De intern. Koloniale Tentoonstelling.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 13 Juni 1931 Derde Blad
Jaargang
RONDOM LEIDEN
B Andere volken langs de Noordzeekust
Btwden nu ook geprikkeld tot den over-
Biocbt. De Angelen, de Saksen en de Frie-
Bihi, schoon de laatsten in niet zoo grooten
Btetale, ondernamen van de Noordzee
kusten hun avontuurlijke tochten in
itbijn om Vortigern mede te hulp te snel-
kn. In werkelijkheid keerden zij het
-jaard tegen Vortigern en werden van
itlpers de heerschers.
H EERtNBAAJ
Buitenl. Weekoverzicht.
No. 21850
FEUILLETON.
De Blauwe Diamanten
van Mijnheer Merchison
01 BOUWKUNST
LISSE.
Toen de Nederlandsche kolonisten zich
[525 aan de Manhattanrivier vestigoen,
I «den zü. wat in de geschiedenis kolonis-
I Ml baast altijd deden: zij gaven de nieuwe
jjjngingen de namen van plaatsen in het
rnoerlGrlsricl.
\h0On met minder blijvend succes
.jen zij precies hetzelfde als wat bewo-
I !(rs van onzen bodem 12 eeuwen vroeger
I in Groot-Brittannië hadden gedaan. De
B Romeinen waren er in 410 uit vertrokken.
J, koning der Britten Vortigern had ont-
H ta"lijk veel te lijden van de woeste bewo-
I ,ȕs der Schotsche hooglandende Pieten
I rn Scotten, die reeds tot aan de Theems
nren doorgedrongen. Op het goede
Biosenblik kwamen drie groote schepen
Blader bevel van Hengist en Horsa, be-
Bnand met Noord-Friezen, het kunnen ook
Biótten zijn geweest, in 428 naar de Theems
Bm de strijdbare mannen vereenigden zich
Beet de mannen van Vortigern om, met
Bfjcces, de aanvallers terug te drijven.
jhe Seaxon haefden sige and thaer
néron Frison mid" schrijft de Angel-
aksische kroniek in een taal, die den
jnes veel nader ligt dan 't tegenwoordige
jngelsch en zelfs dan het Hollandsch.
Zij stichtten dan de bekende zeven
jngel-saksische hertogdommen, die door
:gbert van Wessex vereenigd werden tot I
en koninkrijk.
Voor den overtocht naar Groot-Brittan- i
jlé moeten de Angelen geruimen tijd op
onzen bodem hebben gewoond. Er zijn tal
un streek- en plaatsnamen, die daaraan
herinneren. Zoo heeft men op de Veluwe
eenige gehuchten midden in de hei, die
Engeland heeten, evenzoo in Drente en
Orerijsel. Het Engelunierholt is bekend als
oude gerichtsplaats. Ook de familienaam
Engelenburg komt op de Veluwe voor,
irenals de familienaam Van Konijnen
burg behoort bij het oude land der Kani-
idaten.
In Gelderland vinden we verder nog
ingeren en Angerlo; in Overijsel vinden
;t Angelslo en tevens met aangeblazen h
■n „umlaut" Hengeveld, Hengevelde, Hen-
(elo, Hengforden. Ik noem u verder
Engelsdorf en Engelsholt in Limburg of
tlak over de grens: verder Engelen aan
ie Dieze en de buurtschap de Engel met
ie Engelenbrug ten Z. van Lisse.
2oo lieten de Angelen hier, ondanks de
ilucht van 15 eeuwen, de herinneringen
an hun verblijf.
Omgekeerd herinneren tal van Engel-
rhe plaatsnamen, in het gebied der
seven hertogdommen aan de herkomst der
Sngelen uit deze streken.
Ik noem u: Appledore. Brunham, Cleeve
Diventry, Ede, Elton, Puttenham, Seyston
Helst), Westerford, Hintham, enz.
Naast deze en meerdere namen afkom-
ftig van de Veluwe en haar naaste om-
[tvlng. zijn er een aantal van Angelschen
<a Frleschen oorsprong, van plaatsen
lings de zeekusten. Ik noem u: Scelling,
Tixall, Petham, Egmond, Agmond, Cheve-
ang, Brill, Haemsted, Rednesse, Yersey
dersekeElswald. En naast deze, die nog
unzienlijk te vermeerderen zijn, noem ik
i in 't bizonder Zysse.
Den lezer, die meerdere belangstelling in
iue zaken koestert, deel ik mede, dat ik
(eze wijsheid ontleen aan „Nijhoffs Bij
dragen". Eerste reeks, Dl. Ill, IV en VI.
Lisse is dus zeer oud en het was er reeds
«uwen voordat de historische bescheiden
ir melding van maken.
In deze wordt het gewoonlijk „het bosch
Ijs' genoemd. Het is trouwens vrij zeker
dit Lisse zijn naam ontleend heeft aan de
hge moerassige streken ten deele begroeid
met boomgewas en biezen (lies), waaraan
dt namen Lisserpoel en Lisserbroek nog
herinneren. Er moet reeds vroeg een kas
teel hebben gestaan, het „huis te Lisse",
«aaraan de ruine van Dever nog her
innert al stond het oude huis meer Oost
waarts. In 1182. hetzelfde jaar dat Graaf
Floris III den West-Friezen een zware
nederlaag toebracht, vierde zijn dochter
Margareta te Lisse haar bruiloft met
Diederik graaf van Cleve, en dat zal
allicht niet in een nederig dorpshuisje
iebben plaats gehad.
Lisse bezat destijds nog geen kerk. Het
behoorde tot de parochie van Sassenheim.
Een vijftigtal jaren later stichtte de
Roomsche Koning Willem II er een kapel.
Dit was evenals het kerkje van Sassen
heim een uit tufsteen opgetrokken Ro-
maansch gebouw. Ofschoon Lisse niet zoo
erg snel in grootte toenam, werd dit
kerkje later vergroot.
Dat gebeurde zeer waarschijnlijk in 1460
of '61 of iets daarna, toen de kerk van
Lisse onafhankelijk van die van Sassen
heim tot parochiekerk werd verheven. Er
bestaat een oorkonde van Wouter van ter
Goude, Proost en Aartsdiaken van Utrecht
„Gegeeven te Utrecht in ons woonhuis in
t jaar 1461, in de 9de indiktie, 's Maandags
den 27ste der maand April," waarin hij
mededeeling doet van een besluit van
Pius II, „gegeeven te Romen bij St. Pieter.
8 Nov. 1460, in 't derde jaar van ons
Pausdom", dat hij om de bezwaren der
inwoners van Lisse tegen kerkelijke onder-
hoorigheid aan Sassenheim „drie Italiaan-
sche mijlen" afgelegen, te gemoet te
komen „de KoningUjke Kapel, dewelke
door Willem, Roomsch Koning, toen
Graave van Holland, roemruchtiger ge-
dachtenisse, gebouwt in het gemelde dorp
Yys" verheft tot „eige Parochie Kerke". De
vergrooting der kerk moet na dit besluit
hebben plaats gehad in Gothischen stijl.
In den eersten tijd van den 80-jarigen oor
log toen er zoowel door de Staatsche als
door de Spaansche soldaten in de omge
ving van Leiden Spaansch werd huisge
houden, deelde de kerk van Lisse het lot
van die van Oegstgeest, Warmond, Wasse
naar en andere godshuizen en werd ver
woest.
In dien tijd van onzekerheid en malaise
bleef ze geruimen aijd als ruïne liggen en
werden alleen de allernoodigste herstel
lingen aangebracht voor de Protstantsche
godsdienstoefeningen. Eerst later werd het
koor weer opgetrokken. Inwendig werd de
kerk vernieuwd in 1858 en in 1924 werd
aan de Noordzijde een vleugel gebouwd,
geheel in den geest van het schip. Denkt
men dezen vleugel weg, dan heeft de kerk
nog precies denzelfden vorm als zij in
1461 ontving. Daarvóór zal zij korter zijn
geweest. Oorspronkelijk is de kerk van
tufsteen opgetrokken. In lateren tijd werd
baksteen gebruikt van groot formaat. Van
dit alles is nu niets te zien, want portland
cement is een indifferent materiaal, dat,
zooals Craandijk opmerkt, in zijn „Wan
delingen door Nederland", met groote on
partijdigheid oud en nieuw bedekt.
Slechts de toren is voor cement ge
spaard gebleven, en deze. bijna geheel van
tufsteen, is vrijwel bewaard in den ouden
toestand.
Alleen de bovenste verdieping er van is
van tufsteen afgewisseld met enkele lagen
baksteen, vermoedelijk door vernieuwing.
De constructie er van lijkt ons ook nog
geheel Romaansch. Het steenverband is
vrij regelmatig.
Karakteristieke boogfriezen ontbreken
Behalve het Romaansche galmgat zijn
er een aantal kleine vierkante en langge
rekte openingen in het muurwerk, die eer
der aan schietgaten dan aan lichtopenin
gen doen denken De ingang van den to
ren in eenvoudige Gothiek schijnt van
lateren tijd.
Wij hadden gelegenheid, door de welwil
lendheid van den koster de kerk van bin
nen te bezichtigen. De binnenruimte treft
door haar fijne stemming In de niet
groote Gothische ramen zit overal ge
brandschilderd glas. De ruimte is afge
dekt door een fraai, rustig houten gewelf
en een mooi orgel sluit het schip aan de
Westzijde af. De hoofdingang is thans
achter in het koor. waar men een fraai
gebeeldhouwd marmeren grafgesteente
ziet van Adriaan van der Stel, evenals zijn
vader Simon van der Stel, de stichter van
Stellenbosch, in de tweede helft der 17de
eeuw gouverneur van de Kaapkolonie.
Bij het bezoek ter plaatse werd ons me
degedeeld. dat de toren vroeger een spits
zou hebben gehad. Maar dat moet dan al
heel lang zijn geleden, want in de prent
verzameling van het Leidsche Gemeente
archief vonden we onder No. 7490 een ets
van A. Rademaker van 1640. waarbij de
toren reeds is afgedekt met het bekende
tentdakje en het koor nog ruïne is.
Verder vind ik er:
7495. „De kerk van Lis", zijgezicht. Pen-
teekening in handschrift Alkemade.
7496. „Lis in Rijnland". Gezicht op de kerk
uit het Zuiden. Penteekening door H. de
Lith uit 1730.
7497. „Vue a l'Eglise de Lisse" oft Kerkge-
sigt tot Lisse" uit het Z.O. gezien. Een
kopergravure uit Rademakers „Rijn
land." van 1732.
Het schetsje, dat ik hierboven heb laten
afdrukken is naar een lithografietje uit
„Wandelingen door Nederland" van
Craandijk. Het is van 1880. De aanleg
rondom de kerk is sindsdien belangrijk
gewijzigd.
RECLAME.
Y ECHTE FRIESCHE
6176
Naar een moratorium voor Duitschland.
Een belangrijke beslissing van
het seniorenconvent.
Het afkondigen van de Duitsche nood
verordening is geen op zichzelf staande
handeling geweest. Veeleer moet zij wor
den beschouwd als het eerste belangrijke
punt van een program van actie, waar-
van de uitvoering leiden moet tot de ver
leening van een moratorium ol tot een
herziening van het nog kortelings „defi
nitief" vastgestelde Young-plan! Zonder
eenige pauze heeft Duitschland vervol
gens ook net tweede punt aan de orde
gesteld, in casu het bezoek der ministers
Bruning en Curtius aan Engeland, en zij
deed dat om den invloed van het één te
doen inwerken bij het andere.Of dit
tot voor haar gunstige resultaten voeren
zal is op het oogertbhk nog met geen mo
gelijkheid te zeggen, maar vast staat toch
wel dat de aandacht der gansche wereld
is gevestigd op den Duitschen nood en
dat ook in verschillende andere landen de
noodzakelijkheid van hulp in welken
vorm dan ook wordt ingezien. Het is
de verdienste vande regeering Mac Do
nald. dat zij daartoeop lofwaardige wijze
heeft meegewerkt dooi de Duitsche mi
nisters op Chequers te ontvangen en hen
voor het forum der wereld-pers gelegen
heid te geven den triesten toestand uit
een te zetten. Toegegeven: de besprekin-
gen waren niet openbaar, en lang niet
alles is natuurlijk naar buiten uitgedra
gen, doch wat Brüning c.s. inzake de
Duitsche crisis noodig dachten bekend te
maken, konden zij thans, sneller en beter
dan anders, in enkele uren tijds overal
laten publiceeren. Het was het trompet
geschal, dat den komenden aanval heeft
ingeluid! Wat daar op Chequers overi
gens is besproken blijft voorloopig ge
heim, maar dat het toch niet geheel doel-
lcos is geweest wordt bewezen door het
feit, dat thans de Engelsche ministers op
hun beurt naar Duitschland zullen gaan
om de conferentie te vervolgen.... Mis
schien dat er heden intusschen eenige
nadere bijzonderheden vernomen zijn
naar aanleiding van de overhandiging
van het Chequers-rapport door dr. Bru
ning aan president von Hindenburg, die
te Neudeck vertoeft en daar in den loop
van den Vrijdag van de besprekingen op
de hoogte zou worden gebracht. Berichten
in Duitsche en Engelsche bladen zeggen
dat nieuwe stappen van Duitschland in
het begin der volgende maand moeten
worden verwacht, doch men neme deze
met het gebruikelijke korreltje zout. In de
eerste plaats zullen Brüning c.s. de Chr-
quers-commentaren. vooral uit Frankrijk
en Amerika, met de noodige zorg dienen
te ontleenen, en daarnaast hangt zeer
veel af van de houding van het Senioren
convent, dat Dinsdag te beslissen heeft
over de vraag of de Rijksdag al dan niet
in vervroegde vergadering zal worden bij
eengeroepen. Een, dezer dagen gehouden
bijeenkomst, toonde zich in meerderheid
afwijzend tegenover de eischen van com
munisten en nationaal-socialisten dien
aangaande, maar sindsdien is de horizon
verduisterd en heeft o.m. de Duitsche
Volkspartij zich voor een vervroegde zit
ting uitgesproken. Deze partij is van oor
deel dat de verordening, die als een loo-
den last op het volk in ai zijn geledingen
zal drukken, in velerlei opzicht onjuist
en onbillijk is in haar verhoudingen, zoo
dat herziening noodzakelijk is. Mochten
ook de socialisten tot dit denkbeeld over
hebben (tot dusver waagden dezen zich
nog niet aan een beslissing) dan staat de
uitslag van de stemming in het Senioren
convent vast en het is niet onmogelijk dat
dr. Bruning daaruit zijn conclusies trek
ken zal. Hij staat op zichzelf niet afwij
zend tegen verschillende incidentieeie
veranderingen, maar hij vreest dat uit
het één het ander zal voortvloeien en dat
tenslotte door al die wijzigingen de ba
ten weer sterk zullen verminderen. Daar
bij komt dat communisten en nationaal-
socialisten ongetwijfeld de geiegenheid te
baat zullen nemen om de legeering in
moeilijkheden te brengen en daardoor de
internationale verhoudingen te versto
ren. „Het zou voor Frankrijk niet goed
zijn als de Duitsche regeering door de na
tionalisten ten val werd gebracht", ver
klaarde Briand onlangs in de Kamer,
maar hij had dat gevoeglijk tot heel de
wereld kunnen uitbreiden. Tot Duitscn-
land zelf in de allereerste plaats! Zooals
het onkruid welig groeit op slecht ver
zorgden grond, zoo schiet het streven van
communisten en nationalisten snel wor
tel in tijden van malaise en decadentie,
en deze groei zou tenslotte tot den chaos
kunnen leiden. Partijen als deze, zouden
in staat zijn den in het moeras-geraakten
Michel zóo lang hulpeloos te laten staan
tot het buitenland uit zichzelf ter redding
zou toesnellen. Maar zij vergeten dat het
gevaar niet denkbeeldig is dat het water
bereids tot boven de lippen gestegen is
voordat de helpers ter plaatse zouden
zijn
Wint Brüning den binnenlandschen
strijd dan schijnen voorstellen tot een
moratorium vrijwel zeker te kunnen wor
den verwacht, hoewel vooral de Duitsche
economen er over het algemeen tegen
zijn. Ter staving van een moratorium,
binnen het kader van het plan-Young, is
een verklaring noodig van de Duitsche
regeering, dat zij in voortgezette stortin
gen een gevaar ziet voor de stabiliteit
van het betaalmiddel en voor het econo
mische leven. Maar terecht vragen velen
zich af vanwaar de Duitsche industrie en
De groote twistvraag, die tenslotte in
barre heftigheid is uitgebroken, is de
vraag of we nu rickshaws zullen krijgen
of niet. We hebben al in een vorig arti-
kei erop gewezen, dat de vervoermiddelen i
op het terrein ten eenemale onvoldoende
zijn en de beroemde „reis om de wereld
in één dag" alleen maar mogelijk is voor
iemand, die ijzeren beenen heeft. Maat j
dat behoeft de strijd nog niet noodzake- I
lijkerwijze over te brengen naar een ter-
rein. dat totaal er naast is.
Maanden voor de opening is het toe-
komstige bezoeker-publiek, dat nooit in
het Verre Oosten was geweest, lekker ge
maakt met de belofte, dat we. te midden
van het lommer van het Bois de Vin-
cennes een toertje in een rickshaw zou
den maken als reden we door de rue
Catinat te Saigon of over de Bund in
Shanghai. En de brave Fransche huis
moeders hadden Frangoistje of hoe de
kleine ook heeten mocht, als belooning
voor een goed rapport een toertje in een
rickshaw beloofd en de dapperen, die als
gezeten Fransch ambtenaar eens een
blauwen Maandag door 't Gouvernement
naar Indo-China waren gestuurd, hadden
zich al, met den Tartarin-geest, die in
elk goed Franschman zetelt, er veel van
voorgesteld met de „casque colonial"
versch uit een vergeten koffer gediept, op
het hoofd, zich in volle glorie aan moeder
de vrouw te vertoonen in een „pouse-
pousse"; een nooit gedachte realisatie van
hun oude koloniale herinneringen, die
moeder steeds met de noodige reserve had
handel benoodigde buitenlandsche cre-
dieten zullen moeten halen na een derge
lijke mededeeling. Men steekt zijn geld
niet in een bijkans faillieten boedel!
Overigens zal het toch wel tot een mora
torium moeten komen omdat andere we
gen niet openstaan. Misschien dat de cre
diteuren bereid zouden zijn hun aanspra
ken te verminderen, maar zij zouden
zulks alleen willen doen op voorwaarde
dat Amerika dan hun schulden in de
zelfde mate verlaagd. En daarmede raakt
men een teer punt, waarover men in de
nieuwe wereld maar liever niet spreekt.
De ministers Stimson en Mellon zijn
Juist naar Europa gezonden om eens
poolshoogte te nemen, maar het is zeer
onofficieel en gaat samen met de verkla
ring dat men den Duitschen nood slechts
een tijdelijk verschijnsel acht, hetwelk
weinig of niets met de herstelbetalingen
uitstaande heeft. Wie zóó redeneert is of
blind voor de feiten van dezen tijd of
positief van plan om onder geen enkel
beding, hoe klemmend ook, van zijn rech
ten afstand te doen. En dat laatste zal
hier wel het geval zijn
Naast het Duitsche probleem, dat er
één is van algemeene beteekenis, heeft
men dat van de Engelsche grondbelas
ting, die tengevolge van een liberaal
amendement tot een kabinetscrisis
dreigt te leiden: verder het Belgische
talen-probleem, waaromtrent men tever
geefs van den nieuwen minister-president
Renkin een oplossing verwacht heeft, en
vervolgens dat van de bemoeiingen der
katholieke geestelijkheid met politieke
kwesties Zoowel in Italië als in Lithauen!
Mussolini heeft den invloed der katho
lieke. jeugdorganisaties te groot geacht,
doordat zij zich, in strijd met de bepalin
gen van het Concordaat bewogen op poli
tiek en sociaal terrein en daarom hun
ontbinding gelast! Natuurlijk is de zaak
daarmede niet uit en het is te voorzien
dat hij nog tot vele botsingen tusschen
beide machten leiden zal, alvorens een
definitieve oplossing zal zijn verkregen.
Precies trouwens als in Lithauen (een
overigens geheel katholiek land), waar
den Nuntius het land ontzegd is omdat
de geestelijkheid de kerk en haar instel
lingen heet te misbruiken in den politic-
ken strijd. Het zal interessant zijn na te
gaan hoe deze kamp tusschen de kerk en
de staatsmacht in Lithauen zich verder
zal ontwikkelen!
RECLAME.
MENSCHEN MET VERZWAKTE WER
KING VAN HET HART verschaft een glas
natuurlijk „Franz-Josef'-bitterwater, da
gelijks 's ochtends op de nuchtere maag
genomen, zonder forceeren gemakkelijken
stoelgang. Bij Apoth. en Drog. verkr. 8127
„Rijden, rijden, rijden in een wagentje
En als je dan niet rijden wilt
[dan draag ik je."
aanvaard. Hetgeen te begrijpen is van
iemand, die in Belleville geboren en ge
togen is en zomerreizen maakt naar het
Bosch van Fontainebleau
Het heeft niet mogen zijn, het zal een
droom blijven voor vader zoowel als voor
Francoistje We krijgen geen pouse-
pousse op de tentoonstelling te zien, al
ageeren de kranten nog zooveel als zij
ageeren kunnen. Dit „mensch-onteerend"
vervoermiddel zal ons gespaard blijven en
we zullen ons tot het einde van de ten
toonstelling met loode beenen over het
terrein moeten sleepen, willen we althans
iets zien. Tenzij een vindingrijk brein er
op mocht komen een voorstel uit te
broeien om concressie aan de „Voiture3
de Paris" te verleenen voor een paar
honderd taxi's op het terrein te laten
loopen. Maar deze oplossing is te eenvou
dig om realiseerbaar te zijn in een land,
waar iedereen zich met alles en iedereen
bemoeit.
Het is vermakelijk te lezen hoe weinig
een Pers, die over een dergelijke quaestie
een actie begint, weet waarover het gaat.
Er werd namelijk beweerd, dat de „Ligue
des Droits de l'Homme" bij de Regeering
geprotesteerd had tegen het in dienst
stellen van rickshaws op het tentoonstel
lingsterrein, hetgeen ten slotte een
fabeltje bleek te zijn. Heftig viel men de
arme Ligue aan, die van geen kwaad be
wust. den storm rustig over het moede
hoofd liet voorbij trekken, tot het haar
begon te vervelen en zij in een kort com
muniqué verklaarde niets van de geheele
Geautoriseerde vert. uit het Engelsch van
I. S. FLETCHER door Jhr. C. A. L. v. d. W.
(Nadruk verboden).
11)
'ij konden het samen niet vinden. Hij
'orede financieel goed voor mij: ik weet
Ü'K vanneer en waarheen hij ging; hij
"et mij alleen weten dat hij op reis ging.
*tht maanden later werd ons kind gebo-
'en Wij deden ons best om te ontdekken
Jaar hij was, om hem dat te laten weten,
"tch zonder resultaat. Ik hoorde niets
Xr van hem tot in het voorjaar van
"00. toen ik een brief kreeg van een ka
pitein van een stoomschip, varende tus-
™en Bombay en Durban. Ik zal u dien
'"el laten lezen.
z') opende de hutkoffer en haalde
daaruit een brief. Zij gaf die aan Crole.
U en mijnheer Holt mogen samen
tien brief lezen, zeide zij.
Het was een brief van James Sinclair,
hpitein van het stoomschip „General
übe". Hij schreef, dat hij op zijn laatste
van Bombay vandaar een passagier
'2J medegenomen bestemd voor Durban,
J") noemende Andrew Merchison. Op
Joe reis werd 18 October Mombassa a -1-
iraaan en daar verdween de heer M=r-
«tson. Hij was het laatst gezien 's avonds
terwijl hij achteruit op de reeling
pijp zat te rooken. Het oordeel van
||n kapitein was, dat de heer Merchison
"a aanval van duizeligheid had gekregen
en overboord was gevallen Hij voegde er
bij, dat er te Mombassa zeer vele haaien
zijn. Daar zijn lijk niet werd gevonden
werden de eigendommen van mijnheer
Merchison nagezien en werd het adres
van mevrouw Merchison gevonden in een
dagboek. Daarom schreef hij aan haar en
zond tegelijkertijd den koffer met inhoud.
Hij wees er in het bijzonder op, dat zich
in een vakje van dien koffer een aan
zienlijke som gelds bevond.
De notaris gaf den brief terug aan me
vrouw Elphinstone.
Deze koffer met inhoud zijn geheel
intact gebleven sinds ik haar ontving,
zeide zij En nu wilt u mij komen vertel
len, dat deze vreemdeling, die zich Maza
roff noemt, in werkelijkheid Andrew Mer
chison is! Dat is onzin!
Daarin is niets onzinnigs, mevrouw,
antwoordde Crole eenigszins scherp. Dat
zult u met mij eèns zijn, als u hoort wat
mijnheer Holt u zal vertellen. Mijnheer
wilt u zoo goed zijn mede te deelen, wat
mijnheer Mazaroff u toevertrouwd heeft.
Ik deed het geheele verhaal. Met nadruk
wees ik op Mazaroff's verklaring, dat hij
zijn identiteit gerechtelijk kon bewijzen,
en op de vrijmoedige wijze waarop hij
alles mededeelde. Op het gezicht van me
vrouw Elphinstone was duidelijk te lezen,
dat zij niets van mijn verhaal geloofde.
Het is absurd! verklaarde zij. De
man was misschien een avonturier, die
iets afwist van Merchison's leven en daar
uit munt dacht te slaan.
Ik keek naar Crole en Crole naar me
vrouw Elphinstone.
Mevrouw, zeide hij rustig. Als u mij
veroorlooft precies te zeggen wat ik denk,
dan verklaar ik dat uw vermoeden onzin
nig is! Mijnheer Mazaroff of wel mijn
heer Merchison was geen avonturier doch
een zeer vermogend man. En ik wensch
nog iets onder uw aandacht te brengen.
Indien de overledene Andrew Merchison
was, met wien u twee of drie en twintig
jaren geleden trouwde, dan is uw tweede
huwelijk met mijnheer Elphinstone on
wettig. U is natuurlijk gevrijwaard van
vervolging wegens dit tweede huwelijk
door de omstandigheid dat, toen het
werd gesloten, u in vele jaren niets van
mijnheer Merchison had vernomen en
mocht worden aangenomen, dat hij over
leden was. Daar hij echter toen nog in
leven was, is u voor de wet nog steeds
mevrouw Merchison en
Waar wilt u heen? vroeg mevrouw
Elphinstone. Ik.
Ik wensch u, mevrouw, ging Crole
voort, op een voornaam punt te wijzen.
Alhoewel ik nog weinig met hem te ma
ken had is het toch mijn overtuiging, dat
hij overleed zonder een testament te heb
ben gemaakt. En dat wil dus zeggen, dat
als hij Merchison was en u zijn vrouw en
dit meisje zijn kind, dan zijt gij beiden
zijn erfgenamen. Mijn advies, mevrouw is
dit, alvorens u zulk een ongeloovige en
ontkennende houding aanneemt, gaat u
naar „De Houtsnip" en overtuigt u zich
of de man, die daar ligt, degene was die
hij beweerde te zijn.
Crole maakte daarna een deftige bul-
ging en wij gingen heen, de moeder en de
dochter achterlatende.
Toen wij buiten waren nam Crole een
snuifje.
„Dit is een verduiveld harde vrouw,
Holt! zeide hij, verduiveld hard en koppig.
HOOFDSTUK VIII.
Het geweer van den herbergier.
Mijn persoonlijke indrukken van me
vrouw Elphinstone stemden volmaakt
overeen met het oordeel van Crole, dat
hij zoo kernachtig had geuit. Ik dacht
echter aan andere dingen.
Als de werkelijke Andrew Merchison
was verdronken in Mombasa Bay, zeide
ik, hoe kan dan....
Crole viel mij met een sarcastischen
lach in de rede.
Verdronk hij echter werkelijk? riep
hij uit. Ik geloof niet dat hij verdron
ken is!
Maar de brief, en zijn eigendommen?
vroeg ik. Wat maakt u
O. daaruit valt van allerlei op te
maken! antwoordde Crole. Hoewel ik hem
maar een paar malen heb ontmoet, en
ook te oordeelen naar de verhalen over
hem. moet hij zijn geheele leven een zon
derling geweest zijn. Ik begrijp zeer goed,
waarom hij juist in Mombassa verdween;
daarvoor had hij goede redenen. Wat was
gemakkelijker! Hij heeft 'snafhts een
boot laten komen en is daarmee aan wal
gegaan. Dat is doodeenvoudig!
En zijn geld en koffer laat hij achter?
Hij kon toch al zijn bezittingen voor
uit hebben gezonden, zeide Crole droogjes.
Sprak hij met u niet over Durban?
Ja zeker, zeide ik, „daar nam hij den
naam Mazaroff aan.
Juist, vervolgde Crole, daarvoor zal
hij zijn redenen gehad hebben. Hij
wenschte, dat zijn familie meende dat Inj
dood was Maar brief of geen brief, hut
koffer of geen hutkoffer, gedenkplaat of
niet, ik geloof dat Salim Mazaroff Andrew
Merchison was en dat hij werd vermoord
als Merchison.
Als Merchison? "riep ik verwonderd
uit. Wie kende hem onder dien naam?
Daar moeten wij achter zien te ko
men. Kom, wij gaan eens hooren hoever
Maythorne is.
Wij vonden Maythorne in gesprek met
Musgrave; Maythorne lachte ons veelbe-
teekenend toe.
Mijnheer Musgrave heeft iets ont
dekt, zeide hij. Zijn geweer is verdwenen.
Musgrave schudde treurig met zijn
hoofd; hij had blijkbaar het land.
Nog geen drie maanden geleden be
taalde ik er twintig pond voor. Het was
spiksplinternieuw. Ik kan me niet begrij
pen. dat het gestolen kon worden. Na
tuurlijk is dat gebeurd op dien avond., dat
er zooveel volk was. Toch
En vanwaar werd het meegenomen?
vroeg Crole.
Het werd meegenomen uit de zitka
mer, die mijnheer Holt en mijnheer Ma
zaroff in gebruik hadden, antwoordde de
herbergier Het hing aan den muur bij de
deur misschien heeft u het zien han
gen. mijnheer Holt.
Ja, ik heb daar een geweer zien han
gen, maar ik heb niet bemerkt dat het
verdwenen was.
Ik ook niet ik ben in geen twee
of drie dagen in die kamer geweest, zeide
Musgrave. Mijn vrouw ontdekte het zij
kwam het mij juist vertellen. Natuurlijk
heeft iemand van dat veedrijversvolk mij
die poets gebakken. U en uw vriend wa
ren die avond niet thuis geloof ik.
Mijnheer Mazaroff ging dadelijk na
tafel uit, antwoordde ik, en ik eenigen
tijd later. Dus was er niemand in de
kamer.
Musgrave bromde en schudde zijn hoofd.
Ik had er op moeten letten, dat de
deur gesloten was toen u uit was, merkte
hij op. Ik heb de politie gewaarschuwd
Was het geweer geladen? vroeg
Maythorne. Zeker niet?
Ja, het was geladen; ik had het altijd
geladen, want je weet nooit of je het niet
eens noodig hebt.
Ik vind het nog al gevaarlijk om net
geweer geladen op te hangen, zeide May
thorne goedmoedig. Het kost toch weinig
tijd om er een patroon in te doen. Tus
schen twee haakjes, met welk soort pa
troon was het geweer geladen.
Hagel no. 12, antwoordde Musgrave.
Die gebruik ik altijd.
Dat vind ik van veel belang, merkte
Maythorne op. U moet dit aan de politic
mededeelen.
(Wordt vervolgd).