arros
nrrrn:
SCHEEPSTIJDINGEN.
Door Sauerland en Westfalen
NAAR DE NOORDPOOL
LONDENSCHE BRIEVEN.
KUNST EN LETTEREN.
De ontmoetingen tusschen Laval en
Briand en Brüning en Curtius zijn har
telijker geweest dan eerst werd aange
nomen. Hoewel iedere partij zijn stand
punt overeind hield, dit verdedigend met
een beroep op de noodzakelijkheid daar
van met het oog op de blnnenlapdsche
situatie is toch ontstaan een elkaar beter
begrijpen en dat heeft toch wel iets te be-
teekenn wanneer op den duur, althans
practische besluiten zich daarbij kunnen
aansluiten. De diverse bezoeken aan Ber
lijn zullen waarschijnlijk de komst der
Franschen naar de Duitsche hoofdstad be
spoedigen en zoodoende de kans vergroo-
ten, dat tusschen belde oude rivalen een
modus wordt gevonden tot ontspanning
der verhoudingen.
Eerst dan wordt de mogelijkheid ge
boren van het omzetten der Duitsche cre-
dieten op korten termijn in credieten op
langen termijn, hetgeen Dultschland alleen
het jaar van het Hoover-plan kan door
brengen, hoe goed het zich overigens
momenteel inwendig ook houdt na al de
getroffen maatregelen, die dit vóór hebben
dat zij de oppositie grootendeels lam heb
ben geslagen. Zoolang immers de loonen
en salarissen veilig zijn gesteld, gelijk tot
dusver, zal onder de talrijkste klassen rust
blijven heerschen en de oppositie die geen
actie kan voeren zonder geld, kan daaraan
niet komen, daar dit vaststaat op de ban
ken. Gelet op de wijze waarop de Duitsche
oppositie van rechts en links te werk gaat,
tijdens deze zware beproeving van het
land, is dat een felicitatie waard.
In ieder geval, zelfs in het gunstigste,
gaat Dultschland nog moeilijke tijden tege
moet, Het wordt een zware winter! En
een voortglijden naar den chaos, zoo men
tenslotte niet tijdig wil inzien, dat het
Youngplan is overleefd, dat Duitschland
niet langer na 12 jaren! is te behan
delen als een „overwonnene" die zich
slechts heeft te onderwerpen. Vooral op de
Fransche politieke meening zal het een
moeilijke operatie zijn, om haar dit te
doen begrijpen.
15 Juli 1932 zal een nieuwe regeling ge
troffen moeten zijn; het is dus kort dag...
RECLAME.
DIVERSE STOOMVAARTBER1CHTEN.
EMMAPLEIN, 23 Juli van Stamboul naar
Odessa.
ALDERAMIN, 23 Juli van La Plata te
Antwerpen.
Losse nummers van ons Blad zijn
behalve aan ons bureau
ook verkrijgbaar bii de
Firma A. HILLEN Stationsweg,
Firma A. J. H. WIJTENBURG,
Haarlemmerstraat 2
W. G. J. VERBURG Sigarenhandel,
Heerenstraat 2
Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24
A. M. VAN ZWICHT,
en bii
JOH. HOGERVORST Haarl.str. 128
en der. Zaterdags bij
A H. v. d. VOOREN H. Rijndijk 74
Kiosk Prinsessekade.
MAAGPIJN, drukking op de maag, ver
stopping, vervuiling van den darm, een
galsmaak in den mond, slechte spijsver
tering, hoofdpijn, beslagen tong, bleeke
gelaatskleur worden door veelvuldig ge
bruik van het natuurlijke „Franz-Josef"-
bitterwater, een glas vol 's avonds kort
voor het naar bed gaan, weggenomen.
735
PACIFIC-JAVA-BENGALEN LIJN.
BINTANG, 23 Juli van Calcutta n. Pacific
Kust.
MIJ. NEDERLAND.
JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, thuisr.,
24 Juli v. Singapore.
KON. HOLL. LLOYD.
DRECHTERLAND, uitr., 23 Juli n.m. 8 u.
van Antwerpen.
ZEF.LANDIA, thuisr., 23 Juli n.m. 10 uur
van Comma.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
BARNEVELD, 24 Juli v. Hamburg te Ant
werpen.
CLIO, 23 Juli v. Algiers n. Malta,
FAUNA, 23 Juli v. R'dam te Lissabon.
HEBE, 23 Juli v. Lissabon n. Amst
NICKERIE, 23 Juli v. Madeira n. Havre.
MEROPE, 23 Juli v, W. Indië te Amst.
CERES, 24 Juli v. Hamburg te Amst.
KON. PAKETV. MIJ.
BOTH, arr. 23 Juli te Amst., terug van
proeftocht.
ROTT. LLOYD.
KOTA TJANDI, 24 Juli v. Java te R'dam.
MODJOKERTO, 23 Juli v. Hamburg te
R'dam.
JAVA-NEW YORK LIJN.
KOTA INTEN, Java n. New York, 24 Juli
van Port Said.
ROTTERDAM—Z.-AMERIKA-LIJN.
ALPHERAT, hulsr., pass. 24 Juli Dun-
geness.
HOLLAND BRITSCH-INDIE LIJN.
HOOGKERK, 23 Juli v. Hamburg n. Rot
terdam.
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
STATENDAM, New York n. R'dam, 24
Juli n.m. 9 u. te Plymouth verwacht.
DINTELDIJK, R'dam n. Pacific Kusct, 23
Juli te Swansea.
HOLLAND—O. AZIE LIJN.
MEERKERK, 23 Juli van R'dam n. Japan.
HOLLAND-AFRIKA LIJN.
AMSTELKERK, 25 Juli n.m. van Lissa
bon te Amst. verwacht.
SCHELDESTROOM, uitr., 23 Juli te Tene-
riffe.
Reizen en reizen is twee.
Je kunt zelf met veel moeite een reis
plan opmaken, voor een streek, waarvan
je wel eens vaag hebt hooren zeggen, dat
het „er toch zoo mooi moet zijn"; je vraagt
soms brochures aan bij een reisbureau,
maar je ontvangt niet, wat je eigenlijk
zoekt, daar zoo'n reisbureau vaak alleen
de in de mode zijnde reizen propageert,
en voor dichtbije, maar meer onbekende
streken geen belangstelling heeft.
Ja je dan op goed geluk tóch maar
naar de als „zoo mooi" geprezen streek
toe, dan loop je vaak nog met het benau
wende gevoel rond: „zou ik nu niet het
mooiste overslaan?" Het kan natuurlijk
meevallen en vooral, als je zoo slim bent
om te bedenken dat er toch „Vereeni-
gingen voor Vreemdelingenverkeer" zijn,
tot welke Je Je wenden kunt. Want vrien
delijker, voorkomender menschen dan
bestuurders van zulke vereenigingen be
staan er niet; dat heb ik gemerkt op de
andere manier van reizen, n.l. volgens een
vastgesteld plan door de mooiste gedeelten
van Sauerland en Westfalen gevoerd te
worden.
De „Wejtfalischer Verkehrs Verband",
zetelende in Dortmund, was n.l. op de
sympathieke gedachte gekomen, aan de
redacties van eenlge Nederlandsche dag
bladen te verzoeken, een vertegenwoor
diger te zenden, om een rondreis te maken.
Zoo had een 10-tal journalisten aan deze
ultnoodiging gehoor gegeven, zoodat wij
elkaar op Maandag 13 Juli in Dortmund
aantroffen, om een afwisselend, misschien
een weinig vermoeiend, maar in ieder ge
val gezellig weekje, gezamenlijk door te
brengen.
Na met elkaar kennis gemaakt te heb
ben, en door den vertegenwoordiger van
den „Westfüllschen Verkehrs Verband",
dr. Wagner, en onzen vice-consul, den
heer Schmidt verwelkomd te zijn, volgde
een kleine bezichtiging van de stad.
Deze stad van „Kohle, Eisen und Bier"
j zooals in een gidsje stond aangegeven,
biedt den toerist echter ook veel aangena
mer dingen (hoewel het bier ook niet te
versmaden is); zij is als uitgangspunt voor
uitstapjes naar het Sauerland en het
Ruhrgebled zeer geschikt gelegen. Niet
alleen heeft de stad, als vele andere, haar
historische monumenten en musea, maar
tevens beschikt zij over een groot aantal
sociale instellingen, zooals de groote Duit
sche fabriekssteden tegenwoordig bijna
allemaal hebben. Dortmund, dat aan den
rand van het industriegebied ligt, en daar
door nog veel onbedorven natuur in zijn
onmiddellijke nabijheid bezit, heeft op
uitnemende wijze voor de belangen en den
gezondheidstoestand van de groote arbei
dersbevolking gezorgd. Daar zijn de uitge
strekte sportvelden, het royale stadion,
het nieuwe zwembad, de Westfalen halle,
één van de grootste sporthallen van
Duitschland, ruimte biedend voor 25.000
menschen, waar o.a. de 6-daagsche wie
lerwedstrijden en de groote bokswedstrij
den plaats vinden.
Een vreemdeling verbaast zich wel,
wanneer hij al dat moois aanschouwt, dat
na den oorlog verrezen is; natuurlijk is
een deel uitgevoerd om werkgelegenheid te
verschaffen voor werkloozen, of worden de
stadsbesturen, door de eischen der radi
cale elementen, er toe gedwongen. De ge
matigde Duitschers zijn het dan ook lang
niet eens met dit soort bouwwoede. En hij
vraagt zich af, hoe de toch zoozeer ver
armde Duitschers dit alles hebben kunnen
betalen. Maar als hij dan hoort dat dit
alles grootendeels bekostigd is uit de lee
ningen, welke ook de Duitsche steden bij
menigte hebben gesloten, dan wordt het
hem ietwat duidelijker, dat Hoovers breed
gebaar wel noodig was, om den stijgenden
financieelen nood te lenigen.
Den volgenden dag al vroeg vangt dc
eigenlijke tocht door het Sauerland aan I
De „Verkehrs Verband" heeft gezorgd
voor een uitstekende, comfortabele reis-
auto, met een kundig chauffeur, die ons j
soms met wel 60 K.M. vaart over, vaak
ook voor hem, onbekende wegen voert.
Voor den eersten dag staat op het I
programma de route DortmundHagen-
HalverLüdenscheid. Met groote snel
heid suist de wagen over de mooie,
gladde wegen, die door de dalen den
rivierloop volgen, of zig-zag tegen de
heuvels op gaan. Spoedig bereiken we de
Hohenseyburg, de trotsche ruïne aan de
Hengtseysee van den grooten hertog Wit-
tekind. Deze hertog had zijn vrijheid
nogal lief, en slaagde er zelfs een keer
in, een Frankisch leger te vernietigen,
maar in 785 was het met zijn onafhan
kelijkheid gedaan: toen moest hij zich
aan Karei de Groote onderwerpen. De
legende gaat, dat Karei de Groote bij
deze gelegenheid tevens den eersten steen
legde voor het kleine kerkje, dat een
paar honderd meter voorbij den burcht
staat, maar zekerheid heeft men hierom
trent nog niet kunnen krijgen.
Van dezen Hohenseyburg af genieten
we van een prachtig uitzicht over de
Ruhrvallei en de Hengsteysee. een stuw
meer om den waterstand van de Ruhr te
regelen.
Dan gaat het verder over Hagen, door
het mooie smalle Volmetal, met hier en
daar kleine fabriekjes, die nog op gc-
zellig-ouderwetsche wijze hun energie,
door waterkracht verkrijgen, naar
Schalksmiihle, waar de „Postmeister"
ons namens den „Verkehrsverein" een
uitgebreide „Kaffee mlt Kuchen" aan
biedt. Het stadje ligt er nog steeds als
centrum van de tjzerlndustrie in het
Volmetal. welke Industrie er sinds plm.
1000 n. Chr., het eerst door monniken en
later door z.g. Ischerschmitten, wordt uit
geoefend. Rustig tusschen de omringende
bergen ligt het er als een ideaal uit
gangspunt voor allerlei uitstapjes, daar
het, als de meeste stadjes van deze
streek, uitstekende autobus- en spoor
wegverbindingen heeft.
Nu gaat de weg steeds hooger tegen
de bergen op. tot we Halver bereiken,
waar de Halversche pers ons een pret
tige verrassing had bereid. Onder het
diner, in een typisch Duitsch hotel, waar
van de eigenaar door zijn geweldigen om
vang een (ietwat langzaam) wandelende
reclame was voor zijn goede keuken,
werd ons een exemplaar van de „Halver
sche Zeitung" aangeboden. Hierin werd
ons in het Hollandsch een welkom toe
geroepen; welke eer, zoover we konden
nagaan, in het buitenland nog maar zel
den aan Hollandsche journalisten was tc
beurt gevallen.
Het blijkt dus wel dat men op de I
vreemdelingen gesteld Is. Trouwens, in
vele plaatsjes van het Sauerland is er I
een „vreemdelingen industrie" ontstaan,
daar de ljzerindustrie, die er het belang
rijkste was, het vaak niet meer kan bol
werken tegen de groote concurrenten in
de Ruhrstreek. En daar ln al deze plaat
sen de hotel- en penslonprljzen betrek
kelijk laag zijn, van 57 mark per dag,
heeft deze industrie een groote kans van
slagen.
We rijden nu verder door verschillende
dorpjes en stadjes, alle, zonder uitzonde
ring, romantisch gelegen, echte oorden
om na een ingespannen jaar van wer
ken, eens heerlijk uit te rusten en in de
mooie natuur, ln de klare atmosfeer dezer
bergen, zijn rust weer te vinden.
Bij elk stadje worden we verwelkomd
door een burgemeester of andere autori
teit die ons door zijn „Amtsgebiet" voert;
ik telde er wel zeven, wat aan één onzer
de opmerking ontlokte, dat „in deze
streek de burgemeesters er goed bijston
den voor den tijd van het jaar".
En zoo gaat het door, over een ouden
heerweg hoog over de bergruggen, met
onvergetelijke vergezichten tot in het
Rijnland toe, over Klerspe en Meinerz-
hagen, naar Lüdenscheid, het centrum
van het „Markische Sauerland".
Reeds in de 14e eeuw was dit een be
langrijke stad zij had uitvoer van Ijzer
en staal naar de Hanzesteden van Hol
land en Vlaanderen. Later, toen de groot
industrieën veld wonnen, ging Lüden
scheid sterk achteruit, tot het sinds 1820
door een grooteknoopenindustrie
weer sterk aan belangrijkheid won.
Op het oogenbllk is het tevens een
centrum van wintersport. Het zal mis
schien nog weinig bekend zijn, dat zoo
dicht bij Nederland goede wintersport
plaatsen zijn. Deze bergen, met groote,
hellende bergweiden, zijn uitstekend ge
schikt voor de ski-sport, en door de ta
melijk groote hoogte (ruim 500 M.) ligt
hier van December tot eind Februari een
dik sneeuwdek. Verschillende ski-wegen
en schansen zijn hier aangelegd, terwijl
de plaatseijke clubs 's winters ski-cursus
sen organiseeren. In de onmiddellijke
nabijheid, op de Versetalsperre, is er bo
vendien gelegenheid tot schaatsenrijden.
Zoo kon dus Lüdenscheid een vroolljke,
drukke stad zijn.
In deze kritieke dagen v/as het er ech
ter heelemaal niet vroolijk. Reeds langen
tijd is er, als in zoo vele Industrieplaat
sen, de nood hoog gestegen, en er
heerscht veel werkloosheid. Deze is nu
nog wel niet zoo groot als b.v. in Hagen,
waar ruim 900/o van de arbeiders werkloos
is, maar hier is het percentage toch nog
wel 50.
Herr dr. Ehmer, direct.-hoofdredacteur
van het plaatselijke dagblad, vertelde mij
het één en ander van den grooten nood
van het Duitsche volk, die ln zoo'n
scherpe tegenstelling staat met het vroo-
lijke, lachende, afwisselende landschap
waardoor wij reizen.
„Indien u weet", aldus dr. Ehmer, „dat
van de 64 millioen inwoners van Duitsch
land, slechts 360 duizend een Inkomen
boven de 8000 mark hebben, en dat van
de 32 millioen werknemers op het oogen-
blik 35"/» moet leven van een inkomen
beneden de 200 mark per maand, dan
typeert dat toch wel den wanhopigen
toestand, waarin wij, door den oorlog,
geraakt zijn. Niet alleen wordt onze
export bemoeilijkt door zware rechten,
maar bovendien door het ontstaan van
kunstmatig in het leven gehouden
industrieën van de nabuurstaten, Polen,
Tsjecho Slowakije enz., welke vroeger
landbouwstaten waren. Daarbij komt dat
de middenstand er op het oogenblik zeer
ernstig aan toe is, zijn kapitaal is in den
inflatietijd absoluut vernietigd. De mid
denstander heeft sindsdien nog niet ge
noeg kunnen sparen, zoodat ook nu vaak
het bedrijfskapitaal nihil is; hij leeft dan
ook op credieten. Het Is dus geen wonder, 1
dat deze vroeger gezonde groep langzaam.
maar zeker zal uitsterven. Indien er niet
spoedig hulp opdaagt.
En dan hebben we het gevaar van onze 1
jeugd. Door den slechten toestand en de
werkloosheid gaan duizenden studeeren,
die er maar eenigszins toe in staat zijn,
om zoodoende het tijdstip om practisch
het leven in te gaan. eenige jaren te ver
schuiven, in de hoop dat de omstandighe
den dan beter zullen zijn.. Hun leven is
verre van aangenaam, sommigen krijgen
toelagen van huis, gemeentesteun of een
rijksbeurs, maar meestal is dat te weinig
en velen moeten van een 80 mark per
maand rondkomen.
En gedurende dezen armoedlgen studie
tijd wordt de jeugd extremistisch, zij
wordt er toe gedreven door haar moeilijke
omstandigheden. Zij zoekt in het commu
nisme of het fascisme niet de voldoening
van ideeële, maar die van materieele be
hoeften; zij redeneert „slechter dan de
laatste jaren kan het al niet worden."
Deze na-oorlogsche Duitsche jeugd is „er-
hitzt". is sinds den inflatietijd niet meer
op haar verhaal kunnen komen.
En weer krijgt de generatie, die de jaren
'14 tot '18 doorzwoegde, die de daarop
volgende ellende van de inflatie het meest
voelde, en die nu, na eenige jaren van
rust, in de kracht van haar leven is, deze
„geopferte Generation" zooals een Roe
meen haar eens noemde, de taak. de
harde ondankbare taak, om het oude
Duitschland intact te houden, den radica
len voor te houden, dat hun principes
voorzeker verderf zullen brengen, en het
onwelwillende deel van het buitenland te
waarschuwen: „meer kunt ge ons niet op- I
leggen, want dan bezwijken wij, en gij zelf
zeker ook."
Reeds is door het talmen van Frankrijk,
om zijn goedkeuring te hechten aan het
Hooverplan, door de erop volgende nervo-
siteit op de beurzen 3 millard mark aan
vreemd kapitaal in ondernemingen terug
getrokken uit Duitschland, terwijl anders
door de Staat aan herstelbetalingen 1.7
milliard betaald moest worden. Én weer
staat, de „geopferte Generation" voor de
moeilijkheid, om het vertrouwen te doen
herleven, om het kapitaal te doen toe
vloeien. opdat een zwaar geteisterd
Duitschland zich weer moeizaam, doch
zeker, zal kunnen oprichten".
Zoo ongeveer sprak deze Duitsche oud
officier, die het goed met zijn land
meende.
Hebt U het Petitionnement
voor Internationale Ontwapening
al geteekend, voorkomende op
pagina 1 van het Eerste Blad?,
De „Graf Zeppelin" is gistermiddag goed te Berlijn gearriveerd en vlot te Staaken
aan den ankermast bevestigd. Hedenmorgen voortzetting van de reis naar Petrograd.
(Van onzen correspondent.)
PUNCH.
16 Juli 1931
Negentig jaar oud is nu het bladjnet den
naam van het mannetje met den krom
men rug en den havikneus. Iedereen in
de wereld, die iets meer weet dan wat
zijn eigen grond hem heeft geleerd, kent
het omslag, dat alle vernieuwing heeft ge
tart en dat alleen en dan nog maar
sedert eenige Jaren een blos heeft ge
kregen. Het moet een van de hardnek
kigste en oudste blad-omslagen van dit
aardrijk zijn.
Punch, afkorting van Punchinello, En-
gelsch voor het Vlaamsche Poesjenelle en
voor ons Jan Klaassen, is als drager van
den Engelschen humor naar zijn idee de
verkeerde figuur. Trouwens de humor van
Punch is alleen typisch voor het gevoel
van humor van een kleine schare Britten.
En er zijn boosaardige tongen, die beweren
dat de humor van Punch niet echt maar
gemaakt is. Laten wij daarover niet rede
twisten. Maar het is zeker, dat de humor
van dezen negentigjarige geen volksmaak
sel ls. En om er nu Punch of Jan Klaassen
weer bij te halen, deze figuur zal men toch
in het algemeen willen vereenzelvigen met
den humor, die uit het volk komt, met de
hartigheid, de breedheid en eventueel de
grofheid, welke dien humor kenmerken.
Daarom ls deze marionet op het meest
vermaarde spotblad van Engeland tegelijk
een anachronisme en een tegenstrijdig
heid. De traditie wil hem daar houden op
dat onveranderlijke omslag. Maar van alle
kunstenaars, schrijvende en teekenende,
die Punch maken, schijnt de „art editor".
Frank Reynolds, den meestcn Jast van die
traditie te hebben. Wanneer hij de om
slagen teekent voor de extra-nummers, de
Zomernummers en den Almanak, dan
wordt de oude Punch een modern man,
weliswaar met een miniatuur-bultje en
met dien krommen neus, maar niettemin
een mijnheer van Engelsch cachet, niet al
te grotesk met zijn hondje op het strand,
of in jaquet en hoogen hoed bij de
rennen. Dat is dan een koddig en niet zoo
erg wanstaltig heertje, die in zijn verfijnde
kleedij en zijn .gentlemanly" houding den
inhoud van Punch van elke week heel wat
beter voorstelt dan het grof-potsierlijke
mannetje, dat zich 52 maal per Jaar komt
presenteeren in de boekenstalletjes.
Deze week, negentig jaar geleden dan,
werd Punch opgericht. De oprichter was
Ebenezer Landells, houtsnijder, teekenaar
en dagbladeigenaar. Het kapitaal voor zijn
onderneming bedroeg 25 pd. st. Hij vond
na wat aarzeling een drukkersfirma be
reid, zich voor het idee te interesseeren.
Die firma heette Bradbury and Evans. En
de tegenwoordige uitgevers heeten Brad
bury and Agnew. Het is nog dezelfde on
derneming; alleen is ze wat van naam
veranderd. Het eerste nummer werd na
lange voorbereiding gedrukt; en men
waagde een som van 111-12 pd. st. aan
reclames in de meest verspreide periodie
ken van den tijd. Ook werden 100.000 pros
pectussen uitgezonden, vertellend van doel
en wezen van Punch. De boekwinkels
kregen elk een winkelbiljet, waarop de
teekening van het thans zoo vermaarde
omslag was gedrukt. Er waren er 2000 van.
Exemplaren, die thans nog van dit win
kelbiljet bestaan, worden door verzame
laars druk gezocht, maar zelden gevonden
en ze zijn daarom vele malen hun gewicht
in goud waard. Zelfs de prospectussen, die
werden geleverd voor een stuiver per twin
tig stuks, zijn thans rariteiten geworden,
waarvoor men graag 5 pd. st. per stuk be
taalt
Zoo begon Punch; en het voer wel. Het
blad kreeg al spoedig gezag en ontwik
kelde zich geleidelijk tot dat bijzondere
Engelsehe instituut, dat het thans onbe
streden is. Voor zoover er ooit ware mede
dingers geweest zijn, moesten ze spoedig
het onderspit delven. En zeker thans is
Punch in het onaantastbaar bezit van zijn
terrein, de club der beste kringen, de
woningen der welgestelden.
Van de geboorte af hebben de samen
stellers van het blad verklaard, dat zij in
hun teksten en teekeningen onpartijdig
waren. Dat zijn zij echter nimmer ge
weest In toon ook al klonk hij fluiste
rend, is Punch steeds conservatief ge
weest. En sedert Labour in Engeland aan
hang en macht heeft gekregen, heeft
Punch niet meer willen volhouden, dat het
onpartijdig was. De tegenwoordige hoofd
redacteur Sir Owen Seaman heeft ruiter
lijk erkend: „Wij hielden ons voor onpar
tijdig toen er twee politieke partijen
waren. Toen de socialistische partij begon
op te treden vielen wU haar aan. Waarom
zouden wij thans, nu ze de regeerings-
partij is en machtig, anders handelen? Wij
eischen nog het recht op haar aan te
vallen, hoewel wij de socialistische regee
ring hulde hebben gebracht, waar die
haar toekwam."
Niet alleen op politiek gebied, maar ook
op maatschappelijk gebied wordt Punch
vaak partijdigheid verweten. Het verwijt is
niet ongegrond en het kan ook niet wor
den ontgaan in het geval van een blad,
dat bij alles wat het opmaakt de „man
sions" en de „estates" voor den geest
heeft, waar naar het met eenig recht ver
onderstelt zijn lezers verkceren. Punch is
in zijn inhoud wel eens selecter dan de
élite zelf. Zoo komt het dat er klachten
bij de Redactie komen over het feit dat
dienstknechten en dienstmaagden te vaak
het mikpunt zijn van de kwinkslagen, zoo
dat heeren en vrouwen des huizes 't blad
niet naar de dienstvertrekken kunnen
sturen.
Hoewel de geschetste vooringenomen
heid ongetwijfeld het karakter van het
blad schaadt, kunnen weinigen, hoe hun
politiek geloof ook zij, of in welke klasse
zij ook verkeeren, aan de aantrekkelijk
heid er van weerstand bieden. Eigenaardig
is, dat men dat in het algemeen wél
tracht te doen. Dat uit zich in de gelijke
uitdrukking, die misschien al een halve
eeuw bestaat, dat „Punch is not what it
used to be". Daar staat tegenover, dat
cok iedereen zal verklaren, na het blad in
een paar maanden niet te hebben gezien,
dat .Punch is as good as ever". Intusschen
wanneer de redactie zegt, dat het blad
in de humoristische behoeften van alle
klassen wil voorzien en dat zegt zij
dan moet ze óf dwalen óf onoprecht zijn
De eenige concessies aan de opvatting,
die het volk van humor heeft, zijn de
kostelijke teekeningen van George Belcher,
die trouwens ook steeds echte volkstypen
uitbeeldt. Maar de trouwste lezers van
Punch zijn van meening, dat het blad met
Belcher's teekeningen uit den gewensch-
ten toon valt.
Men zal wel eens hebben gehoord van
de beroemde ronde redactie-tafel in het
gebouw in Bouverie Street, de zijstraat van
de krantenstraat Fleet Street, waar Punch
wordt geteekend, geschreven en gedrukt.
Die tafel is bekend als de „Old Mahogany
Tiee". Ze is echter niet van mahoniehout
maar van gewoon vurenhout gemaakt. Men
vindt er krabbels en handteekeningen op
van artiesten van het verleden en 't heden,
die hun krachten aan het blad hebben ge
geven, zooals Leech, Phil May en Du Mau-
rier e.a. Aan die tafel wordt de wekelijk-
sche lunch opgediend, waar de hoofdre
dacteur, redacteuren en teekenaars ten
getale van tien tot twaalf aanzitten en
de twee politieke prenten voor het eerst
volgend nummer verzinnen en bespreken.
Dat kost tegenwoordig meer hoofdbrekens
dan vroeger. Politieke aspecten veranderen
snel. Maar de plaat moet Zondags al op
de pers, terwijl het blad eerst Woensdag
avond uitkomt. Daarom zijn de politieke
prenten van Punch veelal niet zoo raak en
niet zoo direct als die van de dagbladen.
Low en Strube, de politieke teekenaars van
de „Evening Standard" en „Daily Express-'
doen met hun spotprenten niet alleen
meer gezag gelden dan .Raven Hill en Par
tridge (Sir Bernard Partridge), de twee
politieke teekenaars van Punch, zij zijn
bovendien veel geestiger.
Ter gelegenheid van zijn 90sten verjaar
dag heeft „Mr. Punch" een supplement van
32 bladzijden gegeven, waarin een over
zicht wordt geleverd van zijn werk en van
dat van zijn land. Het is geschiedenis van
bijzonder aantrekkelijken vorm.
G. W. P. VAN DOKKUM t.
Na een langdurig lijden is te Utrecht
gistermiddag overleden de kunstschilder
G. W. P. van Dokkum. Hij bereikte den
leeftijd van 60 jaar.
DR. WILLEM MENGELBERG.
Dr. Willem Mengelberg is door de Fran
sche regeering bevorderd tot commandeur
in de orde van het Legioen van Eer.
RECLAME.
9482
l^Te tte. bit te iwiie t ie
2—3