72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 1 October 1931
Derde Blad
No. 21944
UIT DE PERS.
KERK- EN SCH00LNIEUWS
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN.
FEUILLETON.
Het Geheim van de Oude Kast
VERGETEN JUBILEA.
Wetsontwerpen uit de oude doos.
De parlementaire redacteur van „De
Standaard" meldt:
Nu de parlementaire molen weer draalt,
loont het de moeite er eens op te wijzen,
welke wetsontwerpen, enz. van ouden
datum er nog bij de Kamer liggen.
De oudste brieven hebben de ontwer
pen, die maatregelen nemen tot regeling
der administratieve rechtspraak. De in
diening daarvan dateert van het zittings
jaar 19041905, zoodat ze het zilveren
feest als ontwerp al achter den rug heb
ben en het dertigjarig jubileum tegemoet
gaan.
De aanvulling en wijziging van de Be
grafeniswet volgt dan in anciënniteit. Dit
ontwerp dateert uit het zittingsjaar 1919
—1920. Uit dat jaar dateert ook de wijzi
ging der Zondagswet.
Een jaar jonger (zittingsjaar 1920—'211
is het ontwerp tot instelling van Gezond
heidsdiensten en nog weer een jaar jonger
is het ontwerp tot wijziging van de Zee-
Ongevallenwet 1919 (zittingsjaar 1921—
'22). Dan is er nog het ontwerp tot af
schaffing van de Staatsloterij, dat er ligt
uit het zittingsjaar 1924'25 en van een
jaar later ligt er nog de aanvulling der
Zegelwet 1917 en de heffing eener Weelde-
verteringsbelasting.
Het ontwerp tot wijziging van de bepa
lingen der Lager Onderwijswet 1920 be
treffende het schoolgeld, heeft het al eens
zoover gebracht, dat het tijdelijk op de
agenda der Kamer stond, doch er ook
weer van verdween. Het is uit het zittings
jaar 19261927. Gloednieuw ls ook niet de
regeling der Ziekenfondsen. Zij stamt uit
het zittingsjaar 1919—1920 en maakt in
dezen tijd stellig ook geen kans op behan
deling.
Zoo liggen er nog meer oude ontwerpen.
Uit het zittingsjaar 19091910 een wijzi
ging en aanvulling der Hinderwet; uit
19121913 een ontwerp voorziening tegen
waterverontreiniging door gemeentelijken
afvoer van vuil; uit het zittingsjaar 1924
1925 de wijziging der Schipperswet.
Zou het nu niet het geschikte moment
wezen, dat dit crisis-Kabinet intrekking
van meerdere dezer ontwerpen overweegt?
Anders zal het tijd worden, dat we de
jubilea der wetsontwerpen wat meer offi
cieel gaan vieren en ze niet altijd zoo
onopgemerkt daar heel onder in het graf
der stukken laten rusten.
PREDIKBEURT.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Van Mandersloostraat: Vrijdagnam. 7.15
uur, de heer Schoonerbeek van Putten.
NED. HERV. KERK.
Viertal. Te Groningen (vac. ds. Tiche
laar) J. G. L. Brouwer te Alphen a. d.
Rijn; J. C. Karres te Apeldoorn; H. Dek
ker te Weesp en dr. G. P. van Itterson te
Alblasserdam.
GEREF. KERK.
Tweetal: te Aalten (vacature-J. Gom-
mer) D. G. A. Brouwer, te Rozenburg en
D. Zwart, te Oudemirdum.
Beroepen te Bergum: E. Nawijn, te
Ooster-Nijkerk.
Bedankt: voor Rotterdam: J. H. Sille-
vis Smitt, te Semarang (Ned. O.-I.).
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: te Amsterdam-West, W. Bii-
leveld, te Haarlem-Centrum.
EVANG. LUTH. KERK.
Aangenomen naar Groningen, W T v
d. Ley, te Arum (Fr.).
NEDERL. HANDELS-HOOGESCHOOL
TE ROTTERDAM.
Tot. buitengewoon hoogleeraar in de
economie, inzonderheid het Geld-, Crediet-
en Bankwezen, en de Handelspolitiek aan
de Ned. Handels-Hoogeschool te Rotter
dam is benoemd de heer mr. A. M. dc
Jong, adjunct-secretaris van de Neder-
landsche Bank, te Amsterdam.
Mr. A. M. de Jong, werd geboren op 23
December 1893. Hij studeerde in de rechts-
en staatswetenschap te Leiden. Sinds Sep
tember 1921 was hij werkzaam aan het
secretariaat van de Nederlandsche Bank,
sinds 1929 in den rang van adjunct-secre
taris.
Op publicistisch gebied heeft mr. A. M.
de Jong naam gemaakt door een tweetal
omvangrijke studiën in „De Economist",
resp. gewijd aan de geschiedenis van de
leer der wisselkoersen vóór Adam Smith
en aan de Engelsche Bankrestrictie in den
Napoleontischen tijd. Voorts publiceerde
hij verschillende artikelen over actueele
vraagstukken in „De Gids", terwijl zijn
hoofdwerk is geweest het Gedenkboek van
de Nederlandsche Bank. waarin de ge
schiedenis in de jaren 18141863 uitvoe
rig wordt beschreven.
VOETBAL.
OEFENWEDSTRIJD
NEDERLANDSCH B-ELFTAL.
Een onbelangrijke kamp.
Ten aanschouwe van zeer weinig publiek
heeft gistermiddag op het Spartaterrein
tc Rotterdam, het B-elftal van den
K. N. V. B. een oefenwedstrijd gespeeld
tegen een gecombineerd elftal.
In de aanvankelijke samenstelling der
ploegen was een groote wijziging gekomen.
Zij zagen er nu aldus uit:
B-elftal:
Doel: Odijk (De Hollandiaan).
Achter: de Bruijn (H.D.V.S.) en v. Zeijl
(P.S.V.).
Midden: Verploegen (Xerxes), van der
Wildt (V.U.C.) en van der Eerde (Sparta).
Voor: Hanse (R.C.H.), Duijnhouwer
(Feijenoord), Punt (D.F.C.), Post (D.H.C.)
en Meinders (D.F.C.).
Gecombineerd elftal:
Doel: Van, Male (Feijenoord).
Achter: Peters (Blauw-Wit) en v. d.
Griendt (V.S.V.).
Midden: Wilson (Sparta), den Hoed
(H.D.V.S.) en Paulissen (P.S.V.).
Voor: v. d. Berg (Sparta), v. d. Vaart
(Fortuna), Zymni West-Frisia), Frenk
(Xerxes) en Visser (P.S.V.).
Dadelijk bleek, dat het B-elftal, gesto
ken in roode hemden, veel sterker was. De
voorhoede combineerde vlot. Hanse en
Meinders waren snel. Laatstgenoemde
zette goed voor en het binnentrio schoot
hard en zuiver. Het was aan het goede
werken van Van Male te danken, dat het
nog geruimen tijd duurde voordat van der
Wildt Rood de leiding gaf. De backs van
dc Combinatie stonden daarna een tijdlang
zoo te schutteren, dat Meinders en Punt
weinig moeite hadden er 30 van te
maken.
Na de rust hadden v. d. Berg en Den
Hoed van plaats verwisseld. Het ging toen
bij de gecombineerden wel iets beter, maar
Rood bleef in de meerderheid. Duynhouwer
maakte na fraai samenspel met Punt er
40 van en Post joeg daarna voor de
vijfde maal den bal in het net.
Uit een voorzet van Van der Vaart
slaagde Zymni er in een tegenpunt te
fabriceeren. Kort voor het einde bracht
Duynhouwer den stand op 61.
Bij de combinatie viel weinig te bewon
deren. Vooral het spel van Zymni en
Peters viel erg tegen.
Bij Rood hebben Verploegen, de Bruijn
en de voorhoede, speciaal Duynhouwer en
Meinders, verdienstelijk gespeeld.
HONDERD ELFTALLEN IN DEN L.V.B.
Gisteren zijn bij den Leidschen Voet
balbond ingeschreven Lugdunum VII en
S. L. F. III, waardoor de bond thans hon
derd elftallen telt.
TRAMBOYS.
De wedstrijd TramboysBakkersgezel
len is door de bakkers met 51 gewonnen.
H. B. S. II—R.-K. MULO 1—0.
Deze wedstrijd werd goed geleid door
den heer J. Kooiman. De rust ging in met
00, waarna ongeveer een kwartier voor
't einde de linksbinnen H.B.S. de leiding
gaf, welke niet meer werd afgestaan.
De partijen waren van gelijke sterkte.
53. „We zullen die twee wel eens hebben", zei kikker
Karei. „Jij neemt deze schop en begint te graven zoo hard
als je maar kunt. Ik zal voorop gaan, want ik ben veel
sterker dan jij en dan moet je eens zien wat een fijn plan
ik heb uitgedacht. Als we vlug zijn kunnen we nog pre
cies een flink stuk gebak binnen krijgen". Én de twee
snaken begonnen te graven dat het een lust was. Groote
zweetdruppels parelden op hun voorhoofd, maar ze letten
er niet op en weldra zaten ze diep onder den grond.
54. ,?zeg Karei waar moeten we uit komen?" bromde
Tuimeltje. ..Ik ben zoo moe in mijn knieën en mijn heele
muts wordt vuil". „Beste Tuimeltje direet zijn we bij de
twee gierige kikkers aangekomen", antwoordde Karei. „Ik
merk al dat het licht wordt. Direct komen we juist boven
de schaal met gebak uit en zul je eens zien, wat die twee
anderen opkijken als ze hun lekkere koek naar beneden
zien glijden. En warempel de grond schoot plotseling los
en daar hield kikker Karei de heerlijke koek in zijn
handen.
BELGIË—POLEN.
Voor den op 11 October te Brussel onder
leiding van den Nederlandschen scheids
rechter J. Mutters te spelen wedstrijd
BelgiëPolen is het Belgische elftal als
volgt samengesteld:
Doel: Braet (C. S. Brugge); achter:
Nouwens (R. C. Mechelen). Hoydonckx
(Excelsior, Hasselt); midden: Simons
(Antw. F. C.), Hellemans (F. C. Mechelen),
De Clercq (Antw. F. C.); voor: Versyp
(F. C. Brugge), Voorhoof (Liersche S. K.),
Hellemans (Belgica, Edegem), Van Beeck
(Antw. F. C.), Van Campenhout (F. C.
Mechelen); reserves: Badjou. Herremans,
Van Ingelghem, allen van Daring C. B„
Van Gestel, Van Turnhout F. C. en J.
Diddens, R. C. Mechelen. „Vad.'
AUTOMOBILISME.
DE NACHTTOCHT DER K. N. A. C.
Zooals te verwachten was is de belang
stelling voor den op 17 en 18 October e.k.
te houden nachttocht. uitgeschreven door
de Koninklijke Nederlandsche Automobiel
Club zoo groot, dat reeds thans, ongeveer
twee weken voor sluiting van de inschrij
ving. het maximum aantal deelnemers
van 100 is bereikt. De inschrijving moest
worden gesloten. Voorwaar een mooi suc
ces voor de K.N.A.C. en een bewijs, dat
ook in automobielkringen de sport vele
aanhangers telt.
SCHERMEN.
DE COMPETITIE VAN DEN K.N.A.S.B.
Een zege van A.E.W.
In de schermschool „Gijsberti" alhier
had gisteravond de eerste wedstrijd voor
de 2e helft der competitie van den
K.N.A.S.B., plaats. Volgens het officieel
orgaan van den bond hadden de voor
gisteravond nader vastgestelde ontmoe
tingen op 16 Sept. j.l. plaats moeten heb
ben, doch zij zijn toen, door het niet op
komen der equipes van den K.O.S. en
,,Odin", vervallen. „Odin" zorgde thans
alléén voor een teleurstelling, door weder
om niet op te komen en verergerde het,
door geen bericht van verhindering te
zenden, waardoor bij herhaling tal van
menschen gedupeerd werden. De K.O.S.
was echter tijdig aanwezig, zoodat toch
op den gestelden tijd kon worden begon
nen. De leiding voor deze sabel-wedstrij
den, was op verzoek van den competitie
leider van den K.N.A.S.B. opgedragen aan
den heer Gijsberti.
Voor A.E.W. kwamen uit: Bruins, Sche
pers. de Jager en de Boer, waartegenover
de K.O.S. stelde: luitenant Dulfer, Overste
Maurenbrecher, kapitein Meijsberg en den
generaal Scheffer.
In de eerste ronde werden de partijen
gedeeld; Schepers won met 40 van Dul
fer en Bruins met 42 van Scheffer, ter
wijl bij de K.O.S. Meijsberg en Mauren
brecher voor de winstpartijen zorgden.
Stand 22.
In de 2e rond nam Jager de leiding door
met 42 Dulfer te slaan, Bruins en Boer
vergrootten dezen voorsprong tot 52,
waarop Schepers een steek liet vallen en
met 41 van Maurenbrecher verloor.
Stand op de helft der match 53. De
derde ronde bracht A.E.W. 3 winstpar
tijen en de K.O.S. één. Stand 84.
In de laatste ronde begint de Boer in
uitstekenden vorm tegen Dulfer en hij
weet z'n partij met 40 te winnen, waar
mede hij tevens zijn club de overwinning
bracht. Stand 94. Wel wist gen. Scheffer
nog een partij met 43 uit het vuur te
halen, doch toen was het gedaan.
De laatste overwinningen waren weer
voor A.E.W.
Aan het einde dezer ontmoeting bleek
dat A.E.W. had gewonnen met 115 gew.
p., 41 ontv. en 56 geg. tr.
Van „Odin" werd reglementair gewon
nen met 16 gew. part.: 0 ontv. tr. en 64
geg. treffers.
Na afloop dankte de kapitein Bruins de
gasten voor de opkomst en den geboden
tegenstand alsmede voor hun sportiviteit,
en den heer Gijsberti voor diens leiding,
waarmede de gen. Scheffer namens de
K.O.S. spontaan instemde.
LUCHTVAART.
HET WERELDSNELHEIDSRECORD.
De vlucht van Stainforth.
Reuter meldt uit Londen:
Luitenant Stainforth heeft het wereld
snelheidsrecord gebracht op 408.8 mijl of
657.76 K.M. per uur. Dit was de gemiddel
de snelheid over twee banen van 3 K.M.
elk heen en terug volgens de reglemen
ten. Op één enkele baan heeft Stainforth
zelfs een snelhed bereikt van 415 mijl.
Hiermee heeft hij het record van Orle-
bar van 357.7 mijl met niet minder dan 51
mijl per uur geslagen. Deze snelheid
gold tot nu toe als het record want of
schoon Stainforth op 13 September reeds
een gemiddelde van 379.05 mijl bereikt"
had, hebben de officieele tijdopnemers
deze cijfers niet erkend omdat de vast
stelling der berekening hun niet absoluut
had voldaan.
Ditmaal is een film genomen met het
apparaat waarmee men de snelheid con
troleert waarmee een kanonskogel zijn
loop verlaat welke inrichting de hoogste
mate van technische betrouwbaarheid
vertegenwoordigt. Deze film is ontwik
keld waarna de juiste cijfers uitgerekend
konden worden. Stainford die het resul
taat in de officieren-cantine te Calshot
afwachtte toonde geen buitensporige tee
kenen van voldoening en speelde eerst
kalm het spel uit waarmee hij, om den
tijd te dooden begonnen was.
Zijn vlucht is een merkwaardige presta
tie geworden, want het zicht was niet
meer dan voldoende en reikte niet verder
dan ongeveer 5 K.M.
Hij had echter 10 K.M. noodig om zijn
bakens te zien en zeker te zijn van zijn
aanloop. Dientengevolge heeft hij in
plaats van landbakens gebruik gemaakt
van de wolkenlijn om zijn positie en rich
ting vast te stellen.
Hij was in 43 seconden uit het water
en steeg tot de voorgeschreven hoogte
van 400 M„ waar hij vol gas gaf en in dui
zelingwekkende vaart over de schuine
baan naar beneden kwam tot 50 M. bo
ven de oppervlakte der zee. Vijf maal
heeft hij deze manoeuvre volbracht,
waarbij hij steeds een buitengewoon
richtingsgevoel heeft getoond, benevens
volkomen vertrouwendheid met zijn ma
chine. De laatste maal maakte hij een
groote bocht over Spithead en de Solent
en kwam gemakkelijk en vol gratie weer
op het water neer.
Hij kwam aan land, zijn gelaat be
smeurd met olie, maar de begroeting door
zijn vrouw en mede-officieren die getuige
waren geweest van de magnifieke presta
tie, was daar niet minder hartelijk om.
Men wist. dat hij het record geslagen had,
ofschoon op dat oogenblik nog niet met
hoeveel mijl.
De bereikte snelheid heeft groote vol
doening gegeven aan de ingenieurs van
de Rolls-Royce en Supermarine maat
schappijen. die den nieuwen motor ge
bouwd hadden. Met Stainforth heeft de
jonge ingenieur R. J. Mitchell naar wiens
ontwerp de motor hoofdzakelijk gebouwd
is, de eer van de geslaagde onderneming
gedeeld, en ook hem is een grootsche be
tuiging van hulde gebracht. Ofschoon het
nieuwe record niet zoo gemakkelijk ge
slagen zal worden, blijft de Engelsche
marine haar proeven om eventueel nog
grootere snelheden te bereiken, voort
zetten.
DAMMEN.
OM HET LEEUWIN-SCHILD.
De volgende partijen zijn in dezen vier
kamp gespeeldSlechtenhorstGaste
laars en BernsenJ. Kleer. Beide eindig
den in remise. Het heeft danig gespannen
in beide partijen. Gastelaars kon welis
waar geen revanche nemen voor zijn
eerste nederlaag, maar het heeft weinig
gescheeld. Slechtenhorst kon op het
laatst ten koste van een schijf remise
forceeren. Bernsen voelde in het eindspel,
dat hij ging verliezen tegen Kleer, die zijn
punt op Slechtenhorst in •Rólde loopen en
besloot tot een combinatie, die een schijf
verlies bracht. Maar de stukken van Kleer
stonden zoo ongunstig, dat Bemsen vlug
remise kon forceeren. Hierdoor werd het
steeds spannender. De partij Gastelaars—
Kleer is in een eenigszins gunstigen stand
voor Kleer afgebroken.
De stand luidt:
gesp. gew. gel. verl.pnt.
B. Slechtenhorst .4 2 2 0 6
J. Kleer 4 1 3 0 5
J. Bernsen 4 0 3 1 3
C. Gastelaars 4 0 2 2 2
Oorspronkelijke schets in ouden trant
door A. DUYTS—GAYDOU.
8)
De schoone Silvia heeft het kasteel
verlaten. Zij zal wel lang wegblijven. Vóór
ze haar beminden man terugvindt, komt
ze niet terug, en die is goed geborgen.
Dezen sluwen ouden vogel van een Ri-
naldo heb ik ook uit het nest weten te
lokken, komaan, het kasteel zal een mak
kelijke prooi zijn. Alerte Villanova! Gij
hebt het duifje niet machtig kunnen wor
den, laat je je nu haar schatten ten
minste niet ontsnappen!
Zoo overlegde de Villanova.
Toen Rinaldo bij den herbergier infor
meerde of Silvia met haar gevolg al lang
geleden gepasseerd was, hoorde hij, dat ze
nu zeker al te Spezia zou zijn aangeko
men, en terwijl de oude dienaar zich af
vroeg, hoe hij zou kunnen laten weten dat
Walfried aan boord te Avenza lag, wist de
Villanova zonder argwaan te wekken een
gesprek niet zijn landgenooten aan te
knoopen. Hij bracht hun op de hoogte
van den toestand en gaf hun bevel hem
naar het Spaansche schip te vergezellen.
De storm was aan het afnemen en de
lucht wa-s weer helder geworden. Rinaldo
werd ongeduldig, hij verwittigde de Vil
lanova, dat het tijd werd zich aan boord
te begeven.
Best, antwoordde de Villanova, en
hij wenkte zijn vrienden.
Deze lieden gaan ook mee, zij behooren
tot de bemanning. Ik hoor, dat ze al
spoedig het anker zullen lichten, laten wij
ons dus haasten.
Allen begaven zich nu in een roeiboot,
die hen naar het schip bracht. Rinaldo
wist zich nauwelijks te bedwingen. Zoo
dra hij de ladder kon grijpen vloog hij
naar boven en zijn mannen volgden hem.
Villanova beval zijn vrienden in het
bootje te blijven en ging zelf aan boord.
Waar is nu mijn meester? Breng mij
naar hem toe, beval hij den Spanjaard.
Hier, antwoordde de Villanova en
hij bracht den ouden Rinaldo en zijn
mannen naar het achterschip. Daar open
de hij de deur van een nauwe kajuit, liet
hen voorgaan.
Daar! riep hij, houdt jullie elkaar
gezelschap! en voordat Rinaldo en de
zijnen wisten wat hun overkwam, zaten
zij achter slot en grendel!
De Villanova spoedde zich naar het
bootje terug met nog eenige Spanjaarden
en de bende begaf zich in allerijl aan
wal. Zij haalden de paarden, die in de
osteria waren gebleven, en voordat de
herbergier had kunnen begrijpen wat ze
hem in het Spaansch en met vele gebaren
en vloeken hadden toegeroepen, hadden
zij zich in volle galop uit de voeten ge
maakt.
Naar het kasteel, riep de Villanova, een
goede belooning voor jelui, als je mij de
schatten van Montignoso helpt machtig
worden. De markiezin is weg, Rinaldo en
zijn brave mannen zijn geborgen, wij
zegevieren. Leve Spanje, vooruit Villa
nova! De zon is nog niet lang op, wij zul
len Montignoso verrassen.
Daar Rinaldo met de Villanova het kas
teel had verlaten, waren de achtergeble
ven mannen niet meer zoo op hun hoede,
als zij het hadden behooren te zijn.
Enkelen sliepen nog, anderen waren naar
de groote wapenzaal gegaan en hielden
zich daar onledig, terwijl zij hun ochtend-
maaltijd gebruikten, met hun geliefkoosde
spel, de zoogenaamde Morra, en zij lach
ten en schreeuwden naar hartelust, zon
der zich er in het minst om te bekomme
ren of het kasteel goed bewaakt werd.
De Villanova geleidde zijn bende door
het park, dat nog heel donker was. en na
dat zij afgestegen waren en de paarden in
het donkerste gedeelte vast gebonden had
den, kwamen zij in een woest struikgewas,
dat het achtergedeelte van het kasteel
omsloot, onopgemerkt, vlak bij een deurtje
dat half verborgen was in het groen van
doornrozen en eeuwenouden klimop.
Het kleine verroeste grendeltje werd
gemakkelijk opengebroken, de Villanova
met zijn handlangers bevonden zich op
het achter binnenplein.
Alles was stil hoewel slechts opper
vlakkig, kende de Villanova door de
mededeelingen zijner handlangers de in
wendige indeeling van het kasteel, hij
wist dus al spoedig den weg te vinden
naar een kleinen kelder, waaruit hij Ri
naldo had zien komen voor hun vertrek,
en hij vermoedde, niet ten onrechte, dat
de schatten zich daar bevonden.
Hij verspreidde zijn mannen en liet hen
post vatten bij de eerste, bij de tweede en
bij de kelderdeur. Nadat hij den steen
verwijderd had, die den kelder dicht en
onzichtbaar maakte, begaf hij zich alleen
naar beneden. Daar nam hij al het geld,
dat hij uit de tonnen, die daar stonden,
kon weghalen, en stopte het in twee lin
nen zakjes. Een ijzeren kist trok nog zijn
aandacht, maar die was te zwaar om zoo
maar mede te nemen, en hij wilde zijn
mannen niet roepen. Toen kwam hij weer
te voorschijn en zeide hun, dat er niet
veel was, in dat keldertje; hij liet hun
een van de linnen zakjes zien, het andere
was al in zijn diepe broekzakken geledigd.
Toen alles weer dicht was, gingen de
bandieten naar het bosch terug waar de
paarden stonden. De Villanova gaf iede-
ren man eenige goudstukken en hield het
andere voor zichzelf. Hij hoopte later nog
een beteren slag te slaan; dan zou hij het
ijzeren kistje uit den kelder halen en dat
ergens in het bosch begraven om het op
zijn gemak te openen en den inhoud te
bemachtigen.
Nu was het tijd om naar het schip te
rug te keeren en te zien wat met Rinaldo
en zijn mannen moest gedaan worden.
De Villanova nam met zijn kameraden
een langeren weg om niet voorbij dö
osteria bij Avenza te komen, -ij reden zoo
veel mogelijk door het bosch en gingen
tot Sarzana, een klein oud stadje, met het
schilderachtige fort Sarzanello.
Uit Sarzana heeft men links een
prachtig uitzicht op de marmergroeven
van Carrara, en rechts op de Golf van
Spezia.
Maar de Villanova was niet de man. om
de natuur te bewonderen. Hij was altijd
bezig met zichzelf, en de beste manier om
zijn doel te bereiken.
Hij voelde nu en dan in zijn zakje en be
rekende hoeveel geld hij zoowat kon heb
ben. Zou het genoeg zijn om naar
Spanje terug te keeren, zijn moeder ljij
zich te nemen en zijn oud vervallen slot
weer op te bouwen? Want. hoe vreemd
het ook moge schijnen, één snaar trilde
nog in zijn binnenste; één gevoel leefde
nog in de verdorven ziel. de liefde voor
zijn moeder! Hij vroeg zich niet af of het
goed was om te rooven anderen te be
driegen: het vonkje, dat in zijn ziel nog
wakker was, was niet sterk genoeg, om
als flambouw voor de waarheid te die
nen, maar het was toch niet uitgebluscht.
en zoolang bij een man de liefde voor
zijn moeder leeft, is alle hoop niet ver
loren; zijn ziel kan nog gered worden!
IX.
Uit het open venster, dat toegang ver
leende tot het balkon, leunde Silvia; door
de lichtgroene bladeren van een wingerd,
die zich om de marmeren pilaren slinger
de, leek haar bleek gezicht nog bleeker;
een vermoeide trek om haar mond gaf
iets ernstigs, iets angstigs tevens aan
haar voorkomen. Hare handen hingen
slap omlaag, samengevouwen als in
smeekend gebed. Haar blik dwaalde over
de blauwe zee bij de haven, over de Golf
van Genua
De kleine Alfonso ligt zwaar ziek op een
rustbed bij het open raam. De storm, die
gewoed heeft bij Avenza, had de reizigers
ook overvallen. De bliksem was in het
bosch, vlak bij hun rijtuig ingeslagen, en
de kleine jongen was zoo geschrokken, dat
hij sedert dien dag niet zonder koorts was
geweest.
Eindelijk was Genua bereikt en Silvia
begaf zich dadelijk naar haar tante, de
markiezin Spinola. die haar met open ar
men ontving, en in haar paleis eenige ka
mers aanbood. O. die eerste nacht, toen de
arme kleine, nu roerloos en dan weer on
rustig, in zijn bedje lag, zoo bleek, haar
aanstarend, zonder haar te herkennen! Zij
verliet hem geen oogenblik. telkens ijs-
compressen op zijn voorhoofd leggend. En
dan tuurde zij naar de zee de eeuwig on
rustig bewogen blauwe zeeEn zij
droomde al wakend van haar Walfried;
zij wilde hem door de kracht van haar
denken bij him kind roepen. Nu kon zij
niet verder naar hem toegaan. O, die
lange nacht, en dan die schemering, die
bange uren alleen, geheel alleen.
De markiezin Spinola was lief voor haar,
maar Silvia kende haar weinig en zij kon
haar hart niet bij haar uitstorten.
Zij had Gualtiero bevolen verder te
reizen naar Gent. Het had hem veel ge
kost om haar te verlaten, maar hij ge
hoorzaamde.
(Wordt vervolgd).