vandaar dat
overal óebruikt wordt!
Koninklijk bezoek aan Amsterdam.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 September 1931
7Zste Jaargang
Derde Blad
No. 21938
MOTORVISSCHERSBOOT WRAK GESLAGEN TE KATWIJK
FEIMllFTON.
Het Geheim van de Oude Kast
FINANCIËN.
KERK- EN SCH001NIEIJWS
De aankomst der Hooge Gasten.
O
BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.
EEN GROOTE SCHADEPOS T - INZITTENDEN GERED.
Nadere vaststelling der verschuldigde
rente.
De Nederlandsche Bank maakt nader
bekend, dat zij voor het oogenblik geen
hcogere rente in rekening zal brengen dan
volgens de tot nu toe geldende tarieven
van de verschillende effectenvereenigingen
verschuldigd zou zijn aan rente en pro
visie, en dat zij derhalve voorloopig zal
berekenen
Aan alle personen en vennootschappen i
in Nederland gevestigd: de officieele pro
longatie rente plus 1,8 pCt.; aan de leden
der Ver. v. d. Effectenhandelaren te Rot- I
terdarn en van den Bond van den Geld- en
Effectenhandel in de Provincie, alsmede
die van de Ver. v d. Effectenhandel te
Amsterdam, alsmede degenen die door de
Ver. v. d. Effectenhandel te Amsterdam
met de voorgaanden zijn gelijk gesteld; de
officieele prolongatie rente plus 1,2 pCt.;
aan de leden van de Ver. v. d. Effecten
handel te Amsterdam: de officieele prolon
gatie rente plus 0.6 pCt.
DE TOESTAND IN NED. INDIë.
Aneta meldde gisteren uit Batavia:
De directie van de Javasche Bank ver
gaderde hedenmorgen met de directies
van de overige banken ter bespreking van
den algemeenen politieken en economi-
schen toestand. Geconstateerd werd dat de
toestand voor Ned. Indië, hoewel moeilijk,
geenszins zorgwekkend is, zoodat in den
eerstkomenden tijd geen buitengewone
maatregelen zullen behoeven 'te worden
genomen. Besloten werd dat, wanneer zich
eventueel moeilijkheden zouden voordoen,
de banken elkaar en daardoor Ned. Indië
zooveel mogelijk zullen steunen.
De koers op Nederland werd vastgesteld
op 100 3/4.
Toen het motorvisschersbootje de K.W.
12 gistermiddag om half één de Buiten
watering uitvoer, zal zijn eigenaar niet
gedacht hebben, dat het korten tijd daar
na wrak geslagen zou worden. Aan boord
bevonden zich G. v. d. Oever, eigenaar
van het vaartuig en M. v. Duyn. Toen het
anker gelicht werd, stond er in de Buiten
watering een sterke strooming, veroor
zaakt door het spuien van Rijnland's
stoomgemaal. Daarbij kwam nog, dat
reeds werd uitgevaren, vóórdat het hoog
water was.
Buiten de hoofden gekomen, raakte het
vaartuig weldra grond en zat een weinig
bezijden het zuiderhoofd onwrikbaar
vast. De branding deed haar werk. De
luiken werden weggeslagen, manden kwa
men buiten boord drijven, het achter
schip werd vernield en een deel der ver
schansing werd weggeslagen. Dat gebeur
de reeds om kwart voor één. Langzamer
hand liep de boot vol water en daar het
water steeg, moest de bemanning, toen
het om 2 uur vloed was, zich redden door
op de giek te gaan staan. Honderden
waren toegeloopen om het drama gade te
slaan.
Van den Oever en van Duyn bevonden
zich in geen benijdbare positie. Door op
spattend zeewater werden zij onophoude
lijk bedekt; het was allerminst prettig
voor den schipper, die daar zijn onver
zekerd eigendom, als een speelbal der gol
ven zag en die na zes weken ziek te zijn
geweest, weer eens zijn eerste reis zou
maken om wat te verdienen.
Na het vallen van het water konden zij
hun plaats op de giek verlaten en op het
eek standplaats innemen. Ondertusschen
had de heer B. Vis een haspel met lijn
van de Katwijksche Reddingsbrigade ge
haald. Deze werd afgerold en G. Vlieland
van de Sluizen ging met de lijn te water
en wist die over te gooien naar de K.W.
12, waar deze gegrepen werd en aan het
vaartuig vastgemaakt. Er was nu verbin
ding met den wal. In de Buitenwatering
lag een vlet, met vereende krachten van
velen werd deze uit het water getrok
ken, over het zuiderhoofd geduwd en
daarna weer te water gelaten.
Langs de lijn werd de vlet naar het
scheepje getrokken; de twee mannen,
doornat van het zeewater en verkleumd
van koude, sprongen er in en om kwart
voor vier waren zij behouden aan wal,
Omringd door een dichte drom menschen,
spoedden zij zich naar huis.
Zooals gezegd, de K.W. 12 was niet ver
zekerd. Als het vaartuig verloren is, zal
dit voor van den Oever een schadepost
van ongeveer f. 5000 beteekenen; er
stond een motor in van f.2500. Kan het
vaartuig nog gerepareerd worden, dan
zal ook daar een groote som mee ge
moeid zijn.
Later vernamen wij nog, dat v. d.
Oever, die pas ziek was geweest, direct
naar bed moest gaan wegens de opge-
loopen koude.
RECLAME.
4323
DE NIEUWE MARGARINE
Met den sneltrein van 2.30 uur uit
Apeldoorn welke te 4.19 uur aan het Cen
traal Station arriveerde, is gisteren de
Koningin, in gezelschap van de Prinses,
in de hoofdstad gearriveerd. Het Konink
lijk salonrijtuig reed door tot voor het bij
de koninklijke wachtkamer afgezette ge
deelte van het eerste perron, waarop een
iooper was uitgelegd. Verschillende milit.
en burgerlijke autoriteiten waren ter ont
vangst van de hooge bezoeksters aanwezig,
o w. de Commissaris der Koningin in N.-
Holland, jhr. mr. dr. A. Röell, burgemees
ter de Vlugt, de garnizoenscommandant,
overste Rouffaer, de commandant van de
marine te Willemsoord, Schout bij Nacht
C. J. E. Brutel de la Rivière, de onder
commandant van de marine te Amster
dam, kapitein ter zee H. A. Romswinckel
en de opperbevelhebber van de eerste mi
litaire af deeling, generaal Quanjer. Prins
Hendrik was even te voren aangekomen en
was mede ter begroeting aanwezig.
De 7-jarige Annetje Swaving en de 6-
jarige Mieke ter Haar, kleindochtertjes
van oud-wethouder Ter Haar boden de
Koningin en de Prinses bloemen aan.
Na zich in de Kon. wachtkamer eenige
oogenbiikken met verschillende auto
riteiten te hebben onderhouden, begaven
de vorstelijke personen zich met het ge
volg naar den uitgang, waar onder de
peristyle de met den rooden bok bereden
calèche gereed stond. Het Stationsplein
was op de gebruikelijke wijze afgezet;
achter de afzettingen stond een vrij dichte
menigte nieuwsgierigen, waaruit gejuich
opsteeg, toen de Koninklijke stoet, welke
door een afdeeling militaire politie werd
voorafgegaan, zich in beweging stelde.
Langs het Damrak, waar ook honderden
belangstellenden een plaatsje hadden ge
vonden, werd in gestrekte galop naar den
Dam gereden. Daar was het reeds te om
streeks drie uur zeer vol, honderden had
den zich hier opgesteld, in afwachting van
de aankomst van de Koninklijke familie.
Te ruim vier uur was de Dam stampvol,
terwijl honderden zich ook voor de vensters
en op de daken van de omliggende gebou-
wen bevonden. Te ongeveer vier uur
speelde het carillon het Wilhelmus, de
eerewacht samengesteld uit manschappen
van de school voor verlofsofficieren te
Kampen, onder bevel van kapitein A. K.
Langenhaven stelde zich op, terwijl ook
de muziek van het vijfde regiment infan
terie voor het paleis postvatte.
Te even voor half vijf was het oogenblik
daar. dat de stoet op den Dam arriveerde.
Onder luid gejuich van de menigte zwenk
ten de rijtuigen voor het paleis. Vriende
lijk dankend bogen Hare Majesteit en
Prinses Juliana, terwijl Prins Hendrik die
de admiraalsuniform droeg, salueerde. De
wacht presenteerde het geweer, terwijl de
muziek het Wilhelmus speelde. De Stan
daard werd op het Paleis geheschen.
Onder liet publiek bevond zich blijkbaar
een troepje communistische elementen,
hier en daar werd de „Internationale"
aangeheven, die echter door het Wilhelmus
en het hoera-geroep verre werd overstemd.
Direct na aankomst vertoonde de Konin
klijke familie zich op het balcon, waar
zij luide werd toegejuicht. Nadat de Ko
ninklijke familie zich naar binnen had
begeven werd het publiek tot voor de
kleine steentjes toegelaten. Het militair
escorte rukte in. De wacht werd betrokken
door manschappen van cle school voor ver
lofsofficieren. Nog geruimen tijd bleef het
op den Dam zeer druk. Gedurende en na
aankomst bevond zich een sterke politie
macht in de omgeving van het paleis.
Te half zes verleende de Koningin
audiëntie aan de gemeentebesturen van
Haarlem, .Hilversum, Velsen, Alkmaar en
Bussum, alsmede aan de burgemeesters
van verschillende andere gemeenten in
de provincie Noord-Holland.
Om dezelfde reden, die oorzaak was dat
het avondfeest en de diner^ ten paleize
tijdens het Koninklijk bezoek niet door
gaan zal ook het voorgenomen bezoek aan
den Stadsschouwburg op Maandagavond
a.s. (de gala-voorstelling van de Konink
lijke Vereeniging „Het Nederlandsch Too-
neel") niet plaats vinden.
Oorspronkelijke schets in ouden trant
door A. DUYTS—GAYDOU.
2)
III.
Een kleine stoet bewoog zich statig
langs den weg, die naar de oude kathe
draal leidde. Het was de bruiloftsstoet
van Silvia, de jongste dochter van den
graaf di Montignoso, die in het huwelijx
trad met den markies Wallfried, een af
stammeling van het huis d'Este.
Dit vorstenhuis voerde reeds dezen
naam in 1097 onder Oberto Azzo., die zich
graat van Lungiana en heer d'Este
noemde.
Het is een feit, dat uit dit huis de
Duitsche tak der Welfen is gesproten, door
Guelfo IV. zoon van Oberto Azzo, die
Hertog van Beieren werd De macht van
het huis d'Este vermeerderde onder
Obizzo IV, die Modema en Reggio ver
overde, Borso (14501471) was de eerste
die den titel van Hertog ontving; zijn
broeder Hercules I en Alfonso I, die tot
tweede vrouw de beroemde Lucrezia Bor
gia had, verleenden aan hun huis nieu
wen luister.
Hercules de Tweede (15341558), zoon
van Alfonso de Eerste, was getrouwd met
Renata, dociiter van Lodewijk XII van
Frankrijk, die den hervormer Calvin en
den dichter Marot beschermde, te Ferrara
ontving, en partij trok voor hun leer. Zij
werd ook als Kettersche van haar gemaal
en kinderen gescheiden. Haar zoon Al
fonso II bracht Ferrara tot het toppunt
van roem.
Hij was de beschermer van Torquato
Tasso; zijn zuster Eleonora is welbekend
door haar ongelukkige liefde voor den
grooten dichter.
Het plantsoen op den Dam was heden
avond door een Amsterdamsche firma
met een drieduizend ouderwetsche vetpot
jes verlicht. In het midden was een groote
W. aangebracht. Deze verlichting die door
het stille weer goed slaagde, trok een
groot aantal belangstellenden naar den
Dam. Het was daardoor den geheelen
avond vol op het plein. Het publiek bleef
er als het ware hangen, te meer omdat
zich ook een aantal opgeschoten jongens
onder de menigte mengden, die poogden
relletjes uit te lokken. Het publiek wacht
te als het ware af, wat zou kunnen ge
beuren. De politie trad zeer tactvol op,
Tegen middernacht was de gewone rust op
den Dam weergekeerd.
Bezoek aan het Schecpvaarthuis.
Hedenmiddag te kwart over twee is H.
M. de Koningin, in gezelschap van den
Prins en de Prinses, uitgereden voor het
maken van een rijtoer door de stad en
het brengen van een bezoek aan het
Scheepvaarbhuis op den hoek van de
Prins Hendrikkade en den Binnenkant.
Langs Mozes en Aaronstraat, N.Z. Voor
burgwal, en Martelaarsgracht reed de
stoet over de Westelijke toegangsbrug het
Stationseiland op en vervolgens via het
Westelijke viaduct naar de De Ruyter-
kade. Toen de stoet langs de Oosterdoks-
kade naar de Prins Hendrikkade reed, was
hier weer het aardige beeld van de op het
dek en in het want joelende jongens van
het opleidingsvaartuig „Pollux".
Aan den ingang van het Scheepvaart
huis werden de vorstelijke bezoekers ont
vangen door het bestuur van deze instel
ling, bestaande uit de heeren J. van Has
selt, A. F. Bronsing, en J. D. Brand. In de
passageafdeeling stond een maquette van
het gebouw en het was op deze plaats,
dat de heer Van Hasselt Hare Majesteit
inlichtte over het Scheepvaarthuis en zijn
bewoners, de verschillende reederijen, te
weten de Koninklijke Nederlandsche
Stoomboot Maatschappij, de Stoomvaart
Maatschappij „Nederland", de Koninklijke
Paketvaart Maatschappij en de Java
ChinaJapan-lijn. Hij geleidde daarna de
Koningin naar de eerste verdieping, naar
de kantoren van zijn eigen maatschappij,
de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot
Maatschappij. De heer Bronsing verge
zelde de Prinses, terwijl De Brand den
Prins tot gids strekte.
In de directiekamer stelde de heer Van
Hasselt als oudste aanwezige directeur
zijn mede-directeuren voor, de heeren D.
Hudig, S. M. D. Valstar en J. J. Jonkheer.
Vervolgens gaf hij de Koningin een over
zicht van den omvang en de organisatie
van het bedrijf zijner maatschappij, aan
de hand van twee tableaux en twee aan
schouwelijke voorstellingen. Duidelijk kon
H. M. zien waar zich op het oogenblik de
schepen der maatschappij, zoowel in als
buiten Europa bevinden.
Door enkele kantoorlokalen, waar zich
het personeel bij het passeeren eerbiedig
verhief, ging men naar de tweede ver
dieping. waar het bedrijf van de Stoom
vaart Maatschappij „Nederland" geves
tigd is. Hier wachtte de directie der Maat
schappij, bestaande uit de heeren P. E.
Tegelberg, M. C. Koning, J. F. van Hengel,
A. F. Bronsing en mr. D. A. Delprat.
De stoet begaf zich vervolgens naar de
vergaderzaal der maatschappij, waar aan
de Koningin vertoond werd de portretten
galerij van alle commissarissen en direc
teuren. Verder waren hier neergelegd eeni
ge documenten betrekking hebbend op de
oprichting, o.a. een paar brieven van den
oom der Koningin, Prins Hendrik, mede
oprichter en eere-voorzitter der Maat
schappij uit den jare 1874. H. M. werd
aan de hand van verschillende grafieken
en andere voorstellingen door de directeu
ren ingelicht over den tegenwoordigen
toestand van het bedrijf. Door een der
kantoorafdeelingen werd de tocht naar
de derde verdieping voortgezet, waar de
Koningin werd ontvangen door den direc
teur der Koninklijke Paketvaart Maat
schappij en den onder-directeur, resp. de
heeren J. D. Brand en C. ten Poorten. In
de directiekamer werd aan de vorstelijke
bezoekers een voorstelling gegeven van de
In het jaar 1597 werd Ferrara aan het
hertogdom ontnomen. Daar Alfonso II
geen kinderen had ging de hertogelijke
kroon van Reggio en Modena over in
handen van Cesare d'Este, een natuur
lijken zoon van Alfonso I.
Het huis stierf uit in 1803 met Hercules
III, thans is er niets meer over van het
eens zoo beroemde vorstenhuis d'Este,
maar de prachtige en blijvende monu
menten van kunst en litteratuur doen ons
met veel sympathie en liefde denken aan
het beroemde huis, dat zooveel wilskracht
toonde om zijn macht te handhaven en
te vermeerderen. De deugden van Renata,
Hertogin van Ferrara, haar naastenliefde,
de vrijheid van gedachte, die ze voor
zich zelf verlangde en in anderen eerbie-
digde, en eindelijk haar leed, hebben haar
tot een van die figuren gemaakt, waar
van de naam niet zal worden vergeten.
Silvia en Wallfried hadden elkaar ont
moet aan het hof te Modena, waar Graaf
di Montignoso een gunsteling was. Na
eenige jaren had zich de oude Graaf in
zijn kasteel Montignoso bij Massa-Car-
rara teruggetrokken met de jonge Silvia,
de laatste dochter, die nog thuis was.
En nu had zij haar hart en heur hand
aan den knappen Wallfried geschonken.
Hij had haar lief en had haar menig so-
netto d'amore opgedragen.
Hoe fijn en vorstelijk zag zij er uit in
haai lange witsatijnen robe, met een
rand hermelijn omzoomd; haar jeugd,
haar schoonheid waren de edelgesteen
ten, die haar versierden: een zeer fijne
kanten sluier viel in lange soepele plooien
om haar heen, heur blonde lokken als
met een nevel bedekkend.
Een geur van oranjebloesem door
drong de lucht. Het was in den tijd, dat
de oranjeboom in vollen bloei staat. Fe
bruari is in die bevoorrechte streken al
een lentemaand en de boomgaarden zijn
een weelde van zachte oranjebloemen en
glinsterende oranjebladeren.
De stoet vervolgde zijn weg; geen drukte
ontwikkeling van de Paketvaart in de
latere jaren.
Tenslotte begaven de hooge bezoekers
zich naar de groote vergaderzaal van het
gebouw met haar gebeeldhouwde betim
meringen en herinneringen aan de ont
dekkingsreizen van Magelhaen, Columbus
en Houtman en waar kasten met allerlei
voorwerpen den rijkdom der Molukken en
de kunst uit Suriname vertegenwoordig
den. Hier werd de heer P. J. Roosegaarde
Bisschop, directeur van de Java-China-
Japan-lijn aan de Koningin voorgesteld.
De jongedames Heldring en Tegelberg
boden hier aan de Vorstin en aan de
Prinses ruikers aan.
Bij het vertrek stond het geheele perso
neel, 550 man teilend, langs den ouden
Buitenkant opgesteld en speelde het fan
farecorps van het kadepersoneel van de
Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij.
het Wilhelmus.
Terwijl een hartelijk gejuich opklonk
trok de stoet via Prins Hendrikkade, Schip
persgracht, Heerengracht, Amstel en Re-
guliersgrac.ht naar de Weteringschans,
vanwaar over de brug van het Rijksmu
seum, langs Stadhouderskade, Leldsche
Boschje, Leidscheplein. Keizersgracht en
Vijzelstraat het Rokin bereikt werd. Via
Spui. Nieuwe Zijds Voorburgwal en Paleis
straat keerde de koninklijke stoet naar het
paleis op den Dam terug.
BELEENINGEN
NED HERV KERK.
Beroepen: te Beemster ds. J. M. Dooren-
bos te Kollum; te Dussen J. A. ten Bokkel
Huinink, te Numansdorp; te Garrelsweer
J. J. Talens, te Bierum (toez.).
Aangenomen: naar Den Haag (als hu:p-
pred.) A. Sonneveld, cand. te Voorburg;
naar Utrecht (als hulppred.) J. W. v.
Hell en Ph. Scheeres, beiden cand. aldaar.
Bedankt: voor Gouderak en voor Aspe-
ren A. H. J. G. v. Voorthuizen, te Lage
Vuursche; voor Vinkeveen A. M. den Oud
sten, te Elburg; voor Enter H. Haselager,
te Baambrugge.
GEREF. KERK.
Beroepen: te Watergraafsmeer (2e pred.
plaats) G. C, Berkouwer, te Oudehorne,
Aangenomen: naar 's Gravendeel J. M.
Spier, te Dussen (N, Br.).
van equipages, geen haastig gedraaf.
Vooruit liepen een paar jonkvrouwen,
trouwe vriendinnen van de bruid, dan
kwam zij, de parel, van het huis Montig
noso; haar fijne slanke hand in de strenge
hand haars vaders, den nog knappen
ouden graaf. Vier kleine pages droegen
den langen sleep en vier kleine meisjes
droegen guirlandes van witte bloemen;
eenige familieleden volgden, en twee oude
knechten sloten den stoet.
Toen men het portaal van de kerk had
bereikt, knielde het lieve bruidje op de
stoep van het .godshuis neer, terwijl de
jonge meisjes hun bloemenkransen boven
haar hoofd hielden, totdat de oude bis
schop met de koorknapen haar tegemoet
trad, haar zegende en haar den trouw
ring aan den vinger schoof. Een zacht
orgelspel begeleidde den bruidstoet naar
het altaar, waar de jongelieden de trouw
belofte zouden bevestigen.
Heeft ooit een bruid naar die orgelmu
ziek geluisterd? Die veel zeggende muziek?
De vermaning, die er uit spreekt, de aan
moediging, de troost, de waarschuwing,
dat het wellicht van korten duur zal zijn.
De plechtigheid is afgeloopen. De jonge
gravin di Montignoso is nu markiezin
Wallfried geworden; het geluk omstraalt
haar voorhoofd en zij reikt de hand aan
haar gemaal, die haar langzaam onder de
toner, van een jubelzang uit de kerk ge
leidt.
Het oude kasteel Montignoso, dat daar
zoo statig op den hoogsten berg troont,
dagteekent nog uit den tijd van de Longo-
barden; na vele herstellingen staat het
nog stevig en rechtop; nu is het in feest
dos; banieren van verschillende kleuren
en wapens van veie geslachten versieren
de torens en wapperen van het paviljoen
en de kanteelen; een vroolijk hoornge
schal verkondigt het heugelijk feit, en een
zwerm knechten en pages is druk in de
weer.
De ruime wapenzaal is met bloemen en
planten versierd; een groote tafel is met
de weelde, die in die tijden bij den rijken
adel gebruikelijk was, gedekt. De armen
werden niet vergeten; een groot aantal
werklieden en boeren kwamen hun jonge
meesteres gelukwenschen en ontvingen uit
haar hand geld en geschenken.
Na het feestmaal trokken de jongge
huwden zich in het gedeelte van het oude
kasteel terug, dat hun als voorloopig ver
blijf was aangewezen. Geniet zoolang ge
kunt van uw samenzijn, laat geen on-
eenigheid uwe mooie jonge liefde verbit
teren. Het wreede leven zal wel zorgen
voor sombere bange dagen en de tijd zal,
helaas, spoedig genoeg aanbreken, waarin
uw geluk verstoord zal wordenMaar
laten wij de gebeurtenissen niet vooruit-
loopen
De kleine stad Massa di Carrara ge
naamd, om haar te onderscheiden van een
paar andere Massa's ips een van de aar
digste kleine steden, die ik ken. Zij ligt
aan een kleine rivier, of liever berg
stroom. de Frigido, aldus genaamd, omdat
het water ijskoud is. Men beweert, dat een
flesch, die in de kleine bron, den oor
sprong van de Frigido, gedompeld wordt,
aan stukken barst.
Deze eigenaardige stad is half op den
berg gebouwd, de laatste vertakking der
Appenijnen.
Het prachtige hertogelijke paleis, dat
het laatst door prinses Baciocchi (Eiisa
Bonaparte) bewoond werd, bevindt zich
op de Piazza.
De kathedraal waarin het huwelijk van
Silvia voltrokken werd, is helaas verdwe
nen. Prinses Elisa liet haar afbreken om
meer uitzicht op de piazza te hebben! La
ter werd er een eenvoudige kerk der
Franciscanen gesticht. In den voorgevel is
een eigenaardig voorportaal; een ronde
boog, gedragen door gedraaide kolommen,
zeker het eenige overgeblevene uit de
prachtige middeleeuwsche kathedraal.
De piazza, die met oranjeboomen be
plant is, levert een eigenaardig en karak
teristiek schouwspel op; al die boomen
met hun geurende bloesems, en in het late
najaar, met de oranjeappels, die in volle
rijpheid zoo heerlijk neerhangen, terwijl
er soms tusschen door nog bloemen zijn,
dat alles wekt inderdaad terecht de be
wondering der vreemdelingen.
De zoogenaamde orti, boomgaarden,
zijn bijna uitsluitend met olijven en
oranjeboomen beplant, en het contrast
tusschen die twee plantensoorten is merk
waardig. Het grauwe blad van den olijf
boom steekt somber af tegen de glinste
rende oranjebladeren, die veel levendiger
zijn met hun witte' geurende bloemen, een
symbool der jeugd, der hoop; ook de olijf
boom heeft zijn bloemen, maar bijna on
zichtbaar, kleine groengele trosjes, die
veel zachter rieken, een symbool van
vrede, van trouw, van wijsheid.
Een echt lokaal karakter hebben de
bronnen. Men vindt ze op verschillende
punten der stad; vrouwen gaan er heen
om water te halen met groote koperen
emmers, die ze sierlijk op het hoofd dra
gen zonder een druppel te morsen, met de
op de heupen rustende gebogen armen;
de bovenrok een weinig van voren op
getrokken en van achteren vastgespeld,
om meer vrijheid van beweging te heb
ben; men kan daardoor hunnen fijne
rechte beenen bewonderen, die meestal
bloot zijn, zoowel als den plastisch wei-
gevormden voet met dunnen en toch ster
ken enkel.
Hun namen hebben iets poëtisch: daar
gaat de slanke Stella (ster), een jong
meisje met goudbruine oogen, en met on
telbare kleine krulletjes van donkerblond
haar, die als een krans onder de secchia
(emmer) haar fijne kopje omringen
En Benedetta (gezegende) zoo helder, en
altijd glimlachend
Maar ik laat mij weer meesleepen door
eigen herinneringen
Gouden, zonnige dagen, gij zijt voor
immer voorbij!
(Wordt vervolgd).