72ste Jaarffansr
VRIJDAG 2 OCTOBER 1931
No. 21945
72ste Jaargang
Donderdag 1 October 1931
No. 39
HET NEEFJE UIT INDIE.
ANEKDOTES.
HETS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
door
C. E. DE LILE HOGERWAARD.
Hoofdstuk V.
Eerste Indrukken.
Toen Jaap den volgenden morgen wak
ker werd en hij al zijn nieuwe schat
ten om zich heen zag, herinnerde hij zich
onmiddellijk do hartelijke ontvangst van
den vorigen dag.
Vlug stond hij op, maar toen hij bene
den kwam en daar nog niemand aantrof,
ging hij even terug om een boek van zijn
kamer te halen en zich daarmee in de
serre te zetten. Hij was er weldra zóó in
verdiept, dat hij Tante Rita niet eens
hoorde binnenkomen, die lachend vroeg:
„Zoo, Jaap! Lekker geslapen? 'k Geloof,
dat je je al heelemaal bij ons thuis voelt,
of heb ik dat mis?"
Jaap zei zijn tante nu goedenmorgen en
antwoordde: „Ik heb net 'n gevoel, alsof
ik hier al veel langer ben en ik kan me
eigenlijk niet begrijpen, hoe ik gisteren
om dezen tijd nog heelemaal niet wist,
hoe 't hier was."
„En?" ging Tante opgewekt voort. „Zeg
nu eens eerlijk: is 't je meegevallen?"
„Nou en of!" klonk het echt jongens
achtig kort.
Toch zeiden die drie kleine woorden
heel wat.
Tante zorgde nu voor het ontbijt en
weldra kwamen Oom en de tweelingen
ook beneden. De familie zette zich daarop
aan tafel.
Jaap zat op zijn plaatsje van den vori
gen avond: tusschen de tweelingen in.
Even had Paula Moeder aangekeken,
toen Moeder het neefje die plaats aan
wees. Maar Moeder scheen die regeling zóó
natuurlijk te vinden, dat Paula alle lee-
lijke gevoelens onmiddellijk het zwijgen
oplegde en het zelve ook niet meer dan
natuurlijk vond, dat Jaap tusschen hen in
kwam zitten. Hij was immers hun nieuwe
broertje! Ja. zóó moest zij hem beschou
wen! Hij leek een aardige jongen te zijn
en ze geloofde stellig, dat alles wel zou
meeloopen.
Na het ontbijt ging Vader naar het kan
toor en trokken de tweelingen school-
waarts. Het liep tegen de Kerstvacantie
en Oom en Tante vonden het beter, dat
Jaap niet meer naar school ging vóór
Kerstmis. Dan kon hij begin Januari met
de beide anderen meegaan. Jaap was een
pientere jongen, had in Indië in de zesde
klas gezeten, en hoopte nu maar, dat hij
in Holland bij zijn neefje en nichtje in de
klas zou komen, die eveneens de zesde
bevolkten.
Na het ontbijt schreef hij een langen
brief aan Vader en Moeder. Wat had hij
hun veel te vertellen! Hij beschreef het
laatste gedeelte der reis, het afscheid der
familie van den Hoop en de aankomst in
Amsterdam. Maar het allerlangst stond
hij stil bij de beschrijving van het gezin,
dat hem zoo hartelijk in zijn midden op
genomen had. Hij raakte niet uitgepraat
over Oom. Tante en de tweelingen. Zijn
hand was stijf van het schrijven en toen
zijn epistel eindelijk af was en Tante het
van een postzegel voorzien had, brachten
zij het samen naar de bus.
Op straat keek Jaap zijn oogen uit. Hoe
heel anders was alles hier dan in Indië!
Wat stonden de huizen vreeselijk dicht op
elkaar en wat waren ze hoog! Hij was
maar blij, dat Oom en Tante wat buiten
af woonden en hun huis midden in een
grooten tuin lag. Nu was die tuin dor en
kaal. Alles leek er wel dood. behalve een
paar mooie, groene boomen, waarvan
Tante hem vertelde, dat het dennen
waren.
Maar in het voorjaar zou alles in blad
komen en zouden er overal mooie bloemen
prijken. Wonderlijk land. Holland, waar
zoo iets mogelijk was!
Nauwelijks waren zij weer, thuis, of het
begon te sneeuwen. Vol verbazing keek
Jaap naar die reine, witte vlokken, die
plotseling uit de lucht kwamen tuimelen,
stoeiend als kinderen, die in hun haast om
ergens het eerst te zijn, tegen elkaar aan
vliegen.
,,'t Lijkt wel of het suiker regent in
Luilekkerland," vond Jaap.
Tot zijn groote vreugde bleef de sneeuw
liggen. O, wat was de tuin nu mooi!
„Net een sprookje!" riep hij opgetogen
uit. „Wat zijn alle boomen en struiken
prachtig! 't Is, of al die kale takken een
wit jasje aangetrokken hebben, maar die
besneeuwde dennen vind ik toch het
allermooist!"
Glimlachend keek Tante Rita naar het
verrukte Jongensgezicht, terwijl ze zei:
„Je treft het. Jaap, dat je den tweeden
dag al sneeuw ziet. Met sneeuw houd ik
van onzen tuin ook eigenlijk het aller
meest."
Toen even na twaalven de tweelingen
met frissche wangen en stralende oogen
uit school kwamen, stelden zij Jaap voor
het was juist Woensdagmiddag! zoo
dra het met sneeuwen ophield, mee naar
den tuin te gaan om daar een sneeuwge-
veeht te leveren.
Nu, Jaap wilde wel!
Zoo heel spoedig kon dit echter nog
niet, want nog steeds vielen er groote
vlokken sneeuw uit de lucht. Maar lang
zamerhand werd het toch minder en ein
delijk hield het geheel op. Er was aardig
wat sneeuw gevallen in betrekkelijk kor
ten tijd.
Vroolijk ging het drietal nu, warm aan
gekleed. den tuin in en hoewel Jaap de
sneeuw eerst wel wat erg koud vond. liet
hij zich hierdoor toch niet afschrikken.
Hij wilde immers een echte Hollandsche
jongen worden en die was niet bang voor
sneeuw of kou!
Weldra suisden de ballen door de lucht.
Jaap mikte ze met een handigheid, alsof
dit in Indië dagelijksch werk voor hem
geweest was en wist de ballen der twee
lingen met evenveel vaardigheid te ont
duiken.
Na een tijdje stelde Pim voor: een
sneeuwpop te vervaardigen en zij begon
nen met een grooten sneeuwbal te maken
en dien over den grond te rollen. Eindelijk
was de bal, die de romp van den witten
baas moest worden, zóó groot, dat ze hem
met hun drieën niet meer konden voort
duwen. Hij lag nu juist achter het huis en
de jeugd vond dit een prachtige plaats
voor de sneeuwpop.
Zes vlugge handen kwakten er steeds
meer sneeuw tegen aan, zoodat wat oor
spronkelijk een groote. ronde bal geweest
was, nu een meer langwerpigen vorm had
en een aardige lengte vertoonde.
Een tweede, kleinere bal moest als
hoofd dienen. Pim haalde uit het kolen
hok een paar stukken cokes, welke als
oogen dienst moesten doen. terwijl Paula
naar de keuken ging en in triomf met een
grooten wortel, 's mans neus, buiten
kwam!
Pim was zoo gelukkig een oude, afge
dankte pijp van Vader in den aschbak te
ontdekken. Dat was een vondst! De pijp
werd in „het gezicht" van de sneeuwpop
gestoken op de hoogte, waar bij een
mensch de mond is.
Eindelijk zette Paula den witten baas
een heel ouden hoed van Vader op dien
Moeder haar voor dit doel had afgestaan
en kwam Pim met een bezem aansjouwen,
die den sneeuwman „in de handen" gege-
ven werd. 't Leek wel, of hij hem dreigend
ophief tegen ieder die hem te na wilde
komen.
Hoe genoot Jaap van dit alles! Hij vond
het alleen maar jammer, dat- zijn brief
aan Vader en Moeder juist weg was. Maar
erg was dat ook niet: hij kon er in
zijn volgend schrijven immers mee be
ginnen
Toen Moeder eindelijk het drietal bin
nen riep. verbeelde zij zich werkelijk dat
Jaap al een beetje kleur had. Zou het mo
gelijk zijn? Maar wat niet was. kon nog
komen en de stralende jongensoogen ver
telden haar maar al te duidelijk van het
plezier, dat hun eigenaar dien middag
gehad had.
Hij en de tweelingen aten als wolven.
Erwtensoep was ook net een lekker kostje
met dit winterweer.
Natuurlijk bad Jaap in allerlei boeken
en tijdschriften wel over sneeuw en ijs
gelezen en er afbeeldingen van gezien,
maar dat sneeuw zóóveel pret kon geven,
had hij toch niet gedacht.
En toen hij 's avonds in bed lag en door
het raam nog even naar de sneeuwpop ge
keken had, die daar in den maneschijn
als een witte bewaker van het huis stond,
hoopte hij maar, dat het lang koud zou
blijven, zoodat de sneeuwpop er niet over
denken zou heen te gaan.
Maar dat viel hem den volgenden dag
leelijk tegen, want toen de zon er door
kwam, smolt de witte man langzaam maar
zeker weg. Als verslagen lag hij daar ein
delijk, geheel in elkaar gezakt en de bezem
die eens zoo dreigend door hem opgeheven
werd, had nu een totaal andere houding
aangenomen.
Jaap vond het vreeselijk jammer en
toen de tweelingen na twaülf uur uit
school kwamen en zijn beteuterd gezicht
zagen, moesten ze hartelijk lachen. De
winter begon immers pas en er zou nog
sneeuw genoeg komen. Dan konden ze
weer een nieuwe sneeuwpop maken!
Die gedachte hielp Jaap over zijn teleur
stelling heen. Hij hoopte nu maar, dat het
weer spoedig zou gaan sneeuwen!
(Wordt vervolgd).
(Nadruk verboden).
Ingezonden door Annie Brouwer.
Er liepen 2 meisjes voorbij een fruit
winkel en zagen een dikken man achter
de toonbank bezig. De een vroeg:
„Zeg weet jij wat die man weegt?"
De andere: „Welnee."
De eerste: „Hij weegt druiven."
Ingezonden door Marietje Laterveer.
Liesje: „Weet u wat ik zoo prettig vind
van mijn nieuwe kleine broertje, Tante?"
Tante. „Nu wat dan Liesje?"
Liesje: „Dat er geen zaagsel uitkomt,
zooals bij mijn poppen." -
PRIJS DEZER COURANT f
den per 3 maanden 1.2.35, per week 1.0.18
.eiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
)er post 1.2.35 4- portokosten.
O"
JGEN.
an 10 u. 15
alhier het
ent van de
onder bevel
Hazenberg,
/erking zul-
tation aan-
bestuurslid
nadat de
nteerd, een
ijn vreugde
:orte feest-
,roep langs
orschstraat,
cal belang-
-ie-kazerne,
gehuisvest.
t het alsof
/k zal laten,
•erfstdagen,
troosteloos
;en elf uur
notregentje
ch zijn de
De baro-
Bildt voor-
-egenbuien,
in schitte-
fcje hebben,
feestende
N DEN
•IST"
Een gedeelte van de troepen der Koloniale Reserve uit Nijmegen, welke hedenmorgen aan het station alhier arriveerden. Geheel
rechts op de foto de commandant, 1ste luitenant Hazenberg.
ravond de
orotestver-
October-
or vooral
Vsche krin-
d.
'ingswoord
dpunt der
iericht te-
anig, want
maars, dat
aerdenken,
gedemon-
nheid en
hankelijk-
de gevoe
de indruk
rustig en
•especteert
neeloopen.
zich vrij-
eroepsla
jroto, ver-
georgani-
.ïalistische
burgerlijke
ivegen, het
tentie ge-
tober-ver-
voord ge-
wij gen en
is verwe-
nu! (da-
n zich in
felle wijze
perialisme
tegen de
lixiiugciii/uten, uxo ixcu xini- c*e actie niet
eens zijn.
Onder het zingen van de „Interna
tionale" en geroep van de communisten
„rood front" ging de vergadering uiteen.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijziging:
Instituut Pont (f.)Breestr. 58 a, Lei
den. Hoofdz.: 's-Gravenhage, Balistraat 81.
Geven van onderwijs en het daartoe in
exploitatie brengen van onderwijsinrich
tingen. Uittredend Beheerder Filiaal:
Mevr. N. Smitvan Otten, Leiden.
BINNENLAND.
Inaugurale rede van prof. mr. J. M. van
Bemmelen als hoogleeraar te Leiden.
(3e Blad).
De Noordzee-visscherij gedurende de
maanden Januari tot en met September.
(Binnenland, 3e Blad).
Landelijk overleg tusschen huisvrouwen
en middenstandsorganisaties. (Binnenland
3e Blad).
Een bespreking inzake onze landbouw-
export naar Engeland. (Land- en Tuin
bouw, le Blad).
Bij een brand te Rotterdam zijn drie
kinderen omgekomen; de toestand der
ouders is hopeloos. (Gemengd, 2e Blad).
Pond bij Nijmegen met zeventig opva
renden in gevaar. (Gemengd, 2e Blad).
De toestand der Zwartsluizer Bank. (Ge
mengd, 2e Blad).
BUITENLAND.
President Hindenburg is heden 84 jaar
geworden. (Buitenl., le Blad).
De Engelsche koning hoort verschillen
de politieke leiders. (Buitenl., le Blad).
De Franschc premier vertrekt 16 dezer
naar Washington. (Buitenl., le Blad).
EEN 12'/:-JARIG JUBILEUM
TE OEGSTGEEST.
CHEF-VELDWACHTER J. C. KRIJGER
GEHULDIGD.
J. C. Krijger.
Gisteren heeft de chef-veldwachter J. C,
Krijger te Oegstgeest onder vele blijken
van belangstelling zijn 12'/:-jarig jubileum
als veldwachter te Oegstgeest gevierd.
In een vergadering van B. en W. is hij
voor zijn belangrijke diensten op waar-
deerende wijze toegesproken.
Talrijke binnengekomen bloemstukken
hebben den jubilaris er ongetwijfeld van
overtuigd, dat hij de harten der Oegst-
geestenaren gewonnen heeft! Wij wen-
schen den heer Krijger van deze plaats
eveneens met zijn jubileum hartelijk geluk
en vertrouwen dat hij ook in de toekomst
de aan hem toevertrouwde belangen op
dezelfde goede wijze behartigen zal. als
voorheen!