vandaar dat overal óebruikt wordt! Koninklijk bezoek aan Amsterdam. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 September 1931 7Zste Jaargang Derde Blad No. 21938 MOTORVISSCHERSBOOT WRAK GESLAGEN TE KATWIJK FEIMllFTON. Het Geheim van de Oude Kast FINANCIËN. KERK- EN SCH001NIEIJWS De aankomst der Hooge Gasten. O BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK. EEN GROOTE SCHADEPOS T - INZITTENDEN GERED. Nadere vaststelling der verschuldigde rente. De Nederlandsche Bank maakt nader bekend, dat zij voor het oogenblik geen hcogere rente in rekening zal brengen dan volgens de tot nu toe geldende tarieven van de verschillende effectenvereenigingen verschuldigd zou zijn aan rente en pro visie, en dat zij derhalve voorloopig zal berekenen Aan alle personen en vennootschappen i in Nederland gevestigd: de officieele pro longatie rente plus 1,8 pCt.; aan de leden der Ver. v. d. Effectenhandelaren te Rot- I terdarn en van den Bond van den Geld- en Effectenhandel in de Provincie, alsmede die van de Ver. v d. Effectenhandel te Amsterdam, alsmede degenen die door de Ver. v. d. Effectenhandel te Amsterdam met de voorgaanden zijn gelijk gesteld; de officieele prolongatie rente plus 1,2 pCt.; aan de leden van de Ver. v. d. Effecten handel te Amsterdam: de officieele prolon gatie rente plus 0.6 pCt. DE TOESTAND IN NED. INDIë. Aneta meldde gisteren uit Batavia: De directie van de Javasche Bank ver gaderde hedenmorgen met de directies van de overige banken ter bespreking van den algemeenen politieken en economi- schen toestand. Geconstateerd werd dat de toestand voor Ned. Indië, hoewel moeilijk, geenszins zorgwekkend is, zoodat in den eerstkomenden tijd geen buitengewone maatregelen zullen behoeven 'te worden genomen. Besloten werd dat, wanneer zich eventueel moeilijkheden zouden voordoen, de banken elkaar en daardoor Ned. Indië zooveel mogelijk zullen steunen. De koers op Nederland werd vastgesteld op 100 3/4. Toen het motorvisschersbootje de K.W. 12 gistermiddag om half één de Buiten watering uitvoer, zal zijn eigenaar niet gedacht hebben, dat het korten tijd daar na wrak geslagen zou worden. Aan boord bevonden zich G. v. d. Oever, eigenaar van het vaartuig en M. v. Duyn. Toen het anker gelicht werd, stond er in de Buiten watering een sterke strooming, veroor zaakt door het spuien van Rijnland's stoomgemaal. Daarbij kwam nog, dat reeds werd uitgevaren, vóórdat het hoog water was. Buiten de hoofden gekomen, raakte het vaartuig weldra grond en zat een weinig bezijden het zuiderhoofd onwrikbaar vast. De branding deed haar werk. De luiken werden weggeslagen, manden kwa men buiten boord drijven, het achter schip werd vernield en een deel der ver schansing werd weggeslagen. Dat gebeur de reeds om kwart voor één. Langzamer hand liep de boot vol water en daar het water steeg, moest de bemanning, toen het om 2 uur vloed was, zich redden door op de giek te gaan staan. Honderden waren toegeloopen om het drama gade te slaan. Van den Oever en van Duyn bevonden zich in geen benijdbare positie. Door op spattend zeewater werden zij onophoude lijk bedekt; het was allerminst prettig voor den schipper, die daar zijn onver zekerd eigendom, als een speelbal der gol ven zag en die na zes weken ziek te zijn geweest, weer eens zijn eerste reis zou maken om wat te verdienen. Na het vallen van het water konden zij hun plaats op de giek verlaten en op het eek standplaats innemen. Ondertusschen had de heer B. Vis een haspel met lijn van de Katwijksche Reddingsbrigade ge haald. Deze werd afgerold en G. Vlieland van de Sluizen ging met de lijn te water en wist die over te gooien naar de K.W. 12, waar deze gegrepen werd en aan het vaartuig vastgemaakt. Er was nu verbin ding met den wal. In de Buitenwatering lag een vlet, met vereende krachten van velen werd deze uit het water getrok ken, over het zuiderhoofd geduwd en daarna weer te water gelaten. Langs de lijn werd de vlet naar het scheepje getrokken; de twee mannen, doornat van het zeewater en verkleumd van koude, sprongen er in en om kwart voor vier waren zij behouden aan wal, Omringd door een dichte drom menschen, spoedden zij zich naar huis. Zooals gezegd, de K.W. 12 was niet ver zekerd. Als het vaartuig verloren is, zal dit voor van den Oever een schadepost van ongeveer f. 5000 beteekenen; er stond een motor in van f.2500. Kan het vaartuig nog gerepareerd worden, dan zal ook daar een groote som mee ge moeid zijn. Later vernamen wij nog, dat v. d. Oever, die pas ziek was geweest, direct naar bed moest gaan wegens de opge- loopen koude. RECLAME. 4323 DE NIEUWE MARGARINE Met den sneltrein van 2.30 uur uit Apeldoorn welke te 4.19 uur aan het Cen traal Station arriveerde, is gisteren de Koningin, in gezelschap van de Prinses, in de hoofdstad gearriveerd. Het Konink lijk salonrijtuig reed door tot voor het bij de koninklijke wachtkamer afgezette ge deelte van het eerste perron, waarop een iooper was uitgelegd. Verschillende milit. en burgerlijke autoriteiten waren ter ont vangst van de hooge bezoeksters aanwezig, o w. de Commissaris der Koningin in N.- Holland, jhr. mr. dr. A. Röell, burgemees ter de Vlugt, de garnizoenscommandant, overste Rouffaer, de commandant van de marine te Willemsoord, Schout bij Nacht C. J. E. Brutel de la Rivière, de onder commandant van de marine te Amster dam, kapitein ter zee H. A. Romswinckel en de opperbevelhebber van de eerste mi litaire af deeling, generaal Quanjer. Prins Hendrik was even te voren aangekomen en was mede ter begroeting aanwezig. De 7-jarige Annetje Swaving en de 6- jarige Mieke ter Haar, kleindochtertjes van oud-wethouder Ter Haar boden de Koningin en de Prinses bloemen aan. Na zich in de Kon. wachtkamer eenige oogenbiikken met verschillende auto riteiten te hebben onderhouden, begaven de vorstelijke personen zich met het ge volg naar den uitgang, waar onder de peristyle de met den rooden bok bereden calèche gereed stond. Het Stationsplein was op de gebruikelijke wijze afgezet; achter de afzettingen stond een vrij dichte menigte nieuwsgierigen, waaruit gejuich opsteeg, toen de Koninklijke stoet, welke door een afdeeling militaire politie werd voorafgegaan, zich in beweging stelde. Langs het Damrak, waar ook honderden belangstellenden een plaatsje hadden ge vonden, werd in gestrekte galop naar den Dam gereden. Daar was het reeds te om streeks drie uur zeer vol, honderden had den zich hier opgesteld, in afwachting van de aankomst van de Koninklijke familie. Te ruim vier uur was de Dam stampvol, terwijl honderden zich ook voor de vensters en op de daken van de omliggende gebou- wen bevonden. Te ongeveer vier uur speelde het carillon het Wilhelmus, de eerewacht samengesteld uit manschappen van de school voor verlofsofficieren te Kampen, onder bevel van kapitein A. K. Langenhaven stelde zich op, terwijl ook de muziek van het vijfde regiment infan terie voor het paleis postvatte. Te even voor half vijf was het oogenblik daar. dat de stoet op den Dam arriveerde. Onder luid gejuich van de menigte zwenk ten de rijtuigen voor het paleis. Vriende lijk dankend bogen Hare Majesteit en Prinses Juliana, terwijl Prins Hendrik die de admiraalsuniform droeg, salueerde. De wacht presenteerde het geweer, terwijl de muziek het Wilhelmus speelde. De Stan daard werd op het Paleis geheschen. Onder liet publiek bevond zich blijkbaar een troepje communistische elementen, hier en daar werd de „Internationale" aangeheven, die echter door het Wilhelmus en het hoera-geroep verre werd overstemd. Direct na aankomst vertoonde de Konin klijke familie zich op het balcon, waar zij luide werd toegejuicht. Nadat de Ko ninklijke familie zich naar binnen had begeven werd het publiek tot voor de kleine steentjes toegelaten. Het militair escorte rukte in. De wacht werd betrokken door manschappen van cle school voor ver lofsofficieren. Nog geruimen tijd bleef het op den Dam zeer druk. Gedurende en na aankomst bevond zich een sterke politie macht in de omgeving van het paleis. Te half zes verleende de Koningin audiëntie aan de gemeentebesturen van Haarlem, .Hilversum, Velsen, Alkmaar en Bussum, alsmede aan de burgemeesters van verschillende andere gemeenten in de provincie Noord-Holland. Om dezelfde reden, die oorzaak was dat het avondfeest en de diner^ ten paleize tijdens het Koninklijk bezoek niet door gaan zal ook het voorgenomen bezoek aan den Stadsschouwburg op Maandagavond a.s. (de gala-voorstelling van de Konink lijke Vereeniging „Het Nederlandsch Too- neel") niet plaats vinden. Oorspronkelijke schets in ouden trant door A. DUYTS—GAYDOU. 2) III. Een kleine stoet bewoog zich statig langs den weg, die naar de oude kathe draal leidde. Het was de bruiloftsstoet van Silvia, de jongste dochter van den graaf di Montignoso, die in het huwelijx trad met den markies Wallfried, een af stammeling van het huis d'Este. Dit vorstenhuis voerde reeds dezen naam in 1097 onder Oberto Azzo., die zich graat van Lungiana en heer d'Este noemde. Het is een feit, dat uit dit huis de Duitsche tak der Welfen is gesproten, door Guelfo IV. zoon van Oberto Azzo, die Hertog van Beieren werd De macht van het huis d'Este vermeerderde onder Obizzo IV, die Modema en Reggio ver overde, Borso (14501471) was de eerste die den titel van Hertog ontving; zijn broeder Hercules I en Alfonso I, die tot tweede vrouw de beroemde Lucrezia Bor gia had, verleenden aan hun huis nieu wen luister. Hercules de Tweede (15341558), zoon van Alfonso de Eerste, was getrouwd met Renata, dociiter van Lodewijk XII van Frankrijk, die den hervormer Calvin en den dichter Marot beschermde, te Ferrara ontving, en partij trok voor hun leer. Zij werd ook als Kettersche van haar gemaal en kinderen gescheiden. Haar zoon Al fonso II bracht Ferrara tot het toppunt van roem. Hij was de beschermer van Torquato Tasso; zijn zuster Eleonora is welbekend door haar ongelukkige liefde voor den grooten dichter. Het plantsoen op den Dam was heden avond door een Amsterdamsche firma met een drieduizend ouderwetsche vetpot jes verlicht. In het midden was een groote W. aangebracht. Deze verlichting die door het stille weer goed slaagde, trok een groot aantal belangstellenden naar den Dam. Het was daardoor den geheelen avond vol op het plein. Het publiek bleef er als het ware hangen, te meer omdat zich ook een aantal opgeschoten jongens onder de menigte mengden, die poogden relletjes uit te lokken. Het publiek wacht te als het ware af, wat zou kunnen ge beuren. De politie trad zeer tactvol op, Tegen middernacht was de gewone rust op den Dam weergekeerd. Bezoek aan het Schecpvaarthuis. Hedenmiddag te kwart over twee is H. M. de Koningin, in gezelschap van den Prins en de Prinses, uitgereden voor het maken van een rijtoer door de stad en het brengen van een bezoek aan het Scheepvaarbhuis op den hoek van de Prins Hendrikkade en den Binnenkant. Langs Mozes en Aaronstraat, N.Z. Voor burgwal, en Martelaarsgracht reed de stoet over de Westelijke toegangsbrug het Stationseiland op en vervolgens via het Westelijke viaduct naar de De Ruyter- kade. Toen de stoet langs de Oosterdoks- kade naar de Prins Hendrikkade reed, was hier weer het aardige beeld van de op het dek en in het want joelende jongens van het opleidingsvaartuig „Pollux". Aan den ingang van het Scheepvaart huis werden de vorstelijke bezoekers ont vangen door het bestuur van deze instel ling, bestaande uit de heeren J. van Has selt, A. F. Bronsing, en J. D. Brand. In de passageafdeeling stond een maquette van het gebouw en het was op deze plaats, dat de heer Van Hasselt Hare Majesteit inlichtte over het Scheepvaarthuis en zijn bewoners, de verschillende reederijen, te weten de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, de Stoomvaart Maatschappij „Nederland", de Koninklijke Paketvaart Maatschappij en de Java ChinaJapan-lijn. Hij geleidde daarna de Koningin naar de eerste verdieping, naar de kantoren van zijn eigen maatschappij, de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. De heer Bronsing verge zelde de Prinses, terwijl De Brand den Prins tot gids strekte. In de directiekamer stelde de heer Van Hasselt als oudste aanwezige directeur zijn mede-directeuren voor, de heeren D. Hudig, S. M. D. Valstar en J. J. Jonkheer. Vervolgens gaf hij de Koningin een over zicht van den omvang en de organisatie van het bedrijf zijner maatschappij, aan de hand van twee tableaux en twee aan schouwelijke voorstellingen. Duidelijk kon H. M. zien waar zich op het oogenblik de schepen der maatschappij, zoowel in als buiten Europa bevinden. Door enkele kantoorlokalen, waar zich het personeel bij het passeeren eerbiedig verhief, ging men naar de tweede ver dieping. waar het bedrijf van de Stoom vaart Maatschappij „Nederland" geves tigd is. Hier wachtte de directie der Maat schappij, bestaande uit de heeren P. E. Tegelberg, M. C. Koning, J. F. van Hengel, A. F. Bronsing en mr. D. A. Delprat. De stoet begaf zich vervolgens naar de vergaderzaal der maatschappij, waar aan de Koningin vertoond werd de portretten galerij van alle commissarissen en direc teuren. Verder waren hier neergelegd eeni ge documenten betrekking hebbend op de oprichting, o.a. een paar brieven van den oom der Koningin, Prins Hendrik, mede oprichter en eere-voorzitter der Maat schappij uit den jare 1874. H. M. werd aan de hand van verschillende grafieken en andere voorstellingen door de directeu ren ingelicht over den tegenwoordigen toestand van het bedrijf. Door een der kantoorafdeelingen werd de tocht naar de derde verdieping voortgezet, waar de Koningin werd ontvangen door den direc teur der Koninklijke Paketvaart Maat schappij en den onder-directeur, resp. de heeren J. D. Brand en C. ten Poorten. In de directiekamer werd aan de vorstelijke bezoekers een voorstelling gegeven van de In het jaar 1597 werd Ferrara aan het hertogdom ontnomen. Daar Alfonso II geen kinderen had ging de hertogelijke kroon van Reggio en Modena over in handen van Cesare d'Este, een natuur lijken zoon van Alfonso I. Het huis stierf uit in 1803 met Hercules III, thans is er niets meer over van het eens zoo beroemde vorstenhuis d'Este, maar de prachtige en blijvende monu menten van kunst en litteratuur doen ons met veel sympathie en liefde denken aan het beroemde huis, dat zooveel wilskracht toonde om zijn macht te handhaven en te vermeerderen. De deugden van Renata, Hertogin van Ferrara, haar naastenliefde, de vrijheid van gedachte, die ze voor zich zelf verlangde en in anderen eerbie- digde, en eindelijk haar leed, hebben haar tot een van die figuren gemaakt, waar van de naam niet zal worden vergeten. Silvia en Wallfried hadden elkaar ont moet aan het hof te Modena, waar Graaf di Montignoso een gunsteling was. Na eenige jaren had zich de oude Graaf in zijn kasteel Montignoso bij Massa-Car- rara teruggetrokken met de jonge Silvia, de laatste dochter, die nog thuis was. En nu had zij haar hart en heur hand aan den knappen Wallfried geschonken. Hij had haar lief en had haar menig so- netto d'amore opgedragen. Hoe fijn en vorstelijk zag zij er uit in haai lange witsatijnen robe, met een rand hermelijn omzoomd; haar jeugd, haar schoonheid waren de edelgesteen ten, die haar versierden: een zeer fijne kanten sluier viel in lange soepele plooien om haar heen, heur blonde lokken als met een nevel bedekkend. Een geur van oranjebloesem door drong de lucht. Het was in den tijd, dat de oranjeboom in vollen bloei staat. Fe bruari is in die bevoorrechte streken al een lentemaand en de boomgaarden zijn een weelde van zachte oranjebloemen en glinsterende oranjebladeren. De stoet vervolgde zijn weg; geen drukte ontwikkeling van de Paketvaart in de latere jaren. Tenslotte begaven de hooge bezoekers zich naar de groote vergaderzaal van het gebouw met haar gebeeldhouwde betim meringen en herinneringen aan de ont dekkingsreizen van Magelhaen, Columbus en Houtman en waar kasten met allerlei voorwerpen den rijkdom der Molukken en de kunst uit Suriname vertegenwoordig den. Hier werd de heer P. J. Roosegaarde Bisschop, directeur van de Java-China- Japan-lijn aan de Koningin voorgesteld. De jongedames Heldring en Tegelberg boden hier aan de Vorstin en aan de Prinses ruikers aan. Bij het vertrek stond het geheele perso neel, 550 man teilend, langs den ouden Buitenkant opgesteld en speelde het fan farecorps van het kadepersoneel van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij. het Wilhelmus. Terwijl een hartelijk gejuich opklonk trok de stoet via Prins Hendrikkade, Schip persgracht, Heerengracht, Amstel en Re- guliersgrac.ht naar de Weteringschans, vanwaar over de brug van het Rijksmu seum, langs Stadhouderskade, Leldsche Boschje, Leidscheplein. Keizersgracht en Vijzelstraat het Rokin bereikt werd. Via Spui. Nieuwe Zijds Voorburgwal en Paleis straat keerde de koninklijke stoet naar het paleis op den Dam terug. BELEENINGEN NED HERV KERK. Beroepen: te Beemster ds. J. M. Dooren- bos te Kollum; te Dussen J. A. ten Bokkel Huinink, te Numansdorp; te Garrelsweer J. J. Talens, te Bierum (toez.). Aangenomen: naar Den Haag (als hu:p- pred.) A. Sonneveld, cand. te Voorburg; naar Utrecht (als hulppred.) J. W. v. Hell en Ph. Scheeres, beiden cand. aldaar. Bedankt: voor Gouderak en voor Aspe- ren A. H. J. G. v. Voorthuizen, te Lage Vuursche; voor Vinkeveen A. M. den Oud sten, te Elburg; voor Enter H. Haselager, te Baambrugge. GEREF. KERK. Beroepen: te Watergraafsmeer (2e pred. plaats) G. C, Berkouwer, te Oudehorne, Aangenomen: naar 's Gravendeel J. M. Spier, te Dussen (N, Br.). van equipages, geen haastig gedraaf. Vooruit liepen een paar jonkvrouwen, trouwe vriendinnen van de bruid, dan kwam zij, de parel, van het huis Montig noso; haar fijne slanke hand in de strenge hand haars vaders, den nog knappen ouden graaf. Vier kleine pages droegen den langen sleep en vier kleine meisjes droegen guirlandes van witte bloemen; eenige familieleden volgden, en twee oude knechten sloten den stoet. Toen men het portaal van de kerk had bereikt, knielde het lieve bruidje op de stoep van het .godshuis neer, terwijl de jonge meisjes hun bloemenkransen boven haar hoofd hielden, totdat de oude bis schop met de koorknapen haar tegemoet trad, haar zegende en haar den trouw ring aan den vinger schoof. Een zacht orgelspel begeleidde den bruidstoet naar het altaar, waar de jongelieden de trouw belofte zouden bevestigen. Heeft ooit een bruid naar die orgelmu ziek geluisterd? Die veel zeggende muziek? De vermaning, die er uit spreekt, de aan moediging, de troost, de waarschuwing, dat het wellicht van korten duur zal zijn. De plechtigheid is afgeloopen. De jonge gravin di Montignoso is nu markiezin Wallfried geworden; het geluk omstraalt haar voorhoofd en zij reikt de hand aan haar gemaal, die haar langzaam onder de toner, van een jubelzang uit de kerk ge leidt. Het oude kasteel Montignoso, dat daar zoo statig op den hoogsten berg troont, dagteekent nog uit den tijd van de Longo- barden; na vele herstellingen staat het nog stevig en rechtop; nu is het in feest dos; banieren van verschillende kleuren en wapens van veie geslachten versieren de torens en wapperen van het paviljoen en de kanteelen; een vroolijk hoornge schal verkondigt het heugelijk feit, en een zwerm knechten en pages is druk in de weer. De ruime wapenzaal is met bloemen en planten versierd; een groote tafel is met de weelde, die in die tijden bij den rijken adel gebruikelijk was, gedekt. De armen werden niet vergeten; een groot aantal werklieden en boeren kwamen hun jonge meesteres gelukwenschen en ontvingen uit haar hand geld en geschenken. Na het feestmaal trokken de jongge huwden zich in het gedeelte van het oude kasteel terug, dat hun als voorloopig ver blijf was aangewezen. Geniet zoolang ge kunt van uw samenzijn, laat geen on- eenigheid uwe mooie jonge liefde verbit teren. Het wreede leven zal wel zorgen voor sombere bange dagen en de tijd zal, helaas, spoedig genoeg aanbreken, waarin uw geluk verstoord zal wordenMaar laten wij de gebeurtenissen niet vooruit- loopen De kleine stad Massa di Carrara ge naamd, om haar te onderscheiden van een paar andere Massa's ips een van de aar digste kleine steden, die ik ken. Zij ligt aan een kleine rivier, of liever berg stroom. de Frigido, aldus genaamd, omdat het water ijskoud is. Men beweert, dat een flesch, die in de kleine bron, den oor sprong van de Frigido, gedompeld wordt, aan stukken barst. Deze eigenaardige stad is half op den berg gebouwd, de laatste vertakking der Appenijnen. Het prachtige hertogelijke paleis, dat het laatst door prinses Baciocchi (Eiisa Bonaparte) bewoond werd, bevindt zich op de Piazza. De kathedraal waarin het huwelijk van Silvia voltrokken werd, is helaas verdwe nen. Prinses Elisa liet haar afbreken om meer uitzicht op de piazza te hebben! La ter werd er een eenvoudige kerk der Franciscanen gesticht. In den voorgevel is een eigenaardig voorportaal; een ronde boog, gedragen door gedraaide kolommen, zeker het eenige overgeblevene uit de prachtige middeleeuwsche kathedraal. De piazza, die met oranjeboomen be plant is, levert een eigenaardig en karak teristiek schouwspel op; al die boomen met hun geurende bloesems, en in het late najaar, met de oranjeappels, die in volle rijpheid zoo heerlijk neerhangen, terwijl er soms tusschen door nog bloemen zijn, dat alles wekt inderdaad terecht de be wondering der vreemdelingen. De zoogenaamde orti, boomgaarden, zijn bijna uitsluitend met olijven en oranjeboomen beplant, en het contrast tusschen die twee plantensoorten is merk waardig. Het grauwe blad van den olijf boom steekt somber af tegen de glinste rende oranjebladeren, die veel levendiger zijn met hun witte' geurende bloemen, een symbool der jeugd, der hoop; ook de olijf boom heeft zijn bloemen, maar bijna on zichtbaar, kleine groengele trosjes, die veel zachter rieken, een symbool van vrede, van trouw, van wijsheid. Een echt lokaal karakter hebben de bronnen. Men vindt ze op verschillende punten der stad; vrouwen gaan er heen om water te halen met groote koperen emmers, die ze sierlijk op het hoofd dra gen zonder een druppel te morsen, met de op de heupen rustende gebogen armen; de bovenrok een weinig van voren op getrokken en van achteren vastgespeld, om meer vrijheid van beweging te heb ben; men kan daardoor hunnen fijne rechte beenen bewonderen, die meestal bloot zijn, zoowel als den plastisch wei- gevormden voet met dunnen en toch ster ken enkel. Hun namen hebben iets poëtisch: daar gaat de slanke Stella (ster), een jong meisje met goudbruine oogen, en met on telbare kleine krulletjes van donkerblond haar, die als een krans onder de secchia (emmer) haar fijne kopje omringen En Benedetta (gezegende) zoo helder, en altijd glimlachend Maar ik laat mij weer meesleepen door eigen herinneringen Gouden, zonnige dagen, gij zijt voor immer voorbij! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9