SCHEEPSTIJDINGEN.
KERK- EN SCH00LNIEUWS
FAILLISSEMENTEN.
LITTERAIRE KRONIEK.
INDIE IN ONS MIDDEN.
BURG, STAND VAN LEIDEN
SPORT.
RADIO-PROGRAMMA.
VOORSCHOTEN.
Burgerlijke stand.
I. Overleden: K. Schrama, 71 jaar.
Ondertrouwd: P. w. Brand, 24 jaar en
,W. M. van der Velden, 2# jaar; G. Kaay,
23 jaar en C. P. M. van der Meer, 22 jaar.
Getrouwd: P, J. van der Peet en C.
Drcwea; M. G. A. P. van Adrlchem en
J. C. Koot.
Gevestigd: C. J. van der Eng ep gezin,
Leidscheweg 192, van Leiden; J. Van Am
sterdam, Haagweg 12, van Hazerswoude;
J. M. Brusse, Tulpstraat 17, van Hengelo;
J. A. Taverna, Voorstraat 39, van Leiden;
A. B. van der Velden en gezin, Veursche-
weg 21, van 's Gravenhage; A. van Kooy,
Hofweg 23, van Culemborg; R. w. Janzen
en gezin, Leidscheweg 172, van Leiden.
Vertrokken: H. R. van Os en gezin,
naar Leiden; Ch. Heil, idem; J. van Loe-
nen en gezin, naar 's Gravenhage; M. G.
A. P. van Adrichem, naar Naaldwijk; J.
a Koot, naar Naaldwjjk; K. Ciggaar, n.
Zetten; H. H. Beukenholdt, naar Voor
burg.
Gevonden voorwerpen: een rijwiel-,
belastingmerk, een bruin jongensjasje;
een ijzeren bak met koffertje.
o
WARMOND.
Jeugdige redster.
Aan de jachthaven „Cieco" alhier speelde
een meisje van 10 jaar, genaamd L. V.
met haar 5 jarige neefje J. V, Bij het
uitstappen van een daar liggend jolletje
viel de 5 jarige J. V, over boord, het
meisje bedacht zich geen oogenblik en
sprong gekleed van de wal in het 2 M.
diepe water waar zij den jongen welke
onder water was, wist te grijpen, boven
te brengen en water trappelend de kleine
aan zijn inmiddels toegesnelde moeder
•wist te geven. Hulde aan deze kleine
dappere.
Inbraak.
In een villa toebehoorende jan de fam.
Hieronimus alhier, welke tijdelijk onbe
woond is. hebben ongenoode gasten zich
door openschuiving van een raam toe
gang verschaft. Waar de familie niet
aanwezig is kan nog niet worden nagegaan
wat ontvreemd is. De politie heeft de zaak
in onderzoek.
Rijkspostspaarbank.
Gedurende de afgeloopsn maand werd
op ,de rijkspostspaarbank alhier ingelegd
een bedrag van f. 7620.45, terwijl werd
teruggehaald een bedrag van f. 5078.20.
H/;t laatste door dit kantoor uitgegeven
spaarbankboekje had tot nummer 3766.
o
ZEVENHOVEN.
De collecte voor de alleenstaande
blinden te Wolfhezen heeft f. 13.63 op
gebracht.
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
DRECHTDIJK, 7 Aug. van R'dam te Los
Angelos.
GROOTENDIJK, uitreis, 6 Aug. te Hou
ston.
MIJ. NEDERLAND.
SEMBILAN, thuisreis, 8 Aug. van Port
Said.
POELAU ROEBIAH, 8 Aug. van Amst. n.
Java.
MARNIX VAN ST. ALPEGONDE, uitreis,
pass. 7 Aug. Perim.
POELAU BRAS, uitreis, 7 Aug. van Bela-
wan.
HOLLAND BRITSCH-INDIE LIJN.
HOOGKERK, uitreis, 7 Aug. te Genua.
RIDDERKERK, thuisr., 8 Aug. te Colombo
JAVA—CHINA—JAPAN LIJN.
TJIKEMBANG, 7 Aug. van Manilla naar
Macassar.
TJIPONDOK, 7 Aug. van Macassar naar
Batavia.
TJISONDARI, 6 Aug. van Shanghae naar
Dairen.
HOLLAND—O. AZIE LIJN.
OUDERKERK. 8 Aug. van Hamburg te
Schiedam.
JAVA-PACIFIC-BENGALEN LIJN.
BINTANG, 7 Aug. van Penang n. Pacific
Kust.
KOTA BAROE, 6 Aug. van Seattle naar
Java.
TABINTA, 6 Aug. van Singapore n. Cal
cutta.
HALCYON LIJN.
STAD ZWOLLE. 7 Aug. van Bilbao naar
Velsen.
STAD HAARLEM. Vlaardingen n. Lulea,
pass. 7 Aug. Holtenau.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
BODEGRAVEN, 6 Aug. van Antofagasta
n. Corral.
HOLLAND-AFRIKA LIJN.
HEEMSKERK, thuisreis, 7 Aug. te Tanga.
o
DIVERSE STOOMVAARTBERICHTpN
JONGE JOHANNA. Carthagena n. Lon
den en R'dam, pass. 8 Aug. Finisterre.
EEM, 4 Aug. van Sundwall n. Uleaborg.
JONGE JACOBUS. R'dam n. Savona.
pass. 7 Aug. Dungeness.
MOLENWATER. Conception n. Amst., 6
Aug. van Las Palmas.
MOORDRECHT, Tuapse n. Avonmouth,
pass, 8 Aug. Lands End.
SELENE, 7 Aug. van Abadan te Suez.
VEERHAVEN. 8 Aug. van Bremen te
Hamburg.
VREDENBURG, 7 Aug. van Narvik naar
Vlaardingen.
e
Schepenverkoop.
Als bekejid bestaat bij de Kon. Ned.
Stoomb. Mij. het plan acht van haar
stoomschepen te verkoopen. Naar wij ver
nemen zijn het de „Ilos", bruto 1488 tons,
„Doros". 1487 tons, „Eos", 1488 tons, allen
gebouwd in 1920; „Erato", 838 tons is van
1917. „Commewijne", 2482 tons, van 1907,
„Pollus", 2886 tons en „Minerva", 2821 tons,
beide van 1909, alsmede de „Zeus", 1504
tons, vgn 1901. Laatstgenoemd schip is,
als gemeld, reeds verkocht.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: te Molenaarsgraaf (toez.) A.
H. J. G. van Voorthuizen te Lage Vuur-
sche; te Dantumawoude, A. Blink Kramer
te Urk; te Waarder (Z.H.) A. M. den Oud
sten, te Elburg.
Bedankt: voor Hierden, A. H. J. G. van
Voorthuizen, te Lage Vuursche; voor
Heukelum, F. M. Muller, te Eindhoven.
CHR. GER. KERK.
Bedankt voor Vlaardingen, W. Heerma,
cand. te Nieuwe Pekela.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: te Middelharnis, A. de Blois,
te Dirksland.
GEREF. KERKEN IN H. V.
Bedankt voor Middelburg, J. J. Buskes,
te Oosterend (Texel).
o
Dr. J. SEVERIJN HOOGLEERAAR.
Bij Kon. besluit is benoemd tot gewoon
hoogleeraar in de faculteit der godgeleerd
heid aan de Rijksuniversiteit te Utrecht om
onderwijs te geven in de wijsgeerige ethiek,
de wijsgeerige inleiding tot de godsdienst
wetenschap en de encyclopaedie der god
geleerdheid, dr. J. Severijn, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, te
Dordrecht.
Volgens de „Standaard" zal dr. J. Seve
rijn echter als lid van de Tweede Kamer
bedanken. Zijn opvolger is de heer H. Ame-
ling, secr. van het Chr. Nat. Vakverbond.
o--
Ds. H. G. Ubbink t
In den ouderdom van 76 jaar is te
Soestdijk overleden ds. H. G. Ubblnk, em.
predikant van de Ned. Herv. Gemeente
van Emmen en vader van den Groninger
hoogleeraar dr. J. Th. Ubbink. De over
ledene, die in 1855 geboren werd, werd in
1880 candidaat in Gelderland en stond
achtereenvolgens te Gaast, Delfshaven,
Hasselt, St. Jansga en Ommen
Uitgesproken
W. M. J I. Brands, koopman te Leiden,
Groenoordstraat 29; rechter-comm. jhr. mr.
H. O. Feith; curator mr. L. Weijl te Leiden
W. van der Stoel, expediteur, te Alphen
aan den Rijn, Gouwekade 20. Rechter-
comm. jhr. mr. H. O. Feith; curator mr.
H. W. J. A. Averbeck, te Leiden.
Henri Polak, Het kleine land en
zijn groote schoonheid, versierd
met 87 afbeeldingen van steden,
dorpen, landschappen, wateren en
de bijzondere schoonheid van
Nederland kenmerkende plekken.
(Em. Querido, Amsterdam).
Dezen keer moet ik beginnen met „een
persoonlijk feit".
Vanmorgen ben ik namelijk in Utrecht
vroeg opgestaan om den trein van 7.13 te
kunnen krijgen en weer tijdig in Gronin
gen te zijn.
In de ontbijtzaal van het hotel hoorde
ik aan het tafeltje naast mij een Duit-
scher met tjen kellner praten.
„Iöh mödhte nach Groningen fahren.
Wann geht denn genau der Zug?"
„Sieben, dreizehn! Sie haben Zelt".
Toch maakte hij haast, want wel tien
minuten vóór ik met mijn broodje klaar
was, is hij al opgestaan en verdwenen. En
als ik aan onzen trein kom, heeft hij zich
al volledig geïnstalleerd.
Ik neem de coupé ernaast, die nog leeg
is, maar wonderlijk: mijn gedachte komen
den geheelen morgen niet van hem los.
Hij heeft niets buitengewoons, een
jonge man van ruim dertig misschien, een
handelaar of fabrikant die reist voor zijn
zaken. Wellicht zit hij nu hiernaast, aan
de andere zijde van de pluchen rugleuning
zijn papperassen door te kijken, orders en
aanbiedingen, en hij rangschikt ze om de
volgorde te bepalen van zijn werk op den
komenden dag
Maar ik droom hoe hij met stralende
OPgen voor het raampje zit en bewonde
rend uitkijkt over ons Holland. Ik kijk óók
en ik vind het daarbuiten, geloof ik, alleen
maar zoo mooi, omdat ik mij fantaseer hoe
hij met mij mee-kijkt. Ik ben als een vader
die zijn kind voor 't eerst op reis iets héél
moois laat zien, een museum of een
vreemde, schoone stad. ik genet van
zijn genot en vind daarin de suggestie tot
eigen enthousiasme.
Ik denk mij er in, ik vermoed, ik
weet zéker, dat deze Duitsche meneer nog
nooit eerder in Holland geweest is. Wat
zal hij alles mooi vinden en goed. Hoe
heerlijk hangen de morgennevels over het
vlakke land en rondom de druipende boo-
men. Kijk: een slootje, floep! wéér een
slootje, rechtuit, bijna zoover je zien kunt.
en weer een en weer een, en telkens
staan er rijtjes wilgen langs, scheef-han-
gend over het water. Dat is Holland. De
hemel is egaal-grijs en in een hoek ervan,
reeds ver boven de horizon klinkt waterig-
wit een ronde plek van vervloeiend licht:
de zon die vecht.
Hij zal het kostelijk vinden, mijn Duit-
scher. Holland is een goéd land! Daar
rijden wij het station van Amersfoort bin
nen. Hoe helder en zuiver is het alles:
de perrons alsof ze pas schoon-geschrobd
zijn en de gebouwen blinkend van rein
heid. Vergelijk daarmee de vuile Bahn-
hof-hokken aan den anderen kant van de
grens, Bentheim, Hagen, Leer, die altijd
zwart zien van roet en steenkoolstof
En kijk eens in zoo'n restauratie; wat
blinkt het buffet; zie de groote, glanzende
koffie-stoomer, de stapels witte borden,
de glazen vitrines met broodjes en vruch
ten, het smetteloos linnen dat de tafeltjes
dekt, en waar ter wereld vindt ge zoo
propere karretje met eet- en drinkwater
het glimt en glanst al wat er aan is. Van
avond schrijft de Duitscher een brief aan
zijn atouw, aan zijn bruid, of, wie weet
(hij is nog zoo jong!) aan zijn moeder,
en die brief wordt een jubelkreet over Hol
land, over Hollandsch zindelijkheid en
Hollandsche netheidZiet zelfs zulk
een conducteur als daar staat er niet veel
delicater uit dan zijn Duitsche collega's;
zie hem in zijn keurige dienstpak met
de helder-roode biezen: zijn gezicht is
glad-geschoren en op zijn neus draagt hij,
-intelligent, een lorgnet.....
Daar gaat onze trein weer en we stoomen
de Veluwe over. Nog heeft de zon de mist
niet overwonnen. Holland, ons Holland,
mijn Holland ligt nóg in nevelen, en zoo
behoort het. Zóó is ze het mooist en zoo
lijkt ze kleiner nog dan ze is, klein en
intiem. Ik houd van Holland.
De Duitscher zit natuurlijk, net als ik,
weer voor het raampje van zijn coupé. En
wat zal hij oogen opzetten om al die heer
lijkheid die hij nog niet kende en nu pas
ziet voor 't eerst. Daar liggen de dorpjes
met hun torentjes en de knusse, kleurige
huisjes. Het is Holland!
We vliegen Harderwijk voorbij; het
glooiend vlak der gemeente-weide, en dan
de zee, de zee, die aan alle kanten door
Holland heen piept; hier ook weer; kijk,
kijk, de scheepjes zie je drijven. Het is
Holland.
Daar komt Zwolle met den IJsel. Heer
lijk, heerlijk zoo'n groote rivier. Wat een
wijdheid! wat een ruimte! Daar gaan
de toeterende booten. Een kleine, kregele
sleeper sjort zes, zeven kanjers van fre
gatten tegen den stroom op. En dan,
even later, na Zwolle, staat al het land
blank van water. Water, water en niets
dan water. De wilgen steken hun warre-
lige koppen er komisch boven uit; er
gaat nog een weggetje door, een boer
derijtje ligt nog even op het droge....
Het is Holland, Holland!
Hij zit te kijken, mijn Duitscher, hij
kijkt, en kan er niet genoeg van krijgen.
En we gaan verder, verder. Daar heb
je Staphorst. Je ziet gemakkelijk, uit den
trein, de huisjes en de schuren, fel van
vele kleuren, groen-groen en blauw-blauw,
en roode, roóde kozijnen rondom alle ven
sters en deuren. Daar loopen de manne
tjes en de vrouwtjes in hun grappige,
kleurige kleeren; een heele sliert kin
deren, poppetjes uit een speelgoeddoos
trekt op naar school, meisjes met wijde,
blauwe rokjes en jongens in pofbroeken en
korte oudemannetjes-jassen....
Holland! Holland!
Wat is het heerlijk. Wat is het mooi en
goed. Ik ben, geloof ik, een beetje verliefd
op mijn land.
Ik moét weten hoe mijn Duitscher zich
er onder houdt. Zou ik hem durven aan
spreken, durven vragen: Wat zeg je er
van? Is het niet een zaligheid, alles wat
je ziet.
Ik waag mij in de gang; ik loer voor
zichtig in zijn coupé. Hij slaapt. Zijn voe
ten liggen op de bank Jegenover hem en
zijn lichaam hangt weggedoken in een
hoek, het hoofd slap op de borst.
Oök goed.
Ik ben niét teleurgesteld.
En moet ik hem eigenlijk niet dankbaar
zijn? Zonder hém was deze morgen niet
zóo heerlijk geweest. Ik moest een getuige
hebben in den roes mijner verrukking. Een
getuige ook om mijn trots en ijdelheid
aan kwijt te raken.
Trots en ijdelheid?
Ja, wat wilt ge? Zóó is nu eenmaal
de liefde.
Of komt het doordat we thans allen in
een vacantie-stemming verkeeren en ik
dezer dagen eindelijk het zware boek van
Henri Polak ter hand heb genomen?
Kan men het wel „ter hand nemen"
noemen? Ik heb het moeten torsen van
de boekenkast naar de schrijftafel; daar
diende ik het bij de lectuur onafgebroken
te laten liggen en geen oogenblik kon ik
ter afwisseling even gezellig achterover
leunen in mijn stoel, het boek in de opge
heven handen. Maar de extra moeite is
niet te vergeefs geweert, want ik heb
kennis gemaakt met het mooiste werk dat
er de laatste jaren over de schoonheid
van het Hollandsche landschap en van de
Hollandsche steden verschenen is. Stellig
heeft de uitgever gelijk, wanneer hq in
het prospectus zegt, dat het geen nieuw
onderwerp behandelt. Talrijk zijn de be
schrijvingen van Hollandsch stedenschoon
in de zeventiende en achttiende eeuw, ver
sierd met altijd interessante, vaak zeer
mooie houtsneden en gravures; de ge
schiedenissen van kleinere steden, gewes
ten en provinciën, en zelfs van het ge-
heele land. men kent Wagenaar's
„Tegenwoordige Staat". In de negen
tiende eeuw werd de illustratieve uitvoe
ring van dergelijke boeken veel minder
verzorgd en kreeg de tekst de overhand:
de ouderen onder ons zullen zich Craan-
dijk's „Wandelingen" herinneren of de
werken van Henri Havard: „Les frontières
menacées" en „Les villes mortes". Het aar
digste boek van den nieuweren tijd, dat
gedeeltelijk althans handelt over de
schoonheid van ons land is ook weer van
een Franschman afkomstig; ik bedoel „La
Hollande dans le monde" van Henri Asse-
lin.
Vergelijkt men dit nieuwe werk van
Henri Polak met dat van Asselin, dan
blijkt dat Polak het meer in de breedte en
minder in de diepte heeft gezocht, dat hij
enthousiaster is dan Asselin, maar ook
oppervlakkiger. Tevens mist men bij hem
natuurlijk de prikkelende interesse, waar
mede wij steeds gaarne juist den vréém-
deling over ons land hooren spreken.
Zelf beweert de schrijver terecht dat
zijn boek allerminst een soort „gids" is, die
aan landgenoot en vreemdeling den weg
wil wijzen, en hij vestigt dan ook inder
daad niet den aandacht op hetgeen de
Engelschen beauty spots noemen. Polak's
boek behandelt de elementen, uit welke
de schoonheid van Nederlandsche steden,
dorpen en landschappen is samengesteld.
En vooral: het zingt daarbij den lof dezer
schoonheid en het is daardoorheen bovenal
een pleidooi voor het behoud ervan. De
schrijver verzet zich op aesthetische gron
den tegen de uitlegging onzer steden, tegen
de droogmaking van de Zuiderzee, tegen
het dempen van plassen en in cultuur-
brengen- van heidevelden, tegen het ver
dwijnen der windmolens, tegen den aan
leg van villa-terreinen in onze duingebie
den. Men behoeft het niet altijd met hem
eens te zijn dat is in vele gevallen zelfs
niet mogelijk, maar interessant en lezens
waard blijft zijn betoog toch steeds.
Het boek ls verlucht met een groot aan
tal nieuwe foto's, die wel niét kunnen con-
curreeren met wat het buitenland ons
tegenwoordig biedt op het verrassende
terrein der foto-techniek, maar die toch
aan het geheel een cachet van gedegen
voornaamheid geven.
Eén opmerking moet mij tenslotte van
't hart. Namelijk deze: dat in de beschou
wingen van Polak aan het Noorden en
aan het Oosten van ons land niet vol
doende recht gedaan is. De schrijver heeft
hier blijkbaar niet zoo goed rondgekeken
als in de Hollandsche kernprovincies; hij
blijkt een beetje blind te zijn voor de
stoere schoonheid van het Groningsche
landbouwgebied, voor de weidsche pracht
der Drentsche heide, voor de bekoring van
het Twentsche landschap.
Hierin schuilt een te-kort, dat Polak
nog eens met een supplement op dit mooie
boek moet trachten aan te vullen.
HERMAN POORT.
Jammerlijke Indo-Kolonisatie.
De berichten van de Indo-kolonisatie op
Nieuw-Guinea zijn in klimmende mate on
gunstig geweest en het eind is nu te voor
zien: de proeven zullen vermoedelijk wor
den gestaakt. Toch mag niet dóarmee het
trieste hoofdstukje in de geschiedenis der
Nieuw Guinea-kolonisatie worden afgeslo
ten, want men dient te weten, waarom de
afloop zoo moet zijn. Wij vernemen, dat
het gedrag der menschen te wenschen liet,
dat zij werden gehinderd door ziekten, dat
het land niet meeviel, dat de middelen
waren uitgeput en nog veel meer. Maar
de hoofdzaak werd in de dagbladpers
zelden met nadruk genoemd: Nieuw Guinea
is namelijk geen gebied voor kolonisatie,
stellig niet voor die van kleine landbouwers.
Om dat heek kort uiteen te zetten, zij er
op gewezen, dat het buiten een smalle
kuststrook haast overal onbekend is, zonder
wegen, zonder bruikbare waterwegen, in
hooge mate ongezond. Het binnenland is
derhalve voor elke nederzetting volkomen
ongeschikt en de kustlanden, waarvan dan
wel iets bekend is, deugen doorgaans niet
voor beoefening van landbouw, zeker niet
van landbouw, die gemakkelijk behoort te
zijn en geschikt voor behoeftige Indo-
Europeanen. Men vindt hoogstens hier en
daar aan de kust kleine streken met bruik-
baren grond. Bezuiden Manoekwari in het
Arfak-gebergte blijkt de aardappel te ge
dijen, maar wat heeft de kolonist daaraan,
die zich niet zoover van de kust kan ves
tigen, omdat de vervoermiddelen ont
breken?
Het is nu eenmaal moeilijk te gelooven,
dat heel dat groote Nieuw Guinea, voor
zoover het Nederlandsch bezit is, geen
gelegenheid biedt tot westersche teelt. Het
is zóó moeilijk te gelooven, dat herhaalde
lijk, zonder degelijk onderzoek vooraf, proe
ven zijn begonnen. Die proeven zijn zonder
uitzondering op mislukking uitgeloopen.
Dat hadden de voorgangers van de Indo-
Europeesche kolonisatie kunnen weten: zij
hebben er niet op gelet. Men heeft waar
schuwende stemmen laten hooren; zij heb
ben er niet op gelet. Er bestaan op dit
oogenblik zelfs drie vereenigingen voor
kolonisatie op N. Guinea, alsof reeds ééne
al niet te veel is. Zoo is er dan veel ge
praat, vereenigd, geld ingezameld, gave
en tegemoetkoming gevraagd en er is niets
verkregen dan groote teleurstelling. De
gesteldheid van ons N. Guinea laat geen
exploitatie toe voor landbouwdoeleinden. Ik
wil nu niet spreken over bosch-exploitatie
en over mijnbouw; uitkomsten van eenige
bcteekenis zijn er echter niet mee verkre
gen. Indien men niettemin Indo-kolonisatie
wenscht tot stand te brengén, zal men in
andere gebieden moeten zoeken naar ge
schikte streken, waar de kolonist dan met
betrekkelijk geringe moeite kan telen de
gewassen voor ei.gen onderhoud en vervol
gens ook voor den verkoop; waar hij vee
kan houden en telen voor den uitvoer;
waar hij in staat is goedkoop aan- en af
te voeren; waar het niet bepaald ongezond
is en de hulp niet ver verwijderd. Zulke
streken zijn niet voor het opscheppen, om
dat dikwijls de inlandsche bevolking be-
zits- of gebruiksrechten heeft in de recht
streeks bestuurde gebieden, terwijl in de
landschappen met zelfbestuur geen gronden
zijn te verkrijgen zonder goedvinden van
het zelfbestuur. Evenwel zijn er toch stre
ken te vinden, waar de Indo met goede
uitkomst zich kan neerzetten, mits zijn
goede wil blijvend is en geen einde neemt
bi' de eerste zware inspanning.
Naar ik met reden vrees, heerscht bij
velen een te lichte opvatting omtrent de
kennis die ook voor eenvoudigen landbouw
noodzakelijk is. Volkomen ongeoefende»
behoeven stellig een geoefende leiding en
leiding zonder eenige tucht is onbestaanbaar
Men moet vooraf weten, wat er in de
kolonie zal worden ondernomen voor het
dagelijksch bestaan en verder voor afleve
ring aan de markt. Dat vereischt overleg,
niet slechts onderling doch ook met mpn-
schen die de streek kennen en den handel
verstaan. Doet een kolonie dat niet, dan
blijft het avonturen en probeeren in het
wilde weg. De kolonisatieproeven op N.
Guinea zijn op touw gezet zonder deugde
lijke voorbereiding, want men bleef doof
voor elke waarschuwende stem; met zulk
een voorbereiding kan ook elders geen kolo
nisatie slagen. Hoe moeilijk de inrichting
van een kolonie is, bleek in Indie herhaalde
lijk. Nog onlangs zijn er hoogst ongunstige
berichten gekomen omtrent een Indo-kolonie
In Oost-Java. Een fout is het, zoo men een
kolonie aanvangt met lieden die ter zake
van het werk elkanders gelijken zijn. Veel
eer moet de kolonie het karakter dragen van
een onderneming met éénhoofdige leiding
boven ondergeschikt personeel, opdat de
samenwerking verzekerd zij. Vele kolonisten
willen echter niet ondergeschikt zijn, doch
hun arbeid zelf bepalen. Een wilde kolonie
is in de gunstigste streek met de beste
gronden tot mislukking en ellende gedoemd.
Het is ook niet ge wenscht een kolonie ver
van een bestuurspost aan te vangen. Als
orde in het werk en in de samenleving
in een kolonie nog eerder onmisbaar is
dan in de groote en volkomen toegeruste
maatschappij, dan moet het gezag er dui
delijk zijn en verzet tegen het gezag spoe
dig te onderdrukken. Daarom is het noodig
dat de kolonie nabij een bestuurspost wordt
aangevangen; eenige bemoeienis van de
overheid is minder te vreezen, dan de
toomeloosheid van onwilligen.
De kolonisatie N. Guinea is mislukt, be
halve door de verkeerde keuze van 'gebied,
vooral ook door de afwezigheid van tucht.
De eerste vereeniging tot het doel was al
een afscheiding van de kolonisatie van het
Indo-Europeesch Verbond, dat in Lampoeng
allang een kolonie had geopend. De eerste
N. Guinea-vereeniging had ternauwernood
haar eerste proeven in elkaar gezet, of
leden met een ander inzicht scheidden zich
af en stichtten een tweede vereeniging.
Eenigen tijd later is er op dezelfde wijze
een derde ontstaan. Alle ernst was afwezig,
schoon besturen heel graag met vertoon
de belangen gingen bepleiten bij hooge
autoriteiten. Wanneer de Indo nog zal
worden geholpen door deelneming aan
aan kolonies, zullen er heel andere wegen
moeten worden bewandeld dan de heeren
bestuursleden van de kolonïsatie-vereenigin-
gen tot dusverre verkozen.
DENGAN HORMAT.
-O-
GEBOREN:
Hendrikus Casparus, Z. van H. C. va»
Leeuwen en C. E. Devilee Marinas
Alexander, Z. van W. Plasmeïjer en M,
Pels.
o
ONDERTROUWD.
J. D. Nieuwenhuijsen jm. 23 j. en L. A.
van der Steen jd. 21 j. J. J. van Dorp
jm. 25 j. en E. Chr. Smit jd. 22 jj
Weeda jm. 24 j. en E. van Ark jd. 22 j.
B. van Helden jm. 23 j. en C. H. Eradus
jd. 22 j. P. Kolderman jm. 23 j. en P w.
den Houter jd. 24 j. H. B. Slinger jnj'
32 j. en S. M. Kooreman jd. 28 j. B. van
den Burg jm. 24 j. en M. le Nobel jd. 24 j.
M. den Hartog jm. 23 j. en J. Beekman
jd. 22 j. P. W. Hanselaar jm. 31 j. en
A. de Klerk jd. 22 j.
DUIVENSPORT.
„DE BLAUWKRAS".
Het abnormale weer laat zijn invloed
ook In Leiden gevoelen. Waren er de vorige
week 160 duiven, nu konden er slechts 55
ingekorfd worden voor de wedvlucht van
Neufville, België (jonge duiven). De vogels
werden om 9.15 met Noord-Westen wind en
bewolkte lucht in vrijheid gesteld en wer
den als volgt geconstateerd:
1. P. v. d. Leek 12 uur 26 min. 1 sec.;
2, Chr. v. d. Pluym 12,28.3; 3, G. A. L. v. d,
Reyden 12.37.41; 4. J. Marljt 12.39.18; 5. P.
v. d. Leek 12.41.27; 6. Chr. v. d. Pluym
12.42,7; 7. G. A. Spek 12.46.13; 8. P. v. d.
Leek 12.47.20; 9. G. A. L. v. d. Reyden
12.47.58; 10. J. Schreuder 12.48.43; 11.
Gebr. Leget 12.48.46.
Met deze vlucht zijn er geen verliezen.
Volgende week wedvlucht Mons Provin
ciaal Afd. C. Groep West Zuid-Holland, in-
korven bij de L. P. C.
DE GEVLEUGELDE VRIEDEN
(Alphen a. d. Rijn.)
Wedvlucht met jonge duiven op Zater
dag 8 Augustus vanaf Zebramont (België)
afstand 251 K.M. De duiven bereikten als
volgt hun hokken:
1. P. G. Borgers, 2 uur, 37 min. 7 sec.;
2. H. Bauer 2.44.20; 3. P. G. Borgers 2.48.38;
4. idem 2.49.25; 5. H. Bauer 2.53.23; 6. A.
v. Eik 2.55.20; 7. idem 2.57.35; 8. H. Bauer
2.58.39; 9. P. Grossat 2.59.20; 10. A. c. Eik
3.1.11.
VOOR DINSDAG 11 AUGUSTUS.
Hilversum, 1875 M. Uitsl. AVRO.-Uitzen
ding 8.0010.00: Gramofoonpl. 10.00:
Morgenwijding 10.1510.30: Gramo-
foonplaten 10.3011.00: Viool-recital
door Miep Meder. Vleugel: Pierre Palla
11.00—11.30: Causerie 11.30—1.00: Con
cert AVRO.-kwartet o. 1. v. D. Groeneveld
1.001.30: Gramofoonpl. 1.302.00:
Uit het Palacehotel te Scheveningen: Con
cert door Emil Roosz en zijn orkest 2.30
3.00: Henrl de Groot: „Moderne Fran-
sche componisten" 3.004.00: Orgel
concert door George Robert. Jaap Stotiju
(hobo) 4.005.00: Kinderuurtje 5.(#
6.20: Kovacs Lajos en zijn orkest 6.21
6.40: J. Th. W. J. Vermolen: „Wenken bij
een voorgenomen bezoek aan Neerland's
Nieuw Gewest" 6.407.00: Kovacs Lajos
en zijn orkest 7.00: Literair halfuurtje
door Dr. P. H. Ritter Jr. 7.307.45;
Gramofoonpl. 7.458.40: Utr. Sted. or
kest o. 1. v. A. v. Raalte 8.409.15:
Declamatie 9.1510.30: Opera-frag
menten door leden van de Italiaansche
Opera. Met begeleiding door het Utr. Sted.
Orkest. Dirigent: Vinzenco Marini 10.30
Vaz Dias 10.4512.00: Gramofoonpl.
Huizen, 298 M. Uitsl. KRO.-Uitzending
8.009.15: Gramofoonpl. 10.00—
11.30: Gramofoonpl. 11.3012.00: Godsfl.
Halfuurtje door Pastoor Ferquin 12.00:
Politieber. 12.15—1.45: Concert KRO.-
Trio o. l.v. P. Lustenhouwer 1.452.00:
Gramofonpl. 2.003.00' Vrouwenuurtje
3.003.30: GramoToonpl. 4.005.00:
Gramofoonpl. 5.006.00: Concert KRO.
Kunstensemble o 1. v. P. Lustenhouwer
6.00: Onderwijsfonds Binnenvaart 6.30
7.00: Vervolg Concert 7.00: A. de Geus
v. d. Heuvel: „Leven en Werken van Pater
Nlewindt op het eiland Curasao 7.30—
7.45: Verbondskwartiertje 7i45: Politie
berichten 8.00: Concert Haarl. orkest
vereniging o. 1. v. M. Adam. M. m. v.
Elise de Haas (coloratuurzangeres) C a.
9.00 Vaz Dias 10.3012.00: Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35: Morgen
wijding 12.20: Orgelspel door E. O'Henry
1.20: Orkestconcert 2.15: Televisie
2.252.50: Gramofoonpl. 4.20: Concert,
Sonia Moldawsky (viool), Esther Fisher
(piano) 4.50: Orkestconcert 5.35:
Kinderuurtje 6 20: Dansmuziek 6.35:
Berichten 7.00: Piano-recital door Helen
Perkin 7.20: Lezing 7.50: Duetten
voor 2 piano's. L. England en E. Krlsh
8.20: Concert. Orkest, Jean Coxon (so
praan), L. Cowings (tenor), E. Telmanyi
(viool) 10.00: Berichten 10.15: Be
richten 10.20: Lezing 10.3512.20:
Dansmuziek.
Parijs „Radio Paris", 1725 M. 8.05:
Gramofoonpl. 12.50: Gramofoonpl.
125: Gramofoonpl. 6.50: Gramofoonpl.
8.20: Radio-tooneel: „Histoire de Bri
gands" van M. Lery 9.05: Gramofoonpl.
en Iuit-spel 9.50: Gramofoonpl.
Langenberg, 473 M. 7*258.20: Gra
mmofoonplaten 10.3511.20: Gramofoon-
platen 11.3512.15: Gramofoonpl.
12.30: Gramofoonpl. 1.252.50: Orkest
concert 5.206.20: Concert. Guitaar,
cither en vocaal kwartet 8.20: Verfas-
sungsfeier der Rijks-regeering in de Kroll-
Opera te Berlijn.
Kalundborg, 1153 M 12.252,20:
Orkestconcert 3.20—5.20: Orkestconcert
en zang 8.208.40: Orkestconcert
8.4010.25: „A School for Scandal". Blij
spel in 5 bedrijven van Sheridan 10.40—
11.25: Orkestconcert 11.2512.50: Dans
muziek.
Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.:
5.20: Orkestconcert 6.50: Gramofoonpl.
8.20: Orgelspel en zang 9.20: Concert.
Orkest en viool. 338.2 M.: 5.20: Orkest
concert 6.50: Gramofoonpl. 8.20:
Orkestconcert en zang.
4*2