VERKADES Het Koninklijk bezoek aan Parijs HEVEA«ii BITTERE CHOCOLADE Sons BLOKJES Het diner in het Nederlandsche Gezantschap Hedenochtend is de Koloniale Tentoonstelling bezocht PARLEMENTAIR OVERZICHT VRAGENRUBRIEK. RADIO-PROGRAMMA. FEUILLETON. De Blauwe Diamanten van Mijnheer Merchison O o Omtrent het bezoek van de Koninklijke familie aan het Elysee vernemen wij uit Parijs nog het volgende: H M. de Koningin had aan de keurig met rozen en lathyrus versierde tafel de eereplaats rechts naast president Doumer, terwijl links van haar gezeten was de pre sident van den Senaat, Lebrun. Links van den president zat Prinses Juliana, terwijl aan den anderen kant van de tafel Prins Hendrik zat tusschen mevrouw Doumer en mevrouw Lebrun. De Koningin en de Prins droegen het breede lint van het Grootkruis van het Legioen van Eer, terwijl president Doumer het Grootkruis van de Orde van den Ne- derlandkchen Leeuw droeg. Tegen het einde van het dejeuner stelde president Doumer een dronk in op de ge zondheid van H. M. de Koningin, waarna de Koningin een dronk uitbracht op den President van Frankrijk. Tijdens het dejeuner voerde het muziek corps van het Vijfde Regiment Infanterie enkele werken van Fransche componisten uit. Tegen twee uur begaf het gezelschap zich naar de aangrenzende salon, waar de koffie werd geserveerd. Daar onderhield de Koningin zich gerulmen tijd met de aan wezige gasten. Eerst tegen kwart voor drie verliet de Koninklijke familie het Elysee. Alvorens in de auto plaats te nemen inspecteerde H. M. de eerewacht, die mid den op den Cour van het Elysee was aan getreden. De muziek speelde het „Wilhel mus" en daarna het „Aux Champs". Daarna keerde de Koninklijke familie naar Chevreuse terug. Gisteravond heeft H. M. de Koningin in het gebouw van het Nederlandsch gezant schap den president van Frankrijk Dou mer een diner aangeboden. Tegen acht uur kwam de Koninklijke familie per auto uit Chevreuse bij het ge zantschapsgebouw aan. Daarna arriveerden de dames en heeren, die voor dezen maaltijd waren uitgenoo- digd. Te acht uur reed de auto van den pre sident der Fransche republiek voor. De president en mevrouw Doumer werden aan de deur opgewacht door den Neder- landschen gezant, te Parijs, Jhr. Loudon, die hen begeleidde naar de ontvangst salon, waar Z. K. H. Prins Hendrik en eenige dames en heeren van het gevolg der Koninklijke familie aanwezig waren. De Prins begeleidde den heer en mevr. Doumer naar een daarachter gelegen salon waar H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana de hooge gasten ontvin gen, Na een kort oponthoud in deze salon ging het gezelschap aan tafel. Rechts van H. M. de Koningin zat President Doumer, terwijl H. K. H. Prinses Juliana aan de andere zijde van den president gezeten was. Rechts van de Prinses zat de Fran sche minister van koloniën de heer Paul Reynaud. Links van H. M. was gezeten de president van den Senaat, Lebrun, naast dezen mevrouw Reynaud. Aan de andere zijde van de tafel zat tegenover H. M. de Koningin Z. K. H. Prins Hendrik, aan wiens rechterhand me vrouw Doumer had plaats genomen. Links Van Z. K. H. zat mevrouw Lebrun. Hedenochtend omstreeks tien uur verliet de Koninklijke familie per auto Chevreuse ten einde een bezoek te brengen aan de Internationale Koloniale Tentoonstelling, het eigenlijke doel van H. M.'s bezoek aan Parijs. Bij den eere-lngang van de tentoonstel ling aan de Place Picpus, waar de hooge bezoekers tegen elf uur aankwamen, waren geen bijzondere politiemaatregelen geno men, hoewel een groote menigte zich op dit groote plein had opgesteld. Toen de Nederlandsche Koninklijke familie op het plein arriveerde werd zij door de menigte luide toegejuicht. De auto met de Koninklijke familie reed tot den hoofdingang van het Fransche Koloniaal Museum aan de Avenue Dau- mesnil, waar zij ontvangen werd door den Franschen minister van Koloniën Paul Reynaud, maarschalk Luaytey, den com- hadden begeleid, waarbij zij haar ingeno menheid betuigde met de Nederlandsche vertegenwoordiging op deze koloniale ex positie. De Koninklijke familie liet zich vervol gens langs de andere buitenlandsche af- deellngen rijden en verliet daarop het tentoonstellingsterrein ten einde zich te begeven naar de Are de Triumph op de Place d'Etoile, waar H. M. de Koningin persoonlijk een krans legde op het graf van den Onbekenden Soldaat. missarls-generaal der tentoonstelling den secretaris-generaal Fatln-Perignan en door enkele andere Fransche autoriteiten, die door jhr. Loudon aan H M. de Ko ningin werden voorgesteld. De hooge gasten maakten een korte rondwandeling door het Museum. Vervol gens werd gereden naar het tentoonstel lingsterrein waar stil gehouden werd bij de prachtige copy van den grootschen tempel van Angkor, het belangrijkste on derdeel der afdeeling van Indo China, waarvoor H. M. een buitengewone belang stelling aan den dag legde. De rit voerde verder langs de verschil lende paviljoens der Fransche koloniën en protectoraten en eindigde bij het hoofd gebouw der Nederlandsche afdeeling, in de onmiddellijke nabijheid waarvan een groote menigte was verzameld. Bij den hoofdingang werd de Konink lijke familie ontvangen door den oud-gou verneur-generaal mr. D Fock, die de hooge gasten leidde naar de receptiezaal. Daar stelde hij aan de Koninklijke familie voor mr. A. N. G. Swart, vice-voorzitter, dr. L. J. van der Waals, secretaris-gene raal, P. A. J. Moojen, architect, A. F. Mar- j melstein, prof. dr. L. P. de Bussy en oud- I minister dr. Koningsberger, leden van het comité van de Nederlandsche afdeeling. Nadat deze voorstelling had plaats ge had. werd een rondwandeling door het Ne derlandsche paviljoen gemaakt. H. .M de Koningin werd begeleid door mr. D. Fock, de Prinses door den heer Moojen en de Prins door mr. Swart De rondwandeling door het Ned. pavil joen ving aan in den rechteruitbouw van de receptiezaal en leidde daar o.a. langs het prachtige diorama van de Preanger Regentschappen, dat op zoo bijzonder ge slaagde wijze den achtergrond van dezen uitbouw accentueert. Vervolgens passeerde het gezelschap de afdeeling Kunsten en Wetenschappen in den rechtervleugel en daarna de zich rechts daarvan bevindende inzending van Suriname en Curacao, waar een speciale expositie van Surinaamsche vruchten de bijzondere aandacht der bezoekers trok. Hierna ging het naar den linker zij vleugel van het hoofdgebouw, waar vooral de reliëfkaart van Java met het zich daar op bewegende electrische treintje en de zich in den achterwand bevindende dio rama's der verschillende gedeelten van Java. die achtereenvolgens belicht worden al naar mate de trein zijn reis over Java vervolgt, zeer de aandacht trokken. Ook de andere zich in deze afdeeling bevindende zoo sterk sprekende voorstellingen hadden veel bekijks, o.a. de drie kubissen, voor stellende den uitvoer, den invoer en het uitvoeroverschot van Nederlandsch Indlè, alsmede de trap met de lnlandsche figu ren, die de verschillende Indische produc ten dragen, die van Indlé uit hun weg over de geheele wereld vinden. Door de zaal van het Mijnwezen en de vlechtindustrie, langs de diorama's der verschillende Indische cultures en de stands, betrekking hebbende op de pro ducten dier cultures en hun verwerking en die der radio-telegrafische en -telefoni sche afdeelingen, werd de hygiënische af deeling bereikt. Hier bevindt zich ook de maquette der Hoogeschool te Batavia. De hooge gasten vertoefden vervolgens nog korten tijd in den linker uitbouw van de receptiezaal, waar zich bevinden de in zendingen betrekking hebbende op het vervoer te water, te land en door de lucht en de inzendingen van Amsterdam (om. de maquette van de nieuwe sluis te IJmui- den) en van Rotterdam. Tenslotte bezichtigde de Koninklijke familie het zoo imponeerende middenpunt van het hoofdgebouw, den tempel van Mendout, de getrouwe copy van dezen grootschen Balineeschen tempel. Nadat in de receptiezaal ververschlngen waren gebruikt, verliet de Koninklijke fa milie het hoofdpaviljoen en nam nog in oogenschouw de zoo typisch Indische ge bouwtjes, die op het terrein tegenover het hoofdgebouw door de inlanders zijn opge bouwd. H. M. de Koningin nam hierna afscheid van de heeren. die de Koninklijke familie TWEEDE KAMER. INTERPELLATIE INZAKE „DE TRIBUNE". De Kamer is voortgegaan met de behan deling der interpellatie-Wijnkoop inzake het weren van „De Tribune" uit openbare leeszalen. Minister Terpstra heeft in tweeden ter mijn de sprekers beantwoord. HIJ zette allereerst nog eens uiteen, hoe de subsidie en het toezicht geregeld zijn. De Minister deelde mede, dat hij de aandacht van den Inspecteur heeft doen vestigen op de uit latingen van „De Tribune". Van eenige opdracht van regeeringswege aan den inspecteur is echter geen sprake-geweest. Overwogen is om „De Tribune" te plaat sen in de „gifkas" van de leeszalen, maar dit ging niet, omdat als de voorwaarden overtreden zijn er niet anders kan gebeu ren dan het weren van bladen. Wat de motie-Knottenbelt betrof: daartegen had den Minister ernstige bezwaren, omdat de motie vroeg publicatie van het advies. Een dergelijke publicatie zou afbreuk kunnen doen aan het advies. Bovendien is de Regeering niet bevoegd dergelijke adviezen te publiceeren, zonder verlof van het be trokken college. De Minister zou er de voorkeur aan geven zoo de motie werd ingetrokken. Hij betoogde voorts, dat de maatregel niet beteekende, beperking van gedachte uiting. Het is niet anders dan het weren van moreel-schadelijke lectuur. Deze moet geweigerd worden, terwiile van het karakter van de leeszalen. In dit verband verdedigde de Minister nogmaals den maatregel. Voorschrift is, dat de leeszalen lectuur van iedere politieke richting moe ten bevatten, en daarom meende de Mi nister dat ook behoorlijke communistische lectuur niet behoefde te worden geweerd. De Regeering mag niet luchtig omsprin gen met subsidie-voorwaarden. Of de thans bestaande regeling wijziging be hoeft, kan nader overwogen worden. Omtrent deze vraag is schriftelijke voor bereiding van het debat noodig. Ook de Minister van Waterstaat verde digde nog eens zijn sq>ndpunt inzake het verbod van het blad voor den stations boekhandel. Nogmaals hebben hierna eenige spre kers het woord gevoerd. Daarbij wijzigde de heer Knottenbelt zijn motie in dezen zin, dat onthouding van een subsidie door de Regeering moet worden gemotiveerd en gepubliceerd, wanneer die beslissing af wijkt van het advies der Centrale Veree- niging. Doch ook tegen deze motie bleef de Minister bezwaar maken De motie-Wijnkoop (toelating van „De Tribune" tot de openbare leeszalen! werd hierna met 45 tegen 23 stemmen verwor pen. Vóór de communisten, de sociaal democraten, de vrijzinnig-democraten en de heer Floris Vos. De motie-Knottenbelt werd met 43 tegen 24 stemmen verworpen. Vóór: de linker zijde (behalve de communisten). ALLERLEI ONTWERPEN. Hierna werden verschillende ontwerpen behandeld en vrijwel zonder debat aan genomen, o.a. dat tot wijziging der Succes sie-wet. Bij het ontwerp tot wijziging der Leer plichtwet (bedoelend kinderen eventueel van het nogmaals volgen van het zevende leerjaar vrij te stellen, indien zij het on derwijs aan een lagere land- of tuinbouw school gaan volgen) hebben de heeren Tilanus, Ter Laan, Zijlstra en anderen zich voor het ontwerp verklaard, waarvan de strekking nog eens door Minister Terp stra in het licht werd gesteld; voortaan zal dus het eerste jaar bij het lagere land- of tuinbouw-onderwijs eventueel gelden voor het tweede zevende leerjaar Het ontwerp werd aangenomen. VRAGEN OVER DE TARWEWET. De rest van den middag was gewijd aan de interpellatie van den heer Oud (V.D.), betreffende de uitvoering van de Tarwewet. In een 12-tal vragen verzocht de lnterpellant, vooral in verband met de geruchten over de zware lasten, die de wet aan de broodetende bevolking dreigde op te leggen en over de winsten, die de fabrikanten, speciaal de maal-industrie, door de uitvoering van de wet zouden be halen, opheldering van de Regeering. Ook wenschte hij allerlei bijzonderheden van technlschen aard te vernemen, alsmede of en waarom het stelsel-BoonOud (tot bijlevering van de noodige bloem van inheemsche tarwe in plaats van een maai en menggebod) niet aanvaard was. Minister Ruys de Beerenbrouck her haalde zoo ongeveer wat hij onlangs aan den heer Wijnkoop heeft verklaard. Hij zeide, dat de algemeene maatregel van bestuur ter uitvoering van de wet begin Juli in werking zal treden; dat invoering van het stelsel-BoonOud door de over- groote meerderheid van de Commissie van Advies is ontraden op grond van de on overkomelijke bezwaren, speciaal de on uitvoerbaarheid van de controle daarop en dat de minister zich met dat advies heeft vereenigd; dat ten behoeve van de bloem- verwerkende industrieën, die onvermengd inheemsche of buitenlandsche bloem noodig hebben een Meelcentrale wordt gesticht, die een toeslag zal heffen, ver band houdende met het prijsverschil tusschen beide bloemsoorten ad f. 1.60 p. 100 KG., waarbij nog komen kosten voor administratie enz., zoodat het totaal der kosten ongeveer f.2 a f. 2.40 zal bedragen; dat daaruit een tegemoetkoming zal wor- den verleend aan de meel-importeurs mede om hen in staat te stellen hun voltallig j personeel in dienst te houden; dat die industrieën, voor wie de toeslag te be- zwaarlijk is, daarvan zullen kunnen wor- I den vrijgesteld, terwijl voorts de toeslag j ook niet zal gelden voor producten voor export bestemd; dat de gewestelijke tarwe-organisatles voor de controle op de tarweverbouwers en den tarweverbouw onmisbaar zijn; dat de richtprijs voor de inheemsche tarwe is bepaald op f. 12.50 per 100 K.G., dat een deel van dit bedrag door de tarwe-organisaties eerst aan 't eind van 't jaartal wordt uitbetaald aan de tarweverbouwers; dat voor den oogst 1930 deze prijs lager is gesteld, dat de kosten der tarwe-organisatie hoogstens 25 cent per 100 K.G. tarwe beloopen en door de koopers betaald werden, dat voor een monopolie of grove winsten der meel-in- dustrie niet te vreezen valt, dat vermoede lijk de broodprijs niet verder zal stijgen als gevolg van de bloemprijsverhooging met f. 1.60 per 100 K.G. dan één cent per brood van 8 ons en eindelijk, dat thans niet met zekerheid is te zeggen, welke lasten de wet voor de bevolking zal ople veren. Vast staat alleen, dat de tarwe verbouwers gemiddeld f. 6 a f. 7 méér voor hun tarwe zullen ontvangen dan anders het geval zou zijn geweest en dat de directe kosten der wet 16 a 25 cent per 100 KG. tarwe zullen bedragen. RECLAME. RECLAME. Een zeer fijne bittere Chocolade die tot dusver voor dezen prijs niet verkrijgbaar was.. 6162 Abonné R. te L. bezoeken aan de Sterrewacht worden meestal gebracht door een groep personen in den vorm van een excursie. Stel U in verbinding met den heer J. H. Kasten, Kaiserstraat, die U mo gelijk bij de een of andere verecniging kan onderbrengen. A R.. te L. De vacantie voor de bouw vakarbeiders begint dit Jaar 3 Augustus. t/zersfefjC VOOR VRIJDAG 19 JUNI. Hilversum 298 M. 6.4512.00: VARA 12.00—4.00 AVRO - 4.00—8.00 VARA 8.00—11.00 VPRO - 11.00—12.00 VARA 6.45—7.00 en 7.30—7.45: Ochtendgymna stiek o. 1. v. G. Kleerekoper 8.00: Gra- mofoonplaten - 10.00: Morgenwijd™ VPRO - 10.15: Voordracht door Rodj! Medenbach 10.30: Voor de zieken 11.30: Concert VARA-septet o. l. van Is Eyl 12.00—2.00: Concert Omroeporkest o. 1. van Nico Treep 2.00—2.30: School- uitzending. M. L. van Overeem: „Raket- vliegtuigen. Is een reis naar de Maan mo gelijk (II)" 2.303.00: Gramofoonpl. - 3.004.00: Concert AVRO-kwartet o. Lv. D. Groeneveld 4.00: Orgelspel Joh. Jong 4.30: Kinderuurtje door mevr. A. de Beer- Plomp 5.15: Concert VARA-orkest o 1 van H. de Groot 6.00: Henri Polak: De kwaal, de diagnose en het geneesmiddel - 6.15: Vervolg concert 6.45: Actueel Al lerlei door het N.V.V. 7.00: R. J. Smit: „Vol vertrouwen voorwaarts" 7.15-8.00: Slot concert 8.00: V.C.J.C.-praatje 8.30: Concert door het Trio van Wezel 9.00: Dr. J. C. A. Fetter: „De zedelijke en religieuze beteekenis van het Wilhelmus" 9.30: Vervolg concert 10.00: Vrijs Godsdr Persbureau 10.05: Vaz Dlas - 10.15: Dr. Herman Wolf: „Die Hellung durch den Geist" van Stefan Zwelg - 10.4511.00: Gramofoonpl. 11.00—12.00 Gramofoonpl. (VARA). Huizen 1875 M. Algemeen Programma verzorgd door den KRO. 8.009.15: Gramofoonpl. 10.0011.30: Gramofoon- platen 11.30: Halfuurtje voor Zieken en Ouden van dagen 12.00: Politieber. 12.15: Concert KRO-kwintet o. 1. van P. Lustenhouwer 1.452.30: Gramofoon- platen 3.004.00: Gramofoonpl. 4.00- 5.30: Concert: A. V. Eist (fluit), mej. M. Minalda (viool), mej. Tr. Boursse (piano) mevr. A. v. Eyndthoven-Bollen (zang) 5.307.00: Concert KRO Kunst-Ensemble o. 1. van P. Lustenhouwer 6.006.15: M. K. Gerisch: „Mooi Duitschland in het Ne derlandsch" 7.00: L. Speet: „Geboorte en jeugd bij de oude Grieken en Romei nen (II)" 7.30: Politieber. 7.45: Gra- mofoonplaten 8.0011.00: Concert KRO-orkest o. 1. van J. Gerritsen met m, v. Joh. Vogtschmidt (cello) ca. 9.00: Vaz Dias 11.00—12.00: Gramofoonpl. Daventry 1554.4 M. 10.35: Morgenwij ding 11.05: Lezing 12.20: Myra Co- hen en Thelma Nurick (2 piano's) - 12.50 Orgelconcert door L. H. Warner, C. Mc- Lure (mezzo-sopraan) 1.50: Gramof.pl. 2.50: Uitz. voor scholen 4.35: Orkest concert 5.35: Kinderuurtje 6.35: Be richten 6.55: Lezing 7.00: Zang door Anna Thursfield en Summer Austin - 7.20—7.40: Lezing 7.45: Lezing 8.05: Vaudeville 9.20: Nieuwsber. 9.35: Be richten 9.40: Lezing 9.55: Concert - Adele Verne (piano), orkest 11.2012.20 Dansmuziek. Parijs „Radio Paris" 1725 M. 8.05: Gra mofoonpl. 12.50: Gramofoonpl. 1.25: Gramofoonpl. 6.20: Gramofoonpl. - 8.20: Orkestconcert. Kalundborg 1153 M. 12.20—2.20: Orkest concert - 3.20—5.20: Concert omroeporkest en solist 8.30—8.55: Sonatenconcert 8.55—10.10: Hoorspel 10.25—11.20: Con cert omroeporkest. Langenberg 473 M. 7.25—8.20: Gramof- platen 11.00—11.35: Gramofoonpl. 12.20: Gramofoonpl. 1.252.50: Orkest concert en solist 5.206.20: Oude dans muziek 8.20—8.50: Koorconcert 850: Hoorspel Tot 11.20: Nachtconcert 11.20—12.20: Dansmuziek. Brussel 508.5 M. en 338.2 M. 508.5 M.: 520: Concert 6.05: Zang 6.20: Ver volg concert 6.50: Gramofoonpl. 8.20 Orkestconcert 9.20: Dansmuziek 338.2 M.: 5.20: Concert omroeporkest 6.05: Pallieter-kwartiertje 6.35: Voort zetting concert 6.50: Gramofoonpl. 8.20: Concert omroeporkest 9.20: Voort zetting concert. Zeescn 1635 M. ca. 7.00—7.50: Gramof- platen 9.20—12.20: Lezingen 1220- 1.15: Gramofoonpl. 1.152.20: Berich ten 2.20—3.20: Gramofoonpl. 3.20 4.50: Lezingen 4.50—5.50: Concert 5.50—8.50: Lezingen 8.50: Operette- concert 10.20: Berichten en daarna tot 12.50: Dansmuziek. Geautoriseerde vert. uit het Engelsch van J. S. FLETCHER door Jhr. C. A. L. v. d W. (Nadruk verboden). 15) Ik geloof, dat wij thans de zitting kunnen sluiten, zeide hij. Op dat oogenblik kwam een politie agent binnen met een jongen man, die onderzoekend rondkeek. Komt u hier in verband met het on derzoek, mijnheer? vroeg de coroner. De nieuw-aangekomene haalde een naamkaartje uit zijn portefeuille, fluister de een paar woorden tot den coroner en gaf het over. Ik zag deze laatste hoogst verbaasd kijken. Deze mijnheer, hij las het kaartje, Stephen Postlethwalte, notaris uit York, vertelt mij dat hij een en ander over dit geval in de couranten las en daarom on middellijk hier is gekomen om eenige mededeelingen te doen. Ik geef het woord aan mijnheer Postlethwaite. Deze deelde mede, dat Mazaroff hem den 23en September had bezocht. De heer Mazaroff, vervolgde hij, was een totaal onbekende voor mij, hoewel ik hem een paar dagen te voren in de stad had gezien met een heer, dien ik hier zie zitten. Hij vertelde, dat hij een paar da gen in York wilde blijven in het North Eastern Hotel. Daarna deelde hij mij mede, dat hij in Zuld-Afrika veel geld had verdiend en zijn gelden had gedeponeerd bij de Bank van Zuid-Afrika te Londen. Hij beweerde geen kinderen of familie te hebben en wenschte zijn testament te maken. Op een vel papier had hij zijn wenschen neergeschreven. Hij gaf mij dat en vrceg mij aan de hand daarvan een behoorlijk testament te maken. Hier is dat. vel pa pier, zeide hij, terwijl .hij een gele enve loppe voor den dag haalde. Toen ik had gelezen wat hij had geschreven, zeide ik hem. dat het niet noodzakelijk was om daarvoor een notarieele acte te maken, dat hij zijn stuk slechts behoefde te tee kenen met mij en een getuige. Dit beviel hem echter niet, hij wenschte een nota rieel stuk opgemaakt te hebben. Dit is gebeurd en het testament werd met twee getuigen geteekend. waarna hij 't medenam. Eenige dagen later ontdekte ik, dat ik had vergeten om hem zijn oor spronkelijk stuk terug te geven. Ik ging zelf naar het North Eastern Hotel, doch hoorde dat mijnheer Mazaroff met mijn heer Holt naar het Noorden was vertrok ken en geen adres had achtergelaten. Gisteren las ik een relaas van den moord in de couranten en in het bijzonder dat mijnheer Mazaroff was beroofd van zijn geld en andere waardevolle dingen en daarom vind ik het mijn plicht om hier te komen mededeelen wat ik vertelde. Mijnheer Postlethwaite eindigde even plotseling als hij was begonnen. Aller oogen waren op hem gevestigd, nieuws gierig om meer te hooren. Men hoopte ongetwijfeld, dat de coroner onmiddellijk een onderzoek naar dat testament zou tn- stellen. Hij begon echter met eenige op pervlakkige vragen te stellen aan dezen getuige. Ik ben u zeer verplicht mijnheer Postlethwaite, zeide hij. Volgens u droeg de vermoorde het testament bij zich. Het is gebleken, dat al hetgeen hij bij zich had is gestolen. Het is van veel belang te weten dat er zulk een testament bestaat. Heeft mijnheer Mazaroff u wellicht mee gedeeld, dat hij vroeger een anderen naam heeft gedragen? Mijnheer Postlethwaite maakte een ontkennend gebaar. Neen, dat deed hij niet! antwoord de hij. Heeft hij niet gezegd, dat hij den naam Mazaroff had aangenomen? Neen! Viel het u niet op, dat hij voor een Engelschman een zeer ongewonen naam had? Dat wel Maar ik ben in mijn prac- tijk meermalen zeer bijzondere namen tegengekomen. Heeft u niet gevraagd, hoe hij er toe kwam om zich bij u, in York. te ver voegen? Neen, omdat hij mij zeide, dat het juist dien morgen bij hem was opgekomen om zijn testament te maken en dat hij, indien hij iets in zijn hoofd had, dit on- middelijk ten uitvoer bracht. U vertelde, dat hij u had gezegd, zeer vermogend te zijn. Heeft hij gezegd hoe veel hij bezat? Ja, dat heeft hij mij medegedeeld; acht honderd duizend pond. De coroner leunde in zijn stoel achter over en keek eens rond. Daarna wendde hij zich wederom tot den getuige. Mag ik u verzoeken, mijnheer Post lethwaite, den uitersten wil van mijnheer Mazaroff voor te lezen? Onder doodsche stilte las hij het vol gende voor: „Dit is de laatste wil van mij, Sallm Mazaroff. het laatste woonachtig in hotel Cecil te Londen en in Kaapstad, Zuid-Afrika 941 Darling street. Ik legateer en vermaak al mijn roerende en onroerende goederen, die ik bij mijn dood bezit of waarop ik aan spraak heb, aan Mervyn Holt, wo nende te Londen 559a Jermijn street, en ik benoem den genoemden Mer vyn Holt tot eenigen executeur- testamentair en ik herroep alle vroe ger gemaakte testamenten." Dat was alles. Maar ik gevoelde dat alle oogen thans op mij waren gevestigd. HOOFDSTUK XI. i De theorie van de politie. Het eerste, waarvan ik mij werkelijk bewust werd na de overstelpende mede- deeling van den notaris (want, om de waarheid te zeggen, trof mij die meer dan het barsten van een granaat gedurende den oorlog) was de stem van Crole. Houd Je rustig. Holt! fluisterde hij. Houd je kalm! Meer hoorde ik niet, want ik was te zeer benieuwd te hooren wat de coroner zou zeggen. Deze wendde zich tot mijn heer Postlethwaite. Dus dit is werkelijk de uiterste wil van den overledene? Juist! gaf Postlethwaite toe. Dit is het stuk in het handschrift van den overledene, waarvan het werkelijke testa ment werd overgeschreven. De coroner keek rond. Wetherby, de advocaat van mevrouw Elphinstone, stond plotseling op en keek ml) aan. Daar mijnheer Holt. de bevoordeelde, tegenwoordig is, zeide hij, zoude ik hen willen vragen of hij iets van het testa ment wist. Crole trok aan mijn jas, maar ik sprong op. Ik weet er niets van! riep ik uit. Ik heb er nooit een woord over vernomen! Wetherby keek mij nogmaals aan met een cynischen blik en ik voelde het bloed naar mijn wangen stijgen. U en de overledene waren intieme vrienden, geloof ik," zeide hij rustig. B dat niet juist? Ja, wij zijn zeer goede vrienden ge worden. Maar Hij viel mij met een beweging van zijn hand in de rede. Zulke dikke vrienden, dat hij u ai zijn geld een groot fortuin! nalaat en u benoemt als eenig uitvoerder van zijn wil en toch heeft hij nooit tegenover u zijn plannen gerept? vroeg hij hatelijk. Laat uw geheugen u niet in den steek? Mijn geheugen laat mij niet in den steek! antwoordde ik heftig. Ik weet hoe genaamd niets van Mazaröff's laatsten wil, het was mij niet bekend, dat hu dien heeft gemaakt. En als Mazarou werkelijk .Merchison is. zal ik zijn nala tenschap overdragen aan hen, wien het toekomt aan zijn weduwe en aan zijn dochter. Heeft u dat verstaan, mijnheer Wetherby? Zoo niet, dan zal ik het nogmaals zeggen! Crole trok voortdurend aan mijn ann. (Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10