r v VAOERÜNDSCHE BANK B°/n t7bu«sas™ ft 100 72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 Juli 1931 Derde Blad No. 21880 Hl Buiten!. Weekoverzicht. HEEREN-BAAl fesW^^^^tOSOct.ptrons OUDE BOUWKUNST RONDOM LEIDEN. RADIO-PROGRAMMA. FINANCIEEL OVERZICHT. FEUILLETON. OVERTROEFD. Langs moeilijke paden voorwaarts? Toen wij ons vorig overzicht schreven, leek de horizon aanmerkelijk opgeklaard, daar Frankrijk tenslotte in principe het Hoover-voorstel eindelijk had aanvaard; zij het ook, dat eenige ondergeschikte punten nog door deskundigen te Londen zouden moeten worden geregeld. Bekend is echter het spreekwoord: schijn bedriegt Zoo ging het ook hier. Frankrijk heeft te I lang geaarzeld en de paar weken, die I verliepen tusschen het afkomen van het I voorstel-Hoover en het aanvaarden door Frankrijk hebben Duitschland aan den rand van den afgrond gebracht. Dat Hoo- ver roo onverwacht met zijn hulp-voorstel Europa verraste, heeft, toen daarover zoo- reel tijd verliep, alle gelegenheid geschon- bn aan allen, die ongerust werden, de op korten termijn verstrekte credieten op te ïggen en anderdeels den Duitschen defai- risten in staat gesteld hun geld naar het I buitenland te brengen. De Duitsche finan- I cien liepen tengevolge van deze combinatie I hopeloos vast en de regeering zag zich ge- I noodzaakt de banken en beurzen eenige I dagen te sluiten; vooral, toen een der grootste banken, bekend onder den naam Oanat-bank, zijn loketten moest sluiten Opnieuw werd een dringend beroep gedaan op de mogendheden tot directe hulpver lening. De directeur der Rijksbank, dr. Luther, begaf zich zelfs per vliegmachine naar Londen, Parijs en Bazel om door mondelinge besprekingen de Duitsche zaak te bepleiten, maar succes had zijn reis niet in het minst, behalve dan dat de Bank voor Internationale Betalingen het ver vallend bedrag van 100 millioen eenige maanden verlengde, wel het minste, wat gedaan kon worden. Diep gaapte voor Duitschland de af grond en t. meer, waar de nationaal- socialisten, Duitsch-nationalen en com munisten zich opmaakten om alle moge lijke politiek gewin te halen uit den gang van zakenInplaats van een eenheids front zag men een hopelooze verdeeldheid in den grootsten nood! Het buitenland reageerde precies op de zelfde wijze als bij het Hoover-voorstei. Algemeen was men wel tot hulp bereid alleen Frankrijk had wederom dezelfde bezwaren, die in hoofdzaak van politie- ken aard zijn, zooals men weet. Van diverse zijden werd pressie uitgeoefend om Frankrijk tot andere gedachten te bren gen, maar niets mocht baten: Frankrijk was en bleef onvermurmbaar Toen klemde de Duitsche regeering de tanden op elkaar, vaardigde voor de zoo- veelste maal eenige noodverordeningen uit tot regeling van het geld-verkeer en bleef in eigen huls althans voorloopig den toe stand baas; zelfs beter dan men in het algemeen had durven verwachten in die kringen, waar men den moed nog niet i heelemaal had laten zinken. Dat gaf eenigen tijd respijt en die dagen heeft men zich ten nutte gemaakt. De Ameri- kaansche staatssecretaris Stimson kwam uit Rome naar Parijs en Henderson, de Engelsche minister van buitenlandsche zaken voegde zich daar weldra bij hem. Henderson zou dan van Parijs naar Ber lins doorgaan, waarheen Mc. Donald zich pt. vliegtuig eveneens zou begeven om het Duitsche bezoek aan Chequers te beant woorden. Het is echter wel heel anders geloopen! Stimson en Henderson hebben hun uiterste best gedaan om Frankrijk te bewegen wat meer toeschietelijkheid te betoonen, maar alle pogingen liepen dood op de Fransche achterdocht tegenover Duitschland. Toen kwam het inzicht, dat niet verder was te komen zonder een Fransch-Duitsche toenadering, hetgeen evenwel makkelijker gezegd was dan ge daan. Vooral ook, waar voor beide landen het prestige in het geding was gekomen en dat is een zeer teer onderwerp! In Frankrijk had de publieke opinie zich in groote meerderheid vastgelegd op voldoening van de politieke eischen, neer komend op afzien van de tolunie met Oostenrijk en van pantserkruiser B; in Duitschland verzette zich echter de pu blieke opinie hardnekkig tegen iedere po litieke concessie in ruil voor finantieele hulp. onverschillig in welken vorm deze zou worden geboden. Beide landen ston den dus wel diametraal tegenover elkaar In Frankrijk was men bovendien steeds gepikeerd, dat de Duitsche ministers zich verzetten tegen op hen geoefenden drang naar Parijs te komen, hoezeer te begrij pen was, dat daarvoor eerst de weg moest worden gebaand, opdat zelfs de schijn werd vermeden, dat de gang naar Parijs een gang naar Canossa zou beteekenen. In deze moeilijke omstandigheden schijnt het Henderson gelukt te zijn een uitweg te vinden en naar het zich laat aanzien is het zijn verdienste, dat de mo gelijkheid is gevonden van een Duitsch bezoek aan Parijs, zonder dat aan 't pres tige van een van beide partijen wordt ge raakt. Plotseling kwam de tijding af, dat Brüning en Curtius naar Parijs zouden komen en als onze lezers dit overzicht onder de oogen krijgen, bevinden zich de beide Duitsche ministers reeds in bespre king met hun Fransche collega's. Door dit bezoek is de reis der Engelsche ministers naar Berlijn voorloopig uitge steld doch dit beteekent geen verlies. Inmiddels heeft McDonald het initiatief genomen voor een volgenden stap: hij heeft de diverse leidende ministers uitge- noodigd tot een conferentie te Londen en deze uitnoodiging is aangenomen, nadat Frankrijk zich eerst weer had verzet. Het Duitsche bezoek heeft echter een omme keer bij de Franschen gewekt. De Londensche conferentie krijgt uit den aard der zaak pas recht van bestaan, als de Fransch-Duitsche besprekingen tot een resultaat leiden; anders is zij geheel over bodig. De gisteren bijeengekomen con ferentie van deskundigen te Londen ver keert trouwens in dezelfde weinig begee- renswaardige positie! Zij kan hoogstens eenig voorbereidend werk verrichten, doch moet verder ook afwachten! Aller oog is nu op Parijs gevestigd. Ge lukkig zijn Stimson en Henderson nog aanwezig om bemiddelingsdiensten te ver- leenen. Jammer, dat de Fransche pers in de gegeven omstandigheden niet een betere wachter voor haar uitingen heeft gezet. Zij blijft immers op de meest on verzoenlijke wijze pleiten voor handhaven der politieke eischen, waar toch voldoende zeker is, dat Duitschland alleen langs ver kapte wegen daartoe zou kunnen over gaan, wil 't niet in eigen land een orkaan ontketenen, waarvan de omvang moeilijk is te raden Gelukkig is de Fransche regeering niet zoo halsstarrig meer, daar de franc ook niet onaantastbaar is ge bleken De kansen, dat de wereld een beteren tijd tegemoet gaat, een tijd van algemeene toenadering en elkaar beter begrijpen, staan thans niet slecht, doch men vergete daarbij niet, dat nog heel wat staketsels genomen moeten worden Ook en vooral, wanneer thans een op lossing wordt gevonden; dan beginnen de moeilijkheden eerst recht. Dan moet wor den getornd aan het Young-plan RECLAME. SMMabk ECHTE FR1ESCHE 6176 OEGSTGEEST. I. Volgens de theorieën der geologen moet in den vóórhistorischen tijd een groot deel van den bodem van ons land een binnen zee zijn geweest, of liever een „Hof" zooals men ze nu nog vindt aan de kusten der Oostzee. Dit „Hof" waarin de groote rivie ren hun water ontlastten, zou van de Noordzee gescheiden zijn geweest door een landtong, een Nahrung, de „schoorwal". Door den voortdurenden aanvoer van zand en klei werd de bodem van het „Hof" steeds ondieper en het eerst hieven zich als hooge zandbanken de „geesteilanden" er boven uit die in den loop der eeuwen vóór onze jaartelling bedekt werden met bos- schen, welke zich voortdurend verder uit strekten over den omringenden boven water komenden bodem. Bosschen en moerassen wisselden elkaar af in den tijd van den Cimbrischen vloed en na deze catastrophe langzamerhand opnieuw. Nederzettingen van menschen zullen er waarschijnlijk in Holland ook het eerst ge weest zijn op de geesteilanden, de^ natuur lijke hoogten, waarop thans Oëgstgeest, Rijnsburg, Voorschoten, Voorhout, Sas- senheim, enz. liggen. En wellicht zullen deze geesteilanden reeds bewoond zijn ge weest, voordat in de moerassige wilder nis, waar de beide Rijnarmen en de Mare samenvloeiden, een nederzetting ontstond, die later den naam Leiden ontving. We beginnen dus met Oegstgeest een pluimpje te geven, omdat het wel eens ouder dan Leiden kon zijn. Geologisch is de plaats, waar het „Groene Kerkje" staat, zeker ouder dan onze Leidsche bodem. De fantasie beweert, misschien niet zonder grond van waarschijnlijkheid, dat de geestheuvel van het „Groene Kerkje" bij het begin onzer jaartelling een Ger- maansche dingplaats was, evenals het Engelanderholt en het Solsche veld op de Veluwe, de Kroezeboom bij Tubbergen, de Ballerkuil bij Rolde, de Upstalboom bij Aurich in Oost-Friesland. Ook Domburg in Zeeland en Dommerholt in den Achter hoek zouden gerichtsplaatsen zijn ge weest. Dom is de oude beteekenis van doemgericht. Het spreekt vanzelf, dat de Kaninefaten ergens een typische plaats moeten hebben gehad, waar recht werd gesproken en waar over 't wel en wee van den stam werd beschikt. En door zijn eigenaardige ligging heeft dat de bewuste heuvel kunnen zijn. Iets grooter is de waarschijnlijkheid, dat op deze plaats later een Romeinsche burcht werd opgericht. Bewezen is het niet door latere opgravingen, maar Joachim Oudaen, Rijnsburger van geboorte (1628), grondig kenner van de archeologie en de geschiedenis zijner omgeving, in zijne dagen wellicht ook de beste penning kundige, vertelt in zijn „Roomsche Moo- gentheyt" (1664) dat uit den bewusten heuvel heel wat scherven van Romeinsch aardewerk zijn te voorschijn gekomen. Dat moet dan gebeurd zijn in 1662 toen het „Groene Kerkje" in hoofdzaak zijn tegen- woordigen vorm ontving. Dat hier reeds zeer vroeg een Christe lijk bedehuis verrees, vroeger dan overal in onze omgeving, staat wel vast. Historisch is, dat Willebrord in 695 de eerste bisschop van Utrecht werd en verder dat Karei Martel hem omstreeks 700 deze streek heeft geschonken. Willebrord zou bij zijn missiereizen hier hebben gepredikt en tal van heidenen hebben bekeerd. Volgens de legende zou hij het laatst in 738 te Oegstgeest hebben ge predikt en er den bouw van een kerkje hebben bevolen, waartoe, alweer volgens de legende, de overblijfselen van de Romeinsche sterkte en de dichte bosschen der naaste omgeving overvloedig bouw stoffen zouden hebben opgeleverd. De nieuwe bekeerlingen vroegen en verkregen van Willebrord de verzekering, dat hij zelf over een jaar het kerkje zou komen inwijden. Echter voor dat het jaar om was, stierf Willebrord. Eindelijk was de dag der wijding aange broken en stonden de geloovigen met de priesters rondom het kerkje. Men twij felde niet, of de Heilige zou op eene of andere wijze zijn woord gestand doen. En zie, aldus de legende, terwijl men zich verootmoedigde in gebed, terwijl de zon hoog stond aan een onbewolkten hemel, daalde plotseling een fijne, geurige regen neer en besprenkelde van buiten de muren, terwijl in de kerk gezang als van engelenstemmen werd vernomen. Vol geestdrift betrad men het heiligdom en zag tot zijn verbazing, dat een onzichtbare hand kruislings over den vloer het Latijnsche en Grieksche alphabeth schreef, gelijk de bisschop dat doet bij een kerkwijding, terwijl tevens de wanden be sprenkeld werden met water en het altaar en de liturgische kruisen werden gezalfd met chrisma, alles door dezelfde onzicht bare hand. Zoo had dus volgens de legende de Heilige bisschop Willebrord na zijn dood zelf het kerkje gewijd, dat voortaan ook zijn naam zou dragen. Sommigen meenen het is althans lang een volksgeloof geweest dat tel- kenjare nog omstreeks den dag der wijding de wanden van het „Groene Kerkje" vanzelf vochtig worden. Het eerst bekende stuk, waarin de kerk te Oegstgeest wordt genoemd onder den naam van Kerkwerve is de reeds vroeger genoemde blafferd of goederenlijst van het Stift van St. Maarten, waarvan het oudste gedeelte is samengesteld tusschen 777 en 866. We vinden daarin Rinesburg, Leithon, Warmelda, Foreschate, Kerk werve. enz. genoemd. Later vinden we in verschillende stukken de namen: Orest- gest. Osteresgeest, Ostergeest. Dit doet ons in 't voorbijgaan even opmerken, dat Oegstgeest oorspronkelijk Oostergeest be teekent. Zonder twijfel is de kerk van Oegst geest, in ieder geval een der oudste van Rijnland. Zij is de moederkerk der kapellen te Warmond, Rijnsburg, Leimui- den, Rijnsaterwoude en Esselijkerwoude. Ook de voormalige Vrouwenkerk aan het Marendorp, de tegenwoordige Haarlem merstraat te Leiden was een dochterkerk van Oegstgeest. Kerkelijk nam Oegstgeest dus in de eerste eeuwen van het Chris tendom in Holland een belangrijke plaats in. Eerst in de 12de en 13de eeuw werden genoemde kapellen tot zelfstandige paro chiekerken verrezen. Het plaatje hierboven afgedrukt geeft een schets van de kerk omstreeks 1600, toen na de verwoesting van ongeveer 1572 een deel door de Hervormden werd ge bruikt terwijl de rest tot 1662 in ruïne bleef liggen. RECLAME. VOOR BELASTE WAARDEN •«-GRAVENHAGE U m. jaarl. aitlotine VOOR ZONDAG 19 JULI. Hilversum, 1875 M. 3.3012.00: VARA. 12.00—5.00: AVRO. 5.00—6.00: VARA. 6.00—8.00: VPRO. 8.00—12.00: AVRO. 8 308 45: Gymnastiekles o. l.v. G. Kleerekoper 8.50: Voetbalnieuws en Postduivbnberichten 9.00: S. S. Lan- tinga: „Onze oude boomen" 9.30: Con cert VARA.-orkest o. 1. v. H. de Groot 10.00: Voordracht door Martien Beversluis 10.20: Vervolg concert 11.00: Toe spraak door G. J. Zwertbroek 11.20 12.00: Slot concert 12.00: Concert Omroeporkest o.l.v. N. Treep 1.00: L. J. Jordaan: „De groote regisseurs" 1.30: Vervolg concert 2.00: Herman Robbers: „Het nieuwste boek van de Schartens 2.30: Het Omroeporkest 3.00: C. Höwe- ler: „Humor in de muziek" 3.30: Zang door Dameskoor. Leerlingen van Jans Bierma en Stans Le Cosquino de Bussy. Vleugel: A. Sleeswijk 4.005.00: Gramo- foonplaten 5.00—6.00: Concert. VARA.- septet o.l.v. Is. Eyl 6.00: J. C. Lamster: „Mooi en nijver Insulinde" 6.30: Ds. F. W. J. v. d Kieboom: „Zich laten leiden". Met muzikale medewerking 8 00: Vaz Dias 8.15: Aansluiting Kurhaus Sche- veningen. Concert Residentie-orkest o. 1. v. Leo Ruygrok M. m. v. Stefan Askanse (piano) 9.00: Voordracht door Mr. A. W. Kamp 9.35: Vervolg Kurhaus 10.30 11.30: Kovacs Lajos en zijn orkest. Re freinzang: Bob Scholte 11.3012.00: Gramofoonpl. Huizen. 298 M 8.30—9.30: KRO. 9.30—12.15: NCRV. 12.155.00: KRO. 5.00—7.45: NCRV. 7.45—11.00: KRO. 8.309.30: Morgenwijding door Pater Lec tor. J. Dito O.P. 9.309.50: Orgelconcert door mej. M. Zondervan 9.50: Kerk dienst uit de Geref. Kerk (H.V.) te Leeu warden Orgel Mej. M. Zondervan. Na af loop tot 12.15: Orgelspel door M. Zonder van 12.151.30: Concert. KRO.-Sextet o.l.v. P. Lustenhouwer 1.302.00: Prof. J. Veraart: „Kapitalisme en Katholicisme" 2.00—2.30: K. Sperings: Meisjes uit onze straat 2.30300: Gramofoonpl. 3.005.00: Concert door „The Dutch Gent lemen Band", uit Artis. Amsterdam 5.00: Kerkdienst uit de Groote Kerk te Hilversum. Na afloop tot 7.45: Zang door Dameskoor o. I. v. Mevr. B. JonckersTig- gers 7.458.10: PTTCasteel: „Gedenk schriften" door P. J. Troelstra (4de deel Storm) 8.10: Voetbaluitslagen 8.15 10.40: Concert KRO.-orkest o.l.v. J. Ger ritsen. M. m. v. Mevr. GeyselGessmann (sopraan), c.a. 9.30 Vaz Dias 10.40 1100: Epiloog door het Klein Koor o.l.v. J. H. Picckers. Daventry, 1554 M. 3.20: Populair concert (piano-tenor) 4.05: Kinderuur tje 4.20: Missionair praatje 4.35: Symphonieconcert 5.35: Concert door het omroepkoor,6.00: Motetten van Holst 6.20: Lezing 8.20: Kerkdienst 9.05: Liefdadigheidsoproep 9.10: Nieuwsber. 9.25: Concert. Tom Jones en het Grand Hotel Eastbourne orkest 10.50 Epiloog. Langenberg, 473 M. 7.209.20: Or kestconcert 8.208.50: Morgenconcert 8.2510.20: Morgenwijding 10.20 10.50: Auto-rennen van de Nürburg-Ring 11.4012.30: Quatremains van Beet hoven (piano) 1.202.50: Orkestcon cert. I. d. pauze verslag van autorennen 5.20—6.20: Orkestconcert 6.207.20: Koorzang en orgelspel 8.20: „Rigoletto" opera van Verdi 11.2012.20: Dans muziek. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.20: Morgenwijding 12.50: Orgelconcert 1.20: Dansmuziek 1.50: Gramofoonpl. 6.20: Gramofoonpl. 8.20: Gramofoonpl. 9.05: Gramofoonpl. 9.50: Gramofoon. Kalundborg. 1153 M. 12.20—1.20: Orkestconcert 1.502.20: Gramofoonpl. 4.206.05: Harmonie-orkest (70 musici) 6.10—6.40: Guitaarconcert 7.50—9.50: Dansmuziek 10.2011.20: Concert. Om roeporkest 11.2012.50: Dansmuziek. Brussel, 338.2 M. 5.20: Concert. Om roeporkest 6.20: Orkestconcert 6.35: Gramofoonpl. 7.50: Nieuws 8.20: Orkestconcert 9.05: Vlaamsche voor lezing 9.20: Concert. Orkest v. Knokke 508.5 M. 5.30: Orkestconcert 6.20: Orkestconcert 6.35: Gramofoonpl. 8.20: Orkestconcert 9.05: Gedichten 9.20: Orkestconcert. Zeesen, 1635 M. 7.20: Orkestconcert 8.209.15: Berichten 9.15: Berichten 9.15: Morgenwijding 11.20: Feestuitzen- ding van de Arbeiders Kultur-Kartell 11 50—12.20: Lezing 12.20: Concert 150: Autorennen op den Nürburgring 2.20: Jeugduurtje 2.50: Concert 3.30: Lezing 3.50: 2de Arbeiders Olympiade 4.10: Concert 6.057.40: Lezingen 7.40: Concert 8.50: „Potsdammer Strasze 17 a" hoorspel van Finck en Jacobsohn 10.35: Berichten en daarna tot 12.50: Dansmuziek. MAANDAG 20 JULI 1931. Hilversum 1875 M. Algemeen program ma verzorgd door de AVRO. 8.00: Gramo- foonplaten; 10.00: Morgenwijding; 10.15: Gramofoonpl.; 10.3012.00: Concert AVRO-kwartet o. 1. van D. Groeneveld 12.15Orgelconcert door Pierre Palla 1.00: voordracht door Boris Lensky, viool; vleugel: Egb. Veen 1.30: Gramofoon- platen 2.00: Kamermuziek Helmann- Trio 3.30: Concert door de „Paradis Garde Hawaiana" 4,00: Kinderuurtje - 5.00: Kovacs Lajos en zijn orkest. Refr.- zang: Bob Scholte. Afgew. door Gramof.- platen 7.00: Boekenhalfuurtje 7.45: Gramofoonpl. 8.00: „Het geheim van Suzanna", zangspel in één bedrijf van Wolf-Ferrari. Leiding A. v. Raalte 9.00 Zang Koninkl. 's Hertogenbosch Mannen koor o. 1. van P. Kallenbach 9.15: Con cert Omroeporkest o. 1. van N. Treep 9.45: Vervolg Mannenkoor 10.00: Vaz Dias 10.10: Vervolg Omroeporkest 10.45—12.00: Gramofoonpl. Huizen 298 M. Uitsl. NCRV-uitzending. 8.00: Schriftlezing 8.159.45: Gramof.- platen 10.30—11.00: Ziekendienst 11.00—11.30: Lezen van Chr. Lectuur door Mej. Doyen 11.30—12.30: Gramofoon- platen 12.30—1.45: Orgelconcert Jan Zwart 1.453.15: Gramofoonpl. 3.153.45: Knipcursus 4.005.00: Zie- kenuurtje 5.006.30: Concert, Dirk Vos (viool), mevr. E. v. d. BrinkPrakken (fluit), mej. T. Vredenburg (piano) 6.307.00: Verteluurtje voor jongeren 7 00: Gramofoonpl. 7.308.00: Dr. F. J. Krop: „De treurige toestand der arbeiders in Sovjet-Rusland en de Kerken" 8.00- 10.15 Concert, Kon. Utrechtsche Mannen- zangvereeniging o. 1. van B Diamant. Soliste: mej. Ellen de Quay (sopraan). Begeleiding B Diamant 9.00: Mr. W. de Rijke: „Volkenbond en Wereldvrede" - 10.15: Vaz Dias 10.2511.30: Gramof.- platen. Daventry 1554 M. 10.35: Morgenwijding 11.0511.20: Lezing 12.20: Licht klas siek concert 1.35: Orkest concert Orkest van Wales 2.20: Gramofoonpl. 4.20: Licht orkestconcert 5.35: Kin deruurtje 6.20: Dansmuziek 6.35 Nieuwsber. 7.00: Bach's orgelmuziek - 7.20: Lezing: New Books 7.50: Volks liederen voor sopraan 8.10: Lichte Spaansche muziek, B.B.C. orkest 9.20: Nieuwsber. 9.40: Lezing van Edgar Wallace 10.10: Richard Tauber zingt - 10.40: Kamermuziek (piano, viool) 11.2012.20: Dansmuziek. Langenberg 473 M. 7.258.20: Gramo foon 11.00—11.20 11.20—1.10: Gramof. - I.252.50 Orkestconcert 5.206.20 Orkestconcert met solisten (sopra., piano) 8.209.05: Orkestconcert 9.0510.20 „Wenn wir schlafen". Orkest 10.20 II.20: Orkestconcert 11.2012.20: Dansmuziek. Parijs „Radio Paris" 1725 M. 8.05: Gra mofoon 12.50: Gramofoon 1.25 Gramofoon 4.50: Orkestconcert - 6.50: Gramofoon 8.20: Radio-Tooneel 9.50: Concert, kwartet en M. Bordon, zang Kalundborg 1153 M. 8.50: Morgenwij ding 12.202.20: Concert. Strijk-en- semble 3.505.50: Concert. Instrum. ensemble 8.209.20: „Pool-nacht", or kestconcert 9.2010.05: Concert (piano sopraan) 10.05—10.20: Saxophoonsoli - 10.3511.20: Beethovenconcert. Brussel 338.2 M. 5.20: Gramofoon 6.05: Pianomuziek 6.50: Gramofoon 7.50: Vlaamsch nieuws 8.20: Gramof. 9.05: Vlaamsche voorlezing 9.20: Or kestconcert 508.5 M. 5.20: Dansmuziek 6.20: Fluitmuziek 6.50: Gramofoon - 8.20: Gramofoon 9.20: Concert in het Casino van Knokke. Zeesen 1635 M. ca. 7.007.50: Gramo- foonplaten 10.55 en 12.20: Berichten - 12.20: Gramofoonpl. 1.152.20: Be richten 2.203.20: Gramofoonpl. 3.204.20: Lezingen 4.20: Concert 5.208.20: Lezingen 8.20: Concert 9.05: Lezing 9.35: Concert 10.20: Berichten en daarna tot 12.50 Dans muziek. De crisis in het Duitsche Bankwezen - Krachtige verdediging van de Rijksmark - Internationale samenwerking als eenig middel om uit de impasse te geraken - De noodmaatregelen der Duitsche regeering - Verdere koersdaling van Duitsche fondsen, gevolgd door eenig herstel - Flauwe houding van het pond sterling - Geen reden tot ongerustheid ten aanzien van het Nederlandsche Bankwezen. De sensationeele gebeurtenissen, die zich in de laatste week in Duitschland hebben afgespeeld, maken het noo- dig, te breken met de gewoonte, om ge durende de „stille zomermaanden" te vol staan met het geven van een veertien- daagsch overzicht van den gang van za ken op financieel en economisch gebied. Op onrustbarend snelle wijze heeft de toestand in Duitschland zich ontwikkeld tot op een punt, waarop men volkomen vastgeloopen is, zonder dat voor het oogenblik te zien is, wanneer men weder vlot kan komen. De hoop dat, nadat te Parijs overeen stemming ten opzichte van het Hoover- plan was bereikt, een eind zou komen aan den sterken druk op de Mark door de te rugtrekking van buitenlandse!) tegoed, en dat, naar enkele optimisten zelfs durfden veronderstellen, nieuw geld naar Duitsch land zou vloeien, is niet bewaarheid. In tegendeel: bij de gevoerde besprekingen was maar al te duidelijk gebleken, in welk een impasse de Duitsche financiëele wereld was geraakt en in internationale Met zijn lijf dicht aan den muur, sloop de man met het masker rond het huis, de voordeur liet hij links liggen. De nacht vertoonde geen maan, was pikkezwart; de man had zijn oogenblik goed gekozen. In de nabijheid van den hoofdingang vond hij, wat hij zocht: een venster, dau hem uitnemend geschikt leek om er in te klimmen. Ijlings toog hij aan het werk en voerde zijn voornemen uit. Hij liet zich daarna geruischloos in een vertrek omlaag zakken, bleef onbewegelijk staan en lui sterde. Geen geluid werd vernomen. In de duis- j ternis lachte de gemaskerde in zichzelf.. Hij haalde een klein, maar sterk-electrisch lantaarntje uit zijn zak, draaide het op en liet het licht het vertrek bestralen. Hij bevond zich in een werkkamer. Een der vier hoeken werd door een ongewoon groote brandkast in beslag genomen Te vreden ademde de man op; het was in derdaad de kamer, waar hij zijn moest. Alles was tot dusver prachtig geloopen; het geluk had hem wel zeer begunstigd. Van de verschillende vensters van het huis had hij juist het speciale uitgepikt het raam van het vertrek, waar hij zijn wilde. Hij verloor geen seconde, begon meteen zijn werk. Uit zijn zak haalde hij aller lei gereedschap, dat hij naast zich op den vloer neerlegde. Hierna bekeek hij de brandkast zeer, zeer aandachtig, zeker wel meer dan vijf minuten, wat niet roe keloos kon heeten, aangezien hij zoo doende wist wat hem te doen stond. Nu toog hij aan het werk. Na verloop van een tien minuten gaf het slot toe en opende de deur zich onder den druk zijner vin gers. Het inwendige der kast bestond uit twee afdeelingen, uit een boven- en een be nedendeel, door een ijzeren plaat van el kaar gescheiden. In het bovenste gedeelte lagen vele, vele netjes-op-elkaar gestap- pelde bijeen-gebonden pakjes, evenals twee of drie boekbanden, die er als kas boeken uitzagen. In het onderste gedeelte lag op een zwart fluweelen lap, een aan zienlijke hoeveelheid steenen van groote waarden, zooals saphiers en smaragden, diamanten en robijnen, door het licht de» electrische zaklantaarn duizendvoudig en veelkleurig teruggekaatst. Eenige secon den lang bleef de man met het mas ker roerloos toekijken, verbijsterd als het scheen door al den toover, die zich aan zijn blikken voordeed. Plotseling werd achter hem het electri sche licht van de plafond-lamp opgeknipt I en een stem zeide: „Wilt u zoo vriendelijk zijn uw handen omhoog te heffen en aldus in deze houding te blijven, totdat ik u toesta, deze te wij zigen? De minste poging om mijn bevel niet strikt op te volgen, zou betreurens- Waardge gevolgen voor u kunnen heb ben." Een ruwe lach volgde op deze woorden. De man met het masker was als een kat overeind gesprongen, had zich omge draaid, terwijl hij de handen, zonder één woord te zeggen, opgeheven hield. De man vlak vóór hem, schijnbaar de eigenaar van de woning hield een revol ver in zijn rechterhand; hij was in een kleurige pyama gestoken, waaroverheen hij blijkbaar in alle haast een kamerjapon had geworpen. Het was een lange man van middelbaren leeftijd met een rood, rond gezicht. Zijn grijzend haar was door- ééngewoeld en hij maakte den indruk van eenigszins geschrokken te zijn. hoewel de revolver in zijn hand trilde. „Niet noodig u te vragen, wat u hier komt zoeken", zei hij spottend. „Heelemaal onnoodig," antwoordde de gemaskerde. „Een kind zou het antwoord kunnen geven." Maar de ander voegde met ernstig ge zicht er aan toe: „De vraag is nu maar, wat moet ik met u doen?" „Ik heb den indruk," antwoordde de on- genoode gast, „dat er in dergelijke situ aties maar twee mogelijkheden zijn: ol' u levert me aan de politie uit, of u laat me loopen. Mag ik u de tweede mogelijk heid voorstellen?" „Waarom zou ik dat doen? Wat zou me daartoe drijven?" „De kostelijke deugd: naastenliefde U moet wel bedenken, dat ik niets weg genomen heb". „Omdat ik juist verscheen". „Juist op tijd, inderdaad. Maar dat doet aan het feit niets af. Ik heb me niets toegeëigend en zoudt u mij toch aan de politie overleveren, dan bevredigde u wel uwe Satansche lust naar wraak, maar een voorkomende gelegenheid als deze om christelijke naastenliefde te betrachten, ging dan meteen voor u verloren." De ander lachte: „U bezit ijzig bloed, dat moet gezegd." „O, neen," zei de man met het masker, „dat bezit ik helaas niet. De houding van mijn armen is zoo onbeschrijfelijk onple zierig, dat ik er geheel bezweet van ben geworden. Mag ik vragen of u de goed heid zoudt willen hebben om „Ja," antwoordde de ander, „maar pro beer niet mij een poets te spelen! Bij de eerste poging schiet ik." Hij liep naar zijn schrijftafel, waarvoor hij ging zitten, daarop beduidde hij de gemaskerde op de tegenovergestelde zij kant van de tafel plaats te nemen. „Hoe heet u?" vroeg hij. „Williams, en u?" „U bent brutaal!" „Waarom wilt u dit van mij in het vooruit hebben, dat is unfair." „Welnu, goed, als u het graag wilt weten, ik heet Henry Burton." Een pauze ontstond. Meneer Burton scheen onzeker over wat hem te doen stond. „Voor mijn part behoeft u zich niet te haasten," zei Williams plotseling, terwijl hij zijn masker afzette en een vriendelijk, belachelijk-jong gezicht vertoonde: ,wij hebben den tijd volop aan ons, tenzij u er op gesteld is, liefst zoo gauw mogelijk weer in uw bed te kruipen. Het is eigenlijk ook wel een beetje begrijpelijk als ik graag zou willen weten, of ik de rest van den nacht in mijn bed of in een cel zal door brengen. Daarom zou ik u dringend willen verzoeken alles wel heel goed te overdeo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9