SCHEEPSTIJDINGEN. KERK- EN SCH00LNIEUWS FAILLISSEMENTEN. LITTERAIRE KRONIEK. INDIE IN ONS MIDDEN. BURG, STAND VAN LEIDEN SPORT. RADIO-PROGRAMMA. VOORSCHOTEN. Burgerlijke stand. I. Overleden: K. Schrama, 71 jaar. Ondertrouwd: P. w. Brand, 24 jaar en ,W. M. van der Velden, 2# jaar; G. Kaay, 23 jaar en C. P. M. van der Meer, 22 jaar. Getrouwd: P, J. van der Peet en C. Drcwea; M. G. A. P. van Adrlchem en J. C. Koot. Gevestigd: C. J. van der Eng ep gezin, Leidscheweg 192, van Leiden; J. Van Am sterdam, Haagweg 12, van Hazerswoude; J. M. Brusse, Tulpstraat 17, van Hengelo; J. A. Taverna, Voorstraat 39, van Leiden; A. B. van der Velden en gezin, Veursche- weg 21, van 's Gravenhage; A. van Kooy, Hofweg 23, van Culemborg; R. w. Janzen en gezin, Leidscheweg 172, van Leiden. Vertrokken: H. R. van Os en gezin, naar Leiden; Ch. Heil, idem; J. van Loe- nen en gezin, naar 's Gravenhage; M. G. A. P. van Adrichem, naar Naaldwijk; J. a Koot, naar Naaldwjjk; K. Ciggaar, n. Zetten; H. H. Beukenholdt, naar Voor burg. Gevonden voorwerpen: een rijwiel-, belastingmerk, een bruin jongensjasje; een ijzeren bak met koffertje. o WARMOND. Jeugdige redster. Aan de jachthaven „Cieco" alhier speelde een meisje van 10 jaar, genaamd L. V. met haar 5 jarige neefje J. V, Bij het uitstappen van een daar liggend jolletje viel de 5 jarige J. V, over boord, het meisje bedacht zich geen oogenblik en sprong gekleed van de wal in het 2 M. diepe water waar zij den jongen welke onder water was, wist te grijpen, boven te brengen en water trappelend de kleine aan zijn inmiddels toegesnelde moeder •wist te geven. Hulde aan deze kleine dappere. Inbraak. In een villa toebehoorende jan de fam. Hieronimus alhier, welke tijdelijk onbe woond is. hebben ongenoode gasten zich door openschuiving van een raam toe gang verschaft. Waar de familie niet aanwezig is kan nog niet worden nagegaan wat ontvreemd is. De politie heeft de zaak in onderzoek. Rijkspostspaarbank. Gedurende de afgeloopsn maand werd op ,de rijkspostspaarbank alhier ingelegd een bedrag van f. 7620.45, terwijl werd teruggehaald een bedrag van f. 5078.20. H/;t laatste door dit kantoor uitgegeven spaarbankboekje had tot nummer 3766. o ZEVENHOVEN. De collecte voor de alleenstaande blinden te Wolfhezen heeft f. 13.63 op gebracht. HOLLAND-AMERIKA LIJN. DRECHTDIJK, 7 Aug. van R'dam te Los Angelos. GROOTENDIJK, uitreis, 6 Aug. te Hou ston. MIJ. NEDERLAND. SEMBILAN, thuisreis, 8 Aug. van Port Said. POELAU ROEBIAH, 8 Aug. van Amst. n. Java. MARNIX VAN ST. ALPEGONDE, uitreis, pass. 7 Aug. Perim. POELAU BRAS, uitreis, 7 Aug. van Bela- wan. HOLLAND BRITSCH-INDIE LIJN. HOOGKERK, uitreis, 7 Aug. te Genua. RIDDERKERK, thuisr., 8 Aug. te Colombo JAVA—CHINA—JAPAN LIJN. TJIKEMBANG, 7 Aug. van Manilla naar Macassar. TJIPONDOK, 7 Aug. van Macassar naar Batavia. TJISONDARI, 6 Aug. van Shanghae naar Dairen. HOLLAND—O. AZIE LIJN. OUDERKERK. 8 Aug. van Hamburg te Schiedam. JAVA-PACIFIC-BENGALEN LIJN. BINTANG, 7 Aug. van Penang n. Pacific Kust. KOTA BAROE, 6 Aug. van Seattle naar Java. TABINTA, 6 Aug. van Singapore n. Cal cutta. HALCYON LIJN. STAD ZWOLLE. 7 Aug. van Bilbao naar Velsen. STAD HAARLEM. Vlaardingen n. Lulea, pass. 7 Aug. Holtenau. KON. NED. STOOMB. MIJ. BODEGRAVEN, 6 Aug. van Antofagasta n. Corral. HOLLAND-AFRIKA LIJN. HEEMSKERK, thuisreis, 7 Aug. te Tanga. o DIVERSE STOOMVAARTBERICHTpN JONGE JOHANNA. Carthagena n. Lon den en R'dam, pass. 8 Aug. Finisterre. EEM, 4 Aug. van Sundwall n. Uleaborg. JONGE JACOBUS. R'dam n. Savona. pass. 7 Aug. Dungeness. MOLENWATER. Conception n. Amst., 6 Aug. van Las Palmas. MOORDRECHT, Tuapse n. Avonmouth, pass, 8 Aug. Lands End. SELENE, 7 Aug. van Abadan te Suez. VEERHAVEN. 8 Aug. van Bremen te Hamburg. VREDENBURG, 7 Aug. van Narvik naar Vlaardingen. e Schepenverkoop. Als bekejid bestaat bij de Kon. Ned. Stoomb. Mij. het plan acht van haar stoomschepen te verkoopen. Naar wij ver nemen zijn het de „Ilos", bruto 1488 tons, „Doros". 1487 tons, „Eos", 1488 tons, allen gebouwd in 1920; „Erato", 838 tons is van 1917. „Commewijne", 2482 tons, van 1907, „Pollus", 2886 tons en „Minerva", 2821 tons, beide van 1909, alsmede de „Zeus", 1504 tons, vgn 1901. Laatstgenoemd schip is, als gemeld, reeds verkocht. NED. HERV. KERK. Beroepen: te Molenaarsgraaf (toez.) A. H. J. G. van Voorthuizen te Lage Vuur- sche; te Dantumawoude, A. Blink Kramer te Urk; te Waarder (Z.H.) A. M. den Oud sten, te Elburg. Bedankt: voor Hierden, A. H. J. G. van Voorthuizen, te Lage Vuursche; voor Heukelum, F. M. Muller, te Eindhoven. CHR. GER. KERK. Bedankt voor Vlaardingen, W. Heerma, cand. te Nieuwe Pekela. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: te Middelharnis, A. de Blois, te Dirksland. GEREF. KERKEN IN H. V. Bedankt voor Middelburg, J. J. Buskes, te Oosterend (Texel). o Dr. J. SEVERIJN HOOGLEERAAR. Bij Kon. besluit is benoemd tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der godgeleerd heid aan de Rijksuniversiteit te Utrecht om onderwijs te geven in de wijsgeerige ethiek, de wijsgeerige inleiding tot de godsdienst wetenschap en de encyclopaedie der god geleerdheid, dr. J. Severijn, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Dordrecht. Volgens de „Standaard" zal dr. J. Seve rijn echter als lid van de Tweede Kamer bedanken. Zijn opvolger is de heer H. Ame- ling, secr. van het Chr. Nat. Vakverbond. o-- Ds. H. G. Ubbink t In den ouderdom van 76 jaar is te Soestdijk overleden ds. H. G. Ubblnk, em. predikant van de Ned. Herv. Gemeente van Emmen en vader van den Groninger hoogleeraar dr. J. Th. Ubbink. De over ledene, die in 1855 geboren werd, werd in 1880 candidaat in Gelderland en stond achtereenvolgens te Gaast, Delfshaven, Hasselt, St. Jansga en Ommen Uitgesproken W. M. J I. Brands, koopman te Leiden, Groenoordstraat 29; rechter-comm. jhr. mr. H. O. Feith; curator mr. L. Weijl te Leiden W. van der Stoel, expediteur, te Alphen aan den Rijn, Gouwekade 20. Rechter- comm. jhr. mr. H. O. Feith; curator mr. H. W. J. A. Averbeck, te Leiden. Henri Polak, Het kleine land en zijn groote schoonheid, versierd met 87 afbeeldingen van steden, dorpen, landschappen, wateren en de bijzondere schoonheid van Nederland kenmerkende plekken. (Em. Querido, Amsterdam). Dezen keer moet ik beginnen met „een persoonlijk feit". Vanmorgen ben ik namelijk in Utrecht vroeg opgestaan om den trein van 7.13 te kunnen krijgen en weer tijdig in Gronin gen te zijn. In de ontbijtzaal van het hotel hoorde ik aan het tafeltje naast mij een Duit- scher met tjen kellner praten. „Iöh mödhte nach Groningen fahren. Wann geht denn genau der Zug?" „Sieben, dreizehn! Sie haben Zelt". Toch maakte hij haast, want wel tien minuten vóór ik met mijn broodje klaar was, is hij al opgestaan en verdwenen. En als ik aan onzen trein kom, heeft hij zich al volledig geïnstalleerd. Ik neem de coupé ernaast, die nog leeg is, maar wonderlijk: mijn gedachte komen den geheelen morgen niet van hem los. Hij heeft niets buitengewoons, een jonge man van ruim dertig misschien, een handelaar of fabrikant die reist voor zijn zaken. Wellicht zit hij nu hiernaast, aan de andere zijde van de pluchen rugleuning zijn papperassen door te kijken, orders en aanbiedingen, en hij rangschikt ze om de volgorde te bepalen van zijn werk op den komenden dag Maar ik droom hoe hij met stralende OPgen voor het raampje zit en bewonde rend uitkijkt over ons Holland. Ik kijk óók en ik vind het daarbuiten, geloof ik, alleen maar zoo mooi, omdat ik mij fantaseer hoe hij met mij mee-kijkt. Ik ben als een vader die zijn kind voor 't eerst op reis iets héél moois laat zien, een museum of een vreemde, schoone stad. ik genet van zijn genot en vind daarin de suggestie tot eigen enthousiasme. Ik denk mij er in, ik vermoed, ik weet zéker, dat deze Duitsche meneer nog nooit eerder in Holland geweest is. Wat zal hij alles mooi vinden en goed. Hoe heerlijk hangen de morgennevels over het vlakke land en rondom de druipende boo- men. Kijk: een slootje, floep! wéér een slootje, rechtuit, bijna zoover je zien kunt. en weer een en weer een, en telkens staan er rijtjes wilgen langs, scheef-han- gend over het water. Dat is Holland. De hemel is egaal-grijs en in een hoek ervan, reeds ver boven de horizon klinkt waterig- wit een ronde plek van vervloeiend licht: de zon die vecht. Hij zal het kostelijk vinden, mijn Duit- scher. Holland is een goéd land! Daar rijden wij het station van Amersfoort bin nen. Hoe helder en zuiver is het alles: de perrons alsof ze pas schoon-geschrobd zijn en de gebouwen blinkend van rein heid. Vergelijk daarmee de vuile Bahn- hof-hokken aan den anderen kant van de grens, Bentheim, Hagen, Leer, die altijd zwart zien van roet en steenkoolstof En kijk eens in zoo'n restauratie; wat blinkt het buffet; zie de groote, glanzende koffie-stoomer, de stapels witte borden, de glazen vitrines met broodjes en vruch ten, het smetteloos linnen dat de tafeltjes dekt, en waar ter wereld vindt ge zoo propere karretje met eet- en drinkwater het glimt en glanst al wat er aan is. Van avond schrijft de Duitscher een brief aan zijn atouw, aan zijn bruid, of, wie weet (hij is nog zoo jong!) aan zijn moeder, en die brief wordt een jubelkreet over Hol land, over Hollandsch zindelijkheid en Hollandsche netheidZiet zelfs zulk een conducteur als daar staat er niet veel delicater uit dan zijn Duitsche collega's; zie hem in zijn keurige dienstpak met de helder-roode biezen: zijn gezicht is glad-geschoren en op zijn neus draagt hij, -intelligent, een lorgnet..... Daar gaat onze trein weer en we stoomen de Veluwe over. Nog heeft de zon de mist niet overwonnen. Holland, ons Holland, mijn Holland ligt nóg in nevelen, en zoo behoort het. Zóó is ze het mooist en zoo lijkt ze kleiner nog dan ze is, klein en intiem. Ik houd van Holland. De Duitscher zit natuurlijk, net als ik, weer voor het raampje van zijn coupé. En wat zal hij oogen opzetten om al die heer lijkheid die hij nog niet kende en nu pas ziet voor 't eerst. Daar liggen de dorpjes met hun torentjes en de knusse, kleurige huisjes. Het is Holland! We vliegen Harderwijk voorbij; het glooiend vlak der gemeente-weide, en dan de zee, de zee, die aan alle kanten door Holland heen piept; hier ook weer; kijk, kijk, de scheepjes zie je drijven. Het is Holland. Daar komt Zwolle met den IJsel. Heer lijk, heerlijk zoo'n groote rivier. Wat een wijdheid! wat een ruimte! Daar gaan de toeterende booten. Een kleine, kregele sleeper sjort zes, zeven kanjers van fre gatten tegen den stroom op. En dan, even later, na Zwolle, staat al het land blank van water. Water, water en niets dan water. De wilgen steken hun warre- lige koppen er komisch boven uit; er gaat nog een weggetje door, een boer derijtje ligt nog even op het droge.... Het is Holland, Holland! Hij zit te kijken, mijn Duitscher, hij kijkt, en kan er niet genoeg van krijgen. En we gaan verder, verder. Daar heb je Staphorst. Je ziet gemakkelijk, uit den trein, de huisjes en de schuren, fel van vele kleuren, groen-groen en blauw-blauw, en roode, roóde kozijnen rondom alle ven sters en deuren. Daar loopen de manne tjes en de vrouwtjes in hun grappige, kleurige kleeren; een heele sliert kin deren, poppetjes uit een speelgoeddoos trekt op naar school, meisjes met wijde, blauwe rokjes en jongens in pofbroeken en korte oudemannetjes-jassen.... Holland! Holland! Wat is het heerlijk. Wat is het mooi en goed. Ik ben, geloof ik, een beetje verliefd op mijn land. Ik moét weten hoe mijn Duitscher zich er onder houdt. Zou ik hem durven aan spreken, durven vragen: Wat zeg je er van? Is het niet een zaligheid, alles wat je ziet. Ik waag mij in de gang; ik loer voor zichtig in zijn coupé. Hij slaapt. Zijn voe ten liggen op de bank Jegenover hem en zijn lichaam hangt weggedoken in een hoek, het hoofd slap op de borst. Oök goed. Ik ben niét teleurgesteld. En moet ik hem eigenlijk niet dankbaar zijn? Zonder hém was deze morgen niet zóo heerlijk geweest. Ik moest een getuige hebben in den roes mijner verrukking. Een getuige ook om mijn trots en ijdelheid aan kwijt te raken. Trots en ijdelheid? Ja, wat wilt ge? Zóó is nu eenmaal de liefde. Of komt het doordat we thans allen in een vacantie-stemming verkeeren en ik dezer dagen eindelijk het zware boek van Henri Polak ter hand heb genomen? Kan men het wel „ter hand nemen" noemen? Ik heb het moeten torsen van de boekenkast naar de schrijftafel; daar diende ik het bij de lectuur onafgebroken te laten liggen en geen oogenblik kon ik ter afwisseling even gezellig achterover leunen in mijn stoel, het boek in de opge heven handen. Maar de extra moeite is niet te vergeefs geweert, want ik heb kennis gemaakt met het mooiste werk dat er de laatste jaren over de schoonheid van het Hollandsche landschap en van de Hollandsche steden verschenen is. Stellig heeft de uitgever gelijk, wanneer hq in het prospectus zegt, dat het geen nieuw onderwerp behandelt. Talrijk zijn de be schrijvingen van Hollandsch stedenschoon in de zeventiende en achttiende eeuw, ver sierd met altijd interessante, vaak zeer mooie houtsneden en gravures; de ge schiedenissen van kleinere steden, gewes ten en provinciën, en zelfs van het ge- heele land. men kent Wagenaar's „Tegenwoordige Staat". In de negen tiende eeuw werd de illustratieve uitvoe ring van dergelijke boeken veel minder verzorgd en kreeg de tekst de overhand: de ouderen onder ons zullen zich Craan- dijk's „Wandelingen" herinneren of de werken van Henri Havard: „Les frontières menacées" en „Les villes mortes". Het aar digste boek van den nieuweren tijd, dat gedeeltelijk althans handelt over de schoonheid van ons land is ook weer van een Franschman afkomstig; ik bedoel „La Hollande dans le monde" van Henri Asse- lin. Vergelijkt men dit nieuwe werk van Henri Polak met dat van Asselin, dan blijkt dat Polak het meer in de breedte en minder in de diepte heeft gezocht, dat hij enthousiaster is dan Asselin, maar ook oppervlakkiger. Tevens mist men bij hem natuurlijk de prikkelende interesse, waar mede wij steeds gaarne juist den vréém- deling over ons land hooren spreken. Zelf beweert de schrijver terecht dat zijn boek allerminst een soort „gids" is, die aan landgenoot en vreemdeling den weg wil wijzen, en hij vestigt dan ook inder daad niet den aandacht op hetgeen de Engelschen beauty spots noemen. Polak's boek behandelt de elementen, uit welke de schoonheid van Nederlandsche steden, dorpen en landschappen is samengesteld. En vooral: het zingt daarbij den lof dezer schoonheid en het is daardoorheen bovenal een pleidooi voor het behoud ervan. De schrijver verzet zich op aesthetische gron den tegen de uitlegging onzer steden, tegen de droogmaking van de Zuiderzee, tegen het dempen van plassen en in cultuur- brengen- van heidevelden, tegen het ver dwijnen der windmolens, tegen den aan leg van villa-terreinen in onze duingebie den. Men behoeft het niet altijd met hem eens te zijn dat is in vele gevallen zelfs niet mogelijk, maar interessant en lezens waard blijft zijn betoog toch steeds. Het boek ls verlucht met een groot aan tal nieuwe foto's, die wel niét kunnen con- curreeren met wat het buitenland ons tegenwoordig biedt op het verrassende terrein der foto-techniek, maar die toch aan het geheel een cachet van gedegen voornaamheid geven. Eén opmerking moet mij tenslotte van 't hart. Namelijk deze: dat in de beschou wingen van Polak aan het Noorden en aan het Oosten van ons land niet vol doende recht gedaan is. De schrijver heeft hier blijkbaar niet zoo goed rondgekeken als in de Hollandsche kernprovincies; hij blijkt een beetje blind te zijn voor de stoere schoonheid van het Groningsche landbouwgebied, voor de weidsche pracht der Drentsche heide, voor de bekoring van het Twentsche landschap. Hierin schuilt een te-kort, dat Polak nog eens met een supplement op dit mooie boek moet trachten aan te vullen. HERMAN POORT. Jammerlijke Indo-Kolonisatie. De berichten van de Indo-kolonisatie op Nieuw-Guinea zijn in klimmende mate on gunstig geweest en het eind is nu te voor zien: de proeven zullen vermoedelijk wor den gestaakt. Toch mag niet dóarmee het trieste hoofdstukje in de geschiedenis der Nieuw Guinea-kolonisatie worden afgeslo ten, want men dient te weten, waarom de afloop zoo moet zijn. Wij vernemen, dat het gedrag der menschen te wenschen liet, dat zij werden gehinderd door ziekten, dat het land niet meeviel, dat de middelen waren uitgeput en nog veel meer. Maar de hoofdzaak werd in de dagbladpers zelden met nadruk genoemd: Nieuw Guinea is namelijk geen gebied voor kolonisatie, stellig niet voor die van kleine landbouwers. Om dat heek kort uiteen te zetten, zij er op gewezen, dat het buiten een smalle kuststrook haast overal onbekend is, zonder wegen, zonder bruikbare waterwegen, in hooge mate ongezond. Het binnenland is derhalve voor elke nederzetting volkomen ongeschikt en de kustlanden, waarvan dan wel iets bekend is, deugen doorgaans niet voor beoefening van landbouw, zeker niet van landbouw, die gemakkelijk behoort te zijn en geschikt voor behoeftige Indo- Europeanen. Men vindt hoogstens hier en daar aan de kust kleine streken met bruik- baren grond. Bezuiden Manoekwari in het Arfak-gebergte blijkt de aardappel te ge dijen, maar wat heeft de kolonist daaraan, die zich niet zoover van de kust kan ves tigen, omdat de vervoermiddelen ont breken? Het is nu eenmaal moeilijk te gelooven, dat heel dat groote Nieuw Guinea, voor zoover het Nederlandsch bezit is, geen gelegenheid biedt tot westersche teelt. Het is zóó moeilijk te gelooven, dat herhaalde lijk, zonder degelijk onderzoek vooraf, proe ven zijn begonnen. Die proeven zijn zonder uitzondering op mislukking uitgeloopen. Dat hadden de voorgangers van de Indo- Europeesche kolonisatie kunnen weten: zij hebben er niet op gelet. Men heeft waar schuwende stemmen laten hooren; zij heb ben er niet op gelet. Er bestaan op dit oogenblik zelfs drie vereenigingen voor kolonisatie op N. Guinea, alsof reeds ééne al niet te veel is. Zoo is er dan veel ge praat, vereenigd, geld ingezameld, gave en tegemoetkoming gevraagd en er is niets verkregen dan groote teleurstelling. De gesteldheid van ons N. Guinea laat geen exploitatie toe voor landbouwdoeleinden. Ik wil nu niet spreken over bosch-exploitatie en over mijnbouw; uitkomsten van eenige bcteekenis zijn er echter niet mee verkre gen. Indien men niettemin Indo-kolonisatie wenscht tot stand te brengén, zal men in andere gebieden moeten zoeken naar ge schikte streken, waar de kolonist dan met betrekkelijk geringe moeite kan telen de gewassen voor ei.gen onderhoud en vervol gens ook voor den verkoop; waar hij vee kan houden en telen voor den uitvoer; waar hij in staat is goedkoop aan- en af te voeren; waar het niet bepaald ongezond is en de hulp niet ver verwijderd. Zulke streken zijn niet voor het opscheppen, om dat dikwijls de inlandsche bevolking be- zits- of gebruiksrechten heeft in de recht streeks bestuurde gebieden, terwijl in de landschappen met zelfbestuur geen gronden zijn te verkrijgen zonder goedvinden van het zelfbestuur. Evenwel zijn er toch stre ken te vinden, waar de Indo met goede uitkomst zich kan neerzetten, mits zijn goede wil blijvend is en geen einde neemt bi' de eerste zware inspanning. Naar ik met reden vrees, heerscht bij velen een te lichte opvatting omtrent de kennis die ook voor eenvoudigen landbouw noodzakelijk is. Volkomen ongeoefende» behoeven stellig een geoefende leiding en leiding zonder eenige tucht is onbestaanbaar Men moet vooraf weten, wat er in de kolonie zal worden ondernomen voor het dagelijksch bestaan en verder voor afleve ring aan de markt. Dat vereischt overleg, niet slechts onderling doch ook met mpn- schen die de streek kennen en den handel verstaan. Doet een kolonie dat niet, dan blijft het avonturen en probeeren in het wilde weg. De kolonisatieproeven op N. Guinea zijn op touw gezet zonder deugde lijke voorbereiding, want men bleef doof voor elke waarschuwende stem; met zulk een voorbereiding kan ook elders geen kolo nisatie slagen. Hoe moeilijk de inrichting van een kolonie is, bleek in Indie herhaalde lijk. Nog onlangs zijn er hoogst ongunstige berichten gekomen omtrent een Indo-kolonie In Oost-Java. Een fout is het, zoo men een kolonie aanvangt met lieden die ter zake van het werk elkanders gelijken zijn. Veel eer moet de kolonie het karakter dragen van een onderneming met éénhoofdige leiding boven ondergeschikt personeel, opdat de samenwerking verzekerd zij. Vele kolonisten willen echter niet ondergeschikt zijn, doch hun arbeid zelf bepalen. Een wilde kolonie is in de gunstigste streek met de beste gronden tot mislukking en ellende gedoemd. Het is ook niet ge wenscht een kolonie ver van een bestuurspost aan te vangen. Als orde in het werk en in de samenleving in een kolonie nog eerder onmisbaar is dan in de groote en volkomen toegeruste maatschappij, dan moet het gezag er dui delijk zijn en verzet tegen het gezag spoe dig te onderdrukken. Daarom is het noodig dat de kolonie nabij een bestuurspost wordt aangevangen; eenige bemoeienis van de overheid is minder te vreezen, dan de toomeloosheid van onwilligen. De kolonisatie N. Guinea is mislukt, be halve door de verkeerde keuze van 'gebied, vooral ook door de afwezigheid van tucht. De eerste vereeniging tot het doel was al een afscheiding van de kolonisatie van het Indo-Europeesch Verbond, dat in Lampoeng allang een kolonie had geopend. De eerste N. Guinea-vereeniging had ternauwernood haar eerste proeven in elkaar gezet, of leden met een ander inzicht scheidden zich af en stichtten een tweede vereeniging. Eenigen tijd later is er op dezelfde wijze een derde ontstaan. Alle ernst was afwezig, schoon besturen heel graag met vertoon de belangen gingen bepleiten bij hooge autoriteiten. Wanneer de Indo nog zal worden geholpen door deelneming aan aan kolonies, zullen er heel andere wegen moeten worden bewandeld dan de heeren bestuursleden van de kolonïsatie-vereenigin- gen tot dusverre verkozen. DENGAN HORMAT. -O- GEBOREN: Hendrikus Casparus, Z. van H. C. va» Leeuwen en C. E. Devilee Marinas Alexander, Z. van W. Plasmeïjer en M, Pels. o ONDERTROUWD. J. D. Nieuwenhuijsen jm. 23 j. en L. A. van der Steen jd. 21 j. J. J. van Dorp jm. 25 j. en E. Chr. Smit jd. 22 jj Weeda jm. 24 j. en E. van Ark jd. 22 j. B. van Helden jm. 23 j. en C. H. Eradus jd. 22 j. P. Kolderman jm. 23 j. en P w. den Houter jd. 24 j. H. B. Slinger jnj' 32 j. en S. M. Kooreman jd. 28 j. B. van den Burg jm. 24 j. en M. le Nobel jd. 24 j. M. den Hartog jm. 23 j. en J. Beekman jd. 22 j. P. W. Hanselaar jm. 31 j. en A. de Klerk jd. 22 j. DUIVENSPORT. „DE BLAUWKRAS". Het abnormale weer laat zijn invloed ook In Leiden gevoelen. Waren er de vorige week 160 duiven, nu konden er slechts 55 ingekorfd worden voor de wedvlucht van Neufville, België (jonge duiven). De vogels werden om 9.15 met Noord-Westen wind en bewolkte lucht in vrijheid gesteld en wer den als volgt geconstateerd: 1. P. v. d. Leek 12 uur 26 min. 1 sec.; 2, Chr. v. d. Pluym 12,28.3; 3, G. A. L. v. d, Reyden 12.37.41; 4. J. Marljt 12.39.18; 5. P. v. d. Leek 12.41.27; 6. Chr. v. d. Pluym 12.42,7; 7. G. A. Spek 12.46.13; 8. P. v. d. Leek 12.47.20; 9. G. A. L. v. d. Reyden 12.47.58; 10. J. Schreuder 12.48.43; 11. Gebr. Leget 12.48.46. Met deze vlucht zijn er geen verliezen. Volgende week wedvlucht Mons Provin ciaal Afd. C. Groep West Zuid-Holland, in- korven bij de L. P. C. DE GEVLEUGELDE VRIEDEN (Alphen a. d. Rijn.) Wedvlucht met jonge duiven op Zater dag 8 Augustus vanaf Zebramont (België) afstand 251 K.M. De duiven bereikten als volgt hun hokken: 1. P. G. Borgers, 2 uur, 37 min. 7 sec.; 2. H. Bauer 2.44.20; 3. P. G. Borgers 2.48.38; 4. idem 2.49.25; 5. H. Bauer 2.53.23; 6. A. v. Eik 2.55.20; 7. idem 2.57.35; 8. H. Bauer 2.58.39; 9. P. Grossat 2.59.20; 10. A. c. Eik 3.1.11. VOOR DINSDAG 11 AUGUSTUS. Hilversum, 1875 M. Uitsl. AVRO.-Uitzen ding 8.0010.00: Gramofoonpl. 10.00: Morgenwijding 10.1510.30: Gramo- foonplaten 10.3011.00: Viool-recital door Miep Meder. Vleugel: Pierre Palla 11.00—11.30: Causerie 11.30—1.00: Con cert AVRO.-kwartet o. 1. v. D. Groeneveld 1.001.30: Gramofoonpl. 1.302.00: Uit het Palacehotel te Scheveningen: Con cert door Emil Roosz en zijn orkest 2.30 3.00: Henrl de Groot: „Moderne Fran- sche componisten" 3.004.00: Orgel concert door George Robert. Jaap Stotiju (hobo) 4.005.00: Kinderuurtje 5.(# 6.20: Kovacs Lajos en zijn orkest 6.21 6.40: J. Th. W. J. Vermolen: „Wenken bij een voorgenomen bezoek aan Neerland's Nieuw Gewest" 6.407.00: Kovacs Lajos en zijn orkest 7.00: Literair halfuurtje door Dr. P. H. Ritter Jr. 7.307.45; Gramofoonpl. 7.458.40: Utr. Sted. or kest o. 1. v. A. v. Raalte 8.409.15: Declamatie 9.1510.30: Opera-frag menten door leden van de Italiaansche Opera. Met begeleiding door het Utr. Sted. Orkest. Dirigent: Vinzenco Marini 10.30 Vaz Dias 10.4512.00: Gramofoonpl. Huizen, 298 M. Uitsl. KRO.-Uitzending 8.009.15: Gramofoonpl. 10.00— 11.30: Gramofoonpl. 11.3012.00: Godsfl. Halfuurtje door Pastoor Ferquin 12.00: Politieber. 12.15—1.45: Concert KRO.- Trio o. l.v. P. Lustenhouwer 1.452.00: Gramofonpl. 2.003.00' Vrouwenuurtje 3.003.30: GramoToonpl. 4.005.00: Gramofoonpl. 5.006.00: Concert KRO. Kunstensemble o 1. v. P. Lustenhouwer 6.00: Onderwijsfonds Binnenvaart 6.30 7.00: Vervolg Concert 7.00: A. de Geus v. d. Heuvel: „Leven en Werken van Pater Nlewindt op het eiland Curasao 7.30— 7.45: Verbondskwartiertje 7i45: Politie berichten 8.00: Concert Haarl. orkest vereniging o. 1. v. M. Adam. M. m. v. Elise de Haas (coloratuurzangeres) C a. 9.00 Vaz Dias 10.3012.00: Gramofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 10.35: Morgen wijding 12.20: Orgelspel door E. O'Henry 1.20: Orkestconcert 2.15: Televisie 2.252.50: Gramofoonpl. 4.20: Concert, Sonia Moldawsky (viool), Esther Fisher (piano) 4.50: Orkestconcert 5.35: Kinderuurtje 6 20: Dansmuziek 6.35: Berichten 7.00: Piano-recital door Helen Perkin 7.20: Lezing 7.50: Duetten voor 2 piano's. L. England en E. Krlsh 8.20: Concert. Orkest, Jean Coxon (so praan), L. Cowings (tenor), E. Telmanyi (viool) 10.00: Berichten 10.15: Be richten 10.20: Lezing 10.3512.20: Dansmuziek. Parijs „Radio Paris", 1725 M. 8.05: Gramofoonpl. 12.50: Gramofoonpl. 125: Gramofoonpl. 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Radio-tooneel: „Histoire de Bri gands" van M. Lery 9.05: Gramofoonpl. en Iuit-spel 9.50: Gramofoonpl. Langenberg, 473 M. 7*258.20: Gra mmofoonplaten 10.3511.20: Gramofoon- platen 11.3512.15: Gramofoonpl. 12.30: Gramofoonpl. 1.252.50: Orkest concert 5.206.20: Concert. Guitaar, cither en vocaal kwartet 8.20: Verfas- sungsfeier der Rijks-regeering in de Kroll- Opera te Berlijn. Kalundborg, 1153 M 12.252,20: Orkestconcert 3.20—5.20: Orkestconcert en zang 8.208.40: Orkestconcert 8.4010.25: „A School for Scandal". Blij spel in 5 bedrijven van Sheridan 10.40— 11.25: Orkestconcert 11.2512.50: Dans muziek. Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.: 5.20: Orkestconcert 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Orgelspel en zang 9.20: Concert. Orkest en viool. 338.2 M.: 5.20: Orkest concert 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Orkestconcert en zang. 4*2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 8