fóeócfo&vnit
Uwen, kind&i&tv
fleemt fCoj&e> focity!
DAROL FARGUHAR'S
NACHTWANDELING
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 Augustus 1931
Derde Blad
No. 21909
fuinavond van den Bijzonderen Vrijwilligen
Landstorm „Zuid-Holland West"
FEUILLETON.
BURG. STAND VAN LEIDEN
RECHTZAKEN.
LAND- EN TUINBOUW.
te Alphen aan den Rijn
Jnorme belangstelling. Bezoek van talrijke Autoriteiten.
De heer D. ten Cate Brouwer.
Op het schitterend met lampions en
Spotjes verlichte terrein van de Martha
ochting werd gisteren een Tuinfeest ge-
ouden van den Bijz. Vrijw. Landstorm
Zuid-Holland: West", waarvoor 'n enorme
langstelling bestond. Het aantal bezoekers
idroeg zeker eenige duizenden. Het fraaie
irlichte terrein leverde een zeer feeëriek
peet op, terwijl zich op liet daarvoor
gerichte parkeerterrein een groote file
ufo's had opgesteld. De regeling bleek
rima in orde.
Onder de talrijke aanwezigen zagen wij
ehalve de reeds in ons blad eergisteren
ermelde personen nog de heeren A.
ieters, Referendaris van het ministerie van
innenlandsche Zaken, mr. dr. H. A. van
yblad Oosterhof;, secr. van de Indologische
iculteit van de Rijks Universiteit te
treclit, bestuurslid van de Martha-stichting,
erscheidene burgemeesters uit omliggende
emeenten en tal van plaatselijke leiders
in den landstorm.
Hoewel de regen meerdere malen dreigde
i donkere wolken snel het luchtruim door-
iefden, bleek reeds direct de ware Oranje-
efde over de aanwezigen vaardig te zijn,
•en de voorzitter van de afd. Alphen a. d.
ijn van den B.V.L. kapelaan H. J. L. M.
ondaal het spreekgestoelte betrad. De
wrzitter spraak allereerst een algemeen
elkomstwoord in bijzonder tot de diverse
itoriteiten en gaf tevens zijn vreugde te
innen over deze bijesnkomst. Iedere tijd
engt zijn moeilijkheden mee. Vooral onze
d met het groote gevaar van aanranding
gen het gezag. De Vrijheid moet samen-
aan met het gezag, mede tot nut van
et geheel. Laten wij dit eene vasthouden
Dor God, Vorstin en Vaderland (applaus).
Spontaan werd daarom door de aan
wezigen staande gezongen het „Wilhelmus",
p de van hem bekende geestdriftige wijze
•rak de heer D. ten Cate-Brouwer, voor
eer van de Kamer, voor Koophandel en
abrieken voor Rijnland en lid van de
«westelijke landstormcommissie „Zuid-
eilandWest" zijn rede uit over het
wdmverp: „Landstorm en Vaderland'
Wanneer de geschiedschrijver te boek zal
ellen de kenmerkende eigenschappen van
en tijd, waarin wij thans leven, dan zal
ij zeker gewagen van een krachtig ver
engen, dat zich in onzen tijd bij alle
«schaafde volken heeft geopenbaard, om
inderlinge geschillen op vreedzame wijze
in beslechten.
Daarover, geachte aanwezigen, kunnen wij
>ns slechts verheugen. De verschrikkelijke
llende, het matelooze leed, de onoverkoom-
>3re verliezen, welke deze oorlog den
nenschen gebracht heeft, hebben het
nenschdom het besef gebracht, dat de
orlog aan den oorlog verklaard moest
welen. M?.ar behalve aan het heuglijke
'«rboven gememoreerde, zal de geschied-
5cbri)ver ongetwijfeld ook groote aandacht
rijden aan het feit, dat er vooral in de
aatste jaren belangrijke groepen van onze
burgers bezig zijn de peilers van ons
volksbestaan, van onze volkswelvaart te
ondermijnen en onze volksgeest te ver
giftigen. Dat Nederland zijn belangrijke
positie tusschen de volkeren kon innemen,
dat Nederlands zonen pioniers konden zijn
op wetenschappelijk, industrieel-terrein, op
het gebied van Handel en Scheepvaart,
danken wij niet in het minst aan de rustige
atmospheer, waarin wij hier leven en wer
ken konden. De grondslag voor deze rustige
atmospheer is de erkenning van het wettig
gezag. En wanneer wij nu nauwkeurig
letten op alles, wat rondom ons gebeurt,
en dat is de plicht van alle Landstormers,
dan zullen wij zien, dat het communisme
over de geheele wereld en ook over ons
land met een zeldzame brutaliteit op
treedt. Zooals in November 1918 de revo
lutie van Duitschland over onze grenzen
kwam, doch door onze jongens, Gorie zij
dank. werd bedwongen, zoo zullen de
communistische leiders hier ook klaar staan,
wanneer het communisme in Duitschland
zal zegevieren. 4
Wij met onze, ik zou bijna zeggen,
dikwijls gevaarlijke vrijheid van drukpers,
vrijheid van vergadering, wij zien en tole-
reeren dat men zich tegen ons vereenigt,
tegen ons plannen smeedt en het eenigste,
dat wij daartegen doen is met een- kinder
lijke naiviteit hopen, dat dit alles zich zelf
wel zal neutraliseeren. Maar Rusland, het
groote machtige Rusland, is het nooit uit
geputte arsenaal van communistische wa
penrusting. De revolutie in elk land, de
wereld-revolutie is het doel waarnaar ge
streefd en waarvoor hard gewerkt wordt.
Veel erger dan een vreemde bezetting is
een communistische terreur. Onze organi
satie is groeiend. In bijna elke belangrijke
plaats van ons land is er een afdeeling.
Al deze afdeelingen tezamen, zii zijn onder
de eminente leiding van Z. E. Generaal
Duymaer van Twist en zoovele getrouwe
medewerkers gegroeid tot een groote klit
en deze organisatie, zal, dat kan ik U
verzekeren, verhoeden dat ons land, ons
mooi vaderland* ten prooi zal worden aan
so'ialist'sche of communistische wo°ling?n.
Ook zal de Landstorm zijn plicht kennen,
wanneer anderen bege-rig de hand zouden
uitsteken naar ons land.
Werd de rede reeds herhaaldelijk door
applaus onderbroken, aan het einde klaterde
dit hoog op.
Na deze rede volgde de pauze, in welken
tijd de talrijke aanwezigen gelegenheid
hadden tot bezichtiging der prachtige ter
reinen der Martha-Stichting en het gebruik
van eenige ververschingen.
De heer J. E. Boddens Hosang.
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr. O. KELLER.
28)
CL rnaar, wat fs 'dat prachtig! riep
Sheila uit, toen zij met haar geheel in
net zwart gekleede gastvrouw de feestelijk
'ersierde zaal binnentrad. De groote zaal
kas voor dit avondfeest omgetooverd tot
eeti paleis van kleur en licht. Alle acht
Roote lusters werden door spiegels weer
kaatst zoodat het er wel acht en twintig
'eken, en overal aangebrachte bloem
guirlandes gaven aan het geheel een
^bitterenden aanblik. Mag men het
l'neila euvel duiden, dat zij met open
"lend alles aanstaarde: zij was eerst twee
'n twintig en had nog bitter weinig van
wereld gezien! En dan de muziek!
öneila gevoelde zich als overvallen door
een stortvloed van tonen, toen het
orkest, dat in een uniform hetwelk aan
jooneelhuzaren deed denken op een ach
ter groen schuilgaand podium had plaats
gnomen, plotseling een meesleepende
«eener wals inzette. En zij speelden met
een vuur en geestdrift alsof een of
andere helsche geest ze aanvoerde!
Hun tafel was. evenals die der andere
sasten, versierd met een overdaad van
«ersche bloemen, hoewel het in het
nartje van Januari was. Groote ruikers
van gele afrikaantjes en roze anjelieren,
waarvan het geel zich geestig paarde aan
net roze. prijkten on de tafel. De geur
n« anjelieren, welke door de warmte uit
bloemen opsteeg, mengde zich met de
parfums, die Parijs zoo overvloedig over
heel de wereld verspreidt, met de reuk
van het blanketsel, waarvan zoovele vrou
wen met voorliefde gebruik maken, het
bouquet der wijnen, de lucht van de kos
telijke spijzen en de ware rumsaus der
omeletten, welke een „spécialité de la
maison" waren.
De groote zaal was voor dit
avondfeest.
Ik zou graag zien. dat u daar ging
zittenjuffrouw Curtis mag ik u even
in het oor fluisteren dat u in dat groene
costuumpje de meest verleidelijke figuur
van al de aanwezigen is? Gelukkig heb ik
de hand kunnen leggen op een paar
jongelui, die zich uw gezelschap waardig
Na de pauze volgde een Taptoe, geblazen
door de Trompetters van het 6e regiment
Veldartillerie te Leiden onder leiding van
den wachlmeester-staftrompetter A. Geskes,
hetwelk eveneens een dankbaar applaus
ontlokte.
Waarop de heer J. E. Boddens Hosang,
Burgemeester van Woubrugge, lid van de
gewestelijke landstormcommissie „Zuid-
Holland West" eveneens op zeer geestdrif
tige wijze gelegenheid verkreeg tot het
houden van zijn rede over het onderwerp:
„Oranje en Vaderland."
Aan deze rede is het volgende ontleend:
Oranje en Vaderland behooren bijeen.
Nederland is sinds eeuwen zoo nauw aan
Oranje verbonden, dat Nederland niet
denkbaar is zonder Oranje, maar ook om
gekeerd is de traditie der Oranjes zoo
nauw samengeweven met het volksbestaan
dat het zijn glans zou verliezen, als het
van Nederland weggenomen zou worden.
Oranje en Nederland, persoonlijker ge
zegd, Wilhelmina en Nederland, hooren
bijeen. Dat mogen wij, Landstormers zeg
gen, want in den Landstorm is maar één
kleur, dat is Oranje, en er is maar één
naam. en die is Wilhelmina. In deze woor
den is ons geheele Instituut, als in één
pennestreek geteekend, het is onze ge
schiedenis. ons wezen, ons bedoelen, onze
toekomst. Wij zijn niet tegen iemand, niet
tegen een groep of organisatie gericht,
ons werken en willen richt zich niet tegen
eenig sociaal begeeren of wenschen, wij
zijn niet tegen.maar wij zijn voor.
orde en gezag, voor vrede en rust, voor
ontwikkeling en uitbouw, maar langs wet
tigen weg. Zooals wij hier bijeen zijn, al
behooren we tot verschillende politieke
partijen, wij hebben maar één kleur
Oranje, en we verstaan maar één naam,
die diep in'onze harten geplant is
Waarom? Beseffen wij wel genoeg, welke
beteekenis Koningin Wilhelmina voor Ne
derland heeft? Ge moet eens zien wat
Prof. Treub, of mr. Zimmerman, prof. den
Hartog, of dr. De Visser, Cremer en Asser,
Lohman en Kuyper, wat door vooraan
staanden van elke politieke partij van onze
Koningin gezegd wordt, wat door hen ge
schreven is in ondubbelzinnige en duide
lijke taal. Dan begrijpt ge iets van de be
teekenis van onze Koningin voor ons
Landsbestuur. En wilt ge iets zelf zien?
Weet ge dan niet van het medeleven van
onze Koningin bij watersnood of storm
ramp, in de mijnen en op de zee, in de
woningen op het Loo, waar de Koningin
op visite kwam. Dan voelt ge, welk leven
klopt in het hart van de ware Moeder des
Vaderlands. Neen, mijne hoorders, wij
kunnen voor onszelf wel eens meenen, dat
wij in egnigen kring onzer samenleving
nuttig zijn, wij kunnen ons wel verbeelden
dat wij den weg hebben te wijzen, waar
langs het bestuur geleid moet worden,
maar we hebben in ons heele volk, ons
groote volk maar één voorbeeld van opof
fering en medeleven, maar één middelpunt
van nationaal leven en beleven, maar één
lichtspoor in donkere dagen, maar één ba
ken in zee, maar één beeld van eenheid,
en dat isonze Koningin.
De beteekenis van onze Koningin mogen
we zien als een diamant van groote
waarde, een diamant, die ons volk toebe
hoort, ons allen, arm en rijk, oud en jong.
En wij mogen er voor waken, dat dit ge
schenk niet door ruwe handen of monden
betast of bespot wordt. Bij al onze ver
deeldheid op velerlei terrein, is dit toch
ons aller overtuiging. Mijn Koningin is mij
heilig, en van mijn Koningin: handen
afIs dit een aansporing tot agi
tatie. is dit persoonsverheerlijking? Neen,
dat zit niet in onze Landstormers, maar
dit mogen wij zeggen: Al zijn we niet
dweepziek, al verwerpen wij verheerlijking,
wanneer eerlijkheid ons gebiedt dank
baar te zijn, dan zijn we dat ondanks
het heden en de toekomst ons gebieden
alleen uit dankbaarheid reeds te waken en
te bewaren, dan kunnen en dan mogen,
maar dan willen we die eeretaak niet aan
ons laten voorbijgaan, dan zijn we één
om den troon, één om ons geliefd Vor
stenhuis, één van willen, één van denken,
één van doen. Daarom zie ik onze taak
zoo, dat als de Landstorm slechts bereiken
kon, dat het Nederlandsche volk besefte,
welken enormen dank wij als natie aan
Koningin Wilhelmina verschuldigd zijn,
als de Landstorm dat alleen maar be
reiken kon, alleen dan is die Landstorm
waard, nog duizend jaar te bestaan.
Ook aan het einde van deze redevoering
klonk een krachtig applaus, uiting gevend
aan een algemeene instemming met het
gezegde.
Het geheel werd voor de pauze nog op
geluisterd met éen concert gegeven door
de Chr. MuRjekvereen. „Arti et Religioni"
en tusschen de verschillende toespraken
afgewisseld door zang van de zangver-
eeniging „O. B. K." en muziek van de R.K.
Harmonie „Leo XIII".
Als slot van dezen zeer goed geslaagden
tuinavond werd een openluchtfilm ver
toond: met de Koningin op reis in 1930.
Onderwijl sprak Luit.-Gen. Duymaer van
Twist een kort slotwoord, waarin hij de
aanwezigen verzocht een driewerf hoera
aan te heffen op Luit.-Generaal Terwisga,
waarmede de aanwezigen spontaan in
stemden. Spr. bracht tevens een woord
van protest uit tegen een gezegde van een
verantwoordelijk arbeidsleider dezer da
gen te Utrecht geuit, dat indien een be
roep op de Landstormers werd gedaan,
men van hun trouw niet meer zoo zeker
zou zijn. Spr. is echter overtuigd dat,
mocht de regeering haar steun behoeven
alle landstormers onmiddellijk paraat zul
len zijn.
GEBOREN:
Hans August, Z. v. W. G. Schelke en van
J. Raar. Carolina Martina Maria, D. v.
L. E. van Steenbergen en van M. M. Vin-
kestein.
ONDERTROUWD.
J. van Rijn jm. 23 j. en J. Laman jd. 18 j.
S. W. Blok jm. en J. van Heusden jd.
23 j. C. Spruit jm. 23 j. en D. Laman
jd. 21 j.
o
OVERLEDEN.
C. van Duin, man, 67 j.
ROOFOVERVAL BIJ EEN LANDBOUWER.
Gistermorgen stond voor het Arnhem-
sche Gerechtshof terecht de 24-jarige
landbouwer D. van Bochove, zonder vaste
woonplaats, die door de rechtbank te
Zutphen wegens poging tot afpersing,
diefstal met geweldpleging en verkrach
ting was veroordeeld tot acht jaar gevan
genisstraf met zijn terbeschikkingstelling
van de regeering.
Verdachte hoorde gisteren voor het Hof
door den procureur-generaal mr. A. A.
Cnopius bevestiging van 't vonnis eischen.
Uitspraak over 14 dagen.
RECLAME.
2109
ONZE ZUIVELUITVOER IN JULI.
Lage cijfers voor boter en kaas; betere
voor gecondenseerde melk.
De cijfers van onzen uitvoer van boter
en kaas zijn over Juli opmerkelijk laag.
Volgens de maandstatistiek van den
in-, uit- en doorvoer, bewerkt door het
Centraal Bureau voor de Statistiek, heeft
de uitvoer van boter in die maand bedra
gen slechts 2914 ton ter waarde van
f 3.579.000 tegen 4001 ton ter waarde van
f. 6.237.000 in Juli 1930. Wij zijn thans
met den uitvoer van boter bij verleden
jaar bijna 12'/: millioen gulden ten
achter.
Wij hebben in Juli naar Duitschland
gezonden 1690 ton boter, naar Groot-
Brittannië 524. naar België 368 en naar
Frankrijk 197 ton.
De uitvoer van kaas bedroeg in Juli
8916 ton ter waarde van f. 5.439.000 tegen
10.218 ton ter waarde van f. 7,287.000 in
Juli van het vorige jaar. Met den uitvoer
van kaas zijn we nu bij verleden jaar
bijna 8'/ï millioen gulden ten achter.
Van de in Juli uitgevoerde kaas ging
3776 ton naar Duitschland, 1809 ton naar
België, 1773 ton naar Frankrijk en 590 ton
naar Groot-Brittannië.
Van de uitgevoerde kaas was 1411 ton
volvette Goudsche, 1409 ton Goudsche 40
plus, 209 ton Goudsche 30 plus, 342 Goud
sche 20 pl„ 2601 ton Edammer 40 plus
207 ton Edammer 30 plus, 851 ton Edam
mer 20 plus, 489 ton gemalen, geraspte,
korstlooze, blok-, weeke, zachte, Lim-
burgsche en smeerkaas en 1397 ton andere
kaas.
De uitvoer van gesuikerde geconden
seerde volle melk heeft in Juli bedragen
2910 ton ter waarde van f855.000 tegen
2591 ton ter waarde van f. 883.000 in Juli
van het vorige jaar.
De voornaamste afnemers waren; Ma-
lakka met 895 ton; Groot-Brittannië met
784 en Cuba met 272 ton.
Verder heeft ons land in Juli uitge
voerd: 11.880 ton (waarvan 10.788 ton naar
Groot-Britannië) gecondenseerde gesui
kerde ondermelk ter waarde van
f. 1.979.000. tegen 10.853 ton ter waarde
van f. 2.064.000 in Juli 1930.
Voorts 2378 ton ongesuikerde gecon
denseerde volle melk (waarvan 1108 ton
naar Groot-Britannlë en 170 ton naar
Peru) ter waarde van f. 665.000, tegen 1799
ton ter waarde van f. 607.000: 628 ton
melkpoeder van volle melk ter waarde
van f. 331.000, tegen 567 ton ter waarde
van f. 344.000. en 298 ton melkpoeder van
ondermelk ter waarde van f. 89.000 tegen
523 ton ter waarde van f .167.000 ln Juli
van het vorige jaar. (Vad.)
HET LANDBOUWCONFLICT IN HET
NOORDEN.
Aanvaard bemiddelingsvoorstel.
Naar wij vernemen hebben de partijen,
betrokken bij het landbouwconflict in het
Noorden het bemiddelingsvoorstel van den
burgemeester van Emmen voor het rayon
Nieuw-Amsterdam, Erica en Oranieriiep,
aanvaard. Dienovereenkomstig blijft het
tarief van 1930 ook voor 1931 van kracht
met dien verstande, dat het koren ziften
met 5%, het bietenrooien met 5"/» en het
aardappelrooien met 1 cent per 93 Meter
wordt verlaagd.
FRAUDULEUZE INVOER VAN VARKENS.
Het lid der Tweede Kamer de heer Van
Voorst tot' Voorst, heeft aan de ministers
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw,
Financiën en Justitie, de volgende vra
gen doen toekomen:
Is het den Ministers bekend, dat over
de Oostgrens van ons land veel vee en
varkens frauduleus worden ingevoerd?
Zijn de Ministers niet van meening, dat,
waar deze invoer in strijd is met het Ko
ninklijk Besluit van 24 Mei 1922, Staats
blad no. 377, ingevolge artikel 12 der Vee
wet, ten spoedigste afdoende maatregelen
getroffen moeten worden ter voorkoming
van den invoer, waardoor gevaren voor
besmetting van onzen veestapel ontstaan?
Zijn de Ministers bereid onverwijld
zoodanige maatregelen t.e nemen, dat aan
dezen invoer ten spoedigste paal en perk
wordt gesteld?
zullen betoonen. Ah, daar hebben we er
al een. Mag ik u voorstellen graaf
Zij noemde een naam, dien Sheila niet
verstond. Maar opkijkende van haar met
bloemen getooide tafel zag zij een jongen
Franschman voor zich staan, bruin van
tint maar met blauwe oogen, slank, mili
tair van houding doch in keurige avond-
kleedij, die een buiging voor haar maakte.
Hij zette zich rechts van haar. Links van
haar stond een nog ledige stoel. Er werd
dus nog een heer verwacht. Maar wie?
Nu, we zullen maar niet wachten. Hij
is iaat. doch hij heeft vooruit gezegd, dat
dit kon gebeuren, verklaarde mevrouw
Power tusschen de opwindende muziek,
het geroezemoes der stemmen om hem
heen, de bestellingen aan de keilners, die
onvermoeid tusschen de tafels heen en
weer liepen, naar en van de buffetten en
naar en van hooge stapels borden. Sheila
was vol bewondering voor die heen en
weer dravende bedienden, die wel de wen
schen der gasten schenen te raden. Maar
haar gastvrouw scheen Van andere ge
dachten te zijn.
Neen maar, merkte zij ontstemd op,
hoe komt het dat de bediening zoo deer
lijk in de war is? Ik vind het ergerlijk. Ze
hebben bepaald hun gedachten ergens
andersNeen, ik heb jou niet noodig,
aldus tot een vreemden kellner, die naast
haar verscheen, een blonde jongen met
een paar verschrikte oogen, blijkbaar een
nieuweling, die als noodhulp voor dezen
avond was aangenomen. Laat de maïtre
d'hotel komen.
Ik zal hem roepen, madame.
Het duurde maar enkele oogenblikken
voor de Italiaansche maitre d'hotel,
zwart, vlug en gejaagd, zich bij haar ver
voegde, na al zijn aandacht gewijd te
hebben aan een aangrenzende tafel. Dit
was de eenige nog onbezette tafel en ze
trok ieders aandacht.
Maar die tafel was de belangstelling
ook wel waard. Ze stond in het meest in
het oog vallende deel der zaal. Alle talels,
die in de buurt er van stonden, waren
een eindje teruggeschoven, alsof ze
anders aan de tafel van het te verwach
ten hooge personage in den weg zouden
staan. De tafel was ook anders gedekt en
getooid. De versierselen waren als het
ware in pyramidevorm aangebracht.
Daarbij was al wat rose was weggelaten
en men miste er dus de anjelieren om
Krachtens bijzondere bevelen wms de2*
tafel uitsluitend versierd met goud en
geel. Het glaswerk was van iriseerend
Venetiaansch glas. Midden op de tafel
verhief zich een pièce de milieu van Ro-
senthal-porcelein, voorstellende een dans
van naakte nymfen en ruigharige satyrs,
die twee voet boven het tafelzilver een
schotel omhoog hielden, beladen met
ananassen, goudgele mandarijnen, sap
pige donkerblauwe druiven, donzige per
ziken. Naast den koelemmer met de
champagne lag een ruiker van donker
getinte theerozen en slingers van bloe
men, samengebonden door vergulde lin
ten, hingen van de tafel tot den vloer.
Achter twee ledige stoelen, welke voor
deze zoo rijk versierde tafel stonden, had
den twee, nu en dan ook drie keilners
post gevat, die met schichtige blikken
rondkeken en nu en dan elkander iets
toefluisterden. Telkens kwam de maïtre
d'hotel weer eens kijken om nog nader
orders te geven. Allen schenen vol ang
stige verwachting de komende gebeurte
nissen tegemoet te zien. Zelfs de altijd
nog wat verbijsterde Sheila merkte dit
stille spel op en zij vroeg zich af: voor
wie wordt toch al die rompslomp ge
maakt? Zij zag hoe een gezelschap
van vier vreemdelingen uit een ander
hotel de zaal binnenkwamen en haastig
trachtten een plaats in de volle zaal te
krijgen, ten slotte op de ledige tafel af
stevenden doch vrijwel weggepoeierd
werden door de keilners, die er de wacht
bij betrokken hadden.
Zij waren dus in ieder geval niet de uit
verkorenen. Het is toch wel vermake
lijk, dacht Sheila, af te wachten welk
hooggeplaatst personage recht zal heb
ben aan die tafel plaats te nemen. Maar
ik ben eigenlijk nog nieuwsgieriger te
weten te komen, wie de andere heer zal
zijn, die met ons aan zal zitten.
Haar buurman, de Fransche graaf
stoorde haar in haar overpeinzingen:
Jufrouw Curtis (wat weten vreemdelingen
toch altijd prachtig onze namen te ont
houden, terwijl wij er soms in weken nog
niet achter komen, hoe zij toch eigenlijk
heeten dacht zij), ik meen u vanmorgen
ook bij de ijsbaan te hebben gezien?
Ja, antwoordde Sheila, ik heb er ook
een kijkje genomen.
Het was toch wel een aardige voor
stelling, vond u niet? Bevalt u deze
plaats? Vindt u den winter net erg guur?
Heeft u ook niet den indruk, dat hier nog
al wat oweeërs zijn?
O, ik vind het hier kostelijk mooi
Ik wil maar zeggen, dat ik het hier zeer
goed vindt, haastte Sheila zich te verbe
teren, zich herinnerend dat zij hier de
rol speelde van een welgesteld habitué, die
zich vermeit in het rhythme van het uit
stekende orkest, terwijl zij geniet van de
keurig toebereide forelZe waren nu
tot de visch gekomen.
De Franschman, die wél een habitué
was, kon een glimlach, over wat hij een
kinderlijke uitlating vond, niet onder
drukken.
Rijdt u schaatsen, juffrouw Curtis?
Ik wil er les in nemen, beleed Sheila.
Dan geloof ik iemand te kennen die
het u dolgraag zal willen leeren, mengde
mevrouw Power zich in het gesprek, ter
wijl Sheila iets begon te duchten
Over wien zouden zij het hebben? Het
noodlot had het aldüs beslist: zij hadden
het over den bewusten persoon.
(Wordt vervolgd.).