2ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 Juni 1931
Derde Blad No. 21864
GEMEENTEZAKEN.
H. P. H. KEEREWEER
FEUILLETON.
D* Blauwe Diamanten
van Mijnheer Merchison
benoeming en ontslag.
B. en V.' stellen voor den heer A. Kist
rvol ontslag te verieenen als stads-
neesheer In diens ontslag-aanvrage
■t deze:
u deze gelegenheid wensch ik ge
rm 'allege er op te wijzen
at, - t de inv erkingfcrediDg van den
neeskunf'en dienst, in vergelijking
et vroege'de positie der Stadsgenees-
eeren, volgei. het oordeel der meerder-
eid der betrokkene artsen, dermate on-
ngenaam is geworden dat het hun
er bezwaarlijk is geworden het raak
oeilijk. ambt met de ncodige opge ki-
eid te vervullen.
Wanneer ik bovendien on r uw aan-
acht breng de. volgens de m n.ng der
ier oudste stadsgeneesheeren, reurige
larieering, welke uw college met ingang
an 1 Januari 1928 voor die ambtenaren
heeft vastgesteld, daar zal uw college
et mi) ten goede moeten houden dat het
iet met. leedwezen is dat ik, na een
iensttijd van ruim 30 jaar, thans wegens
ezondheidsredenen verzoek uit mijn
unctie ontslagen te worden.
In verband met het aantal in den cui
us 19311932 te geven lesuren aan het
ymnasium, zal het noodig zijn dl". R. E.
Inger Hattink en dr. J. D. A. Boks bij
sluiten van 4 Augustus en van 2 Sep-
ember 1930 benoemd tot tijdelijk leeraar
esp. in de geschiedenis en aardrijkskunde
in de wiskunde, wederom als zoodanig
oor den nieuwen cursus te benoemen.
B. en W. stellen voor den heer A. L. v.
eeck nog een jaar te continueeren als
eeraar aan het Gymnasium in de ge-
hiedenis en aardrijkskunde
VERHURING.
Bij raadsbesluit van 21 Mei 1928 w. d
bovenverdieping van het perceel N.
are No. 15 thans genummerd Lam-
ermarkt No. 67 voor den tijd van drie
aren verhuurd aan den Armenraad, al-
ier. Deze huur eindigt op 1 Augustus a v
Na met den huurder gevoerde corres-
ndentie heeft deze zich bereid verklaard
huur tegen den geldenden huurprijs
an f. 500.per jaar voor den tijd van
en jaar te continueeren, met. stilzwijgende
erlenging van jaar tot jaar. Overigens
eschiedt de verlenging onder de bestaan-
voorwaarden. waaronder de bepaling,
at de gemeente de huur met een termijn
an drie maanden tusschentijds kan
beëindigen.
OVERNEMING GROND.
In verband met bebouwing ter plaatse,
loeten eenige strookjes grond en water
an de gemeente worden overgedragen.
B. en W. stellen mitsdien voor te be
luiten kosteloos in eigendom en onder
houd bij de gemeente over te nemen:
a. van Th. J. C den Hollander, te Lei
den, het strookje grond, ter grootte van
m. 16 1 '2., deel uitmakende van de
perceelen Kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie K, Nis. 3743 en 3744, gele
en aan de Kooilaan;
b. van Dubbdaaï te Leiden, het
trookie rond, ter grootte van pl.m. 0.7
M2., di" uitmakende van het perceel, ka-
das' -ü bekend gemeente Leiden, sectie
No 777, gelegen aan de Geerestraat,
hoe Gortestraat;
c. van L. N. den Older, te Leiden, het
trookje grond en sloot, ter grootte van
n.i. 11 M2„ deel uitmakende van het
erceel, kadastraal bekend gemeente Lei
en, sectie M, No. 4836. gelegen aan de
ijn- en Schiekade.
SINDINGSBRUG VISCHPOORT.
Var de N.V. Leidsche Manufacturen-
i. '1 van Vroom en Dreesmann is het
verzoek ingekomen te bevorderen, dat
haar vergunning verleend wordt tot het
maken van een verbindingsbrug over de
Vischpoort. Het is de bedoeling een van
de buitenlucht afgesloten verbinding te
maken tusschen de aan weerszijden van
de Vi: ipoort gelegen perceelen der N.V.
inssteeg No. 7 en Aalmarkt No. 29
,*te van de eerste verdieping diet
-ceelen.
ermits de Vischpoort, waarover zich
reeds twee overbruggingen bevinden, een
doouioopend weggedeelte is, uitsluitend
voor de aangrenzende perceelen van
belang, bestaat er volgens B en W uit
een oogpunt van welstand tegen het ma
ken van een derde overbrugging geen be
zwaar. Ook bij de eigenaren van de aan
grenzende perceelen ontmoet de gevraagde
overbrugging geen bedenking.
I oor de brug zal een jaarlijksche re-
co: ie van f. 40.verschuldigd zijn.
OPRUIMING VAN KROTTEN.
De Commissie van Fabricage stelt voor,
het aan de gemeente toebehoorend com
plex woningen, gelegen tusschen de 2e
Binnenvestgracht, Korte Schelstraat en
Lammermarkt te doen afbreken en den
vrijkomenden grond te doen bestraten.
Dit complex bestaat uit vervallen per
ceelen, die reeds bij de ontvangst van het
rapport der Commissie grootendeels bui
ten gebruik waren.
Aangezien ook naar het oordeel van B.
en W. door deze amotie een belangrijke
verbetering ter plaatse zou worden tot
stand gebracht en het College zich der
halve alleszins met het denkbeeld van de
Commissie van Fabricage kon vereenigen,
verzocht liet het bestuur der Gemeente
lijke Woningstichting om de enkele nog
bewoonde woningen te doen ontruimen.
Volgens van de Woningstichting ont
vangen bericht zijn ook deze woningen
thans door de bewoners veria ten.
De kosten van het sloopen van de per
ceelen en van het in orde maken van het
terrein worden geraamd op f 6500.Dit
bedrag kan worden afgeschreven van den
post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop
nog een som van f. 39819.- beschikbaar is
SUBSIDIE AAN „DE ZIJL".
Ook nu weder wordt door het bestuur
van de zwemvereeniging „De Zijl" een
subsidie van f. 100.uit de gemeentekas
verzocht ten behoeve van een in de maand
Juli a.s. te houden volkszwemfeest.
Tegen de toekenning van de gevraagde
subsidie bestaat ook ditmaal bij B. en -W
geen bezwaar
Aangezien bedoelde subsidie reeds sinds
"ri telken jare wordt verleend en zij der-
kan worden beschouwd als een jaar-
erugkeerende uitgaaf, achten zij hel
administratief eenvoudiger, dat een alge
meen tot wederopzeggens geldend subsi
diebesluit wordt genomen.
Zij ven mitsdien in overweging hen te
machtigen aan de Zwemvereeniging „De
Zijl" tot wederopzeggens, ingaande met
het j".ar 1931, een subsidie van ten hoog
ste f. 100 per jaar toe te kennen in de
door die vereeniging te houden volkszwcm-
feesten.
CONTROLE BOEKHOUDING.
Aan het Centraal Bureau voor Verificatie
en financieele adviezen der vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten werd in
gevolge raadsbesluiten van 17 Mei 1920
en 8 Augustus 1921 opgedragen de con
trole van de boekhouding van eenige dien
sten tegen een vergoedingen van f. 2100.
Geruimen tijd geleden wendde het Veri
ficatiebureau zich tot B. en W. met het
verzoek om te bevorderen, dat de vergoe
ding voor de controle van de administra
tie van den Gemeente-Ontvanger werd
verhoogd tot f. 900, aangezien een bedrag
van f. 300 geheel onvoldoende was te ach
ten met het oog op den omvang der werk
zaamheden, aan deze controle verbonden.
Intusschen waren er nog verschillende
belangrijke administraties, die nog niet
onder een accountants-controle werden
gesteld, ten aanzien waarvan nochtans een
zoodanige controle alleszins wenschelijk
moest worden geoordeeld. Zij noemen o.a.
den dienst van Gemeentewerken en den
Geneeskundigen Dienst. In verband hier
mede verzochten zij aan het Verificatie
bureau een offerte te doen voor de reeds
bestaande en nog in te voeren controle
tezamen.
Het Bureau deed daarop een aanbieding
van f. 3600.
De verhooging bedraagt derhalve f. 1500
waarvan f. 600 wegens meerdere vergoe
ding ten aanzien van de administratie van
den Gemeente-Ontvanger en f. 900 wegens
uitbreiding van de controle.
B. en W. achtten de gevraagde bedra
gen aannemelijk. Ook kunnen zij zich ver
eenigen met het verzoek, om de hoogere
vergoeding voor de controle van de boek
houding van den Gemeente-Ontvanger te
doen ingaan op 1 Januari 1930 aangezien
het tot nog toe daarvoor geldend bedrag
inderdaad te laag moet worden geacht en
het verzoek om verhooging reeds in 1928
werd ingediend.
Volledigheidshalve voegen zij hieraan
toe, dat het toezicht op de financieele ad
ministratie van de Stedelijke Werkinrich
ting, overeenkomstig den wensch van het
bestuur, voorshands nog door de finan
cieele afdeeling van de gemeentesecretarie
zal worden uitgeoefend
Ten slotte vragen zij de aandacht voor
de in art. 265 der gewijzigde gemeentewet
vervatte bepaling, voorschrijvende, dat de
rekeningen van de takken van dienst,
waarvoor bedrijfsverordeningen gelden,
moeten worden deugdelijk verklaard door
een door den Raad aan te wijzen, buiten
dien tak van dienst staanden boekhou-
kundige.
Hiertoe behooren uiteraard te worden
aangewezen degenen, die met de controle
zijn belast
SCHOOLVERBETERING.
Bij adres verzoekt het bestuur van de
R.-K Parochiale Jongensscholen onder
R.-K Par. Kerkbestuur, alhier, de benoo-
digde gelden beschikbaar te stellen voor
het aanbrengen van een tweetal closets en
urinoirs in de school voor g.l.o. aan de
Pelikaanstraat 20, waarvan de kosten zijn
geraamd op f 700.
Deze kosten behooren niet tot de on
der houdsuitgaven. welke moeten worden
bestreden uit de in artikel 101 der Lager
Onderwijswet 1920 bedoelde exploitatie
vergoeding.
De wettelijke voorschriften zijn in acht
genomen.
UITBREIDING AMBACHTSSCHOOL.
Gelijk bekend is kan in de laatste jaren
niet worden voldaan aan alle aanvragen
om toelating tot de Ambachtsschool. Sinds
eer.igen tijd worden dan ook door het be
stuur der school pogingen aangewend om
tot uitbreiding van het gebouw der Am
bachtsschool te geraken.
Het verheugt B en W. zeer, dat de tus
schen het bestuur en den Minister van
Onderwijs gevoerde besprekingen thans
tot het resultaat hebben geleid, dat de
Minister de door het bestuur voorgenomen
uitbreiding van de schoollocaliteit heeft
goedgekeurd. Aangetien vergrooting van
het gebouw niet mogelijk bleek, is het be
stuur voornemens aan den Heagweg, te
genover de Ambachtsschool een gebouw
te stichten, dat o.m vijf leslokalen zal
bevatten.
Nu inmiddels de aanvankelijke begroo
ting ad f. 124.000 is teruggebracht tot plm.
f. 99.900 heeft de Minister toegezegd de
kosten tot het bij de Nijverheids Onder
wijswet bepaalde gedeelte van 70 pCt. voor
rekening van het Rijk te zullen nemen.
Aan die toezegging heeft de Minister de
voorwaarde verbonden, dat het geheele
bedrag van de kosten ten laste van den
dienst 1931 zal komen, zoodat derhalve het
Rijk zijn aandeel in die kósten ad 70 pCt.
en de gemeente haar aandeel ad 30 pCt.
in eens zullen moeten uitkeeren.
Naar meening van B. en W bestaat
hiertegen geen bezwaar. Slechts meenen
zij dat de gemeente aan haar medewerking
de voorwaarde moet verbinden, dat de
ten laste van de gemeente komende kos
ten, het bedrag van f 30 000 niet te boven
zullen gaan.
VERBETERING CENTRALE SCHOOL.
Reeds eenigen éjd geleden bleek, dat
het schoolgebouw aan de Oude VestCae-
ciliastraat, waarin de Centrale school voor
het 7e en 8e leerjaar is gehuisvest, ver
schillende gebreken vertoont welke voor
ziening vereischen,
Aanvankelijk waren B. en W van mee
ning. dat op betrekkelijk eenvoudige, wei
nig kostbare wijze een bevredigende toe
stand kon worden verkregen. Bij nadere
beschouwing kwamen zij echter tot de
overtuiging, dat een meer ingrijpende ver
bouwing noodzakelijk was.
De directeur van Gemeentewerken dien
de een verbouwingsplan in. Tegen dit
plan. dat zeer vele verbeteringen inhield,
bestond liet bezwaar, dat vele lokalen ook
na de verbouwing zeer klein zouden blij
ven, zoodat de school meer leerkrachten
zou moeten tellen, dan noodig zouden zijn,
indien kon worden beschikt over een 10-
tal lokalen, elk bestemd voor 36 leerlingen.
Dit bezwaar is door den directeur van
Gemeentewerken op buitengewoon bevre
digende manier uit den weg geruimd. Vol
gens het door hem ingediende gewijzigde
plan toch zai het gebouw na de verbou
wing 11 lokalen, elk bestemd voor 36 leer
lingen en 1 lokaal voor 30 leerlingen be
vatten.
Het gewijzigde plan, dat aan redelijk
te stellen eischen volkomen beantwoordt,
verwiert de instemming van den inspec
teur van de Volksgezondheid, den inspec
teur van het lager onderwijs en het hoofd
der school Ook de Commissie van Fabri
cage en de Commissie voor het Onderwijs
kunnen zich met dit plan vereenigen.
Het ligt in onze bedoeling de Centrale
school tijdens de verbouwing onder te
brengen in het oude schoolgebouw aan de
Mare.
De aan de uitvoering van het verbou
wingsplan verbonden kosten worden ge
raamd op f. 44000. waarbij nog komt f. 6500
voor meubilair en plm. f. 3000 voor de in
richting van het gebouw aan de Mare. in
totaal derhalve f 53500
GESCHIL MET DE N. Z. H. T. M.
Bij raadsbesluit van 23 December 1909
zijn vastgesteld de voorwaarden, waaron
der aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tram
weg Maatschappij te Haarlem concessie is
verleend tot het hebben en exploiteeren
van een tramverbinding met bovengrond-
sche electrische beweegkracht, binnen de
Gemeente Leiden, welke voorwaarden de
N.Z.H.T.M. heeft aanvaard.
Artikel 22 der voorwaarden van die con
cessie luidt als volgt:
„Het onderhoud van den tramweg en
alles wat daartoe behoort, heeft plaats ten
genoegen van B. en W door en op kosten
der Maatschappij.
De kosten van onderhoud van de bestra
ting. verharding en brugdekken tusschen
de spoorstaven en van de strooken langs
de buitenzijde der spoorstaven, over een
breedte van 0 50 Meter, worden door de
Maatschappij aan de Gemeente vergoed
De Maatschappij is gehouden aan de
door B. en W. aan te wijzen personen
vrije toegang te verieenen tot haar wer
ken en inrichtingen zoowel binnen als
buiten de Gemeente."
Over de beteekenis en uitlegging van
deze bepaling is tusschen B. en W. en de
Directie der Maatschappij geschil ont-
In den loop van het jaar 1928 vorderde
het onderhoud van den Hooge-Rijndijk,
waarover de Stadstram, door de Maat
schappij geëxploiteerd, loopt, dat. deze
moest worden voorzien van een nieuwe
klinkerbestrating, omdat de oude klinker
bestrating, zoov.-el die tusschen de spoor
staven en op de strooken langs de buiten
zijde der spoorstaven over een breedte van
50 c.M., als die buiten deze strook gelegen
is, onbruikbaar en slecht geworden was.
De Hooge-Rijndijk is toen van Gemeen
tewege van een nieuwe klinkerbestrating
voorzien.
Het College stelt zich met den directeur
van Gemeentewerken op het standpunt,
dat het onderhoud van een klinkerstraat
vordert, dat deze straat van tijd tot tijd
van een nieuwe klinkerbestrating wordt
voorzien.
De Directie van de N.Z.H.T.M. is echter
van meening, dat „onderhoud" en „ver
nieuwing" twee afzonderlijke begrippen
vormen, dat althans in het onderhavige
geval, waar de aanwezigheid en het ge
bruik van tramspoor in de bestrating
niet tot den onderhoudsplicht van de
Maatschappij mag worden gerekend
Volgens de Maatschappij mogen de kos
ten van nieuw bestratingsmateriaal tus
schen en langs de sporen niet te haren
laste gebracht worden, maar slechts de
zuivere straatkosten met een normalen
bijslag voor inboeting.
Volgens opvatting van B en W. heeft
de Gemeente van de Maatschappij te vor
deren f. 12607.09. terwijl de Maatschappij
van meening is tot betaling van slechts
f7740.96 verplicht te zijn, zoodat een ge
schil bestaat over een bedrag van f4866.13
Het College acht het, ook voor de toe
komst, van belang, dat de Gemeente haar
standpunt handhaaft en daarover een be
slissing uitlokt. Volgens artikel 16 der
concessievoorwaarden moeten alle geschil
len tusschen de Gemeente en de Maat
schappij beslist worden door drie scheids
rechters, door partijen in gemeen overleg
te benoemen, of, indien bedoeld overleg
tot geen overeenstemming heeft geleid,
binnen vier weken, nadat de eene partij
de andere bij aangeteekenden brief heeft
uitgenoodigd tot benoeming over te gaan,
door den bevoegden rechter.
De Directie van de N.Z.H.T.M. is bereid
het geschil aan het oordeel van scheids
lieden te onderwerpen en B. en W. meenen
te mogen aannemen, dat partijen het over
de te benoemen scheidslieden eens zullen
worden. Mocht dit laatste niet het geval
zijn, dan zou de Rechtbank te Haarlem
volgens artikel 624 van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering de scheidslie
den moeten benoemen.
OVEREENKOMST MET DE PROVINCIE.
Het gedeelte van den Zij ld ij k tusschen
Spanjaardsbrug en het beginpunt van den
weg naar Rljpwetering komt op het pro
vinciaal wegenplan voor.
Aangezien de provincie Zuid-Holland,
ingevolge besluit der Staten d.d. 25 Nov.
1927 aan de belanghebbende corporaties
de gelegenheid had geopend om op het
provinciaal wegenplan geplaatste wegen
aan de provincie in eigendom, beheer en
onderhoud over te dragen tegen een jaar
lijksche vergoeding van f 600.— per K M.
als bijdrage in de onderhoudskosten, en
bij dat besluit de provincie zich de be
voegdheid had voorbehouden genoemde
vergoeding op een hooger bedrag per K M.
te stellen, indien de overdracht niet bin
nen drie jaren had plaats gehad, besloot
RECLAME.
BEGRAFENISSEN Tel. sëi
1 AUTO-TRANSPORT.
almarkt 16. CREMATIE
4762
de Raad in hare zitting van 10 November
1930 het bedoelde gedeelte van den Zijl-
dijk op dezen voet aan de provincie over
te doen.
Intusschen deelden B. en W. bij dat
voorstel tevens mede, dat niet slechts me';
de provincie onderhandelingen werden
gevoerd omtrent de overdracht van den
weg, doch ook betreffende de opheffing
van den tol aan het Zijlhek en de rege
ling van daarmede samenhangende za
ken, zooals het vervallen van de bijdragen
van onze gemeente aan Alkemade in de
onderhoudskosten van den weg van den
Zijldijk naar die gemeente. Met het oog
op den door de provincie gestelden ter
mijn van drie jaren, werd, in afwachting
van het resultaat van de besprekingen,
inmiddels het besluit genomen tot over
dracht van het op het provinciaal we
genplan voorkomende weggedeelte. Ook
werd in verband met die besprekingen de
pacht van de bruggelden der Spanjaards-
brug en van de tolgelden aan het Zijl -
hek, welke 30 April 1931 eindigde, slechts
voor den tijd van eén jaar verlengd met
het recht der gemeente de pacht tus
schentijds te beëindigen.
De onderhandelingen tusschen Gede
puteerde Staten en ons College trokken
zich samen op de volgende onderwerpen:
a. overdracht van den geheelen Zijl-
dijk. gepaard gaande met opheffing van
den tol;
b. overdracht van mogelijke rechten en
verplichtingen der gemeente op het wa
ter de Zijl (met uitzondering van de
vroonrechten)
c. het vervallen van de uitkeenngen aan
Alkemade;
d. overdracht van de Spanjaardsbrug
met inbegrip van het recht tot heffing
van bruggelden.
Het is B en W. een groote voldoening
te kunnen mededeelen, dat het overleg
met het provinciaal bestuur tot algeheele
overeenstemming heeft geleid, waardoor
de eerste belangrijke stap naar de liqui
datie van het vraagstuk der z.g. buiten
bezittingen zal kunnen worden gedaan.
Deze transactie omvat het volgende:
a. de gemeente draagt aan de provincie
over:
in eigendom, beheer en onderhoud: den
geheelen Zijldijk (dus vanaf den Lagen
Rijndijk tot eindpunt);
de rechten (met uitzondering van de
vroonrechten) en de verplichtingen, die
de gemeente eventueel ten aanzien van
het water de Zijl mocht hebben;
in eigendom, beheer, onderhoud en be
diening; de Spanjaardsbrug, met 't recht
tot heffing van bruggelden;
b. als vergoeding van de voortaan voor
rekening van de provincie komende
kosten van onderhoud van den Zijldijk
betaalt de gemeente jaarlijks een bedrag
van f. 2.435.Dit bedrag is als volgt be
rekend: Voor het op het prov. wegenplan
voorkomende verharde gedeelte, ter lengte
v, 1600 M. f. 600.— per K.M., is f. 960.—
voor het in het verlengde daarvan gelegen
koolaschpad, lang pl.m. 3100 M. f. 575.—
en voor de oeververdeeling over de volle
lengte van den Zijldijk f. 900.
De gemeente verliest uiteraard boven
dien de vaste inkomst van f. 700.— per
jaar uit de tolheffing.
c. de provincie gaat over tot vernieu
wing van de Spanjaardsbrug. waarvan de
kosten, met inbegrip van den oprit aan
den Leiderdorpschen kant, worden ge
raamd op f. 150.000.In deze kosten
(derhalve van brug met oprit) draagt
Leiden 1/3 gedeelte bij tot een maximum
van f. 50.000.—.
De kosten van den oprit aan de zijde
van Lelden, welke ook voor straatver
ruiming dient, worden begroot op f. 30.000.
waarvan de provincie 1/3 gedeelte tot een
maximum van f. 10.000.— voor hare reke
ning zal nemen, zoodat f. 20.000.— ten
laste van de gemeente blijft.
Aangezien echter in deze raming ook de
grond is opgenomen en verreweg het
grootste gedeelte, welke voor f. 20.000 van
de firma Boot werd gekocht, tevens be-
noodigd is voor het maken van den op
rit. mag worden aangenomen, dat de ge
meente te dezer zake weinig oi niets
meer behoeft uit te geven.
d. de gemeente betaalt verder als ver
goeding van de kosten van onderhoud en
bediening van de Spanjaardsbrug aan de
provincie jaarlijks een bedrag van f. 900
Geautoriseerde vert. uit het Engelsch van
J. S. FXiETCHER door Jhr. C. A. L. v. d. W.
(Nadruk verboden).
25)
Neen, antwoordde zij. Nooit! Van
yie bot? Wat beteekent dat?
Mayunorne nam de broche op. draaide
die om en wees naar de speld aan de
achterzijde, die versleten was en gemak
kelijk losliet uit het oogje.
Die broche kan men gemakkelijk
ver!ie;«r., zeide hij, want die speld is erg
Zij is van mooi oud zilver, hier en
dan dun en de steenen zijn heel mooi
kleur. Het zal vroeger een waarde
volle broche geweest zijn en heeft zeker
toebehoord aan iemand van goeden huize.
Ik vond het op Reivers Den, dicht bij de
plaats waar het lijk van Mazaroff werd
gevonden.
Hij lette aandachtig op haar. Zij keek
hem vragend aan en hij stak de broche
weer in zijn zak.
Dus, herinner u eens goed, heeft u
die broche nooit vroeger gezien.
Neen! herhaalde zij. Nooit!
Wij gingen toen met z'n drieën naar
beneden. Ik riep een taxi en wij stapten
in. Maythorne vroeg ons nog eens nadruk
kelijk om dn volgenden morgen op zijn
kantoor te komen en nam toen afscheid.
Wij gingen op weg naar Maida Vale. Bij
het licht der lantarens van Piccadilly
Circus keken wij elkaar aan. Zij lachte
plotseling vroolijk
Mervyn! zeide zij Was je blij mij te
zien?
Is het geen voldoend antwoord als ik
je zeg. dat ik den geheelen avond aan je
gedacht heb?
Dat is een lief antwoord, lachte zij.
Laten wij nu niet meer praten; wij zullen
morgen of overmorgen nog genoeg met
elkaar te praten hebben.
Ik nam haar hand in de mijne en hield
die gedurende den verderen rit vast. Ik
bracht haar naar het huis van haar
vriendin en ging daarna terug naar mijn
kamers
HOOFDSTUK XVIII.
De vermiste.
Den volgenden morgen om negen uur
was ik weer bij Ashington Mansions en
een half uur later gingen Shella en ik op
weg naar het kantoor van Maythorne.
Het was een mooie herfstdag, maar dat
was niet de reden dat wij gingen wande
len in plaats van te rijden. Wij hadden
beiden behoefte om zoo lang mogelijk
samen te zijn en te genieten van eikaars
gezelschap. Daar in de drukke Londen-
sche straten waren wij vrij, zoo vrij als
wij dat niet hadden kunnen zijn in de
eenzaamheid van Marrasdale en die ge
waarwording was voor ons even nieuw
als heerlijk. Toch begreep ik helaas maar
al te goed dat spoedig een einde aan dit
samejjzijn moest komen. En Sheila voelde
dat eveneens.
Mervyn, ik moet weer terug naar
huis, weet je. Ik heb gedaan wat mijn
plicht was; en nu moet ik terug naar
Marrasdale Ik zal het daar hard te ver
antwoorden hebben. Natuurlijk heeft
moeder al lang gemerkt wat er gebeurd
is. En dat zal heel wat onaangenaamhe
den geven!
Ik zal ook terug moeten gaan. En
Maythorne en misschien Crole ook.
Kunnen we niet te zamen gaan? En
dan.
Om er bij mij den moed in te hou
den? lachte zij. Dat zal mij niet veel hel
pen. Ik zal een kwartiertje moeten door
maken. zoo onaangenaam als ik het nog
nooit beleefd heb. Mijn plan was om aan
mijn moeder te vragen, wat zij van plan
was met dat testament te doen en hoe zij
er aan kwam En voor zoover ik haar ken
zal zif mij dat niet willen zeggen.
Er kan nog veel gebeuren voor het
zoover is, merkte ik op. Een feit is, dat
geen van ons nog iets met zekerheid
weet. Ik ten minste niet. Maythorne zegt,
dat we er wel achter zullen komen en dat
er een groote verrassing op til is. Ik voor
mij begrijp niet wat dat voor een verras
sing moet zijn en wat er voor den dag zal
komen.
Van alles. Ik geloof, dat je in zaken
als deze alles kunt verwachten en je
over niets behoeft te verbazen.
En op dat oogenblik kwam er een ver
rassing. Wij waren Edgware Road afge
wandeld tot Church Street. Daar kwamen
wij aan een druk punt, want Edgware
Road is een hoofdader en een menigte
zakenmenschen haastten zich langs dien
weg naar den ondergrondschen trein.
Plotseling bleef Sheila staan en legde zij
haar hand op mijn arm. Terwijl ik naar
haar keek zag ik haar staren naar de
deur van een tabakswinkel, een paar me
ter voor ons.
Mervyn! zeide zij. Parslave! Hij is
daar binnengegaan!
Ik staarde ook verbaasd naar dien
winkel.
Ik verzeker je, dat Parslave daar
juist is binnengegaan! Denk je. dat ik
Parslave niet ken? Zoo goed als mijn
eigen moeder, hoor. Kom mee!
Wij gingen voor het raam van een
anderen winkel staan. Er liepen daar zoo
veel menschen voorbij, dat wij onze oogen
goed den kost konden geven, zonder zeil
opgemerkt te worden.
Ben Je er zeker van? vroeg ik.
Ik durf er een eed op te doen. dat
het Parslave is. Luister zag je hem ooit
in „de Houtsnip"?
Voor zoover ik weet niet. Hij kan er
mij gezien hebben. Dat kan ik mij niet
herinneren Hoe ziet hij er uit?
Een lange, magere kerel, een zigeu
ner type, donker van uiterlijk. Hij heeft
een blauw pak aan. Houdt hem in de ga
ten en laat mij hier blijven.
Zou hij je herkennen?
Natuurlijk. Als hij hier langs komt,
ga ik dezen winkel binnen en koop ik het
een of ander. Als hij den anderen kant
uitgaat, loop hem dan na. Goede hemel!
Wat voert hij hier uit, in Londen?
Wij stonden voor een manufacturen
winkel met een groot portaal. Sheila ging
het portaal in en toonde veel belangstel
ling voor de uitgestalde goederenik hield
een oogje op de deur van den tabakswin
kel. Er kwam iemand uit, die voldeed aan
haar beschrijving, een lange, magere man
in een blauw pak, blijkbaar iemand uit
de provincie, met gebronste nek en wan
gen: hij droeg een pak tabak in de eene
hand en maakte dat open met de andere
hand, daarin verdiept keek hij noch
rechts, noch links, en liep de andere rich
ting uit.
Kijk nog eens! zeide ik. Daar gaat nij.
Sheila kwam uit het portaal en keek de
straat langs.
Dat is Parslave! zeide zij. Ik wist wel
dat hij het was. Wat nu?
Wij moeten hem nagaan, antwoordde
ik. Het doet er niet toe, waar hy heen
gaat, ik volg hem. Ik zal een eindje
achter hem aanloopen en jij blijft achter
my. Houd mij goed in het oog
Zoo begonnen wij onze jacht op den
man. die van Birnside was verdwenen in
den nacht, dat Mazaroff werd vermoord,
7a:
Hy stopte zijn pijp en stak die aan.
en die door de politie overal werd gezocht.
En hier was hy nu en kocht rustig tabak
in een drukke Londensche str&at.
Parslave liep rustig voor my uit en
Sheila slenterde kalm achter mij aan Ik
had voldoende tijd om hem rustig op te
nemen. Hy was een gespierde kerel, flink
gebouwd, met een veerkrachtigen gang.
Men kon zien, dat hij iemand van het
land was, want hij aarzelde oy het over
steken van dwarsstraten en liep zoo nu
en dan tegen haastige voorDygangers aan.
Hy stopte zqn pyp. stak die aan en deed
de overige tabak in een tabakszak Met de
pup in den mond en zyn handen in de
zakken stapte hy kalm voort. Hij was ge
makkelijk te volgen en het Dleek duide-
ïyk, dat hy zich niet bewust was dat hij
gevolgd werd.
(Wordt vervolgd).