i pÊ eneeskundige brieven. varia. Krabbels uit Zwitserland. DE AVONTUREN VAN ADAMS0N kvS INGEZONDEN. VISSCHERIJ-BERICHTEN. COUSULTATIE-BUREAUX. Van medische zijde wordt nog al eens ;,-aar gemaakt tegen het verkondigen geneeskundige zaken in door het oote publiek regelmatig gelezen dag- dekbladen Deze klacht is gerecht- ardigd. wanneer onderwerpen behan- ld worden, die door den doorsnee- !fr niet begrepen of althans niet met noodige critiek gelezen kunnen wor- De scheeve voorstellingen, welke „i ontstaan,zullen zonder twijfel dik- jll schadelijk kunnen werken. De erva- ,r bij het schrijven van welhaast 250 leven heeft mij afdoende geleerd, hoe ifilijk het in vele gevallen is, de juiste aat te houden in het kiezen van onder- irpen, die misschien eenig nut kunnen »n en het vermijden van alles, wat niet schikt of zelfs schadelijk voor den niet- kundigen lezer kan zijn. Het onderwerp van dezen brief behoort nder eenigen twijfel tot de eerste groep, dert het eind van de vorige eeuw zijn rijke consultatie-bureaux (in het ver gt aan te duiden door c.b.) opgericht een groot deel van ons volk komt er ee in aanraking. Ik vermoed dat de :el alleen reeds voldoende zal zijn voor enigen lezer, om belangstelling te wek- ■n voor hetgeen volgt. Hoewel ik er vroeger ook al eens' over schreven heb. gaf het rapport van een mmissie der Ned. Maatsch. v. Genees- onst gereede aanleiding, het nog eens te ien Het is een doorwrocht stuk, waar in drie jaar gewerkt is. De aanleiding as een geschil in 1928. Het c.b. achtte nor een patiënt sanatorium-opname ge- enscht, de huisarts vond een ziekenhuis iter. Vertraging in de behandeling was et gevolg. Voor den patiënt zouden hieruit adeelige gevolgen hebben kunnen ont- aan. Zoo blijkt reeds aanstonds, dat het ubliek bij deze kwestie belang heeft. Er zijn verschillende soorten c.b tuber- ilose, zuigelingen, kleuters moeilijke kin eren, lichamelijk gebrekkigen. kanker, cohoüsme, zenuw- en zielsziekten, ge- achtsziekten, onderzoek voor 't huwelijk misschien nog wel meer. De algemeene bedoeling, waarvan de richting uitging, is voor allen vrijwel ■zelfde. Men bespeurde een tekort in de istrijding van vele ziekten, dikwijls werd iet tijdig ingezien, dat geneeskundige ulp noodig was. zoodat pas te laat dui- elijk werd, dat het goede tijdstip voor oelmatige behandeling reeds voorbij was, aorbehoedende maatregelen konden door uwetendheid niet op tijd genomen wor- en en wanneer bijzondere maatregelen een gegeven geval noodzakelijk waren, ast men niet den goeden weg om daar- e- >e te geraken. Het c.b. tracht dus, door j. an al deze bezwaren tegemoet te komen, le volksgezondheid te verbeteren. Aldus beschouwd, zou men dus meenen, [at iedereen, zonder uitzondering, deze in- ellingen een goed hart zou toedragen liet alleen, maar naar vermogen tot hun Intwikkeling en bloei zou wenschen bij te agen. In de eerste plaats mag dit van artsenwereld verwacht worden, maar ij zullen zien, dat hieraan nog wel iets tbreekt. Met een oppervlakkig cynisme oordee- V7tfe, zou men kunnen zeggen, dat, indien 'Ie huisartsen hun plicht deden, de c.b. erbodig zouden zijn. Alles wat het c.b. doet. kan de huisarts ook. Hij kan in de gezinnen waar hij geregeld praktiseert, de eding en verzorging van den zuigeling gelen, hij kan toezicht houdep op de itwikkeling van den kleuter, hij kan bij (et geringste teeken van tuberculose da- ilijk ingrijpen, zoowel wat de behandeling n den patient als de voorbehoeding van 'e overige gezinsleden betreft, hij kan bij e andere genoemde afwijkingen, zooals Ichamelijk gebrekkigen, alcoholisme, kan ier. zenuwstoornissen, zooal niet zelf op- eden. dan toch die inrichtingen of ipecialisten aanwijzen, waar hulp te ver- rachten is. Wanneer derhalve een c.b. (oodig is, heeft hij dit aan zich zelf te ijten Het c.b. moet opkomen voor zijn erzulm. Drze voorstelling, al schuilt er misschien ten kern van waarheid in, is natuurlijk terk overdreven. En ook niet geheel juist n rechtvaardig. Wat in iemands vermogen Igt. kan hij daarom nog niet altijd prak- Isch uitvoeren en toepassen. Wat in den eden tijd regel was, dat de huisarts, evens huisvriend, niet afwachtte, tot hij troepen werd, maar de familie bezocht n raad gaf, zoo dikwijls en wanneer hij )t'. noodig vond, komt mogelijk nog spcra- lisch, maar over het geheel genomen, niet lieer voor. Bij kleine afwijkingen laat men |em thuis, behelpt zich met huismtd- eltjes of haalt iets bij den apotheker of rogist. om van grovere kwakzalverij laar niet te spreken. Doch er is meer eranderd. Om bij tuberculose te blijven, e noodzakelijkheid der c.b. werd voor- amelijk gevoeld, zoodra het gelukte, de lekte reeds in het allereerste stadium te erkennen. Dit is evenwel niet gemakke lk. In de beste sanatoria komt het voor, dat eerst na een onderzoek dat dagen en Weken kan duren, door physisch en rontgenologisch onderzoek, door het doen »an talrijke huidreacties, bloedonderzoek fnz„ de diagnose gesteld wordt. Den huis arts ontbreken de hiervoor noodige tijd en hulpmiddelen. En ook het c.b. is in den 'egel beter toegerust dan de huisarts, 'bii nog komt, dat uit den aard der 'aak de aan het c.b. werkzame arts zich [""willekeurig tot specialist ontwikkelt en "eter tot oordeelen in staat is. Alweer kan men zeggen, dat de huisarts wch zeker zijn patiënt, die door hem Wet nauwkeurig genoeg kan worden on derzocht, zelf naar een specialist met meer ervaring en hulpmiddelen zal doorzenden. De ervaring leert helaas, dat dit niet "tijd het geval is. Vooral toen de c.b. pas 'eren opgericht, kantten verscheidene «'sen zich heftig daartegen en dat des- viettegenstaande de toeloop steeds aan- s'oeide, was waarlijk niet aan de artsen "Anken. De meeste patiënten kwamen "k zich zelf Zij schenen het belang der 0 wel in te zien. Er waren, en helaas ™°et gezegd worden: er zijn nog altijd a.rtsen' d'e hun patiënten als een °.rt privaat bezit beschouwen, waar een «der niet aan raken mag. Daar zullen zeker onder zijn, die voor zich zelf oi overtuigd zijn, dat zij het tenminste en goed zelfs beter dan dat vreemde ncrmoil!ni1P1. en dat elke ne'g'hg tot 'eringziekte hun vreemd is, maar als regel der du".howhng toch niet in het belang a" Patiënten zijn. 's de tegenstand sterk afge- vaiT!e„en ,over het algemeen kan t.hans het !l gelukkige samenwerking tussehen den Aii en 5en huisarts gesproken wor- t£nJn „n vrees' dat het c.b. de pa- aan hun behandeling zal onttrek ken, is nog niet verdwenen. Het rapport levert hiervan duidelijke bewijzen. De volkssanatoria voor tuberculoselijders hebben veel tot den bloei der c.b. bijge dragen. In den aanvang moest bij de op name worden afgegaan op het attest van den huisarts of het geval wel geschikt was voor sanatoriumbehandeling Al spoedig bleek de huisarts en evenmin de hier en daar door het sanatorium aangewezen raadgevende artsen, in staat om de voor dat oordeel noodige gegevens met voldoen de zekerheid te geven. De c.b. waren daarvoor een groote verbetering. Toen de Invaliditeitswet aan de Rijksverzekerings bank het recht gaf, op voorstel van de Raden van Arbeid bepaalde patiënten voor hare rekening in een sanatorium te laten behandelen, werd door deze lichamen al spoedig zoo goed als uitsluitend afgegaan op het oordeel van de c.b., waardoor hun positie belangrijk versterkt werd De tegen standers moesten wel water in hun wijn doen. Zij zagen in, niet tegen den stroom op te kunnen roeien. Maar dat dit niet zónder verzet ging, blijkt uit hetgenoemde geval, dat aanleiding tot het rapport gaf. De organisatie, welke voor de behande ling van den patiënt instond, wenschte neutraal te blijven en bleef dus werkloos na de beide elkaar tegensprekende advie zen. Het slot was, dat de familie den huis arts bedankte en toen pas opname in het door het c.b. noodig geoordeelde sanato rium plaats vond. Het rapport is belangrijk genoeg om er meer algemeene bekendheid aan te geven. In mijn volgenden brief hoop ik er daarom uitvoerig op in te gaan. H. A. S. RECLAME. 'tLiefste gezichtje en de zonnigste lach wordt be dorven door een onverzorgd gebit En toch is de moeite gering en de uitgave zoo onbedui dend, om Uw tanden tweemaal daags te reini gen met PASTOL. PASTOL is samengesteld volgens voorschrift van medici met groote ervaringze is heerlijk frisch van smaak en verschaft U een gebit als een snoer parels. Doos 20 cent Tube 35 cent Dubbele doos 35 ct. Dubbele tube 60 ct. 2044 FEESTEN. „Wir wollen sein ein einzig Volk von Brüdern." Dit was in hoofdzaak de indruk, die ik meenam van het Fête des costumes suisses. We zijn hier tamelijk verwend wat betreft feesten en optochten. Ons jaarlijksch zomerfeest, het fète des fleurs het feest der narcissen te Montreux, dat der Camelia's in Locarno, zelfs het we reldberoemde feest der Vignerons in Vevey hoeveel bloemenweelde, pracht en praal van kieedij ook biedend, hebben geen van allen zulk een diepe impressie op het publiek gemaakt als ditmaal het folk loristisch feest te Genève. Het Fête des costumes suisses was geen feest in den gewonen zin, geen vermake lijkheid. Het was meer dan dat, een de monstratie van een fier en vrij volk, samengesteld uit verschillende stammen, in den loop der eeuwen samengesmolten tot een onverbreekbare éénheid. Ditmaal geen optocht van verkleede menschen, de een beter, de ander minder, maar allen een rol spelend. Nu mannen en vrouwen in eigen dracht, in werk of feestkleedij of in de kleeding hunner va deren, zich één voelend met de kleeren, die ze dragen, eenvoudig en natuurlijk, allen slechts hun eigen persoonlijkheid vertoonend. Geen stoet van figuranten die ons oog voorbij trok, maar Helvetia zelve in volle kracht en glorie. En voor een ieder, die nog gelooft in de toekomst van het menschdom tevens een symbool, een bewijs van de mogelijkheid volken van verschillende levensopvatting, van uiteenloopende gewoonten en zeden, van diverse taal en ras samen te brengen tot een éénheid, waarbij ruw geweld en woeste kracht zal moeten wijken voor verstand en overleg In den regel merk je hier weinig van een heftig oplaaiend enthousiasme, zoo als wij dat kennen bij volksfeesten in ons eigen land. Dit keer zag je wel degelijk, dat de menschen hier ook in extase kun nen geraken, en hoorde je telkens de hier gevestigde „confédérés" hun landgenooten begroeten in onvervalscht dialect, met stemmen, schor van opgewondenheid. Treffend was de houding van de deel nemers aan den optocht zelve. Gezeten op een tribune naast de officieele estrade, op het punt waar de stoet omzwenkte, de z.g. contre-marche begon, zoodat ook de deelnemers elkaar aanschouwden, zag ik herhaaldelijk hoe menschen, die geen syllabe van eikaars taal verstonden, geen woord konden wisselen, plotseling onder verbreking van het verband, spontaan naar elkaar toesnelden, elkaar bewogen de hand drukten en omhelsden, hoe vrouwen en meisjes elkaar de bloemen boden, waarmede ze door het publiek met kwistige hand bestrooid werden. Opmerkelijk ook de natuurlijke gratie en onbevangenheid waarmede die eenvou dige boerenmeisjes die hulde van 't pu bliek aanvaardden, evenzeer als de waar digheid waarmede die herders, waaronder vele patriarchengestalten met groote witte baarden, de stormachtige begroetingen be antwoordden. Al die boeren uit de meest afgelegen dalen en eenzaamste bergtoppen van heel Zwitserland bewogen zich in dit voor hen geheel vreemde milieu met een rust en vrijmoedigheid die bewees dat zij zich, ook onder mensehen van een vreemde taal, hier te huis, onder Zwitsers gevoelden. Hie Basel, hie Schweisz Het duurde meer dan twee uur voor de kilometerlange stoet voorbij getrokken was Muziekkorpsen van Elite en Land- wehr, dorpsfanfares, pijpers en tamboers (waaronder een stramme meisjesfiguur), strijkjes met begeleiding van cithers en accordeons, schetterend koper van de „armaillis" (herders met hun typische korte buisjes en strookapjesi, Jodelers, zangvereenigingen, hielden er den gang in. Natuurlijk was ook het beroemde pijpers en tamboerscorps uit Bazel op het appèl. Zonder een geweldig aantal trommen gaat hier niets, maar zonder de tamboers uit Bazel, wier muziek je als pistool schoten in de ooren davert, is hier geen feest In grooten stijl denkbaar. De plaatsruimte laat niet toe de schit terende costumes en groepen te beschrij ven en in veel details te treden. Maar enkele zaken verdienen toch een korte vermelding. Zoo de aanwezigheid van Arnold en Henri Anderhalden, afstamme lingen in rechte lijn van Arnold Ander halden, een der mannen van den eed op de Rütli. Nu meer dan zeshonderd jaar na die gedenkwaardige nacht van den eersten Augustus anno 1307, zijn nog steeds de Anderhaldens gevestigd in Mechtal. In hun stamland. Ook Wilhelm Teil, vader en zoon, benevens hun appel vielen in den stoet te bewonderen. Ik voor mij had het niet bejammerd als ze de Tell's met rust en op hun voetstuk in Al- torf gelaten hadden. De steenen Tell's daar, voldeden beter dan de levende imi taties hier. Ook de groepen uit de oer-cantons Un, Schwyz Ob- en Unterwalden, stoere ver- schijnliigen, jagers, houthakkers, vendel- zwaaiers, herders, met hun eigenaardig muziekkorps en de geweldige Alpenhoorns, maakten indruk. Onder de Appenzellers met hun historische muziekinstrumenten trokken vooral de aandacht de „Rolle- wiber", gemaskerde zeer groote vrouwen figuren, omhangen met koeieklokken, welke onder het uitvoeren van eigenaar dige danspassen, met den stoet mee hup pelden. Ze herinneren aan soortgelijke fi guren op de carnavals in Limburg, als ik mij niet vergis, speciaal in Venlo. Vigne rons met al de attributen van hun beroep, visschers der Zwitsersche meren met ge weldige vlsschen. gemsjagers met gemzen, Valaisaansche gidsen en boeren met de onmisbare muilezels, Tessinezen met hun groote flambards, en rooverskoppen, brui loften. doopstoeten. kantwerkers, veedrij vers en koeien, een prachtig bereden eere- wacht van boeren, blauwgeltield en ge dekt door stroohoeden. model „kachelpijp" anno damals, kortom alles wat betrekking heeft op het tegenwoordige en vroegere leven van de Zwitsers, passeerde juichend, zingend, dansend, de revue. 's Avonds in het Pare des Faux-Vives, herschapen in een Zwitsersch dorp, wer den nationale dansen gedomonstreerd, volkszangen ten gehoore gebracht, kon men genieten van de prestatie van jodlers, worstelaars enz. en zich arm koopen aan de producten van de Zwitsersche kunst nijverheid. Terwijl heel Genève nog verkeerde onder de impressie van dit welgeslaagde ver broederingsfeest, werd plotseling de opge wekte stemming bedorven door een onge lukkige gebeurtenis. Wanbeheer van een der groote locale j banken dreigt de ruïne te worden van tal I van kleine luyden en middenstanders. Het betreft een bank) de naam dragend i van ons canton en gerechtigd diens wa pens te voeren. De staat is er een der grootste aandeelhouders van en in het bestuur of de commissie van toezicht offi- j cieel vertegenwoordigd, oefent controle uit op het beheer. Ook moeten de balansen den staat ter goedkeuring worden overgelegd en wordt het fortuin van minderjarige wezen er gedeponeerd. Het was dus min of meer een half of ficieel» staatsbank, waardoor helaas ten onrechte bij het publiek de meening had postgevat, dat het de bank van de Staat Genève was. Hierdoor genoot deze in stelling bij de groote menigte een blind vertrouwen, wat nu voor tal van kleine spaarders en onbegrijpelijkerwijze ooi; yoor vele handeldrijvende middenstanders een ramp dreigt te worden (men spreekt van meer dan 18 000 deposito's). D'er is een verlies van millioenen geconstateerd. Om een groote débacle te voorkomen heeft de Conseil d'état voorgesteld de bank met 15 millioen te steunen, met a. w. de be lastingbetalers 15 millioen te laten op dokken (a fonds perdu!), feitelijk voor een privé instelling. Ook de centrale re geering in Bern, benevens een consortium uit de haute finance verklaarde zich be reid met eenige millioenen bij te springen, mits de staat Genève allereerst zelf het hiervoor genoemde bedrag offerde. Het daartoe strekkend voorstel is even wel in den Grand Conseil (door de so cialisten en Christelijk-Socialisten) ver worpen met 48 tegen 47 stemmen, op grond van het feit, dat hier geen sprake was, in Juridischen zin, van een staats bank, al kon ook de staat moreel mede verantwoordelijk gesteld worden. Wat de gevolgen van deze beslissing zullen zijn, is moeilijk te voorzien. Ons canton begon zich langzamerhand te herstellen van een langdurige finan- ciëele en economische crisis, maar het is te vreezen, dat we na deze betreurenswaar dige geschiedenis weer voor een tijd in de put zullen geraken. Als eerste slachtoffer is gevallen de voorzitter van den conseil d'état, de hoog ste waardigheidsbekleeder van ons can ton. Alvorens als zondenbok de woestijn ingejaagd te worden, beleed hij ruiterlijk in te goed vertrouwen niet zelfstandig de noodige controle te hebben uitgeoefend en heeft hij onmiddellijk zijn hooge staats functie neergelegd. Voor de gedeputeerden evenwel een schrale troost. Dr. KLAUS ONZE TELEFOONNUMMER? DIRECTIE en ADMINISTRATIE 2AOO (op a lijnenl REDACTIE.Er..r.ir.ï. 1507 ui' - J L/© 1 COPYPIQH7 P B BOX 6 COPENHAGEN ADAMSON DE DUPE VAN HET BLOEMEN-PLUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Cople van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. DE 3-OCTOBER-FEESTVIERING. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik U onderstaand stukje als „ingezonden" in het Leidsch Dagblad te willen opnemen. Zooals uit het op 19 Augustus door U opgenomen ingezonden stuk van de Drie- October vereeniglng blijkt is een aanvang gemaakt met verzending van reclame biljetten om de a.s. feestviering ook bulten Leiden bekend te maken. Ik geloof niet dat het overbodig is reeds thans op onder staande de aandacht te vestigen. Zaterdag is voor een groot gedeelte van de inwoners een gemakkelijke dag om feest te vieren, voor de winkeliers echter is het niet zoo eenvoudig Ik geloof niet dat er in Leiden veel winkeliers zijn dio cp Zaterdag hun zaken kunnen sluiten ten eerste omdat het publiek gewend i» op dien dag inkoopen te doen en het niet goed mogelijk is reeds op Vrijdag b.v. le vensmiddelen in voorraad te nemen voer Zaterdag, Zondag en Maandagmorgen ten tweede omdat zoo'n sluitingsdag voor veie zaken groote schade zou beteekenen. In deze toch reeds moeilijke tijden zal niemand het den winkelier kwalijk nemen, wanneer hij deze schadepost niet wenscht te dragen en zijn zaak op 3 October open houdt, waaruit volgt dat deze feestdag niet alleen voor den patroon, doch ook voor het winkelpersoneel een teleurstel ling zal worden. Misschien neemt iemand het initiatief om te trachten door samen werking van winkeliers en publiek ook voor deze groep inwoners den Drie-Octo- berdag tot een feestdag te maken. U, mijnheer de redacteur, betuig ik mijn hartelijken dank voor de verleende plaats ruimte. L. DE WATERLEIDINGLOOZE KWAAK!! (Oegstgeest). M.H. de Red.! In de hoop, dat U ons niet zult teleur stellen, vragen wij voor onderstaande rege len eenige ruimte. Bij voorbaat dank! Nog altijd is het oorpsdeel „De Kwaak" niet voorzien van de zoo lang ontbeerde waterleiding. Veel punten en feiten, nog niet eens te spreken van rechten, zullen we hier niet noemen, doch enkele opmer kingen mogen wel gedaan worden, want het neemt zoo den schijn aan, alsof er geen Kwaak, het Oegstgeester dorpsdeel, bestaat. Het motto: „Eerst f.1500 storten door de bewoners en dan water" kon geen doorgang vinden, wegens onvoldoend tee kenen op de daarvoor circuleerende lijst hetgeen jammer was, daar nu de goeden met de kwaden lijden, maar waarom niet wat minder waarborg gevraagd? Men kan nergens door Oegstgeest wandelen, ol men ziet staan: „Afgesloten rijweg" (N.V. De geruischlooze weg) en nu bedoelen wij niet dat ook wij zulke wegen behoeven, want in den zomer als het hier stoffig is, sproeien wij hier, Oegstgeesters, met den miniatuur sproeiwagen (een gieter!!) doch onze be doeling is: waarom de parken en wegen in Oegstgeest zoo perfect in orde, terwijl wij hier verstoken moeten blijven van het zoo noodige water, en dat In een tijd van gepraat over hygiëne en volksgezondheid, terwijl men een wandelaar, die om een glas water vraagt, dit moet weigeren, of buur vrouw een half emmertje water komt lee- nen om de aardappelen te koken, daar de menschllevende vriend (aan de Kwaak welbekend) haar zeker vergeten was! Wel een scherp contrast: Oegstgeest zelf, waar niets gespaard wordt om alles comfortabel te maken en luxieus, terwijl men hier zich maar moet behelpen met hetgeen onze waterboer voor ons medebrengt en de groote zindelijke vaart voor ons! Thans is one: hoop dan gevestigd op den nieuwen Gemeenteraad, en wij hopen, dat de nleuwgekozenen meer met ons mede- voelen dan hun voorgangers ooit deden, opdat hoe de samenstelling ook moge worden, wij meer bereiken dan dat wij tot op heden gedaan hebben, en zij, zich in onzen toestand verplaatsende, begrijpen wat wij verlangen. U M.H. de Red. dankende voor de ver leende plaatsruimte, teekenen wij, J. L. VOLLAARD en A. DE GROOT. IJMU1DEN, 20 Aug. VJSCHPRIJZEN. Tarbot j>er K.G. f. 1.651.60, Griet per kist van 50 K.G. f.76—36, Tongen per K.G. f 3 25—2.40, Zetschol per kist van 50 K.G. f.tè. Kleine Schol f. 43-8, Schar f. 12.50- 9, Vleeten per stuk f. 4 10—3.30, Pieterman en Poontjes per kist van 50 K.G. f. 25—13, Groote S heb iscli f. 46—45, Middel Schel- \i-ch f 3— 36, Kleirm'.dde! Schelvisch f 22 —15, K'eine Schelvisch f. 13—3, Kabeljauw per kist van 125 KG. f.72—60, Gullen per kist van 50 K.G f. 18—2.40, Lengen per stuk f. 1 80-0.50, Heilbot per K.G. f. 2.15 2.10, Wijting per kist van 50 K G. t. 4.30— 2.40, Makreel f.17—13. 444 kisten versche haring f. 9.10—6 30. Aangekomen 9 Stoomtrawlers: ON. 121 met f 8883, IJM 196 met f.3149, IJM. 175 met f4214, IJM. 61 met f,2873, IJM. 77 met f 3468, IJM. 21 met f. 3967, IJM. 40 met f 1458, IJM. 183 met f.2154, IJM. 114 met f.1640. 2 loggers: K.W. 43 met f.886, K.W. 44 met f.437. Praairapport Hr. Ms. „Vulcanus". 17 Aug. Op 56 gr. 33' en 56 gr. 27' Nbr. en 0 gr. 50' en 1 gr. 46' Wl. SCH. 312, 4 last: SCH. 223, 20 last; KW. 54, 17 last; KW. 57, 16 last; KW. 47, 16 last; KW. 97, 21 last; VL. 49, 11 last; VL. 78, 9 last: VL. 71, 16 last; KW. 54, 1 schot van 100 kantjes; KW. 47, 1 schot van 70 kantjes; op 56 gr. 33' Nbr. en 0 gr. 50' Wl. IETS OVER MICHAEL FARADAY. De grondslagen der wisselstroomtech niek werden gelegd door den Engelschen geleerde Michael Faraday. Op de door hem ontwikkelde stellingen berusten tal- !ooze toepassingen van de electrotechniek. Het construeeren van onze moderne radio toestellen, electrische gramofoon-opne- nemers, electromotoren en tallooze andere apparaten was slechts mogelijk door Faraday's vindingen toe te passen. In Augustus van dit jaar was het hon derd jaar geleden, dat Faraday zijn be langrijkste proefnemingen deed, die ont dekking van de electromagnetische induc tie tengevolge hadden. In verband hiermee is het zeker interes sant in het kort de levensgeschiedenis van dezen grooten physicus na te gaan. Michael Faraday werd op 22 September 1791 ln een voorstad van Londen geboren. Zijn vader was niet in staat hem veel te laten leeren, zoodat Michael nauwelijks lezen, schrijven en rekenen kon, toen hij op twaalfjarigen leeftijd een baantje als loopjongen bij een boekhandel kreeg. Een betere „positie" kreeg hij twee jaar later a's boekbindersleerling. Onder de vele boeken, die hij hier in handen kreeg, wa ren er ook verschillende, die over natuur kunde handelden. Michael bestudeerde deze boeken altijd met groote belangstel ling en begon den wenseh te koesteren eenmaal een plaats te krijgen in een la boratorium. Toen hij eens een lezing van den be kenden natuurkundige Davy hoorde schreef hij alles op, wat deze geleerde had gesproken. Hij zond dit opstel naar Davy en vroeg hem of er voor hem geen plaats om zijn laboratorium te vinden zou zijn. Davy las het opstel door en was van meening, dat er wel iets in den jon gen Faraday stak. Hij gaf hem een plaats als assistent op zijn laboratorium en in deze functie vergezelde Faraday Davy op eenige Europeesche reizen. Reeds spoedig kreeg Faraday een groote bekendheid, die zich zelfs buiten Engeland uitstrekte. Verschillende malen bood men hem een positie als professor aan, waar voor hij bedankte, daar hij zijn tijd liever aan practisch werk besteedde. In deze Jaren deed hij tallooze belangrijke ontdek kingen op het gebied van de electro magnetische industrie. Op veertig jarigen leeftijd werd hij veel minder productief. Slechts bij tusschen- poozen verrichtte hij nog belangrijk werk daar zijn geheugen slecht begon te worden en hij soms dingen opnieuw ontdekt», die hij volgens zijn aanteekeningen reeds jaren geleden gevonden had Van 1860 af presteerde hij feitelijk niets meer en in 1867 stierf hij. 5-2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 7