KERK- EN SCHOOLNIEUWS WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN. FAILLISSEMENTEN. SCHEEPSTIJDINGEN. UIT DE OMSTREKEN. der medici, het is 826, d. w. z. ten naaste bij een derde van het totaal der inge schrevenen en bijna gelijk aan de getallen der juristen en natuurfilosofen te zamen geteld. Deze zijn nl. resp. 472 en 478. Dan volgen de vereenlgde faculteiten van rechten en letteren met 387. dan de lit teratoren met 295 en tenslotte de theologen met 105. Laat ons hopen dat de qualiteit dezer laatsten hun getalszwakte eenigs- zins moge vergoeden, of nog liever, dat hun aantal weer moge toenemen en dus de Leidsche Universiteit te beter beantwoor den aan haar oorspronkelijke bestemming. Ik mag U niet te zeer met statische cijfers vermoeien, maar wil toch nog vermelden dat onder de ingeschrevenen van dit jaar 639 vrouwelijke studenten waren tegen 636 in 't vorig studiejaar. Het aantal van hen die voor de eerste maal werden ingeschre ven. bedroeg 596 tegen 618 in 1929—'30. Onder die 596 spannen de juristen de kroon met 155, dan komen de medeci met 135, vervolgens de natuurfilosofen met 104, de indologen met 96, de litteratoren met 85 en de theologen met 21 Terwijl het getal der ingeschrevenen gestadig toeneemt, houdt dat der gepro moveerden geen gelijken tred. Wel toont de afgeloopen cursus met 57 promoties een toename van 5 bij den vorigen cursus ver geleken. Maar gaan we iets verder terug, dan vinden wij cijfers van 66 en 69. Be klaagde de Rector Wensinck zich drie jaar geleden dat slechts ongeveer 15°/» van de aankomende studenten promoveert, nu is het percentage gedaald tot 10°/». Terwijl het een halve eeuw geleden nog als regel gold dat een student zijn akademische studie met een promotie bekroonde en een studie zonder die bekroning als onvol- tooid werd beschouwd, is promoveeren nu 1 een uitzondering geworden. Ja, het dreigt zelfs te worden tot een zeldzaamheid. Nu baat het, vrees ik, niet veel of men den studenten al voorhoudt, dat het toch zoo aardig en nuttig is een boekje te schrijven. Wij mogen gerust aannemen, dat niet uit eigen voorkeur zulk een over- groote meerderheid onze studenten zich onthoudt van het verwerven van den be geerlijken doctorstitel. Het is ongetwijfeld de ekonomisch nood die een groot deel van hen dwingt zich daaraan te onttrekken. In dit verband zou de vraag mogen wor den gesteld, in hoeverre bij ons Onderwijs de noodlottige neiging zich doet gelden om de exameneischen te verzwaren en ten gevolge daarvan den duur der studie te verlengen. Een vraag, waarvan de beant woording een uitgebreid onderzoek zou vereischen en die ik dan ook niet waag hier te beantwoorden. Dan is er nog iets. Door genoegen te nemen met een dissertatie van goeden in houd maar beperkten omvang (dus eenigs- zins in Duitschen trant) zal men wellicht het promoveeren kunnen bevorderen. Het is ten slotte een proefschrift, waarom het te doen is. Ik weet niet in hoeverre deze opmerkin gen eenig nut kunnen hebben. Misschien mag ik de zaak aanbevelen in de belang- l stelling van hen, die het aangaat. De ekonomische nood, dien ik in dit verband heb genoemd heeft in elk geval dit verblijdend resultaat gehad dat het type van den student van het tiende plus zooveelste jaar, die uit den treure in de Universiteit, of juister de Sociëteit, bleef hangen, uitgestorven schijnt. Men krijgt den indruk, dat er in 't algemeen naar wordt gestreefd binnen redelijken tijd af te studeeren. Dat er desalniettemin een opgewekt studentenleven heerscht, daar van heb ik gedurende mijn Rectoraat meermalen getuige mogen zijn. Hoe heuglijk het zijn moge deze uitingen van een opgewekt studentenleven als Rector te mogen bijwonen, toch zijn in mijn oog de teekenen van meeleven der studenten met hun Universiteit, het zich Academie-burger voelen van nog grooter gewicht. Daarom is het mij een groot ge noegen hier te wijzen op de oprichting van het Leidsch Universiteits-Blad, waar toe drie studenten, de heeren J, R. van Blom. W. S. A. Colenbrander en J. C. van Leur het initiatief hebben genomen. Moge hun beroep op de academische docenten niet te vergeefs gedaan zijn en moge het blad., waarvan het eerste nummer weldra zal verschijnen, vele jaren van bloei te- i gemoet gaan. Ook anderszins gaven de Leidsche stu denten blijk van belangstelling in Univer- siteits-zaken zoowel als in aangelegen heden van meer algemeen belang. Hier van spreekt het adres van de theologische faculteit der Leidsche studenten aan den Minister van Onderwijs inzake de opvol ging van professor De Graaf, onderzljds het adres van 500 studenten dezer Univer siteit aan den Gemeenteraad betreffende het Stadhuis-vraagstuk. Het is goed dat de aandacht van een student zich niet beperke binnen den te engen kring van club- of corporatiever- band. Het is goed dat hij ook oog hebbe voor de zaken van stad en land en voor de nog wijdere internationale aangelegen heden. Ik denk hier niet in de eerste plaats aan de gulle gastvrijheid aan vreem delingen binnen de Leidsche studenten gemeenschap bewezen. Het is waar dat deze steeds warme waardeering vind. Bo venal sympathiek was de ontvangst bereid aan de Duitsche studenten, die den va- cantiecursus in October van het vorig jaar kwamen bijwonen. Ik herinner mij ook het woord van een Franschen gast. die. onthaald op de Sociëteit Minerva, met eenige verwon dering uitriep: ..On diralt que la Hollande est un pays viticole!" Hier valt nog te noemen het ..Leidsche Fonds voor vreemde studenten", in den afgeloopen cursus gesticht. Van de zijde der Leidsche studenten heeft dit fonds ongeveer f. 450 ontvangen, waarvan het grootste deel gebruikt Is ten bate van Bul- gaarsche studenten in overleg met de ..International Student Service" te Genève Nu ik aan het einde van mijn jaarver slag ben gekomen, rest mij alleen het rectoraat aan mijn opvolger over te dra gen. Waarde Blanksma, de samenwerking met u gedurende het afgeloopen jaar zal mij steeds in aangename herinnering blij ven. Nimmer hebt gij een oogenblik ge aarzeld de veelvuldige plichten der re presentatie, die het gebruik ook den se cretaris oplegt, te vervullen. Gij deedt dit niet met berusting, maar met blijmoedig heid. zelfs waar gij uw laboratorium er voor in de steek moest laten. En dat zegt veel. Uw groote bescheidenheid zal het u wellicht vreemd doen vallen als Rector zij het dan ook als primus inter pares de eerste plaats onder ons in te nemen. Maar ik ben overtuigd dat, waar het de belangen der Universit-it geldt, wij er op kunnen rekenen dat gij ze met kracht en waardigheid zult voorstaan. Met den wensch. dat onder uw beleid de Leidsche Hoogeschool moge bloeien, begroet ik u als Rector Magnificus. PREDIKBEURT. BODEGRAVEN. Geref. Gein. Dinsdagnam. 7 1/4 uur ds. J. Vreugdenhil van Bruinisse. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Delfshaven, J. H. W. War ners. te Geervliet; J. S. Hartjes, te Vlis- singen; W. A. Zeydner. te Dedemsvaart. Beroepen: Te Hellevoetsluis, G. Barger Ez„ pred Evang. te Haarn. Aangenomen: Naar Hierden, W, Rijns burger te Polsbroek. Bedankt: Voor Randwijk, J. H. Koster te Montfoort. Voor Heteren, J. H. Koster, te Montfoort. GEREF KERKEN. Aangenomen: Naar Nieuwerkerk (Z.), M. Heuzeveldt, cand. te Rotterdam. Bedankt: Voor Pijnacker-Nootdorp, M. Heuzeveldt, cand. te Rotterdam. AFSCHEID Dr. C. J. VINKESTEYN. Benoemd tot commandeur in de orde van Oranje Nassau. Te 'sGravenhage nam Zaterdagmiddag dr. C. J. Vinkesteyn, de bekende inspec teur der gymnasia, wien op zijn verzoek per 1 September j.l. eervol ontslag werd verleend, officieel afscheid. Twee, onaf hankelijk van elkaar gevormde comité's hadden in de Aula van het Eerste Haag- sche gymnasium aan de Laan van Meer- dervoort aldaar een afscheidsbijeenkomst belegd, waaraan tal van vooraanstaande figuren uit de onderwijswereld deelnamen. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. J. Terpstra, was per soonlijk tegenwoordig en voorts waren er o.m. minister van Staat dr. J. Th. de Visser oud-minister van Onderwijs, jhr. mr. C. Feith, secretaris-generaal van 't departe ment van Onderwijs, K. en W„ mr. H. P. Marchant, wethouder van Onderwijs in Den Haag. prof. Van Poelje, chef van de gemeentelijke afdeeling Onderwijs te dezer stede, dr. Van der Meulen, oud-wet houder van Onderwijs alhier, dr. G. H. Coops, rijksinspecteur van het middelbaar onderwijs, dr. E. H. Renkema, de nieuw benoemde inspecteur der gymnasia, de heer J. van Andel, inspecteur der lycea en voorts vele rectoren en leeraren uit het geheele land. Nadat de voorzitter van het huldigings- comité uit het Genootschap van leeraren aan Nederlandsche gymnasia, dr. De Jong uit Leiden, de talrijke aanwezigen had welkom geheeten en woorden van dank en hulde tot dr. Vinkesteyn, die deze plechtigheid met zijn familie bijwoonde, had gesproken, bracht minister Terpstra den scheidenden inspecteur namens de regeering dank voor de voortreffelijke lei ding, die hij jarenlang aan de scholen voor klassiek onderwijs gegeven heeft. Sedert 1908 heeft dr. Vinkesteyn zijn plicht met bewonderenswaardige nauwge zetheid vervuld, zeide de minister „Van uw gave kennis en uw gerijpt oordeel heeft het departement dankbaar geprofiteerd. Het moge u gegeven zijn nog langen tijd van een welverdiende rust te genieten." Ten slotte deelde de minister nog mede, dat het de Koningin behaagd had dr. Vin kesteyn te benoemen tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau. „Moge dit eereteeken u nog vele jaren sieren", zoo besloot de heer Terpstra. Mr. Mees, president-curator te Rotter dam. sprak namens de curatoren in Neder land en als vriend: spr.'s eerste kennis making met dr. Vinkesteyn dateert van 1873, toen zij te zamen de banken van het Erasmiaansch gymnasium te Rotterdam bezetten. De groote kennis, die de oud inspecteur van scholen en toestanden overal in den lande had, maakte, dat hij de meest deskundige adviezen kon geven. Namens de curatoren van 64 gymnasia en lycea bood mr. Mees dr. Vinkesteyn een cadeau in portefeuille aan en een album met de namen der schenkers. Dr. Beversen uit Leiden sprak daarna voor de ge committeerden bij de eindexamens en haalde verschillende herinneringen op uit zijn studententijd, dr. Coops, inspecteur M.O., huldigde zijn oud-collega, met wien hij het onmogelijk altijd eens kon zijn: „als ik het tegendeel beweerde, zou toch niemand het gelooven". zeide dr. Coops, hetgeen groote hilariteit veroorzaakte; dr. Bosselaar uit Leiden sprak afscheidswoor den namens de Vereeniging van rectoren en conrectoren in Nederland en bood als stoffelijk blijk van dank een divan en een klok aan, dr. C. P. Gunning, rector van het Amsterdamsche lyceum, wees er op, dat de lycea onder het inspectoraat van dr Vinkesteyn juist meerderjarig zijn ge worden. ..Wellicht wordt ons daarom nu meer vrijheid toegestaan," merkte spr. op. Nadat dr Renkema als opvolger van dr. Vinkesteyn nog enkele woorden had ge sproken. bood dr. De Jong namens het huldigingscomité een geschenk onder cou vert aan, dat vergezeld ging van een al bum met de namen der gevers. In zijn rede, waarin hij al den sprekers dank bracht, zeide dr. Vinkesteyn met ver heffing van stem, dat Nederland zijn klas sieke opleiding in hooge eer moet houden, want onze cultuur Is grootendeels geba seerd op de klassieken Het succes in zijn leven schreef spr. toe aan zijn groote liefde voor zijn ambt en voor de klassieke opleiding. Op het gebied van het Grieksch heeft Nederland een naam op te houden, zeide dr. Vinkesteyn. Laat de lycea, gelijk dr. Gunning het ook uitdrukte, onder de leiding der gymnasia blijven werken, want als zij zelfstandige inrichtingen willen worden met een eigen leerplan en een eigen eindexamen, moet die band verbro ken worden, hetgeen mij verkeerd voor komt. Spr. verklaarde het inspectoraat met leed neer te leggen. Zijn zware taak. die veel tijd van hem vergde en die zijn vrouw wel eens de verzuchting had doen slaken: „Jij werkt altijd maar voor het rijk" had spr. steeds met liefde vervuld. Hierna namen de aanwezigen persoon lijk afscheid van den afgetreden inspec teur. 35. Karei en Tuimeltje zochten onder het water een mooi plekje op, waar de meeste visschen kwamen. Karei deed een stukje brood aan een touwtje en gaf dat Tui meltje in zijn hand. Dat moet je nou vasthouden, zei hij tegen Tuimeltje en dan zul je zien, dat de visschen er van zelf aan komen hangen. Zoo gezegd, zoo gedaan. Tui meltje ging op een steen zitten en liet het touwtje lustig heen en weer gaan. 36. Ha. in de verte zag ie een groote visch. Nou. dacht Tuimeltje, als ik die vang, zullen ze in het paleis opkijken. Maar Tuimeltje zou die groote visch nooit vangen, want met een reuze vaart kwam het beest op Tuimeltje af en in plaats van in het touwtje te bijten, kwam hij recht op de baard van Tuimeltje toe en beet die half af. Op het zelfde oogenblik greep er een visch naar zijn neus en voelde hij dat er iemand aan zijn muts zat te trekken. DE WIJZIGING DER L.O.-WET. Het hoofdbestuur van „Volksonderwijs" heeft de hoofdbesturen van de Onderwijs- en Onderwijzersverenigingen, politieke partijen en vakcentrales ultgenoodigd tot een bespreking op 3 October te Amsterdam teneinde te komen tot een gezamenlijke actie tegen de voorgestelde wijziging der L.O.-wet 1920. Uitgesproken: F. de Haas. veehouder, Zwammerdam, Straatweg B 98. R.-c. jhr. mr. Th. W. C. Calkoen, cur. mr. C. M. Loeff, Boskoop. In de week van 1419 September zijn in Nederland uitgesproken 61 faillissementen. ROTT. LLOYD. DEMPO. uitr., 18 Sept. v. Marseille. KERTOSONO, uitr., pass. 18 Sept. Kaap del Anni. KOTA AGOENG, thuisr,, pass. 19 Sept. Gibraltar. KOTA NOPAN, 19 Sept. v. Batavia n. R'dam MIJ. NEDERLAND. JOHAN DE WITT, uitr., pass. 19 Sept Ouessant. PRINS DER NEDERLANDÈN, thuisr., 18 Sept. v. Singapore. MIJ. OCEAAN. ORESTES 18 Sept. v Yokohama n, R'dam PEISANDER, 19 Sept. v. Java te Amst. HOLLAND-AMERIKA LIJN. STATENDAM te R'dam; passagiersont- scheping 20 Sept. v.m. 8 uur. VOLENDAM 19 Sept. v. R'dam ru New York. MAASDAM, thuisr. 18 Sept. te Havana. EDAM, uitr., 18 Sept. v. Havanna. BOSCHDIJK uitr., 18 Sept. v. Antwerpen, pass. 19 Sept. Vlissingen. DINTELDIJK. thuis^., 18 Sept. te Los Angelos. DAMSTERDIJK, uitr., 18 Sept. te Los Angelos. DELFTDIJK, uitr., 18 Sept. v. Swansea. DRECHTDIJK, thuisr., 16 Sept. v. Cristobal JAVA-NEW YORK LIJN. CLYTONEUS, 18 Sept. van Belawan n. New York. SALEIER, vertrekt 22 Sept. van Batavia n. New York. KON. NED. STOOMB. MIJ. TRITON 18 Sept. v Malaga n. Motril. VULCANUS. 18 Sept. v. R'dam n, Middl.Zee ORPHEUS, vertr. 22 'Sept. v. Danzig n. Amst MINERVA, 23 Sept. v. Zwarte Zee te Amst. verw. OBERON, vertr. ca. 22 Sept. v. Cadix n. Amst. THESEUS, 22 Sept. v. Danzig te Amst. TITUS 21 Sept. v. Hamburg te Amst. verw. HERCULES, vertr. ca. 22 Sept. v. Alexan- drië n. Amst. AJAX 19 Sept. v. Middl.Zee te Amst, FAUNA 19 Sept. v. Amst. n. Hamburg. HOLLAND—O. AZIE LIJN. OLDEKERK, 19 Sept. v R'dam te Amst. OUDERKERK, uitr., 18 Sept. te Genua. HOLLAND-AFRIKA LIJN. N1JKERK, uitr., 20 Sept. te Antwerpen verwacht. MAASKERK. wordt 19 Sept. n.m. te Amst. verwacht. AMSTELKERK. uitr., 18 Sept. v. Accra. REGGESTROOM, uitr., 14 Sept. v. Freetown KIJPFONTETN. uitr., 19 Sept. te Us Palmas. N1EUWKERK 17 Sept. v. Port Amelia n. Mikindani. SPRINGFONTEIN, thuisr., 19 Sept. te Port Said verwacht. MELISKERK, uitr., 21 Sept. te Kaapstad verwacht. DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN. LEONORA 12 Sept, v. R'dam te Algiers. VINSTRA 17 Sept. v. Calcutta n. R'dam. TAIWAN. 15 Sept. v. Cebu n. R'dam. WEST MAXIMUS, 15 Sept. v. Galveston n. R'dam. DESSAU 17 Sept. v. Saigon n. R'dam. AGIRE MENDI. 14 Sept. v. R'dam te San Nicolas. TEESPÖOL, Novososeisk n. Amst., pass. 17 Sept. Ouessant. IRIS. 14 Sept. v. Singapore n. Palembang PAULA. 16 Sept. v. Singapore n. Miri. TERUKUNI MARU, 18 Sept. v. Hongkong n. R'dam. HAVELLAND, R'dam n. Japan, 17 Sept v. Colombo. PENDRECHT, 18 Sept. v. R'dam te Quebec MAASHAVEN. 18 Sept. v. R'dam te Lenin grad. ROZENBURG, 18 Sept. v. R'dam te St. Nazaire. VEERHAVEN, 18 Sept. v. Tampa te Mobile TOWA 18 Sept. v. Rosario n. San Nicolas STAD AMSTERDAM, pass. 18 Sept. naar Lulea. STAD ARNHEM, 18 Sept. v. Bagnoli n. d, Donau. STAD DORDRECHT, pass. 18 Sept. Gibral tar, n, Savona. KATWIJK, R'dam n. Charente, pass. 19 Sept. Ouessant. AALSMEER. De heer van Balen vertelt over Z.-Afrika. Daartoe uitgenoodigd door de Ver. van Oudleerlingen der Rijkstuinbouwschool, hield de heer J. C. van Balen, curator van de tuinen der Uniegebouwen te Pretoria, een lezing over Zuid-Afrika voor een flink bezette zaal in hotel „De III Kolommen". De heer K. Eveleens Arnzn., voorzitter der „V. O. L. T. A.'\ verwelkomde den spreker, die een 20-tal jaren geleden aan de Tuinbouwschool alhier zijn opleiding had genoten en in dien tijd vele vrienden had gemaakt, waarvan enkelen den avond bij woonden De heer van Balen, thans het woord verkrijgende, zeide met bijzonder veel genoegen de uitnoodiging te hebben aan genomen om hier te komen spreken. Immer zal hij dankbaar blijven gedenken den tijd hier aan de Tuinbouwschool doorgebracht en de kennis aan deze in richting opgedaan is hem van onschat bare waarde gebleken op zijn levensweg. Hierna maakte hij met zijn gehoor een reis verduidelijkt met lichtbeelden door de Unie van Zuid-Afrika. Van de kust van den Atlantischen Oceaan dwars door het binnenland van v.m. Duitsch Zuidwest-Afrika, Beetsjoeanaland, Trans vaal, Oranjerivierkolonie naar de kust van den Indischen Oceaan. Dan werd nog een uitstapje gemaakt naar de Kaap kolonie, om daarna eenigen tijd te ver toeven in Pretoria, waar zich de tuinen der Uniegebouwen bevinden, welke de prachtigste en zeldzaamste gewassen be vatten, door den heer v. Balen op zijn omzwervingen bemachtigd. Wat treft in Zuid-Afrika is de veelal steenachtige bodem waarop, zooais de beelden dat lieten zien, het best gedijen doornstruiken, boomen en liliaceeën. De aloë, niet zooals deze hier te lande in pot worden gekweekt, doch in de natuurlijke omgeving, zijn schitterende struik- of palmachtige planten met fraai gekleurde bloemen. De woorden van dank, welke de voor zitter na afloop tot den heer van Balen sprak, vertolkten zeker de gevoelens van alle aanwezigen. De bloemenhandel. Deze week is over het algemeen de bloemenhandel weer wat levendiger ge worden, met het gevolg, dat de prijzen zich verbeterd hebben. Voor goede kwa liteit rozen blijkt veel vraag te bestaan, vooral voor export. Naar de Fransche hoofdstad worden dagelijks flinke par tijen gezonden, welke daar een goeden af trek blijken te vinden. Over het algemeen echter is de toestand in den handel zoodanig, dat geconsta teerd kan worden een zeer willige bin- nenlamdsche markt voor de meeste bloem- producten, welke de prijzen zeer gunstig beïnvloeden. De kweekers, die thans nog snijboonen uit hun kassen veilen, hebben deze week al een zeer gunstige markt gehad, daar de goede kwaliteit zelfs tot f. 6 per 10 K.G. verkocht werd Ook de dikke boomen van het veld gol den nog van f2 tot f. 2.50 per 10 K.G. Groot zijn echter de partijen boonen niet meer van den akker, daar het aangun- stige weer veel van het gewas verloren heeft doen gaan. HAARLEMMERMEER. Inbraak en diefstallen. Ten nadeele van oen heer S. aan den Aalsmeerderdijk werden nog in uitsteken den staat verkeerend heerenrijwiel ont vreemd. Bij den heer W. aan den Ringdijk nabij Vijfhuizen werd 's nachts ingebroken in een schuur. Ook daar stelde de dief zich met een nieuw heerenrijwiel tevreden. Ook werd 's nachts een bezoek ge bracht op het erf van een boerderij nabij Lisse alhier, alwaar eenige gouden en zil veren voorwerpen werden ontvreemd. De politie stelt een onderzoek in. Aanbesteding. Bij de gehouden aanbesteding van het bouwen van een landarbeiderswoning voor G. Haspels, werd ingeschreven in massa door de firma Kinkel en Bras te Nieuwvennep voor f. 2875 en de firma Rood en Mik te Hoofddorp v. f.2940; ter wijl voor het bouwen van een woning voor D. Jongkind in massa werd ingeschreven door de firma Rood en Mik te Hoofd dorp voor f. 2875 en de fa. Jansen en Ap pelman te Nieuwvennep voor f.2930 Auto te water. Terwijl 's avonds nabij de Lijnden de bestuurder van een personenauto de felle lichten doofden voor een naderenden wielrijder, raakte hij op hetzelfde oogen blik de macht over het stuur kwijt, waar door de auto te water reed. Nada* voorbijgangers een gat in de kap van de auto hadden geslagen, kon de chauffeur zich uit zijn moeilijke positie bevrijden. Een tweede watermachine bij de Leeghwater. Bij de daartoe ten raadhuize alhier ge geven gelegenheid zijn geen bezwaren ingebracht tegen het verzoek van het be stuur van den Haarlemmermeerpolder om vergunning tot het inbedrijfstellen van een tweede bemalingsinstallatie aan „de Leeghwater" bij de Kaag. Met het voor de oplossing van het be- malingsvraagstuk van dezen polder zoo belangrijke werk, zal nu wel spoedig een begin worden gemaakt. KATWITK. Burgerlijke Stand. Geboren: Jacob, z. van A. van Rijn en C. Guijt; Elizabeth, d. van K. G. Schuite maker en J. Kuijt; Jacoba, d. van L. van Duijn en C. M. de Jong; Arie, z. van C. Kuijt en P. Brouwer; Pieter Cornelis, z, van N. Ouwehand en J. Haasnoot; Jannetje,' d. v. C. Haasnoot en C. v. Duijn; Anthopie Martinus. z. van P. Dulfer en C. van der Plas, Margarotha, d. van J. van Duijven- vcorde en L. van der Plas; 'Cornelis z. van P. Guijt en G. van Rijn; Martinus, z. van P. Guijt en G. van- Rijn; Jacoba d. van C. Guijt en J. van der Bent; Anna, d. van W. Varkevisser en A. J. van Egmond; Adriana. d. van H. van der Plas en T. Nijgh; Nicolaas, z. van N. van Duiven voorde en J. Varkevisser; Maarten Paulus, z. van D. Jan Somsen en M. v. Hooidonk; Gerrit ,z. van H. Schaap en M. Kuijt; Johannes, z. van C. de Vreugd en D. van Duijvenbode; Louise, d. van L. Berkheij1 en H. Guijt; Willem Hendrik, z. van L. Berkheij en H. Guijt; Arie, z. van A. Remmeïzwaal en L. van Rijn; Maria, d. van A. Vooijs en N. Haasnoot. Overleden: Amerik van Beelen, 85 jaar echtgenoot van Elisabeth de Mooij; Sofia RvS. 69 jaar, echtgenoote van Jacob Klok; Cornelis van der Plas, 75 jaar, ongehuwd. Ondertrouwd: W. Aandewiel en C. van. der Plas; K. de Wit en A. van Duijn. Getrouwd: J. v. Rijn en G. v. Rijn. Loop der bevolking. Gevestigd: G. J L. Brehm, van Delft, naar Overrijn 7; L. J. E. Depeweg, van Bussum, naar idem; J. W. H. Demmers, van Haarlem, naar idem; J. A. Diemei, van Utrecht, naar idem; J. C. B. van Elburg, van Alkmaar, naar idem; W. A. Elstgeest, van Alkemade n. idem; J. J. A. Engel- bregt, van Dordrecht, naar idem; F. A. M. H. Jacobs, van 'sGravenhage, naar idem; B. Joritsma van Franeker, naar idem; A. S. Klaver van Opmeer ,naar idem; J. C. L. de Kok, van Delft, naar idem; F. van Limbergen, van 'sGravenhage, naar idem; W. van Velzen, van Leimuiden, naar idem; W. G Griffioen en gezin van Voorschoten, naar Overrijn 26; J. de Koning, van Oegstgees naar Zeeweg 24; W. v. d. Plas, van Oegstgeest naar Varkevisserstraat 214; W. H. v. d. Lugt, van Zoelen, naar Zuid- straat 83b; A. H. V. Kartling, van Bode graven, naar Overrijn 7; R. T. M. Korse, van Bodegraven, naar idem; J. B. C. de Vries, van 'sGravenhage, naar idem; A. A. H. Koenders, van Meppel, naar idem; G. van Roon en gezin, van Noordwijk, naar Annastraat 30; J. Irlacher, van Leiden, naar v. d. Piaskade 1. Vertrokken; Kaaij, geb. Walther en gezin, van E. A. Borgerstraat 36, naar Laren (N.H.) Schapendrift 15; J. G. Runeman, van Zee hospitium, naar Schiedam, gem. Zieken huis; Th. J M. van Steijn, van Noordw.weg) 1 ,naar Leiden, Rijn en Schiekade 64; H. A. M Walekamp, van Overrijn 7, naar Leiden Prinsessekade 1; G. A. v. Schaik, van idem, naar Me gen (N.Br.); H. J. Plekker, van idem, naar Amsterdam, Hei- ningstr. 40; A. v. d. Houten, van idem, naar Sïttard, Oude Markt 1; A. Knetsch, van Kerklaan 7 naar Rijnsburg, Kerkstraat 6; J Molenaar, naar Harderwijk; C. D. L. Arts en gezin, van v. Meiskade 70, naar Soest. Koninginnelaan 60; M. Drieselen, van Zeehospitium naar Utrecht, Tamarindestr. 16; L. M. v. Gent, van Overrijn 7, naar Voorschoten, Bloklaan 14. KATWITK AAN ZEE. De haringvisscherij. De laatste dagen zijn hier veel loggers binnengekomen met flinke ladingen; er waren er bij met ongeveer 40 last. Óver het algemeen was de haring niet groot van stuk. Een van de oorzaken daarvan is, dat er veel met te nauwe netten gevischt wordt. Eenige jaren geleden zijn de firma A. Hoogendijk en de reeder A. v. d. Toorn daarmee begonnen. Toen werd er ook niet veel groote haring gevangen en genoemden lieten daarom de loggers netten mee nemen met kleinere mazen, het gevolg was groote vangsten van kleiner goed, die op de markt maar f.1—150 minder per kantje opbrachten. Dit voorbeeld vond bij anderen reeders navolging, bij de meesten werden de netten nauwer, er kwamen ruime vang sten, maar de prijzen daalden tot bijna 50 pet. van den prijs der grootere soorten. De tegenwoordige prijzen zijn voor een goed loonende exploitatie te laag. Tot heden kan er nog geen sprake van winst voor de reederijen zijn. Het is dus te wensch en, dat de vangsten nog goed zullen blijven en de prijzen voor de volle haring niet zullen dalen. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10