SPORT.
DAMMEN.
W
m
s m m m v I
"f-ü w m m
I'm m m m 1
'•'töazv, ww msi' 'mm
m m m Ir l
KUNST EN LETTEREN.
ONZE BRIDGE-RUBRIEK.
LAWN-TF.NNIS.
het tournooi te noordwijk.
De tweede dag.
Het was ook gisteren niet druk bij het
joordwijksche b-dgasientournooi, maar het
feer hiela zich prachtig en zoo is men
„eh weer een heei eind in de goede rich-
jns opgeschoten.
De uitslagen zijn:
Heeren-enkelspel, tweede ronde: Damste
Toussaint 6—3, 6—2; Verbeek si. Leeks-
na 6—2, 6—0; Daniel w.o.; J. Voute w.o.;
de Mattos si. Broekmans 6—2, 6—0;
Ichellirg si- W. Smit 6—1, 7—9, 6—2;
itenfert Kroese w.o.; Drieman sl. Handley
_2 6—2: Gravemeyer w.o.; F. Stradtmeyer
j Kalt 62, 6—3;
Derde ronde: Hesselink sl. Parmentier
4, 1—6, 6—2; van der Wel sl. de Koster
_6! 8—6, 6—4: Weber slaat Gaarlandt
0* 61Damste sl. van Hellemondt 6—1,
■0, Verbeek sl. Daniel 6—2, 6—2; Voute
Klauwens 6—4, 75; W Hollander sl.
de Mattos 6—2, 6—4; Schelling sl.
Vailer 6—2, 64; Drieman sl. Stenfert
iroese 6—0, 6—0; Bruns sl. Gravemeyer
o, 6—0; de Jong sl. van der Hagen
6, 6—4, 6—4; Smits van Waesbergh sl.
fctradtmeycr 8—6, 6—2; Daniel sl. van der
laar 61, 68, 63.
Kwart-eindstrijd: van der Wel sl. Hesse-
ink 6-0, 6—4; Weber sl. Damste 6—2,
-1, Verbeek sl. Teschmacher 6—1, 8—6;
lollander sl. Voute 6—1, 6—0; Smits van
Vaesbergh sl. de Jong 6—2, 6—1.
Dames-enkelspel: tweede ronde: mevr.
an Tricht w.o.; ikvr. Beyma toe Kingma
mej. Ruygrok 6—4, 7—5; mej van
/ieldrecht sl. mej Boekwijt 6—3, 6—3;
»ej. Pabst sl. mevr. v. d. Wel 7—5, 6—2;
nevr. Wilkins si. mej. W. van Hasselt
-5. 6—2; mej. Moolenburgh sl. mej. Smits
■an Waesbergh 6—1, 6—0; mej. H. Smits
an Waesbergh w.o.
Derde ronde: mej. van Wieldrecht sl.
nej. Royaards 6—1, 6—4; mej. Pabst sl.
nevr. Wilkins 6—3, 6—2; mej. de Vilder
L mej. Groenewegen 2—6, 7—5, 6—4; mej.
Moolenburgh sl. mej. Roos 6—2, 4—6, 9—7;
nej. H. Smits van Waesbergh sL mej. v.
Haar 6—0, 6—2; mevr. van Tricht sl.
nej, Leeksma 6—2, 6—1.
Dames-dubbelspel: eerste ronde: mej.
.ioolenburgh en mej. Boekwijt w.o.; mevr.
ilshout en mej. Kalis sl. mevr. v. d. Wel
in mej. Z. van Hasselt 0—6, 6—4, 7—5.
Tweede ronde: mej. Groenewegen en mej.
Pastoor sl. mej. van Vliet en mej. T.
Tinkel 6—2, 6—0; mej. Smits van Waes-
lergh en mevr. Jonquiere sl. mej. Monlen-
mrgh en mej. Boekwijt 6—3, 62; mevr,
■an Tricht en mevr. Waller sl. mevr.
Elshout en mej. Kalis 6—1, 97; mevr.
van Lindonk en mej. van Lindonk sl. mej.
J. Alsbach en me], Oalema 6—2, 6—2:
mevr. Dros en mevr, Wilkens sl. mevr.
Meckel en mej. S. Rinkel 6—0, 6—1.
Gemengd dubbelspel: eerste ronde: mej.
Stampei en Breukelman sl. mevr. Carp en
jhr. Gevers 6—4, 1—6, 6—3; mevr. Lindonk
en Nelwan sl. mej S. Heyers en Heyerman
6-1, 6—1; mej. van Wieldrecht en Daniel
sl mej Wagner en van Hamel 5—7, 6—2,
5—3; mej. v. d. Haar en Toussaint sl. mevr.
dart en Eberwein 6—1, 6—2; mej. Alsbach
en van Hoogstaten sl. mej. Moolenburgh
en Juta 8—6, 4—6, 6—4; mej. Pabst en
Heldring sl. mej W. Leeksma en Leeksma
1-2, 6—1mevr. Meyer en Meyer sl. mej.
ipleethoff en Uytenboogaart 6—4, 6—1;
■nevr. Jonquiero en Leyenaar w.o.; mevr.
Meckel en Tappenbeck sl. mej Enthoven en
ihr. van Benthem van der Bergh 6—2,
1-7, 6—2; mevr. van Tricht en Vriesendorp
il. mej Reineke en Reineke 6—1, 61;
mej. Galema en Schelling w.o.
Derde ronde: mej. Mechel en Bruns sl.
kvr. Beyma toe Kingma en jhr. Beyma toe
(ingma 6—1, 6—1; mej. Groenewegen en
i. d. Hagen w.o.; mej. Royaards en Muilier
sl. mej Rudolf en v. d. Haar 6—1, 6—3;
mej. kloosterman en Klauwens sl. mej.
Stampei en Breukelman 0—1, 6—2; mej.
Pabst en Heldring sl. mevr. Meyer en
Meyer 6—1, 6—0; mevr. Dros en Weber
sl mej. C. Smits van Waesbergh en N.N.
6-0, 6—1; mej. Ruygrok en A. Stadtmeyer
sl mej. Voute en A. Voute 6—2, 6—1mej.
an Hasselt en Hollander w.o.
Derde ronde: mej. Royaards en Muilier
■1. mej Kloosterman en Klauwens 6-1, 6-0.
Hecren dubbelspel: eerste ronde: ten Cate
m V. q. Garde sl. Waller en Meyer 6—3,
6-2: Vriesendorp en Smits van Waesbergh
sl Damste en Heselink 6—2, 6—2: Schül-
vinck en Thé sl. v. Hellemont en Edgar
2-6, 6—0, 6—2: van Toen en Kurpershoek
sl Stenfert Kroese en Eberwein 4—6,
6-1, 6-1.
Tweede ronde: Beim en Van Hamel sl.
Modderman en C. J Pel 8—6, 6—1Benthem
v. d. Bergh en Nelwan sl. H. Daniel en
L Daniel 6-4, 63: Vos en Drieman sl.
Volkmaas en Jansen 6—2, 6—2; Schelling en
Teschmacher sl. Heymans en D. Pel 6—1,
6—4; Weber en Toussaint sl. P. v. d.
Riviere en v. Hoogslraaten 6—0, 6—0; A.
Stradtmeyer en T. Stradtmeyer sl. J. v.
d. Haar en Juta 9—7, 6—4, Verbeek en
Luttjens si. J. v. d. Riviere en Wensink
6—0, 6—1; Evers en v. d. Velde sl. Handley
en Bijl 7—5, 9—7: Hollander en v. d. Wel sl.
Weverman en Klauwens 6—2, 11—9; v.
d. Hagen en Voute sl. De Koster en Dinge-
mans 4—6, 6—1, 6—1.
WATERPOLO.
nederlaag wedstrijden „de zijl".
Dinsdagavond om 8 uur speelt de Zijl I
haar 3den nederlaagwedstrijd en wel
tegen de kampioen van haar eigen af-
deeling D. W. R. I (Haarlem).
Tevens speelt dien avond De Zijl II een
vriendschappelijken wedstrijd tegen D.
W. R. II (res. 3e klasse N. Z. B).
CRICKET.
NEDERLANDSCHE CRICKETBOND.
Programma.
Haarlem: (Zaterdag en Zondag): Ned.
elftalFree Foresters.
Overgangsklasse: V.R. A. II—H. T.C. C.
(Zaterdag); R.C.H.—H.T.C. C. (Zondag).
2e klasse B: H. B. S.L. C. C.; V. O. C. II
Sparta; H.D. V. S. IIExcelsior.
SCHERMEN.
tournooi te ostende.
België op de eerste plaats.
Het internationale degentournooi te
Ostende is gedeeltelijk een mislukking ge
worden doordat Engeland en Frankrijk
niet zijn opgekomen. Er waren thans al
leen twee Hollandsche en twee Belgische
ploegen.
Aan de „Tel." ontleenen wij dat de Ne-
derlandsche ploegen als volgt waren:
A: S. van Dijk, jhr. K. J. van den Bran-
deler, W. Driebergen en F. Knoops. Ploeg
B: J. Burgel, J. Desta, dr. G. J. v. d. Plaats
en J. C. A. Stljnders.
De uitslagen waren: Holland A wint van
België B met 97 gew. part. en 17 ontv.
en 25 geg. treffers.
België A mint van Holland B met 151
gew. part. (alleen Desta won een partij) en
4 ontv. en 20 geg. tr.
Om de 3e en 4e plaats: België B wint
van Holland B met 103 gew. part. (en
3 coupe doubles) en met 19 ontv. tegen 29
geg. treffers.
Om de le en 2e plaats: België A wint
van Holland A met 115 gew. part. en
met 17 ontv. tegen 25 geg. treffers.
WIE? RENNEN.
„swift".
Morgen rijdt „Swift" een trainingsrit
over 30 K.M. voor de A en B-klassers,
terwijl de juniores 10 K.M. rijden. De start
is te Katwijk binnen. Om 9 uur vertrek
vanaf het clublokaal.
ATHLETIEK.
de estafette dwars door leiden.
Behoudens goedkeuring door de auto
riteiten zal de estafette dwars door Lei
den worden gehouden Zaterdag 5 Sept.
's middags 3.15 uur. Zooals men weet,
kunnen alle vereenigingen uit Leiden en
omgeving daaraan deelnemen. De af
stand is 4 K.M., te loopen door 10 deel
nemers.
Aanmelding tot 1 Sept. a.s. bij den
secretaris, den heer Th. v. d. Lof, Oude
Singel 62.
o
VOETBAL.
technische commissie K. n. V. b.
weensche spelers naar ons land.
De Weensche Amateurclub „Vienna
Cricket- and Football Club" komt in
Nederland van 15 Augustus tot 3 Septem
ber eenige wedstrijden spelen o.a. tegen
Ajax, Heracles, Hercules, K. F. C., H. V. V.
Verlegh bedankt.
In verband met de vele belangrijke
functies, die Verlegh bij N. A. C. vervult,
welke functies veel inspannend werk van
hem vorderen, heeft hij bedankt als lid
der T. C. van den K. N. V. B. (Hbld.).
ZWALUWEN—L. D.-ELFTAL.
Op het Sportmanterrein vond boven
genoemde wedstrijd plaats. Voor de rust
wogen de partijen vrijwel tegen elkaar op.
Met 10 wordt gedraaid. Na de rust is
het L. D.-elftal er geheel uit, terwijl de
Zwaluwen den stand tot 40 opvoeren.
KORFBAL.
„animo" (lisse).
Bij bestuursverkiezing Is het bestuur van
Animo (Lisse) aldus samengesteld: L.
Goldberg, voorz.; mej. R Marseille, secr.;
mej. M. Marinus. penningm.esse. Wed
strijdsecretariaat G. van Dijk.
Het tweejarig bestaan der vereeriiging
zal in de maand October feestelijk her
dacht worden.
Alle correspondentie betreffende deze
rubriek te zenden aan het Bureau van
ons Blad of aan den Red. C. de Nie, Stor
tenbekerstraat 176, 's Gravenhage.
Oplossingen binnen drie weken na pu
blicatie.
Vraagstuk No. 737.
Zwart 13 sch. op 2, 4, 5, 8, 10, 12, 13, 15,
19, 23, 24, 28 en 29.
Zwart
i i a 4 5
W///A
wA.'A
fgp
y-.ü
's/mf/s
jp,
SS
w/y/A
47 48 49 50
Wit
Wit 12 sch. op 17, 21, 22, 25, 26, 33, 35,
38, 39, 40, 42 en 47.
Partijstand No. 738.
Zwart 14 sch. op 3, 6, 7, 8, 11, 13, 14, 15,
16, 17, 18, 19, 23 en 24.
Zwart
"a
rn a i
Wit 14 sch. op: 25, 27. 28, 31, 32, 33, 35,
36, 38, 39, 40, 42, 44 en 48.
In dezen stand speelde zwart 17—21,
wit 4843?
Zwart 39. Nu kan zwart vervolgen
met 2126, waarna toch 39 moet vol
gen of?, door eerst 39 te spelen be
houdt zwart een listige val. Wit vervolgde
met 3126 en verloor de partij.
Hoe moet zwart nu vervolgen om te
winnen?
Een leerzame partijstand voor minder-
geoefenden.
Theorie en Praktijk.
De lezers hebben eenige theoretische
gegevens betreffende de meest gebruike
lijke openingen kunnen volgen. Hoewel
veel partijen gespeeld worden volgens de
meer moderne opvatting der openingen,
worden er toch ook nog veel partijen ge
speeld met Hollandsche of centrum-ope-
nmg volgens de oude speelwijze.
Het is vanzelf sprekend gewenscht dat
men met alle speelwijzen zoodanig op de
hoogte is, dat men niet alleen positie- en
slagspel voldoende meester ls, doch syste
matisch een vooropgezet doel tracht te
bereiken, zoodat de geheele partij een
reeks van zetten is, die elkander geheel
opvolgen; alleen dan is dit mogelijk, wan
neer de tegenpartij theoretische fouten
maakt en de taktiek van zijn partner niet
begrijpt.
Wij zullen twee partijen plaatsen waar-
In zeer fraai gebruik is gemaakt van theo
retische fouten, volgens de oude Holland
sche opening; we raden de lezers aan, die
niet alleen na te spelen, maar ook tevens
aandacht te geven aan de taktiek van
den winnaar
De winnaar van beide partijen was A.
Cardozo, met zwart.
1. 33—28 18—23; 2. 39—33 12—18; 3.
44—39 7—12.
Hier wordt door wit de theoretische fout
gemaakt volgens de oude theorie; ontwik
kelt wit nu geheel op deze wijze, volgt
verlies van tempo.
4. 31—27 20—24; 5. 37—31 14—20; let op
dat zwart zoolang mogelijk schijf 17 laat
6. 41—37 10—14; 7. 47—41 4—10; 8.
5044 1—7; 9. 34—30 17—21!
De stand is systematisch, zwart heeft
het voordeel doordat wit als 3e zet 4439
en al zijn schijven heeft opgespeeld; nu is
3126 zonder verlies niet mogelijk.
10. 30—25 21—26; 11. 40—34 24—29; hier
zien we gebeuren waarop wij al meerma
len gewezen hebben, het z.g. tientje uit
den hoek halen, theorie v. Emden; later
verbeterd door de Haas en Broekkamp.
12. 33x24 20x40; 13. 45x34 23—29; 14.
34x23 18x29.
Deze afruil is het begin van den aanval
op den zwakken vleugel, een taktiek, die
dikwijls toegepast kan worden, doch die
men zelden ziet gebeuren
Is men er mede bekend, hoe dit moet
worden voltooid, dan geeft het niet alleen
Interessant spel, doch is tevens een logi
sche voortzetting op den derden zet van
wit. (Wordt vervolgd).
De oplossing van het probleem van Link
zal Ik de volgende maal behandelen.
Het volgende thema is halfpenning met
ontpenning van twee witte stukken.
S. LEITES.
Tijdschrift N. S. B. 1931.
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit; Kb4, DhG, Ta3 en e8, La6 en a7,
Pd6 en d7, pi c2, d4 en g2.
Zwart: Ke3, Df4, Tdl en el, Ld3 en e7,
Pb3 en f2, pi d2 en e2.
De volgende partij werd gespeeld in den
wedstrijd om het kampioenschap van
Noord-Holland,
F. C. Laas Dr. P. Feenstra Kuiper.
1. e4 c5
2. Pc3 e6
De heer Laas speelt bij voorkeur deze
eenigszins afwijkende variant.
3. g3 d5
4. ed5: ed5:
5. Lg2 Pf6
6. d3 Pc6
7. Pge2 Le7
8. 0-0 0-0
9. Pf4 d4
10. Pe4 Ld7
Na de tiende zet van wit ontstaat een
stelling, identiek met de partij Tschigo-
rin-Tarrasch Ostende 1907. Tarrasch
merkt op dat wit beter staat en speelde
Pe5, wat beter is dan het kalme zetje Ld7.
Deze looper moet naar g4.
11. Pf6: Lf6:
12 Pd 5 Tc8
13. a3 b6
14. Ld2 Le5
15. f4 Ld6
er kwam zeer in aanmerking Le6 II
voor zwart.
16. 15 fG
Dit moet nu wei, maar verzwakt de
koningstelling leelijk.
17. Lc4 Pe5
18. Pf4! Kh8?
Hier was De8 noodig. Na Pg6 kan nog
Pg6:.
19. Dh5 Le8
Zwart's leven hangt aan een zijden
draad.
20. Dh3 Dd7
Pent f5.
21. g4 Lf7
22. Dg2 c4!
De zet, die de zaak omkeert. Nu valt
zwart aan.
23. c3 Lc5
24. Khl cd3:
Zwart speelt van nu af op het verzwak
ken van Le4. Dit gebeurt zoo consequent,
dat deze verloren gaat.
25. h4 Pc4
26. Pd3: Pd2:
27. Pc5: De7!
Tegen Le4 gericht.
28. Dd2: dc3:
29. Dc3: Tc5:
30. Df3 Te8
Een genieplgheidje! Na Lc6 volgt Dc7 en
dreigt Tc2 Le8: geeft Ld5! met winst.
31. Tael Tce5
De looper is verloren.
32. Kg2 Te4:
33. Te4: De4:
34. De4: Te4:
35. Kg3 h6
36. Tf3 Lc4
37. g5 hg5:
38. hg5: fg5:
39. f6 gf6:
40. Tf6: Kg7
41. TcG Lf7
opgegeven.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
De heer Sch.: Na d7 volgt Ke7 in pro
bleem Shinkman.
LOUIS CHRISPIJN Jr. t
In den ouderdom van 55 jaar is gisteren
te Amsterdam overleden de bekende too-
neelspeler Louis Chrispijn, die verbonden
was aan de Koninklijke Vereenlging „Het
Nederlandsch Tooneel". Hij was reeds
eenige maanden lijdende aan een ernstige
ziekte.
Nadat hij in 1895 de tooneelschool ver
liet, kreeg hij zijn eerste engagement bij de
Ned. Tooneelvereeniging, waar zijn vader
directeur was. Daarna (18981902) kwam
hij bij de Koninklijke Vereeniging „Het
Nederlandsch Tooneel", waar wij hem o.a.
hebben kunnen zienjls Lucentio in de
„Getemde Feeks" en ae kellner in „Voer
man Henschel". Daarop (van 19021903)
kwam hij bij het Grand Theatre en na de
combinatie van dit gezelschap en het
Lyrisch Tooneel, speelde hij de baron in
Maxim Gorki's „Nacht-Asyl"; de rechter
van instructie in „de Martelaar" en Gas
ton Durieux in „Een koninkrijk voor een
kind". Van 19031909 speelt hij bij het
gezelschap van den Frascati Schouwburg,
vandaar ging hij naar „het Tooneel" van
Willem Royaards, waar hij èn als acteur
èn als regisseur werkzaam was. Hij speelde
er o.m. „Frank" in Shaw's „Mevrouw War
ren's Bedrijf"; Slapperman in de „Vroo-
lijke Vrouwtjes van Windsor"; „Pradel" in
„het Voetlicht van Baron de Rothschild,
Valentine in „You never can tell", Karl
Strabin in „Nur ein Traum", „de jonker"
in „Mea Culpa" enz. enz.
In 1911 komt hij weer bij de Nederl. Too-
neelver., tevens als regisseur, waar hij o.a.
in Judas Iskarioth van Jan Walch de
Ezechiel vertolkt.
In 19121914 begint hij een eigen gezel
schap; het Frascati-ensemble", daarna
speelt hij bij Heijermans, komt bij het
Rotterdamsche Tooneel van van Eysden.
waar hij van 1417 blijft, gaat daarna
naar het Hofstad Tooneel bij Cor van der
Lugt Melsert, gaat in '24 naar het Odeon
theater, waar hij bij Fabricius speelt, en
tenslotte met Nico de Jong en Eduard
Veterman zelf de leiding van heb Odéon
Theater in handen neemt.
Daarna gaat hij weer naar Amsterdam,
waar hij bij de Koninklijke Vereeniging
komt. Dat was in '28.
Veel gespeeld heeft hij niet meer.
Misschien was zijn glansrol wel in ,,'t
Cafétje", een stuk, dat hem, den vertolker
van het lichte, fijne genre, bij uitstek
goed lag.
Humor, fijne humor, kon de nu over
ledene ovér het voetlicht dragen als bij
kans geen andere; ook echter humor, ge
mengd met een weemoedigen ondertoon!
Daarin lag zijn groote kracht.
Met hem gaat weer heen een van de
oudere garde, die ons Tooneel juist thans
zoo moeilijk missen kan.
De begrafenis vindt Maandag plaats om
111 uur v.m. vanuit den Stadsschouwburg.
I uur op Zorgvliet te Amsterdam.
RECLAME.
1776
IXX.
Voortzetting van het Spelen.
In mijn vorige artikelen heb ik erop ge
wezen, hoê noodig het is, bij diverse kaart-
eombinaties, 't spel zoodanig te dirigeeren
dat steeds naar deze combinaties toe ge
speeld wordt, en dat men. indien de hooge
kaarten over de twee handen verdeeld zit
ten, een honneur uit de éene hand moet
spelen, in de hoop de ontbrekende honneur
er tusschen te vinden en te kunnen vangen
In het eerste geval moet de hand met de
•age kaarten wellicht 2 of meer malen
aan slag worden gebracht, om van daaruit
de kleur aan te trekken, in het tweede
geval moet de hand waaruit de honneur
werd voorgespeeld, aan slag gelaten wor
den, om opnieuw van daaruit de kleur te
kunnen aantrekken
Hoe zeer een speler zich ook hiervan
rekenschap geeft, hoe zeer hij overtuigd is
dat dit de eenige manier van Juist spelen
}s. hij heeft aan deze wetenschap niets
Indien hij in de onmogelijkheid verkeert
om in de hand, van waaruit hij moet
spelen, voldoende malen aan slag te komen,
of. bij voorspelen van een honneur, aan die
hand aan slag te blijven, indien het snij
den gelukt. Ik wil heden beginnen het
rhhtste geval eens onder de oogen te zien.
Wanneer men in een kleur, wanneer het
snijden gelukt, minstens tweemaal van uit
de oorspronkelijk uitkomende hand moet
spelen, en in die hand bevindt zich geen
andere rentrant, dan wel uitsluitend ren-
trants die absoluut noodig zijn om aan slag
komen om andere kleuren van daaruit
aan te breken, dan moet men er alles op
zetten dat men in die hand aan slag blijft,
en niet genoodzaakt is de slag in de andere
hand over te nemen, waardoor men niet
meer in de gelegenheid zou zijn de kleur
direct na te spelen.
Wanneer men ln de eene hand heeft
10-x-x- en in de andere hand Aas- Vrouw-
Boer- zonder verdere kleine kaarten, dan
is het duidelijk dat men, de 10 voorspelende
de slag in elk geval in de andere hand
moet overnemen, ook al lukt eventueel het
snijden en zit dus de Heer er tusschen.
Heeft men echter
Boer- x-x- en
Aas- Vrouw- Tien-
dan kan men, de Boer voorspelende, een
voudig aan slag blijven, door uit de andere
hand de 10 onder te werpen, waardoor men
in de gelegenheid is direct de kleur na te
spelen.
Veelal doen zich echter situaties voor,
waarin het noodig is 3 maal een kleur
uit de oorspronkelijke hand uit te spelen,
en maakt men zich dikwijls onmogelijk,
door bij het wegwerpen uit de andere
hand er niet op te letten dat de slag, ook
wanneer de kleur voor de tweede maal
wordt gespeeld, alsnog aan de andere
hand kan blijven, en men niet genoodzaakt
is deze over te nemen. Veelal wordt hierop
zelfs door betere spelers niet voldoende
gelet en slagen verloren, die met eenig op
letten niet verloren behoefden te gaan.
Beteekent zulk een verloren slag slechts
een overtrek minder, dan komt het er min
der op aan; gaat het echter juist om de
eene slag die U aan Uw gewonnen gedou
bleerd spel, en daardoor aan de Robber
helpt, dan ls het een groote voldoening
dat U, door correct spel en het overzien
van de situatie, een slag binnen hebt ge
haald die bij vluchtig spel verloren was
gegaan. Ik wil dit met een voorbeeld dui
delijk maken.
Nemen wij aan dat in een Sans Atout
spel, de blinde aan slag is en in een van
de kleuren heeft Boer, 8, 2 terwijl de Blinde
over geen enkele rentrant meer beschikt.
Stel de eigen hand heeft van die Kleur;
Aas- Vrouw- 10- 9- 7, en dat de Heer-
6- 4- 3 er tusschen zit. Nemen wij nu aan
dat om aan het aangegane contract te
voldoen, alle 5 slagen in die kleur gemaakt
moeten worden. Hoe moet dan die kleur
worden aangespeeld.
Natuurlijk speelt men de Boer vóór en
indien de tweede hand de Heer niet inzet,
moet men een lagere kaart afwerpen.
Gooit men echter, zonder even na te den
ken, de zeven weg, als zijnde de laagste
kaart (en 9 van de 10 spelers doen dit)
dan zal men, indien men de acht naspeelt
en de tusschenliggende hand speelt wéér
de Heer niet. de slag met de negen In
eigen hand moeten overnemen. De situatie
is dan dat men in eigen hand aan slag
ls en nog over heeft Aas-Vrouw-Tien, ter
wijl de voorzittende tegenspeler in 't bezit
is van Heerzes. Men heeft echter geen
rentrant in den blinde om er doorheen
te spelen en is genoodzaakt een slag at
te geven, wellicht zelfs twee.
Had men de situatie goed doorzien, dan
had men met de mogelijkheid van Heer-
vierde rekening kunnen houden. Bij^ het
voorspelen van'de Boer, moet, indien de
tusschenliggende hand de Heer niet inzet,
de 9 uit de eigenhand worden weggegooid
hetgeen volstrekt geen invloed heeft op
de sterkte van het spel. Speelt men nu
de acht na, dan kan de zev^n onder
worden gegooid, en de slag opnieuw aan
de blinde worden gelaten. Speelt men nu
opnieuw uit die hand uit, dan is de tus
schenliggende Heer ten doode opgeschre
ven.
Verschillende dergelijke situaties doen
zich herhaalde malen in het spel voor
waaraan over het algemeen niet voldoende
aandacht wordt geschonken. Herhaalde
malen komt men in een dergelijke positie,
waarbij zonder nadenken op de eerste
slag de laagste kaart wordt afgeworpen,
met het gevolg dat mentnaderhand niet
na kan laten, ln de verkeerde hand de
slag over te nemen.
Als voorbeeld wil ik nog geven:
Blinde
Vrouw - 9 - 2
voorhand achterhand
7 - 4 Heer - 6 - 5 - 3
Aas - Boer - 10 - 8
Eigen hand
Met de vrouw uit de blinde uitkomende,
behoort de leider de 10 onder te gooien
indien de achterhand de Heer niet inzet.
Wordt daarna de negen uit de blinde na
gespeeld dan is men in de gelegenheid
alsnog met de acht te duiken. Is de tus
schenliggende tegenspeler zoo vriendelijk
de Heer in te zetten, dan is de situatie
natuurlijk direct duidelijk en is het zeer
eenvoudig alle slagen binnen te halen.
Zit de Heer bij V. dan is deze niet te
vangen en wordt hij altijd gemaakt. Speelt
men echter op de bovenvermelde manier,
dan heeft men, wat het resultaat ook ls,
althans de satisfactie correct te hebben
gespeeld en al het mogelijke te hebben
gedaan om ook met een ongunstige kaart
verdeeling rekening te houden. Op den
langen duur zal blijken dat goed over
wogen, juist spel, waarin met alle moge
lijkheden rekening woVdt gehouden, winst
oplevert, niet alleen in punten, maar ook
in meerdere voldoening die door het
goede spel wordt geschonken.
Ook dit is opnieuw een van de redenen
waarom de speler, alvorens een kaart bij
te spelen, zich een oogenblik den tijd moet
gunnen om het spel even aandachtig te
overzien. Doet hij dit niet, dan ziet hij
in 9 van de 10 gevallen een dergelijke
situatie over het hoofd en geeft een slag
weg die niet verloren behoefde te worden.
Velen vinden het rekening houden met
dergelijke mogelijkheden onnoodig en be
weren dat zij in de practijk niet voor
komen. Dat doen zij ook inderdaad niet
voor hen! Zij hebben niet geleerd erop
te letten en indien zij tenslotte, in een
geval als hierboven behandeld, de Heer
moeten missen, is hun excuus „dat het
zoo slecht zat". Ik geef U echter de ver
zekering dat indien men met voldoende
aandacht ieder spel bekijkt, meermalen
de aanwezigheid van een dergelijke com
binatie geconstateerd zal worden en door
een goed speler met dit „slecht zitten"
rekening gehouden kan worden.
In mijn volgend artikel zal ik behan
delen hoe men van de rentrants u;t de
blinde gebruik moet maken om van daar
uit naar de eigen hand toe te spelen en
hoe men zich eventueel meerdere ren
trants kan verschaffen. Men noemt dit
wel het scheppen van een verborgen ren
trant. Het is een van de zeer lastige pro
blemen die zich bij het betere Bridoespel
voordoen, en hoewel de theorie in enkele
woorden is te zeggen, zijn de gevallen zoo
verscheiden, dat ik bij de verklaring hier
van van meerdere voorbeelden gebruik
zal maken.
A. J. VERSTEEG.
3—3