ze voor de kunst
wereld beteekend hebben, waren ze in 1910
1914 reeds geperfectionneerd geweest!
Hoe goed herinner ik me Waszmann en
Moissi, Victor Arnold en Winterstein, Bas-
sermann en Else Heims. Naar zulke voor
stellingen gingen wij, jonge liefhebbers en
tooneeldwepers, als naar een religieuse
plechtigheid. En we gingen steeds als be
tere menschen huiswaarts.
Dat is nu eenigszins anders geworden.
Professor Max Reinhardt is nog altijd re
gisseur en Berlijn is zeker veertig tooneel-
spelers van beiderlei kunne rijk die ver
boven het middelmatige uitsteken en on
der wie er enkele tot de genieën gerekend
mogen worden. Bassermann, Werner
Krauss, Elisabeth Bergner, Hans Albers,
Kathe Dorsch, Max Pallenberg. Deze na
men zullen ook den Nederlandschen lezer,
zij het slechts door de film als bemidde
laar. voldoende bekend zijn. Voor ons,
Berlijners, zijn ze onmisbaar. We betalen
graag de peperdure prijzen, als we daar
door weer eens hun kunst genieten kun
nen. Maar de stukken worden er helaas
niet beter op. Gerhart Hauptmann is niet
meer van de jongsten en er komt voor
de planken niet meer veel uit zijn vroeger
zoo productieve pen, Zuckmayer, Kaiser.
Bronnen, en al die andere jongeren, Bruck
ner, die eigenlijk Tagger heet, niet te ver
geten, kunnen wel eens een gelukkige
greep doen. En natuurlijk mogen we niet
bij het geniale van vroeger tijden stil
staan. We moeten in de nieuwe kunstvor
men gelooven, hoe moeilijk het ons ook
vaak, ook op dit gebied, gemaakt wordt.
Maar Tagger is geen Shakespeare, geen
Schiller, geen Ibsen. En het is te veel ver
langd, dat we in den tegenwoordigen tijd
met een gevoel van wijding den schouw
burg zullen verlaten als men ons uren lang
theorieën van Freud, klantjes v. Lombroso
en Magnus, Hirschfeld, of types van de
zelfkant des levens voorgezet heeft en ons
vergastte op alle gecomprimeerde ellende
der ziekenhuizen, nachtspelonken, opium
kitten en huizen van verdachte zeden
(gelijk men zich, bedriegt mijn geheugen
mij niet, in het vaderland pleegt uit te
drukken)
Het moderne tooneel in Duitschland is
vaak hard en meedoogenloos, opzettelijk
bijtend en beleedigend, een proef op onze
zenuwen, waartegen we alweer bijna afge
stompt zijn, en een afwijking ten deele ook
naar het zuiver-politieke, waarbij de kunst
vaak danig in de verdrukking komt. Het
meestal nog voortreffelijke spel kan wel
heel wat zwakke stukken aan succes hel
pen. Maar de werkelijke kunstkenner laat
zich door prachtig spel toch niet van de
wijs brengen. De barre tijden die we hier
nu al sinds 1914 doormaken, hebben tooh
wel invloed gehad, ook en vooral op het
kunstleven. De groote meerderheid der
kunstenaars heeft geen brood meer, nu
de koopkracht der massa, en ook die der
fijnproevers, ver beneden peil gedaald is.
Dichters, schilders, componisten staan
eenigszins verward in het Duitsche heden.
Huiselijke zorgen, nationale of internatio
nale problemen, die eigenlijk tot bijzondere
scheppingskracht zouden moeten aanwak
keren, schijnen voorloopig toch al te druk
kend te zijn of althans het artistiek even
wicht in gevaar gebracht te hebben. Er
wordt heden ten dage in Duitschland
bitter weinig voor de eeuwigheid gewrocht.
De werkloosheid in de gelederen der
kunstenaars, vooral ook in die der too-
neelspelers, heeft een verontrustenden om
vang aangenomen. Ware film er niet, die
nog honderden aan een goed broodje
helpt, dan ware de ellende stellig nog veel
grooter. Een regisseur als Reinhardt, die
ook nog directeur zijner vier Berlijnsche
schouwburgen is en bovendien in Weenen
en Salzburg regie voert, in Amerika zoo
nu en dan tooneelvoorstellingen organi
seert en in Hollywood films tot stand
brengt, versnippert zijn krachten en biedt
ons hier in de stad zijner grootste succes
sen nog slechts éénmaal per winter een
prestatie, die aan vroeger tijden herinnert.
Het gaat den schouwburgdirecteuren
overigens slecht in Berlijn.
Niet minder dan acht grootere en klei
nere theaters zijn dit seizoen gesloten en
in de overige is men met de prijzen naar
beneden gegaan, omdat werkelijk haast
niemand ze meer betalen kon. Het geheele
bedrijf is op de basis van de massa-abon
nementen, die over twaalf tot vijftien
schouwburgen in concern-vorm loopen,
gereorganiseerd. En de abonné betaalt nu
niet meer dan bijvoorbeeld in Nederland
de niet-abonné voor een stalles-plaats. Dat
beteekent voor deze dure wereldstad wel
een zeer belangrijke reductie. Nog goed-
kooper kan de Berlijner terecht, als hij er
zich toe bepaalt, het arbeiderstooneel te
genieten, waar hem vaak genoeg belang
wekkende stukken voorgezet worden. Ik
gebruikte de uitdrukking; arbeiderstoo
neel. En ben mii bewust, dat die de zaken
niet geheel juist weergeeft. Duitschland
heeft sinds de revolutie ook een soort „pro
letarisch tooneel" en beschikt over half-
soclalistische, half-communistische regis
seurs (de herhaaldelijk door faillissement
getroffen Erwin Piscator is onder hen de
meest bekende), die er hun kracht in zoe
ken, politieke actueele problemen op de
planken te brengen en volgens modern-
Sovjet-Russisch voorbeeld het tooneelspel
met atonale muziek en ingelaschte fllm-
strooken of projecties op een witten ach
terwand aan te vullen, zoodat een soort
politieke propagandistische revue ontstaat,
die het stuk van den schrijver meestal
sterk op den achtergrond dringt.
Men kan niet zeggen, dat we deze pe
riode alweer achter ons hebben. Maar ze
is toch wel een mode-verschijnsel gebleken
en beteekent op het oogenblik al geen
bijzondere attractie meer. Het „tijd-too-
neel" is er voor in de plaats gekomen.
Daaronder verstaat men hier actueel-poli-
tieke tendenz-stukken, die uiterlijk meer
aan de traditioneele tooneelkunst onzer
vaderen herinneren, doch welker inhoud
minder met kunst dan wel met actualiteit
rekening houdt. De schrijvers geven een
samenvatting van de gebeurtenissen en de
dagblad-hoofdartikelen der laatste jaren
en zelfs liefst maanden, en maken dan op
die wijze de planken tot een machtige
factor in de propaganda voor bepaalde
politieke doelen en partijen. Het moet
erkend worden, dat de communisten
daarin alle andere groepen verre de baas
zijn.
Maar ook zulke voorstellingen kosten
geld, en wil men door zijn kosten heen
komen, dan kan men zich niet tot de goed-
koope rangen bepalen, waar de arbeider
voor enkele „Groschen" zijn plaats betaald
heeft. Men Is op dure rangen aangewezen,
en de rijke snob is ook gaarne bereid te
komen, mits men hem een attractie biedt
door zeer gepeperde tafereelen, waarbij
het hem niets schelen kan zijn eigen klasse
of stand in allesbehalve gunstig licht te
moeten zien. En zoo hebben we dan heel
wat communistische propaganda-voor-
stellingen beleefd, waarbij meer dan de
helft van de zaal bezet was met een oer-
kapitalistisch publiek in dure avondrobes
en goed-zittende smokings, met veel ver
toon van briljanten en kostbaar bont, ter
wijl aan de andere zijde van het voetlicht
acteurs, die met duizend mark en meer
per avond betaald worden (ook de million-
nair Max Pallenberg speelde bij Piscator,
wiens theater door kapitalisten als de
bankier Katzenellenbogen in het leven ge
houden werd), in luid uitgeschreeuwde
noodkreten de rijken dezer aarde voor
schurken en uitoersers werden uitgemaakt
Zulke voorstellingen waren voor den iet
wat afgestompten Berlijner een tijdlang
werkelijk een attractie. Tot ook hier het
nieuwtje afging en de heeren communis
ten den meer en meer gebruikelijken weg
van het faillissement moesten opgaan en
zich een practische voorstelling van de
dagelijksche zorgen hunner gehate kapi
talisten konden gaan maken.
Op het oogenblik trekt ons weer heel
iets anders. De Amerikaansche „Fox-
Film" is op het goede denkbeeld gekomen,
Berlijn in navolging van Londen en Ame
rika een eiken dag veranderend program
ma van uitsluitend actueele klankfilms
voor te zetten. De voorstellingen duren
van 12 uur 's middags ononderbroken tot
middernacht. Het geheele programma is
op één uur berekend, maar men kan elk
oogenblik binnenkomen en blijft dan, tot
men het filmstrookje, waarmee men be
gonnen was, opnieuw ziet verschijnen.
Dat beteekent natuurlijk al dadelijk een
zeer groot gemak. Maar de grootste at
tractie is, dat men niet meer dat lang
zamerhand ondraaglijk geworden gedoe
van sentimenteele, ongeteekenende en on
artistieke films voorgezet krijgt, doch uit
sluitend tientallen korte strooken actueel
nieuws van de laatste dagen en weken,
en wel uit alle werelddeelen. Een prach
tige aanvulling van het dagbladnieuws.
die alleen mogelijk is, doordat de „Fox-
Film" in de geheele wereld eigen repor
ters en filmfétografen met eigen ge
luidsfilm-auto's gestatlonneerd heeft, die
het publiek op waarlijk indrukwekkende
wijze op de hoogte houden.
Gandhi is in Londen aangekomen, in
Parijs gezien, in Italië van boord gegaan.
We hebben het gelezen. Even vlug naar
de Fox-bioscoop en we zien en hooren
Gandhi. Het bericht lééft voor ons. De af
stand is overwonnen. We zijn overal „bij"
geweest. Is dat niet ook iets voor Neder
land? ROLAND.
Worosjilow.
(Nadruk verboden).
Een der populairste mannen van tegen
woordig Rusland is Worosjilow, de leider
van het Roode Leger, de man, die bij een
eventueelen oorlog opperbevelhebber van
alle Russische strijdkrachten, zoowel te
land als te water, zou worden en daar
door de werkelijke machthebber. Er zijn
in Rusland veel menschen, die in Woros
jilow den toekomstigen bedwinger van den
revolutionnairen chaos zien, den schepper
van een nieuwe orde. Ons komen deze ver
wachtingen eenigzins overdreven voor,
maar in elk geval kan deze man in de
naaste toekomst een zeer belangrijke rol
spelen. Het is daarom wenschelijk, dat het
Westen wat meer van hem te weten komt,
dat hij voor het Westen ophoudt een onbe
kende te zijn.
Worosjilow is, evenals de meeste leiders
die na den val van Trotsky c.s. de macht
hebben gekregen, een man uit het volk.
Zijn vader was een arme boer, die baan
wachter werd. Het loon was uiterst laag
en op zijn zevende jaar moest de toekom
stige volkscommissaris van defensie zijn
brood beginnen te verdienen. Hij werd
bediende van een herder, daarna leerling
op eer fabriek. Onderwijs had Worosjilow
vrijwel in het geheel niet genoten; hij
had slechts twee winters op een lagere
school doorgebracht. Wie eenige voorstel
ling van de Russische lagere school op
het platteland in dien tijd heeft, kan
begrijpen, wat dat zeggen wil. Alles wat
Worosjilow weet, heeft hij door zelfstudie
verkregen. En verder was het leven zijn
belangrijkste leermeester. En het harde
leven in Rusland is een uitstekende leer
meester.
Worosjilow kwam al vroeg in aanra
king met met de revolutionnairen. Toen hij
pas 16 jaar oud was beschouwde de tsaris
tische overheid hem als een „gevaar
lijken revolutionnair" en arresteerde hem.
In 1903 vond de splitsing plaats in de
Russische sociaal-democratische partij, en
de jonge Worosjilow sloot zich aan bij de
bolsjewiki. Hij behoort dus tot de „oude
garde" in de goede beteekenis van het
woord. Het leven van den Russischen
socialitischen arbeider was toen afge
bakend: stakingen, revolutionnaire propa
ganda, lidmaatschap van een dgj strijd
organisaties tijdens de eerste revolutie,
gevangenis, verbanning. Worosjilow heeft
dat alles meegemaakt. Maar terwijl de
intellectueelen onder de revolutionnairen
zich van het volk verwijderen, was het
internationalisme voor Worosjilow slechts
een dogma. Zoodra de wereldoorlog was
uitgebroken, voelde hij dat de revolution
naire strijd gestaakt moest worden, dat
iedereen moest helpen het land te verde
digen. De tsaritische regeering wist niet
gebruik te maken van deze bereidwillig
heid van haar tegenstanders en bleef hen
vervolgen. De onmacht van de regeer
ders om de landsverdediging te organi-
seeren, de walgelijke tafereelen met Ras-
poetin enz. maakten ten slotte een revo
lutie onvermijdelijk. Worosjilow bleef
echter in dien tijd nationalist (in de
goede beteekenis van het woord). Patriot
was hij ook tijdens den burgeroorlog en
dat schiep een band tusschen hem en de
massa, die bovendien in hem een der
haren, een volksjongen zag, in wien zij
meer vertrouwen kon stellen dan in de
„heeren".
In 1918 bezetten de Duitschers de Oe-
krajine. Zij stelden te Kiejew de potsier
lijke „Oekrajinische regeering" met een
„hetman" in; de macht berustte echter
bij de Duitsche officieren, die het land
uitmergelden. De Duitsche exploitatie
wekte verzet en overal in het land ont
stonden benden opstandelingen, die een
guerilla tegen de Duitsche bezetting voer
den. Een der benden-aanvoerders was
Worosjilow. Aan het hoofd van zijn troepje
(600 arbeiders uit de Donetsmijnen) voer
de hij een verbitterden strijd tegen de
Duitschers en leverde veldslagen, waarbij
zijn militaire talenten aan den dag kwa
men. In April 1918 heeft hij een Duitsche
legermacht verslagen en daarbij kanonnen
machinegeweren, pantserauto's en vlieg
machines buitgemaakt. Deze en volgende
overwinningen dwongen de Duitsche over
heid tegen Worosjilow een sterke leger
macht, onder aanvoering van ervaren
generaals, te sturen. De strijd werd steeds
moeilijker en Worosjilow besloot zich naar
de Wolga terug te trekken. Dat was een
merkwaardige veldtocht, die in de toe
komst stof zal leveren voor vele legenden
en gedichten. Samen met de opstandelin
gen trokken vrouwen, kinderen, ouden van
dagen, omdat zij wisten, dat de Duitsche
militaire overheid niemand zou sparen.
Het Don-gebied, dat de troep moest pas-
seeren, was toen in opstand gekomen
tegen de sovjet-regeering en het legertje
van Worosjilow moest zich gewapender
hand een weg banen. Ondanks de zware
verliezen tijdens de voortdurende gevech
ten met de kozakken en witten groeide
het leger aan, en Worosjilow bracht naar
Tsaritsyn, waar toen Stalin regeerde, 15000
man en groote buitgemaakte voorraden.
Worosjilow werd benoemd tot opper
bevelhebber van een sovjet-leger, dat te
Tsaritsyn georganiseerd werd. Tsaritsyn
was een der belangrijkste strategische
punten tijdens den Russischen burger
oorlog. De witten wilden de stad veroveren
om op deze wijze een verbinding tot stand
te brengen tusschen de witte legers in
Zuid-Rusland en de legermacht van Kolt-
sjak in Siberië. Zij deden daarom ver
bitterde aanvallen op de stad, maar de
ijzeren wil van Stalin, den dictator van
Tsaritsyn, en de militaire talenten van
Worosjilow hebben de stad voor de sovjets
weten te behouden en op deze wijze voor
een groot gedeelte het verdere verloop van
den burgeroorlog bepaald.
In 1919 werd het beroemde cavalerie-
leger van Boedjonyj geschapen. Woro
sjilow werd de voorzitter van den revo
lutionnairen raad van dat leger en tevens
zijn stuwende kracht. Dat leger heeft in
den burgeroorlog een beslissende rol ge
speeld en het sovjet-regime van een wis
sen ondergang gered. Over dat leger en
zijn wapenfeiten tijdens den burgeroorlog
en den oorlog tegen Polen bestaan nu
reeds veel legenden en liederen. In die
liederen wordt naast Boedjonyj ook Woro
sjilow bezongen. Een dier liederen, de
beroemde „boedjonowka" werd het krijgs
lied bij uitnemendheid van de rooden,
zoodat geheel Rusland den naam van
Worosjilow leerde kennen. Zijn populari
teit doet dan ook denken aan die van de
maarschalken van de Fransche revolutie,
voor de meerderheid eveneens menschen
uit het volk.
Worosjilow leerde Stalin in 1907 ken
nen en de toekomstige dictator heeft hem
toen reeds genegenheid getoond. Tijdens
de moeilijke dagen van den strijd om het
bezit van Tsaritsyn werd hun vriendschap
hechter. Stalin, die den gezondheidstoe
stand van Lenin kende, voorzag de on
vermijdelijkheid van zijn strijd tegen
Trotsky. Voor dien strijd had hij man
nen noodig. op wie hij rekenen kon; een
dier mannen werd Worosjilow. In zijn
memoires beweert Trotsky dat die vriend
schap, welke later zulke funeste gevolgen
voor den „sovjet-Napoleon" (zooals som
migen in het Westen Trotsky noemden)
zou hebben, het gevolg van het feit. dat
hij, Trotsky. Worosjilow niet uitstaan kon
en hem uit het leger had verwijderd. Er
zit hier wel een zekere kern van waarheid
in. maar dan getuigt het niet voor de
menschenkennis van Trotsky; hij heeft
zich op deze wijze een gevaarlijken vijand
op den hals gehaald en zijn tegenstander
een onschatbaren bondgenoot verschaft.
Stalin is een grooter menschenkenner en
ziet verder dan zijn gewezen tegenstan
der. Hij begreep, dat Worosjilow in de
toekomst de plaatsvervanger van Trotsky
als hoofd van het Roode Leger zou kunnen
worden, en hij nam hem in bescher
ming tegen de jaloezie van den toen
almachtigen Trotsky. Na de eerste over
winning op Trotsky durfde Stalin nog
RECLAME.
EVEN SLANK ALS TOEN ZIJ 20 WAS.
Nog „fit" en actief op 55-jarigen leeftijd.
„Gedurende de af geloopen 3 jaar heb ik
iederen morgen de kleine dosis Kruschen
Salts ingenomen. Ik kan het gewoon niet
meer missen in huis. Ik leed altijd aan
hardlijvigheid en aambeien, maar nu heb
ik er heelemaal geen last meer van. Ik
ben 55 jaar en net zoo slank als toen ik
20 was. Ik moet_hard werken, omdat ik
mijn huisgezin en een invaliden vader
moet verzorgen en ik zeg altijd maar dat
het Kruschen is dat mij zoo flink houdt."
M. S.
Nadat U een paar weken iederen morgen
Uw dagelijksche dosis Kruschen hebt ge
nomen, zult U krijgen, wat over de heele
wereld bekend is als „het Kruschen ge
voel". De drang naar bedrijvigheid zal Uw
heele wezen vervullen U zult er niet
meer tevreden mee zijn in den ouden
stoel te zitten, nadat Uw dagelijksche
bezigheden zijn afgeloopen. U voelt de
geest der jeugd in U dat vreugdevolle
gevoel U wilt lange wandelingen maken,
aan sport doen en Uw werk zal geen last
meer zijn Integendeel, het wordt een
genoegen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten a
f. 0.90 en f. 1.60 per flacon.
Nu is het de meest geschikte tijd, dit
alles eens zelf te ondervinden op het
oogenblik kunt U Kruschen Salts probee-
ren op onze kosten. Want door heel Hol
land zijn onder de apothekers en drogisten
duizenden flacons Kruschen verdeeld, die
verpakt zijn met een gratis proefflacon. U
kunt deze gratis proefflacon gebruiken
zonder de gewone flesch Kruschen te
openen. En als U na deze proef niet vol
komen tevreden bent, kunt U de groote
flesch terugbrengen bij den winkelier,
waar U haar kocht en hij zal U Uw f. 1.60
(Uw geheele uitgave) zonder omwegen
terugbetalen. Maar vergeet niet. dat de
gratis proefflacon alleen verpakt ts bij de
groote maat van f. 1.60 en dan nog slechts
voor een beperkten tijd.
Gaat dus naar Uw apotheker of drogist,
voordat hij deze groote proefpakken uit
verkocht heeft.
Hollandsche verpakking waarborgt echt
heid. 4990
niet Worosjilow als diens opvolger naar
voren te schuiven. Trotsky werd toen op
gevolgd door Froenze. In 1925 stierf deze
laatste onder nog niet geheel opgehel
derde en zeer verdachte omstandigheden
,het heet. dat de machthebbers van het
Kremlin eischten, dat Froenze. die aan
een zekere ziekte leed, zich zou laten
opereeren; deze operatie, waartegen
Froenze opzag en waarin hij alleen onder
pressie had toegestemd, had zijn dood
tengevolge; de sovjet-schrijver Piljnjak
had dit geval tot een verhaal verwerkt,
maar het boek werd in beslag genomen,
waardoor de sovjet-machthebbers erken
den, dat het gerucht niet geheel onge
grond was) en Worosjilow werd tot zijn
opvolger benoemd. Sindsdien is Woro
sjilow volkscommissaris van oorlog, het
geen Trotsky hem niet vergeven kan.
Worosjilow Is een der belangrijkste
steunpilaren van Stalin geworden. Hij
dekt met zijn populariteit bij de soldaten
den dictator, verzekert hem de gehoor
zaamheid van het leger, helpt hem zijn
plannen door te voeren. Worosjilow is
echter een lastige bondgenoot. Hij is niet
het blinde werktuig van Stalin, dat som
migen in hem zien. Evenmin, is hij de
soldaat, die niet redeneert en elk bevel
van den chef uitvoert, zonder zich reken
schap te geven van de gevolgen, die dat
bevel kan hebben. Worosjilow is een
warmbloedige en opvliegende man. Dat
leidt tot wrijvingen tusschen den dictator
en Worosjilow, wrijvingen, die nu en dan
den vorm van feilen strijd aannemen. In
het buitenland worden die wrijvingen
echter vaak overdreven. Er liepen zelfs
geruchten als zou Worosjilow den dictator
hebben gearresteerd en zichzelf tot
staatshoofd hebben uitgeroepen. Dat is
natuurlijk onzin.
Worosjilow heeft zijn oppositie tegen
Stalin nooit te ver gedreven, al kan hij
zich nu en dan niet beheerschen en zegt
hij dan op een ongezouten manier wat
hij van de politiek van Stalin denkt.
Worosjilow is een man uit het volk en
heeft de banden met de massa nog niet
geheel verbroken. Daardoor weet hii beter
dan de Georgiër Stalin, wat er bij het
volk gaande is. Zijn positie als chef van
het Roode Leger stelt hem in staat op de
hoogte te blijven van de stemming in het
land en de goed georganiseerde spion-
nagedienst deelt hem alle gesprekken der
soldaten (d. w. z. boerenjongens) mede.
den inhoud van de brieven, die de sol
daten van hun ouders krijgen enz. Wordt
de stemming van het leger dreigend, dan
weet Worosjilow Stalin te dwingen, con
cessies te doen. Eens zou hij den dictator
tijdens een ruzie een bundel dergelijke
soldatenbrieven met klachten naar het
gezicht hebben geworpen. Maar Stalin
weet hem telkens te kalmeeren. De iizeren
wil van Stalin imponeert den chef van
het Roode Leger. De leiders van de recht-
sche oppositie hebben getracht Worosji
low voor zich te winnen, maar hun be
sluiteloosheid en slapheid stuitten hem
tegen de borst en daarom bleef hii zelfs
onder de moeilijkste omstandigheden
trouw aan zijn vriend, hoewel hij de ge
varen van diens politiek goed inziet.
Worosjilow ziet de tekorten van het
tegenwoordige regime, hij geeft zich
rekenschap van de ellende, waarin het
volk gedompeld is, maar hij weet niet,
op welke wijze het volk geholpen kan wor
den. Een eigen program heeft hij niet.
zijn politieke en economische opvattin
gen zijn vaag en daarom lukt het Stalin
telkens weer Worosjilow te overtuigen,
dat de „generale linie" onder de gegeven
omstandigheden de eenige mogelijke poli
tiek is. En wat niet met overreding te
bereiken is, wordt bereikt door vleierij:
Worosjilow is uiterst gevoelig voor vleierij.
En Stalin toovert voor hem schitterende
toekomstbeelden: hii. Worosjilow, zal aan
het hoofd van het Roode Leger het Wes
ten veroveren, hij zal een der grootste
veldheeren_ van de wereldgeschiedenis
worden, hij zal de massa van de geheele
wereld bevrijden enz. Wie zou kunnen
weerstaan aan de verleiding van zulke
schitterende toekomstbeelden? Worosiilow
kan het in geen geval en blijft Stalin
steunen.
Dr. BORIS RAPTSCHINSKX,