r
v
VAOERÜNDSCHE BANK
B°/n t7bu«sas™ ft 100
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 Juli 1931
Derde Blad No. 21880
Hl Buiten!. Weekoverzicht.
HEEREN-BAAl
fesW^^^^tOSOct.ptrons
OUDE BOUWKUNST
RONDOM LEIDEN.
RADIO-PROGRAMMA.
FINANCIEEL OVERZICHT.
FEUILLETON.
OVERTROEFD.
Langs moeilijke paden voorwaarts?
Toen wij ons vorig overzicht schreven,
leek de horizon aanmerkelijk opgeklaard,
daar Frankrijk tenslotte in principe het
Hoover-voorstel eindelijk had aanvaard;
zij het ook, dat eenige ondergeschikte
punten nog door deskundigen te Londen
zouden moeten worden geregeld. Bekend
is echter het spreekwoord: schijn bedriegt
Zoo ging het ook hier. Frankrijk heeft te
I lang geaarzeld en de paar weken, die
I verliepen tusschen het afkomen van het
I voorstel-Hoover en het aanvaarden door
Frankrijk hebben Duitschland aan den
rand van den afgrond gebracht. Dat Hoo-
ver roo onverwacht met zijn hulp-voorstel
Europa verraste, heeft, toen daarover zoo-
reel tijd verliep, alle gelegenheid geschon-
bn aan allen, die ongerust werden, de op
korten termijn verstrekte credieten op te
ïggen en anderdeels den Duitschen defai-
risten in staat gesteld hun geld naar het
I buitenland te brengen. De Duitsche finan-
I cien liepen tengevolge van deze combinatie
I hopeloos vast en de regeering zag zich ge-
I noodzaakt de banken en beurzen eenige
I dagen te sluiten; vooral, toen een der
grootste banken, bekend onder den naam
Oanat-bank, zijn loketten moest sluiten
Opnieuw werd een dringend beroep gedaan
op de mogendheden tot directe hulpver
lening. De directeur der Rijksbank, dr.
Luther, begaf zich zelfs per vliegmachine
naar Londen, Parijs en Bazel om door
mondelinge besprekingen de Duitsche zaak
te bepleiten, maar succes had zijn reis niet
in het minst, behalve dan dat de Bank
voor Internationale Betalingen het ver
vallend bedrag van 100 millioen eenige
maanden verlengde, wel het minste, wat
gedaan kon worden.
Diep gaapte voor Duitschland de af
grond en t. meer, waar de nationaal-
socialisten, Duitsch-nationalen en com
munisten zich opmaakten om alle moge
lijke politiek gewin te halen uit den gang
van zakenInplaats van een eenheids
front zag men een hopelooze verdeeldheid
in den grootsten nood!
Het buitenland reageerde precies op de
zelfde wijze als bij het Hoover-voorstei.
Algemeen was men wel tot hulp bereid
alleen Frankrijk had wederom dezelfde
bezwaren, die in hoofdzaak van politie-
ken aard zijn, zooals men weet. Van
diverse zijden werd pressie uitgeoefend om
Frankrijk tot andere gedachten te bren
gen, maar niets mocht baten: Frankrijk
was en bleef onvermurmbaar
Toen klemde de Duitsche regeering de
tanden op elkaar, vaardigde voor de zoo-
veelste maal eenige noodverordeningen uit
tot regeling van het geld-verkeer en bleef
in eigen huls althans voorloopig den toe
stand baas; zelfs beter dan men in het
algemeen had durven verwachten in die
kringen, waar men den moed nog niet
i heelemaal had laten zinken. Dat gaf
eenigen tijd respijt en die dagen heeft
men zich ten nutte gemaakt. De Ameri-
kaansche staatssecretaris Stimson kwam
uit Rome naar Parijs en Henderson, de
Engelsche minister van buitenlandsche
zaken voegde zich daar weldra bij hem.
Henderson zou dan van Parijs naar Ber
lins doorgaan, waarheen Mc. Donald zich
pt. vliegtuig eveneens zou begeven om het
Duitsche bezoek aan Chequers te beant
woorden. Het is echter wel heel anders
geloopen! Stimson en Henderson hebben
hun uiterste best gedaan om Frankrijk te
bewegen wat meer toeschietelijkheid te
betoonen, maar alle pogingen liepen dood
op de Fransche achterdocht tegenover
Duitschland. Toen kwam het inzicht, dat
niet verder was te komen zonder een
Fransch-Duitsche toenadering, hetgeen
evenwel makkelijker gezegd was dan ge
daan. Vooral ook, waar voor beide landen
het prestige in het geding was gekomen
en dat is een zeer teer onderwerp!
In Frankrijk had de publieke opinie
zich in groote meerderheid vastgelegd op
voldoening van de politieke eischen, neer
komend op afzien van de tolunie met
Oostenrijk en van pantserkruiser B; in
Duitschland verzette zich echter de pu
blieke opinie hardnekkig tegen iedere po
litieke concessie in ruil voor finantieele
hulp. onverschillig in welken vorm deze
zou worden geboden. Beide landen ston
den dus wel diametraal tegenover elkaar
In Frankrijk was men bovendien steeds
gepikeerd, dat de Duitsche ministers zich
verzetten tegen op hen geoefenden drang
naar Parijs te komen, hoezeer te begrij
pen was, dat daarvoor eerst de weg moest
worden gebaand, opdat zelfs de schijn
werd vermeden, dat de gang naar Parijs
een gang naar Canossa zou beteekenen.
In deze moeilijke omstandigheden
schijnt het Henderson gelukt te zijn een
uitweg te vinden en naar het zich laat
aanzien is het zijn verdienste, dat de mo
gelijkheid is gevonden van een Duitsch
bezoek aan Parijs, zonder dat aan 't pres
tige van een van beide partijen wordt ge
raakt. Plotseling kwam de tijding af, dat
Brüning en Curtius naar Parijs zouden
komen en als onze lezers dit overzicht
onder de oogen krijgen, bevinden zich de
beide Duitsche ministers reeds in bespre
king met hun Fransche collega's.
Door dit bezoek is de reis der Engelsche
ministers naar Berlijn voorloopig uitge
steld doch dit beteekent geen verlies.
Inmiddels heeft McDonald het initiatief
genomen voor een volgenden stap: hij
heeft de diverse leidende ministers uitge-
noodigd tot een conferentie te Londen en
deze uitnoodiging is aangenomen, nadat
Frankrijk zich eerst weer had verzet. Het
Duitsche bezoek heeft echter een omme
keer bij de Franschen gewekt.
De Londensche conferentie krijgt uit den
aard der zaak pas recht van bestaan, als
de Fransch-Duitsche besprekingen tot een
resultaat leiden; anders is zij geheel over
bodig. De gisteren bijeengekomen con
ferentie van deskundigen te Londen ver
keert trouwens in dezelfde weinig begee-
renswaardige positie! Zij kan hoogstens
eenig voorbereidend werk verrichten, doch
moet verder ook afwachten!
Aller oog is nu op Parijs gevestigd. Ge
lukkig zijn Stimson en Henderson nog
aanwezig om bemiddelingsdiensten te ver-
leenen. Jammer, dat de Fransche pers in
de gegeven omstandigheden niet een
betere wachter voor haar uitingen heeft
gezet. Zij blijft immers op de meest on
verzoenlijke wijze pleiten voor handhaven
der politieke eischen, waar toch voldoende
zeker is, dat Duitschland alleen langs ver
kapte wegen daartoe zou kunnen over
gaan, wil 't niet in eigen land een orkaan
ontketenen, waarvan de omvang moeilijk
is te raden Gelukkig is de Fransche
regeering niet zoo halsstarrig meer, daar
de franc ook niet onaantastbaar is ge
bleken
De kansen, dat de wereld een beteren
tijd tegemoet gaat, een tijd van algemeene
toenadering en elkaar beter begrijpen,
staan thans niet slecht, doch men vergete
daarbij niet, dat nog heel wat staketsels
genomen moeten worden
Ook en vooral, wanneer thans een op
lossing wordt gevonden; dan beginnen de
moeilijkheden eerst recht. Dan moet wor
den getornd aan het Young-plan
RECLAME.
SMMabk ECHTE FR1ESCHE
6176
OEGSTGEEST.
I.
Volgens de theorieën der geologen moet
in den vóórhistorischen tijd een groot deel
van den bodem van ons land een binnen
zee zijn geweest, of liever een „Hof" zooals
men ze nu nog vindt aan de kusten der
Oostzee. Dit „Hof" waarin de groote rivie
ren hun water ontlastten, zou van de
Noordzee gescheiden zijn geweest door een
landtong, een Nahrung, de „schoorwal".
Door den voortdurenden aanvoer van
zand en klei werd de bodem van het „Hof"
steeds ondieper en het eerst hieven zich
als hooge zandbanken de „geesteilanden"
er boven uit die in den loop der eeuwen vóór
onze jaartelling bedekt werden met bos-
schen, welke zich voortdurend verder uit
strekten over den omringenden boven
water komenden bodem. Bosschen en
moerassen wisselden elkaar af in den tijd
van den Cimbrischen vloed en na deze
catastrophe langzamerhand opnieuw.
Nederzettingen van menschen zullen er
waarschijnlijk in Holland ook het eerst ge
weest zijn op de geesteilanden, de^ natuur
lijke hoogten, waarop thans Oëgstgeest,
Rijnsburg, Voorschoten, Voorhout, Sas-
senheim, enz. liggen. En wellicht zullen
deze geesteilanden reeds bewoond zijn ge
weest, voordat in de moerassige wilder
nis, waar de beide Rijnarmen en de Mare
samenvloeiden, een nederzetting ontstond,
die later den naam Leiden ontving.
We beginnen dus met Oegstgeest een
pluimpje te geven, omdat het wel eens
ouder dan Leiden kon zijn.
Geologisch is de plaats, waar het
„Groene Kerkje" staat, zeker ouder dan
onze Leidsche bodem.
De fantasie beweert, misschien niet
zonder grond van waarschijnlijkheid, dat
de geestheuvel van het „Groene Kerkje"
bij het begin onzer jaartelling een Ger-
maansche dingplaats was, evenals het
Engelanderholt en het Solsche veld op de
Veluwe, de Kroezeboom bij Tubbergen, de
Ballerkuil bij Rolde, de Upstalboom bij
Aurich in Oost-Friesland. Ook Domburg
in Zeeland en Dommerholt in den Achter
hoek zouden gerichtsplaatsen zijn ge
weest. Dom is de oude beteekenis van
doemgericht. Het spreekt vanzelf, dat de
Kaninefaten ergens een typische plaats
moeten hebben gehad, waar recht werd
gesproken en waar over 't wel en wee van
den stam werd beschikt. En door zijn
eigenaardige ligging heeft dat de bewuste
heuvel kunnen zijn.
Iets grooter is de waarschijnlijkheid,
dat op deze plaats later een Romeinsche
burcht werd opgericht. Bewezen is het
niet door latere opgravingen, maar
Joachim Oudaen, Rijnsburger van geboorte
(1628), grondig kenner van de archeologie
en de geschiedenis zijner omgeving, in
zijne dagen wellicht ook de beste penning
kundige, vertelt in zijn „Roomsche Moo-
gentheyt" (1664) dat uit den bewusten
heuvel heel wat scherven van Romeinsch
aardewerk zijn te voorschijn gekomen. Dat
moet dan gebeurd zijn in 1662 toen het
„Groene Kerkje" in hoofdzaak zijn tegen-
woordigen vorm ontving.
Dat hier reeds zeer vroeg een Christe
lijk bedehuis verrees, vroeger dan overal
in onze omgeving, staat wel vast.
Historisch is, dat Willebrord in 695 de
eerste bisschop van Utrecht werd en
verder dat Karei Martel hem omstreeks
700 deze streek heeft geschonken.
Willebrord zou bij zijn missiereizen hier
hebben gepredikt en tal van heidenen
hebben bekeerd. Volgens de legende zou hij
het laatst in 738 te Oegstgeest hebben ge
predikt en er den bouw van een kerkje
hebben bevolen, waartoe, alweer volgens
de legende, de overblijfselen van de
Romeinsche sterkte en de dichte bosschen
der naaste omgeving overvloedig bouw
stoffen zouden hebben opgeleverd. De
nieuwe bekeerlingen vroegen en verkregen
van Willebrord de verzekering, dat hij
zelf over een jaar het kerkje zou komen
inwijden. Echter voor dat het jaar om
was, stierf Willebrord.
Eindelijk was de dag der wijding aange
broken en stonden de geloovigen met de
priesters rondom het kerkje. Men twij
felde niet, of de Heilige zou op eene of
andere wijze zijn woord gestand doen. En
zie, aldus de legende, terwijl men zich
verootmoedigde in gebed, terwijl de zon
hoog stond aan een onbewolkten hemel,
daalde plotseling een fijne, geurige regen
neer en besprenkelde van buiten de
muren, terwijl in de kerk gezang als van
engelenstemmen werd vernomen. Vol
geestdrift betrad men het heiligdom en
zag tot zijn verbazing, dat een onzichtbare
hand kruislings over den vloer het
Latijnsche en Grieksche alphabeth
schreef, gelijk de bisschop dat doet bij een
kerkwijding, terwijl tevens de wanden be
sprenkeld werden met water en het altaar
en de liturgische kruisen werden gezalfd
met chrisma, alles door dezelfde onzicht
bare hand. Zoo had dus volgens de legende
de Heilige bisschop Willebrord na zijn
dood zelf het kerkje gewijd, dat voortaan
ook zijn naam zou dragen.
Sommigen meenen het is althans
lang een volksgeloof geweest dat tel-
kenjare nog omstreeks den dag der
wijding de wanden van het „Groene
Kerkje" vanzelf vochtig worden.
Het eerst bekende stuk, waarin de kerk
te Oegstgeest wordt genoemd onder den
naam van Kerkwerve is de reeds vroeger
genoemde blafferd of goederenlijst van
het Stift van St. Maarten, waarvan het
oudste gedeelte is samengesteld tusschen
777 en 866. We vinden daarin Rinesburg,
Leithon, Warmelda, Foreschate, Kerk
werve. enz. genoemd. Later vinden we in
verschillende stukken de namen: Orest-
gest. Osteresgeest, Ostergeest. Dit doet
ons in 't voorbijgaan even opmerken, dat
Oegstgeest oorspronkelijk Oostergeest be
teekent.
Zonder twijfel is de kerk van Oegst
geest, in ieder geval een der oudste van
Rijnland. Zij is de moederkerk der
kapellen te Warmond, Rijnsburg, Leimui-
den, Rijnsaterwoude en Esselijkerwoude.
Ook de voormalige Vrouwenkerk aan het
Marendorp, de tegenwoordige Haarlem
merstraat te Leiden was een dochterkerk
van Oegstgeest. Kerkelijk nam Oegstgeest
dus in de eerste eeuwen van het Chris
tendom in Holland een belangrijke plaats
in. Eerst in de 12de en 13de eeuw werden
genoemde kapellen tot zelfstandige paro
chiekerken verrezen.
Het plaatje hierboven afgedrukt geeft
een schets van de kerk omstreeks 1600,
toen na de verwoesting van ongeveer 1572
een deel door de Hervormden werd ge
bruikt terwijl de rest tot 1662 in ruïne
bleef liggen.
RECLAME.
VOOR BELASTE WAARDEN
•«-GRAVENHAGE
U m. jaarl. aitlotine
VOOR ZONDAG 19 JULI.
Hilversum, 1875 M. 3.3012.00: VARA.
12.00—5.00: AVRO. 5.00—6.00: VARA.
6.00—8.00: VPRO. 8.00—12.00: AVRO.
8 308 45: Gymnastiekles o. l.v. G.
Kleerekoper 8.50: Voetbalnieuws en
Postduivbnberichten 9.00: S. S. Lan-
tinga: „Onze oude boomen" 9.30: Con
cert VARA.-orkest o. 1. v. H. de Groot
10.00: Voordracht door Martien Beversluis
10.20: Vervolg concert 11.00: Toe
spraak door G. J. Zwertbroek 11.20
12.00: Slot concert 12.00: Concert
Omroeporkest o.l.v. N. Treep 1.00: L.
J. Jordaan: „De groote regisseurs" 1.30:
Vervolg concert 2.00: Herman Robbers:
„Het nieuwste boek van de Schartens
2.30: Het Omroeporkest 3.00: C. Höwe-
ler: „Humor in de muziek" 3.30: Zang
door Dameskoor. Leerlingen van Jans
Bierma en Stans Le Cosquino de Bussy.
Vleugel: A. Sleeswijk 4.005.00: Gramo-
foonplaten 5.00—6.00: Concert. VARA.-
septet o.l.v. Is. Eyl 6.00: J. C. Lamster:
„Mooi en nijver Insulinde" 6.30: Ds. F.
W. J. v. d Kieboom: „Zich laten leiden".
Met muzikale medewerking 8 00: Vaz
Dias 8.15: Aansluiting Kurhaus Sche-
veningen. Concert Residentie-orkest o. 1. v.
Leo Ruygrok M. m. v. Stefan Askanse
(piano) 9.00: Voordracht door Mr. A.
W. Kamp 9.35: Vervolg Kurhaus 10.30
11.30: Kovacs Lajos en zijn orkest. Re
freinzang: Bob Scholte 11.3012.00:
Gramofoonpl.
Huizen. 298 M 8.30—9.30: KRO.
9.30—12.15: NCRV. 12.155.00: KRO.
5.00—7.45: NCRV. 7.45—11.00: KRO.
8.309.30: Morgenwijding door Pater Lec
tor. J. Dito O.P. 9.309.50: Orgelconcert
door mej. M. Zondervan 9.50: Kerk
dienst uit de Geref. Kerk (H.V.) te Leeu
warden Orgel Mej. M. Zondervan. Na af
loop tot 12.15: Orgelspel door M. Zonder
van 12.151.30: Concert. KRO.-Sextet
o.l.v. P. Lustenhouwer 1.302.00: Prof.
J. Veraart: „Kapitalisme en Katholicisme"
2.00—2.30: K. Sperings: Meisjes uit
onze straat 2.30300: Gramofoonpl.
3.005.00: Concert door „The Dutch Gent
lemen Band", uit Artis. Amsterdam
5.00: Kerkdienst uit de Groote Kerk te
Hilversum. Na afloop tot 7.45: Zang door
Dameskoor o. I. v. Mevr. B. JonckersTig-
gers 7.458.10: PTTCasteel: „Gedenk
schriften" door P. J. Troelstra (4de deel
Storm) 8.10: Voetbaluitslagen 8.15
10.40: Concert KRO.-orkest o.l.v. J. Ger
ritsen. M. m. v. Mevr. GeyselGessmann
(sopraan), c.a. 9.30 Vaz Dias 10.40
1100: Epiloog door het Klein Koor o.l.v.
J. H. Picckers.
Daventry, 1554 M. 3.20: Populair
concert (piano-tenor) 4.05: Kinderuur
tje 4.20: Missionair praatje 4.35:
Symphonieconcert 5.35: Concert door
het omroepkoor,6.00: Motetten van
Holst 6.20: Lezing 8.20: Kerkdienst
9.05: Liefdadigheidsoproep 9.10:
Nieuwsber. 9.25: Concert. Tom Jones en
het Grand Hotel Eastbourne orkest 10.50
Epiloog.
Langenberg, 473 M. 7.209.20: Or
kestconcert 8.208.50: Morgenconcert
8.2510.20: Morgenwijding 10.20
10.50: Auto-rennen van de Nürburg-Ring
11.4012.30: Quatremains van Beet
hoven (piano) 1.202.50: Orkestcon
cert. I. d. pauze verslag van autorennen
5.20—6.20: Orkestconcert 6.207.20:
Koorzang en orgelspel 8.20: „Rigoletto"
opera van Verdi 11.2012.20: Dans
muziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.20:
Morgenwijding 12.50: Orgelconcert
1.20: Dansmuziek 1.50: Gramofoonpl.
6.20: Gramofoonpl. 8.20: Gramofoonpl.
9.05: Gramofoonpl. 9.50: Gramofoon.
Kalundborg. 1153 M. 12.20—1.20:
Orkestconcert 1.502.20: Gramofoonpl.
4.206.05: Harmonie-orkest (70 musici)
6.10—6.40: Guitaarconcert 7.50—9.50:
Dansmuziek 10.2011.20: Concert. Om
roeporkest 11.2012.50: Dansmuziek.
Brussel, 338.2 M. 5.20: Concert. Om
roeporkest 6.20: Orkestconcert 6.35:
Gramofoonpl. 7.50: Nieuws 8.20:
Orkestconcert 9.05: Vlaamsche voor
lezing 9.20: Concert. Orkest v. Knokke
508.5 M. 5.30: Orkestconcert 6.20:
Orkestconcert 6.35: Gramofoonpl.
8.20: Orkestconcert 9.05: Gedichten
9.20: Orkestconcert.
Zeesen, 1635 M. 7.20: Orkestconcert
8.209.15: Berichten 9.15: Berichten
9.15: Morgenwijding 11.20: Feestuitzen-
ding van de Arbeiders Kultur-Kartell
11 50—12.20: Lezing 12.20: Concert
150: Autorennen op den Nürburgring
2.20: Jeugduurtje 2.50: Concert 3.30:
Lezing 3.50: 2de Arbeiders Olympiade
4.10: Concert 6.057.40: Lezingen
7.40: Concert 8.50: „Potsdammer Strasze
17 a" hoorspel van Finck en Jacobsohn
10.35: Berichten en daarna tot 12.50:
Dansmuziek.
MAANDAG 20 JULI 1931.
Hilversum 1875 M. Algemeen program
ma verzorgd door de AVRO. 8.00: Gramo-
foonplaten; 10.00: Morgenwijding; 10.15:
Gramofoonpl.; 10.3012.00: Concert
AVRO-kwartet o. 1. van D. Groeneveld
12.15Orgelconcert door Pierre Palla
1.00: voordracht door Boris Lensky, viool;
vleugel: Egb. Veen 1.30: Gramofoon-
platen 2.00: Kamermuziek Helmann-
Trio 3.30: Concert door de „Paradis
Garde Hawaiana" 4,00: Kinderuurtje -
5.00: Kovacs Lajos en zijn orkest. Refr.-
zang: Bob Scholte. Afgew. door Gramof.-
platen 7.00: Boekenhalfuurtje 7.45:
Gramofoonpl. 8.00: „Het geheim van
Suzanna", zangspel in één bedrijf van
Wolf-Ferrari. Leiding A. v. Raalte 9.00
Zang Koninkl. 's Hertogenbosch Mannen
koor o. 1. van P. Kallenbach 9.15: Con
cert Omroeporkest o. 1. van N. Treep
9.45: Vervolg Mannenkoor 10.00: Vaz
Dias 10.10: Vervolg Omroeporkest
10.45—12.00: Gramofoonpl.
Huizen 298 M. Uitsl. NCRV-uitzending.
8.00: Schriftlezing 8.159.45: Gramof.-
platen 10.30—11.00: Ziekendienst
11.00—11.30: Lezen van Chr. Lectuur door
Mej. Doyen 11.30—12.30: Gramofoon-
platen 12.30—1.45: Orgelconcert Jan
Zwart 1.453.15: Gramofoonpl.
3.153.45: Knipcursus 4.005.00: Zie-
kenuurtje 5.006.30: Concert, Dirk Vos
(viool), mevr. E. v. d. BrinkPrakken
(fluit), mej. T. Vredenburg (piano)
6.307.00: Verteluurtje voor jongeren
7 00: Gramofoonpl. 7.308.00: Dr. F. J.
Krop: „De treurige toestand der arbeiders
in Sovjet-Rusland en de Kerken" 8.00-
10.15 Concert, Kon. Utrechtsche Mannen-
zangvereeniging o. 1. van B Diamant.
Soliste: mej. Ellen de Quay (sopraan).
Begeleiding B Diamant 9.00: Mr. W.
de Rijke: „Volkenbond en Wereldvrede" -
10.15: Vaz Dias 10.2511.30: Gramof.-
platen.
Daventry 1554 M. 10.35: Morgenwijding
11.0511.20: Lezing 12.20: Licht klas
siek concert 1.35: Orkest concert
Orkest van Wales 2.20: Gramofoonpl.
4.20: Licht orkestconcert 5.35: Kin
deruurtje 6.20: Dansmuziek 6.35
Nieuwsber. 7.00: Bach's orgelmuziek -
7.20: Lezing: New Books 7.50: Volks
liederen voor sopraan 8.10: Lichte
Spaansche muziek, B.B.C. orkest 9.20:
Nieuwsber. 9.40: Lezing van Edgar
Wallace 10.10: Richard Tauber zingt -
10.40: Kamermuziek (piano, viool)
11.2012.20: Dansmuziek.
Langenberg 473 M. 7.258.20: Gramo
foon 11.00—11.20 11.20—1.10: Gramof. -
I.252.50 Orkestconcert 5.206.20
Orkestconcert met solisten (sopra., piano)
8.209.05: Orkestconcert 9.0510.20
„Wenn wir schlafen". Orkest 10.20
II.20: Orkestconcert 11.2012.20:
Dansmuziek.
Parijs „Radio Paris" 1725 M. 8.05: Gra
mofoon 12.50: Gramofoon 1.25
Gramofoon 4.50: Orkestconcert - 6.50:
Gramofoon 8.20: Radio-Tooneel
9.50: Concert, kwartet en M. Bordon, zang
Kalundborg 1153 M. 8.50: Morgenwij
ding 12.202.20: Concert. Strijk-en-
semble 3.505.50: Concert. Instrum.
ensemble 8.209.20: „Pool-nacht", or
kestconcert 9.2010.05: Concert (piano
sopraan) 10.05—10.20: Saxophoonsoli -
10.3511.20: Beethovenconcert.
Brussel 338.2 M. 5.20: Gramofoon
6.05: Pianomuziek 6.50: Gramofoon
7.50: Vlaamsch nieuws 8.20: Gramof.
9.05: Vlaamsche voorlezing 9.20: Or
kestconcert 508.5 M. 5.20: Dansmuziek
6.20: Fluitmuziek 6.50: Gramofoon -
8.20: Gramofoon 9.20: Concert in het
Casino van Knokke.
Zeesen 1635 M. ca. 7.007.50: Gramo-
foonplaten 10.55 en 12.20: Berichten -
12.20: Gramofoonpl. 1.152.20: Be
richten 2.203.20: Gramofoonpl.
3.204.20: Lezingen 4.20: Concert
5.208.20: Lezingen 8.20: Concert
9.05: Lezing 9.35: Concert 10.20:
Berichten en daarna tot 12.50 Dans
muziek.
De crisis in het Duitsche Bankwezen -
Krachtige verdediging van de Rijksmark
- Internationale samenwerking als eenig
middel om uit de impasse te geraken - De
noodmaatregelen der Duitsche regeering -
Verdere koersdaling van Duitsche fondsen,
gevolgd door eenig herstel - Flauwe
houding van het pond sterling - Geen
reden tot ongerustheid ten aanzien van
het Nederlandsche Bankwezen.
De sensationeele gebeurtenissen, die
zich in de laatste week in Duitschland
hebben afgespeeld, maken het noo-
dig, te breken met de gewoonte, om ge
durende de „stille zomermaanden" te vol
staan met het geven van een veertien-
daagsch overzicht van den gang van za
ken op financieel en economisch gebied.
Op onrustbarend snelle wijze heeft de
toestand in Duitschland zich ontwikkeld
tot op een punt, waarop men volkomen
vastgeloopen is, zonder dat voor het
oogenblik te zien is, wanneer men weder
vlot kan komen.
De hoop dat, nadat te Parijs overeen
stemming ten opzichte van het Hoover-
plan was bereikt, een eind zou komen aan
den sterken druk op de Mark door de te
rugtrekking van buitenlandse!) tegoed, en
dat, naar enkele optimisten zelfs durfden
veronderstellen, nieuw geld naar Duitsch
land zou vloeien, is niet bewaarheid. In
tegendeel: bij de gevoerde besprekingen
was maar al te duidelijk gebleken, in
welk een impasse de Duitsche financiëele
wereld was geraakt en in internationale
Met zijn lijf dicht aan den muur, sloop
de man met het masker rond het huis, de
voordeur liet hij links liggen. De nacht
vertoonde geen maan, was pikkezwart;
de man had zijn oogenblik goed gekozen.
In de nabijheid van den hoofdingang
vond hij, wat hij zocht: een venster, dau
hem uitnemend geschikt leek om er in te
klimmen. Ijlings toog hij aan het werk en
voerde zijn voornemen uit. Hij liet zich
daarna geruischloos in een vertrek omlaag
zakken, bleef onbewegelijk staan en lui
sterde.
Geen geluid werd vernomen. In de duis- j
ternis lachte de gemaskerde in zichzelf..
Hij haalde een klein, maar sterk-electrisch
lantaarntje uit zijn zak, draaide het op
en liet het licht het vertrek bestralen.
Hij bevond zich in een werkkamer. Een
der vier hoeken werd door een ongewoon
groote brandkast in beslag genomen Te
vreden ademde de man op; het was in
derdaad de kamer, waar hij zijn moest.
Alles was tot dusver prachtig geloopen;
het geluk had hem wel zeer begunstigd.
Van de verschillende vensters van het
huis had hij juist het speciale uitgepikt
het raam van het vertrek, waar hij zijn
wilde.
Hij verloor geen seconde, begon meteen
zijn werk. Uit zijn zak haalde hij aller
lei gereedschap, dat hij naast zich op
den vloer neerlegde. Hierna bekeek hij
de brandkast zeer, zeer aandachtig, zeker
wel meer dan vijf minuten, wat niet roe
keloos kon heeten, aangezien hij zoo
doende wist wat hem te doen stond. Nu
toog hij aan het werk. Na verloop van een
tien minuten gaf het slot toe en opende
de deur zich onder den druk zijner vin
gers.
Het inwendige der kast bestond uit twee
afdeelingen, uit een boven- en een be
nedendeel, door een ijzeren plaat van el
kaar gescheiden. In het bovenste gedeelte
lagen vele, vele netjes-op-elkaar gestap-
pelde bijeen-gebonden pakjes, evenals
twee of drie boekbanden, die er als kas
boeken uitzagen. In het onderste gedeelte
lag op een zwart fluweelen lap, een aan
zienlijke hoeveelheid steenen van groote
waarden, zooals saphiers en smaragden,
diamanten en robijnen, door het licht de»
electrische zaklantaarn duizendvoudig en
veelkleurig teruggekaatst. Eenige secon
den lang bleef de man met het mas
ker roerloos toekijken, verbijsterd als het
scheen door al den toover, die zich aan
zijn blikken voordeed.
Plotseling werd achter hem het electri
sche licht van de plafond-lamp opgeknipt I
en een stem zeide:
„Wilt u zoo vriendelijk zijn uw handen
omhoog te heffen en aldus in deze houding
te blijven, totdat ik u toesta, deze te wij
zigen? De minste poging om mijn bevel
niet strikt op te volgen, zou betreurens-
Waardge gevolgen voor u kunnen heb
ben." Een ruwe lach volgde op deze
woorden.
De man met het masker was als een kat
overeind gesprongen, had zich omge
draaid, terwijl hij de handen, zonder één
woord te zeggen, opgeheven hield.
De man vlak vóór hem, schijnbaar de
eigenaar van de woning hield een revol
ver in zijn rechterhand; hij was in een
kleurige pyama gestoken, waaroverheen
hij blijkbaar in alle haast een kamerjapon
had geworpen. Het was een lange man
van middelbaren leeftijd met een rood,
rond gezicht. Zijn grijzend haar was door-
ééngewoeld en hij maakte den indruk van
eenigszins geschrokken te zijn. hoewel de
revolver in zijn hand trilde.
„Niet noodig u te vragen, wat u hier
komt zoeken", zei hij spottend.
„Heelemaal onnoodig," antwoordde de
gemaskerde. „Een kind zou het antwoord
kunnen geven."
Maar de ander voegde met ernstig ge
zicht er aan toe: „De vraag is nu maar,
wat moet ik met u doen?"
„Ik heb den indruk," antwoordde de on-
genoode gast, „dat er in dergelijke situ
aties maar twee mogelijkheden zijn: ol'
u levert me aan de politie uit, of u laat
me loopen. Mag ik u de tweede mogelijk
heid voorstellen?"
„Waarom zou ik dat doen? Wat zou me
daartoe drijven?"
„De kostelijke deugd: naastenliefde
U moet wel bedenken, dat ik niets weg
genomen heb".
„Omdat ik juist verscheen".
„Juist op tijd, inderdaad. Maar dat doet
aan het feit niets af. Ik heb me niets
toegeëigend en zoudt u mij toch aan de
politie overleveren, dan bevredigde u wel
uwe Satansche lust naar wraak, maar een
voorkomende gelegenheid als deze om
christelijke naastenliefde te betrachten,
ging dan meteen voor u verloren."
De ander lachte:
„U bezit ijzig bloed, dat moet gezegd."
„O, neen," zei de man met het masker,
„dat bezit ik helaas niet. De houding van
mijn armen is zoo onbeschrijfelijk onple
zierig, dat ik er geheel bezweet van ben
geworden. Mag ik vragen of u de goed
heid zoudt willen hebben om
„Ja," antwoordde de ander, „maar pro
beer niet mij een poets te spelen! Bij de
eerste poging schiet ik."
Hij liep naar zijn schrijftafel, waarvoor
hij ging zitten, daarop beduidde hij de
gemaskerde op de tegenovergestelde zij
kant van de tafel plaats te nemen.
„Hoe heet u?" vroeg hij.
„Williams, en u?"
„U bent brutaal!"
„Waarom wilt u dit van mij in het
vooruit hebben, dat is unfair."
„Welnu, goed, als u het graag wilt weten,
ik heet Henry Burton."
Een pauze ontstond. Meneer Burton
scheen onzeker over wat hem te doen
stond.
„Voor mijn part behoeft u zich niet te
haasten," zei Williams plotseling, terwijl
hij zijn masker afzette en een vriendelijk,
belachelijk-jong gezicht vertoonde: ,wij
hebben den tijd volop aan ons, tenzij u
er op gesteld is, liefst zoo gauw mogelijk
weer in uw bed te kruipen. Het is eigenlijk
ook wel een beetje begrijpelijk als ik graag
zou willen weten, of ik de rest van den
nacht in mijn bed of in een cel zal door
brengen. Daarom zou ik u dringend willen
verzoeken alles wel heel goed te overdeo-