2ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 Juni 1931 Derde Blad No. 21864 GEMEENTEZAKEN. H. P. H. KEEREWEER FEUILLETON. D* Blauwe Diamanten van Mijnheer Merchison benoeming en ontslag. B. en V.' stellen voor den heer A. Kist rvol ontslag te verieenen als stads- neesheer In diens ontslag-aanvrage ■t deze: u deze gelegenheid wensch ik ge rm 'allege er op te wijzen at, - t de inv erkingfcrediDg van den neeskunf'en dienst, in vergelijking et vroege'de positie der Stadsgenees- eeren, volgei. het oordeel der meerder- eid der betrokkene artsen, dermate on- ngenaam is geworden dat het hun er bezwaarlijk is geworden het raak oeilijk. ambt met de ncodige opge ki- eid te vervullen. Wanneer ik bovendien on r uw aan- acht breng de. volgens de m n.ng der ier oudste stadsgeneesheeren, reurige larieering, welke uw college met ingang an 1 Januari 1928 voor die ambtenaren heeft vastgesteld, daar zal uw college et mi) ten goede moeten houden dat het iet met. leedwezen is dat ik, na een iensttijd van ruim 30 jaar, thans wegens ezondheidsredenen verzoek uit mijn unctie ontslagen te worden. In verband met het aantal in den cui us 19311932 te geven lesuren aan het ymnasium, zal het noodig zijn dl". R. E. Inger Hattink en dr. J. D. A. Boks bij sluiten van 4 Augustus en van 2 Sep- ember 1930 benoemd tot tijdelijk leeraar esp. in de geschiedenis en aardrijkskunde in de wiskunde, wederom als zoodanig oor den nieuwen cursus te benoemen. B. en W. stellen voor den heer A. L. v. eeck nog een jaar te continueeren als eeraar aan het Gymnasium in de ge- hiedenis en aardrijkskunde VERHURING. Bij raadsbesluit van 21 Mei 1928 w. d bovenverdieping van het perceel N. are No. 15 thans genummerd Lam- ermarkt No. 67 voor den tijd van drie aren verhuurd aan den Armenraad, al- ier. Deze huur eindigt op 1 Augustus a v Na met den huurder gevoerde corres- ndentie heeft deze zich bereid verklaard huur tegen den geldenden huurprijs an f. 500.per jaar voor den tijd van en jaar te continueeren, met. stilzwijgende erlenging van jaar tot jaar. Overigens eschiedt de verlenging onder de bestaan- voorwaarden. waaronder de bepaling, at de gemeente de huur met een termijn an drie maanden tusschentijds kan beëindigen. OVERNEMING GROND. In verband met bebouwing ter plaatse, loeten eenige strookjes grond en water an de gemeente worden overgedragen. B. en W. stellen mitsdien voor te be luiten kosteloos in eigendom en onder houd bij de gemeente over te nemen: a. van Th. J. C den Hollander, te Lei den, het strookje grond, ter grootte van m. 16 1 '2., deel uitmakende van de perceelen Kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie K, Nis. 3743 en 3744, gele en aan de Kooilaan; b. van Dubbdaaï te Leiden, het trookie rond, ter grootte van pl.m. 0.7 M2., di" uitmakende van het perceel, ka- das' -ü bekend gemeente Leiden, sectie No 777, gelegen aan de Geerestraat, hoe Gortestraat; c. van L. N. den Older, te Leiden, het trookje grond en sloot, ter grootte van n.i. 11 M2„ deel uitmakende van het erceel, kadastraal bekend gemeente Lei en, sectie M, No. 4836. gelegen aan de ijn- en Schiekade. SINDINGSBRUG VISCHPOORT. Var de N.V. Leidsche Manufacturen- i. '1 van Vroom en Dreesmann is het verzoek ingekomen te bevorderen, dat haar vergunning verleend wordt tot het maken van een verbindingsbrug over de Vischpoort. Het is de bedoeling een van de buitenlucht afgesloten verbinding te maken tusschen de aan weerszijden van de Vi: ipoort gelegen perceelen der N.V. inssteeg No. 7 en Aalmarkt No. 29 ,*te van de eerste verdieping diet -ceelen. ermits de Vischpoort, waarover zich reeds twee overbruggingen bevinden, een doouioopend weggedeelte is, uitsluitend voor de aangrenzende perceelen van belang, bestaat er volgens B en W uit een oogpunt van welstand tegen het ma ken van een derde overbrugging geen be zwaar. Ook bij de eigenaren van de aan grenzende perceelen ontmoet de gevraagde overbrugging geen bedenking. I oor de brug zal een jaarlijksche re- co: ie van f. 40.verschuldigd zijn. OPRUIMING VAN KROTTEN. De Commissie van Fabricage stelt voor, het aan de gemeente toebehoorend com plex woningen, gelegen tusschen de 2e Binnenvestgracht, Korte Schelstraat en Lammermarkt te doen afbreken en den vrijkomenden grond te doen bestraten. Dit complex bestaat uit vervallen per ceelen, die reeds bij de ontvangst van het rapport der Commissie grootendeels bui ten gebruik waren. Aangezien ook naar het oordeel van B. en W. door deze amotie een belangrijke verbetering ter plaatse zou worden tot stand gebracht en het College zich der halve alleszins met het denkbeeld van de Commissie van Fabricage kon vereenigen, verzocht liet het bestuur der Gemeente lijke Woningstichting om de enkele nog bewoonde woningen te doen ontruimen. Volgens van de Woningstichting ont vangen bericht zijn ook deze woningen thans door de bewoners veria ten. De kosten van het sloopen van de per ceelen en van het in orde maken van het terrein worden geraamd op f 6500.Dit bedrag kan worden afgeschreven van den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop nog een som van f. 39819.- beschikbaar is SUBSIDIE AAN „DE ZIJL". Ook nu weder wordt door het bestuur van de zwemvereeniging „De Zijl" een subsidie van f. 100.uit de gemeentekas verzocht ten behoeve van een in de maand Juli a.s. te houden volkszwemfeest. Tegen de toekenning van de gevraagde subsidie bestaat ook ditmaal bij B. en -W geen bezwaar Aangezien bedoelde subsidie reeds sinds "ri telken jare wordt verleend en zij der- kan worden beschouwd als een jaar- erugkeerende uitgaaf, achten zij hel administratief eenvoudiger, dat een alge meen tot wederopzeggens geldend subsi diebesluit wordt genomen. Zij ven mitsdien in overweging hen te machtigen aan de Zwemvereeniging „De Zijl" tot wederopzeggens, ingaande met het j".ar 1931, een subsidie van ten hoog ste f. 100 per jaar toe te kennen in de door die vereeniging te houden volkszwcm- feesten. CONTROLE BOEKHOUDING. Aan het Centraal Bureau voor Verificatie en financieele adviezen der vereeniging van Nederlandsche Gemeenten werd in gevolge raadsbesluiten van 17 Mei 1920 en 8 Augustus 1921 opgedragen de con trole van de boekhouding van eenige dien sten tegen een vergoedingen van f. 2100. Geruimen tijd geleden wendde het Veri ficatiebureau zich tot B. en W. met het verzoek om te bevorderen, dat de vergoe ding voor de controle van de administra tie van den Gemeente-Ontvanger werd verhoogd tot f. 900, aangezien een bedrag van f. 300 geheel onvoldoende was te ach ten met het oog op den omvang der werk zaamheden, aan deze controle verbonden. Intusschen waren er nog verschillende belangrijke administraties, die nog niet onder een accountants-controle werden gesteld, ten aanzien waarvan nochtans een zoodanige controle alleszins wenschelijk moest worden geoordeeld. Zij noemen o.a. den dienst van Gemeentewerken en den Geneeskundigen Dienst. In verband hier mede verzochten zij aan het Verificatie bureau een offerte te doen voor de reeds bestaande en nog in te voeren controle tezamen. Het Bureau deed daarop een aanbieding van f. 3600. De verhooging bedraagt derhalve f. 1500 waarvan f. 600 wegens meerdere vergoe ding ten aanzien van de administratie van den Gemeente-Ontvanger en f. 900 wegens uitbreiding van de controle. B. en W. achtten de gevraagde bedra gen aannemelijk. Ook kunnen zij zich ver eenigen met het verzoek, om de hoogere vergoeding voor de controle van de boek houding van den Gemeente-Ontvanger te doen ingaan op 1 Januari 1930 aangezien het tot nog toe daarvoor geldend bedrag inderdaad te laag moet worden geacht en het verzoek om verhooging reeds in 1928 werd ingediend. Volledigheidshalve voegen zij hieraan toe, dat het toezicht op de financieele ad ministratie van de Stedelijke Werkinrich ting, overeenkomstig den wensch van het bestuur, voorshands nog door de finan cieele afdeeling van de gemeentesecretarie zal worden uitgeoefend Ten slotte vragen zij de aandacht voor de in art. 265 der gewijzigde gemeentewet vervatte bepaling, voorschrijvende, dat de rekeningen van de takken van dienst, waarvoor bedrijfsverordeningen gelden, moeten worden deugdelijk verklaard door een door den Raad aan te wijzen, buiten dien tak van dienst staanden boekhou- kundige. Hiertoe behooren uiteraard te worden aangewezen degenen, die met de controle zijn belast SCHOOLVERBETERING. Bij adres verzoekt het bestuur van de R.-K Parochiale Jongensscholen onder R.-K Par. Kerkbestuur, alhier, de benoo- digde gelden beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van een tweetal closets en urinoirs in de school voor g.l.o. aan de Pelikaanstraat 20, waarvan de kosten zijn geraamd op f 700. Deze kosten behooren niet tot de on der houdsuitgaven. welke moeten worden bestreden uit de in artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920 bedoelde exploitatie vergoeding. De wettelijke voorschriften zijn in acht genomen. UITBREIDING AMBACHTSSCHOOL. Gelijk bekend is kan in de laatste jaren niet worden voldaan aan alle aanvragen om toelating tot de Ambachtsschool. Sinds eer.igen tijd worden dan ook door het be stuur der school pogingen aangewend om tot uitbreiding van het gebouw der Am bachtsschool te geraken. Het verheugt B en W. zeer, dat de tus schen het bestuur en den Minister van Onderwijs gevoerde besprekingen thans tot het resultaat hebben geleid, dat de Minister de door het bestuur voorgenomen uitbreiding van de schoollocaliteit heeft goedgekeurd. Aangetien vergrooting van het gebouw niet mogelijk bleek, is het be stuur voornemens aan den Heagweg, te genover de Ambachtsschool een gebouw te stichten, dat o.m vijf leslokalen zal bevatten. Nu inmiddels de aanvankelijke begroo ting ad f. 124.000 is teruggebracht tot plm. f. 99.900 heeft de Minister toegezegd de kosten tot het bij de Nijverheids Onder wijswet bepaalde gedeelte van 70 pCt. voor rekening van het Rijk te zullen nemen. Aan die toezegging heeft de Minister de voorwaarde verbonden, dat het geheele bedrag van de kosten ten laste van den dienst 1931 zal komen, zoodat derhalve het Rijk zijn aandeel in die kósten ad 70 pCt. en de gemeente haar aandeel ad 30 pCt. in eens zullen moeten uitkeeren. Naar meening van B. en W bestaat hiertegen geen bezwaar. Slechts meenen zij dat de gemeente aan haar medewerking de voorwaarde moet verbinden, dat de ten laste van de gemeente komende kos ten, het bedrag van f 30 000 niet te boven zullen gaan. VERBETERING CENTRALE SCHOOL. Reeds eenigen éjd geleden bleek, dat het schoolgebouw aan de Oude VestCae- ciliastraat, waarin de Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar is gehuisvest, ver schillende gebreken vertoont welke voor ziening vereischen, Aanvankelijk waren B. en W van mee ning. dat op betrekkelijk eenvoudige, wei nig kostbare wijze een bevredigende toe stand kon worden verkregen. Bij nadere beschouwing kwamen zij echter tot de overtuiging, dat een meer ingrijpende ver bouwing noodzakelijk was. De directeur van Gemeentewerken dien de een verbouwingsplan in. Tegen dit plan. dat zeer vele verbeteringen inhield, bestond liet bezwaar, dat vele lokalen ook na de verbouwing zeer klein zouden blij ven, zoodat de school meer leerkrachten zou moeten tellen, dan noodig zouden zijn, indien kon worden beschikt over een 10- tal lokalen, elk bestemd voor 36 leerlingen. Dit bezwaar is door den directeur van Gemeentewerken op buitengewoon bevre digende manier uit den weg geruimd. Vol gens het door hem ingediende gewijzigde plan toch zai het gebouw na de verbou wing 11 lokalen, elk bestemd voor 36 leer lingen en 1 lokaal voor 30 leerlingen be vatten. Het gewijzigde plan, dat aan redelijk te stellen eischen volkomen beantwoordt, verwiert de instemming van den inspec teur van de Volksgezondheid, den inspec teur van het lager onderwijs en het hoofd der school Ook de Commissie van Fabri cage en de Commissie voor het Onderwijs kunnen zich met dit plan vereenigen. Het ligt in onze bedoeling de Centrale school tijdens de verbouwing onder te brengen in het oude schoolgebouw aan de Mare. De aan de uitvoering van het verbou wingsplan verbonden kosten worden ge raamd op f. 44000. waarbij nog komt f. 6500 voor meubilair en plm. f. 3000 voor de in richting van het gebouw aan de Mare. in totaal derhalve f 53500 GESCHIL MET DE N. Z. H. T. M. Bij raadsbesluit van 23 December 1909 zijn vastgesteld de voorwaarden, waaron der aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tram weg Maatschappij te Haarlem concessie is verleend tot het hebben en exploiteeren van een tramverbinding met bovengrond- sche electrische beweegkracht, binnen de Gemeente Leiden, welke voorwaarden de N.Z.H.T.M. heeft aanvaard. Artikel 22 der voorwaarden van die con cessie luidt als volgt: „Het onderhoud van den tramweg en alles wat daartoe behoort, heeft plaats ten genoegen van B. en W door en op kosten der Maatschappij. De kosten van onderhoud van de bestra ting. verharding en brugdekken tusschen de spoorstaven en van de strooken langs de buitenzijde der spoorstaven, over een breedte van 0 50 Meter, worden door de Maatschappij aan de Gemeente vergoed De Maatschappij is gehouden aan de door B. en W. aan te wijzen personen vrije toegang te verieenen tot haar wer ken en inrichtingen zoowel binnen als buiten de Gemeente." Over de beteekenis en uitlegging van deze bepaling is tusschen B. en W. en de Directie der Maatschappij geschil ont- In den loop van het jaar 1928 vorderde het onderhoud van den Hooge-Rijndijk, waarover de Stadstram, door de Maat schappij geëxploiteerd, loopt, dat. deze moest worden voorzien van een nieuwe klinkerbestrating, omdat de oude klinker bestrating, zoov.-el die tusschen de spoor staven en op de strooken langs de buiten zijde der spoorstaven over een breedte van 50 c.M., als die buiten deze strook gelegen is, onbruikbaar en slecht geworden was. De Hooge-Rijndijk is toen van Gemeen tewege van een nieuwe klinkerbestrating voorzien. Het College stelt zich met den directeur van Gemeentewerken op het standpunt, dat het onderhoud van een klinkerstraat vordert, dat deze straat van tijd tot tijd van een nieuwe klinkerbestrating wordt voorzien. De Directie van de N.Z.H.T.M. is echter van meening, dat „onderhoud" en „ver nieuwing" twee afzonderlijke begrippen vormen, dat althans in het onderhavige geval, waar de aanwezigheid en het ge bruik van tramspoor in de bestrating niet tot den onderhoudsplicht van de Maatschappij mag worden gerekend Volgens de Maatschappij mogen de kos ten van nieuw bestratingsmateriaal tus schen en langs de sporen niet te haren laste gebracht worden, maar slechts de zuivere straatkosten met een normalen bijslag voor inboeting. Volgens opvatting van B en W. heeft de Gemeente van de Maatschappij te vor deren f. 12607.09. terwijl de Maatschappij van meening is tot betaling van slechts f7740.96 verplicht te zijn, zoodat een ge schil bestaat over een bedrag van f4866.13 Het College acht het, ook voor de toe komst, van belang, dat de Gemeente haar standpunt handhaaft en daarover een be slissing uitlokt. Volgens artikel 16 der concessievoorwaarden moeten alle geschil len tusschen de Gemeente en de Maat schappij beslist worden door drie scheids rechters, door partijen in gemeen overleg te benoemen, of, indien bedoeld overleg tot geen overeenstemming heeft geleid, binnen vier weken, nadat de eene partij de andere bij aangeteekenden brief heeft uitgenoodigd tot benoeming over te gaan, door den bevoegden rechter. De Directie van de N.Z.H.T.M. is bereid het geschil aan het oordeel van scheids lieden te onderwerpen en B. en W. meenen te mogen aannemen, dat partijen het over de te benoemen scheidslieden eens zullen worden. Mocht dit laatste niet het geval zijn, dan zou de Rechtbank te Haarlem volgens artikel 624 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de scheidslie den moeten benoemen. OVEREENKOMST MET DE PROVINCIE. Het gedeelte van den Zij ld ij k tusschen Spanjaardsbrug en het beginpunt van den weg naar Rljpwetering komt op het pro vinciaal wegenplan voor. Aangezien de provincie Zuid-Holland, ingevolge besluit der Staten d.d. 25 Nov. 1927 aan de belanghebbende corporaties de gelegenheid had geopend om op het provinciaal wegenplan geplaatste wegen aan de provincie in eigendom, beheer en onderhoud over te dragen tegen een jaar lijksche vergoeding van f 600.— per K M. als bijdrage in de onderhoudskosten, en bij dat besluit de provincie zich de be voegdheid had voorbehouden genoemde vergoeding op een hooger bedrag per K M. te stellen, indien de overdracht niet bin nen drie jaren had plaats gehad, besloot RECLAME. BEGRAFENISSEN Tel. sëi 1 AUTO-TRANSPORT. almarkt 16. CREMATIE 4762 de Raad in hare zitting van 10 November 1930 het bedoelde gedeelte van den Zijl- dijk op dezen voet aan de provincie over te doen. Intusschen deelden B. en W. bij dat voorstel tevens mede, dat niet slechts me'; de provincie onderhandelingen werden gevoerd omtrent de overdracht van den weg, doch ook betreffende de opheffing van den tol aan het Zijlhek en de rege ling van daarmede samenhangende za ken, zooals het vervallen van de bijdragen van onze gemeente aan Alkemade in de onderhoudskosten van den weg van den Zijldijk naar die gemeente. Met het oog op den door de provincie gestelden ter mijn van drie jaren, werd, in afwachting van het resultaat van de besprekingen, inmiddels het besluit genomen tot over dracht van het op het provinciaal we genplan voorkomende weggedeelte. Ook werd in verband met die besprekingen de pacht van de bruggelden der Spanjaards- brug en van de tolgelden aan het Zijl - hek, welke 30 April 1931 eindigde, slechts voor den tijd van eén jaar verlengd met het recht der gemeente de pacht tus schentijds te beëindigen. De onderhandelingen tusschen Gede puteerde Staten en ons College trokken zich samen op de volgende onderwerpen: a. overdracht van den geheelen Zijl- dijk. gepaard gaande met opheffing van den tol; b. overdracht van mogelijke rechten en verplichtingen der gemeente op het wa ter de Zijl (met uitzondering van de vroonrechten) c. het vervallen van de uitkeenngen aan Alkemade; d. overdracht van de Spanjaardsbrug met inbegrip van het recht tot heffing van bruggelden. Het is B en W. een groote voldoening te kunnen mededeelen, dat het overleg met het provinciaal bestuur tot algeheele overeenstemming heeft geleid, waardoor de eerste belangrijke stap naar de liqui datie van het vraagstuk der z.g. buiten bezittingen zal kunnen worden gedaan. Deze transactie omvat het volgende: a. de gemeente draagt aan de provincie over: in eigendom, beheer en onderhoud: den geheelen Zijldijk (dus vanaf den Lagen Rijndijk tot eindpunt); de rechten (met uitzondering van de vroonrechten) en de verplichtingen, die de gemeente eventueel ten aanzien van het water de Zijl mocht hebben; in eigendom, beheer, onderhoud en be diening; de Spanjaardsbrug, met 't recht tot heffing van bruggelden; b. als vergoeding van de voortaan voor rekening van de provincie komende kosten van onderhoud van den Zijldijk betaalt de gemeente jaarlijks een bedrag van f. 2.435.Dit bedrag is als volgt be rekend: Voor het op het prov. wegenplan voorkomende verharde gedeelte, ter lengte v, 1600 M. f. 600.— per K.M., is f. 960.— voor het in het verlengde daarvan gelegen koolaschpad, lang pl.m. 3100 M. f. 575.— en voor de oeververdeeling over de volle lengte van den Zijldijk f. 900. De gemeente verliest uiteraard boven dien de vaste inkomst van f. 700.— per jaar uit de tolheffing. c. de provincie gaat over tot vernieu wing van de Spanjaardsbrug. waarvan de kosten, met inbegrip van den oprit aan den Leiderdorpschen kant, worden ge raamd op f. 150.000.In deze kosten (derhalve van brug met oprit) draagt Leiden 1/3 gedeelte bij tot een maximum van f. 50.000.—. De kosten van den oprit aan de zijde van Lelden, welke ook voor straatver ruiming dient, worden begroot op f. 30.000. waarvan de provincie 1/3 gedeelte tot een maximum van f. 10.000.— voor hare reke ning zal nemen, zoodat f. 20.000.— ten laste van de gemeente blijft. Aangezien echter in deze raming ook de grond is opgenomen en verreweg het grootste gedeelte, welke voor f. 20.000 van de firma Boot werd gekocht, tevens be- noodigd is voor het maken van den op rit. mag worden aangenomen, dat de ge meente te dezer zake weinig oi niets meer behoeft uit te geven. d. de gemeente betaalt verder als ver goeding van de kosten van onderhoud en bediening van de Spanjaardsbrug aan de provincie jaarlijks een bedrag van f. 900 Geautoriseerde vert. uit het Engelsch van J. S. FXiETCHER door Jhr. C. A. L. v. d. W. (Nadruk verboden). 25) Neen, antwoordde zij. Nooit! Van yie bot? Wat beteekent dat? Mayunorne nam de broche op. draaide die om en wees naar de speld aan de achterzijde, die versleten was en gemak kelijk losliet uit het oogje. Die broche kan men gemakkelijk ver!ie;«r., zeide hij, want die speld is erg Zij is van mooi oud zilver, hier en dan dun en de steenen zijn heel mooi kleur. Het zal vroeger een waarde volle broche geweest zijn en heeft zeker toebehoord aan iemand van goeden huize. Ik vond het op Reivers Den, dicht bij de plaats waar het lijk van Mazaroff werd gevonden. Hij lette aandachtig op haar. Zij keek hem vragend aan en hij stak de broche weer in zijn zak. Dus, herinner u eens goed, heeft u die broche nooit vroeger gezien. Neen! herhaalde zij. Nooit! Wij gingen toen met z'n drieën naar beneden. Ik riep een taxi en wij stapten in. Maythorne vroeg ons nog eens nadruk kelijk om dn volgenden morgen op zijn kantoor te komen en nam toen afscheid. Wij gingen op weg naar Maida Vale. Bij het licht der lantarens van Piccadilly Circus keken wij elkaar aan. Zij lachte plotseling vroolijk Mervyn! zeide zij Was je blij mij te zien? Is het geen voldoend antwoord als ik je zeg. dat ik den geheelen avond aan je gedacht heb? Dat is een lief antwoord, lachte zij. Laten wij nu niet meer praten; wij zullen morgen of overmorgen nog genoeg met elkaar te praten hebben. Ik nam haar hand in de mijne en hield die gedurende den verderen rit vast. Ik bracht haar naar het huis van haar vriendin en ging daarna terug naar mijn kamers HOOFDSTUK XVIII. De vermiste. Den volgenden morgen om negen uur was ik weer bij Ashington Mansions en een half uur later gingen Shella en ik op weg naar het kantoor van Maythorne. Het was een mooie herfstdag, maar dat was niet de reden dat wij gingen wande len in plaats van te rijden. Wij hadden beiden behoefte om zoo lang mogelijk samen te zijn en te genieten van eikaars gezelschap. Daar in de drukke Londen- sche straten waren wij vrij, zoo vrij als wij dat niet hadden kunnen zijn in de eenzaamheid van Marrasdale en die ge waarwording was voor ons even nieuw als heerlijk. Toch begreep ik helaas maar al te goed dat spoedig een einde aan dit samejjzijn moest komen. En Sheila voelde dat eveneens. Mervyn, ik moet weer terug naar huis, weet je. Ik heb gedaan wat mijn plicht was; en nu moet ik terug naar Marrasdale Ik zal het daar hard te ver antwoorden hebben. Natuurlijk heeft moeder al lang gemerkt wat er gebeurd is. En dat zal heel wat onaangenaamhe den geven! Ik zal ook terug moeten gaan. En Maythorne en misschien Crole ook. Kunnen we niet te zamen gaan? En dan. Om er bij mij den moed in te hou den? lachte zij. Dat zal mij niet veel hel pen. Ik zal een kwartiertje moeten door maken. zoo onaangenaam als ik het nog nooit beleefd heb. Mijn plan was om aan mijn moeder te vragen, wat zij van plan was met dat testament te doen en hoe zij er aan kwam En voor zoover ik haar ken zal zif mij dat niet willen zeggen. Er kan nog veel gebeuren voor het zoover is, merkte ik op. Een feit is, dat geen van ons nog iets met zekerheid weet. Ik ten minste niet. Maythorne zegt, dat we er wel achter zullen komen en dat er een groote verrassing op til is. Ik voor mij begrijp niet wat dat voor een verras sing moet zijn en wat er voor den dag zal komen. Van alles. Ik geloof, dat je in zaken als deze alles kunt verwachten en je over niets behoeft te verbazen. En op dat oogenblik kwam er een ver rassing. Wij waren Edgware Road afge wandeld tot Church Street. Daar kwamen wij aan een druk punt, want Edgware Road is een hoofdader en een menigte zakenmenschen haastten zich langs dien weg naar den ondergrondschen trein. Plotseling bleef Sheila staan en legde zij haar hand op mijn arm. Terwijl ik naar haar keek zag ik haar staren naar de deur van een tabakswinkel, een paar me ter voor ons. Mervyn! zeide zij. Parslave! Hij is daar binnengegaan! Ik staarde ook verbaasd naar dien winkel. Ik verzeker je, dat Parslave daar juist is binnengegaan! Denk je. dat ik Parslave niet ken? Zoo goed als mijn eigen moeder, hoor. Kom mee! Wij gingen voor het raam van een anderen winkel staan. Er liepen daar zoo veel menschen voorbij, dat wij onze oogen goed den kost konden geven, zonder zeil opgemerkt te worden. Ben Je er zeker van? vroeg ik. Ik durf er een eed op te doen. dat het Parslave is. Luister zag je hem ooit in „de Houtsnip"? Voor zoover ik weet niet. Hij kan er mij gezien hebben. Dat kan ik mij niet herinneren Hoe ziet hij er uit? Een lange, magere kerel, een zigeu ner type, donker van uiterlijk. Hij heeft een blauw pak aan. Houdt hem in de ga ten en laat mij hier blijven. Zou hij je herkennen? Natuurlijk. Als hij hier langs komt, ga ik dezen winkel binnen en koop ik het een of ander. Als hij den anderen kant uitgaat, loop hem dan na. Goede hemel! Wat voert hij hier uit, in Londen? Wij stonden voor een manufacturen winkel met een groot portaal. Sheila ging het portaal in en toonde veel belangstel ling voor de uitgestalde goederenik hield een oogje op de deur van den tabakswin kel. Er kwam iemand uit, die voldeed aan haar beschrijving, een lange, magere man in een blauw pak, blijkbaar iemand uit de provincie, met gebronste nek en wan gen: hij droeg een pak tabak in de eene hand en maakte dat open met de andere hand, daarin verdiept keek hij noch rechts, noch links, en liep de andere rich ting uit. Kijk nog eens! zeide ik. Daar gaat nij. Sheila kwam uit het portaal en keek de straat langs. Dat is Parslave! zeide zij. Ik wist wel dat hij het was. Wat nu? Wij moeten hem nagaan, antwoordde ik. Het doet er niet toe, waar hy heen gaat, ik volg hem. Ik zal een eindje achter hem aanloopen en jij blijft achter my. Houd mij goed in het oog Zoo begonnen wij onze jacht op den man. die van Birnside was verdwenen in den nacht, dat Mazaroff werd vermoord, 7a: Hy stopte zijn pijp en stak die aan. en die door de politie overal werd gezocht. En hier was hy nu en kocht rustig tabak in een drukke Londensche str&at. Parslave liep rustig voor my uit en Sheila slenterde kalm achter mij aan Ik had voldoende tijd om hem rustig op te nemen. Hy was een gespierde kerel, flink gebouwd, met een veerkrachtigen gang. Men kon zien, dat hij iemand van het land was, want hij aarzelde oy het over steken van dwarsstraten en liep zoo nu en dan tegen haastige voorDygangers aan. Hy stopte zqn pyp. stak die aan en deed de overige tabak in een tabakszak Met de pup in den mond en zyn handen in de zakken stapte hy kalm voort. Hij was ge makkelijk te volgen en het Dleek duide- ïyk, dat hy zich niet bewust was dat hij gevolgd werd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9