Lugdunum-U.V.S. FINANCIËN. liiiiiiiiittiininiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiittiiiiwuini RADIONIEUWS. LITTERAIRE KRONIEK. VARIA. SPORT. .van het Amerikaansche bedrijfsleven zoo ongunstig blijft, dat tal van tot dusverre als prima beschouwde lndustrieele onder nemingen, spoorwegmaatschappijen, enz. haar vaste lasten niet meer zullen ver dienen. Berichten over ernstige moeilijkheden van een groote Parijsche bank, de Banque Nationale de Crédit, en een kleinere, doch niet onbelangrijke Instelling in de provin cie, de Banque de Rheims, hebben op hun beurt een nerveuse stemming op de Pa rijsche beurs veroorzaakt, waarbij vooral bankaandeelen van sterk aarlbod te lijden hebben gehad. Het reeds in ons vorig overzicht gecon stateerde verschijnsel, „de vlucht van de obligatie-markt", heeft in de meeste beurs- centra verdere vorderingen gemaakt. Op de Amsterdamsche beurs zijn alle vaste rente dragende fondsen er aanvankelijk door medegesleept: staats- en gemeente- obligatlën zoowel als pandbrieven van eerste rangs hypotheekbanken hebben een veer moeten laten. Het sterkst was de koersdaling voor Ned. Indische staats- obligatiën. Uit den aard der zaak zijn van deze de op Ponden luidende obligatiën het zwaarst getroffen. Het is wel de Ironie van het lot, dat deze leening, die ter meerdere beveiliging van de geldgevers in Ponden Sterling werd geemitteerd, thans als gevolg van de depreciatie van het Pond voor de houders extra verliezen oplevert. De bedoelde leening was in 1923 uitge geven, toen evenals thans de Indische staatsfinanciën en bijgevolg de valuta sterk werden gewantrouwd. Ook destijds deden de gevolgen van de economische malaise zich in onzen Oost gevoelen. Het verschil van den tegenwoordigen met den toenmaligen toestand is voornamelijk, dat men destijds op financieel gebied langen tijd een „laisser aller" politiek heeft ge volgd en dat de hoog opgevoerde uitgaven eerst na lang aarzelen werden verminderd. Ditmaal is veel spoediger ingegrepen. Men is bezig met het doorvoeren van drastische bezuinigingsmaatregelen, en tot kort ge leden zag het er uit, alsof spoedig het even wicht in de begrooting hersteld zou kun nen worden. Als gevolg van de jongste gebeurtenissen zijn de vooruitzichten echter weer veel ongunstiger geworden. De depreciatie van het Pond Sterling maakt de positie der Indische cultures nog moeilijker, dan zij reeds was. Vooral de rubbercultuur zal rekening hebben te houden met het feit, dat de productie-kosten der Britsch- Indische ondernemingen door de waarde vermindering van het Pond automatisch zijn verlaagd. De Ned. Indische rubber- ondernemingen, die contracten op levering hebben loopen. lijden door de depreciatie van het Pond indirecte verliezen. Toeval ligerwijze zijn echter de meeste contracten tot levering van rubber uit latere oogst jaren, die meerendeels tijdens de hausse op de rubbermarkt waren aangegaan, voor het grootste deel afgeloopen. Ook de producenten van andere kolo niale waren, die in Ponden Sterling ver handeld plachten te worden, zullen met nieuwe moeilijkheden te kampen hebben, waarvan de Ned. Indische regeering zelf, als tin-producente, ook haar déél zal medekrijgen. Wel is aanvankelijk met de daling van het Pond Sterling een prijsstij ging op verschillende goederenmarkten ge paard gegaan, maar hierop is reeds weder een scherpe reactie gevolgd, terwijl de toestand zeer onzeker is geworden. Wat de depreciatie van het Pond Ster ling voor ons land beteekent, is reeds ge bleken uit de berichten, die uit de ver schillende bedrijfstakken zijn binnenge komen. Behalve de directe verliezen, voortspruitende uit in Engelsche courant afgesloten leveringscontracten, staan exporteurs naar Engeland voor een ern stige bemoeilijking van den afzet in de naaste toekomst, terwijl ook de mogelijk heid van „valuta-dumping" in ons land en verscherping der Engelsche concur rentie op andere afzetgebieden een zware bedreiging vormt. Het feit, dat de hier door geschapen verhoudingen slechts van voorbijgaanden aard zullen zijn, vormt slechts een schrale troost. In de eerste plaats moet worden afgewacht, welke tijd gemoeid zal zijn met de aanpassing der Engelsche loonen en andere productie kosten aan de verminderde geldswaarde. Het gevaar bestaat, dat de Engelsche concurrentie in den tusschentijd vasten voet zal weten te vatten op markten, waar de Nederlandsche producten tot dusverre voornamelijk afzet vonden. Toch zouden wij hieruit niet gaarne de conclusie trekken, dat ook voor Neder land „een beetje inflatie" wel wenschelijk zou zijn, zelfs wanneer het mogelijk zou zijn, (wat in werkelijkheid niet het geval is), om een eenmaal van haar anker ge slagen valuta zoodanig te blijven beheer- schen, dat precies de gewenschte „dosis inflatie" kan worden toegediend. De ge volgen, welke de valuta-inflatie in de na-oorlogsjaren in de verschillende lan den, na een periode van schijn-bloei met zich hebben gebracht, liggen nog te versch in het geheugen, dan dat wij hierop nader behoeven in te gaan. Gelukkig is uit de jongste verklaring van Minister de Geer wel ondubbelzinnig gebleken, dat de Ne derlandsche Bank bij haar streven naar het op peil houden van de waarde der Nederlandsche valuta op den volledigen steun van onze regeering kan rekenen. De mededeelingen van Minister de Geer hebben het hunne bijgedragen tot een terugkeer van het vertrouwen in onze valuta, die zich het duidelijkst op de obli gatie-markt heeft weerspiegeld. Op de aanvankelijke koersdaling is een krachtig herstel gevolgd, vooral voor Nederland sche staatsfondsen. Voor Ned.-Indische staatsfondsen, alsmede voor de obligatiën der groote gemeenten, is de stemming echter flauw gebleven, al is ook hier het aanbod verminderd. Voor aandeelen was de stemming mee rendeels gedrukt. De aanzienlijke koers winst, die in de eerste helft der vorige week was behaald, is in vele gevallen ge heel of grootendeels te loor gegaan. Sui- keraandeelen hadden te lijden van de berichten over een te verwachten heffing van invoerrechten op suiker in Britsch- Indië, het voornaamste afzetgebied voor de Java-suiker. Scheepvaartaandeelen waren flauw in verband met het voorstel van de directie der Holland-Amerika-Lijn tot opschorting der rentebetaling op de 6% obligatiën, al kwam dit in het geheel niet onverwacht, aangezien reeds lang moest worden gevreesd, dat de vaste lasten niet meer zouden worden verdiend. Koninklijke, die aanvankelijk eveneens lager waren, waren tegen het einde der week beter gedisponeerd. Ook verschil lende andere fondsen konden zich later nog iets herstellen. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de laatste week: 4Nederland 1917 98, 96'/'i, 99'/!. Idem 4»/„ 1916 94'/i, 94, 96. 6°'o Ned.-Indië 98 1/8, 88 3/4. Idem 5%> Pondenleening 91, 61. 7% Dawesleening 54, 56, 39. 5'/!°/o Youngleening 33 3/4, 28 3/4, 31 3/4. Engelsche 4°/» Funding Loan 60, 66. Ned.-Ind. Handelsbank 78, 69 1/4. Ned. Handel Mij. 98, 87, 91. Amsterdamsche Bank 110 1/4, 106. Aku 46, 40 1/8. Ned. Ford 210 1/4, 95, 200. Philips Gem. Bezit 55, 65, 5T/i, 59 3/4. Unilever 121, 116, 120. Kon. Petroleum 145, 153V2, 135 1/4, 140. Amsterdam 47, 51Vi, 43 1/4, 46'/*. Kon. Ned. Stoomboot Mij. 25, 20V2. Ned. Scheepvaart Unie 88 3/4, 80, 82. Vorstenlanden 58 3/4. 46 1/4, 47. H.V.A. 20, 209, 173, 185. Deli Batavia 135'/ï, 140, 1301/4. Deli Mij. 165'/., 170, 162. Senembah 190'/:, 175. DE POSITIE ONZER HYPOTHEEKBANKEN. Niet door de crisis aangetast. Het „Amsterdamsch Effectenblad" van 30 September meldt: „Wij hadden vanmorgen een onderhoud met de directie van een der meest voor aanstaande hypotheekbanken, waarin wij omtrent de positie der Nederlandsche hy pothecaire instellingen 't volgende verna men: Zoowel rente als aflossing van de hypo thecaire leeningen blijven regelmatig bin nenkomen. Wel hebben er den laatsten tijd iets meer executies plaats, doch door de opbrengst van de executaire verkoopen worden de vorderingen steeds zeer behoor lijk gedekt. De hypotheekbanken hebben den laat sten tijd groote voorzichtigheid betracht inzake de waardeering van de onderpan den. Bij de taxaties werd over het alge meen uitgegaan van de veronderstelling, dat de huren niet onbelangrijk zouden dalen, een daling, die intusschen hier nog steeds niet heeft plaats gehad. Terwijl de onderpanden dus beneden de werkelijke waarden werden getaxeerd, werd op de lagere waarde voor hoogstens 70 pCt. hy potheek verleend. Na de beurssluiting van de vorige week hadden de directies besloten, in afwach ting hoe de situatie zich verder zou ont wikkelen, om het ter beurze aangeboden pandbrievenmateriaal voorloopig niet meer op te nemen. Zooals bekend volgen de Nederlandsche hypotheekbanken al ge durende 40 jaar de gewoonte, om hun pandbrieven ter beurze in te koopen. Gisteren werd echter de inkoop van pandbrieven ter beurze weer hervat. In verband met de tijdsomstandigheden wordt op het oogenblik grootere terug houdendheid betracht inzake het verstrek ken van nieuwe leeningen, terwijl ook in de keuze van het onderpand uiteraard nog groote selectie wordt toegepast. Geruchten, volgens welke de hypothe caire instellingen reeds bijzondere crediet- faciliteiten van de Nederlandsche Bank zouden behoeven, zijn geheel en al uit de lucht gegrepen. De kaspositie van de hypotheekbanken is over het algemeen zeer bevredigend." Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid. NIEUWE ONDERSTEUNINGS-ACTIE TE BERLIJN. Zooals bekend is, heeft de Funkstunde Berlijn reeds twee Ensemble's, bestaande uit werklooze tooneel-artisten, in vasten dienst genomen, om zoodoende mede te helpen de werkloosheid in de kunstenaars wereld zooveel mogelijk te bestrijden. Thans heeft men een derde categorie artisten, nJ. de literaire kunstenaars eveneens aangeboden hun werken meer naar voren te brengen door hen enkele avonden per maand met een speciaal programma te laten optreden. o DE ZEVEN GEBODEN VAN DEN RADIO-LUISTERAAR. Het Amerikaansche tijdschrift „Radio News" publiceert in één van haar laatste uitgaven de zeven geboden voor den esthetischen radio-luisteraar. Hoe naief deze regels ook mogen klinken, toch blijkt eruit, dat men ook in Amerika de Radio niet langer als een technisch vermaak beschouwt.' doch als een goed middel tot verbreiding der kunst: a. Gebruik bij het luisteren een groote kamer en verbeter hiervan de acoustiek door wandtapijten, boekenkasten enz. b. Verlicht deze kamer zwak indirect, opdat het licht niet storend voor de oogen werkt. c. Stel den luidspre ker zoo in, dat hij juist nog in de verste hoek van de kamer te hooren is. d. Ga dan recht voor den luidspreker zitten op ca. 2 a 3 Meter afstand, e. Gebruik een zoo gemakkelijk mogelijken stoel en ge makkelijke kleeding. f. Sluit de vensters en deuren voor het lawaai van buiten, en zit stil. g. Laat u door niets afleiden en luister slechts naar één station, waarvan gij van tevoren het programma hebt uit gezocht. David Golder door Irène Nemirovsky. Geautoriseerde vertaling van Anthonie Donker. (N.V. Van Loghum Sla terus' Uitg. Mij. Arnhem 1930). Berlijn en Parijs herbergen, zooals men weet, een groot aantal uitgevers, die er speciaal hun werk van maken om West- Europa door vertalingen op de hoogte te brengen met de tegenwoordige Russische literatuur. Wekelijks rijst deze stroom al- meer-en-meer, en het is een onmogelijke taak het alles te willen bijhouden. Geluk kig wordt er, evenals in Frankrijk, bijna ieder jaar een boek of een schrijver uit naar voren gebracht, die dan onder de zéér bijzondere aandacht komt te staan. De oorzaak daarvan ligt misschien niet héélemaal in de qualitelten van het werk, maar toch stellig wel voor het grootste gedeelte, want het blijkt bijna keer-op- keer een publicatie van stevige beteekeids te zijn, en de Holiandsche uitgevers haas ten zich haar dan ook voor óns land te laten bewerken. Men herinnere zich Glad- kow met den roman „Cement", Ognjew met zijn uitbeelding van het n a-oorlog- sche Russische school-leven, Kalinni- kow's „Monniken en Vrouwen", een even zonderling als geweldig boek met groote deugden en groote gebreken (ik hoop er hier nog eens over te spreken)en daar is tenslotte van de jonge Russin Irène Nemirovsky dit verhaal „David Golder", dat gedurende het laatste jaar, vooral in het buitenland, tot een groot succes is uitgegroeid. En laat ik er dadelijk bijvoegen dat het boek dit succes verdient. Voor de bepaling van waarde en karakter heb ik getracht eenige vergelijkingen te maken, en ik ben daarbij tot de ontdekking gekomen, dat er bijvoorbeeld in de bekende verzameling der dertig nieuwe Russische vertellers (waaronder de naam van Irène Nemirovs ky ontbreekt!) geen enkel verhaal voor komt dat mij zóó strak heeft geboeid, en mij zóó weldadig heeft beïnvloed, als deze levensgeschiedenis van David Golder. Ik zeg „levensgeschiedenis", maar dat is het eigenlijk niet, want hoewel het voorspel dezer tragedie wel te vermoeden wordt gegeven, toch krijgt ge hier alleen maar het rampzalige slot, de beide laatste ellen dige jaren van een, naar het uiterlijk glo rieus geslaagd, maar naar het innerlijk droevig mislukt menschenleven. Wanneer het boek begint is David Golder reeds over de zestig, een rijk, groot zakenman, direc teur eener wereld-onderneming voor de in- en verkoop van oliewaren. een pe- troleum-koning. die, in zijn artikel, de beurs van de oude èn van de nieuwe we reld beheerscht, die tegelijkertijd met de Russische en met de Amerikaansche re geering onderhandelt over monopoliën van ontginning en van leverantieenfin, iemand, die in den handel een gewelde naar eerste klas is en die dit werd (want hij is van arme afkomst) door zijn ener gie, door zijn kennis en inzicht ook, maar niet minder door een zekere ruimheid van geweten, een hardheid van gemoed en een toomeloos materieel egoïsme. Direct in het eerste hoofdstukje vindt ge hem tegen over zijn ouden vriend en compagnon Marcus, die geld noodig heeft en die Gol- der's hulp behoeft, maar toch onverbidde lijk wordt afgewezen, al weet Golder ook bijna zeker, dat hij zijn trouwen mede werker van jaren-her daarmede tot den zelfmoord drijft. Golder .heeft andere plan nen, hij broedt op een nog grootere onder neming, waarbij hij Marcus niet gebruiken kan. Wèg dus met Marcus! Onbewogen staat Golder den volgenden dag tegenover het lijk van den vriend, en nog weer vier-en-twintig uur later gaat hij, onder een hooge hoed van het nieuwste model ter begrafenis. Ik weet niet of deze staal harde onmenschelijkheid steeds het middel is om in het zakenleven te slagen, maar David Golder heeft op deze wijze den droom van zijn jeugd verwerkelijkt: hij is schat- en schatrijk, bezit een groot huis in Parijs, een kasteel van een buiten verblijf in Biarritz, zijn vrouw en dochter dragen de duurste juweelen, rijden in de nieuwste en mooiste auto's en flirten met graven en prinsen van den bloede, het geen ook al een zeer kostbare liefhebberij blijkt te zijn. Golder schrikt wanneer hij vanuit zijn tegenwoordig leven terug denkt aan vroeger, vijftig jaren geleden, toen hij nog niets anders was dan een mager joodje, met rood haar en felle, lichte oogen, met gaten in zijn schoenen en plat zak, toen hij in donkere kpude nachten sliep op de banken der pleinen, later zijn loopbaan begon in een kleine bar van ChicagoHet is geen wonder, dat wie zóó de armoede gekend heeft, den rijkdom zoekt. Maar het is geen wonder ook, dat wie dan met opoffering zijner betere men- schelijkheid den rijkdom gewelddadig veroverd heeft, tenslotte voor een nog grootere levensellende staat dan bij de armoede. Golder heeft zijn leven ingericht op „geld maken" en niets dan dat; hij is geworden wat hij wilde zijn en daarom klinkt het onbillijk (hoe menschelijk het ook is) dat hij nog iets anders van de wereld verwacht. Hij beklaagt zich over zijn vrouw en zijn dochter voor wie hij niets is dan „een machine om geld te maken". Daarvoor alleen maar is hij goed: betalen, betalen, en.crepeer dan maar", verzucht hij. Aan dezen Golder wreekt zich op tra gische wijze de waarheid, dat ons leven slechts datgene is en wordt, wat wij-zelf er van maken, en het is het mooie in het boek van Irène Nemirovsky, dat dit aldoor sterk aanvoelbaar wordt gemaakt. Golder is een bruut, een botte man van groote-zaken en anders niet, maar hij wekt meer medelijden dan verontwaardi ging. want de lezer gevoelt hem aldoor als een slachtoffer. Op fel-suggestieve, diep- treffende wijze staat deze mensch hier uitgebeeld en achter hem verrijst in scher pe. hooge contouren, een geheele interna tionale wereld van rijkdom en doldrieste weelde. En het is daèrdóór ook een wereld van bijna ploertige harteloosheid, een wereld, waarin de meest-primitieve men- schelijke gevoelens van liefde en ver trouwen totaal ontbreken. Het is niets dan een zwaar parasiteeren van de een op den ander, een elkander op de meest opbeschaamde manier en zonder eenige moreele restrictie bedriegen en berooven, dóóden zelfs als het kan gebeuren op een indirecte wijze, die niet naar de gevange nis voertMaar maatschappelijk zijn deze menschen de verwende geld-arlsto- craten, die wonen in de mooie huizen, een stoet van bedienden hebben en die (wat eigenlijk het érge is) met hun geld het ge heele leven der anderen beheerschen, die beschikken over het wel en wee hunner medemenschen, niet alleen van himne naaste omgeving, maar ook van overal el ders, want zij zijn het, die belang hebben bij de tegenstelling van volkeren en ras sen, zij zijn het, die in eerste en laatste instantie beslissen over oorlog en vrede. Irène Nemirovsky laat dit alles slechts uit de verte gevoelen; zij houdt het op den achtergrond om daarvóór des te duidelij ker de figuur van Golder te laten uitko men. En hoe heerlijk eenvoudig en rustig blijkt dan daarbij haar boek gecomponeerd te zijn. Wanneer ge Golder eerst hebt lee- ren kennen als het type van den interna tionalen sjacheraar in zéér grooten stijl, dan ontdekt ge even later (en ook dat is karakteristiek voor zijn soort), dat hij in zijn betonnen hart één enkel zwak plek je heeft. Daar schuilt namelijk iets van genegenheid voor zijn eenig kind, zijn reeds volwassen dochter Joyce. Ik zeg „genegenheid" en durf het niet „liefde" noemen, want liefde pleegt menschelijker en rijker van geest te zijn. Wezenlijke zorg voor haar draagt hij niet, en vertrouwen doet hij haar evenmin: neen, Golder heeft alleen maar de behoefte om midden In zijn dagelijkschen roofdieren-arbeid één mensch te bezitten (en ook maar één) voor wien hij bij-tijd-en wijle goéd kan zijn. Het is alsof aan deze mogelijkheid alles zich vastklampt wat er aan betere begeerten nog in hem leeft. Uit niets blijkt de tra giek zijner verzonken menschelijkheid pijnlijker dan uit zijn zwakke toegeeflijk heid voor Joyce; haar iets te weigeren is hem onmogelijk, en zij weet hem te exploi- teeren, nog beter dan Golders vrouw, die, verblind door de grootheid, waarin Golder haar meevoerde, toch altijd een beetje gehandicapt wordt door de resten harer vroegere burgerlijkheid. Ook deze Joyce is een prachtige figuur in het boek; ze bezit alle, reeds door ons gekende eigen schappen van het tegenwoordige rijke jonge meisje, maar deze eigenschappen dan in zóó groote proporties, dat ze tot een klemmende waarschuwing uitgroeien. Zij kan door de domheid der moeder en door de zwakke toegeeflijkheid van haar vader de begeerte verwerkelijken: „ik wil alles ter wereld hebben, genot, geld. liefde alles, allesen anders was ik maai liever dood!" Ook in haar groeit dus uit de overmaat van weelde het failliet der moreele bezinning. Het verhaal bereikt zijn dramatisch hoogtepunt wanneer Golder in een hevige schène van zijn vrouw verneemt, dat Joyce eigenlijk niet zijn dochter is; dan ver valt Golder in een soort onverschilligheid, hij erkent openlijk de ruïne zijner geldmid delen en failleert, waarop natuurlijk vrouw en dochter haastig met hunne diverse amants wegvluchten. Maar nu komt Gol der zelf een tijdlang tot een rustiger en beter leven; hij is, goddank, zijn geld kwijt en er kan nu iets van geluk komen voor hém. Ge moet hierbij denken aan Wassermann's Wahnschaffe, die eveneens pas tot het geluk kan opgaan, nadat zijn vader hem verlost heeft van zijn geld, of aan de hoofdpersoon uit de roman „Het groote Heimwee" van onze knappe Hol iandsche schrijfster Marie Schmitz. Wassermann zoowel als Marie Schmitz la ten dan hun boek eindigen met de over winning van het beter-menschelijke leven op de verafgoding van geld en uiterlijke glorie, maar Irène Nemirovsky doet het anders. Zij laar Golder nog éénmaal onder invloed van Joyce, meedoen aan de waanzinnige jacht naar materieel bezit, en op die laatste ronde sterft hij jammer lijk, eenzaam en verlaten, aan boord van een Russische stoomboot. In zijn laatste uren wordt hij bijgestaan door een arme jodenjongen, die, net als hij zelf vroeger, hoopvol op reis !s naar Amerika om zich er rijk te maken! Golder herkent zijn eigen jeugd, en de lezer beseft dat de ge schiedenis zich herhaalt. Welk een prachtige vondst van de schrijfster blijkt dan ook dit slot te zijn.' nooit zal de menschheid in haar geheel zich bevrijden van de begeerte naar rijk dom en weelde, ieder volgend geslacht vervalt weer in dezelfde tragische ver leiding, verlossing daaruit is alleen maar te verwerven voor den persóón- lijken mensch, niet voor de massa. Het is een machtig-mool boek, dit ver haal van David Golder, en Anthonie Don ker vertaalde het in uitstekend, eenvou dig Hollandsch. HERMAN POORT. STEKELBAARSJES. In het voorjaar, als alle waterplanten uitkomen, komt er beweging in de slooten. De stekelbaarsjes, die uit hun winter slaap ontwaken, gaan zien of er niets te doen valt. En dat valt er ook wel. Ten minste voor de mannetjes. Ze ondergaan een heele verandering. Het mannetje wordt bloedrood met groen, blauw geel. Alle kleuren. Het schittert dan als een edelsteen. Nu moet ge een mannetje zien te krijgen van het tienstekelige stekel baarsje. Deze komen meer voor dan de driestekelige. Het is kleiner ook. Verder is het zwart, terwijl het driestekelige ge streept is. Als men een mannetje heeft moet men 5 of 6 vrouwtjes vangen. Maar eerst voor het aquarium zorgen. Als ge het wilt inrichten voor het heele jaar, moet ge het bedekken met een laagje turf, daarover een laag klei en daarover een dikke laag zuiver rivierzand. Daar plaatst ge een paar stukken waterpest in en hoornblad. Dat is voldoende. Als dat klaar is, laat ge het een dag stilstaan. Dan gooit ge er flink wat daphanla's in en doet de baarsjes erbij. Of eigenlijk alleen het mannetje. De vrouwtjes hoeven nog niet, het mannetje kan het voorloopig alleen wel af. Als ge nu zorgt voor wat water planten, zult ge iets aardigs zien. Het baarsje gaat eerst het aquarium eens verkennen. Dan zoekt hij een goed plaatsje uit en als hij dat heeft, gaat hij bouwen. Het stekeltje is het eenige nest bouwende vischje ln Nederland. Hij gaat dus beginnen. Op een plekje waar zand ligt, neemt hij een hapje. Dat gooit hij een eindje verder weg en dit duurt zoo een poosje. Op het laatst ontstaat er een kuiltje met een opgehoogden rand. Als dat klaar is, gaat hij wat anders doen. Overal trekt hij plantenstengels uit en plant die in de rondte. Een paar andere vlecht hij ertusschen door. Met een kleef stof, die hijzelf afscheidt, wordt het tot een koepeltje verwerkt. Nog een tijdje blijft het diertje bezig met veranderen en nakijken. Soms begint hij ineens aan een ander nest, dit bevalt hem dan zeker niet. Zoo komt het dan eindelijk klaar. Laat nu de vrouwtjes er maar bij. Als hij die in het oog Inrijgt, vliegt hij er op af en jaagt ze achterna. Als ze doodmoe zijn duwt hij ze in het „nest" en als ze niet willen, trekt hij ze er ln. Het gaat soms erg handhandig, maar erin gaan ze altijd. Zijn ze erin, dan leggen ze eitjes. Niet veel. Dan schuift het mannetje er ook door. Zoo doet hij met alle nesten. Als het gebeurd is, doet men het best, de wijf jes weer in de sloot te werpen, want zij bezorgen den mannetjes heel wat last. Tegenover de jongen en de eieren zijn ze erg hard. Nu gaat het mannetje de wacht hou den. Telkens staat hij recht voor het nestje en golft met de vinnen versch water in het nest. Na een paar dagen komen uit de eitjes kleine zwarte diertjes, die den eer sten tijd geen voedsel gebruiken. Wie het nu waagt te dicht bij het nestje te komen, wordt door papa barsch verdreven. Elk jong, dat te ver afdwaalt, wordt door vader opgehapt en thuisgebracht. Toch, al ls papa nog zoo oplettend, gaan er wel enkele verloren. De diertjes leven eerst van plankton, d. z. onzichtbare diertjes. Later van daphnia. Zijn de jongen echter volwassen, dan kijkt papa niet meer naar hen om. Hij durft ze dan zelfs gerust aan te vallen, maar nu kunnen ze zich ver weren. RECLAME.B018 Zondagmiddag 2 uur CO MPETITIEWEDSTRIJD Terrein achter Pomona". Gew. prijzen. VOETBAL. LUGDUNUM—U. V. S. Het Lugdunum-elftal, dat Zondag a.s. tegen U.V.S. uitkomt, is hetzelfde als ver leden Zondag. WEDSTRIJD TE BOSKOOP. Zondag zullen er te Boskoop, op het terrein aan de Puttekade, de volgende wedstrijden gespeeld worden: 's Midd. 12 uur Boskoopsche Boys IV Boskoopsche Boys V. 'sNam. 2 uur: Boskoopsche Boys I Ona Hl. o WEDSTRIJD TE ALPHEN. Morgenmiddag 4 uur speelt Rood Wit II (Alphen) op haar eigen terrein in den Hoorn een wedstrijd tegen N.V.V. II uit Nieuwkoop voor welken wedstrijd zij voor de winnende ploeg een medaille heeft uit geloofd. KORFBAL. WEST UI G. In verband met de 3 October-feestelijk heden had Fluks uitstel gevraagd van den wedstrijd Velox—Fluks op 4 October. Als antwoord op dit verzoek heeft de compe- titlelelder den wedstrijd Fluks 2Odi van 't programma van as. Zondag afgevoerd! Heel erg duidelijk is dit besluit niet. o WATERPOLO. KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. Te Amsterdam is gisteravond de eerste wedstrijd gespeeld om het kampioenschap van Nederland tusschen Het IJ en Dol fijn. De uitslag was 33. o ZWEMMEN. LEIDSCHE ZWEMCLUB. Evenais vorige jaren zal de L. Z. C. des Maandagsavonds van 9—11 gaan oefenen in de overdekte zweminrichting „De Re gentes", Den Haag. Voor de wintercompetitie van den kring Den Haag van den N. Z. B. (H. Z. B.) is ingeschreven met twee zeventallen. PAARDENSPORT. KORTEBAAN-DRAVERIJ TE LISSE. De uitslag van de gistermiddag gehou den kortebaan-draverij te Lisse luidt: 1. Don Juan (eig. J. Boldwijn te Gro ningen); 2. Sally Harvester (eig. W. Ves- sies te Beverwijk); 3. Kaptein Bruane (eig. G. Vergouw. Bakkum); 4. Miss Zelda Peter (eig. F. v. d. Oort, Haarlemmermeer). o DAMMEN. CHR. LEIDSCHE DAMVEREENIGING. De uitslagen der afgebroken partijen luiden le klas: MeinemaOudshoorn 20; v. d. BoschGastelaars 1—1; Molenaar v. Zwieten Jr. 11; de Jeu—Kleer afgebr.; v. d. Wijngaardv. d. Mey 11. 2e klas: v. EgmondJ. H. v. d. Wijngaard 0—2; v. d. BoschKarstens 11; Dreef Colpa 02. Gisteravond bracht de 3de ronde de volgende uitslagen: lste klas: OptendreesMeinema 20; GastelaarsTeunissen 20; v. Zwieten Jr. v. d. Bosoh 02: KleerMolenaar, af gebr.; v. d. Meyde Jeu, afgebr.; v. d. Stel—v. d. Wijngaard 11; Oudshoorn v. Zwieten Sr. 20. 2de klas: de GraafKwaadgras 20; HanekampJ. B. v. d. Wijngaard 0—2; KarstensVis 20; J. H. v. d. Wijngaard v ,d. Bosch 20; Colpav. Egmond 11 TelengDreef 20. A.s. Dinsdag spelen voor de 4de ronde: le klas: MeinemaGastelaars; Mole naarv. d. Mey; Teunissenv. Zwieten Jr. de Jeu—v. d. Stel; SiragOudshoorn; v. d. BoschKleer; v. Zwieten Sr.Op tendrees. 2de klas: v. d. BoschColpa: VisJ. H. v. d. Wijngaard; Kwaadgras—Hanekamp; J. B. v. d. Wijngaard—Karstens; Teleng de Graaf; Dreefv. Egmond. "33

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 11