Lugdunum-U.V.S.
FINANCIËN.
liiiiiiiiittiininiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiittiiiiwuini
RADIONIEUWS.
LITTERAIRE KRONIEK.
VARIA.
SPORT.
.van het Amerikaansche bedrijfsleven zoo
ongunstig blijft, dat tal van tot dusverre
als prima beschouwde lndustrieele onder
nemingen, spoorwegmaatschappijen, enz.
haar vaste lasten niet meer zullen ver
dienen.
Berichten over ernstige moeilijkheden
van een groote Parijsche bank, de Banque
Nationale de Crédit, en een kleinere, doch
niet onbelangrijke Instelling in de provin
cie, de Banque de Rheims, hebben op hun
beurt een nerveuse stemming op de Pa
rijsche beurs veroorzaakt, waarbij vooral
bankaandeelen van sterk aarlbod te lijden
hebben gehad.
Het reeds in ons vorig overzicht gecon
stateerde verschijnsel, „de vlucht van de
obligatie-markt", heeft in de meeste beurs-
centra verdere vorderingen gemaakt. Op
de Amsterdamsche beurs zijn alle vaste
rente dragende fondsen er aanvankelijk
door medegesleept: staats- en gemeente-
obligatlën zoowel als pandbrieven van
eerste rangs hypotheekbanken hebben een
veer moeten laten. Het sterkst was de
koersdaling voor Ned. Indische staats-
obligatiën. Uit den aard der zaak zijn van
deze de op Ponden luidende obligatiën het
zwaarst getroffen. Het is wel de Ironie van
het lot, dat deze leening, die ter meerdere
beveiliging van de geldgevers in Ponden
Sterling werd geemitteerd, thans als gevolg
van de depreciatie van het Pond voor de
houders extra verliezen oplevert.
De bedoelde leening was in 1923 uitge
geven, toen evenals thans de Indische
staatsfinanciën en bijgevolg de valuta
sterk werden gewantrouwd. Ook destijds
deden de gevolgen van de economische
malaise zich in onzen Oost gevoelen. Het
verschil van den tegenwoordigen met den
toenmaligen toestand is voornamelijk, dat
men destijds op financieel gebied langen
tijd een „laisser aller" politiek heeft ge
volgd en dat de hoog opgevoerde uitgaven
eerst na lang aarzelen werden verminderd.
Ditmaal is veel spoediger ingegrepen. Men
is bezig met het doorvoeren van drastische
bezuinigingsmaatregelen, en tot kort ge
leden zag het er uit, alsof spoedig het even
wicht in de begrooting hersteld zou kun
nen worden.
Als gevolg van de jongste gebeurtenissen
zijn de vooruitzichten echter weer veel
ongunstiger geworden. De depreciatie van
het Pond Sterling maakt de positie der
Indische cultures nog moeilijker, dan zij
reeds was. Vooral de rubbercultuur zal
rekening hebben te houden met het feit,
dat de productie-kosten der Britsch-
Indische ondernemingen door de waarde
vermindering van het Pond automatisch
zijn verlaagd. De Ned. Indische rubber-
ondernemingen, die contracten op levering
hebben loopen. lijden door de depreciatie
van het Pond indirecte verliezen. Toeval
ligerwijze zijn echter de meeste contracten
tot levering van rubber uit latere oogst
jaren, die meerendeels tijdens de hausse
op de rubbermarkt waren aangegaan,
voor het grootste deel afgeloopen.
Ook de producenten van andere kolo
niale waren, die in Ponden Sterling ver
handeld plachten te worden, zullen met
nieuwe moeilijkheden te kampen hebben,
waarvan de Ned. Indische regeering zelf,
als tin-producente, ook haar déél zal
medekrijgen. Wel is aanvankelijk met de
daling van het Pond Sterling een prijsstij
ging op verschillende goederenmarkten ge
paard gegaan, maar hierop is reeds weder
een scherpe reactie gevolgd, terwijl de
toestand zeer onzeker is geworden.
Wat de depreciatie van het Pond Ster
ling voor ons land beteekent, is reeds ge
bleken uit de berichten, die uit de ver
schillende bedrijfstakken zijn binnenge
komen. Behalve de directe verliezen,
voortspruitende uit in Engelsche courant
afgesloten leveringscontracten, staan
exporteurs naar Engeland voor een ern
stige bemoeilijking van den afzet in de
naaste toekomst, terwijl ook de mogelijk
heid van „valuta-dumping" in ons land
en verscherping der Engelsche concur
rentie op andere afzetgebieden een zware
bedreiging vormt. Het feit, dat de hier
door geschapen verhoudingen slechts van
voorbijgaanden aard zullen zijn, vormt
slechts een schrale troost. In de eerste
plaats moet worden afgewacht, welke tijd
gemoeid zal zijn met de aanpassing der
Engelsche loonen en andere productie
kosten aan de verminderde geldswaarde.
Het gevaar bestaat, dat de Engelsche
concurrentie in den tusschentijd vasten
voet zal weten te vatten op markten,
waar de Nederlandsche producten tot
dusverre voornamelijk afzet vonden.
Toch zouden wij hieruit niet gaarne de
conclusie trekken, dat ook voor Neder
land „een beetje inflatie" wel wenschelijk
zou zijn, zelfs wanneer het mogelijk zou
zijn, (wat in werkelijkheid niet het geval
is), om een eenmaal van haar anker ge
slagen valuta zoodanig te blijven beheer-
schen, dat precies de gewenschte „dosis
inflatie" kan worden toegediend. De ge
volgen, welke de valuta-inflatie in de
na-oorlogsjaren in de verschillende lan
den, na een periode van schijn-bloei met
zich hebben gebracht, liggen nog te versch
in het geheugen, dan dat wij hierop nader
behoeven in te gaan. Gelukkig is uit de
jongste verklaring van Minister de Geer
wel ondubbelzinnig gebleken, dat de Ne
derlandsche Bank bij haar streven naar
het op peil houden van de waarde der
Nederlandsche valuta op den volledigen
steun van onze regeering kan rekenen.
De mededeelingen van Minister de Geer
hebben het hunne bijgedragen tot een
terugkeer van het vertrouwen in onze
valuta, die zich het duidelijkst op de obli
gatie-markt heeft weerspiegeld. Op de
aanvankelijke koersdaling is een krachtig
herstel gevolgd, vooral voor Nederland
sche staatsfondsen. Voor Ned.-Indische
staatsfondsen, alsmede voor de obligatiën
der groote gemeenten, is de stemming
echter flauw gebleven, al is ook hier het
aanbod verminderd.
Voor aandeelen was de stemming mee
rendeels gedrukt. De aanzienlijke koers
winst, die in de eerste helft der vorige
week was behaald, is in vele gevallen ge
heel of grootendeels te loor gegaan. Sui-
keraandeelen hadden te lijden van de
berichten over een te verwachten heffing
van invoerrechten op suiker in Britsch-
Indië, het voornaamste afzetgebied voor
de Java-suiker. Scheepvaartaandeelen
waren flauw in verband met het voorstel
van de directie der Holland-Amerika-Lijn
tot opschorting der rentebetaling op de
6% obligatiën, al kwam dit in het geheel
niet onverwacht, aangezien reeds lang
moest worden gevreesd, dat de vaste
lasten niet meer zouden worden verdiend.
Koninklijke, die aanvankelijk eveneens
lager waren, waren tegen het einde der
week beter gedisponeerd. Ook verschil
lende andere fondsen konden zich later
nog iets herstellen.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de laatste week:
4Nederland 1917 98, 96'/'i, 99'/!.
Idem 4»/„ 1916 94'/i, 94, 96.
6°'o Ned.-Indië 98 1/8, 88 3/4.
Idem 5%> Pondenleening 91, 61.
7% Dawesleening 54, 56, 39.
5'/!°/o Youngleening 33 3/4, 28 3/4, 31 3/4.
Engelsche 4°/» Funding Loan 60, 66.
Ned.-Ind. Handelsbank 78, 69 1/4.
Ned. Handel Mij. 98, 87, 91.
Amsterdamsche Bank 110 1/4, 106.
Aku 46, 40 1/8.
Ned. Ford 210 1/4, 95, 200.
Philips Gem. Bezit 55, 65, 5T/i, 59 3/4.
Unilever 121, 116, 120.
Kon. Petroleum 145, 153V2, 135 1/4, 140.
Amsterdam 47, 51Vi, 43 1/4, 46'/*.
Kon. Ned. Stoomboot Mij. 25, 20V2.
Ned. Scheepvaart Unie 88 3/4, 80, 82.
Vorstenlanden 58 3/4. 46 1/4, 47.
H.V.A. 20, 209, 173, 185.
Deli Batavia 135'/ï, 140, 1301/4.
Deli Mij. 165'/., 170, 162.
Senembah 190'/:, 175.
DE POSITIE
ONZER HYPOTHEEKBANKEN.
Niet door de crisis aangetast.
Het „Amsterdamsch Effectenblad" van
30 September meldt:
„Wij hadden vanmorgen een onderhoud
met de directie van een der meest voor
aanstaande hypotheekbanken, waarin wij
omtrent de positie der Nederlandsche hy
pothecaire instellingen 't volgende verna
men:
Zoowel rente als aflossing van de hypo
thecaire leeningen blijven regelmatig bin
nenkomen. Wel hebben er den laatsten tijd
iets meer executies plaats, doch door de
opbrengst van de executaire verkoopen
worden de vorderingen steeds zeer behoor
lijk gedekt.
De hypotheekbanken hebben den laat
sten tijd groote voorzichtigheid betracht
inzake de waardeering van de onderpan
den. Bij de taxaties werd over het alge
meen uitgegaan van de veronderstelling,
dat de huren niet onbelangrijk zouden
dalen, een daling, die intusschen hier nog
steeds niet heeft plaats gehad. Terwijl de
onderpanden dus beneden de werkelijke
waarden werden getaxeerd, werd op de
lagere waarde voor hoogstens 70 pCt. hy
potheek verleend.
Na de beurssluiting van de vorige week
hadden de directies besloten, in afwach
ting hoe de situatie zich verder zou ont
wikkelen, om het ter beurze aangeboden
pandbrievenmateriaal voorloopig niet
meer op te nemen. Zooals bekend volgen
de Nederlandsche hypotheekbanken al ge
durende 40 jaar de gewoonte, om hun
pandbrieven ter beurze in te koopen.
Gisteren werd echter de inkoop van
pandbrieven ter beurze weer hervat.
In verband met de tijdsomstandigheden
wordt op het oogenblik grootere terug
houdendheid betracht inzake het verstrek
ken van nieuwe leeningen, terwijl ook in
de keuze van het onderpand uiteraard nog
groote selectie wordt toegepast.
Geruchten, volgens welke de hypothe
caire instellingen reeds bijzondere crediet-
faciliteiten van de Nederlandsche Bank
zouden behoeven, zijn geheel en al uit de
lucht gegrepen.
De kaspositie van de hypotheekbanken
is over het algemeen zeer bevredigend."
Steunt, bij gelijken prijs en
kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid.
NIEUWE ONDERSTEUNINGS-ACTIE
TE BERLIJN.
Zooals bekend is, heeft de Funkstunde
Berlijn reeds twee Ensemble's, bestaande
uit werklooze tooneel-artisten, in vasten
dienst genomen, om zoodoende mede te
helpen de werkloosheid in de kunstenaars
wereld zooveel mogelijk te bestrijden.
Thans heeft men een derde categorie
artisten, nJ. de literaire kunstenaars
eveneens aangeboden hun werken meer
naar voren te brengen door hen enkele
avonden per maand met een speciaal
programma te laten optreden.
o
DE ZEVEN GEBODEN VAN DEN
RADIO-LUISTERAAR.
Het Amerikaansche tijdschrift „Radio
News" publiceert in één van haar laatste
uitgaven de zeven geboden voor den
esthetischen radio-luisteraar. Hoe naief
deze regels ook mogen klinken, toch blijkt
eruit, dat men ook in Amerika de Radio
niet langer als een technisch vermaak
beschouwt.' doch als een goed middel tot
verbreiding der kunst: a. Gebruik bij het
luisteren een groote kamer en verbeter
hiervan de acoustiek door wandtapijten,
boekenkasten enz. b. Verlicht deze kamer
zwak indirect, opdat het licht niet storend
voor de oogen werkt. c. Stel den luidspre
ker zoo in, dat hij juist nog in de verste
hoek van de kamer te hooren is. d. Ga
dan recht voor den luidspreker zitten op
ca. 2 a 3 Meter afstand, e. Gebruik een
zoo gemakkelijk mogelijken stoel en ge
makkelijke kleeding. f. Sluit de vensters
en deuren voor het lawaai van buiten, en
zit stil. g. Laat u door niets afleiden en
luister slechts naar één station, waarvan
gij van tevoren het programma hebt uit
gezocht.
David Golder door Irène
Nemirovsky.
Geautoriseerde vertaling
van Anthonie Donker.
(N.V. Van Loghum Sla
terus' Uitg. Mij. Arnhem
1930).
Berlijn en Parijs herbergen, zooals men
weet, een groot aantal uitgevers, die er
speciaal hun werk van maken om West-
Europa door vertalingen op de hoogte te
brengen met de tegenwoordige Russische
literatuur. Wekelijks rijst deze stroom al-
meer-en-meer, en het is een onmogelijke
taak het alles te willen bijhouden. Geluk
kig wordt er, evenals in Frankrijk, bijna
ieder jaar een boek of een schrijver uit
naar voren gebracht, die dan onder de
zéér bijzondere aandacht komt te staan.
De oorzaak daarvan ligt misschien niet
héélemaal in de qualitelten van het werk,
maar toch stellig wel voor het grootste
gedeelte, want het blijkt bijna keer-op-
keer een publicatie van stevige beteekeids
te zijn, en de Holiandsche uitgevers haas
ten zich haar dan ook voor óns land te
laten bewerken. Men herinnere zich Glad-
kow met den roman „Cement", Ognjew
met zijn uitbeelding van het n a-oorlog-
sche Russische school-leven, Kalinni-
kow's „Monniken en Vrouwen", een even
zonderling als geweldig boek met groote
deugden en groote gebreken (ik hoop er
hier nog eens over te spreken)en daar
is tenslotte van de jonge Russin Irène
Nemirovsky dit verhaal „David Golder",
dat gedurende het laatste jaar, vooral in
het buitenland, tot een groot succes is
uitgegroeid.
En laat ik er dadelijk bijvoegen dat het
boek dit succes verdient. Voor de bepaling
van waarde en karakter heb ik getracht
eenige vergelijkingen te maken, en ik ben
daarbij tot de ontdekking gekomen, dat er
bijvoorbeeld in de bekende verzameling
der dertig nieuwe Russische vertellers
(waaronder de naam van Irène Nemirovs
ky ontbreekt!) geen enkel verhaal voor
komt dat mij zóó strak heeft geboeid, en
mij zóó weldadig heeft beïnvloed, als deze
levensgeschiedenis van David Golder. Ik
zeg „levensgeschiedenis", maar dat is het
eigenlijk niet, want hoewel het voorspel
dezer tragedie wel te vermoeden wordt
gegeven, toch krijgt ge hier alleen maar
het rampzalige slot, de beide laatste ellen
dige jaren van een, naar het uiterlijk glo
rieus geslaagd, maar naar het innerlijk
droevig mislukt menschenleven. Wanneer
het boek begint is David Golder reeds over
de zestig, een rijk, groot zakenman, direc
teur eener wereld-onderneming voor de
in- en verkoop van oliewaren. een pe-
troleum-koning. die, in zijn artikel, de
beurs van de oude èn van de nieuwe we
reld beheerscht, die tegelijkertijd met de
Russische en met de Amerikaansche re
geering onderhandelt over monopoliën van
ontginning en van leverantieenfin,
iemand, die in den handel een gewelde
naar eerste klas is en die dit werd (want
hij is van arme afkomst) door zijn ener
gie, door zijn kennis en inzicht ook, maar
niet minder door een zekere ruimheid van
geweten, een hardheid van gemoed en een
toomeloos materieel egoïsme. Direct in het
eerste hoofdstukje vindt ge hem tegen
over zijn ouden vriend en compagnon
Marcus, die geld noodig heeft en die Gol-
der's hulp behoeft, maar toch onverbidde
lijk wordt afgewezen, al weet Golder ook
bijna zeker, dat hij zijn trouwen mede
werker van jaren-her daarmede tot den
zelfmoord drijft. Golder .heeft andere plan
nen, hij broedt op een nog grootere onder
neming, waarbij hij Marcus niet gebruiken
kan. Wèg dus met Marcus! Onbewogen
staat Golder den volgenden dag tegenover
het lijk van den vriend, en nog weer
vier-en-twintig uur later gaat hij, onder
een hooge hoed van het nieuwste model
ter begrafenis. Ik weet niet of deze staal
harde onmenschelijkheid steeds het middel
is om in het zakenleven te slagen, maar
David Golder heeft op deze wijze den
droom van zijn jeugd verwerkelijkt: hij
is schat- en schatrijk, bezit een groot
huis in Parijs, een kasteel van een buiten
verblijf in Biarritz, zijn vrouw en dochter
dragen de duurste juweelen, rijden in de
nieuwste en mooiste auto's en flirten met
graven en prinsen van den bloede, het
geen ook al een zeer kostbare liefhebberij
blijkt te zijn. Golder schrikt wanneer hij
vanuit zijn tegenwoordig leven terug
denkt aan vroeger, vijftig jaren geleden,
toen hij nog niets anders was dan een
mager joodje, met rood haar en felle, lichte
oogen, met gaten in zijn schoenen en plat
zak, toen hij in donkere kpude nachten
sliep op de banken der pleinen, later zijn
loopbaan begon in een kleine bar van
ChicagoHet is geen wonder, dat wie
zóó de armoede gekend heeft, den rijkdom
zoekt. Maar het is geen wonder ook, dat
wie dan met opoffering zijner betere men-
schelijkheid den rijkdom gewelddadig
veroverd heeft, tenslotte voor een nog
grootere levensellende staat dan bij de
armoede. Golder heeft zijn leven ingericht
op „geld maken" en niets dan dat; hij is
geworden wat hij wilde zijn en daarom
klinkt het onbillijk (hoe menschelijk het
ook is) dat hij nog iets anders van de
wereld verwacht. Hij beklaagt zich over
zijn vrouw en zijn dochter voor wie hij
niets is dan „een machine om geld te
maken". Daarvoor alleen maar is hij goed:
betalen, betalen, en.crepeer dan
maar", verzucht hij.
Aan dezen Golder wreekt zich op tra
gische wijze de waarheid, dat ons leven
slechts datgene is en wordt, wat wij-zelf
er van maken, en het is het mooie in
het boek van Irène Nemirovsky, dat dit
aldoor sterk aanvoelbaar wordt gemaakt.
Golder is een bruut, een botte man van
groote-zaken en anders niet, maar hij
wekt meer medelijden dan verontwaardi
ging. want de lezer gevoelt hem aldoor als
een slachtoffer. Op fel-suggestieve, diep-
treffende wijze staat deze mensch hier
uitgebeeld en achter hem verrijst in scher
pe. hooge contouren, een geheele interna
tionale wereld van rijkdom en doldrieste
weelde. En het is daèrdóór ook een wereld
van bijna ploertige harteloosheid, een
wereld, waarin de meest-primitieve men-
schelijke gevoelens van liefde en ver
trouwen totaal ontbreken. Het is niets
dan een zwaar parasiteeren van de een
op den ander, een elkander op de meest
opbeschaamde manier en zonder eenige
moreele restrictie bedriegen en berooven,
dóóden zelfs als het kan gebeuren op een
indirecte wijze, die niet naar de gevange
nis voertMaar maatschappelijk zijn
deze menschen de verwende geld-arlsto-
craten, die wonen in de mooie huizen, een
stoet van bedienden hebben en die (wat
eigenlijk het érge is) met hun geld het ge
heele leven der anderen beheerschen, die
beschikken over het wel en wee hunner
medemenschen, niet alleen van himne
naaste omgeving, maar ook van overal el
ders, want zij zijn het, die belang hebben
bij de tegenstelling van volkeren en ras
sen, zij zijn het, die in eerste en laatste
instantie beslissen over oorlog en vrede.
Irène Nemirovsky laat dit alles slechts
uit de verte gevoelen; zij houdt het op den
achtergrond om daarvóór des te duidelij
ker de figuur van Golder te laten uitko
men. En hoe heerlijk eenvoudig en rustig
blijkt dan daarbij haar boek gecomponeerd
te zijn. Wanneer ge Golder eerst hebt lee-
ren kennen als het type van den interna
tionalen sjacheraar in zéér grooten stijl,
dan ontdekt ge even later (en ook dat
is karakteristiek voor zijn soort), dat hij
in zijn betonnen hart één enkel zwak plek
je heeft. Daar schuilt namelijk iets van
genegenheid voor zijn eenig kind, zijn
reeds volwassen dochter Joyce. Ik zeg
„genegenheid" en durf het niet „liefde"
noemen, want liefde pleegt menschelijker
en rijker van geest te zijn. Wezenlijke zorg
voor haar draagt hij niet, en vertrouwen
doet hij haar evenmin: neen, Golder heeft
alleen maar de behoefte om midden In zijn
dagelijkschen roofdieren-arbeid één
mensch te bezitten (en ook maar één) voor
wien hij bij-tijd-en wijle goéd kan zijn. Het
is alsof aan deze mogelijkheid alles zich
vastklampt wat er aan betere begeerten
nog in hem leeft. Uit niets blijkt de tra
giek zijner verzonken menschelijkheid
pijnlijker dan uit zijn zwakke toegeeflijk
heid voor Joyce; haar iets te weigeren is
hem onmogelijk, en zij weet hem te exploi-
teeren, nog beter dan Golders vrouw, die,
verblind door de grootheid, waarin Golder
haar meevoerde, toch altijd een beetje
gehandicapt wordt door de resten harer
vroegere burgerlijkheid. Ook deze Joyce
is een prachtige figuur in het boek; ze
bezit alle, reeds door ons gekende eigen
schappen van het tegenwoordige rijke
jonge meisje, maar deze eigenschappen
dan in zóó groote proporties, dat ze tot
een klemmende waarschuwing uitgroeien.
Zij kan door de domheid der moeder en
door de zwakke toegeeflijkheid van haar
vader de begeerte verwerkelijken: „ik wil
alles ter wereld hebben, genot, geld. liefde
alles, allesen anders was ik maai
liever dood!" Ook in haar groeit dus uit
de overmaat van weelde het failliet der
moreele bezinning.
Het verhaal bereikt zijn dramatisch
hoogtepunt wanneer Golder in een hevige
schène van zijn vrouw verneemt, dat Joyce
eigenlijk niet zijn dochter is; dan ver
valt Golder in een soort onverschilligheid,
hij erkent openlijk de ruïne zijner geldmid
delen en failleert, waarop natuurlijk vrouw
en dochter haastig met hunne diverse
amants wegvluchten. Maar nu komt Gol
der zelf een tijdlang tot een rustiger en
beter leven; hij is, goddank, zijn geld
kwijt en er kan nu iets van geluk komen
voor hém. Ge moet hierbij denken aan
Wassermann's Wahnschaffe, die eveneens
pas tot het geluk kan opgaan, nadat zijn
vader hem verlost heeft van zijn geld,
of aan de hoofdpersoon uit de roman „Het
groote Heimwee" van onze knappe Hol
iandsche schrijfster Marie Schmitz.
Wassermann zoowel als Marie Schmitz la
ten dan hun boek eindigen met de over
winning van het beter-menschelijke leven
op de verafgoding van geld en uiterlijke
glorie, maar Irène Nemirovsky doet
het anders. Zij laar Golder nog éénmaal
onder invloed van Joyce, meedoen aan de
waanzinnige jacht naar materieel bezit,
en op die laatste ronde sterft hij jammer
lijk, eenzaam en verlaten, aan boord van
een Russische stoomboot. In zijn laatste
uren wordt hij bijgestaan door een arme
jodenjongen, die, net als hij zelf vroeger,
hoopvol op reis !s naar Amerika om
zich er rijk te maken! Golder herkent zijn
eigen jeugd, en de lezer beseft dat de ge
schiedenis zich herhaalt.
Welk een prachtige vondst van de
schrijfster blijkt dan ook dit slot te zijn.'
nooit zal de menschheid in haar geheel
zich bevrijden van de begeerte naar rijk
dom en weelde, ieder volgend geslacht
vervalt weer in dezelfde tragische ver
leiding, verlossing daaruit is alleen
maar te verwerven voor den persóón-
lijken mensch, niet voor de massa.
Het is een machtig-mool boek, dit ver
haal van David Golder, en Anthonie Don
ker vertaalde het in uitstekend, eenvou
dig Hollandsch.
HERMAN POORT.
STEKELBAARSJES.
In het voorjaar, als alle waterplanten
uitkomen, komt er beweging in de slooten.
De stekelbaarsjes, die uit hun winter
slaap ontwaken, gaan zien of er niets te
doen valt. En dat valt er ook wel. Ten
minste voor de mannetjes. Ze ondergaan
een heele verandering. Het mannetje
wordt bloedrood met groen, blauw geel.
Alle kleuren. Het schittert dan als een
edelsteen. Nu moet ge een mannetje zien
te krijgen van het tienstekelige stekel
baarsje. Deze komen meer voor dan de
driestekelige. Het is kleiner ook. Verder
is het zwart, terwijl het driestekelige ge
streept is. Als men een mannetje heeft
moet men 5 of 6 vrouwtjes vangen.
Maar eerst voor het aquarium zorgen.
Als ge het wilt inrichten voor het heele
jaar, moet ge het bedekken met een laagje
turf, daarover een laag klei en daarover
een dikke laag zuiver rivierzand. Daar
plaatst ge een paar stukken waterpest in
en hoornblad. Dat is voldoende. Als dat
klaar is, laat ge het een dag stilstaan. Dan
gooit ge er flink wat daphanla's in en doet
de baarsjes erbij. Of eigenlijk alleen het
mannetje. De vrouwtjes hoeven nog niet,
het mannetje kan het voorloopig alleen
wel af. Als ge nu zorgt voor wat water
planten, zult ge iets aardigs zien.
Het baarsje gaat eerst het aquarium
eens verkennen. Dan zoekt hij een goed
plaatsje uit en als hij dat heeft, gaat hij
bouwen. Het stekeltje is het eenige nest
bouwende vischje ln Nederland. Hij gaat
dus beginnen. Op een plekje waar zand
ligt, neemt hij een hapje. Dat gooit hij
een eindje verder weg en dit duurt zoo
een poosje. Op het laatst ontstaat er een
kuiltje met een opgehoogden rand. Als
dat klaar is, gaat hij wat anders doen.
Overal trekt hij plantenstengels uit en
plant die in de rondte. Een paar andere
vlecht hij ertusschen door. Met een kleef
stof, die hijzelf afscheidt, wordt het tot
een koepeltje verwerkt. Nog een tijdje
blijft het diertje bezig met veranderen en
nakijken. Soms begint hij ineens aan een
ander nest, dit bevalt hem dan zeker
niet. Zoo komt het dan eindelijk klaar.
Laat nu de vrouwtjes er maar bij. Als
hij die in het oog Inrijgt, vliegt hij er op
af en jaagt ze achterna. Als ze doodmoe
zijn duwt hij ze in het „nest" en als ze
niet willen, trekt hij ze er ln. Het gaat
soms erg handhandig, maar erin gaan ze
altijd. Zijn ze erin, dan leggen ze eitjes.
Niet veel. Dan schuift het mannetje er
ook door. Zoo doet hij met alle nesten. Als
het gebeurd is, doet men het best, de wijf
jes weer in de sloot te werpen, want zij
bezorgen den mannetjes heel wat last.
Tegenover de jongen en de eieren zijn ze
erg hard.
Nu gaat het mannetje de wacht hou
den. Telkens staat hij recht voor het nestje
en golft met de vinnen versch water in
het nest. Na een paar dagen komen uit de
eitjes kleine zwarte diertjes, die den eer
sten tijd geen voedsel gebruiken. Wie het
nu waagt te dicht bij het nestje te komen,
wordt door papa barsch verdreven. Elk
jong, dat te ver afdwaalt, wordt door
vader opgehapt en thuisgebracht. Toch,
al ls papa nog zoo oplettend, gaan er wel
enkele verloren. De diertjes leven eerst
van plankton, d. z. onzichtbare diertjes.
Later van daphnia. Zijn de jongen echter
volwassen, dan kijkt papa niet meer naar
hen om. Hij durft ze dan zelfs gerust aan
te vallen, maar nu kunnen ze zich ver
weren.
RECLAME.B018
Zondagmiddag 2 uur
CO MPETITIEWEDSTRIJD
Terrein achter Pomona". Gew. prijzen.
VOETBAL.
LUGDUNUM—U. V. S.
Het Lugdunum-elftal, dat Zondag a.s.
tegen U.V.S. uitkomt, is hetzelfde als ver
leden Zondag.
WEDSTRIJD TE BOSKOOP.
Zondag zullen er te Boskoop, op het
terrein aan de Puttekade, de volgende
wedstrijden gespeeld worden:
's Midd. 12 uur Boskoopsche Boys IV
Boskoopsche Boys V.
'sNam. 2 uur: Boskoopsche Boys I
Ona Hl.
o
WEDSTRIJD TE ALPHEN.
Morgenmiddag 4 uur speelt Rood Wit II
(Alphen) op haar eigen terrein in den
Hoorn een wedstrijd tegen N.V.V. II uit
Nieuwkoop voor welken wedstrijd zij voor
de winnende ploeg een medaille heeft uit
geloofd.
KORFBAL.
WEST UI G.
In verband met de 3 October-feestelijk
heden had Fluks uitstel gevraagd van den
wedstrijd Velox—Fluks op 4 October. Als
antwoord op dit verzoek heeft de compe-
titlelelder den wedstrijd Fluks 2Odi van
't programma van as. Zondag afgevoerd!
Heel erg duidelijk is dit besluit niet.
o
WATERPOLO.
KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND.
Te Amsterdam is gisteravond de eerste
wedstrijd gespeeld om het kampioenschap
van Nederland tusschen Het IJ en Dol
fijn. De uitslag was 33.
o
ZWEMMEN.
LEIDSCHE ZWEMCLUB.
Evenais vorige jaren zal de L. Z. C. des
Maandagsavonds van 9—11 gaan oefenen
in de overdekte zweminrichting „De Re
gentes", Den Haag.
Voor de wintercompetitie van den kring
Den Haag van den N. Z. B. (H. Z. B.) is
ingeschreven met twee zeventallen.
PAARDENSPORT.
KORTEBAAN-DRAVERIJ TE LISSE.
De uitslag van de gistermiddag gehou
den kortebaan-draverij te Lisse luidt:
1. Don Juan (eig. J. Boldwijn te Gro
ningen); 2. Sally Harvester (eig. W. Ves-
sies te Beverwijk); 3. Kaptein Bruane (eig.
G. Vergouw. Bakkum); 4. Miss Zelda Peter
(eig. F. v. d. Oort, Haarlemmermeer).
o
DAMMEN.
CHR. LEIDSCHE DAMVEREENIGING.
De uitslagen der afgebroken partijen
luiden
le klas: MeinemaOudshoorn 20;
v. d. BoschGastelaars 1—1; Molenaar
v. Zwieten Jr. 11; de Jeu—Kleer afgebr.;
v. d. Wijngaardv. d. Mey 11.
2e klas: v. EgmondJ. H. v. d. Wijngaard
0—2; v. d. BoschKarstens 11; Dreef
Colpa 02.
Gisteravond bracht de 3de ronde de
volgende uitslagen:
lste klas: OptendreesMeinema 20;
GastelaarsTeunissen 20; v. Zwieten Jr.
v. d. Bosoh 02: KleerMolenaar, af
gebr.; v. d. Meyde Jeu, afgebr.; v. d.
Stel—v. d. Wijngaard 11; Oudshoorn
v. Zwieten Sr. 20.
2de klas: de GraafKwaadgras 20;
HanekampJ. B. v. d. Wijngaard 0—2;
KarstensVis 20; J. H. v. d. Wijngaard
v ,d. Bosch 20; Colpav. Egmond 11
TelengDreef 20.
A.s. Dinsdag spelen voor de 4de ronde:
le klas: MeinemaGastelaars; Mole
naarv. d. Mey; Teunissenv. Zwieten Jr.
de Jeu—v. d. Stel; SiragOudshoorn;
v. d. BoschKleer; v. Zwieten Sr.Op
tendrees.
2de klas: v. d. BoschColpa: VisJ. H.
v. d. Wijngaard; Kwaadgras—Hanekamp;
J. B. v. d. Wijngaard—Karstens; Teleng
de Graaf; Dreefv. Egmond.
"33