DAROLFARGUHAR'S
NACHTWANDELING
172ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 18 Augustus 1931
Derde Blad
No. 21906
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
het openbaar slachthuis.
B en W. achten het gewenscht, dat de
ICommissie van Beheer over het Openbaar
ISlachthuis met twee leden wordt ultge-
Ibreid. tengevolge waarvan zij, evenals de
Imeeste andere Raadscommissiën, uit vijf
lieden, de voorzitter inbegrepen, zal be-
Istaan. Blijkens haar overgelegd schrijven
Ibestaat tegen deze uitbreiding, waaraan
echter een wijziging van de desbetreffende
I verordening moet voorafgaan, bij de Com-
■mlssie zelve geen bezwaar.
het oud-archief.
De Commissie voor het Oud-Archief
lacht het wenschelijk, dat ook enkele des
kundigen op het gebied van het archief
wezen uit de burgerij deel uitmaken van
Haar commissie. Weliswaar is het, zoo
Ischrijft de commissie, tot nog toe in den
Ijegel mogelijk gebleken uit de leden van
■den Raad een of twee deskundige leden te
■kiezen, doch zekerheid, dat dit steeds het
"geval zal zijn, heeft men niet. De com
missie zou daarom gaarne zien, dat, even-
Jals ten opzichte van de Commissie voor
■het Stedelijk Museum „De Lakenhal", de
|mogelijkheid geopend werd. dat ook in de
Icommissie voor 't Oud-Archief niet-Ieden
|van den Gemeenteraad zitting hebben.
Uit den aard der zaak zou dit het beste
I kunnen geschieden door uitbreiding van
I net aantal leden der commissie, aangezien
1 het aanbeveling verdient, dat, de com-
I missie zegt het terecht, ten minste twee
lieden van den Raad deel blijven uitmaken
van de Commissie.
B en W. stellen voor een commissie van
15 leden ide voorzitter door B. en W. aan te
I wijzen, 2 leden bulten en 2 leden uit den
~iad.
DE COMMISSIE VAN FINANCIËN.
B en W. hebben geen bezwaar, dat de
I Commissie van Financiën ook formeel als
I commissie van Bijstand wordt ingericht.
Zij bieden thans een ontwerp-verorde-
I ning betreffende de samenstelling en den
i werkkring van een zoodanige Commissie
aan. In overeenstemming met het gevoelen
van de tegenwoordige Commissie van Fi-
I nancien wordt daarbij voorgesteld het
aantal leden, met inbegrip van den wet-
I houder-voorzitter, te bepalen op 5.
Aangezien de tegenwoordige werkwijze,
look naar het oordeel van de Financieele
I Commissie, in de practijk goed voldoet, kon
Ede omschrijving van den werkkring aan-
I sluiten aan den Inhoud van de bestaande
verordening.
wethouders-pensioenen.
Tengevolge van de op 15 April 1931 ln
|werking getreden wijziging van de Ge-
lmeentewet. moet de redactie van de veror-
|dening. regelende het verleenen van
{wachtgeld en pensioen aan de wethouders,
worden herzien.
Krachtens artikel 94 (oud) der Gemeen-
jtewet werd aan de wethouders een jaar
wedde toegelegd, waarvan zij de helft ge
noten als vast Inkomen en de overblijvende
helft als presentiegeld; in aansluiting
jdaarop bepaalt de genoemde verordening,
'dit het pensioen voor elke maand dienst
120 van het vaste inkomen bedraagt. De
gewijzigde Gemeentewet bevat echter niet
neer de splitsing in vast inkomen en pre-
entiegeld, doch kent den Wethouders uit
sluitend Jaarwedde toe. Teneinde nu de
verordening hiermede in overeenstemming
{te brengen, dient in plaats van „1/120 ge
deelte van het vast inkomen" te worden
keiezen „1/240 gedeelte van de jaarwedde".
Df verder voorgestelde wijzigingen vloeien
hieruit voort of houden verband met de
plaats gehad hebbende vernummering van
de artikels der Gemeentewet en zijn dus
'eveneens van uitsluitend formeelen aard.
ELECTRICITEIT VOOR VALKENBURG.
Zich vereenigende met voorstellen van
I Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
I van Gas en Electrlciteit geven B. en W. in I
overweging
a met de gemeente Valkenburg overeen-
I komsten aan te gaan betreffende de leve
ring van electrischen stroom en tot wijzi
ging van de d.d. 9/23 September 1912 ge-
sloten gasleveringsovereenkomst'.
b. goed te keuren, dat het kabelnet der
Electriciteitsfabriek ten behoeve van de
1 onder a. bedoelde electriciteitslevering
wordt uitgebreid, waarvan de kosten, ge-
1 raamd op f 13.500. voorshands uit de aan-
Ivezige middelen der fabrieken kunnen
I worden bestreden.
onbewoonbare huizen.
Uit een ingesteld onderzoek naar den
toestand van de perceelen aan de ie Huig
dwarsstraat is gebleken, dat deze wonin
gen in 'n vergevorderden staat van bouw
valligheid verkeeren en niet meer door het
aanbrengen van verbeteringen in bewoon
baren toestand zijn te brengen, zoodat,
ook naar het oordeel van de Commissie
van Fabricage en de Gezondheidscommis
sie, onbewoonbaarverklaring dient plaats
te hebben.
De termijn van ontruiming ware op
6 maanden te bepalen.
steun aan edam.
De Restauratiecommissie van de Groote
Kerk te Edam, deelde mede, dat zij, nu de
herstelling van het kerkgebouw met steun
van Rijk, Provincies, Gemeente en particu
lieren hare voltooiing nadert, gelden
tracht bijeen te brengen om ook de ge
brandschilderde glasramen, welke juist
het schoonste sieraad van dit zoowel uit
architectonisch als historisch oogpunt
merkwaardige kerkgebouw vormen, te res-
taureeren. De verschillende glasramen. 34
in totaal, werden voor het grootste deel
door bevriende Hollandsche steden, waar
onder Leiden, geschonken.
Het venster, waarmede de Kerk door
onze stad in 1608 werd begiftigd, is, schrijft
de Commissie verder, een bijzonder fraai
exemplaar, hetwelk in den loop der jaren
echter ernstig heeft geleden. De kosten
van een complete herstelling worden door
een deskundige geraamd op ruim f. 2500.
ï>e Commissie verzocht nu te bevorderen,
dat door de gemeente Leiden in de kosten
van het herstel voor de helft, derhalve
voor f. 1250 worde bijgedragen.
De Archivaris wijst in zijn rapport op
de treffende overeenkomst, die er in deze
is met het raam in de St. Janskerk te
Gouda, dat in 1601, dus orvjeveer in den
zelfden tijd werd geschonken; voor de
herstelling daarvan werd in 1925 even
eens gëldelijken steun aan de gemeente
gevraagd, welke bij raadsbesluit van 28
September 1925 uit historische overwe
gingen en vooral ook om de eer van de
stad te handhaven, werd verleend tot een
bedrag van f. 1000. In beide gevallen be
treft het een Leidsch geschenk', beide
ramen vei'Wijzen in hun voorstellingen
naar Leiden en zij werden ook beide door
den Leidschen glasschilder Cornelis Klok
bewerkt naar een teekening van den be
kenden Leidschen burgemeester en schil
der Isaac Nicolaasz Swanenburg.
In deze overeenkomst van omstandig
heden ligt een reden te meer, om ook
het verzoek van de Edamsehe Restauratie
Commissie in te willigen.
overneming van grond.
Bij raadsbesluit van 20 April 1931 wer
den diverse strookjes voortuin en openbare
weg aangekocht en om niet overgenomen
ten behoeve van de verbreeding en ver
betering van den Morschweg.
De heer M. Segijn, is alsnog bereid be
vonden ook zijn strookje kosteloos aan de
gemeente over te dragen, zoodat de weg-
verbetering bij aanvaarding van deze kos-
telooze overdracht zich ook over bedoeld
gedeelte grond kan uitstrekken.
In verband met bebouwing ter plaatse,
moet een tweetal strookjes grond aan de
gemeente worden overgedragen.
B. en W. stellen mitsdien voor te beslui
ten kosteloos in eigendom en onderhoud
bij de gemeente over te nemen:
a. van de Naaml. Vennootschap „Rijks
dorp", Maatschappij tot Exploitatie van
Onroerende Goederen, gevestigd te Leiden,
het strookje grond, ter grootte van 355 M2,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie
P.. No. 1668, aan de Morschkade;
b. van G. Groenendijk te Leiden, het
strookje grond, ter grootte van pl.m. 0.8
M2, deel uitmakende van het perceel, ka
dastraal bekend gemeente Leiden, sectie
B, No. 1666 aan de Boerhaavestraat.
In verband met de stichting van een
nieuwe groentenveiling aan den Zoeter-
woudschen weg moesten aan de gemeente
worden overgedragen een gedeelte grond
voor den aanleg van een weg langs de
trambaan Leiden's Gravenhage. en
eenige terreingedeelten voor den bouw
van een brug in genoemenden weg nabij de
kruising met het kanaal, dat de veilings
havens met den Trekvliet verbindt.
Aangezien de ter zake gevoerde onder
handelingen inmiddels werden beëindigd,
geven b. en W. in overweging kosteloos in
eigendom en onderhoud bij de gemeente
over te nemen.
a. van de Commanditaire Vennootschap
onder firma „Dros en Gebrs. Tieleman",
te Leiden, het strookje grond, ter grootte
van pl.m. 9.76 M2., deel uitmakende van
het perceel kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie O, No. 187;
b. van de Naamlooze Vennootschap
„Hollandsche Constructiewerkplaatsen" te
Zoeterwoude de strooken grond ter grootte
van pl.m. 3848 M2, deel uitmakende van
de perceelen. kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie O, Nis. 185, 186, 188, 189, 190,
191, 192, 193, 194, 945 en 1050;
c. van de Naaml. Vennootschap Maat
schappij tot Exploitatie van Tramwegen,
te Haarlem, het strookje grond, ter grootte
van 41 M2„ kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie O, No. 1051;
d. van de Naaml. Vennootschap Bouw-
grondbedrijf „Cronestein", te Leiderdorp,
het strookje grond, ter grootte van pl.m.
230 vlerk Meter, deel uitmakende van
het perceel kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie O, No. 939;
wegdek noordeinde.
Bij Raadsbesluit van 3 Augustus 1931
werden de noodige gelden beschikbaar ge
steld voor de vernieuwing van het wegdek
van het Noordeinde Door B. en W. is
daarop voor de uitvoering van dit werk
ondershands prijsopgave gevraagd aan een
vijftal daartoe in aanmerking komende
wegenbouwfirma's. Van deze heeft de N.V.
„De Geruischlooze Weg", te Heemstede,
de laagste inschrijving ingezonden en wei
voor een bedrag van f. 8880. Aangezien
deze inschrijving in technisch en finan
cieel opzicht aannemelijk voorkomt, ware
het werk aan deze vennootschap te gun
nen.
sociëteit „amicitia".
Zooals uit het praeadvies van 12 Mei j.l.
inzake den raadhuisbouw bekend is, heeft
het bestuur van de sociëteit „Amicitla" bi;
schrijven van 14 Januari 1931 medegedeeld
dat door de algemeene ledenvergadering
het besluit genomen was, om in verband
met den verkoop van het sociëteitsgebouw
aan de Breestraat, een nieuw sociëteits
gebouw te stichten op het erfpachtster
rein aan de Steenstraat, op de plaats
waar zich thans de buitensociëteit be
vindt. De desbetreffende teekeningen
voegde het bestuur daarbij ter goedkeuring
ingevolge de erfpachtsvoorwaarden, met
verzoek onze beslissing zoo spoedig moge
lijk te zijner kennis te brengen, aangezien
het gebouw aan de Breestraat uiterlijk op
1 Mei 1932 moest zijn ontruimd en met
den bouw van de nieuwe sociëteit uit den
aard der zaak nog al eenige tijd
gemoeid zou zijn.
In dat praeadvies wezen B. en W. er
toen op. dat de ingezonden gevelteekenin-
gen, ook naar het oordeel van de Commis
sie van Fabricage, voor goedkeuring in
aanmerking kwamen en dat het zich liet
aanzien (de officieele bouwaanvrage was
destijds nog niet Ingekomen), dat ook de
bouwvergunning niet zou kunnen worden
geweigerd, zonder in strijd met recht en
billijkheid te komen, 't Leek dus zaak ten
spoedigste te beslissen, of het terrein aan
de Steenstraat, hetwelk ingevolge raads
besluit van 14 Februari 1918 voor den tijd
van 85 jaren, alzoo tot het jaar 2003. aan
de sociëteit „Amicitia" in erfpacht was
gegeven, al dan niet mede voor den Stad
huisbouw zou worden ingenomen. Meen
de men toch, dat dit het geval moest zijn,
dan zouden, voordat met den bouw van
de nieuwe sociëteit een aanvang werd ge
maakt, met het bestuur van „Amicitia"
onderhandelingen moeten worden geopend
teneinde de voorwaarden te vernemen,
waaronder de sociëteit bereid zou zijn van
haar erfpachtrecht af te zien, terwijl de
gemeente bij het niet bereiken van over
eenstemming tot onteigening haar toe
vlucht zou moeten nemen.
In de zitting van 8 Juni 1931 werd ons
desbetreffend voorstel echter aangehouden
zoodat een beslissing ter zake achterwege
bleef.
Het bestuur der sociëteit heeft inmid
dels bij missive van 18 Juni 1931 de inge
volge de verordening op het bouwen en
sloopen vereischte bouwaanvrage inge
diend en aangezien, gelijk gezegd, tegen
de ontworpen gevels uit een aesthetisch
oogpunt geen bezwaar bestaat en de ver
gunning ook niet op grond van de bepa.
lingen van de zoo evengenoemde verorde
ning kan worden geweigerd, is het college
van B. en W. derhalve thans verplicht toe
stemming tot den bouw te verleenen. Vol
ledigheidshalve voegen zij hier nog aan
toe, dat een door de Commissie van Fa
bricage geopperd denkbeeld, of het moge
lijk zou zijn een ruiling tot stand te
brengen, waarbij „Amicitia" in plaats van
haar tegenwoordig erfpachtsterrein het
driehoekige terrein, gelegen tusschen de
Rijnsburgersingelgracht, de geprojecteer
de rooilijn van den nieuwen verkeersweg
en de grens van het terrein van den molen
„de Valk", in erfpacht zou verkrijgen,
welk denkbeeld zij, niettegenstaande het
door het College niet wordt gedeeld, toch
gemeend hebben ter kennis van het be
stuur van „Amicitia" te moeten brengen,
blijkens bericht van het bestuur noch zijn
instemming, noch die der algemeene leden
vergadering mocht hebben.
Intusschen is wel in een ander opzicht
wijziging van de tegenwoordige begren
zing van het erfpachtsterrein gewenscht.
Volgens het ontwerp-ultbreidingsplan is
n.l. ten noorden van het sociëteitsgebouw
voor genoemden verkeersweg, als onder
deel van de hoofdverbinding OostWest,
een overkluizing van den Rijnsburgersin-
gel geprojecteerd ter breedte van 20 M.,
ten behoeve waarvan mede moet worden
beschikt over het gedeelte van den aan
„Amicitia" in erfpacht gegeven grond,
voor zoover gelegen binnen de weggrens.
De Eerste Binnenvestgracht wordt daar
entegen bij het ontwerp uitbreidingsplan
op de bestaande breedte gehandhaafd; de
grond, waarvan „Amicitia" bij het erf
pachtscontract het kosteloos gebruik werd
gelaten tot uiterlijk 1 Januari 1925 (op
gedeelte ervan staat de kegelbaan) en die
nog steeds bij haar in feitelijk gebruik Is.
heeft de gemeente dus niet voor wegver-
breedlng noodlg en kan daarom weder bij
den erfpachtsgrond worden gevoegd, even
als de ten westen en het oosten daarvan
gelegen strookjes.
Teneinde de verwezenlijking van het
uitbreidingsplan ter plaatse te zijner tijd
te vergemakkelijken en het verkrijgen van
een regelmatigen toestand aldaar te ver
zekeren. stelden B. en W. het Soclëteits-
bestuur behoudens goedkeuring van den
Raad voor, om met wijziging \van het erf
pachtscontract. beide grondstrooken te
rullen. De geldende erfpachtscanon kon
daarbij dezelfde blijven, aangezien de to
tale oppervlakte bij deze ruiling weinig ver
andering onderging.
Het bestuur ging met deze wijziging van
den erfpachtsgrond accoord, terwijl voorts
nog overeenstemming werd verkregen om
trent de volgende punten.
In het gewijzigde erfpachtscontract zal
de bepaling worden opgenomen, dat het
bestaande sociëteitsgebouw wordt gesloopt
en op het in erfpacht uitgegeven terrein
binnen een ander overeen te komen ter
mijn een nieuw sociëteitsgebouw wordt
opgericht, overeenkomstig plannen, die
zoowel wat gebouw en aanhoorigheden
als de plaatsing betreft, de goedkeuring
van B. en W. behoeven. Bij de plaatsing
van het gebouw zal uiteraard rekening
moeten worden gehouden met den nieu
wen vorm van het erfpachtsterrein.
Vermits bij den nieuwen toestand het
uiterlijk van de tegenwoordige kegelbaan
niet past, althans wat den gevel aan de
Eerste Binnenvestgracht betreft, neemt
„Amicitia" de verplichting op zich binnen
Ï0 jaren dit gebouwtje te wijzigen volgens
plannen, die uit een oogpunt van uiter-
lijken welstand aan de goedkeuring van
B. en W. zijn opderworpen.
Het parkeeren van de automobielen der
sociëteitsbezoekers zal voortaan op het
erfpachtsterrein zelf moeten geschieden,
aangezien, nu de Binnenvestgracht met
wordt verbreed, op de openbare straat
daarvoor geen voldoende gelegenheid zal
ZUvóorts moet het politieposthuis aan de
Steenstraat verdwijnen. In afwachting van
het vinden van een andere geschikte
plaats kan dit posthuis voorloopig nog blij
ven staan, totdat het nieuwe societeits-
gebouw in gebruik wordt genomen.
Ten slotte zal de aan de erfpacht te ont
trekken grond, zoolang deze voor den be
oogden wegaanleg nog niet noodig is, dij
Amicitia" in gebruik worden gelaten,
echter met dien verstande, dat de ge-
meente steeds het recht heeft het gebruik
te doen eindigen.
De meerderheid van de Commissie van
Fabricage heeft, geen bezwaar tegen den
bouw van de sociëteit ter plaatse en meent
dat deze (op het ongewijzigde terrein) in
elk geval niet zou kunnen worden tegen
gehouden, te minder nu het gebouw aan
de Breestraat met 1 Mei 1932 moet zijn
ontruimd, terwijl een lid der uit twee leden
bestaande minderheid, de practische moei
lijkheden erkennend, zich ten slotte niet
verder tegen den bouw zou willen ver
zetten.
benoeming.
Voorgesteld wordt, mej, A. M. M. Smit
alhier, opnieuw voor den komenden cursus
te benoemen tot tijdelijk leerares in het
Fransch aan het Gymnasium.
de rekening over 1930.
Dezer dagen vermeldden wij reeds de
cijfers over het jaar 1930. Hierbij zij nog
aangeteekend: het voordeellg kassaldo
van den gewonen dienst ad f. 275.119.49",
moet worden vermeerderd met f. 25.492.17
en verminderd met f. 102.510.33. Het be
draagt dus f. 198.101.33'/,.
Hierbij moet evenwel in aanmerking
worden genomen, dat als gevolg van de
verlaging van den vermenigvuldigings
factor van 0.9 tot 0.7 de begrooting van
den dienst 1930 slechts sluitend kon wor
den gemaakt door te beschikken over een
gedeelte ad f. 250.221.van het saldo van
den dienst 1928.
In verband met later aangebrachte wij
zigingen met het oog op nog te betalen en
te vorderen posten, bedraagt de som, die
werkelijk uit vroegere diensten werd ge
noten f. 252.033.61'/,. Feitelijk sluit dus
het dienstjaar 1930 met een nadeellg ex
ploitatiesaldo van f. 252.033.61'/,
f. 198.101.33'/, f. 53.932.28.
De voornaamste oorzaken, welke er toe
hebben geleid, dat het nadeelig exploita
tiesaldo van het dienstjaar 1930, In plaats
van f. 250.221.zooals oorspronkelijk
werd geraamd, slechts f. 53.932.28 bedraagt
zijn de navolgende.
De winst van de Electriciteitsfabriek,
welke was geraamd op f. 563.900.be
draagt f. 740.705.— of f. 176.805.— meer.
Vermits echter de winst van de Gas
fabriek f. 24.754— beneden de raming ad
f. 248.165.bleef, bedraagt ten slotte de
meerdere winst van dc Lichtfabrieken
f. 152.051.—.
De winst van de gestichten „Ende
geest" c.a. overtreft de geraamde som van
f. 75.070.— met f. 14.930.—.
Aan „belasting naar het inkomen" werd
f. 52 473.70 meer ontvangen, dan geraamd
was. terwijl de opbrengst van verschil
lende andere belastingen de raming met
pl.m. f. 36.000.te boven ging.
Voorts vereischte het aandeel der ge
meente in de kwade posten betreffende de
directe belastingen, waarvoor een bedrag
van f. 151.406.was uitgetrokken eene
netto-uitgaaf van f. 121.349.- of f. 30.057.-
minder.
Daartegenover staan evenwel de navol
gende nadeelige factoren.
Voor „steun aan uitgetrokken werk-
loozen" werd pl.m. f. 20.000.meer uitge
geven, dan was uitgetrokken.
Aan „rente van tijdelijk belegd kasgeld"
werd f. 61.378.minder ontvangen dan
geraamd was in verband met de groote
uitgaven voor buitengewone werken. Aan
gezien hiertegenover een lagere uitgaaf
van pl.m. f. 23.000.staat wegens rente
van tijdelijk opgenomen gelden en van bij
de gemeente-ontvanger 4 deposito ge
plaatste gelden bedraagt het nadeelig ver
schil ten slotte pl.m. f. 38.000.
Voorts bedroegen de fabricage uitgaven
niet medegerekend de uitgaven ter zake
van bepaalde werken, waarvoor in den
loop van 1930 credieten werden toegestaan
na aftrek van hoogere ontvangsten, in
totaal ruim f. 50.000.meer dan oorspron
kelijk beschikbaar was gesteld.
Terwijl dus de gewone dienst van 1930
(buiten beschouwing latende de ontvang-
I sten uit vroegere diensten) sluit met een
I nadeelige exploitatie-saldo van f. 53.932.28,
i leverden de diensten van 1928 en 1929 ba
tige saldi op van resp. f. 157.244.69 en
f. 40.296.39.
Het dienstjaar 1930 is derhalve
f. 211.176.97 ongunstiger dan 1928 en
I f. 94.228.67 ongunstiger dan 1929.
I De ongunstiger uitkomst van het jaar
1930 is in hoofdzaak een gevolg van de
I mindere ontvangst aan inkomstenbelas-
ting, tengevolge van de verlaging van 0.9
tot 0.7 van het vermenigvuldigingscljfer
voor het belastingjaar 1930/1931.
In verband hiermede werd toch op den
dienst 1930 f. 255.072.minder ontvangen
dan op den dienst 1928 en f. 156493.
minder dan op den dienst 1929.
Bovendien was het nadeelig saldo van
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr. G. KELLER.
125)
HOOFDSTUK XVI.
Op reis.
De wereld is bijna een week ouder, ais
Een trein het kleine Zwitsersche station
binnenrijdt en de conducteurs, na uitge
kapt te zijn, luidkeels roepen: „Zauber-
berg!"
Met eenige moeite staan de reizigers
van hun zitplaatsen in de verwarmde
coupe's en klimmen uit de behaaglijke
™umte in de prikkelende koude, welke in
overeenstemming is met het jaargetijde;
oe almanak wijst Januari aan. Het is een
wint gezelschap, gevormd door ingezete-
van Parijs, Londen, New-York, reizi
gers uit Zuid-Afrika, Nederland, Japan,
enz. Menigeen draait zich nog eens om,
n einde een blik te kunnen werpen
naar een slank, vroolijk Engelsch meisje
«an niet veel meer dan, twintig jaar, dat
oneen reist. Het is onze Sheila Curtis, die
's een barer schoonste illusies te
«wezenlijken en voor de eerste maal
"fr voet zet in een land, dat haar altijd
nee» aangetrokken. Een nieuweling!
ril» u en we ons haasten te verklaren,
nat haar houding zoo zelfbewust was. dat
niemand het haar kon aanzien, dat alt
uitstapje voor haar een nieuwigheid was.
«aar bevallig6 gestalte was gehuld in een
■erwat opzichtige jas van luipaardhuid.
pfi-vo.11, be herkomst uit de Rue de la
Zlch. aan het kennersoog verried,
bown ,vnendelük gezichtje kwam juist
j aag uit en haar hoofd was
BKL door haar smaakvol zwart hoedje.
In de eene hand hield zij een taschje van
varkensleer, haar door juffrouw Wofflng-
ton geleend, aan de andere bungelden een
paar spiksplinternieuwe schaatsen, welke
haar werkelijk toebehoorden. Oningepakt
waren zij haar in den schoot geworpen
door het coupéraampje, toen haar trein
reeds in beweging was. Het was een af
scheidsgeschenk van haar toegewijden,
chronischen bewonderaar Bobbie Clarke.
Een kruier bracht haar en haar bagage-
naar een der gereedstaande arresleeën en
over de gladde sneeuw bracht dit voer
tuig haar in korten tijd naar het stadje,
dat niet veel meer was dan één lange
straat, met aan den eenen kant een reus
achtig postkantoor, aan het andere einde
het hotel waar Sheila kamers had besteld.
Toen zij 't hotel had bereikt, een groot
gebouw met tallooze ramen en haast
evenveel balkons, maakte zij den koetsier
van haar slede gelukkig met een mooi
zilveren vijf francs-stuk en volgde vervol
gens het ontvangstpersoneel naar de ves
tibule, welke aan alle kanten was bezet
door ski's, stokken, sleden en andere
sportvoorwerpen, en waar het krioelde van
gasten, die binnenkwamen of zich gereed
maakten tot vertrek
Een volkomen banaal gezicht voor wie
ieder jaar een uitstapje naar Zwitserland
maakt, maar voor Sheila was alles nieuw
en nieuw was voor haar ook de vriende
lijke ontvangst van den hotelhouder, die
met zijn vrouw haar vriendelijk welkom
heette in tegenwoordigheid van 'n vader
lijken concierge. Ja, zij hadden haar tele
gram ontvangen. Juffrouw Curtis uit
Parijs, niet waar? Ja, er was een kamer
voor haar gereserveerd en zij waren over
tuigd. dat de juffrouw het er naar haar
zin zou hebben Ja. het hotel was erg vol,
maar allemaal nette menschen en daar
onder zeer veel Engelschen. Het seizoen
was dit jaar schitterend en er werd druk
aan sport gedaan. De juffrouw zou dat
al gauw zelve merken.
Wat maken zij zich druk over mij,
dacht Sheila. Zouden ze werkelijk denken,
dat ik het heele seizoen in haar karavan
serai zal doqrbrengen en elk jaar zal
terugkeeren. Hier moest zij toch even
lachen, terwijl zij haar inwendige alleen
spraak vervolgde: Ze moesten eens weten
hoe weinig ik waard was voor die twee
duizend Pond op mijn naam bij de bank
waren gedeponeerd.
Maar ook al hadden «ij daarvan geen
vermoeden, zoo maakten ze zich druk over
Sheila, of misschien ook wel een beetje
over haar luipaardenmantel en haar ge
leende handtasch. Zou zij zoo vriendelijk
willen zijn, met de lift naar de eerste
verdieping mee te gaan? Daar was een
prachtige kamer voor haar open. Onver
wachts was een gast, een millionalr uit
Chicago, naar huis geroepen wegens zaken
en nu gaven zij (het leek wel alsof alles
kosteloos was en alsof zij Sheilla in hun
hotel opnamen enkel om het genoegen te
hebben haar vriendelijk gezichtje te zien
en haar prachtige bontjas van luipaard
huid te bewonderen), die kamer, welke hij
had verlaten, aan juffrouw Curtis. Het
was een hunner mooiste, een hunner zon
nigste kamers, met een groot balkon van
waar men een goed uitzicht had op de
ijsbaan. Hier zijn we er (met een zwaai
werd de deur geopend). En hier was het
kamermeisje. De jonge dame had toch
niet haar kamenier medegebracht? Niet?
Nu, de dame zou er geen last van hebben,
In het hotel waren vele uitmuntende
kamermeisjes en vooral het meisje voor
nummer 39, Ermentrude, zou uitmuntend
voor de jonge dame zorgen, zou het haar
zoo gemakkelijk mogelijk maken.
Waarlijk. Sheila, die sinds haar vijf
tiende jaar altijd krom had gelegen als
geen ander meisje van haar stand, genoot
thans van een weelde gelijk zij niet had
gekend, zelfs niet in het behaaglijk milieu
van Peg Woffington te Parijs,
De vriendin, die als een oudere zuster
voor haar had gezorgd, had haar ook
aangeraden een kamer te bespreken in
het hotel te Zauberberg voor den tijd van
haar verblijf aldaar en het zich zoo ge
makkelijk mogelijk tc mak?n. Nadat
Sheilla den prijs, had gewonnen
Tusschen haakjes: Bobbie Clarke, die
feitelijk de voorspelling had geleverd, had
natuurlijk geweigerd 't geld in ontvangst
te nemen Het geluk had hij gehad, maar
het geld was aan Sheilla ten deel geval
len Hij had haar bij hoog en laag verze
kerd, dat hij in geen geval de chèque zou
innen, als hij het papier aannam Hij zou
dat leelljke ding in tweeën scheuren en
weggooien. Nu, toen was zij er maar niet
verder op doorgegaan!
Nadat dan Sheila den prijs had gewon
nen. had zij er haar zinnen op gezet om
een honderd Pond van de twee duizend
af te nemen voor een uitstapje naar de
sneeuwbergen. Peg had er op gewezen,
dat deze vacantie van een paar weken als
een gave des hemels moest worden aan
vaard. en zij had haar voor oogen gehou
den, dat zij alles nu zoo goed mogelijk
moest doen zijn. Zü moest den laatsten
druppel persen uit deze vrucht van een
onverwacht fortuintje.
Het moet voor jou een gebeurtenis
zijn, om nooit te vergeten, kind!
Dat zal ook niet gebeuren, had Sheila
geantwoord.
En kind, laat je door niemand over
bluffen. Je zult daar een leven lelden als
of je ten minste vijftig Pond per week had
te verteren en dus moet je zorgen, dat zij
niet tot de conclusie komen, dat je het
ooit minder hebt gehad. (Aldus de raad
door de operazangeres lachende gegeven).
Je levenswijze moet in overeenstemming
zijn met je bontjas!
Daar kunt u verzekerd van zijn! had
Sheila lachend geantwoord. In de eerst
volgende veertien dagen speel ik de hoofd
rol in het drama: „De schatrijke klant".
Het is wel zeer onwaarschijnlijk, dat
ooit een gast van dit weelderig hotel zijn
bagage had uitgepakt met zooveel kinder
lijke en ongestoorde vreugde als Sheila
deed, die er ten slotte bij ging zingen!
Terwijl zij haar vallezken uitpakte, aan
alle dingen een plaats gaf, haar bad nam,
zich kleedde in een wollen sportcostuum,
vriendschap sloot met haar kamermeisje
in een Duitsch, dat sterk herinnerde aan
de schoolbanken, bleef Sheila vervuld met
het heerlijke gevoel, dat dit een uitstapje
was dat zij haar leven lang niet zou ver
geten, en dat elk uur prettiger zou zijn
dan het voorafgaande, wat de ware va-
cantiestemmlng beteekent.
Hoewel zij na de reis in den nachttrein
en een haastig ontbijt op een kruispunt
flink honger had, was zij toch een der
Zij had over de leuning van
't balkon gehangen.
laatsten aan de lunch. Zij had over de
leuning van haar balkon gehangen, zich
de oogen uitkijkend naar het panorama
der besneauwde bergen, de prikkelende
lucht met diepe teugen ingeademd, geluis
terd naar dat boeiende geluid, het gekras
en geschuur van de schaatsen op de ijs
baan beneden het hotel. Op dien breeden.
zilveren spiegel van de baan, een vierde
van een mijl beneden haar. gleden kleine,
donkere gestalten als zwaluwen over het
ijs en wonderlijk duidelijk waren hun
stemmen te onderscheiden zich mengend
met het gekras en geschuur van de ijzers
over het oppervlak.
(Wordt vervolgd.)