DAROLFARGUHAR'S NACHTWANDELING 172ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 18 Augustus 1931 Derde Blad No. 21906 GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON. het openbaar slachthuis. B en W. achten het gewenscht, dat de ICommissie van Beheer over het Openbaar ISlachthuis met twee leden wordt ultge- Ibreid. tengevolge waarvan zij, evenals de Imeeste andere Raadscommissiën, uit vijf lieden, de voorzitter inbegrepen, zal be- Istaan. Blijkens haar overgelegd schrijven Ibestaat tegen deze uitbreiding, waaraan echter een wijziging van de desbetreffende I verordening moet voorafgaan, bij de Com- ■mlssie zelve geen bezwaar. het oud-archief. De Commissie voor het Oud-Archief lacht het wenschelijk, dat ook enkele des kundigen op het gebied van het archief wezen uit de burgerij deel uitmaken van Haar commissie. Weliswaar is het, zoo Ischrijft de commissie, tot nog toe in den Ijegel mogelijk gebleken uit de leden van ■den Raad een of twee deskundige leden te ■kiezen, doch zekerheid, dat dit steeds het "geval zal zijn, heeft men niet. De com missie zou daarom gaarne zien, dat, even- Jals ten opzichte van de Commissie voor ■het Stedelijk Museum „De Lakenhal", de |mogelijkheid geopend werd. dat ook in de Icommissie voor 't Oud-Archief niet-Ieden |van den Gemeenteraad zitting hebben. Uit den aard der zaak zou dit het beste I kunnen geschieden door uitbreiding van I net aantal leden der commissie, aangezien 1 het aanbeveling verdient, dat, de com- I missie zegt het terecht, ten minste twee lieden van den Raad deel blijven uitmaken van de Commissie. B en W. stellen voor een commissie van 15 leden ide voorzitter door B. en W. aan te I wijzen, 2 leden bulten en 2 leden uit den ~iad. DE COMMISSIE VAN FINANCIËN. B en W. hebben geen bezwaar, dat de I Commissie van Financiën ook formeel als I commissie van Bijstand wordt ingericht. Zij bieden thans een ontwerp-verorde- I ning betreffende de samenstelling en den i werkkring van een zoodanige Commissie aan. In overeenstemming met het gevoelen van de tegenwoordige Commissie van Fi- I nancien wordt daarbij voorgesteld het aantal leden, met inbegrip van den wet- I houder-voorzitter, te bepalen op 5. Aangezien de tegenwoordige werkwijze, look naar het oordeel van de Financieele I Commissie, in de practijk goed voldoet, kon Ede omschrijving van den werkkring aan- I sluiten aan den Inhoud van de bestaande verordening. wethouders-pensioenen. Tengevolge van de op 15 April 1931 ln |werking getreden wijziging van de Ge- lmeentewet. moet de redactie van de veror- |dening. regelende het verleenen van {wachtgeld en pensioen aan de wethouders, worden herzien. Krachtens artikel 94 (oud) der Gemeen- jtewet werd aan de wethouders een jaar wedde toegelegd, waarvan zij de helft ge noten als vast Inkomen en de overblijvende helft als presentiegeld; in aansluiting jdaarop bepaalt de genoemde verordening, 'dit het pensioen voor elke maand dienst 120 van het vaste inkomen bedraagt. De gewijzigde Gemeentewet bevat echter niet neer de splitsing in vast inkomen en pre- entiegeld, doch kent den Wethouders uit sluitend Jaarwedde toe. Teneinde nu de verordening hiermede in overeenstemming {te brengen, dient in plaats van „1/120 ge deelte van het vast inkomen" te worden keiezen „1/240 gedeelte van de jaarwedde". Df verder voorgestelde wijzigingen vloeien hieruit voort of houden verband met de plaats gehad hebbende vernummering van de artikels der Gemeentewet en zijn dus 'eveneens van uitsluitend formeelen aard. ELECTRICITEIT VOOR VALKENBURG. Zich vereenigende met voorstellen van I Commissarissen der Stedelijke Fabrieken I van Gas en Electrlciteit geven B. en W. in I overweging a met de gemeente Valkenburg overeen- I komsten aan te gaan betreffende de leve ring van electrischen stroom en tot wijzi ging van de d.d. 9/23 September 1912 ge- sloten gasleveringsovereenkomst'. b. goed te keuren, dat het kabelnet der Electriciteitsfabriek ten behoeve van de 1 onder a. bedoelde electriciteitslevering wordt uitgebreid, waarvan de kosten, ge- 1 raamd op f 13.500. voorshands uit de aan- Ivezige middelen der fabrieken kunnen I worden bestreden. onbewoonbare huizen. Uit een ingesteld onderzoek naar den toestand van de perceelen aan de ie Huig dwarsstraat is gebleken, dat deze wonin gen in 'n vergevorderden staat van bouw valligheid verkeeren en niet meer door het aanbrengen van verbeteringen in bewoon baren toestand zijn te brengen, zoodat, ook naar het oordeel van de Commissie van Fabricage en de Gezondheidscommis sie, onbewoonbaarverklaring dient plaats te hebben. De termijn van ontruiming ware op 6 maanden te bepalen. steun aan edam. De Restauratiecommissie van de Groote Kerk te Edam, deelde mede, dat zij, nu de herstelling van het kerkgebouw met steun van Rijk, Provincies, Gemeente en particu lieren hare voltooiing nadert, gelden tracht bijeen te brengen om ook de ge brandschilderde glasramen, welke juist het schoonste sieraad van dit zoowel uit architectonisch als historisch oogpunt merkwaardige kerkgebouw vormen, te res- taureeren. De verschillende glasramen. 34 in totaal, werden voor het grootste deel door bevriende Hollandsche steden, waar onder Leiden, geschonken. Het venster, waarmede de Kerk door onze stad in 1608 werd begiftigd, is, schrijft de Commissie verder, een bijzonder fraai exemplaar, hetwelk in den loop der jaren echter ernstig heeft geleden. De kosten van een complete herstelling worden door een deskundige geraamd op ruim f. 2500. ï>e Commissie verzocht nu te bevorderen, dat door de gemeente Leiden in de kosten van het herstel voor de helft, derhalve voor f. 1250 worde bijgedragen. De Archivaris wijst in zijn rapport op de treffende overeenkomst, die er in deze is met het raam in de St. Janskerk te Gouda, dat in 1601, dus orvjeveer in den zelfden tijd werd geschonken; voor de herstelling daarvan werd in 1925 even eens gëldelijken steun aan de gemeente gevraagd, welke bij raadsbesluit van 28 September 1925 uit historische overwe gingen en vooral ook om de eer van de stad te handhaven, werd verleend tot een bedrag van f. 1000. In beide gevallen be treft het een Leidsch geschenk', beide ramen vei'Wijzen in hun voorstellingen naar Leiden en zij werden ook beide door den Leidschen glasschilder Cornelis Klok bewerkt naar een teekening van den be kenden Leidschen burgemeester en schil der Isaac Nicolaasz Swanenburg. In deze overeenkomst van omstandig heden ligt een reden te meer, om ook het verzoek van de Edamsehe Restauratie Commissie in te willigen. overneming van grond. Bij raadsbesluit van 20 April 1931 wer den diverse strookjes voortuin en openbare weg aangekocht en om niet overgenomen ten behoeve van de verbreeding en ver betering van den Morschweg. De heer M. Segijn, is alsnog bereid be vonden ook zijn strookje kosteloos aan de gemeente over te dragen, zoodat de weg- verbetering bij aanvaarding van deze kos- telooze overdracht zich ook over bedoeld gedeelte grond kan uitstrekken. In verband met bebouwing ter plaatse, moet een tweetal strookjes grond aan de gemeente worden overgedragen. B. en W. stellen mitsdien voor te beslui ten kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen: a. van de Naaml. Vennootschap „Rijks dorp", Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen, gevestigd te Leiden, het strookje grond, ter grootte van 355 M2, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P.. No. 1668, aan de Morschkade; b. van G. Groenendijk te Leiden, het strookje grond, ter grootte van pl.m. 0.8 M2, deel uitmakende van het perceel, ka dastraal bekend gemeente Leiden, sectie B, No. 1666 aan de Boerhaavestraat. In verband met de stichting van een nieuwe groentenveiling aan den Zoeter- woudschen weg moesten aan de gemeente worden overgedragen een gedeelte grond voor den aanleg van een weg langs de trambaan Leiden's Gravenhage. en eenige terreingedeelten voor den bouw van een brug in genoemenden weg nabij de kruising met het kanaal, dat de veilings havens met den Trekvliet verbindt. Aangezien de ter zake gevoerde onder handelingen inmiddels werden beëindigd, geven b. en W. in overweging kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen. a. van de Commanditaire Vennootschap onder firma „Dros en Gebrs. Tieleman", te Leiden, het strookje grond, ter grootte van pl.m. 9.76 M2., deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie O, No. 187; b. van de Naamlooze Vennootschap „Hollandsche Constructiewerkplaatsen" te Zoeterwoude de strooken grond ter grootte van pl.m. 3848 M2, deel uitmakende van de perceelen. kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie O, Nis. 185, 186, 188, 189, 190, 191, 192, 193, 194, 945 en 1050; c. van de Naaml. Vennootschap Maat schappij tot Exploitatie van Tramwegen, te Haarlem, het strookje grond, ter grootte van 41 M2„ kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie O, No. 1051; d. van de Naaml. Vennootschap Bouw- grondbedrijf „Cronestein", te Leiderdorp, het strookje grond, ter grootte van pl.m. 230 vlerk Meter, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie O, No. 939; wegdek noordeinde. Bij Raadsbesluit van 3 Augustus 1931 werden de noodige gelden beschikbaar ge steld voor de vernieuwing van het wegdek van het Noordeinde Door B. en W. is daarop voor de uitvoering van dit werk ondershands prijsopgave gevraagd aan een vijftal daartoe in aanmerking komende wegenbouwfirma's. Van deze heeft de N.V. „De Geruischlooze Weg", te Heemstede, de laagste inschrijving ingezonden en wei voor een bedrag van f. 8880. Aangezien deze inschrijving in technisch en finan cieel opzicht aannemelijk voorkomt, ware het werk aan deze vennootschap te gun nen. sociëteit „amicitia". Zooals uit het praeadvies van 12 Mei j.l. inzake den raadhuisbouw bekend is, heeft het bestuur van de sociëteit „Amicitla" bi; schrijven van 14 Januari 1931 medegedeeld dat door de algemeene ledenvergadering het besluit genomen was, om in verband met den verkoop van het sociëteitsgebouw aan de Breestraat, een nieuw sociëteits gebouw te stichten op het erfpachtster rein aan de Steenstraat, op de plaats waar zich thans de buitensociëteit be vindt. De desbetreffende teekeningen voegde het bestuur daarbij ter goedkeuring ingevolge de erfpachtsvoorwaarden, met verzoek onze beslissing zoo spoedig moge lijk te zijner kennis te brengen, aangezien het gebouw aan de Breestraat uiterlijk op 1 Mei 1932 moest zijn ontruimd en met den bouw van de nieuwe sociëteit uit den aard der zaak nog al eenige tijd gemoeid zou zijn. In dat praeadvies wezen B. en W. er toen op. dat de ingezonden gevelteekenin- gen, ook naar het oordeel van de Commis sie van Fabricage, voor goedkeuring in aanmerking kwamen en dat het zich liet aanzien (de officieele bouwaanvrage was destijds nog niet Ingekomen), dat ook de bouwvergunning niet zou kunnen worden geweigerd, zonder in strijd met recht en billijkheid te komen, 't Leek dus zaak ten spoedigste te beslissen, of het terrein aan de Steenstraat, hetwelk ingevolge raads besluit van 14 Februari 1918 voor den tijd van 85 jaren, alzoo tot het jaar 2003. aan de sociëteit „Amicitia" in erfpacht was gegeven, al dan niet mede voor den Stad huisbouw zou worden ingenomen. Meen de men toch, dat dit het geval moest zijn, dan zouden, voordat met den bouw van de nieuwe sociëteit een aanvang werd ge maakt, met het bestuur van „Amicitia" onderhandelingen moeten worden geopend teneinde de voorwaarden te vernemen, waaronder de sociëteit bereid zou zijn van haar erfpachtrecht af te zien, terwijl de gemeente bij het niet bereiken van over eenstemming tot onteigening haar toe vlucht zou moeten nemen. In de zitting van 8 Juni 1931 werd ons desbetreffend voorstel echter aangehouden zoodat een beslissing ter zake achterwege bleef. Het bestuur der sociëteit heeft inmid dels bij missive van 18 Juni 1931 de inge volge de verordening op het bouwen en sloopen vereischte bouwaanvrage inge diend en aangezien, gelijk gezegd, tegen de ontworpen gevels uit een aesthetisch oogpunt geen bezwaar bestaat en de ver gunning ook niet op grond van de bepa. lingen van de zoo evengenoemde verorde ning kan worden geweigerd, is het college van B. en W. derhalve thans verplicht toe stemming tot den bouw te verleenen. Vol ledigheidshalve voegen zij hier nog aan toe, dat een door de Commissie van Fa bricage geopperd denkbeeld, of het moge lijk zou zijn een ruiling tot stand te brengen, waarbij „Amicitia" in plaats van haar tegenwoordig erfpachtsterrein het driehoekige terrein, gelegen tusschen de Rijnsburgersingelgracht, de geprojecteer de rooilijn van den nieuwen verkeersweg en de grens van het terrein van den molen „de Valk", in erfpacht zou verkrijgen, welk denkbeeld zij, niettegenstaande het door het College niet wordt gedeeld, toch gemeend hebben ter kennis van het be stuur van „Amicitia" te moeten brengen, blijkens bericht van het bestuur noch zijn instemming, noch die der algemeene leden vergadering mocht hebben. Intusschen is wel in een ander opzicht wijziging van de tegenwoordige begren zing van het erfpachtsterrein gewenscht. Volgens het ontwerp-ultbreidingsplan is n.l. ten noorden van het sociëteitsgebouw voor genoemden verkeersweg, als onder deel van de hoofdverbinding OostWest, een overkluizing van den Rijnsburgersin- gel geprojecteerd ter breedte van 20 M., ten behoeve waarvan mede moet worden beschikt over het gedeelte van den aan „Amicitia" in erfpacht gegeven grond, voor zoover gelegen binnen de weggrens. De Eerste Binnenvestgracht wordt daar entegen bij het ontwerp uitbreidingsplan op de bestaande breedte gehandhaafd; de grond, waarvan „Amicitia" bij het erf pachtscontract het kosteloos gebruik werd gelaten tot uiterlijk 1 Januari 1925 (op gedeelte ervan staat de kegelbaan) en die nog steeds bij haar in feitelijk gebruik Is. heeft de gemeente dus niet voor wegver- breedlng noodlg en kan daarom weder bij den erfpachtsgrond worden gevoegd, even als de ten westen en het oosten daarvan gelegen strookjes. Teneinde de verwezenlijking van het uitbreidingsplan ter plaatse te zijner tijd te vergemakkelijken en het verkrijgen van een regelmatigen toestand aldaar te ver zekeren. stelden B. en W. het Soclëteits- bestuur behoudens goedkeuring van den Raad voor, om met wijziging \van het erf pachtscontract. beide grondstrooken te rullen. De geldende erfpachtscanon kon daarbij dezelfde blijven, aangezien de to tale oppervlakte bij deze ruiling weinig ver andering onderging. Het bestuur ging met deze wijziging van den erfpachtsgrond accoord, terwijl voorts nog overeenstemming werd verkregen om trent de volgende punten. In het gewijzigde erfpachtscontract zal de bepaling worden opgenomen, dat het bestaande sociëteitsgebouw wordt gesloopt en op het in erfpacht uitgegeven terrein binnen een ander overeen te komen ter mijn een nieuw sociëteitsgebouw wordt opgericht, overeenkomstig plannen, die zoowel wat gebouw en aanhoorigheden als de plaatsing betreft, de goedkeuring van B. en W. behoeven. Bij de plaatsing van het gebouw zal uiteraard rekening moeten worden gehouden met den nieu wen vorm van het erfpachtsterrein. Vermits bij den nieuwen toestand het uiterlijk van de tegenwoordige kegelbaan niet past, althans wat den gevel aan de Eerste Binnenvestgracht betreft, neemt „Amicitia" de verplichting op zich binnen Ï0 jaren dit gebouwtje te wijzigen volgens plannen, die uit een oogpunt van uiter- lijken welstand aan de goedkeuring van B. en W. zijn opderworpen. Het parkeeren van de automobielen der sociëteitsbezoekers zal voortaan op het erfpachtsterrein zelf moeten geschieden, aangezien, nu de Binnenvestgracht met wordt verbreed, op de openbare straat daarvoor geen voldoende gelegenheid zal ZUvóorts moet het politieposthuis aan de Steenstraat verdwijnen. In afwachting van het vinden van een andere geschikte plaats kan dit posthuis voorloopig nog blij ven staan, totdat het nieuwe societeits- gebouw in gebruik wordt genomen. Ten slotte zal de aan de erfpacht te ont trekken grond, zoolang deze voor den be oogden wegaanleg nog niet noodig is, dij Amicitia" in gebruik worden gelaten, echter met dien verstande, dat de ge- meente steeds het recht heeft het gebruik te doen eindigen. De meerderheid van de Commissie van Fabricage heeft, geen bezwaar tegen den bouw van de sociëteit ter plaatse en meent dat deze (op het ongewijzigde terrein) in elk geval niet zou kunnen worden tegen gehouden, te minder nu het gebouw aan de Breestraat met 1 Mei 1932 moet zijn ontruimd, terwijl een lid der uit twee leden bestaande minderheid, de practische moei lijkheden erkennend, zich ten slotte niet verder tegen den bouw zou willen ver zetten. benoeming. Voorgesteld wordt, mej, A. M. M. Smit alhier, opnieuw voor den komenden cursus te benoemen tot tijdelijk leerares in het Fransch aan het Gymnasium. de rekening over 1930. Dezer dagen vermeldden wij reeds de cijfers over het jaar 1930. Hierbij zij nog aangeteekend: het voordeellg kassaldo van den gewonen dienst ad f. 275.119.49", moet worden vermeerderd met f. 25.492.17 en verminderd met f. 102.510.33. Het be draagt dus f. 198.101.33'/,. Hierbij moet evenwel in aanmerking worden genomen, dat als gevolg van de verlaging van den vermenigvuldigings factor van 0.9 tot 0.7 de begrooting van den dienst 1930 slechts sluitend kon wor den gemaakt door te beschikken over een gedeelte ad f. 250.221.van het saldo van den dienst 1928. In verband met later aangebrachte wij zigingen met het oog op nog te betalen en te vorderen posten, bedraagt de som, die werkelijk uit vroegere diensten werd ge noten f. 252.033.61'/,. Feitelijk sluit dus het dienstjaar 1930 met een nadeellg ex ploitatiesaldo van f. 252.033.61'/, f. 198.101.33'/, f. 53.932.28. De voornaamste oorzaken, welke er toe hebben geleid, dat het nadeelig exploita tiesaldo van het dienstjaar 1930, In plaats van f. 250.221.zooals oorspronkelijk werd geraamd, slechts f. 53.932.28 bedraagt zijn de navolgende. De winst van de Electriciteitsfabriek, welke was geraamd op f. 563.900.be draagt f. 740.705.— of f. 176.805.— meer. Vermits echter de winst van de Gas fabriek f. 24.754— beneden de raming ad f. 248.165.bleef, bedraagt ten slotte de meerdere winst van dc Lichtfabrieken f. 152.051.—. De winst van de gestichten „Ende geest" c.a. overtreft de geraamde som van f. 75.070.— met f. 14.930.—. Aan „belasting naar het inkomen" werd f. 52 473.70 meer ontvangen, dan geraamd was. terwijl de opbrengst van verschil lende andere belastingen de raming met pl.m. f. 36.000.te boven ging. Voorts vereischte het aandeel der ge meente in de kwade posten betreffende de directe belastingen, waarvoor een bedrag van f. 151.406.was uitgetrokken eene netto-uitgaaf van f. 121.349.- of f. 30.057.- minder. Daartegenover staan evenwel de navol gende nadeelige factoren. Voor „steun aan uitgetrokken werk- loozen" werd pl.m. f. 20.000.meer uitge geven, dan was uitgetrokken. Aan „rente van tijdelijk belegd kasgeld" werd f. 61.378.minder ontvangen dan geraamd was in verband met de groote uitgaven voor buitengewone werken. Aan gezien hiertegenover een lagere uitgaaf van pl.m. f. 23.000.staat wegens rente van tijdelijk opgenomen gelden en van bij de gemeente-ontvanger 4 deposito ge plaatste gelden bedraagt het nadeelig ver schil ten slotte pl.m. f. 38.000. Voorts bedroegen de fabricage uitgaven niet medegerekend de uitgaven ter zake van bepaalde werken, waarvoor in den loop van 1930 credieten werden toegestaan na aftrek van hoogere ontvangsten, in totaal ruim f. 50.000.meer dan oorspron kelijk beschikbaar was gesteld. Terwijl dus de gewone dienst van 1930 (buiten beschouwing latende de ontvang- I sten uit vroegere diensten) sluit met een I nadeelige exploitatie-saldo van f. 53.932.28, i leverden de diensten van 1928 en 1929 ba tige saldi op van resp. f. 157.244.69 en f. 40.296.39. Het dienstjaar 1930 is derhalve f. 211.176.97 ongunstiger dan 1928 en I f. 94.228.67 ongunstiger dan 1929. I De ongunstiger uitkomst van het jaar 1930 is in hoofdzaak een gevolg van de I mindere ontvangst aan inkomstenbelas- ting, tengevolge van de verlaging van 0.9 tot 0.7 van het vermenigvuldigingscljfer voor het belastingjaar 1930/1931. In verband hiermede werd toch op den dienst 1930 f. 255.072.minder ontvangen dan op den dienst 1928 en f. 156493. minder dan op den dienst 1929. Bovendien was het nadeelig saldo van Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr. G. KELLER. 125) HOOFDSTUK XVI. Op reis. De wereld is bijna een week ouder, ais Een trein het kleine Zwitsersche station binnenrijdt en de conducteurs, na uitge kapt te zijn, luidkeels roepen: „Zauber- berg!" Met eenige moeite staan de reizigers van hun zitplaatsen in de verwarmde coupe's en klimmen uit de behaaglijke ™umte in de prikkelende koude, welke in overeenstemming is met het jaargetijde; oe almanak wijst Januari aan. Het is een wint gezelschap, gevormd door ingezete- van Parijs, Londen, New-York, reizi gers uit Zuid-Afrika, Nederland, Japan, enz. Menigeen draait zich nog eens om, n einde een blik te kunnen werpen naar een slank, vroolijk Engelsch meisje «an niet veel meer dan, twintig jaar, dat oneen reist. Het is onze Sheila Curtis, die 's een barer schoonste illusies te «wezenlijken en voor de eerste maal "fr voet zet in een land, dat haar altijd nee» aangetrokken. Een nieuweling! ril» u en we ons haasten te verklaren, nat haar houding zoo zelfbewust was. dat niemand het haar kon aanzien, dat alt uitstapje voor haar een nieuwigheid was. «aar bevallig6 gestalte was gehuld in een ■erwat opzichtige jas van luipaardhuid. pfi-vo.11, be herkomst uit de Rue de la Zlch. aan het kennersoog verried, bown ,vnendelük gezichtje kwam juist j aag uit en haar hoofd was BKL door haar smaakvol zwart hoedje. In de eene hand hield zij een taschje van varkensleer, haar door juffrouw Wofflng- ton geleend, aan de andere bungelden een paar spiksplinternieuwe schaatsen, welke haar werkelijk toebehoorden. Oningepakt waren zij haar in den schoot geworpen door het coupéraampje, toen haar trein reeds in beweging was. Het was een af scheidsgeschenk van haar toegewijden, chronischen bewonderaar Bobbie Clarke. Een kruier bracht haar en haar bagage- naar een der gereedstaande arresleeën en over de gladde sneeuw bracht dit voer tuig haar in korten tijd naar het stadje, dat niet veel meer was dan één lange straat, met aan den eenen kant een reus achtig postkantoor, aan het andere einde het hotel waar Sheila kamers had besteld. Toen zij 't hotel had bereikt, een groot gebouw met tallooze ramen en haast evenveel balkons, maakte zij den koetsier van haar slede gelukkig met een mooi zilveren vijf francs-stuk en volgde vervol gens het ontvangstpersoneel naar de ves tibule, welke aan alle kanten was bezet door ski's, stokken, sleden en andere sportvoorwerpen, en waar het krioelde van gasten, die binnenkwamen of zich gereed maakten tot vertrek Een volkomen banaal gezicht voor wie ieder jaar een uitstapje naar Zwitserland maakt, maar voor Sheila was alles nieuw en nieuw was voor haar ook de vriende lijke ontvangst van den hotelhouder, die met zijn vrouw haar vriendelijk welkom heette in tegenwoordigheid van 'n vader lijken concierge. Ja, zij hadden haar tele gram ontvangen. Juffrouw Curtis uit Parijs, niet waar? Ja, er was een kamer voor haar gereserveerd en zij waren over tuigd. dat de juffrouw het er naar haar zin zou hebben Ja. het hotel was erg vol, maar allemaal nette menschen en daar onder zeer veel Engelschen. Het seizoen was dit jaar schitterend en er werd druk aan sport gedaan. De juffrouw zou dat al gauw zelve merken. Wat maken zij zich druk over mij, dacht Sheila. Zouden ze werkelijk denken, dat ik het heele seizoen in haar karavan serai zal doqrbrengen en elk jaar zal terugkeeren. Hier moest zij toch even lachen, terwijl zij haar inwendige alleen spraak vervolgde: Ze moesten eens weten hoe weinig ik waard was voor die twee duizend Pond op mijn naam bij de bank waren gedeponeerd. Maar ook al hadden «ij daarvan geen vermoeden, zoo maakten ze zich druk over Sheila, of misschien ook wel een beetje over haar luipaardenmantel en haar ge leende handtasch. Zou zij zoo vriendelijk willen zijn, met de lift naar de eerste verdieping mee te gaan? Daar was een prachtige kamer voor haar open. Onver wachts was een gast, een millionalr uit Chicago, naar huis geroepen wegens zaken en nu gaven zij (het leek wel alsof alles kosteloos was en alsof zij Sheilla in hun hotel opnamen enkel om het genoegen te hebben haar vriendelijk gezichtje te zien en haar prachtige bontjas van luipaard huid te bewonderen), die kamer, welke hij had verlaten, aan juffrouw Curtis. Het was een hunner mooiste, een hunner zon nigste kamers, met een groot balkon van waar men een goed uitzicht had op de ijsbaan. Hier zijn we er (met een zwaai werd de deur geopend). En hier was het kamermeisje. De jonge dame had toch niet haar kamenier medegebracht? Niet? Nu, de dame zou er geen last van hebben, In het hotel waren vele uitmuntende kamermeisjes en vooral het meisje voor nummer 39, Ermentrude, zou uitmuntend voor de jonge dame zorgen, zou het haar zoo gemakkelijk mogelijk maken. Waarlijk. Sheila, die sinds haar vijf tiende jaar altijd krom had gelegen als geen ander meisje van haar stand, genoot thans van een weelde gelijk zij niet had gekend, zelfs niet in het behaaglijk milieu van Peg Woffington te Parijs, De vriendin, die als een oudere zuster voor haar had gezorgd, had haar ook aangeraden een kamer te bespreken in het hotel te Zauberberg voor den tijd van haar verblijf aldaar en het zich zoo ge makkelijk mogelijk tc mak?n. Nadat Sheilla den prijs, had gewonnen Tusschen haakjes: Bobbie Clarke, die feitelijk de voorspelling had geleverd, had natuurlijk geweigerd 't geld in ontvangst te nemen Het geluk had hij gehad, maar het geld was aan Sheilla ten deel geval len Hij had haar bij hoog en laag verze kerd, dat hij in geen geval de chèque zou innen, als hij het papier aannam Hij zou dat leelljke ding in tweeën scheuren en weggooien. Nu, toen was zij er maar niet verder op doorgegaan! Nadat dan Sheila den prijs had gewon nen. had zij er haar zinnen op gezet om een honderd Pond van de twee duizend af te nemen voor een uitstapje naar de sneeuwbergen. Peg had er op gewezen, dat deze vacantie van een paar weken als een gave des hemels moest worden aan vaard. en zij had haar voor oogen gehou den, dat zij alles nu zoo goed mogelijk moest doen zijn. Zü moest den laatsten druppel persen uit deze vrucht van een onverwacht fortuintje. Het moet voor jou een gebeurtenis zijn, om nooit te vergeten, kind! Dat zal ook niet gebeuren, had Sheila geantwoord. En kind, laat je door niemand over bluffen. Je zult daar een leven lelden als of je ten minste vijftig Pond per week had te verteren en dus moet je zorgen, dat zij niet tot de conclusie komen, dat je het ooit minder hebt gehad. (Aldus de raad door de operazangeres lachende gegeven). Je levenswijze moet in overeenstemming zijn met je bontjas! Daar kunt u verzekerd van zijn! had Sheila lachend geantwoord. In de eerst volgende veertien dagen speel ik de hoofd rol in het drama: „De schatrijke klant". Het is wel zeer onwaarschijnlijk, dat ooit een gast van dit weelderig hotel zijn bagage had uitgepakt met zooveel kinder lijke en ongestoorde vreugde als Sheila deed, die er ten slotte bij ging zingen! Terwijl zij haar vallezken uitpakte, aan alle dingen een plaats gaf, haar bad nam, zich kleedde in een wollen sportcostuum, vriendschap sloot met haar kamermeisje in een Duitsch, dat sterk herinnerde aan de schoolbanken, bleef Sheila vervuld met het heerlijke gevoel, dat dit een uitstapje was dat zij haar leven lang niet zou ver geten, en dat elk uur prettiger zou zijn dan het voorafgaande, wat de ware va- cantiestemmlng beteekent. Hoewel zij na de reis in den nachttrein en een haastig ontbijt op een kruispunt flink honger had, was zij toch een der Zij had over de leuning van 't balkon gehangen. laatsten aan de lunch. Zij had over de leuning van haar balkon gehangen, zich de oogen uitkijkend naar het panorama der besneauwde bergen, de prikkelende lucht met diepe teugen ingeademd, geluis terd naar dat boeiende geluid, het gekras en geschuur van de schaatsen op de ijs baan beneden het hotel. Op dien breeden. zilveren spiegel van de baan, een vierde van een mijl beneden haar. gleden kleine, donkere gestalten als zwaluwen over het ijs en wonderlijk duidelijk waren hun stemmen te onderscheiden zich mengend met het gekras en geschuur van de ijzers over het oppervlak. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9