72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 1 October 1931 Derde Blad No. 21944 UIT DE PERS. KERK- EN SCH00LNIEUWS WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN. FEUILLETON. Het Geheim van de Oude Kast VERGETEN JUBILEA. Wetsontwerpen uit de oude doos. De parlementaire redacteur van „De Standaard" meldt: Nu de parlementaire molen weer draalt, loont het de moeite er eens op te wijzen, welke wetsontwerpen, enz. van ouden datum er nog bij de Kamer liggen. De oudste brieven hebben de ontwer pen, die maatregelen nemen tot regeling der administratieve rechtspraak. De in diening daarvan dateert van het zittings jaar 19041905, zoodat ze het zilveren feest als ontwerp al achter den rug heb ben en het dertigjarig jubileum tegemoet gaan. De aanvulling en wijziging van de Be grafeniswet volgt dan in anciënniteit. Dit ontwerp dateert uit het zittingsjaar 1919 —1920. Uit dat jaar dateert ook de wijzi ging der Zondagswet. Een jaar jonger (zittingsjaar 1920—'211 is het ontwerp tot instelling van Gezond heidsdiensten en nog weer een jaar jonger is het ontwerp tot wijziging van de Zee- Ongevallenwet 1919 (zittingsjaar 1921— '22). Dan is er nog het ontwerp tot af schaffing van de Staatsloterij, dat er ligt uit het zittingsjaar 1924'25 en van een jaar later ligt er nog de aanvulling der Zegelwet 1917 en de heffing eener Weelde- verteringsbelasting. Het ontwerp tot wijziging van de bepa lingen der Lager Onderwijswet 1920 be treffende het schoolgeld, heeft het al eens zoover gebracht, dat het tijdelijk op de agenda der Kamer stond, doch er ook weer van verdween. Het is uit het zittings jaar 19261927. Gloednieuw ls ook niet de regeling der Ziekenfondsen. Zij stamt uit het zittingsjaar 1919—1920 en maakt in dezen tijd stellig ook geen kans op behan deling. Zoo liggen er nog meer oude ontwerpen. Uit het zittingsjaar 19091910 een wijzi ging en aanvulling der Hinderwet; uit 19121913 een ontwerp voorziening tegen waterverontreiniging door gemeentelijken afvoer van vuil; uit het zittingsjaar 1924 1925 de wijziging der Schipperswet. Zou het nu niet het geschikte moment wezen, dat dit crisis-Kabinet intrekking van meerdere dezer ontwerpen overweegt? Anders zal het tijd worden, dat we de jubilea der wetsontwerpen wat meer offi cieel gaan vieren en ze niet altijd zoo onopgemerkt daar heel onder in het graf der stukken laten rusten. PREDIKBEURT. ALPHEN AAN DEN RIJN. Van Mandersloostraat: Vrijdagnam. 7.15 uur, de heer Schoonerbeek van Putten. NED. HERV. KERK. Viertal. Te Groningen (vac. ds. Tiche laar) J. G. L. Brouwer te Alphen a. d. Rijn; J. C. Karres te Apeldoorn; H. Dek ker te Weesp en dr. G. P. van Itterson te Alblasserdam. GEREF. KERK. Tweetal: te Aalten (vacature-J. Gom- mer) D. G. A. Brouwer, te Rozenburg en D. Zwart, te Oudemirdum. Beroepen te Bergum: E. Nawijn, te Ooster-Nijkerk. Bedankt: voor Rotterdam: J. H. Sille- vis Smitt, te Semarang (Ned. O.-I.). CHR. GEREF. KERK. Beroepen: te Amsterdam-West, W. Bii- leveld, te Haarlem-Centrum. EVANG. LUTH. KERK. Aangenomen naar Groningen, W T v d. Ley, te Arum (Fr.). NEDERL. HANDELS-HOOGESCHOOL TE ROTTERDAM. Tot. buitengewoon hoogleeraar in de economie, inzonderheid het Geld-, Crediet- en Bankwezen, en de Handelspolitiek aan de Ned. Handels-Hoogeschool te Rotter dam is benoemd de heer mr. A. M. dc Jong, adjunct-secretaris van de Neder- landsche Bank, te Amsterdam. Mr. A. M. de Jong, werd geboren op 23 December 1893. Hij studeerde in de rechts- en staatswetenschap te Leiden. Sinds Sep tember 1921 was hij werkzaam aan het secretariaat van de Nederlandsche Bank, sinds 1929 in den rang van adjunct-secre taris. Op publicistisch gebied heeft mr. A. M. de Jong naam gemaakt door een tweetal omvangrijke studiën in „De Economist", resp. gewijd aan de geschiedenis van de leer der wisselkoersen vóór Adam Smith en aan de Engelsche Bankrestrictie in den Napoleontischen tijd. Voorts publiceerde hij verschillende artikelen over actueele vraagstukken in „De Gids", terwijl zijn hoofdwerk is geweest het Gedenkboek van de Nederlandsche Bank. waarin de ge schiedenis in de jaren 18141863 uitvoe rig wordt beschreven. VOETBAL. OEFENWEDSTRIJD NEDERLANDSCH B-ELFTAL. Een onbelangrijke kamp. Ten aanschouwe van zeer weinig publiek heeft gistermiddag op het Spartaterrein tc Rotterdam, het B-elftal van den K. N. V. B. een oefenwedstrijd gespeeld tegen een gecombineerd elftal. In de aanvankelijke samenstelling der ploegen was een groote wijziging gekomen. Zij zagen er nu aldus uit: B-elftal: Doel: Odijk (De Hollandiaan). Achter: de Bruijn (H.D.V.S.) en v. Zeijl (P.S.V.). Midden: Verploegen (Xerxes), van der Wildt (V.U.C.) en van der Eerde (Sparta). Voor: Hanse (R.C.H.), Duijnhouwer (Feijenoord), Punt (D.F.C.), Post (D.H.C.) en Meinders (D.F.C.). Gecombineerd elftal: Doel: Van, Male (Feijenoord). Achter: Peters (Blauw-Wit) en v. d. Griendt (V.S.V.). Midden: Wilson (Sparta), den Hoed (H.D.V.S.) en Paulissen (P.S.V.). Voor: v. d. Berg (Sparta), v. d. Vaart (Fortuna), Zymni West-Frisia), Frenk (Xerxes) en Visser (P.S.V.). Dadelijk bleek, dat het B-elftal, gesto ken in roode hemden, veel sterker was. De voorhoede combineerde vlot. Hanse en Meinders waren snel. Laatstgenoemde zette goed voor en het binnentrio schoot hard en zuiver. Het was aan het goede werken van Van Male te danken, dat het nog geruimen tijd duurde voordat van der Wildt Rood de leiding gaf. De backs van dc Combinatie stonden daarna een tijdlang zoo te schutteren, dat Meinders en Punt weinig moeite hadden er 30 van te maken. Na de rust hadden v. d. Berg en Den Hoed van plaats verwisseld. Het ging toen bij de gecombineerden wel iets beter, maar Rood bleef in de meerderheid. Duynhouwer maakte na fraai samenspel met Punt er 40 van en Post joeg daarna voor de vijfde maal den bal in het net. Uit een voorzet van Van der Vaart slaagde Zymni er in een tegenpunt te fabriceeren. Kort voor het einde bracht Duynhouwer den stand op 61. Bij de combinatie viel weinig te bewon deren. Vooral het spel van Zymni en Peters viel erg tegen. Bij Rood hebben Verploegen, de Bruijn en de voorhoede, speciaal Duynhouwer en Meinders, verdienstelijk gespeeld. HONDERD ELFTALLEN IN DEN L.V.B. Gisteren zijn bij den Leidschen Voet balbond ingeschreven Lugdunum VII en S. L. F. III, waardoor de bond thans hon derd elftallen telt. TRAMBOYS. De wedstrijd TramboysBakkersgezel len is door de bakkers met 51 gewonnen. H. B. S. II—R.-K. MULO 1—0. Deze wedstrijd werd goed geleid door den heer J. Kooiman. De rust ging in met 00, waarna ongeveer een kwartier voor 't einde de linksbinnen H.B.S. de leiding gaf, welke niet meer werd afgestaan. De partijen waren van gelijke sterkte. 53. „We zullen die twee wel eens hebben", zei kikker Karei. „Jij neemt deze schop en begint te graven zoo hard als je maar kunt. Ik zal voorop gaan, want ik ben veel sterker dan jij en dan moet je eens zien wat een fijn plan ik heb uitgedacht. Als we vlug zijn kunnen we nog pre cies een flink stuk gebak binnen krijgen". Én de twee snaken begonnen te graven dat het een lust was. Groote zweetdruppels parelden op hun voorhoofd, maar ze letten er niet op en weldra zaten ze diep onder den grond. 54. ,?zeg Karei waar moeten we uit komen?" bromde Tuimeltje. ..Ik ben zoo moe in mijn knieën en mijn heele muts wordt vuil". „Beste Tuimeltje direet zijn we bij de twee gierige kikkers aangekomen", antwoordde Karei. „Ik merk al dat het licht wordt. Direct komen we juist boven de schaal met gebak uit en zul je eens zien, wat die twee anderen opkijken als ze hun lekkere koek naar beneden zien glijden. En warempel de grond schoot plotseling los en daar hield kikker Karei de heerlijke koek in zijn handen. BELGIË—POLEN. Voor den op 11 October te Brussel onder leiding van den Nederlandschen scheids rechter J. Mutters te spelen wedstrijd BelgiëPolen is het Belgische elftal als volgt samengesteld: Doel: Braet (C. S. Brugge); achter: Nouwens (R. C. Mechelen). Hoydonckx (Excelsior, Hasselt); midden: Simons (Antw. F. C.), Hellemans (F. C. Mechelen), De Clercq (Antw. F. C.); voor: Versyp (F. C. Brugge), Voorhoof (Liersche S. K.), Hellemans (Belgica, Edegem), Van Beeck (Antw. F. C.), Van Campenhout (F. C. Mechelen); reserves: Badjou. Herremans, Van Ingelghem, allen van Daring C. B„ Van Gestel, Van Turnhout F. C. en J. Diddens, R. C. Mechelen. „Vad.' AUTOMOBILISME. DE NACHTTOCHT DER K. N. A. C. Zooals te verwachten was is de belang stelling voor den op 17 en 18 October e.k. te houden nachttocht. uitgeschreven door de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club zoo groot, dat reeds thans, ongeveer twee weken voor sluiting van de inschrij ving. het maximum aantal deelnemers van 100 is bereikt. De inschrijving moest worden gesloten. Voorwaar een mooi suc ces voor de K.N.A.C. en een bewijs, dat ook in automobielkringen de sport vele aanhangers telt. SCHERMEN. DE COMPETITIE VAN DEN K.N.A.S.B. Een zege van A.E.W. In de schermschool „Gijsberti" alhier had gisteravond de eerste wedstrijd voor de 2e helft der competitie van den K.N.A.S.B., plaats. Volgens het officieel orgaan van den bond hadden de voor gisteravond nader vastgestelde ontmoe tingen op 16 Sept. j.l. plaats moeten heb ben, doch zij zijn toen, door het niet op komen der equipes van den K.O.S. en ,,Odin", vervallen. „Odin" zorgde thans alléén voor een teleurstelling, door weder om niet op te komen en verergerde het, door geen bericht van verhindering te zenden, waardoor bij herhaling tal van menschen gedupeerd werden. De K.O.S. was echter tijdig aanwezig, zoodat toch op den gestelden tijd kon worden begon nen. De leiding voor deze sabel-wedstrij den, was op verzoek van den competitie leider van den K.N.A.S.B. opgedragen aan den heer Gijsberti. Voor A.E.W. kwamen uit: Bruins, Sche pers. de Jager en de Boer, waartegenover de K.O.S. stelde: luitenant Dulfer, Overste Maurenbrecher, kapitein Meijsberg en den generaal Scheffer. In de eerste ronde werden de partijen gedeeld; Schepers won met 40 van Dul fer en Bruins met 42 van Scheffer, ter wijl bij de K.O.S. Meijsberg en Mauren brecher voor de winstpartijen zorgden. Stand 22. In de 2e rond nam Jager de leiding door met 42 Dulfer te slaan, Bruins en Boer vergrootten dezen voorsprong tot 52, waarop Schepers een steek liet vallen en met 41 van Maurenbrecher verloor. Stand op de helft der match 53. De derde ronde bracht A.E.W. 3 winstpar tijen en de K.O.S. één. Stand 84. In de laatste ronde begint de Boer in uitstekenden vorm tegen Dulfer en hij weet z'n partij met 40 te winnen, waar mede hij tevens zijn club de overwinning bracht. Stand 94. Wel wist gen. Scheffer nog een partij met 43 uit het vuur te halen, doch toen was het gedaan. De laatste overwinningen waren weer voor A.E.W. Aan het einde dezer ontmoeting bleek dat A.E.W. had gewonnen met 115 gew. p., 41 ontv. en 56 geg. tr. Van „Odin" werd reglementair gewon nen met 16 gew. part.: 0 ontv. tr. en 64 geg. treffers. Na afloop dankte de kapitein Bruins de gasten voor de opkomst en den geboden tegenstand alsmede voor hun sportiviteit, en den heer Gijsberti voor diens leiding, waarmede de gen. Scheffer namens de K.O.S. spontaan instemde. LUCHTVAART. HET WERELDSNELHEIDSRECORD. De vlucht van Stainforth. Reuter meldt uit Londen: Luitenant Stainforth heeft het wereld snelheidsrecord gebracht op 408.8 mijl of 657.76 K.M. per uur. Dit was de gemiddel de snelheid over twee banen van 3 K.M. elk heen en terug volgens de reglemen ten. Op één enkele baan heeft Stainforth zelfs een snelhed bereikt van 415 mijl. Hiermee heeft hij het record van Orle- bar van 357.7 mijl met niet minder dan 51 mijl per uur geslagen. Deze snelheid gold tot nu toe als het record want of schoon Stainforth op 13 September reeds een gemiddelde van 379.05 mijl bereikt" had, hebben de officieele tijdopnemers deze cijfers niet erkend omdat de vast stelling der berekening hun niet absoluut had voldaan. Ditmaal is een film genomen met het apparaat waarmee men de snelheid con troleert waarmee een kanonskogel zijn loop verlaat welke inrichting de hoogste mate van technische betrouwbaarheid vertegenwoordigt. Deze film is ontwik keld waarna de juiste cijfers uitgerekend konden worden. Stainford die het resul taat in de officieren-cantine te Calshot afwachtte toonde geen buitensporige tee kenen van voldoening en speelde eerst kalm het spel uit waarmee hij, om den tijd te dooden begonnen was. Zijn vlucht is een merkwaardige presta tie geworden, want het zicht was niet meer dan voldoende en reikte niet verder dan ongeveer 5 K.M. Hij had echter 10 K.M. noodig om zijn bakens te zien en zeker te zijn van zijn aanloop. Dientengevolge heeft hij in plaats van landbakens gebruik gemaakt van de wolkenlijn om zijn positie en rich ting vast te stellen. Hij was in 43 seconden uit het water en steeg tot de voorgeschreven hoogte van 400 M„ waar hij vol gas gaf en in dui zelingwekkende vaart over de schuine baan naar beneden kwam tot 50 M. bo ven de oppervlakte der zee. Vijf maal heeft hij deze manoeuvre volbracht, waarbij hij steeds een buitengewoon richtingsgevoel heeft getoond, benevens volkomen vertrouwendheid met zijn ma chine. De laatste maal maakte hij een groote bocht over Spithead en de Solent en kwam gemakkelijk en vol gratie weer op het water neer. Hij kwam aan land, zijn gelaat be smeurd met olie, maar de begroeting door zijn vrouw en mede-officieren die getuige waren geweest van de magnifieke presta tie, was daar niet minder hartelijk om. Men wist. dat hij het record geslagen had, ofschoon op dat oogenblik nog niet met hoeveel mijl. De bereikte snelheid heeft groote vol doening gegeven aan de ingenieurs van de Rolls-Royce en Supermarine maat schappijen. die den nieuwen motor ge bouwd hadden. Met Stainforth heeft de jonge ingenieur R. J. Mitchell naar wiens ontwerp de motor hoofdzakelijk gebouwd is, de eer van de geslaagde onderneming gedeeld, en ook hem is een grootsche be tuiging van hulde gebracht. Ofschoon het nieuwe record niet zoo gemakkelijk ge slagen zal worden, blijft de Engelsche marine haar proeven om eventueel nog grootere snelheden te bereiken, voort zetten. DAMMEN. OM HET LEEUWIN-SCHILD. De volgende partijen zijn in dezen vier kamp gespeeldSlechtenhorstGaste laars en BernsenJ. Kleer. Beide eindig den in remise. Het heeft danig gespannen in beide partijen. Gastelaars kon welis waar geen revanche nemen voor zijn eerste nederlaag, maar het heeft weinig gescheeld. Slechtenhorst kon op het laatst ten koste van een schijf remise forceeren. Bernsen voelde in het eindspel, dat hij ging verliezen tegen Kleer, die zijn punt op Slechtenhorst in •Rólde loopen en besloot tot een combinatie, die een schijf verlies bracht. Maar de stukken van Kleer stonden zoo ongunstig, dat Bemsen vlug remise kon forceeren. Hierdoor werd het steeds spannender. De partij Gastelaars— Kleer is in een eenigszins gunstigen stand voor Kleer afgebroken. De stand luidt: gesp. gew. gel. verl.pnt. B. Slechtenhorst .4 2 2 0 6 J. Kleer 4 1 3 0 5 J. Bernsen 4 0 3 1 3 C. Gastelaars 4 0 2 2 2 Oorspronkelijke schets in ouden trant door A. DUYTS—GAYDOU. 8) De schoone Silvia heeft het kasteel verlaten. Zij zal wel lang wegblijven. Vóór ze haar beminden man terugvindt, komt ze niet terug, en die is goed geborgen. Dezen sluwen ouden vogel van een Ri- naldo heb ik ook uit het nest weten te lokken, komaan, het kasteel zal een mak kelijke prooi zijn. Alerte Villanova! Gij hebt het duifje niet machtig kunnen wor den, laat je je nu haar schatten ten minste niet ontsnappen! Zoo overlegde de Villanova. Toen Rinaldo bij den herbergier infor meerde of Silvia met haar gevolg al lang geleden gepasseerd was, hoorde hij, dat ze nu zeker al te Spezia zou zijn aangeko men, en terwijl de oude dienaar zich af vroeg, hoe hij zou kunnen laten weten dat Walfried aan boord te Avenza lag, wist de Villanova zonder argwaan te wekken een gesprek niet zijn landgenooten aan te knoopen. Hij bracht hun op de hoogte van den toestand en gaf hun bevel hem naar het Spaansche schip te vergezellen. De storm was aan het afnemen en de lucht wa-s weer helder geworden. Rinaldo werd ongeduldig, hij verwittigde de Vil lanova, dat het tijd werd zich aan boord te begeven. Best, antwoordde de Villanova, en hij wenkte zijn vrienden. Deze lieden gaan ook mee, zij behooren tot de bemanning. Ik hoor, dat ze al spoedig het anker zullen lichten, laten wij ons dus haasten. Allen begaven zich nu in een roeiboot, die hen naar het schip bracht. Rinaldo wist zich nauwelijks te bedwingen. Zoo dra hij de ladder kon grijpen vloog hij naar boven en zijn mannen volgden hem. Villanova beval zijn vrienden in het bootje te blijven en ging zelf aan boord. Waar is nu mijn meester? Breng mij naar hem toe, beval hij den Spanjaard. Hier, antwoordde de Villanova en hij bracht den ouden Rinaldo en zijn mannen naar het achterschip. Daar open de hij de deur van een nauwe kajuit, liet hen voorgaan. Daar! riep hij, houdt jullie elkaar gezelschap! en voordat Rinaldo en de zijnen wisten wat hun overkwam, zaten zij achter slot en grendel! De Villanova spoedde zich naar het bootje terug met nog eenige Spanjaarden en de bende begaf zich in allerijl aan wal. Zij haalden de paarden, die in de osteria waren gebleven, en voordat de herbergier had kunnen begrijpen wat ze hem in het Spaansch en met vele gebaren en vloeken hadden toegeroepen, hadden zij zich in volle galop uit de voeten ge maakt. Naar het kasteel, riep de Villanova, een goede belooning voor jelui, als je mij de schatten van Montignoso helpt machtig worden. De markiezin is weg, Rinaldo en zijn brave mannen zijn geborgen, wij zegevieren. Leve Spanje, vooruit Villa nova! De zon is nog niet lang op, wij zul len Montignoso verrassen. Daar Rinaldo met de Villanova het kas teel had verlaten, waren de achtergeble ven mannen niet meer zoo op hun hoede, als zij het hadden behooren te zijn. Enkelen sliepen nog, anderen waren naar de groote wapenzaal gegaan en hielden zich daar onledig, terwijl zij hun ochtend- maaltijd gebruikten, met hun geliefkoosde spel, de zoogenaamde Morra, en zij lach ten en schreeuwden naar hartelust, zon der zich er in het minst om te bekomme ren of het kasteel goed bewaakt werd. De Villanova geleidde zijn bende door het park, dat nog heel donker was. en na dat zij afgestegen waren en de paarden in het donkerste gedeelte vast gebonden had den, kwamen zij in een woest struikgewas, dat het achtergedeelte van het kasteel omsloot, onopgemerkt, vlak bij een deurtje dat half verborgen was in het groen van doornrozen en eeuwenouden klimop. Het kleine verroeste grendeltje werd gemakkelijk opengebroken, de Villanova met zijn handlangers bevonden zich op het achter binnenplein. Alles was stil hoewel slechts opper vlakkig, kende de Villanova door de mededeelingen zijner handlangers de in wendige indeeling van het kasteel, hij wist dus al spoedig den weg te vinden naar een kleinen kelder, waaruit hij Ri naldo had zien komen voor hun vertrek, en hij vermoedde, niet ten onrechte, dat de schatten zich daar bevonden. Hij verspreidde zijn mannen en liet hen post vatten bij de eerste, bij de tweede en bij de kelderdeur. Nadat hij den steen verwijderd had, die den kelder dicht en onzichtbaar maakte, begaf hij zich alleen naar beneden. Daar nam hij al het geld, dat hij uit de tonnen, die daar stonden, kon weghalen, en stopte het in twee lin nen zakjes. Een ijzeren kist trok nog zijn aandacht, maar die was te zwaar om zoo maar mede te nemen, en hij wilde zijn mannen niet roepen. Toen kwam hij weer te voorschijn en zeide hun, dat er niet veel was, in dat keldertje; hij liet hun een van de linnen zakjes zien, het andere was al in zijn diepe broekzakken geledigd. Toen alles weer dicht was, gingen de bandieten naar het bosch terug waar de paarden stonden. De Villanova gaf iede- ren man eenige goudstukken en hield het andere voor zichzelf. Hij hoopte later nog een beteren slag te slaan; dan zou hij het ijzeren kistje uit den kelder halen en dat ergens in het bosch begraven om het op zijn gemak te openen en den inhoud te bemachtigen. Nu was het tijd om naar het schip te rug te keeren en te zien wat met Rinaldo en zijn mannen moest gedaan worden. De Villanova nam met zijn kameraden een langeren weg om niet voorbij dö osteria bij Avenza te komen, -ij reden zoo veel mogelijk door het bosch en gingen tot Sarzana, een klein oud stadje, met het schilderachtige fort Sarzanello. Uit Sarzana heeft men links een prachtig uitzicht op de marmergroeven van Carrara, en rechts op de Golf van Spezia. Maar de Villanova was niet de man. om de natuur te bewonderen. Hij was altijd bezig met zichzelf, en de beste manier om zijn doel te bereiken. Hij voelde nu en dan in zijn zakje en be rekende hoeveel geld hij zoowat kon heb ben. Zou het genoeg zijn om naar Spanje terug te keeren, zijn moeder ljij zich te nemen en zijn oud vervallen slot weer op te bouwen? Want. hoe vreemd het ook moge schijnen, één snaar trilde nog in zijn binnenste; één gevoel leefde nog in de verdorven ziel. de liefde voor zijn moeder! Hij vroeg zich niet af of het goed was om te rooven anderen te be driegen: het vonkje, dat in zijn ziel nog wakker was, was niet sterk genoeg, om als flambouw voor de waarheid te die nen, maar het was toch niet uitgebluscht. en zoolang bij een man de liefde voor zijn moeder leeft, is alle hoop niet ver loren; zijn ziel kan nog gered worden! IX. Uit het open venster, dat toegang ver leende tot het balkon, leunde Silvia; door de lichtgroene bladeren van een wingerd, die zich om de marmeren pilaren slinger de, leek haar bleek gezicht nog bleeker; een vermoeide trek om haar mond gaf iets ernstigs, iets angstigs tevens aan haar voorkomen. Hare handen hingen slap omlaag, samengevouwen als in smeekend gebed. Haar blik dwaalde over de blauwe zee bij de haven, over de Golf van Genua De kleine Alfonso ligt zwaar ziek op een rustbed bij het open raam. De storm, die gewoed heeft bij Avenza, had de reizigers ook overvallen. De bliksem was in het bosch, vlak bij hun rijtuig ingeslagen, en de kleine jongen was zoo geschrokken, dat hij sedert dien dag niet zonder koorts was geweest. Eindelijk was Genua bereikt en Silvia begaf zich dadelijk naar haar tante, de markiezin Spinola. die haar met open ar men ontving, en in haar paleis eenige ka mers aanbood. O. die eerste nacht, toen de arme kleine, nu roerloos en dan weer on rustig, in zijn bedje lag, zoo bleek, haar aanstarend, zonder haar te herkennen! Zij verliet hem geen oogenblik. telkens ijs- compressen op zijn voorhoofd leggend. En dan tuurde zij naar de zee de eeuwig on rustig bewogen blauwe zeeEn zij droomde al wakend van haar Walfried; zij wilde hem door de kracht van haar denken bij him kind roepen. Nu kon zij niet verder naar hem toegaan. O, die lange nacht, en dan die schemering, die bange uren alleen, geheel alleen. De markiezin Spinola was lief voor haar, maar Silvia kende haar weinig en zij kon haar hart niet bij haar uitstorten. Zij had Gualtiero bevolen verder te reizen naar Gent. Het had hem veel ge kost om haar te verlaten, maar hij ge hoorzaamde. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9