De Leidsche Stadhuisbouw Scherts In Schets. 72sle Jaargang DINSDAG 29 SEPTEMBER 1931 No. 21942 KLEINE ADVERTENTIES OP VRIJDAG 2 OCT. STADSNIEUWS. DE NIEUWE CHR. KWEEKSCHOOL Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. per regel voor advertentiën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:; Voor Leiden per 3 maanden 1.2.35, per week t.0.1 J Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18 Franco per post 1.2.35 -1- portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. Met het oog op den 3 October- Feestdag, die op Zaterdag valt, zullen wij in ons Blad van Vrijdag gelegenheid geven tot het plaatsen van Kleine Advertenties. Beleefd verzoeken wij ons deze reeds Donderdag ter plaatsing aan te bieden. DE DIRECTIE. TEEKENINGEN VAN OUD-LEIDEN. Een interessante serie. Deze week zal door de Vereeniging „Oud- Leiden een mappe worden uitgegeven, be vattende 14 reproducties van oude teeke- ningen van Leiden met eene afzonderlijke toelichting. Deze reproducties geven ge trouw de oorspronkelijke teekening weer; 4 in kleuren, 2 in bruin en 8 in zwart. De uitgave is mogelijk gemaakt door een legaat van wijlen Mr. Dr. J. C. Overvoorde en tot stand gebracht door Dr. Mr. J. W. "Verburgt. De collectie is bijeengebracht uit de prentverzameling van 't Gemeente- Archief, uit de Lakenhal en uit de parti culiere verzameling van Mr. G. A. E. B. Me/er te Utrecht en gereproduceerd door de firma L. van Leer te Amsterdam. De collectie bevat: De Rijnsburgsche poort in haar ouden toestand, bij de Turfmarkt, door Esaias van de Velde en in haar later stadium, ter plaatse van de buitensocieteit Amicitia, door J. E. la Fargue. Het Raadhuis in 1670, door Chr. Hagen en circa 1900 door J. P. C. Grolman. De Academie en Kruidhof op één blad, door Chr. Hagen. De Waag met Aalmarkt en Stille Rijn, van ^e Hoogstraat gezien, dateerend uit 1750 en de Vischmarkt met fontein, met gezicht op den Nieuwen Rijn en de Mare- kerk in het verschiet, uit 1759, beide ge- teekend door Jean de Beyer. Den Zoeterwoudschen Singel met den molen: „de Oranjeboom", in 1771; de Korte Mare met de Marepoort in 1778 en de Korte Mare met de Mare en de Mare- kerk in het verschiet in 1778, alle getee- kend door P. C. la Fargue. Ijsvermaak op het Galgewater met ge zicht op 't Kort Rapenburg en den Apo- thekersdijk, in 1774, door Jabes Heenck. Het Zuidertranseptfront van de Hoog- landsche Kerk in 1822 door J. Jelgerhuis. De westgevel der Pieterskerk met Grave- stein in het verschiet en de Hooglandsche Kerk met het Weeshuis, gezien van de Hooglandsche Kerkgracht, potloodteeke- ningen van H. P. Schouten. Deze collectie van oorspronkelijke Leid- sche teekeningen wordt in slechts 200 exemplaren uitgegeven, op een papier grootte van 40 bij 50 c.M. en zal vanaf 30 September geëxposeerd worden bij de beeren D. Sala en Zn., Breestraat 114 b en S. Bonte, Breestraat 127. De mappe is ver krijgbaar voorloopig alleen voor leden van Oud-Leiden, die door een circulaire nader zullen worden ingelicht, terwijl latere mededeelingen zullen volgen over de ver krijging voor niet-leden. Pleidooi van minister Terpstra voor behoud van den ouden gevel. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer J. Terpstra heeft j volgenden brief aan B. en W. gericht, die dezen gistermiddag in geheime zittng aan I den Raad hebben medegedeeld. Het vraagstuk van den stadhuisbouw in uwe gemeente, welks behandeling en ont wikkeling ik met groote belangstelling volg, geeft mij aanleiding het volgende onder uwe aandacht te brengen. De raad besloot het voorstel van de hee- ren Wilmer, Huurman en Wilbrink in handen van uw College te stellen om praeadvies. Dit voorstel heeft tot strek king verschillende architecten, waaronder den heer Dudok, opnieuw plannen te doen maken, eenerzijds met behoud van den ouden gevel, maar anderzijds ook zonder dezen. Het maakt alleen melding van het terrein van het reeds ingediend pltn- Dudok (al dan niet uitgebreid tot aan de Koornbrugsteeg). Voor zoover uit dit laat ste afgeleid mag worden, dat de Raad inmiddels althans tot de conclusie is ge komen, dat op deze plek in elk geval een aan behoorlijke eischen voldoend stadhuis kan komen, zoodat niet meer aan een ander terrein behoeft te worden gedacht, zou dit met betrekking tot het blijven voortbestaan van den ouden gevel voor mij een geruststelling inhouden ware het niet, dat juist de toevoegingen „zonder den ouden gevel" en „met nieuwen gevel" in de redactie van het voorstel mij met zorg vervullen. Deze woorden toch wijzen er op, dat men ook nu nog met de moge lijkheid van opoffering van den ouden monumentalen gevel rekening blijft houden. Natuurlijk is de raad vrij de beslissing te nemen, die hij het meest in het belang van de gemeente acht; kan hij zich niet vereenigen met het door den heer Dudok ingediend plan. dan zal niemand verlan gen. dat hij dit niettemin aanvaardt. Echter kan aan dit ontwerp, hoe men ook moge denken over de vraag, of het in zi.in vormgeving wel een voldoende bevredi gende aansluiting bij de omgeving brengt, m.i. de verdienste niet ontzegd worden, dat het althans de mogelijkheid heeft aangetoond om op dit terrein met behoud van den ouden gevel een behoorlijk stad huis op te richten. Men kan een tegen stander zijn van den stijl van den heer Dudok en vinden, dat deze zich niet eigent om in dit gedeelte van Leiden op zoo in het oog springende wijze tot uiting te worden gebracht, maar men kan. dunkt mij, niet ontkennen, dat zijn project een bouwkundige bevestiging is van de inder tijd door de Rijks-commissie voor de mo numentenzorg reeds uitgesproken mee ning, dat op deze plek het nieuwe stadhuis weer kan verrijzen en dat de oude be waard gebleven gevel daarin toepassing kan vinden. Ik vertrouw, dat de meerderheid van de Leidsche bevolking en haar vertegenwoor digers,, nu haar uit den ramp van 12 Fe bruari 1929 een zóó belangrijk en spre kend deel van haar raadhuis is overge bleven, dit gaarne definitief zal zien be houden en zoo luisterrijk mogelijk zal zien hersteld. Nu de uitvoerbaarheid hiervan is aangetoond, neem ik met stelligheid aarr, dat uw gemeentebestuur de oplossing zal vinden en aanvaarden, die dit herstel waarborgt. Echter dreigt de weg, dien de raad bij aanneming van het voorstel van de heeren Wilmer, Huurman en Wilbrink zou inslaan, zeer lang te worden en mag ik niet nalaten onder uw aandacht te brengen, dat dit een groot gevaar inhoudt voor den ouden, in zijn tegenwoordigen toestand niet tegen weer en wind bevei ligden gevel. Sinds den brand en het daarop gevolgd onderzoek van hetgeen overbleef van - het monument zijn reeds twee winters voorbijgegaan, waarin voch tigheid en vorst haar vernielenden invloed op de onbeschermde bouwresten hebben laten gelden. Reeds nu zal terdege reke ning moeten worden gehouden met de mogelijkheid, dat de toestand van den gevel zeer is achteruitgegaan. Wordt, na de noodige beraadslagingen over het aanhangig voorstel, dienovereenkomstig besloten, zoodat verschillende architecten uitgenoodigd worden plannen met en zon der den ouden gevel op te maken, dan staat wel vast. dat nogmaals eenige win ters over het onbeschermd monument zul len heengaan, alvorens inderdaad met uit voering kan v/orden begonnen Een der gelijk uitstel beteekent naar alle waar schijnlijkheid het aan ondergang prijs geven van het overblijfsel van zoo groote monumentale waarde. Ik kom daarom tot de vraag, of, in het belang van het behoud hiervan, het oogenblik niet aangebroken is om het vraagstuk tot eenvoudiger pro porties terug te brengen en te besluiten, dat het stadhuis, met toepassing van den ouden gevel zal verrijzen op het oude terrein, zoo noodig uitgebreid tot de Koornbrugsteeg Bij een dergelijke beperk te opdracht krijgt het monument zijn beste kans en zou overbodige, niettemin tijd en geld vereischende arbeid uitgeslo ten worden. Wanneer een uit monumentaal oogpunt uitermate belangrijk gemeente-eigendom op het spel staat, rust op de Regeering de plicht toe te zien, dat het blijvend voort bestaan ervan zoo eenigszins mogelijk ver zekerd zij. Nu de mogelijkheid hiervan in dit geval is aangetoond, voegt zich bij mijn overtuiging van de goede gezindheid van uw gemeentebestuur ten aanzien van het behoud van den gevel nog deze. dat de Regeering bezwaarlijk zou kunnen berus ten in eeiiige beslissing in anderen zin. Zijn er financieele moeilijkheden te overwin nen. dan toont de Regeering zich ge meenlijk bereid een gemeente, die eige nares is van een belangrijk monument, in de instandhouding daarvan geldelijk tege moet te komen. Ik wil gaarne, zoo dit noodig mocht blijken, nagaan, of er aan leiding is ook uwe gemeente bij het her stel en de consolideering van dit waarde vol monumentaal overblijfsel te steunen en over de vraag, of ook de provincie Zuid Holland dan bereid zou zijn te helpen, met Gedeputeerde Staten in overleg te treden. In het belang van het monument, dat in steeds sterkere mate met algeheelen ondergang bedreigd wordt, zoolang het niet in een nieuw opgetrokken bouwwerk is opgenomen en daarin steun en beschut ting vindt, dring ik aan op het volgen van den weg. die het spoedigst leidt tot alge- heele beveiliging daarvan. Ik machtig uw College den raad met den inhoud van dezen brief in kennis te stellen. VAN STAPEL LOOPEN RADIO-MISÈRE. BOUWVERGUNNING AAN „AMICITIA" VERLEEND. Zooals bekend heeft de Raad, in de zit ting van Maandag 24 Aug j.l. bij het aan houden van het voorstel in zake wijzi ging van de overeenkomst met de Socië teit „Amicitia", betreffende de uitgifte in erfpacht van een gedeelte grond nabij de Rijnsburgerbrug, tevens den wensch uit gesproken nog niet over te gaan tot het verleenen van een bouwvergunning aan de sociëteit Amicitia, teneinde het plan der S. D. A. P. een loyale kans te geven. Thans hebben B. en W. aan wie in dezen de bevoegdheid is echter aan Amicitia deze bouwvergunning verleend, van oordeel dat deze wettelijk niet lan ger was te onthouden. Naar wij vernemen zal zeer spoedig, j een raadsvergadering worden gehouden, waarin over de plaats van het nieuwe Stadhuis zal worden beslist. Zou het plan der S. D. A. P. door den J Raad worden aanvaard dan zouden met Amicitia nieuwe besprekingen moeten worden gevoerd over onteigening etc. Fnto's Bleu zé- Het gebouw der Chr, Kweekschool aan den Rijnsburgerweg nadert zijn voltooiing, Ergerlijke practijken van verkoopers en chicaneerende koopers. In het gebouw van den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken alhier verga derde gisteravond de Commissie ter be strijding van de Misstanden in hetVolks- credietwezen. Mr. dr. P. G. Knibbe opende de verga dering en gaf een kort overzicht van de tot heden bereikte resultaten. Hij memo reerde den gunstigen afloop van de reeds gevoerde actie en sprak er zijn voldoe ning over uit dat de naaimachinehandel thans geen reden tot klagen geeft. Uit alles is thans gebleken, dat het in die branche een uitzonderingsgeval betrof bij een onderneming, waar thans het bedrijf grondig gereinigd is en zelfs tegen de schuldigen bij de Justitie klachten zijn in gediend. Een gelukkige omstandigheid is dat is gebleken hoezeer het, blijvende vol komen binnen de grenzen der wet en zon der tot veel politie-maatregelen of veel processen zijn toevlucht te nemen, moge lijk is misstanden in een bepaalde branche uit den weg te ruimen. Blijkens verschillende klachten ligt echter helaas nog een groot arbeidsveld bloot. Inzonderheid het huurkoopsysteem schijnt in enkele takken van handel tot ernstige misbruiken aanleiding te geven. Daarmede wil spreker niet geacht wor den te behooren tot hen, die het afbeta lingsstelsel geheel zouden willen af schaffen. De uitwassen erin moeten ech ter zooveel mogelijk bestreden worden. Voor zoover het huurkoopsysteem in een bepaalde branche, of liever bij bepaalde firma's in enkele branches, het niet zon der die tot misbruik groote aanleiding gevende middelen jcan stellen, is bestrij ding noodzakelijk, totdat de vormen ge vonden zijn, die een goede ontwikkeling van het huurkoopsysteem waarborgen. Vanuit de radio-branche hebben de Commissie tal van klachten bereikt. Deze tak van handel levert evenwel veel meer moeilijkheden op dan de naaimachine handel. Voor de keuring van elk toestel is een deskundige noodig. Het verheugt spre ker daarom dat verschillende radio-tech nici zich gratis beschikbaar stelden voor het onderzoeken van die toestellen. Minstens even verheugend is het, dat de radiohandel, voor zoover deze zich heeft geuit, van harte het optreden van de Commissie toejuicht. Ook hier is gebleken dat aan het afbe talingsstelsel vele fouten, zoowel aan de zijde van de koopers als aan die van de verkoopers kleven. Talrijke koopers chica neeren en stellen vaak alles in 't werk om zich aan de nakoming van hun verplich tingen te kunnen onttrekken Hiertegen over staan echter ook ergerlijke practij ken van verkoopers, die de onwetende koopers bedreigen en in grove mate mis bruik maken van contracten, waarmede zij hun klanten practisch aan handen en voeten hebben gebonden. De klachten, welke over in huurkoop geleverde radio-toestellen worden inge diend, zijn grootendeels door de onpar tijdige experts onderzocht en juist be vonden. Zij komen hierop neer dat men aan eenvoudige lieden minderwaardige toestellen tegen hooge prijzen heeft op gedrongen en dat men. zich veilig wa nende achter de door huurkoopers getee- kende acten, na de plaatsing van het toe stel zich doof hield voor reclames en misbruik maakte van de cessie-acte. De heer v. d. Heijden, secretaris van het 3ureau voor Sociale Adviezen, gaf ver volgens een overzicht van de door zijn vereeniging gevoerde radio-cessie-proce- 1ure. Hij richtte enkele woorden van dank ran den werkgever, die, door zijn arbei der niet te ontslaan, het uitlokken van on beslissing mogelijk maakte en laakte :e lichtvaardige wijze, waarop vele men- -hen zich diep in de schuld steken. Mr. dr. Knibbe constateerde dat de in gediende klachten zich tot heden hebben gericht hoofdzakelijk tot twee bepaalde termijnzaken en dat bij de Kamer van Koophandel een klacht was ingediend BINNENLAND. De Minister van Onderwijs houdt een pleidooi voor behoud van den ouden gevel in het Leidsche Stadhuisvraagstuk. (1ste Blad). De vlootschouw op Schiphol; het lucht- vaartgedenkteeken onthuld (1ste Bïad). Vergadering van belanghebbenden bij de koersdaling van het Pond (Financiën, 2do Blad). Verhooging van het wisseldisconto der Nederlandsche Bank van 2 tot 3 pCt. (Financiën, 2de Blad). Vermindering der Indische pensioenen? (Uit Ned. Oost-Indië, 2de Blad). Te Kampen hebben drie banken de beta lingen gestaakt (Gemengd, 2de Blad). Algemeene vergadering van Nos Jungunt Rosae (Land- en Tuinbouw, 2de Blad). De minister van financiën heeft ver klaard, dat er geen gevaar is voor inflatie van het ruilmiddel; hij kan echter van geen der voorgestelde bezuinigingsmaat regelen afzien. (2de Blad). BUITENLAND. Het bezoek der Fransche ministers aan Berlijn. Een commissie ingesteld (Buitenl. lste Blad). Een compromis inzake de bewapenings- vacantie (Buitenland, lste Blad). Morgen beslissing inzake de Engelsche verkiezingen (Buitenl., 1ste Blad). Het Chineesch-Japansche conflict. (Bui tenland, lste Blad). betrekking hebbende op het ten onrechte gebruiken van den naam „ingenieurs bureau", welke aangelegenheid wat Lei den betreft tot tevredenheid inmiddels werd opgelost. Na een zeer geanimeerde bespreking besloot de Commissie overleg te plegen met den onlangs opgerichten Bond van belanghebbenden bij den verkoop op ter mijnbetaling en de drie Radio-Bonden alsmede met de Leidsche Installateurs- vereeniging, waarbij de meeste handela ren zijn aangesloten, van wie de secreta ris van de Commissie reeds verschillende brieven had ontvangen en te trachten gezamenlijk aan de wantoestanden een einde te maken. SOCIETAS PHILOLOGICA LUGDUNO- TRAIECTINA. Tachtigste bijeenkomst. De Sccietas philologica Lugduno- Traiect-ina heeft haar 80ste bijeenkomst gehouden te Utrecht, onder voorzitter- I schap van prof. dr. F. Muller Jzn. Dr. H. Oldewelt sprak over het mythe karakter der Ideeënleer. Het denken van I Plato draagt een sterk visionnair en tas tend karakter het wijst meer een richting aan dan het een resultaat bereikt. Daarom is in den zgn. mythus, die beeld- I spraak is en aan den droom gelijk, de zuiverste weergave te vinden van Plato's philosophic In het licht dier opvatting wordt de ideeënleer zelve bezien; ook zij I is in wezen mythe: haar grondslag is I sterk emotioneel; zij is een reactie op een j als vijandig gevoelde omgeving, een vlucht in een betere wereld, en ontleent dus haar waarde in de allereerste plaats aan den troost, dien zij brengt. Theorie en logica evenwel hebben haar te gronde gericht: toen Plato, ten deele door nood zaak gedrongen, de levende visie in koe ler reflexie trachtte vast te leggen, is de beeldspraak verstard, de mythe tot leer geworden. Prof. dl*. F. Muller Jzn sprak over de Suovetaurilladit herhaaldelijk op mo numenten afgebeelde driedubbele offer aan den vruchtbaarheidsgod Mars is tot dusver onverklaard gebleven; op grond van de gegevens verstrekt door eenige latijnsche en umbrische teksten, verder van wat ons aangaande de godentriaden 4uit Etrurië en het oudste Rome bekend is, mag als plausibele veronderstelling wor den uitgesproken, dat de verklaring ge zocht moet worden in Etrurische, dat is in Klein-Aziatische riten. Dr. W J W. Koster behandelde de vraag: Dactyl-epitriten of ionïsch- choriambische metra? Spreker laat eerst de verschillende antwoorden op deze voor de oudere Grieksche koorlyriek zoo be langrijke vraag, de revue passeeren en bestrijdt daarna meer in het bijzonder de opvatting van Blass, die de verzen ver klaren wilde als samengesteld uit ionici en choriamben: zij vindt hare definitieve weerlegging in een nauwlettend onder zoek der overgebleven verzen zelve, ter wijl daarbij tevens de grootere juistheid der oudere dactyl-epitritische theorie aan den dag treedt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1