fóeócfo&vnit Uwen, kind&i&tv fleemt fCoj&e> focity! DAROL FARGUHAR'S NACHTWANDELING 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 Augustus 1931 Derde Blad No. 21909 fuinavond van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm „Zuid-Holland West" FEUILLETON. BURG. STAND VAN LEIDEN RECHTZAKEN. LAND- EN TUINBOUW. te Alphen aan den Rijn Jnorme belangstelling. Bezoek van talrijke Autoriteiten. De heer D. ten Cate Brouwer. Op het schitterend met lampions en Spotjes verlichte terrein van de Martha ochting werd gisteren een Tuinfeest ge- ouden van den Bijz. Vrijw. Landstorm Zuid-Holland: West", waarvoor 'n enorme langstelling bestond. Het aantal bezoekers idroeg zeker eenige duizenden. Het fraaie irlichte terrein leverde een zeer feeëriek peet op, terwijl zich op liet daarvoor gerichte parkeerterrein een groote file ufo's had opgesteld. De regeling bleek rima in orde. Onder de talrijke aanwezigen zagen wij ehalve de reeds in ons blad eergisteren ermelde personen nog de heeren A. ieters, Referendaris van het ministerie van innenlandsche Zaken, mr. dr. H. A. van yblad Oosterhof;, secr. van de Indologische iculteit van de Rijks Universiteit te treclit, bestuurslid van de Martha-stichting, erscheidene burgemeesters uit omliggende emeenten en tal van plaatselijke leiders in den landstorm. Hoewel de regen meerdere malen dreigde i donkere wolken snel het luchtruim door- iefden, bleek reeds direct de ware Oranje- efde over de aanwezigen vaardig te zijn, •en de voorzitter van de afd. Alphen a. d. ijn van den B.V.L. kapelaan H. J. L. M. ondaal het spreekgestoelte betrad. De wrzitter spraak allereerst een algemeen elkomstwoord in bijzonder tot de diverse itoriteiten en gaf tevens zijn vreugde te innen over deze bijesnkomst. Iedere tijd engt zijn moeilijkheden mee. Vooral onze d met het groote gevaar van aanranding gen het gezag. De Vrijheid moet samen- aan met het gezag, mede tot nut van et geheel. Laten wij dit eene vasthouden Dor God, Vorstin en Vaderland (applaus). Spontaan werd daarom door de aan wezigen staande gezongen het „Wilhelmus", p de van hem bekende geestdriftige wijze •rak de heer D. ten Cate-Brouwer, voor eer van de Kamer, voor Koophandel en abrieken voor Rijnland en lid van de «westelijke landstormcommissie „Zuid- eilandWest" zijn rede uit over het wdmverp: „Landstorm en Vaderland' Wanneer de geschiedschrijver te boek zal ellen de kenmerkende eigenschappen van en tijd, waarin wij thans leven, dan zal ij zeker gewagen van een krachtig ver engen, dat zich in onzen tijd bij alle «schaafde volken heeft geopenbaard, om inderlinge geschillen op vreedzame wijze in beslechten. Daarover, geachte aanwezigen, kunnen wij >ns slechts verheugen. De verschrikkelijke llende, het matelooze leed, de onoverkoom- >3re verliezen, welke deze oorlog den nenschen gebracht heeft, hebben het nenschdom het besef gebracht, dat de orlog aan den oorlog verklaard moest welen. M?.ar behalve aan het heuglijke '«rboven gememoreerde, zal de geschied- 5cbri)ver ongetwijfeld ook groote aandacht rijden aan het feit, dat er vooral in de aatste jaren belangrijke groepen van onze burgers bezig zijn de peilers van ons volksbestaan, van onze volkswelvaart te ondermijnen en onze volksgeest te ver giftigen. Dat Nederland zijn belangrijke positie tusschen de volkeren kon innemen, dat Nederlands zonen pioniers konden zijn op wetenschappelijk, industrieel-terrein, op het gebied van Handel en Scheepvaart, danken wij niet in het minst aan de rustige atmospheer, waarin wij hier leven en wer ken konden. De grondslag voor deze rustige atmospheer is de erkenning van het wettig gezag. En wanneer wij nu nauwkeurig letten op alles, wat rondom ons gebeurt, en dat is de plicht van alle Landstormers, dan zullen wij zien, dat het communisme over de geheele wereld en ook over ons land met een zeldzame brutaliteit op treedt. Zooals in November 1918 de revo lutie van Duitschland over onze grenzen kwam, doch door onze jongens, Gorie zij dank. werd bedwongen, zoo zullen de communistische leiders hier ook klaar staan, wanneer het communisme in Duitschland zal zegevieren. 4 Wij met onze, ik zou bijna zeggen, dikwijls gevaarlijke vrijheid van drukpers, vrijheid van vergadering, wij zien en tole- reeren dat men zich tegen ons vereenigt, tegen ons plannen smeedt en het eenigste, dat wij daartegen doen is met een- kinder lijke naiviteit hopen, dat dit alles zich zelf wel zal neutraliseeren. Maar Rusland, het groote machtige Rusland, is het nooit uit geputte arsenaal van communistische wa penrusting. De revolutie in elk land, de wereld-revolutie is het doel waarnaar ge streefd en waarvoor hard gewerkt wordt. Veel erger dan een vreemde bezetting is een communistische terreur. Onze organi satie is groeiend. In bijna elke belangrijke plaats van ons land is er een afdeeling. Al deze afdeelingen tezamen, zii zijn onder de eminente leiding van Z. E. Generaal Duymaer van Twist en zoovele getrouwe medewerkers gegroeid tot een groote klit en deze organisatie, zal, dat kan ik U verzekeren, verhoeden dat ons land, ons mooi vaderland* ten prooi zal worden aan so'ialist'sche of communistische wo°ling?n. Ook zal de Landstorm zijn plicht kennen, wanneer anderen bege-rig de hand zouden uitsteken naar ons land. Werd de rede reeds herhaaldelijk door applaus onderbroken, aan het einde klaterde dit hoog op. Na deze rede volgde de pauze, in welken tijd de talrijke aanwezigen gelegenheid hadden tot bezichtiging der prachtige ter reinen der Martha-Stichting en het gebruik van eenige ververschingen. De heer J. E. Boddens Hosang. Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr. O. KELLER. 28) CL rnaar, wat fs 'dat prachtig! riep Sheila uit, toen zij met haar geheel in net zwart gekleede gastvrouw de feestelijk 'ersierde zaal binnentrad. De groote zaal kas voor dit avondfeest omgetooverd tot eeti paleis van kleur en licht. Alle acht Roote lusters werden door spiegels weer kaatst zoodat het er wel acht en twintig 'eken, en overal aangebrachte bloem guirlandes gaven aan het geheel een ^bitterenden aanblik. Mag men het l'neila euvel duiden, dat zij met open "lend alles aanstaarde: zij was eerst twee 'n twintig en had nog bitter weinig van wereld gezien! En dan de muziek! öneila gevoelde zich als overvallen door een stortvloed van tonen, toen het orkest, dat in een uniform hetwelk aan jooneelhuzaren deed denken op een ach ter groen schuilgaand podium had plaats gnomen, plotseling een meesleepende «eener wals inzette. En zij speelden met een vuur en geestdrift alsof een of andere helsche geest ze aanvoerde! Hun tafel was. evenals die der andere sasten, versierd met een overdaad van «ersche bloemen, hoewel het in het nartje van Januari was. Groote ruikers van gele afrikaantjes en roze anjelieren, waarvan het geel zich geestig paarde aan net roze. prijkten on de tafel. De geur n« anjelieren, welke door de warmte uit bloemen opsteeg, mengde zich met de parfums, die Parijs zoo overvloedig over heel de wereld verspreidt, met de reuk van het blanketsel, waarvan zoovele vrou wen met voorliefde gebruik maken, het bouquet der wijnen, de lucht van de kos telijke spijzen en de ware rumsaus der omeletten, welke een „spécialité de la maison" waren. De groote zaal was voor dit avondfeest. Ik zou graag zien. dat u daar ging zittenjuffrouw Curtis mag ik u even in het oor fluisteren dat u in dat groene costuumpje de meest verleidelijke figuur van al de aanwezigen is? Gelukkig heb ik de hand kunnen leggen op een paar jongelui, die zich uw gezelschap waardig Na de pauze volgde een Taptoe, geblazen door de Trompetters van het 6e regiment Veldartillerie te Leiden onder leiding van den wachlmeester-staftrompetter A. Geskes, hetwelk eveneens een dankbaar applaus ontlokte. Waarop de heer J. E. Boddens Hosang, Burgemeester van Woubrugge, lid van de gewestelijke landstormcommissie „Zuid- Holland West" eveneens op zeer geestdrif tige wijze gelegenheid verkreeg tot het houden van zijn rede over het onderwerp: „Oranje en Vaderland." Aan deze rede is het volgende ontleend: Oranje en Vaderland behooren bijeen. Nederland is sinds eeuwen zoo nauw aan Oranje verbonden, dat Nederland niet denkbaar is zonder Oranje, maar ook om gekeerd is de traditie der Oranjes zoo nauw samengeweven met het volksbestaan dat het zijn glans zou verliezen, als het van Nederland weggenomen zou worden. Oranje en Nederland, persoonlijker ge zegd, Wilhelmina en Nederland, hooren bijeen. Dat mogen wij, Landstormers zeg gen, want in den Landstorm is maar één kleur, dat is Oranje, en er is maar één naam. en die is Wilhelmina. In deze woor den is ons geheele Instituut, als in één pennestreek geteekend, het is onze ge schiedenis. ons wezen, ons bedoelen, onze toekomst. Wij zijn niet tegen iemand, niet tegen een groep of organisatie gericht, ons werken en willen richt zich niet tegen eenig sociaal begeeren of wenschen, wij zijn niet tegen.maar wij zijn voor. orde en gezag, voor vrede en rust, voor ontwikkeling en uitbouw, maar langs wet tigen weg. Zooals wij hier bijeen zijn, al behooren we tot verschillende politieke partijen, wij hebben maar één kleur Oranje, en we verstaan maar één naam, die diep in'onze harten geplant is Waarom? Beseffen wij wel genoeg, welke beteekenis Koningin Wilhelmina voor Ne derland heeft? Ge moet eens zien wat Prof. Treub, of mr. Zimmerman, prof. den Hartog, of dr. De Visser, Cremer en Asser, Lohman en Kuyper, wat door vooraan staanden van elke politieke partij van onze Koningin gezegd wordt, wat door hen ge schreven is in ondubbelzinnige en duide lijke taal. Dan begrijpt ge iets van de be teekenis van onze Koningin voor ons Landsbestuur. En wilt ge iets zelf zien? Weet ge dan niet van het medeleven van onze Koningin bij watersnood of storm ramp, in de mijnen en op de zee, in de woningen op het Loo, waar de Koningin op visite kwam. Dan voelt ge, welk leven klopt in het hart van de ware Moeder des Vaderlands. Neen, mijne hoorders, wij kunnen voor onszelf wel eens meenen, dat wij in egnigen kring onzer samenleving nuttig zijn, wij kunnen ons wel verbeelden dat wij den weg hebben te wijzen, waar langs het bestuur geleid moet worden, maar we hebben in ons heele volk, ons groote volk maar één voorbeeld van opof fering en medeleven, maar één middelpunt van nationaal leven en beleven, maar één lichtspoor in donkere dagen, maar één ba ken in zee, maar één beeld van eenheid, en dat isonze Koningin. De beteekenis van onze Koningin mogen we zien als een diamant van groote waarde, een diamant, die ons volk toebe hoort, ons allen, arm en rijk, oud en jong. En wij mogen er voor waken, dat dit ge schenk niet door ruwe handen of monden betast of bespot wordt. Bij al onze ver deeldheid op velerlei terrein, is dit toch ons aller overtuiging. Mijn Koningin is mij heilig, en van mijn Koningin: handen afIs dit een aansporing tot agi tatie. is dit persoonsverheerlijking? Neen, dat zit niet in onze Landstormers, maar dit mogen wij zeggen: Al zijn we niet dweepziek, al verwerpen wij verheerlijking, wanneer eerlijkheid ons gebiedt dank baar te zijn, dan zijn we dat ondanks het heden en de toekomst ons gebieden alleen uit dankbaarheid reeds te waken en te bewaren, dan kunnen en dan mogen, maar dan willen we die eeretaak niet aan ons laten voorbijgaan, dan zijn we één om den troon, één om ons geliefd Vor stenhuis, één van willen, één van denken, één van doen. Daarom zie ik onze taak zoo, dat als de Landstorm slechts bereiken kon, dat het Nederlandsche volk besefte, welken enormen dank wij als natie aan Koningin Wilhelmina verschuldigd zijn, als de Landstorm dat alleen maar be reiken kon, alleen dan is die Landstorm waard, nog duizend jaar te bestaan. Ook aan het einde van deze redevoering klonk een krachtig applaus, uiting gevend aan een algemeene instemming met het gezegde. Het geheel werd voor de pauze nog op geluisterd met éen concert gegeven door de Chr. MuRjekvereen. „Arti et Religioni" en tusschen de verschillende toespraken afgewisseld door zang van de zangver- eeniging „O. B. K." en muziek van de R.K. Harmonie „Leo XIII". Als slot van dezen zeer goed geslaagden tuinavond werd een openluchtfilm ver toond: met de Koningin op reis in 1930. Onderwijl sprak Luit.-Gen. Duymaer van Twist een kort slotwoord, waarin hij de aanwezigen verzocht een driewerf hoera aan te heffen op Luit.-Generaal Terwisga, waarmede de aanwezigen spontaan in stemden. Spr. bracht tevens een woord van protest uit tegen een gezegde van een verantwoordelijk arbeidsleider dezer da gen te Utrecht geuit, dat indien een be roep op de Landstormers werd gedaan, men van hun trouw niet meer zoo zeker zou zijn. Spr. is echter overtuigd dat, mocht de regeering haar steun behoeven alle landstormers onmiddellijk paraat zul len zijn. GEBOREN: Hans August, Z. v. W. G. Schelke en van J. Raar. Carolina Martina Maria, D. v. L. E. van Steenbergen en van M. M. Vin- kestein. ONDERTROUWD. J. van Rijn jm. 23 j. en J. Laman jd. 18 j. S. W. Blok jm. en J. van Heusden jd. 23 j. C. Spruit jm. 23 j. en D. Laman jd. 21 j. o OVERLEDEN. C. van Duin, man, 67 j. ROOFOVERVAL BIJ EEN LANDBOUWER. Gistermorgen stond voor het Arnhem- sche Gerechtshof terecht de 24-jarige landbouwer D. van Bochove, zonder vaste woonplaats, die door de rechtbank te Zutphen wegens poging tot afpersing, diefstal met geweldpleging en verkrach ting was veroordeeld tot acht jaar gevan genisstraf met zijn terbeschikkingstelling van de regeering. Verdachte hoorde gisteren voor het Hof door den procureur-generaal mr. A. A. Cnopius bevestiging van 't vonnis eischen. Uitspraak over 14 dagen. RECLAME. 2109 ONZE ZUIVELUITVOER IN JULI. Lage cijfers voor boter en kaas; betere voor gecondenseerde melk. De cijfers van onzen uitvoer van boter en kaas zijn over Juli opmerkelijk laag. Volgens de maandstatistiek van den in-, uit- en doorvoer, bewerkt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, heeft de uitvoer van boter in die maand bedra gen slechts 2914 ton ter waarde van f 3.579.000 tegen 4001 ton ter waarde van f. 6.237.000 in Juli 1930. Wij zijn thans met den uitvoer van boter bij verleden jaar bijna 12'/: millioen gulden ten achter. Wij hebben in Juli naar Duitschland gezonden 1690 ton boter, naar Groot- Brittannië 524. naar België 368 en naar Frankrijk 197 ton. De uitvoer van kaas bedroeg in Juli 8916 ton ter waarde van f. 5.439.000 tegen 10.218 ton ter waarde van f. 7,287.000 in Juli van het vorige jaar. Met den uitvoer van kaas zijn we nu bij verleden jaar bijna 8'/ï millioen gulden ten achter. Van de in Juli uitgevoerde kaas ging 3776 ton naar Duitschland, 1809 ton naar België, 1773 ton naar Frankrijk en 590 ton naar Groot-Brittannië. Van de uitgevoerde kaas was 1411 ton volvette Goudsche, 1409 ton Goudsche 40 plus, 209 ton Goudsche 30 plus, 342 Goud sche 20 pl„ 2601 ton Edammer 40 plus 207 ton Edammer 30 plus, 851 ton Edam mer 20 plus, 489 ton gemalen, geraspte, korstlooze, blok-, weeke, zachte, Lim- burgsche en smeerkaas en 1397 ton andere kaas. De uitvoer van gesuikerde geconden seerde volle melk heeft in Juli bedragen 2910 ton ter waarde van f855.000 tegen 2591 ton ter waarde van f. 883.000 in Juli van het vorige jaar. De voornaamste afnemers waren; Ma- lakka met 895 ton; Groot-Brittannië met 784 en Cuba met 272 ton. Verder heeft ons land in Juli uitge voerd: 11.880 ton (waarvan 10.788 ton naar Groot-Britannië) gecondenseerde gesui kerde ondermelk ter waarde van f. 1.979.000. tegen 10.853 ton ter waarde van f. 2.064.000 in Juli 1930. Voorts 2378 ton ongesuikerde gecon denseerde volle melk (waarvan 1108 ton naar Groot-Britannlë en 170 ton naar Peru) ter waarde van f. 665.000, tegen 1799 ton ter waarde van f. 607.000: 628 ton melkpoeder van volle melk ter waarde van f. 331.000, tegen 567 ton ter waarde van f. 344.000. en 298 ton melkpoeder van ondermelk ter waarde van f. 89.000 tegen 523 ton ter waarde van f .167.000 ln Juli van het vorige jaar. (Vad.) HET LANDBOUWCONFLICT IN HET NOORDEN. Aanvaard bemiddelingsvoorstel. Naar wij vernemen hebben de partijen, betrokken bij het landbouwconflict in het Noorden het bemiddelingsvoorstel van den burgemeester van Emmen voor het rayon Nieuw-Amsterdam, Erica en Oranieriiep, aanvaard. Dienovereenkomstig blijft het tarief van 1930 ook voor 1931 van kracht met dien verstande, dat het koren ziften met 5%, het bietenrooien met 5"/» en het aardappelrooien met 1 cent per 93 Meter wordt verlaagd. FRAUDULEUZE INVOER VAN VARKENS. Het lid der Tweede Kamer de heer Van Voorst tot' Voorst, heeft aan de ministers van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, Financiën en Justitie, de volgende vra gen doen toekomen: Is het den Ministers bekend, dat over de Oostgrens van ons land veel vee en varkens frauduleus worden ingevoerd? Zijn de Ministers niet van meening, dat, waar deze invoer in strijd is met het Ko ninklijk Besluit van 24 Mei 1922, Staats blad no. 377, ingevolge artikel 12 der Vee wet, ten spoedigste afdoende maatregelen getroffen moeten worden ter voorkoming van den invoer, waardoor gevaren voor besmetting van onzen veestapel ontstaan? Zijn de Ministers bereid onverwijld zoodanige maatregelen t.e nemen, dat aan dezen invoer ten spoedigste paal en perk wordt gesteld? zullen betoonen. Ah, daar hebben we er al een. Mag ik u voorstellen graaf Zij noemde een naam, dien Sheila niet verstond. Maar opkijkende van haar met bloemen getooide tafel zag zij een jongen Franschman voor zich staan, bruin van tint maar met blauwe oogen, slank, mili tair van houding doch in keurige avond- kleedij, die een buiging voor haar maakte. Hij zette zich rechts van haar. Links van haar stond een nog ledige stoel. Er werd dus nog een heer verwacht. Maar wie? Nu, we zullen maar niet wachten. Hij is iaat. doch hij heeft vooruit gezegd, dat dit kon gebeuren, verklaarde mevrouw Power tusschen de opwindende muziek, het geroezemoes der stemmen om hem heen, de bestellingen aan de keilners, die onvermoeid tusschen de tafels heen en weer liepen, naar en van de buffetten en naar en van hooge stapels borden. Sheila was vol bewondering voor die heen en weer dravende bedienden, die wel de wen schen der gasten schenen te raden. Maar haar gastvrouw scheen Van andere ge dachten te zijn. Neen maar, merkte zij ontstemd op, hoe komt het dat de bediening zoo deer lijk in de war is? Ik vind het ergerlijk. Ze hebben bepaald hun gedachten ergens andersNeen, ik heb jou niet noodig, aldus tot een vreemden kellner, die naast haar verscheen, een blonde jongen met een paar verschrikte oogen, blijkbaar een nieuweling, die als noodhulp voor dezen avond was aangenomen. Laat de maïtre d'hotel komen. Ik zal hem roepen, madame. Het duurde maar enkele oogenblikken voor de Italiaansche maitre d'hotel, zwart, vlug en gejaagd, zich bij haar ver voegde, na al zijn aandacht gewijd te hebben aan een aangrenzende tafel. Dit was de eenige nog onbezette tafel en ze trok ieders aandacht. Maar die tafel was de belangstelling ook wel waard. Ze stond in het meest in het oog vallende deel der zaal. Alle talels, die in de buurt er van stonden, waren een eindje teruggeschoven, alsof ze anders aan de tafel van het te verwach ten hooge personage in den weg zouden staan. De tafel was ook anders gedekt en getooid. De versierselen waren als het ware in pyramidevorm aangebracht. Daarbij was al wat rose was weggelaten en men miste er dus de anjelieren om Krachtens bijzondere bevelen wms de2* tafel uitsluitend versierd met goud en geel. Het glaswerk was van iriseerend Venetiaansch glas. Midden op de tafel verhief zich een pièce de milieu van Ro- senthal-porcelein, voorstellende een dans van naakte nymfen en ruigharige satyrs, die twee voet boven het tafelzilver een schotel omhoog hielden, beladen met ananassen, goudgele mandarijnen, sap pige donkerblauwe druiven, donzige per ziken. Naast den koelemmer met de champagne lag een ruiker van donker getinte theerozen en slingers van bloe men, samengebonden door vergulde lin ten, hingen van de tafel tot den vloer. Achter twee ledige stoelen, welke voor deze zoo rijk versierde tafel stonden, had den twee, nu en dan ook drie keilners post gevat, die met schichtige blikken rondkeken en nu en dan elkander iets toefluisterden. Telkens kwam de maïtre d'hotel weer eens kijken om nog nader orders te geven. Allen schenen vol ang stige verwachting de komende gebeurte nissen tegemoet te zien. Zelfs de altijd nog wat verbijsterde Sheila merkte dit stille spel op en zij vroeg zich af: voor wie wordt toch al die rompslomp ge maakt? Zij zag hoe een gezelschap van vier vreemdelingen uit een ander hotel de zaal binnenkwamen en haastig trachtten een plaats in de volle zaal te krijgen, ten slotte op de ledige tafel af stevenden doch vrijwel weggepoeierd werden door de keilners, die er de wacht bij betrokken hadden. Zij waren dus in ieder geval niet de uit verkorenen. Het is toch wel vermake lijk, dacht Sheila, af te wachten welk hooggeplaatst personage recht zal heb ben aan die tafel plaats te nemen. Maar ik ben eigenlijk nog nieuwsgieriger te weten te komen, wie de andere heer zal zijn, die met ons aan zal zitten. Haar buurman, de Fransche graaf stoorde haar in haar overpeinzingen: Jufrouw Curtis (wat weten vreemdelingen toch altijd prachtig onze namen te ont houden, terwijl wij er soms in weken nog niet achter komen, hoe zij toch eigenlijk heeten dacht zij), ik meen u vanmorgen ook bij de ijsbaan te hebben gezien? Ja, antwoordde Sheila, ik heb er ook een kijkje genomen. Het was toch wel een aardige voor stelling, vond u niet? Bevalt u deze plaats? Vindt u den winter net erg guur? Heeft u ook niet den indruk, dat hier nog al wat oweeërs zijn? O, ik vind het hier kostelijk mooi Ik wil maar zeggen, dat ik het hier zeer goed vindt, haastte Sheila zich te verbe teren, zich herinnerend dat zij hier de rol speelde van een welgesteld habitué, die zich vermeit in het rhythme van het uit stekende orkest, terwijl zij geniet van de keurig toebereide forelZe waren nu tot de visch gekomen. De Franschman, die wél een habitué was, kon een glimlach, over wat hij een kinderlijke uitlating vond, niet onder drukken. Rijdt u schaatsen, juffrouw Curtis? Ik wil er les in nemen, beleed Sheila. Dan geloof ik iemand te kennen die het u dolgraag zal willen leeren, mengde mevrouw Power zich in het gesprek, ter wijl Sheila iets begon te duchten Over wien zouden zij het hebben? Het noodlot had het aldüs beslist: zij hadden het over den bewusten persoon. (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9