KERK- EN SCHOOLNIEUWS
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN.
FAILLISSEMENTEN.
SCHEEPSTIJDINGEN.
UIT DE OMSTREKEN.
der medici, het is 826, d. w. z. ten naaste
bij een derde van het totaal der inge
schrevenen en bijna gelijk aan de getallen
der juristen en natuurfilosofen te zamen
geteld. Deze zijn nl. resp. 472 en 478. Dan
volgen de vereenlgde faculteiten van
rechten en letteren met 387. dan de lit
teratoren met 295 en tenslotte de theologen
met 105. Laat ons hopen dat de qualiteit
dezer laatsten hun getalszwakte eenigs-
zins moge vergoeden, of nog liever, dat
hun aantal weer moge toenemen en dus de
Leidsche Universiteit te beter beantwoor
den aan haar oorspronkelijke bestemming.
Ik mag U niet te zeer met statische cijfers
vermoeien, maar wil toch nog vermelden
dat onder de ingeschrevenen van dit jaar
639 vrouwelijke studenten waren tegen 636
in 't vorig studiejaar. Het aantal van hen
die voor de eerste maal werden ingeschre
ven. bedroeg 596 tegen 618 in 1929—'30.
Onder die 596 spannen de juristen de
kroon met 155, dan komen de medeci met
135, vervolgens de natuurfilosofen met 104,
de indologen met 96, de litteratoren met
85 en de theologen met 21
Terwijl het getal der ingeschrevenen
gestadig toeneemt, houdt dat der gepro
moveerden geen gelijken tred. Wel toont
de afgeloopen cursus met 57 promoties een
toename van 5 bij den vorigen cursus ver
geleken. Maar gaan we iets verder terug,
dan vinden wij cijfers van 66 en 69. Be
klaagde de Rector Wensinck zich drie
jaar geleden dat slechts ongeveer 15°/» van
de aankomende studenten promoveert, nu
is het percentage gedaald tot 10°/». Terwijl
het een halve eeuw geleden nog als regel
gold dat een student zijn akademische
studie met een promotie bekroonde en
een studie zonder die bekroning als onvol-
tooid werd beschouwd, is promoveeren nu 1
een uitzondering geworden. Ja, het dreigt
zelfs te worden tot een zeldzaamheid.
Nu baat het, vrees ik, niet veel of men
den studenten al voorhoudt, dat het toch
zoo aardig en nuttig is een boekje te
schrijven. Wij mogen gerust aannemen,
dat niet uit eigen voorkeur zulk een over-
groote meerderheid onze studenten zich
onthoudt van het verwerven van den be
geerlijken doctorstitel. Het is ongetwijfeld
de ekonomisch nood die een groot deel van
hen dwingt zich daaraan te onttrekken.
In dit verband zou de vraag mogen wor
den gesteld, in hoeverre bij ons Onderwijs
de noodlottige neiging zich doet gelden om
de exameneischen te verzwaren en ten
gevolge daarvan den duur der studie te
verlengen. Een vraag, waarvan de beant
woording een uitgebreid onderzoek zou
vereischen en die ik dan ook niet waag
hier te beantwoorden.
Dan is er nog iets. Door genoegen te
nemen met een dissertatie van goeden in
houd maar beperkten omvang (dus eenigs-
zins in Duitschen trant) zal men wellicht
het promoveeren kunnen bevorderen. Het
is ten slotte een proefschrift, waarom
het te doen is.
Ik weet niet in hoeverre deze opmerkin
gen eenig nut kunnen hebben. Misschien
mag ik de zaak aanbevelen in de belang- l
stelling van hen, die het aangaat.
De ekonomische nood, dien ik in dit
verband heb genoemd heeft in elk geval
dit verblijdend resultaat gehad dat het
type van den student van het tiende plus
zooveelste jaar, die uit den treure in de
Universiteit, of juister de Sociëteit, bleef
hangen, uitgestorven schijnt. Men krijgt
den indruk, dat er in 't algemeen naar
wordt gestreefd binnen redelijken tijd af
te studeeren. Dat er desalniettemin een
opgewekt studentenleven heerscht, daar
van heb ik gedurende mijn Rectoraat
meermalen getuige mogen zijn.
Hoe heuglijk het zijn moge deze uitingen
van een opgewekt studentenleven als
Rector te mogen bijwonen, toch zijn in
mijn oog de teekenen van meeleven der
studenten met hun Universiteit, het zich
Academie-burger voelen van nog grooter
gewicht. Daarom is het mij een groot ge
noegen hier te wijzen op de oprichting
van het Leidsch Universiteits-Blad, waar
toe drie studenten, de heeren J, R. van
Blom. W. S. A. Colenbrander en J. C. van
Leur het initiatief hebben genomen. Moge
hun beroep op de academische docenten
niet te vergeefs gedaan zijn en moge het
blad., waarvan het eerste nummer weldra
zal verschijnen, vele jaren van bloei te- i
gemoet gaan.
Ook anderszins gaven de Leidsche stu
denten blijk van belangstelling in Univer-
siteits-zaken zoowel als in aangelegen
heden van meer algemeen belang. Hier
van spreekt het adres van de theologische
faculteit der Leidsche studenten aan den
Minister van Onderwijs inzake de opvol
ging van professor De Graaf, onderzljds
het adres van 500 studenten dezer Univer
siteit aan den Gemeenteraad betreffende
het Stadhuis-vraagstuk.
Het is goed dat de aandacht van een
student zich niet beperke binnen den te
engen kring van club- of corporatiever-
band. Het is goed dat hij ook oog hebbe
voor de zaken van stad en land en voor
de nog wijdere internationale aangelegen
heden. Ik denk hier niet in de eerste
plaats aan de gulle gastvrijheid aan vreem
delingen binnen de Leidsche studenten
gemeenschap bewezen. Het is waar dat
deze steeds warme waardeering vind. Bo
venal sympathiek was de ontvangst bereid
aan de Duitsche studenten, die den va-
cantiecursus in October van het vorig jaar
kwamen bijwonen.
Ik herinner mij ook het woord van
een Franschen gast. die. onthaald op
de Sociëteit Minerva, met eenige verwon
dering uitriep: ..On diralt que la Hollande
est un pays viticole!"
Hier valt nog te noemen het ..Leidsche
Fonds voor vreemde studenten", in den
afgeloopen cursus gesticht. Van de zijde
der Leidsche studenten heeft dit fonds
ongeveer f. 450 ontvangen, waarvan het
grootste deel gebruikt Is ten bate van Bul-
gaarsche studenten in overleg met de
..International Student Service" te Genève
Nu ik aan het einde van mijn jaarver
slag ben gekomen, rest mij alleen het
rectoraat aan mijn opvolger over te dra
gen. Waarde Blanksma, de samenwerking
met u gedurende het afgeloopen jaar zal
mij steeds in aangename herinnering blij
ven. Nimmer hebt gij een oogenblik ge
aarzeld de veelvuldige plichten der re
presentatie, die het gebruik ook den se
cretaris oplegt, te vervullen. Gij deedt dit
niet met berusting, maar met blijmoedig
heid. zelfs waar gij uw laboratorium er
voor in de steek moest laten. En dat zegt
veel. Uw groote bescheidenheid zal het u
wellicht vreemd doen vallen als Rector
zij het dan ook als primus inter pares
de eerste plaats onder ons in te nemen.
Maar ik ben overtuigd dat, waar het de
belangen der Universit-it geldt, wij er op
kunnen rekenen dat gij ze met kracht en
waardigheid zult voorstaan. Met den
wensch. dat onder uw beleid de Leidsche
Hoogeschool moge bloeien, begroet ik u
als Rector Magnificus.
PREDIKBEURT.
BODEGRAVEN.
Geref. Gein. Dinsdagnam. 7 1/4 uur ds.
J. Vreugdenhil van Bruinisse.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Delfshaven, J. H. W. War
ners. te Geervliet; J. S. Hartjes, te Vlis-
singen; W. A. Zeydner. te Dedemsvaart.
Beroepen: Te Hellevoetsluis, G. Barger
Ez„ pred Evang. te Haarn.
Aangenomen: Naar Hierden, W, Rijns
burger te Polsbroek.
Bedankt: Voor Randwijk, J. H. Koster
te Montfoort. Voor Heteren, J. H. Koster,
te Montfoort.
GEREF KERKEN.
Aangenomen: Naar Nieuwerkerk (Z.),
M. Heuzeveldt, cand. te Rotterdam.
Bedankt: Voor Pijnacker-Nootdorp, M.
Heuzeveldt, cand. te Rotterdam.
AFSCHEID Dr. C. J. VINKESTEYN.
Benoemd tot commandeur in de
orde van Oranje Nassau.
Te 'sGravenhage nam Zaterdagmiddag
dr. C. J. Vinkesteyn, de bekende inspec
teur der gymnasia, wien op zijn verzoek
per 1 September j.l. eervol ontslag werd
verleend, officieel afscheid. Twee, onaf
hankelijk van elkaar gevormde comité's
hadden in de Aula van het Eerste Haag-
sche gymnasium aan de Laan van Meer-
dervoort aldaar een afscheidsbijeenkomst
belegd, waaraan tal van vooraanstaande
figuren uit de onderwijswereld deelnamen.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, mr. J. Terpstra, was per
soonlijk tegenwoordig en voorts waren er
o.m. minister van Staat dr. J. Th. de Visser
oud-minister van Onderwijs, jhr. mr. C.
Feith, secretaris-generaal van 't departe
ment van Onderwijs, K. en W„ mr. H. P.
Marchant, wethouder van Onderwijs in
Den Haag. prof. Van Poelje, chef van de
gemeentelijke afdeeling Onderwijs te
dezer stede, dr. Van der Meulen, oud-wet
houder van Onderwijs alhier, dr. G. H.
Coops, rijksinspecteur van het middelbaar
onderwijs, dr. E. H. Renkema, de nieuw
benoemde inspecteur der gymnasia, de
heer J. van Andel, inspecteur der lycea en
voorts vele rectoren en leeraren uit het
geheele land.
Nadat de voorzitter van het huldigings-
comité uit het Genootschap van leeraren
aan Nederlandsche gymnasia, dr. De Jong
uit Leiden, de talrijke aanwezigen had
welkom geheeten en woorden van dank
en hulde tot dr. Vinkesteyn, die deze
plechtigheid met zijn familie bijwoonde,
had gesproken, bracht minister Terpstra
den scheidenden inspecteur namens de
regeering dank voor de voortreffelijke lei
ding, die hij jarenlang aan de scholen
voor klassiek onderwijs gegeven heeft.
Sedert 1908 heeft dr. Vinkesteyn zijn
plicht met bewonderenswaardige nauwge
zetheid vervuld, zeide de minister „Van uw
gave kennis en uw gerijpt oordeel heeft
het departement dankbaar geprofiteerd.
Het moge u gegeven zijn nog langen tijd
van een welverdiende rust te genieten."
Ten slotte deelde de minister nog mede,
dat het de Koningin behaagd had dr. Vin
kesteyn te benoemen tot commandeur in
de orde van Oranje-Nassau. „Moge dit
eereteeken u nog vele jaren sieren", zoo
besloot de heer Terpstra.
Mr. Mees, president-curator te Rotter
dam. sprak namens de curatoren in Neder
land en als vriend: spr.'s eerste kennis
making met dr. Vinkesteyn dateert van
1873, toen zij te zamen de banken van het
Erasmiaansch gymnasium te Rotterdam
bezetten. De groote kennis, die de oud
inspecteur van scholen en toestanden
overal in den lande had, maakte, dat hij
de meest deskundige adviezen kon geven.
Namens de curatoren van 64 gymnasia en
lycea bood mr. Mees dr. Vinkesteyn een
cadeau in portefeuille aan en een album
met de namen der schenkers. Dr. Beversen
uit Leiden sprak daarna voor de ge
committeerden bij de eindexamens en
haalde verschillende herinneringen op uit
zijn studententijd, dr. Coops, inspecteur
M.O., huldigde zijn oud-collega, met wien
hij het onmogelijk altijd eens kon zijn:
„als ik het tegendeel beweerde, zou toch
niemand het gelooven". zeide dr. Coops,
hetgeen groote hilariteit veroorzaakte; dr.
Bosselaar uit Leiden sprak afscheidswoor
den namens de Vereeniging van rectoren
en conrectoren in Nederland en bood als
stoffelijk blijk van dank een divan en een
klok aan, dr. C. P. Gunning, rector van
het Amsterdamsche lyceum, wees er op,
dat de lycea onder het inspectoraat van
dr Vinkesteyn juist meerderjarig zijn ge
worden. ..Wellicht wordt ons daarom nu
meer vrijheid toegestaan," merkte spr. op.
Nadat dr Renkema als opvolger van dr.
Vinkesteyn nog enkele woorden had ge
sproken. bood dr. De Jong namens het
huldigingscomité een geschenk onder cou
vert aan, dat vergezeld ging van een al
bum met de namen der gevers.
In zijn rede, waarin hij al den sprekers
dank bracht, zeide dr. Vinkesteyn met ver
heffing van stem, dat Nederland zijn klas
sieke opleiding in hooge eer moet houden,
want onze cultuur Is grootendeels geba
seerd op de klassieken Het succes in zijn
leven schreef spr. toe aan zijn groote
liefde voor zijn ambt en voor de klassieke
opleiding. Op het gebied van het Grieksch
heeft Nederland een naam op te houden,
zeide dr. Vinkesteyn. Laat de lycea, gelijk
dr. Gunning het ook uitdrukte, onder de
leiding der gymnasia blijven werken, want
als zij zelfstandige inrichtingen willen
worden met een eigen leerplan en een
eigen eindexamen, moet die band verbro
ken worden, hetgeen mij verkeerd voor
komt.
Spr. verklaarde het inspectoraat met
leed neer te leggen. Zijn zware taak. die
veel tijd van hem vergde en die zijn vrouw
wel eens de verzuchting had doen slaken:
„Jij werkt altijd maar voor het rijk" had
spr. steeds met liefde vervuld.
Hierna namen de aanwezigen persoon
lijk afscheid van den afgetreden inspec
teur.
35. Karei en Tuimeltje zochten onder het water een
mooi plekje op, waar de meeste visschen kwamen. Karei
deed een stukje brood aan een touwtje en gaf dat Tui
meltje in zijn hand. Dat moet je nou vasthouden, zei hij
tegen Tuimeltje en dan zul je zien, dat de visschen er van
zelf aan komen hangen. Zoo gezegd, zoo gedaan. Tui
meltje ging op een steen zitten en liet het touwtje lustig
heen en weer gaan.
36. Ha. in de verte zag ie een groote visch. Nou. dacht
Tuimeltje, als ik die vang, zullen ze in het paleis opkijken.
Maar Tuimeltje zou die groote visch nooit vangen, want
met een reuze vaart kwam het beest op Tuimeltje af en
in plaats van in het touwtje te bijten, kwam hij recht op
de baard van Tuimeltje toe en beet die half af. Op het
zelfde oogenblik greep er een visch naar zijn neus en
voelde hij dat er iemand aan zijn muts zat te trekken.
DE WIJZIGING DER L.O.-WET.
Het hoofdbestuur van „Volksonderwijs"
heeft de hoofdbesturen van de Onderwijs-
en Onderwijzersverenigingen, politieke
partijen en vakcentrales ultgenoodigd tot
een bespreking op 3 October te Amsterdam
teneinde te komen tot een gezamenlijke
actie tegen de voorgestelde wijziging der
L.O.-wet 1920.
Uitgesproken:
F. de Haas. veehouder, Zwammerdam,
Straatweg B 98. R.-c. jhr. mr. Th. W. C.
Calkoen, cur. mr. C. M. Loeff, Boskoop.
In de week van 1419 September zijn in
Nederland uitgesproken 61 faillissementen.
ROTT. LLOYD.
DEMPO. uitr., 18 Sept. v. Marseille.
KERTOSONO, uitr., pass. 18 Sept. Kaap
del Anni.
KOTA AGOENG, thuisr,, pass. 19 Sept.
Gibraltar.
KOTA NOPAN, 19 Sept. v. Batavia n. R'dam
MIJ. NEDERLAND.
JOHAN DE WITT, uitr., pass. 19 Sept
Ouessant.
PRINS DER NEDERLANDÈN, thuisr., 18
Sept. v. Singapore.
MIJ. OCEAAN.
ORESTES 18 Sept. v Yokohama n, R'dam
PEISANDER, 19 Sept. v. Java te Amst.
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
STATENDAM te R'dam; passagiersont-
scheping 20 Sept. v.m. 8 uur.
VOLENDAM 19 Sept. v. R'dam ru New
York.
MAASDAM, thuisr. 18 Sept. te Havana.
EDAM, uitr., 18 Sept. v. Havanna.
BOSCHDIJK uitr., 18 Sept. v. Antwerpen,
pass. 19 Sept. Vlissingen.
DINTELDIJK. thuis^., 18 Sept. te Los
Angelos.
DAMSTERDIJK, uitr., 18 Sept. te Los
Angelos.
DELFTDIJK, uitr., 18 Sept. v. Swansea.
DRECHTDIJK, thuisr., 16 Sept. v. Cristobal
JAVA-NEW YORK LIJN.
CLYTONEUS, 18 Sept. van Belawan n.
New York.
SALEIER, vertrekt 22 Sept. van Batavia
n. New York.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
TRITON 18 Sept. v Malaga n. Motril.
VULCANUS. 18 Sept. v. R'dam n, Middl.Zee
ORPHEUS, vertr. 22 'Sept. v. Danzig n.
Amst
MINERVA, 23 Sept. v. Zwarte Zee te
Amst. verw.
OBERON, vertr. ca. 22 Sept. v. Cadix
n. Amst.
THESEUS, 22 Sept. v. Danzig te Amst.
TITUS 21 Sept. v. Hamburg te Amst. verw.
HERCULES, vertr. ca. 22 Sept. v. Alexan-
drië n. Amst.
AJAX 19 Sept. v. Middl.Zee te Amst,
FAUNA 19 Sept. v. Amst. n. Hamburg.
HOLLAND—O. AZIE LIJN.
OLDEKERK, 19 Sept. v R'dam te Amst.
OUDERKERK, uitr., 18 Sept. te Genua.
HOLLAND-AFRIKA LIJN.
N1JKERK, uitr., 20 Sept. te Antwerpen
verwacht.
MAASKERK. wordt 19 Sept. n.m. te Amst.
verwacht.
AMSTELKERK. uitr., 18 Sept. v. Accra.
REGGESTROOM, uitr., 14 Sept. v. Freetown
KIJPFONTETN. uitr., 19 Sept. te Us
Palmas.
N1EUWKERK 17 Sept. v. Port Amelia n.
Mikindani.
SPRINGFONTEIN, thuisr., 19 Sept. te
Port Said verwacht.
MELISKERK, uitr., 21 Sept. te Kaapstad
verwacht.
DIVERSE STOOMVAARTBERICHTEN.
LEONORA 12 Sept, v. R'dam te Algiers.
VINSTRA 17 Sept. v. Calcutta n. R'dam.
TAIWAN. 15 Sept. v. Cebu n. R'dam.
WEST MAXIMUS, 15 Sept. v. Galveston
n. R'dam.
DESSAU 17 Sept. v. Saigon n. R'dam.
AGIRE MENDI. 14 Sept. v. R'dam te San
Nicolas.
TEESPÖOL, Novososeisk n. Amst., pass.
17 Sept. Ouessant.
IRIS. 14 Sept. v. Singapore n. Palembang
PAULA. 16 Sept. v. Singapore n. Miri.
TERUKUNI MARU, 18 Sept. v. Hongkong
n. R'dam.
HAVELLAND, R'dam n. Japan, 17 Sept
v. Colombo.
PENDRECHT, 18 Sept. v. R'dam te Quebec
MAASHAVEN. 18 Sept. v. R'dam te Lenin
grad.
ROZENBURG, 18 Sept. v. R'dam te St.
Nazaire.
VEERHAVEN, 18 Sept. v. Tampa te Mobile
TOWA 18 Sept. v. Rosario n. San Nicolas
STAD AMSTERDAM, pass. 18 Sept. naar
Lulea.
STAD ARNHEM, 18 Sept. v. Bagnoli n.
d, Donau.
STAD DORDRECHT, pass. 18 Sept. Gibral
tar, n, Savona.
KATWIJK, R'dam n. Charente, pass. 19
Sept. Ouessant.
AALSMEER.
De heer van Balen vertelt over Z.-Afrika.
Daartoe uitgenoodigd door de Ver. van
Oudleerlingen der Rijkstuinbouwschool,
hield de heer J. C. van Balen, curator van
de tuinen der Uniegebouwen te Pretoria,
een lezing over Zuid-Afrika voor een flink
bezette zaal in hotel „De III Kolommen".
De heer K. Eveleens Arnzn., voorzitter der
„V. O. L. T. A.'\ verwelkomde den spreker,
die een 20-tal jaren geleden aan de
Tuinbouwschool alhier zijn opleiding had
genoten en in dien tijd vele vrienden had
gemaakt, waarvan enkelen den avond bij
woonden
De heer van Balen, thans het woord
verkrijgende, zeide met bijzonder veel
genoegen de uitnoodiging te hebben aan
genomen om hier te komen spreken.
Immer zal hij dankbaar blijven gedenken
den tijd hier aan de Tuinbouwschool
doorgebracht en de kennis aan deze in
richting opgedaan is hem van onschat
bare waarde gebleken op zijn levensweg.
Hierna maakte hij met zijn gehoor een
reis verduidelijkt met lichtbeelden
door de Unie van Zuid-Afrika. Van de
kust van den Atlantischen Oceaan dwars
door het binnenland van v.m. Duitsch
Zuidwest-Afrika, Beetsjoeanaland, Trans
vaal, Oranjerivierkolonie naar de kust
van den Indischen Oceaan. Dan werd nog
een uitstapje gemaakt naar de Kaap
kolonie, om daarna eenigen tijd te ver
toeven in Pretoria, waar zich de tuinen
der Uniegebouwen bevinden, welke de
prachtigste en zeldzaamste gewassen be
vatten, door den heer v. Balen op zijn
omzwervingen bemachtigd.
Wat treft in Zuid-Afrika is de veelal
steenachtige bodem waarop, zooais de
beelden dat lieten zien, het best gedijen
doornstruiken, boomen en liliaceeën. De
aloë, niet zooals deze hier te lande in pot
worden gekweekt, doch in de natuurlijke
omgeving, zijn schitterende struik- of
palmachtige planten met fraai gekleurde
bloemen.
De woorden van dank, welke de voor
zitter na afloop tot den heer van Balen
sprak, vertolkten zeker de gevoelens van
alle aanwezigen.
De bloemenhandel.
Deze week is over het algemeen de
bloemenhandel weer wat levendiger ge
worden, met het gevolg, dat de prijzen
zich verbeterd hebben. Voor goede kwa
liteit rozen blijkt veel vraag te bestaan,
vooral voor export. Naar de Fransche
hoofdstad worden dagelijks flinke par
tijen gezonden, welke daar een goeden af
trek blijken te vinden.
Over het algemeen echter is de toestand
in den handel zoodanig, dat geconsta
teerd kan worden een zeer willige bin-
nenlamdsche markt voor de meeste bloem-
producten, welke de prijzen zeer gunstig
beïnvloeden.
De kweekers, die thans nog snijboonen
uit hun kassen veilen, hebben deze week
al een zeer gunstige markt gehad, daar
de goede kwaliteit zelfs tot f. 6 per 10
K.G. verkocht werd
Ook de dikke boomen van het veld gol
den nog van f2 tot f. 2.50 per 10 K.G.
Groot zijn echter de partijen boonen niet
meer van den akker, daar het aangun-
stige weer veel van het gewas verloren
heeft doen gaan.
HAARLEMMERMEER.
Inbraak en diefstallen.
Ten nadeele van oen heer S. aan den
Aalsmeerderdijk werden nog in uitsteken
den staat verkeerend heerenrijwiel ont
vreemd.
Bij den heer W. aan den Ringdijk nabij
Vijfhuizen werd 's nachts ingebroken in
een schuur. Ook daar stelde de dief zich
met een nieuw heerenrijwiel tevreden.
Ook werd 's nachts een bezoek ge
bracht op het erf van een boerderij nabij
Lisse alhier, alwaar eenige gouden en zil
veren voorwerpen werden ontvreemd. De
politie stelt een onderzoek in.
Aanbesteding.
Bij de gehouden aanbesteding van het
bouwen van een landarbeiderswoning
voor G. Haspels, werd ingeschreven in
massa door de firma Kinkel en Bras te
Nieuwvennep voor f. 2875 en de firma
Rood en Mik te Hoofddorp v. f.2940; ter
wijl voor het bouwen van een woning voor
D. Jongkind in massa werd ingeschreven
door de firma Rood en Mik te Hoofd
dorp voor f. 2875 en de fa. Jansen en Ap
pelman te Nieuwvennep voor f.2930
Auto te water.
Terwijl 's avonds nabij de Lijnden de
bestuurder van een personenauto de felle
lichten doofden voor een naderenden
wielrijder, raakte hij op hetzelfde oogen
blik de macht over het stuur kwijt, waar
door de auto te water reed.
Nada* voorbijgangers een gat in de kap
van de auto hadden geslagen, kon de
chauffeur zich uit zijn moeilijke positie
bevrijden.
Een tweede watermachine bij de
Leeghwater.
Bij de daartoe ten raadhuize alhier ge
geven gelegenheid zijn geen bezwaren
ingebracht tegen het verzoek van het be
stuur van den Haarlemmermeerpolder om
vergunning tot het inbedrijfstellen van
een tweede bemalingsinstallatie aan „de
Leeghwater" bij de Kaag.
Met het voor de oplossing van het be-
malingsvraagstuk van dezen polder zoo
belangrijke werk, zal nu wel spoedig een
begin worden gemaakt.
KATWITK.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Jacob, z. van A. van Rijn en
C. Guijt; Elizabeth, d. van K. G. Schuite
maker en J. Kuijt; Jacoba, d. van L. van
Duijn en C. M. de Jong; Arie, z. van C.
Kuijt en P. Brouwer; Pieter Cornelis, z,
van N. Ouwehand en J. Haasnoot; Jannetje,'
d. v. C. Haasnoot en C. v. Duijn; Anthopie
Martinus. z. van P. Dulfer en C. van der
Plas, Margarotha, d. van J. van Duijven-
vcorde en L. van der Plas; 'Cornelis z. van
P. Guijt en G. van Rijn; Martinus, z. van P.
Guijt en G. van- Rijn; Jacoba d. van C.
Guijt en J. van der Bent; Anna, d. van
W. Varkevisser en A. J. van Egmond;
Adriana. d. van H. van der Plas en T.
Nijgh; Nicolaas, z. van N. van Duiven
voorde en J. Varkevisser; Maarten Paulus,
z. van D. Jan Somsen en M. v. Hooidonk;
Gerrit ,z. van H. Schaap en M. Kuijt;
Johannes, z. van C. de Vreugd en D. van
Duijvenbode; Louise, d. van L. Berkheij1
en H. Guijt; Willem Hendrik, z. van L.
Berkheij en H. Guijt; Arie, z. van A.
Remmeïzwaal en L. van Rijn; Maria, d.
van A. Vooijs en N. Haasnoot.
Overleden: Amerik van Beelen, 85 jaar
echtgenoot van Elisabeth de Mooij; Sofia
RvS. 69 jaar, echtgenoote van Jacob Klok;
Cornelis van der Plas, 75 jaar, ongehuwd.
Ondertrouwd: W. Aandewiel en C. van.
der Plas; K. de Wit en A. van Duijn.
Getrouwd: J. v. Rijn en G. v. Rijn.
Loop der bevolking.
Gevestigd: G. J L. Brehm, van Delft,
naar Overrijn 7; L. J. E. Depeweg, van
Bussum, naar idem; J. W. H. Demmers,
van Haarlem, naar idem; J. A. Diemei, van
Utrecht, naar idem; J. C. B. van Elburg,
van Alkmaar, naar idem; W. A. Elstgeest,
van Alkemade n. idem; J. J. A. Engel-
bregt, van Dordrecht, naar idem; F. A.
M. H. Jacobs, van 'sGravenhage, naar idem;
B. Joritsma van Franeker, naar idem; A.
S. Klaver van Opmeer ,naar idem; J. C.
L. de Kok, van Delft, naar idem; F. van
Limbergen, van 'sGravenhage, naar idem;
W. van Velzen, van Leimuiden, naar idem;
W. G Griffioen en gezin van Voorschoten,
naar Overrijn 26; J. de Koning, van
Oegstgees naar Zeeweg 24; W. v. d. Plas,
van Oegstgeest naar Varkevisserstraat 214;
W. H. v. d. Lugt, van Zoelen, naar Zuid-
straat 83b; A. H. V. Kartling, van Bode
graven, naar Overrijn 7; R. T. M. Korse,
van Bodegraven, naar idem; J. B. C. de
Vries, van 'sGravenhage, naar idem; A.
A. H. Koenders, van Meppel, naar idem;
G. van Roon en gezin, van Noordwijk, naar
Annastraat 30; J. Irlacher, van Leiden,
naar v. d. Piaskade 1.
Vertrokken; Kaaij, geb. Walther en gezin,
van E. A. Borgerstraat 36, naar Laren (N.H.)
Schapendrift 15; J. G. Runeman, van Zee
hospitium, naar Schiedam, gem. Zieken
huis; Th. J M. van Steijn, van Noordw.weg)
1 ,naar Leiden, Rijn en Schiekade 64; H.
A. M Walekamp, van Overrijn 7, naar
Leiden Prinsessekade 1; G. A. v. Schaik,
van idem, naar Me gen (N.Br.); H. J.
Plekker, van idem, naar Amsterdam, Hei-
ningstr. 40; A. v. d. Houten, van idem, naar
Sïttard, Oude Markt 1; A. Knetsch, van
Kerklaan 7 naar Rijnsburg, Kerkstraat 6;
J Molenaar, naar Harderwijk; C. D. L.
Arts en gezin, van v. Meiskade 70, naar
Soest. Koninginnelaan 60; M. Drieselen, van
Zeehospitium naar Utrecht, Tamarindestr.
16; L. M. v. Gent, van Overrijn 7, naar
Voorschoten, Bloklaan 14.
KATWITK AAN ZEE.
De haringvisscherij.
De laatste dagen zijn hier veel loggers
binnengekomen met flinke ladingen; er
waren er bij met ongeveer 40 last. Óver
het algemeen was de haring niet groot van
stuk. Een van de oorzaken daarvan is, dat
er veel met te nauwe netten gevischt wordt.
Eenige jaren geleden zijn de firma A.
Hoogendijk en de reeder A. v. d. Toorn
daarmee begonnen. Toen werd er ook niet
veel groote haring gevangen en genoemden
lieten daarom de loggers netten mee nemen
met kleinere mazen, het gevolg was groote
vangsten van kleiner goed, die op de
markt maar f.1—150 minder per kantje
opbrachten. Dit voorbeeld vond bij anderen
reeders navolging, bij de meesten werden
de netten nauwer, er kwamen ruime vang
sten, maar de prijzen daalden tot bijna
50 pet. van den prijs der grootere soorten.
De tegenwoordige prijzen zijn voor een
goed loonende exploitatie te laag. Tot heden
kan er nog geen sprake van winst voor
de reederijen zijn. Het is dus te wensch en,
dat de vangsten nog goed zullen blijven
en de prijzen voor de volle haring niet
zullen dalen.
2—3