CD I .ARNHEM KERK- EN SCHOOLNIEUWS SPORT. LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ s 72' EEN DAGJE UIT TEEKENPLAATJE. FAILLISSEMENTEN. PREDIKBEURT. BODEGRAVEN. Geref. Gem.: Vrijdagnam. 7.15 uur, ds. M. Heikoop, van Utrecht. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Woerden (toez.) H. Dek- }cer, te Weesp (verb. ber.). Bedankt: Voor Ridderkerk, W. Rijns burger, te Polsbroek en Vllst. GEREF. KERKEN. Bedankt: Voor Sliedrecht, S. E. Wes- bonk, te Hoorn. EVANG. EUTH. KERK. Drietal: Te Naarden-Bussum, C. Rle- mers, te Wildervank; K. H. Wallien, te Weesp en V. W. F. B. Schmidt, te Schiedam CHR. GER. KERK. Tweetal: Te Aalten, P. W. Dam, cand. te Putten a. d. Dedemsvaart en D. Henstra, cand. te Harlingen. o ALGEM. SYNODE NED. HERV. KERK De eerste zitting. Gisteren is de Algemeene Syflode der Ned. Herv. Kerk te 'sGravenhage begon nen. Over de eerste bijeenkomst is in een communiqué o.m. het volgende gemeld: De vergadering is aldus samengesteld: Hoogleeraren vanwege de Ned. Herv. Kerk: dr. M. van Rhijn te Utrecht; dr. A. van Veldhuizen te Groningen; J. Barbas, predikant te Hengelo (Gelderland); dr. P. Smit, predikant te Heumen; A. B. te Winkel, predikant te 'sGravenhage; A. Sneep, ouderling te Numansdorp; D. Ellerts de Haan, predikant te Heiloo; A. Ohlen, ouderling te Alkmaar; dr. G. J. Weyland, predikant te Veere; W. v. Oeve- ren, oud-ouderling te Wollaartsdijk; dr. H. E. G. van de Meene, predikant te Overlangbroek; M. E. van der Veen, ouder ling te Utrecht; S. Winkel, predikant te Terband, wegens ongesteldheid van dr. C. J. Niemeijer te Bolsward; C. F. Bruins, predikant te Wartena; L. S. van Zwet, predikant te Almelo; P. Wolffensperger, ouderling te Zwolle; F. Tammens, predi kant te Zuidbroek; J. W. Bolt, oud-ouder ling te Groningen; J. W. J. Addink, pre dikant te Heeze; J. Boonstra, predikant te Gieten; E. J. H. Brandigt, Waalsch predi kant te Groningen. Vaste leden met advlseerende stem: D. den Breems, secretaris te 's Gravenhage mr. S. J. Hogerzell, quaestor-generaal te 's Gravenhage. Tot president wordt verkozen: dr. G. J. Weyland, tot vice-president ds. A. B. te Winkel; tot secundus van den vice-presi dent ds. D. Eilerts de Haan. Een aanvang wordt gemaakt met de behandeling van de bijlagen. Als leden van de Synodale commissie moeten aftreden ds. G. van Dijk te Anjum en de heer J. W. Bolt, oud-ouderling te Groningen, aan wlen de president dank betuigt voor wat zij voor de Synodale commissie hebben gedaan. Kennis wordt genomen van de financleele aangelegen heden in het algemeen en van de uit vaardiging van de veranderingen in de verschillende reglementen. Door de Synodale commissie zijn 7 le den benoemd in de commissie voor het groote stadsprobleem, n.l. C. J. van Faas- sen, D. Eilerts de Haan, ds. M. J. A. de Vrijer, dr. J. M. Slotemaker de Bruine, ds. W. J. Aalders, dr. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel en L. F. Carrière. De commissie van onderzoek betref fende het vreedzaam samenwonen der verschillende richtingen in onze Kerk. Deze commissie bestaande uit dr. Brou wer, dr. Niemeijer, dr. van de Meene, dr. Lindeboom, heeft een rapport ingezon den, dat in dezen zomer zal worden be handeld. Tot leden der commissie van onderzoek tot wijziging der liturgische formuleering zijn benoemd dr. L. Knappert, ds. G. W. Oberman en H. W. Creutzberg. Aan de orde komt het verslag van de legerpredlkanten, waarop eerlang wordt teruggekomen. Eveneens de vergadering van de commissie voor correspondentie met de buitenlandsche kerken en de Raad der Kerken voor practlsch christen dom. Hierna sluiting. ONDERWIJSRAAD. Bij Kon. besl. zijn benoemd tot lid van den Onderwijsraad dr. J. C. van der Does, te Amsterdam, en mr. H. W. J. M. de Jong. te 's-Gravenhage, met bepaling, dat zij zitting zullen nemen in de afdeeling Algemeen vormend lager onderwijs en bewaarschoolonderwljs. WIJZIGING L.O.-WET. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van art. 191, eerste lid en van art. 193, vijfde lid, der Lager Onderwijswet 1920, strekkende om den termijn binnen welken kweekelingen in de school worden toege laten, welke termijn op 31 December van dit jaar afloopt, met een jaar te verlengen en voorts om met een jaar te verlengen den termijn, gedurende welken de in een zelfde gebouw gevestigde scholen voor ge woon en voor uitgebreid lager onderwijs een gemeenschappelijk hoofd mogen heb ben, ook als beide scholen tezamen meer dan 350 doch niet meer dan 500 leerlingen tellen. RECLAME. Een polis der is de beste geldbelegging. HET 23e CONCOURS HIPPIQUE TE HOOFDDORP. DE VOORKEURINGEN VOOR LANDELIJKE RIJVEREENIGINGEN EN POLITIERUITERS. (Vai Het Hot heeft lang ingenomen in den lanc en telkens waarheid v. heeft de na de grenzen paarden Duitschlanc land, Hon elkaar in De veree ring van dt mermeer, d ze is gegroe van interns paardenfok „schakeling weder ht omstandigh van voorbe mogelijke ii cours-hippii te doen slai stig weder i geen „Voc paardenspo heeft gepre1 buitengewoi feest, waar met het aa aan het gel tot welvaar kerij. Want gandistisch de Nederla in den wari landbouwfe hebbers de aangewakk' Daarom aan het en „Vooruit", tegenspoed' neerzitten, durf heeft te organise fokkerij zu De grooti weder door personen v dag is gele heer Comn provincie, stemden voor het b om op de; voortgaan. Het was concours-h dorp, alwa terrein, de dan 5 hek' plaats had nigingen, a lijke poli til reden volg allen hetze van de ins rulterveree voorkeurim worden tiji kend gems Telkens keuringen opzetten, t lastten en terrein dr: voor de la meeviel on been te bl! zich echte; energie toe tot een gc bracht. Het best algemeen over het w. de lucht I Moge deze ZWEMMEN. DE VOLKSWEDSTRIJDEN VAN DE ZIJL. Interessante wedstrijden om de Leidsche kampioenschappen. Dreigende luchten hingen gisteravond boven de zweminrichting De Zijl, waar de jaarlljksche volkswedstrijden werden ge houden en waar tevens eenige Leidsche kampioenschappen werden verzwommen. StortbuienwindNeen, be paald getroffen had de organiseerende vereeniging het gisteravond zeker niet! Idem, meisjes: 1. J. Fuchs, 54,8 s.; 2. C. Kikkert, 57.2 s.; 3. A. Schouten, 58.4 s. 100 M. vrije slag, heeren (kampioen schap van Lelden): 1. H. L. E. van der Reyden (L. Z. C.), 1. m. 9,2 s.; 2. E. Mun ting (L. Z. C.), 1 m. 10,8 s.; 3. A. Kraayen- brink (De Zijl), 1 m. 29 s. 50 M. schoolslag, heeren: 1. J. Arnoldus, 47,8 s.; 2. M. van Egmond, 48 s. Idem, dames: 1. C. Wakka, 53,2 s.; 2. M. Meyer, 56 s. 100 M. rugslag heeren (kampioenschap van Leiden): F. van der Mark (De Zijl), zonder strijd wegens niet opkomen van Smink (L. Z. C.). Hebt U het Petitionnen voor Internationale Ontwapeii al geteekend, voorkomende pagina 1 van het Eerste B(aj WIELRENNEN. DE TOUR DE FRANCE. De veertiende etappe van de Tourj door H. A. H. MARCUS. Het 23st morgen op met z'n re gebouwde oplevert - De offici Beurs" te van „Voor eengekomf één dag u kering vai king van geen minu tijd in bes terwege g( sproken, welkom w In optoc de Artille) het terreh het progr: tal toesch groot, ma sterk aan bedroeg. Onder merkt jhr der Konir schillende Aan de de Beurs i voorzitter ring gespt zeerste op zijne bela lemmerme doen blijk woordig t gebracht ondervont grooten s ondervonden en de schitterende deelne ming. Vanwege de afdeeling Haarlemmermeer van de N.-H. vereeniging „Het Witte Kruis" maakten eenige jongedames zich verdienstelijk met den verkoop van een bloempje ten bate van de wijkverpleging in deze gemeente. De uitslag van de verschillende num mers van het programma (w.o. als attrac tienummer de groote historische quadrille van 1831) zal in ons blad van morgen worden opgenomen. In Mei was Wim voor het eerst naar school gegaan en in Augustus zou hij drie weken groote vacantie krijgen. Een paar dagen voordat die vacantie aanbrak, kwam Wim opgewonden thuis. „Mammie, Mammie," riep hij, zóó toen hij in huis was. Maar in de serre en huis kamer was niemand, ook niet in Vaders studeerkamer; in de keuken alleen Betje, die hem dadelijk er weer uitjoeg, want ze kon hem „niet gebruiken, als ze den boel aan het uithalen was." Ze riep hem nog na: „in den tuin" en ja hoor, achter in den bloementuin was Mammie bezig met het opbinden van bloemen, die door den har den wind van den vorigen dag waren om gewaaid. „Mammie, zei Wim buiten adem, „de heele school gaat uit rijden en Meester van Gelderen komt hier, en... enne... enne... ik wil niet mee!" Daar hadt je het nu weer! dacht Moeder Wanneer zou haar jongen toch eens over zijn verlegenheid heen komen? Nog niet lang geleden waren Wim en zijn ouders in dit dorp komen wonen. Wim vond het nieuwe huis met den grooten tuin heerlijk, maar hij speelde altijd alleen, want vriendjes had hij nog niet gemaakt. Een enkele maal was er we) een jongen bij hem te spelen geweest, maar Wim had het niets leuk gevonden. De visite had vol bewon dering Wims mooie speelgoed bekeken, maar van leuk samen er mee te spelen was niets gekomen. Wim, die zelf verlegen van aard was, werd dan hoe langer hoe stiller en was blij, als de visite naar huis ging. Als hij maar eenmaal naar school gaat, zal het beter gaan, hoopte Moeder; maar dat viel tegen. Het leeren vond Wim wel prettig, en de klasjuffrouw was lief, maar de jongens.... Neen, die vond hij niks aardig. Ze stompten zoo onophoudelijk, en gillen en krijschen, als ze deden! Ook moest je altijd oppassen, dat niet de een of ander je in het voorbijgaan op de speel plaats beentje lichtte. „Breng na schooltijd toch eens iemand mee om te spelen," had Moeder aange drongen. Den dag daarop was Wim het tuinhek binnengekomen met Neeltje, een meisje uit zijn klas. Nu, Neeltje was een aardig meisje en ze kon leuk met Wim spelen, maar Moeder had veel liever ge zien, dat Wim nu eens een vriend had, waardoor hijzelf wat flinker: wat jongens achtiger werd. Toen Wim een maand op school ging, werd hij ziek. Hij verzuimde drie weken en daarna kon hij nog minder met de jongens opschieten. En voor Mees ter van Gelderen, die in het lokaal naast dat van Wim aan de hoogere klassen les gaf, was hij zelfs bang. Meester kon zoo'n harde stem opzetten! En hij kon Wim met oogen aankijken, alsof hij dwars door hem heen kon zien. En nu zou Meester komen om te vragen, af hij, Wim, een dagje mee uitging met de heele school! Daar kwam Betje al zeggen, dat Mees ter er was om Mevrouw te spreken. Moeder zei: „Kom mee, Wim!" en ge armd liepen ze naar huis, waar in de openstaande serre Meester van Gelderen zat te wachten. Toen Moeder ook was gaan zitten en Wim wat tegen de deur aan bleef hangen, vertelde Meester, dat hij van plan was den eersten dag van de vacantie met de heele school uit rijden te gaan. Negen en twintig kinderen zouden dat dan zijn en dan de Juffrouw van de kleintjes, Meester zelf en zijn vrouw en groote dochter Ge- sien, om op de kinderen te passen. Mees ter kon van enkele boeren een kaasbrik te leen krijgen en voor eten onderweg zou ook gezorgd worden. Of Moeder goed vond dat Wim mee ging; ze zouden alleen gaan als het mooi weer was, anders werd het tochtje uitgesteld. „Ik vind het best," zei Moeder, „maar U moet maar aan Wim zelf vragen, of hij wel mee wil." „Maar natuurlijk," zei Meester, „wie zou er nu niet een dagje mee uit willen?!" en meteen keerde hij zijn gezicht, dat nu lachend en vriendelijk keek, naar Wim toe. Wim had het hart niet te zeggen: ik wil niet mee." Hij knikte dus maar eens en zei: „Ja, Meester." „Afgesproken," zei Meester, terwijl hij opstond, „overmorgen om kwart vóór acht voor de school zien we elkaar weer. Niet te laat komen, hoor!" Ja, nu kon Wim niet meer terug, hij had geknikt, dat hij mee ging en eigen lijk eigenlijkwas hij ook wel een beetje benieuwd, hoe of het zou zijn. Den volgen den dag was Neeltje er maar niet over uit gepraat, zoo veel zin had ze in het uitgan getje. Neeltje's vader, de dorpsbakker, had (Nadruk verboden), toch zooveel broodjes naar het huis van Meester moeten brengen en nu stonden Gesien en haar Moeder ze te smeren. Neel tje had het zelf door het open keukenraam gezien. „Willen jullie samen wel een boodschap voor me doen?" vroeg Wims Moeder. „Jawel Mevrouw", zei Neeltje en ook Wim knikte van ja. „Kijk," zei Moeder, en ze haalde een diep hengselmandje uit de kast. „Nu leggen we hieronder wat blaren en dan moet jullie flink aan het klapbessen plukken gaan, tot de mand boordevol is; dan brengen jullie de mand naar Meester met de complimen ten en dat de kinderen zeker morgen wel een vruchtje zullen lusten." Dat was leuk, vond Wim en hoewel hij een kleur als vuur had, toen Mevrouw van Gelderen opendeed, bracht hij dapper zijn boodschap over. Ze moesten even binnen komen om te zien, hoeveel mandjes met mondvoorraad er al ingepakt klaar ston den. Wim begreep niet, hoe dat alles op zou komen. „Je zult zien, hoe weinig er over zal blijven", zei Gesien, alsof ze Wims ge dachte raadde. Den volgenden morgen was het heusch mooi weer en de tocht zou dus doorgaan. Wat was het vol op het schoolplein, en wat een drukte! Toen Wim met Moe der er aan kwam, waren de meeste kin deren er al en telkens kwamen er nog meer, ook al met hun ouders. Vier kaas brikken stonden er klaar. Langs de kan ten van de wagens waren planken, die als banken dienst deden. In den voorsten wagen werden de meeste mandjes gezet en Mevrouw van Gelderen klom er in; met haar zouden de tien kleinste rijden. De voerman, de knecht van boer Japiks. tilde hen één voor één er in. „Hopla," zei hij dan, „alweer een vrachtje". Ook Wim werd er in getild. „Niet aan de mandjes komen!" gilde een van de groote meisjes uit den tweeden wagen. „Laat nog wat voor ons over," klonk het weer van een anderen kant. Wim lachte maar, hij zat leuk naast Neeltje en had zin in den dag. Meester, die in den vierden en achter sten wagen zat, stak zijn hand op ten teeken dat alles klaar was en daar gin gen ze! Dat werd een goedendag wuiven en roepen! Verstaan kon je niets, vond Wim, want de wagen ratelde over de dorpskeien, dat hooren en zien je verging. Bij den bocht keek hij nog eens om naar Moeder en toen stapte Zwart meteen ook op het grint van het Kerkpad. Leuk vond Wim het om in den voorsten wagen te zijn, je kon zoo fijn langs den rug van Jaap, den voer man. den weg afzien, en bij een kruispunt raadde je voor jezelf, welken weg Jaap wel zou inslaan. Hij had den weg in de buurt van het dorp al wat leeren kennen, sedert hij met Vader in de auto een paar maal mee mocht naar zieken, die Vader bezoeken moest. Wat scheen de zon lekker, warm en toch was het niet t e warm, omdat er ook een windje woei. Wat grappig knikten derietlwa pluimen aan den overkant van de vaarl L8; Nu kwamen ze voorbij de boerderij Knelis, die tegenover Wim zat. Kneli sprong op om zijn moeder en zusters, di naar buiten kwamen loopen en lachei naar den optocht keken, te groeten, waakhond sprong heen en weer aan zijl ketting en blafte verwoed. En toen zeee: half uur gereden hadden, kwamen ze langil de hofstee van de Meyer. Het paard var, de Meyer trok den derden wagen, hel rook zijn stal en sloeg af naar het hek om naar huis te gaan. Dat gaf een geroep en gelach. Alle vier wagens hielden stil en de knecht van Meyer moest afspringen om Bles bij tja hoofdstel te nemen en hem weer den weg op te draaien. Over den spoordijk heen gekomen, za gen ze in de verte al den hoogsten toren van de stad, waar Wim met Moeder wel boodschappen deed. Maar het duurde nog een veertig minuten, zooals Mevrouw van Gelderen zei, voordat ze in de stad zouden zijn. Ze reden maar korten tijd door de drukke stadsstraten en weldra waren ze weer op een buitenweg. Links van den weg lag een speeltuin „Wat een schommels!" zei Neeltje, terwijl ze Wim aanstootte en meteen draaide Zwart de brug naar den tuin op. Wat barstte er toen een hoera-geroep los! 't Was zóó luid, dat de paarden schichtig de ooren bewogen en het paard voor den laatsten wagen begon te huppe len, zoodat een paar kinderen, die al van hun plaatsen opgestaan waren, tegen elkaar en over elkaar rolden. Meester's sterke arm behoedde hen voor een val uit den wagen. Toen duurde het niet lang, of de draai molens, de schommels en de zweef wer den bestormd. Enkele jongens probeerden, of ze over den spriet tot het eind toe konden blijven loopen. Verderop stonden er weer andere jongens naar Meester te kijken, die zich zoo mooi onder het zwaaien aan de ringen kon optrekken. Wims klas met nog enkele grootere jon gens had zich meester gemaakt van den lichten draaimolen. Wim hielp flink duwen om dan met een sprong op den molen te komen. Fijn ging dat! Daar zag hij iets, waarover hij woedend werd. Eén van de grootere jongens, Klaas heette hij, gaf een meisje, dat op den molen wilde springen, een duw, zoodat ze den sprong miste en naast den draaimolen languit in het mulle zand terecht kwam! Gelukkig deed ze zich geen pijn en Wims Juffrouw, Juf frouw Coba, schoot dadelijk toe om te helpen. Het meisje was alleen maar ge schrokken en klikken deed ze niet. Het was alles zoo gauw in zijn werk gegaan, dat Wim misschien de eenige was, die het gezien had. Zoetjes aan was de zon hoog aan den hemel gekomen en juist toen Wim dacht: „Wat heb ik toch een honger!" blies Mees ter op zijn fluitje, hetgeen beteekende: „allemaal bij me komen!" (Nadruk verboden). (Slot volgt). 722-5 De uitslagen zijn: 25 M. vrije slag (meisjes tot 13 jaar); 1. R. v. d. Tuyn, 26,4 s.; 2. T. v, d. Ploeg, 33 2 s. Idem, jongens: 1. G. van Leeuwen, 21,4 s.; 2. W. de Heer, 24,2 s.; 3. W. Arnoldus, 25,2 s. 50 M. vrije slag. heeren: 1. J. Arnoldus, 39,6 s. 50 M. schoolslag, dames (kampioenschap van Leiden): 1. H. Passier (L. Z. C.l, 46 8 s.; 2. C. van Leeuwen (De Zijl), 50,4 s.; 3. M. Perquin (L. Z. C.), 50,6 s.; 4. T. van der Kaay (L. Z. C.), 54 s. 50 M. vrije slag (jongens van 13 tot en met 16 jaar); 1. J. M. van Sisseren, 48,2 s. van VClic Uie yiattbö aauw^cil. VOETBAL. RIJNSBURGSCHE BOYS I—A.D.O. I (Leiden). Zaterdag te 5 uur speelt Rijnsburgsche Boys op eigen veld tegen A.D.O. om een lauwertak. Voor A.D.O. komen uit: doel, J. v. d. Bom; achter: P, v. d. Plas en Roelandse; midden: Meigaarden, v. d. Zeeuw en N. Fakkel; voor: D. v. d. Plas, Wolters, J. Fakkel, Neuteboom en Rooi- akkers. ling. Het Hof sprak, onmiddellijk rechtdoen! de, verdachte vrij en gelastte zijn onmid| dellijke invrijheidsstelling. Uitgesproken: H. Scliolte, bloembollenkweeker, Nieu*- Vennep. R.c. Mr. E. W. J. Top. Cur. Mr- B. W. Stomps, Heemstede. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 12