72!te Jaargang VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1931 No. 21909 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. KLEUR- EN KN1PPLAAT. DAT LIEP NOG GOED AF! GOEDE OPLOSSINGEN. RAADSELS. HETS. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD IN DEN REGEN. Zeven kleine eendjes Liepen in de wei. Zeven kleine eendjes Waren o, zoo blij! Want ze mochten samen Zonder Moes op pad. Plots'iing viel de regen. Allen werden nat! Veel kon 't hun niet schelen: 'n Eendje is niet bang Voor het frissche water. Wist je 't al niet lang? Maar ze hadden gist'ren Zoo' iets leuks gezien: Hoe twee kind'ren schuilden Onder 'ti boom. Misschien Wilden zij hen nadoen. 'n Bloempot lag juist klaar! En twee kleine eendjes Kropen 'rin, zoowaar! D'and'ren bleven buiten Lacïïfen 't tweetal uit: Kwak-kwak-kwak! Kwak-kwaak-k wak Snaterden ze luid. En zet jullie d' eendjes Nu een netjes op. Allen keurig recht, hoor! En niet op hun kop"! (Nadruk verboden). Hei was een heerlijke dag in het voor aar, toen zes groote zeehonden uit de zee iwamen en langs de Amerikaansche kust waggelden. Zij stelden een onderzoek in, ol ze een mooi droog en zonnig tehuis voor hun vrouwen en kinderen konden inden. De oude Snorrebaard, die een behoorlijke rootte en een daarbij passend gewicht lad, was de grootste van het gezelschap. Hij droeg twee jassen over elkaar en had erstandige, donkere hondenoogen, terwijl zijn forsche snor hem er niet gemakkelijk deed uitzien. Snorrebaard had weldra een mooi plekje jevonden. Het was er droog en over stee- nen konden hij en zijn gezin gemakkelijk de zee bereiken. ,,'n Mooi droog pad," dacht hij goedkeu rend, „gelukkig niet modderig, want mod der bederft mijn mooie bontjas. En ik zal wel maatregelen nemen, dat de anderen mijn nest met rust laten." De andere zeehonden waren zelf druk bezig alles in gereedheid te brengen voor de komst van hun gezin en zouden Snor rebaard wel uit den weg blijven. Ze had den allen respect voor hem, want hij was immers de grootste en de sterkste! Het duurde niet lang, of de moeders kwamen er aan. De vaders wachtten hen op en wezen hun hun nieuw tehuis aan. Dit scheen de wijfjes best te bevallen. De jonge zeehondjes maakten evenveel leven als een kudde lammetjes of een Toepje kinderen. Op zekeren dag zei mevrouw Snorre baard tegen haar kleintje: „Nu zal ik je vandaag je eerste zwem- es geven." Maar daarin had Klein, zoo heette het zeehondenkind, niet veel zin. Hij was bang, dat hij water in zijn neus en zijn oogen zou krijgen en maakte een lawaai: sput terde en spatte, alsof hij vermoord werd. Toen hij echter zag, dat alle andere zee hondjes leerden zwemmen, scheen hij wat meer moed te krijgen. En toen duurde het niet lang meer, of hij zwom, dook en zocht visch als de beste. Op een keer was Vader Snorrebaard boos op Klein, omdat hij in den modder speelde, iets wat geen enkele zeehonden- vader of moeder ooit goed vindt. -Bengel!" riep hij uit. „Begrijp je dan niet, dat je je jasje heelemaal bederft? Als je het weer doet, krijg je den geheelen dag geen visch te eten. Nu weet je het!" Klein trok een lip, want hij was dol op visch. Hij zocht nu het frissche zeewater op en zwom een heel eind weg, er niet aan den kend, dat hij veel te ver van Vader en Moeder wegging. Plotseling voelde hij zich uit het water omhoog tillen en in een boot duwen, ter wijl eenige vreemde gezichten die hee lemaal niet op Vader of Moeder leken! zich over hem heen bogen. „Een zeehond!" riep een visscher uit. „Een jonge zeehond! Wat zeg je daarvan? Dien moeten we mee aan boord nemen." „Ja: laten we hem in dit net stoppen!" zei de ander. „Voorzichtig! Het is zoo'n gladde, glibberige baas!" Arme Klein! Hij was gevangen. Hoe hij ook worstelde, spartelde en in de zeehon dentaal om hulp riep, het mocht niet baten Weldra bevond hij zich aan boord van een schip temidden van de meest vreemdsoortige voorwerpen en hoe hij zich ook wentelde, hij was op het schip en hij bleef er. Eindelijk stoomde het schip weg. Klein riep om zijn moeder en meende haar stem te hooren. Zou zij hem verstaan hebben? Ja, zij kwam naar het schip toe- gezwommen om haar kind te bevrijden. Maar wat kon zij doen? De zeelui zagen de arme moeder achter het schip aan zwemmen. Uren lang hield zij het vol en hoewel haar krachten bijna uitgeput waren, gaf zij den moed nog niet op. Ze kon haar kind toch niet in den steek laten! Intusschen had Klein zoo gesparteld, dat hij tegen de verschansing van het schip was gerold. Daarin was een opening. Een flinke sprong en hij was met net en al in zee! O, wat plaste hij geweldig! Zijn trouwe moeder knaagde de mazen avn 't net door en nam hem mee naar huis. Dat was een heele rei6 en af en toe nam zij hem in haar bek om hem een eindje te dragen. De zeelui koesterden zóó'n bewondering voor de dappere zeehonden-moeder, dat zij geen pogingen aanwendden om haar en haar kind opnieuw te vangen. Eindelijk kwamen zij weer bij Vader Snorrebaard terug! (Nadruk verboden). GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS ONTVANGEN VAN: Gerard de Geus, Dorus de Geus, Keesjé de Geus, Ploni van den Eykhoff. Betsy van den Eykhoff, Neeltje van Duyn, Maartje Verdoes, Ma rietje Simons, Fientje Simons, Greta Dubbeldam, Heiltje Dorrepaal. Ber- tus Dorrepaal, Bert van Reenen, Gerharda Eggink, Christiaan Eggink, Willy de Neys, Jo de Wekker, Nelly Nagtegaal, Gerrit Dorrepaal, Wim Kruit, Abraham van Es, Annie van Woudenberg, Bram Lasschuit, Alie Krassenburg, Marie Montiba, Reinier den Hertog, Maurits van Nood, Johan van Nood, Arie de Graaff, Hendrik Muider, Johan Mulder, Gerarda Laman, Gerard van Dorp, Jannie Hagoort, Nel Hagoort, Nico Kret, Celia Kret, Hans Kret, Jan Delfos, Ton Delfos, Marietje van der Mey, Marietje Laterveer, Leo van Veen, Lena Schilp, Willie Schilp, Hennie de l'Ecluse, Annie Brouwer, Jaantje van der Laken, Maartje van der Marei, Marie van der Wolf, Wim Kruit, Leny Oostveen, Dirk Offringa, Antoon Verdoes. RAADSELS VOOR ALLEN, OM UIT TE KIEZEN, DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. Ingezonden door Johan en Hendrik Mulder. Mijn geheel bestaat uit 9 letters. De le lettergreep is iets, dat dikwijls uit China komt, de 2e en 3e zijn de naam var. een onmisbaar meubel in huis. n. Ingezonden door Tinus v. d. Bom. Een huisdier met een deel van een stad vormen te zamen eene badplaats. in. Ingezonden door drietal Kret. Welke heerlijke dagen maak je hier uit. e, e, t, t, s, s, f, k, r. IV. Ingezonden door Als men mijn naam noemt dan noemt ge een dorp in Nederland. Mijn geheel bestaat uit 8 letters. Mijn le groeit op mijn 2e of aan den kant van den sloot, mijn 2e wordt door iedereen betreden, mijn le en 2e bestaan beide uit 4 letters. V. Ingezonden door Jaap Offringa. Zonder kop ben ik een visch, neemt men daar de staart af dan word ik een getal, geef nu dat getal kop en staart, dan wordt ik een stad in Zuid-Holland. VI. Ingezonden door Marietje Laterveer. Zes letters slechts heeft mijn geheel. Maar 't woord, mijn vrienden, zegt u veel, 'k Balsem voor 't gewonde hart En schraag u steeds in lijdenssmart. Maar word ik vreeselijk onthoofd En van de eindletter beroofd, Dan komt een bloem voor uw gezicht Die menigeen prijst in een gedicht. vn. Ingezonden door Agnes Planje. Als er een vierde deel van een koek wordt afgesneden, wat houdt men dan over? VIII. Ingezonden door Marietje en Fientje Simons Ik ben iets dat men hoort als de school uitgaat en begint. Verander mijn le letter, dan wordt ik een meisjesnaam, verander nog eens mijn eerste letter dan word ik iets dat ieder mensch heeft. HAASJE -OVER. Ingezonden door D. H. BAKKER, te Katwijk-aan-Zee. UI. U. A i laiPjUu, auui.iuuviuwLi.Li van de afdeeling Volkenbondszaken van het departement van Buitenlandsche Zaken, buitengewoon hoogleeraar aan de Handelshoogesehool te Rotterdam; prof. dr. E. Moresco, oud-vice-president van den Raad van Indie, plaatsvervangende ver tegenwoordigers, met dien verstande, dat tijdens de aanwezigheid van Jhr. Beelaerts van Blokland te Genève, ook mr. Limburg als plaatsvervangend vertegenwoordiger zal worden beschouwd; mevrouw mr. L. C. Schönfeld-Polano. referendaris aan het Departement van Justitie, technisch des kundige; mevrouw C. A Kluyser, hoofd commies aan het Departement van Bin- nenlandsche Zaken, technisch deskundige, tevens Secretaris, Jhr. mr. M. W. van I Weede, Gezantschaps-attaché, secretaris. PRIJS DEZER COURANT:; Jen per 3 maanden f. 2.35, per week f.0.18 •elden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 er post f. 2.35 -1- portokosten. h. <BEN. 1 AVRO. f. hebben wij ten melden ter Reymer laten thans igen, welke t: tene Veree- t op hoogen ct tusschen ur der Pos- - anderzijds •leg als bo swel in het van de door en, dat de n de regee- het Radio- or het her- etsel is ge- tegen dit ;ven en ons orbehouden ;t te blijven in de eerste terzijds uit- ver gingen, edestanders achterwege *n door ons Excellentie, le, waarvan ding zullen in wederom eeniging in en, en heb- schuldigden meene Ver. P". i voorzitter. HEEL i secretaris, ister d.d. 1 Juli j.l. heb n van oor- alle daarbij is tusschen enerzijds en iijds en dat latige wijze n zakelijke zal worden allen tijde roeporgani- - haar actie t en de op- ;e deed ont- een beletsel n hebbende ■ng daartoe '.geen in de •oorgevallen .volge de in i, het con- n verlof in erd. terwijl bestuur der Waterstaat, .„EYMER". NEDERLAND EN VINCENNES. Een douceur van de verzekerings maatschappijen. Havas meldt uit Parijs: Ter gelegenheid van de inwijding van het nieuwe Nederlandsche paviljoen op de Koloniale tentoonstelling, hebben de ver zekeringsmaatschappijen, die het ver brande gebouw hadden verzekerd, het Nederl. commissariaat-generaal spontaan nog een bedrag van drie miliioen francs aangeboden. BINNENLAND. Landstormtuinfeest te Alphen aan d-n Rijn. (3e Blad). De toestand der tertiaire wegen in Ne derland. (Binnenland, le Blad). De volledige briefwisseling tusschen minister Reymer en de AVRO; het conflict bijgelegd. (Binnenland, le Blad). Wanneer zullen de treinen rijden over den afsluitdijk in de Zuiderzee? Waar schijnlijk niet voor 1940. (Binnenland, le Blad). Doodelijk ongeluk op een onbewaakten overweg te Warmond. (Gemengd, 2e Blad) Lampenkappenfabriek te Bloemendaal af gebrand. (Gemengd, 2e Blad). Een voorbeschouwing over de Europee- sche zwemkampioenschappen te Parijs. (Sport, 3e Blad). Verpleegster op een onbewaakten over weg bij Nunspeet door een trein gedood. (Laatste berichten, le Blad). Bij een brand te Meppel zijn drie huizen verwoest, vier andere kregen groote water schade. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND. De Engelsche bezuinigingsplannen nog in bespreking. (Bultenl., le Blad). Vergeefsche poging om Bethlen te be wegen aan te blijven als minister van buitenl. zaken in Hongarije. (Buitenl., le Blad). Wat de Berlijnsche politie vond in het Karl Liebknechthuis. (Buitenl., le Blad). Opening van het Bulgaarsche parlement. (Buitenl., le Blad). Wordt ex-koning Alfonso alleen ter verantwoording geroepen? (Tel., le Blad). BEGRAFENIS JHR. J. A. VAN KRETSCHMAR VAN VEEN. Gistermiddag is op de begraafplaats „Zorgvlied" te Amsterdam het stoffelijk overschot van jhr. J. A. van Kretschmar van Veen, in leven directeur van de Deli spoorwegmaatschappij en oud-directeur der N. S. en der Zuid-Afrikaansche Spoor weg Mij., ter aarde besteld. Een groot aantal belangstellenden was op de begraafplaats aanwezig. Wij noemen mr. dr. J. v. d. Menten, voorzitter van den raad der commissarissen der N. S., ir. E. C. W. van Dijk, lid van de directie der N. S., prof. Kraus, oud-minister van waterstaat, Herbert Cremer, namens de Deli Spoorweg Mij., voorts de heeren mr. dr. S. M. Korter, mr. P. Feenstrat en J. Heil, commissarissen en jhr. J. M. de Jonge, directeur van de Vereenigde Javasche Houthandelaren; K. F. v. d. Berg en ir. J. P. Delprat als verte genwoordigers van de staatscommissie voor den Nederl.-Zuid-Afrikaanschen handel, ir. M. H. Damme. directeur van Werkspoor, baron C. R. F. Krayenhoff, oud-chef van de afd. publiciteit der N. S. en eenige hoofdambtenaren van de Ned. Spoorwegen. Een zoon van den overledene dankte voor de bewezen belangstelling. DE BRDGGENBOUW OVER WAAL EN RIJN. Door den heer Kuiper zijn aan den minister van Waterstaat de volgende schriftelijke vragen gesteld. Is het juist, dat van regeeringswege in de aanlegkosten van toegangswegen en opritten voor de overbrugging van den Rijn bij Arnhem en van de Waal bij Nijmegen, de overeengekomen subsidie wordt gewei gerd, indien in de bestekken voor deze werken zal worden voorgeschreven, dat de arbeidsvoorwaarden geregeld moeten wor den overeenkomstig de bepalingen der ter plaatse geldende collectieve arbeidsover eenkomsten? Wil de minister bij eventueel bevesti gende beantwoording van voorgaande vraag mededeelen, op welke gronden, naar het oordeel der Regeering, de jaarlijks op nieuw, met inachtneming van gewijzigde omstandigheden, door de organisaties van werkgevers en arbeiders vastgestelde ar beidsvoorwaarden, die voor het geheele land geldend zijn, bij de uitvoering van deze werken niet mogen worden nageleefd? ARBEIDSTIJD IN BROODBAKKERIJEN. De minister van Arbeid, H. en N. heeft toegestaan, dat in verband met de viering van den verjaardag van H.M. de Koningin in broodbakkerijen in alle gemeenten des Rijks door hoofden of bestuurders en door bakkersgezellen op Maandag 31 Augustus om 3 uur des voormiddags met den bak- kersarbeid wordt aangevangen. Bovendien mag voor zoover betreft broodbakke rijen, aan welke een vergunning, als be doeld in artikel 37, eerste lid, der Arbeids wet 1919 is verleend op dien dag reeds te 1 uur des voormiddags met arbeid, be staande in het gereedmaken van deeg en ovens, worden aangevangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 3