ZOMERZORG ZOMERZC A.s. Zondag eztr CADVA VROOM EN DREESMANN SPEELT 3 OCTOBER IN ONS NIEUW SYSTEEM MORGEN BEWAART UW CA Impressario FRANS MIKKENIE presenteert CHARLY GERTIJN met zijn uJ --1- LAATSTE DAG ZOMERZOF Met Hollandsche Kapel Byorski, Entré li r SCHITTERE iiimiiinnin J—iJTx GEZAMENLIJKE WAARDE Elke Cassabon is voorzien va LEGKAART. BLOEMENFEETJE EN KABOUTER GLIMLACH OPENB. SLACHTHUIS 6 Virtuoozen, welke hun 35 instrumenten op me: Een orkest, dat door de vakpers tot een der beste Bands 4927 ..1 van onze i i rr n tv rr xr i/ i ikf o DE HOLLANDSCIIE KAPEL „BYORSKI maand met veel succes in ons Café Restaurant beef verzoek op 3 OCTOBER, in ons Café optreden, en geillumineerden tuin ons iaarlijksch 3 Octoberfe Mr VOLGENS ONS GEZELLIG BEKEND/ 2 Toegangen Entrée Zaal en Tu ALS BIJZONDERE RECLAME S' VAN I TOT EN MET 10 OCTOBE 15 SCHITTERENDE CADEAUX Bi Deze Cadeaux zijn geëtaleerd Aalmarkt naast het Waaggebouw Massief eiken Slaap kamer Ameublement bestaand uit Spiegelkast 2 pers. Ledikant, Wasch- kast. Tafel, 2 Stoelen Nachtkastje. Salon Ameublement massief eiken met prim; Velour® bekleed, 2 arm fauteuils cn 4 Stoelen. Staande schemerlamp eiken standaard met sijdei kap. Massief Eiket Theekast Koperen 6 deelig. Haardstel Koffer Gramophoor prima uurwerk. Divan bekleed met Landhuisstof. liiiiiiiiiiiii minim ii li minimi in Elk Cadeau in onze Speciale 1 een nummer (in verzegelde er nummers hiervan overeen mei Cassabon, dan ontvangt U dit 4 Hoe meer Cassabons, des te kunnen overeen stemmen met d MAANDAGMIDDAG 12 OCT. WORDEN DE EN VEI NUMMERS BEVINDEN IN DE ETALA LEIDEN door C. E. DE LILLE HOGER WAARD. In een heel stil gedeelte van het bosch, daar waar nooit kinderen en slechts zel den groote menschen kwamen, woonde Bloemenfeetje. Zij had met opzet dit rustige plekje als woonplaats uitgekozen, omdat ze daar overdag ongestoord kon uitrusten van de vele bezigheden, welke zij in den nacht te verrichten had. Haar taak behoorde werkelijk niet tot de lichtste: het verzorgen van de in het wild groeiende bloemen in het bosch en op de hei en van de gekweekte exemplaren in tuin en park gaven haar heel wat te doen, vanaf het vroege voorjaar, als zij de Krokusjes en Sneeuwklokjes uit hun winterslaap moest wekken, tot Kerstmis toe, als zij de Kerstrozen had aan te spo ren, toch vooral hun kleedje aan te trek ken, nog vóór de Kerstklokken luidden. Bloemenfeetje was echter graag bezig en nooit was haar werk haar te veel. Plot seling echter was zij ziek geworden. Ze had het in den afgeloopen zomer misschien te druk gehad en voelde zich nu moe, vree- selijk moe. Ze besloot daarom wat rust te nemen en hoopte spoedig haar taak weer te kunnen opvatten. Daar lag nu Bloemenfeetje op een rust bank van dorre varens in het groote, stille bosch! Ze had al een paar dagen haar werk niet kunnen doen en 't was net, alsof de lust daartoe haar hoe langer hoe meer begon te ontbreken. Ze werd er verdrietig onder en wan hoopte soms aan haar herstel. Zóó vond Kabouter Glimlach haar op zekeren avond. Ze was erg bedroefd, dat ze nog steeds niet beter was. En met dien aanhoudenden regen durfde zij het er heelemaal niet op wagen van huis te gaan. Stellig zou die haar nog veel zieker maken dan zij reeds was! Ze snikte dan ook zóó luid, dat ze heele maal niet hoorde, dat Kabouter Glimlach er aankwam. Plotseling spitste zij echter de oortjes en hoorde zij een fijn stemmetje zeggen: „Wat 'n verdriet! Och, och, wat 'n ver driet!" Bloemenfeetje snikte opnieuw. Kabouter Glimlach dien zij nog nooit eerder gezien had kwam nu vlak vóór haar staan, keek haar heel vriendelijk aan en zei: „Wat scheelt er aan, Bloemenfeetje, dat je zoo in tranen bent? Heb je verdriet of pijn?" „Allebei klonk het droef. „Allebei?!" herhaalde de Kabouter op een toon, alsof hij niet zeker wist, wel goed verstaan te hebben. „Ja, allebei!" luidde het antwoord. „Dat is akelig!" klonk het medelijdend. En Kabouter Glimlach overlegde bij zichzelf „Dan moeten we probeeren twee kwalen te genezen!" Bloemenfeetje zuchtte en dacht: „Kon dat Kaboutertje mij maar helpen! Doch dat kleine baasje zal al wel meer dan genoeg hebben aan zijn eigen werk!" „Ik zal je eens wat vertellen," begon Kabouter Glimlach nu. „Als mijn verhaal je moe maakt, moet je het natuurlijk dadelijk zeggen. Dan houd ik er mee op. Zul je dat doen?" Bloemenfeetje knikte. Ze begreep wel niet, wat de Kabouter haar te vertellen had, maar nieuwsgierig was ze wel een klein beetje. Ze was dan ook één-en-al aandacht. En Kabouter Glimlach begon: „Als kleine jongen ben ik eens heel ziek geweest. Mijn Vader en Moeder lieten den kabouterdokter, een bijzonder knap pen baas, komen, die alle planten en krui den uit het heele bosch kende en de kunst verstond zijn patiënten in weinig tijd niet alleen te genezen, doch tevens een middel te verstrekken, dat hen er voor behoedde opnieuw ziek te worden. „Wat 'n knappe dokter!" prevelde Bloe menfeetje. „Maar.... ik.... ik begrijp niet goed...." „Wat dat met jou te maken heeft, hè?" vulde de Kabouter haar zin aan. Bloemenfeetje knikte weer en haar vriend ging voort: „Luister maar, dan zal het je wel duide lijk worden. Ik was dan erg ziek en ik voelde mij ellendig. De Kabouterdokter kwam en vertelde mij de laatste guiten streken van zijn jongsten zoon: Kabouter tje Lastpost, die dat moet ik er even aan toevoegen! zijn naam alle eer aan deed. Hij vertelde mij, hoe Kaboutertje Lastpost zijn broertjes en zusjes altijd weer opnieuw fopte, hoe hij soms hard vooruitrende, de deur van hun huisje vlak vóór de anderen in het slot wierp, maar. daarbij zelf in een emmer met koud water terechtkwam! 't Was ook hier steeds weer: Wie een kuil^graaft voor een ander, valt er zelf in. Ik was in dien tijd een echte rakker en moest zóó hartelijk lachen om de guiten streken van Kabouter Lastpost, dat.ik mij op eens veel beter voelde. En al was ik nog te jong om te begrijpen, hoe dat kwam. ik heb toch heel goed onthouden, dat het verhaal, dat mij zoo deed lachen, mij van mijn ziekte genas. Toen ik wat ouder geworden was, be greep ik, dat Vroolijkheid natuurlijk geen ziekte, maar toch besmettelijk is en toen ik d a t wist, heb ik geprobeerd altijd heel vroolijk te zijn. Ik dacht: waar Vroolijk heid zit, is geen plaats voor iets anders!" „En is je dat gelukt?" vroeg Bloemen feetje nu belangstellend, 't Was gek, maar ze voelde zich op eens ook vroolijk worden, veel lichter en ook minder moe en pijnlijk. Zou Vroolijkheid werkelijk aanstekelijk~~bf „besmettelijk" zooals de Kabouter het noemde, kunnen zijn? 'k Geloof wel, dat het mij gelukt is," ant woordde het Kaboutertje, ,,'t Helpt me al tijd, als mijn werk mij wat zwaar begint te vallen." Bloemenfeetje kon dit nu plotseling be grijpen. 't Kaboutertje had haar werkelijk ook beter gemaakt. Zij kreeg niet alleen heel veel zin om haar werk weer op te vatten, maar zij voelde zich ook uitgerust en zelfs krachtig. Juist wilde zij den Kabouter bedanken, toen het haar inviel, dat ze zijn naam nog niet kende. Daarom vroeg ze: „Hoe heet je. vriendelijk Kaboutertje?" „Mijn naam is Glimlach," luidde het antwoord. „Wat een prachtige naam en wat past die goed bij je!" riep Bloemenfeetje opge togen uit en zij klapte van plezier in de handjes. „Dolgraag zou ik zoo willen heeten. Daar ritselde het plotseling in de takken boven hun hoofden. 'tWas het Windje, dat altijd graag luistert naar de gesprek ken van Elfjes, Feetjes en Kaboutertjes.. Kabouter Glimlach bedacht nu plotse ling. dat het nog van allerlei te doen had dien nacht en nam haastig afscheid van Bloemenfeetje. Daar verscheen de Maan aan den hemel en.had nog juist tijd Kabouter Glim- lach's gezicht te weerkaatsen, vóór het manneke verdween. Het werd natuurlijk veel breeder dan van den kabouter, maar dat kwam, omdat de Maan zelf zoo rond en dik is. Bloemenfeetje ging weer opgewekt aan haar werk. Ze was heelemaal uitgerust en het verhaal van Kabouter Glimlach, dat vroolijke haasje, had haar veel geleerd. Ze zou het nooit vergeten en moest er nog dikwijls aan denken, vooral wanneer de Maan weer met haar breeden glimlach aan het uitspansel stond. Bloemenfeetje knikte haar dan eens op gewekt toe en als iemand na Kabouter Glimlach zelf die naam verdiende, was zij het. 'tWas net alsof de bloemen, waar over zij waakte, wat van haar vroolijkheid meekregen. Of zij dan altijd genoeg had om van uit te deelen! O ja! want is dat niet grappig: hoe meer vroolijkheid je om je heen verspreidt, hoe grooter die vroolijk heid wordt. Kabouter Glimlach had Bloemenfeetje voorgoed genezen. (Nadruk verboden). fraaie cadeaux. 4852 Vrijdagmorgen van half 8 tot half 9 verkoop van een partij VARKENSVLEESCH en SPEK, voorwaardelijk goed gekeurd. Vleesch vanaf 30 ct. per pond en 7 pond spek voor f. 1.4848 De Verkooper: J. O WEL. 4957 4948 2-4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 2