Wat de vrouw draagt.
De mode in vroegere tijden.
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 12 September 1931
Vierde Blad
No. 21928
VOOR DE HUISVROUW.
RADIONIEUWS.
Dames en
kinderkleeding
Een nieuw slagwoord, waarop plotseling
aller aandacht gevestigd is, want het is
nog niet zoo lang geleden dat er alleen
maar belangstelling bestond voor den
hoed zonder eenige garneering: toen
kwam de algeheele ommekeer, die ons al
lerlei garneeringen in den vorm van linten
bloemen enz. bracht, en nu opeens zien
we ons verplaatst in een mode, die bij onze
moeders al gebruikelijk was, maar die nu,
door de variaties, in staat is veel leuker
effecten te geven.
De interesse gaat in de eerste plaats
uit naar de z.g. „chasseurs-hoedjes";
waarbij men niet direct moet denken aan
uitsluitend wandelhoedjes (waartoe de
teekening misschien aanleiding zou kun
nen zijn.) Het zijn alleraardigste origi-
neele hoofdbedekkingen, die een wonder
lijke ommekeer op het gebied der
hoedenmode gebracht hebben.
In het midden hebben we één van deze
creaties afgebeeld: deze is van voren met
twee vleugeltjes gegarneerd.
Ook de kleine kapjes hebben op zy een
veerengarneering. maar de vrouw van
smaak en distinctie zal het echte vogel
kopje als garneering direct van de hand
wijzen.
Ook kielveeren, die om de canotiermo-
delletjes gelegd en vaak door de rand
heen getrokken worden waardoor ze het
gezicht aan één kant omlijsten, zijn ook
zeer de moeite waard, te meer daar deze
veeren meestal geverfd en beschilderd zijn
met b.v. allerlei rechte patronen (laatste
afbeelding).
U denkt nu nog niet aan een herfstmantel
mevrouwtje?
dat zou toch erg dom van U zijn, want
nu is juist de tijd gekomen om hier uw
gedachten eens over te laten gaan wil U
verhinderen dat uw beste vriendin U
voorkomtdat zou toch werkelijk al te
erg zijn.
Wilt U zich er dus niet aan blootstellen
door anderen „overvleugeld" te worden,
dan vlug alle belangstelling op een nieuwe
mantel gericht, zoo noodig dag en nacht
hieraan gedacht.
Daar er talrijke modellen zijn met een
verscheidenheid aan variaties, waarop
men al jaren tevergeefs gewacht had. is de
keuze tegenwoordig gelukkig niet al te
moeijijk.
Noch wat betreft kleur, noch wat betreft
model is men aan bepaalde voorschriften
gebonden, zoodat U, mevrouw, eindelijk,
eindelijk weer eens in staat bent, uw per
soonlijke smaak te laten gelden: en dat
was toch uw innigste wensch nietwaar?
Daaraan hebt U dikwijls gedacht, wanneer
U van meening was heelemaal aan de
slavernij der modehuizen overgeleverd te
zijn.
Vreemd genoeg komt tegenwoordig elke
silhouette in aanmerking (terwijl men toch
ab.^oluut niet den indruk krijgt van een
nieuwerwetschen chaos), want- de rechte
mantel is even modern als het min of meer
klokkende type.
Daarnaast zullen ook heel veel „gedra
peerde" mantels gedragen worden, die zeer
origineel zijn en waarover we het straks
nog zullen hebben.
Ook de garneeringen, die een belangrijke
rol spelen in de herfstmode, vinden we in
duizenderlei variaties en niet alleen de
bontsoorten, maar ook aan de manier
waarop al deze verschillende vellen ver
werkt worden, zullen we veel vreugde be
leven.
De kraag- en mouwgarneering is lang
zamerhand een wétenschap geworden, die
een nauwkeurige studie vereischt.
Er is een opstaande bontkraag, die doet
denken aan den kraag van de Russische
blouze, daarnaast zien we elegante shawl
kragen en het hoog-opgezette model, dat
in het gezicht zoo buitengewoon flatteert.
Niettegenstaande al deze typen blijven
ook de revers gehandhaafd, die zoowel van
bont, als van een ander contrasteerend
materiaal gemaakt kunnen zijn.
De modestoffen zijn eenerzijds onder de
decente patronen weef seis, anderzijds onder
de effen stoffen te zoeken. Schreeuwende
opvallende weefsels, die ook niet in dezen
tijd, die ons allerwege bezuiniging voor
schrijft, zouden passen, zullen we niet meer
aantreffen. De vrouw is zich er wel dege
lijk van bewust, dat ze iets moet kiezen,
dat voor verschillende doeleinden dienst
kan doen. een factor waarmee vooral bij de
keuze van een mantel, rekening gehouden
dient te worden.
Interessant zijn de mantels, die als eeen
costuum aandoen, ze moeten natuurlijk
een origineele coupe hebben en dan zal
het succes hiervan ook groot zijn. Een
dame heeft liever een mantel, die aan
trekkelijk is door de goede coupe, dan
één. die het in verschillende garneeringen
moet zoeken.
Een aparte mantel, die aan een cos
tuum doet denken, hebben we links ge
schetst, het "oo-even besproken effect
wordt bereikt, door het nauwsluitende wei
nig gedrapeerd bovenstuk met een boog-
vormigen rand bont te verbinden met het
onderstuk, dat in klokken neervalt. Eigen
aardig is ook de ruggarneering in den vorm
van een slabbetje van bont, dat onder den
kraag te voorschijn komt. Hiervoor kan
natuurlijk alleen kortharig vel gebruikt
worden. Het beste is heel plat bont, dus
naast nutria en seal, in hoofdzaak breit-
schwanz veulen, dat tegenwoordig erg in
trek is.
Als jas, die ook voor sport dienst kan.
doen, is het tweede model wel heel
geschikt. Een dergelijke mantel zal
men, daar het hier hoofdzakelijk op het
effect van den stof aankomt, van een
„doublé face" maken. Van den bin
nenkant wordt dan de kraag, in den vorm
van een shawl met- slip gemaakt, waardoor
iets heel aparts ontstaat.
De gedrapeerde mantel, die we reeds
vroeger bespraken is als nr. 3 te zien.
Het verbreede voorpand geeft een chique
klokkende lijn. Een shawlkraag van pu-
sianerbont dat ook voor de „trompet-
mouwen" gebruikt wordt, waarborgt die
eenvoudige voorname elegance, welke al
tijd aangenaam aandoet.
DE INVLOEDEN VAN DEN BIEDERMEIERSTIJL
doen zich gelden, niet alleen in den vorm
der nieuwe avondtoiletten, doch ook in de
verschillende schilderachtige en elegante
details.
Dat deze mode het oog „liefelijk" streelt
en dus het meest geschikt is voor elegante
slanke figuurtjes is karakterirstiek voor
den Biedermeierstijl.
Wij brengen hier een schoonheid van
een avondjapon die we als voorbode der
nieuwe herfst-Biedermeiermode kunnen
beschouwen. De rok bestaat uit niets dan
smalle volants, waarmee de ruches, die in
capevorm op het bovenstuk zijn aange
bracht, geheel in stijl zijn.
Snoezig zijn ook de garneeringen, die
zoo heelemaal bij het toiletje passen; b.v.
een smal fluweelen bandje om den pols,
waarop een kleine ivoren roos bevestigd
wordt (afb. 1) of een smal ceintuurtje
met pastelkleurige rozen in het midden
(rechts.)
RECLAME.
H. P. H. KEEREWEE
BEGRAFENISSEN T.I. aéi
AUTO-TRANSPORT
Aalmarkt 16. CREMATIE
RECLAME.
BIJ ADERVERKALKING van hersenen
en hart kan door het dagelij ksch gebruik
eener kleine dosis natuurlijk „Franz-Josef"-
bitterwater bereikt worden, dat de patiënt
zonder sterk te persen, ontlasting heeft.
3487
Een huisvrouw vraagt mij of het noodig
is om borstels, schuiers en vegers nu en
dan te reinigen, net zooals zij b.v. ook de
haarborstels geregeld schoon houdt.
Ja zeer zeker is dat noodig; en het
merkwaardige verschijnsel doet zich voor,
dat de meeste huisvrouwen die overigens
voor alles in de puntjes zorgen, voor die
bezems en schuiers amper aandacht
hebben. En toch worden juist die het ergst
vuil, want men gebruikt ze voor zeilen, j
houten vloeren en vloerkleeden: de plaat- j
sen van het huis, waar de mééste stof op j
ligt! Een reden hiervoor is vermoedelijk,
dat vele borstels en bezems zwart of grauw
zijn; daardoor ziet men niet zoo goed* j
dat zij vuil worden.
Als regel kunt u aannemen, dat iederen
dag na de schoonmaak der kamers, de
I bezems en schuiers grondig worden uitge
klopt en uitgeborsteld; natuurlijk moet dit
karweitje buitenshuis gebeuren. Met de
hand verwijdert u alle draadjes en pluisjes,
die tusschen de haren blijven zitten;
wanneer u een grove kam bezit, kunt u de
schuiers daarmee bewerken. Voorts moe
ten die veel gebruikte stoffers op geregelde
tijden: eens in de 14 dagen of eens in de
maand, dat hangt van het gebruik af,
uitgewasschen worden. U kunt hiervoor
een lichte zeepsop-oplossing gebruiken of
lauwwarm salmiak- en zoutwater. Zwaai
hier den bezem of schuier goed doorheen j
en spoel hem daarna terdege uit in koud
water; laat hem dan drogen met de haren
naar beneden, liefst op een wat tochtige
plaats. Uw sop mag niet te warm wezen,
want dan weekt de lijm aan den borstel
los en vallen de haren uit.
Als na het drogen de haren niet los en
zacht genoeg zijn, dan kunt u ze weer
soepel maken door ze eenigen tijd boven
stoom te houden. U moet voorzichtig zijn
met het hout van de schuiers, als dat ge
verfd of gepolijst is; het mag dan niet in
het water komen, want dan gaat de verf
er af.
Het is niet goed voor borstels, als u ze
te dikwijls wascht; dan breken de haren
of vallen zij uit; geef dus vooral aandacht
aan het dagelijksche onderhoud, dan wor
den ze minder gauw vuil. Behalve uit
kloppen en uitborstelen of uitkammen na
het gebruik moet u ze ook geregeld met
een doek afwrijven of over een wit papier
strijken; een goed middel is ze af te
wrijven met verwarmde zemelen. Pas dan
echter op, dat u die zemelen daarna weer
door kloppen en uitwrijven met een doek
goed uit de haren verwijdert.
Bij een bad met soda kunt u het vuil
goed los maken, wanneer u na eerst twee
borstels tot bijna bij het hout te hebben
ondergedompeld, deze met de haren tegen
elkaar wrijft; dan borstelt de eene schuier
de andere schoon. Na het uitspoelen laat
u ze dan buiten of voor een open raam
op een doek drogen. Leg ze niet bij de
kachels, want daarmee ruïneert u de bor
stels: de haren breken en vallen uit.
Ook tanden- en nagelborstels behooren,
evenals haarborstels, sponsen en bad-
handschoentjes, geregeld schoon gehouden
te worden. Hiervoor is een soda-oplossing
best; maak deze vooral licht, niet te
scherp. Al dat waschgerei moet altijd goed
kunnen uitluchten; berg ze dus nooit in
celluloid kokertjes, sponzezakken e.d.,
maar hang ze voor het raam of leg ze op
open bakjes. Wanneer ze in afgesloten
ruimten liggen, gaan ze muf ruiken,
schimmelen enz.
Wanneer u de borstels en vegers op
ruimt, moet u ze niet op de haren leggen,
maar óf ophangen' óf met den steel naar
beneden in de kast zetten.
Nu ik het toch over al dat borstelwerk
heb, wil ik u ook even een raad geven
over kwastjes of penseelen; die moeten
direct na het gebruik worden schoonge
maakt; eerst knijpt u er de verf of het
vet met de vingers uit en veegt ze goed af
met papier; daarna spoelt u ze met lauw
zeepwater uit. Olieverf krijgt u met
terpentijn weg. Zijn de kwastjes of pen
seelen hard geworden, week ze dan 24 uur
in petroleum en spoel ze daarna in ver-
sche petroleum na. Let echter goed op
met dat weeken, dat alleen de haren in de
petroleum staan: niet het steeltje van het
penseel.
Nog een paar goede raadgevingen op
schoonmaakgebied: theebladen van Ja-
pansch lak mag men nooit met heet water
reinigen; dan barst het lak. U onder
houdt lak het beste door er met een zacht
lapje met olie over te wrijven, net zoo lang
tot het blad de olie opnam en droog is ge
worden Ziet het er dan nog vettig uit,
dan strooit u er een beetje meel of bloem
op en wrijft het af met een zachten
drogen doek.
Evenals bij borstels geldt ook voor tafel
zilver; bespaar u de moeite van veel groote
poetsbeurten door het zilver geregeld te
onderhouden. Wanneer u eiken dag uw
zilver goed wascht en heelemaal schoon
maakt, is het overbodig om het een we-
kelij ksche poetsbeurt te geven. Dat is
bovendien voor het zilver ook niet zoo
best; al dat poetsen tast op den duur het
materiaal aan.
Wanneer u de volgende maatregelen
neemt, bespaart u uzelf heel wat poets
moeite en poetstijd en uw zilver vaart er
wèl bij.
Wasch het in een afzonderlijk, zoo heet
mogelijk sopje af; droog het direct nadat
het uit het water komt; laat het dus niet
liggen drogen; wrijf het daarna met een
zacht kurkdroog lapje na. Bewaar het in
een afgesloten ruimte: een la, een doos,
een étui; zorg, dat het niet tegen elkaar
krast; ieder krasje ontneemt iets aan de
glans van het zilver.
Pas overigens op, dat uw zilver niet in
aanraking komt met uien, visch, mosterd,
zuur. fruit en eieren. Daarom bestaan er
speciale vischcouverts, die zijn van een
bepaald soort zilver, dat niet wordt aan
getast. Indien u uw vorken en lepels wel
voor uien, eieren enz. gebruikte, maak ze
dan dadelijk daarna schoon; nu moeten
ze gepoetst worden! Wanneer u zilver
heeft, dat u weinig gebruikt, leg dan een
stukje kamfer in het étui. Het blijft er
mooi door.
DEN HAAG
Alléén Hofweg 6.
ROTTERDAM
Hoogstraat hoek Spui.
3430
FIDELIO-UITZENDING VANUIT
GENÈVE.
Naar aanleiding van het bijeenkomen
van de Volkenbondsvergadering vinden,
zooals alle jaren feestelijkheden voor de
gedelegeerden plaats. Voor dit jaar heeft
men o.a. in voorbereiding een opvoering
van Beethoven's opera „Fidelio" onder
leiding van Felix Weingartner. De regie
wordt gevoerd door Dr. Oskar Walterlin.
Deze feest-uitzending vindt plaats op
Dinsdag 17 Sept. a.s. en wordt door het
meerendeel der Duitsche en ook door
buitenlandsche zenders overgenomen.
AAIERIKA WIL HET AANTAL ZENDERS
VERKLEINEN.
Vanuit Amerika hoort men steeds meer
de bewering uiten, dat men aldaar het
aantal zendfers verkleinen wil. Deze ver
mindering zal gaan volgens de kwalita
tieve waarde der zenders, d. w. z. zenders
waarvan het programma niet een bepaald
cultureel niveau heeft, zullen aan de
zend-concessies onttrokken worden.
PROEFNEMINGEN VAN DEN ZENDER
TRIEST.
De nieuwe Italiaansche zender Triest,
die met 15 Kilowatt op golflengte 1241
kHz (247,7 Meter) werkt neemt op het
oogenbllk proeven om de technische mo
gelijkheden van spo-'- en theater-uitzen
ding, enz. te onderzoeken.
No. XXV. 1859.
Links een jachtcostuum, bestaande uit
grijsblauwe jas, dito pantalon en pet van
laken; een roodbruin vest, bruine leeren
riem met patronentaschje 'om het middel
en lange bruin leeren slobkousen, die het
been nauw omsluiten; de gentleman rechts
vertoont de nouveauté van het eerste vil
ten bolhoedje, dat beige-bruin van kleur
is; gedragen bij een bruin-beige jacquet-
jas en dito geruiten pantalon. C.V.
VEEREN ALS HOEDENGARNEERING.
RECLAME.
Eerst
kijken
HOFWEG 6