arros nrrrn: SCHEEPSTIJDINGEN. Door Sauerland en Westfalen NAAR DE NOORDPOOL LONDENSCHE BRIEVEN. KUNST EN LETTEREN. De ontmoetingen tusschen Laval en Briand en Brüning en Curtius zijn har telijker geweest dan eerst werd aange nomen. Hoewel iedere partij zijn stand punt overeind hield, dit verdedigend met een beroep op de noodzakelijkheid daar van met het oog op de blnnenlapdsche situatie is toch ontstaan een elkaar beter begrijpen en dat heeft toch wel iets te be- teekenn wanneer op den duur, althans practische besluiten zich daarbij kunnen aansluiten. De diverse bezoeken aan Ber lijn zullen waarschijnlijk de komst der Franschen naar de Duitsche hoofdstad be spoedigen en zoodoende de kans vergroo- ten, dat tusschen belde oude rivalen een modus wordt gevonden tot ontspanning der verhoudingen. Eerst dan wordt de mogelijkheid ge boren van het omzetten der Duitsche cre- dieten op korten termijn in credieten op langen termijn, hetgeen Dultschland alleen het jaar van het Hoover-plan kan door brengen, hoe goed het zich overigens momenteel inwendig ook houdt na al de getroffen maatregelen, die dit vóór hebben dat zij de oppositie grootendeels lam heb ben geslagen. Zoolang immers de loonen en salarissen veilig zijn gesteld, gelijk tot dusver, zal onder de talrijkste klassen rust blijven heerschen en de oppositie die geen actie kan voeren zonder geld, kan daaraan niet komen, daar dit vaststaat op de ban ken. Gelet op de wijze waarop de Duitsche oppositie van rechts en links te werk gaat, tijdens deze zware beproeving van het land, is dat een felicitatie waard. In ieder geval, zelfs in het gunstigste, gaat Dultschland nog moeilijke tijden tege moet, Het wordt een zware winter! En een voortglijden naar den chaos, zoo men tenslotte niet tijdig wil inzien, dat het Youngplan is overleefd, dat Duitschland niet langer na 12 jaren! is te behan delen als een „overwonnene" die zich slechts heeft te onderwerpen. Vooral op de Fransche politieke meening zal het een moeilijke operatie zijn, om haar dit te doen begrijpen. 15 Juli 1932 zal een nieuwe regeling ge troffen moeten zijn; het is dus kort dag... RECLAME. DIVERSE STOOMVAARTBER1CHTEN. EMMAPLEIN, 23 Juli van Stamboul naar Odessa. ALDERAMIN, 23 Juli van La Plata te Antwerpen. Losse nummers van ons Blad zijn behalve aan ons bureau ook verkrijgbaar bii de Firma A. HILLEN Stationsweg, Firma A. J. H. WIJTENBURG, Haarlemmerstraat 2 W. G. J. VERBURG Sigarenhandel, Heerenstraat 2 Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24 A. M. VAN ZWICHT, en bii JOH. HOGERVORST Haarl.str. 128 en der. Zaterdags bij A H. v. d. VOOREN H. Rijndijk 74 Kiosk Prinsessekade. MAAGPIJN, drukking op de maag, ver stopping, vervuiling van den darm, een galsmaak in den mond, slechte spijsver tering, hoofdpijn, beslagen tong, bleeke gelaatskleur worden door veelvuldig ge bruik van het natuurlijke „Franz-Josef"- bitterwater, een glas vol 's avonds kort voor het naar bed gaan, weggenomen. 735 PACIFIC-JAVA-BENGALEN LIJN. BINTANG, 23 Juli van Calcutta n. Pacific Kust. MIJ. NEDERLAND. JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, thuisr., 24 Juli v. Singapore. KON. HOLL. LLOYD. DRECHTERLAND, uitr., 23 Juli n.m. 8 u. van Antwerpen. ZEF.LANDIA, thuisr., 23 Juli n.m. 10 uur van Comma. KON. NED. STOOMB. MIJ. BARNEVELD, 24 Juli v. Hamburg te Ant werpen. CLIO, 23 Juli v. Algiers n. Malta, FAUNA, 23 Juli v. R'dam te Lissabon. HEBE, 23 Juli v. Lissabon n. Amst NICKERIE, 23 Juli v. Madeira n. Havre. MEROPE, 23 Juli v, W. Indië te Amst. CERES, 24 Juli v. Hamburg te Amst. KON. PAKETV. MIJ. BOTH, arr. 23 Juli te Amst., terug van proeftocht. ROTT. LLOYD. KOTA TJANDI, 24 Juli v. Java te R'dam. MODJOKERTO, 23 Juli v. Hamburg te R'dam. JAVA-NEW YORK LIJN. KOTA INTEN, Java n. New York, 24 Juli van Port Said. ROTTERDAM—Z.-AMERIKA-LIJN. ALPHERAT, hulsr., pass. 24 Juli Dun- geness. HOLLAND BRITSCH-INDIE LIJN. HOOGKERK, 23 Juli v. Hamburg n. Rot terdam. HOLLAND-AMERIKA LIJN. STATENDAM, New York n. R'dam, 24 Juli n.m. 9 u. te Plymouth verwacht. DINTELDIJK, R'dam n. Pacific Kusct, 23 Juli te Swansea. HOLLAND—O. AZIE LIJN. MEERKERK, 23 Juli van R'dam n. Japan. HOLLAND-AFRIKA LIJN. AMSTELKERK, 25 Juli n.m. van Lissa bon te Amst. verwacht. SCHELDESTROOM, uitr., 23 Juli te Tene- riffe. Reizen en reizen is twee. Je kunt zelf met veel moeite een reis plan opmaken, voor een streek, waarvan je wel eens vaag hebt hooren zeggen, dat het „er toch zoo mooi moet zijn"; je vraagt soms brochures aan bij een reisbureau, maar je ontvangt niet, wat je eigenlijk zoekt, daar zoo'n reisbureau vaak alleen de in de mode zijnde reizen propageert, en voor dichtbije, maar meer onbekende streken geen belangstelling heeft. Ja je dan op goed geluk tóch maar naar de als „zoo mooi" geprezen streek toe, dan loop je vaak nog met het benau wende gevoel rond: „zou ik nu niet het mooiste overslaan?" Het kan natuurlijk meevallen en vooral, als je zoo slim bent om te bedenken dat er toch „Vereeni- gingen voor Vreemdelingenverkeer" zijn, tot welke Je Je wenden kunt. Want vrien delijker, voorkomender menschen dan bestuurders van zulke vereenigingen be staan er niet; dat heb ik gemerkt op de andere manier van reizen, n.l. volgens een vastgesteld plan door de mooiste gedeelten van Sauerland en Westfalen gevoerd te worden. De „Wejtfalischer Verkehrs Verband", zetelende in Dortmund, was n.l. op de sympathieke gedachte gekomen, aan de redacties van eenlge Nederlandsche dag bladen te verzoeken, een vertegenwoor diger te zenden, om een rondreis te maken. Zoo had een 10-tal journalisten aan deze ultnoodiging gehoor gegeven, zoodat wij elkaar op Maandag 13 Juli in Dortmund aantroffen, om een afwisselend, misschien een weinig vermoeiend, maar in ieder ge val gezellig weekje, gezamenlijk door te brengen. Na met elkaar kennis gemaakt te heb ben, en door den vertegenwoordiger van den „Westfüllschen Verkehrs Verband", dr. Wagner, en onzen vice-consul, den heer Schmidt verwelkomd te zijn, volgde een kleine bezichtiging van de stad. Deze stad van „Kohle, Eisen und Bier" j zooals in een gidsje stond aangegeven, biedt den toerist echter ook veel aangena mer dingen (hoewel het bier ook niet te versmaden is); zij is als uitgangspunt voor uitstapjes naar het Sauerland en het Ruhrgebled zeer geschikt gelegen. Niet alleen heeft de stad, als vele andere, haar historische monumenten en musea, maar tevens beschikt zij over een groot aantal sociale instellingen, zooals de groote Duit sche fabriekssteden tegenwoordig bijna allemaal hebben. Dortmund, dat aan den rand van het industriegebied ligt, en daar door nog veel onbedorven natuur in zijn onmiddellijke nabijheid bezit, heeft op uitnemende wijze voor de belangen en den gezondheidstoestand van de groote arbei dersbevolking gezorgd. Daar zijn de uitge strekte sportvelden, het royale stadion, het nieuwe zwembad, de Westfalen halle, één van de grootste sporthallen van Duitschland, ruimte biedend voor 25.000 menschen, waar o.a. de 6-daagsche wie lerwedstrijden en de groote bokswedstrij den plaats vinden. Een vreemdeling verbaast zich wel, wanneer hij al dat moois aanschouwt, dat na den oorlog verrezen is; natuurlijk is een deel uitgevoerd om werkgelegenheid te verschaffen voor werkloozen, of worden de stadsbesturen, door de eischen der radi cale elementen, er toe gedwongen. De ge matigde Duitschers zijn het dan ook lang niet eens met dit soort bouwwoede. En hij vraagt zich af, hoe de toch zoozeer ver armde Duitschers dit alles hebben kunnen betalen. Maar als hij dan hoort dat dit alles grootendeels bekostigd is uit de lee ningen, welke ook de Duitsche steden bij menigte hebben gesloten, dan wordt het hem ietwat duidelijker, dat Hoovers breed gebaar wel noodig was, om den stijgenden financieelen nood te lenigen. Den volgenden dag al vroeg vangt dc eigenlijke tocht door het Sauerland aan I De „Verkehrs Verband" heeft gezorgd voor een uitstekende, comfortabele reis- auto, met een kundig chauffeur, die ons j soms met wel 60 K.M. vaart over, vaak ook voor hem, onbekende wegen voert. Voor den eersten dag staat op het I programma de route DortmundHagen- HalverLüdenscheid. Met groote snel heid suist de wagen over de mooie, gladde wegen, die door de dalen den rivierloop volgen, of zig-zag tegen de heuvels op gaan. Spoedig bereiken we de Hohenseyburg, de trotsche ruïne aan de Hengtseysee van den grooten hertog Wit- tekind. Deze hertog had zijn vrijheid nogal lief, en slaagde er zelfs een keer in, een Frankisch leger te vernietigen, maar in 785 was het met zijn onafhan kelijkheid gedaan: toen moest hij zich aan Karei de Groote onderwerpen. De legende gaat, dat Karei de Groote bij deze gelegenheid tevens den eersten steen legde voor het kleine kerkje, dat een paar honderd meter voorbij den burcht staat, maar zekerheid heeft men hierom trent nog niet kunnen krijgen. Van dezen Hohenseyburg af genieten we van een prachtig uitzicht over de Ruhrvallei en de Hengsteysee. een stuw meer om den waterstand van de Ruhr te regelen. Dan gaat het verder over Hagen, door het mooie smalle Volmetal, met hier en daar kleine fabriekjes, die nog op gc- zellig-ouderwetsche wijze hun energie, door waterkracht verkrijgen, naar Schalksmiihle, waar de „Postmeister" ons namens den „Verkehrsverein" een uitgebreide „Kaffee mlt Kuchen" aan biedt. Het stadje ligt er nog steeds als centrum van de tjzerlndustrie in het Volmetal. welke Industrie er sinds plm. 1000 n. Chr., het eerst door monniken en later door z.g. Ischerschmitten, wordt uit geoefend. Rustig tusschen de omringende bergen ligt het er als een ideaal uit gangspunt voor allerlei uitstapjes, daar het, als de meeste stadjes van deze streek, uitstekende autobus- en spoor wegverbindingen heeft. Nu gaat de weg steeds hooger tegen de bergen op. tot we Halver bereiken, waar de Halversche pers ons een pret tige verrassing had bereid. Onder het diner, in een typisch Duitsch hotel, waar van de eigenaar door zijn geweldigen om vang een (ietwat langzaam) wandelende reclame was voor zijn goede keuken, werd ons een exemplaar van de „Halver sche Zeitung" aangeboden. Hierin werd ons in het Hollandsch een welkom toe geroepen; welke eer, zoover we konden nagaan, in het buitenland nog maar zel den aan Hollandsche journalisten was tc beurt gevallen. Het blijkt dus wel dat men op de I vreemdelingen gesteld Is. Trouwens, in vele plaatsjes van het Sauerland is er I een „vreemdelingen industrie" ontstaan, daar de ljzerindustrie, die er het belang rijkste was, het vaak niet meer kan bol werken tegen de groote concurrenten in de Ruhrstreek. En daar ln al deze plaat sen de hotel- en penslonprljzen betrek kelijk laag zijn, van 57 mark per dag, heeft deze industrie een groote kans van slagen. We rijden nu verder door verschillende dorpjes en stadjes, alle, zonder uitzonde ring, romantisch gelegen, echte oorden om na een ingespannen jaar van wer ken, eens heerlijk uit te rusten en in de mooie natuur, ln de klare atmosfeer dezer bergen, zijn rust weer te vinden. Bij elk stadje worden we verwelkomd door een burgemeester of andere autori teit die ons door zijn „Amtsgebiet" voert; ik telde er wel zeven, wat aan één onzer de opmerking ontlokte, dat „in deze streek de burgemeesters er goed bijston den voor den tijd van het jaar". En zoo gaat het door, over een ouden heerweg hoog over de bergruggen, met onvergetelijke vergezichten tot in het Rijnland toe, over Klerspe en Meinerz- hagen, naar Lüdenscheid, het centrum van het „Markische Sauerland". Reeds in de 14e eeuw was dit een be langrijke stad zij had uitvoer van Ijzer en staal naar de Hanzesteden van Hol land en Vlaanderen. Later, toen de groot industrieën veld wonnen, ging Lüden scheid sterk achteruit, tot het sinds 1820 door een grooteknoopenindustrie weer sterk aan belangrijkheid won. Op het oogenbllk is het tevens een centrum van wintersport. Het zal mis schien nog weinig bekend zijn, dat zoo dicht bij Nederland goede wintersport plaatsen zijn. Deze bergen, met groote, hellende bergweiden, zijn uitstekend ge schikt voor de ski-sport, en door de ta melijk groote hoogte (ruim 500 M.) ligt hier van December tot eind Februari een dik sneeuwdek. Verschillende ski-wegen en schansen zijn hier aangelegd, terwijl de plaatseijke clubs 's winters ski-cursus sen organiseeren. In de onmiddellijke nabijheid, op de Versetalsperre, is er bo vendien gelegenheid tot schaatsenrijden. Zoo kon dus Lüdenscheid een vroolljke, drukke stad zijn. In deze kritieke dagen v/as het er ech ter heelemaal niet vroolijk. Reeds langen tijd is er, als in zoo vele Industrieplaat sen, de nood hoog gestegen, en er heerscht veel werkloosheid. Deze is nu nog wel niet zoo groot als b.v. in Hagen, waar ruim 900/o van de arbeiders werkloos is, maar hier is het percentage toch nog wel 50. Herr dr. Ehmer, direct.-hoofdredacteur van het plaatselijke dagblad, vertelde mij het één en ander van den grooten nood van het Duitsche volk, die ln zoo'n scherpe tegenstelling staat met het vroo- lijke, lachende, afwisselende landschap waardoor wij reizen. „Indien u weet", aldus dr. Ehmer, „dat van de 64 millioen inwoners van Duitsch land, slechts 360 duizend een Inkomen boven de 8000 mark hebben, en dat van de 32 millioen werknemers op het oogen- blik 35"/» moet leven van een inkomen beneden de 200 mark per maand, dan typeert dat toch wel den wanhopigen toestand, waarin wij, door den oorlog, geraakt zijn. Niet alleen wordt onze export bemoeilijkt door zware rechten, maar bovendien door het ontstaan van kunstmatig in het leven gehouden industrieën van de nabuurstaten, Polen, Tsjecho Slowakije enz., welke vroeger landbouwstaten waren. Daarbij komt dat de middenstand er op het oogenblik zeer ernstig aan toe is, zijn kapitaal is in den inflatietijd absoluut vernietigd. De mid denstander heeft sindsdien nog niet ge noeg kunnen sparen, zoodat ook nu vaak het bedrijfskapitaal nihil is; hij leeft dan ook op credieten. Het Is dus geen wonder, 1 dat deze vroeger gezonde groep langzaam. maar zeker zal uitsterven. Indien er niet spoedig hulp opdaagt. En dan hebben we het gevaar van onze 1 jeugd. Door den slechten toestand en de werkloosheid gaan duizenden studeeren, die er maar eenigszins toe in staat zijn, om zoodoende het tijdstip om practisch het leven in te gaan. eenige jaren te ver schuiven, in de hoop dat de omstandighe den dan beter zullen zijn.. Hun leven is verre van aangenaam, sommigen krijgen toelagen van huis, gemeentesteun of een rijksbeurs, maar meestal is dat te weinig en velen moeten van een 80 mark per maand rondkomen. En gedurende dezen armoedlgen studie tijd wordt de jeugd extremistisch, zij wordt er toe gedreven door haar moeilijke omstandigheden. Zij zoekt in het commu nisme of het fascisme niet de voldoening van ideeële, maar die van materieele be hoeften; zij redeneert „slechter dan de laatste jaren kan het al niet worden." Deze na-oorlogsche Duitsche jeugd is „er- hitzt". is sinds den inflatietijd niet meer op haar verhaal kunnen komen. En weer krijgt de generatie, die de jaren '14 tot '18 doorzwoegde, die de daarop volgende ellende van de inflatie het meest voelde, en die nu, na eenige jaren van rust, in de kracht van haar leven is, deze „geopferte Generation" zooals een Roe meen haar eens noemde, de taak. de harde ondankbare taak, om het oude Duitschland intact te houden, den radica len voor te houden, dat hun principes voorzeker verderf zullen brengen, en het onwelwillende deel van het buitenland te waarschuwen: „meer kunt ge ons niet op- I leggen, want dan bezwijken wij, en gij zelf zeker ook." Reeds is door het talmen van Frankrijk, om zijn goedkeuring te hechten aan het Hooverplan, door de erop volgende nervo- siteit op de beurzen 3 millard mark aan vreemd kapitaal in ondernemingen terug getrokken uit Duitschland, terwijl anders door de Staat aan herstelbetalingen 1.7 milliard betaald moest worden. Én weer staat, de „geopferte Generation" voor de moeilijkheid, om het vertrouwen te doen herleven, om het kapitaal te doen toe vloeien. opdat een zwaar geteisterd Duitschland zich weer moeizaam, doch zeker, zal kunnen oprichten". Zoo ongeveer sprak deze Duitsche oud officier, die het goed met zijn land meende. Hebt U het Petitionnement voor Internationale Ontwapening al geteekend, voorkomende op pagina 1 van het Eerste Blad?, De „Graf Zeppelin" is gistermiddag goed te Berlijn gearriveerd en vlot te Staaken aan den ankermast bevestigd. Hedenmorgen voortzetting van de reis naar Petrograd. (Van onzen correspondent.) PUNCH. 16 Juli 1931 Negentig jaar oud is nu het bladjnet den naam van het mannetje met den krom men rug en den havikneus. Iedereen in de wereld, die iets meer weet dan wat zijn eigen grond hem heeft geleerd, kent het omslag, dat alle vernieuwing heeft ge tart en dat alleen en dan nog maar sedert eenige Jaren een blos heeft ge kregen. Het moet een van de hardnek kigste en oudste blad-omslagen van dit aardrijk zijn. Punch, afkorting van Punchinello, En- gelsch voor het Vlaamsche Poesjenelle en voor ons Jan Klaassen, is als drager van den Engelschen humor naar zijn idee de verkeerde figuur. Trouwens de humor van Punch is alleen typisch voor het gevoel van humor van een kleine schare Britten. En er zijn boosaardige tongen, die beweren dat de humor van Punch niet echt maar gemaakt is. Laten wij daarover niet rede twisten. Maar het is zeker, dat de humor van dezen negentigjarige geen volksmaak sel ls. En om er nu Punch of Jan Klaassen weer bij te halen, deze figuur zal men toch in het algemeen willen vereenzelvigen met den humor, die uit het volk komt, met de hartigheid, de breedheid en eventueel de grofheid, welke dien humor kenmerken. Daarom ls deze marionet op het meest vermaarde spotblad van Engeland tegelijk een anachronisme en een tegenstrijdig heid. De traditie wil hem daar houden op dat onveranderlijke omslag. Maar van alle kunstenaars, schrijvende en teekenende, die Punch maken, schijnt de „art editor". Frank Reynolds, den meestcn Jast van die traditie te hebben. Wanneer hij de om slagen teekent voor de extra-nummers, de Zomernummers en den Almanak, dan wordt de oude Punch een modern man, weliswaar met een miniatuur-bultje en met dien krommen neus, maar niettemin een mijnheer van Engelsch cachet, niet al te grotesk met zijn hondje op het strand, of in jaquet en hoogen hoed bij de rennen. Dat is dan een koddig en niet zoo erg wanstaltig heertje, die in zijn verfijnde kleedij en zijn .gentlemanly" houding den inhoud van Punch van elke week heel wat beter voorstelt dan het grof-potsierlijke mannetje, dat zich 52 maal per Jaar komt presenteeren in de boekenstalletjes. Deze week, negentig jaar geleden dan, werd Punch opgericht. De oprichter was Ebenezer Landells, houtsnijder, teekenaar en dagbladeigenaar. Het kapitaal voor zijn onderneming bedroeg 25 pd. st. Hij vond na wat aarzeling een drukkersfirma be reid, zich voor het idee te interesseeren. Die firma heette Bradbury and Evans. En de tegenwoordige uitgevers heeten Brad bury and Agnew. Het is nog dezelfde on derneming; alleen is ze wat van naam veranderd. Het eerste nummer werd na lange voorbereiding gedrukt; en men waagde een som van 111-12 pd. st. aan reclames in de meest verspreide periodie ken van den tijd. Ook werden 100.000 pros pectussen uitgezonden, vertellend van doel en wezen van Punch. De boekwinkels kregen elk een winkelbiljet, waarop de teekening van het thans zoo vermaarde omslag was gedrukt. Er waren er 2000 van. Exemplaren, die thans nog van dit win kelbiljet bestaan, worden door verzame laars druk gezocht, maar zelden gevonden en ze zijn daarom vele malen hun gewicht in goud waard. Zelfs de prospectussen, die werden geleverd voor een stuiver per twin tig stuks, zijn thans rariteiten geworden, waarvoor men graag 5 pd. st. per stuk be taalt Zoo begon Punch; en het voer wel. Het blad kreeg al spoedig gezag en ontwik kelde zich geleidelijk tot dat bijzondere Engelsehe instituut, dat het thans onbe streden is. Voor zoover er ooit ware mede dingers geweest zijn, moesten ze spoedig het onderspit delven. En zeker thans is Punch in het onaantastbaar bezit van zijn terrein, de club der beste kringen, de woningen der welgestelden. Van de geboorte af hebben de samen stellers van het blad verklaard, dat zij in hun teksten en teekeningen onpartijdig waren. Dat zijn zij echter nimmer ge weest In toon ook al klonk hij fluiste rend, is Punch steeds conservatief ge weest. En sedert Labour in Engeland aan hang en macht heeft gekregen, heeft Punch niet meer willen volhouden, dat het onpartijdig was. De tegenwoordige hoofd redacteur Sir Owen Seaman heeft ruiter lijk erkend: „Wij hielden ons voor onpar tijdig toen er twee politieke partijen waren. Toen de socialistische partij begon op te treden vielen wU haar aan. Waarom zouden wij thans, nu ze de regeerings- partij is en machtig, anders handelen? Wij eischen nog het recht op haar aan te vallen, hoewel wij de socialistische regee ring hulde hebben gebracht, waar die haar toekwam." Niet alleen op politiek gebied, maar ook op maatschappelijk gebied wordt Punch vaak partijdigheid verweten. Het verwijt is niet ongegrond en het kan ook niet wor den ontgaan in het geval van een blad, dat bij alles wat het opmaakt de „man sions" en de „estates" voor den geest heeft, waar naar het met eenig recht ver onderstelt zijn lezers verkceren. Punch is in zijn inhoud wel eens selecter dan de élite zelf. Zoo komt het dat er klachten bij de Redactie komen over het feit dat dienstknechten en dienstmaagden te vaak het mikpunt zijn van de kwinkslagen, zoo dat heeren en vrouwen des huizes 't blad niet naar de dienstvertrekken kunnen sturen. Hoewel de geschetste vooringenomen heid ongetwijfeld het karakter van het blad schaadt, kunnen weinigen, hoe hun politiek geloof ook zij, of in welke klasse zij ook verkeeren, aan de aantrekkelijk heid er van weerstand bieden. Eigenaardig is, dat men dat in het algemeen wél tracht te doen. Dat uit zich in de gelijke uitdrukking, die misschien al een halve eeuw bestaat, dat „Punch is not what it used to be". Daar staat tegenover, dat cok iedereen zal verklaren, na het blad in een paar maanden niet te hebben gezien, dat .Punch is as good as ever". Intusschen wanneer de redactie zegt, dat het blad in de humoristische behoeften van alle klassen wil voorzien en dat zegt zij dan moet ze óf dwalen óf onoprecht zijn De eenige concessies aan de opvatting, die het volk van humor heeft, zijn de kostelijke teekeningen van George Belcher, die trouwens ook steeds echte volkstypen uitbeeldt. Maar de trouwste lezers van Punch zijn van meening, dat het blad met Belcher's teekeningen uit den gewensch- ten toon valt. Men zal wel eens hebben gehoord van de beroemde ronde redactie-tafel in het gebouw in Bouverie Street, de zijstraat van de krantenstraat Fleet Street, waar Punch wordt geteekend, geschreven en gedrukt. Die tafel is bekend als de „Old Mahogany Tiee". Ze is echter niet van mahoniehout maar van gewoon vurenhout gemaakt. Men vindt er krabbels en handteekeningen op van artiesten van het verleden en 't heden, die hun krachten aan het blad hebben ge geven, zooals Leech, Phil May en Du Mau- rier e.a. Aan die tafel wordt de wekelijk- sche lunch opgediend, waar de hoofdre dacteur, redacteuren en teekenaars ten getale van tien tot twaalf aanzitten en de twee politieke prenten voor het eerst volgend nummer verzinnen en bespreken. Dat kost tegenwoordig meer hoofdbrekens dan vroeger. Politieke aspecten veranderen snel. Maar de plaat moet Zondags al op de pers, terwijl het blad eerst Woensdag avond uitkomt. Daarom zijn de politieke prenten van Punch veelal niet zoo raak en niet zoo direct als die van de dagbladen. Low en Strube, de politieke teekenaars van de „Evening Standard" en „Daily Express-' doen met hun spotprenten niet alleen meer gezag gelden dan .Raven Hill en Par tridge (Sir Bernard Partridge), de twee politieke teekenaars van Punch, zij zijn bovendien veel geestiger. Ter gelegenheid van zijn 90sten verjaar dag heeft „Mr. Punch" een supplement van 32 bladzijden gegeven, waarin een over zicht wordt geleverd van zijn werk en van dat van zijn land. Het is geschiedenis van bijzonder aantrekkelijken vorm. G. W. P. VAN DOKKUM t. Na een langdurig lijden is te Utrecht gistermiddag overleden de kunstschilder G. W. P. van Dokkum. Hij bereikte den leeftijd van 60 jaar. DR. WILLEM MENGELBERG. Dr. Willem Mengelberg is door de Fran sche regeering bevorderd tot commandeur in de orde van het Legioen van Eer. RECLAME. 9482 l^Te tte. bit te iwiie t ie 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10