Humor uit het Buitenland.
Brieven uit 't Hooge Noorden
heeren-baai
RADIO-PROGRAMMA.
„Waarom werk Je niet?"
Echop gebroken."
„Onder het graven
^ee. onder het leunen."
(Passing Show),
Filmster iwicr man herstellende is van de i
van eer motorongeluk»: „Vertelt u me eens, doh^l
Opgewonden meisje„Gauw, een film. Vader wordb öU renr-* om te vernemen, dat lk t* J
door een stier achterna gezeten." (Humorist)gehuwd ben, redert rijn ongeraA/^ .CP»*iE| s
„Kijkt ze nog steeds uit haar den ldea'en man
„Nee, ze zoekt alleen nog maar een echtgenoot
(London Opinion).
Gast„Lieve, Ik zou zoo'n brutale meld geen uur
langer ln Iiuls willen hebben."
Kunstzinnige dame„Ik weet wel dat ze een plaag ls,
maar haar roode baar past precies bl] de stoffeerlng van
deze kamer. Daarom heb lk haar genomen, weet Je, en
ze maakt daar nu misbruik van." (Humorist),
Weet Je wet dat Je geen dgaretten
mag rookea?
Zeiker. Juffer, mèr ze lache me uit as
'a pjjp opsteik I (Passing Show).
Loket-ambtenaar (tot pietluttige dame): U zult nog
maken, dat al die menschen den trein missen.
Dame: En dat zou maar goed zijn ook; t zou een
lesje zijn voor de Maatschappij. (Humorist)
koningin van Frankrijk! Zij ook is door
de liefde bevangen. Men kan dien jongen,
hoog voornamen en toch zoo natuurlijken
koning niet naderen, zonder wanneer
Men vrouw ls, het hart sneller te voelen
kloppen.
Maar de jaren, die achter haar liggen,
zijn een harde leerschool voor haar ge
weest, een leerschool van lucht en zelf
bedwang. Zoo bedwingt zij dan ook zich
zelve, zich en haar hartstocht. Uiterlijk
schijnt zij onbewogen. Haar omgang met
den koning begint met eenvoudige ge
sprekken over de vele boeken, die zij ge
lezen en waarover haar heldere geest zich
een duidelijk oordeel gevormd heeft. Zij
wist hoezeer aangename omgangsvormen
en een belangrijke conversatie den geest
des konlngs wisten te boeien. Want hij
hield van letterkunde en van de schoone
kunsten, doch zijn opvoeding had hem
vooral met het krijgsleven in nauw con
tact gebracht. Voor alles, wat schoon was,
was hij toegankelijk. Als leerling van Ma
zarin genoot hij in den omgang met zijn
minister van diens elegant optreden, de
sierlijkheid van diens geest en den smaak,
waarmede deze vreemdeling zijn prachtig
palels had Ingericht. Dit alles was ln sterk
contrast met de grove gewoonten van den
Franschen adel ln die dagen, overblijf
sels uit het voortdurend verblijf in kam
pen en op het oorlogsveld. Ze hinderden
den koning en hij trachtte daarin verbe
tering te brengen. Doch dan moest hij
zelf een voorbeeld zijn van beschaving.
HIJ moest zichzelf „slijpen". Dat gelukte
hem en Marie Manclnl was een zijner help
sters. Zij lazen te zamen Petrarca en hij
die niet gaarne leerde, leerde Itallaansch
om haar en om de letterkunde van haar
land. ZU droeg verzen voor, speelde rollen
uit de Itallaansche tooneelwerken, alles
onder de oogen van Anna van Oostenryk,
des konlngs moeder, die glimlachend en
welwillend dit samenzyn volgde en het
een „filiaal van het hotel de Rambouillet"
noemde.
Dat eindigde, Waar het moest eindigen:
de koning werd doodeiyk verliefd op het
jonge meisje, dat o wonder der liefde, op
hield leeiyk te zyn en, volbloeid, evenals
haar zusters aantrekkeiyk werd. De oogen
van den koning zagen haar aldus. En
zyn wensch was het, haar te heffen en
door een huweiyk haar zyns gelyke te
maken....
Toen greep de kardinaal in. De machtige
Mazarin verstoorde de idylle. Hy had
andere plannen met den koning, andere
plannen voor Frankryk. Marie Mancinl
werd van het hof en uit Parys verwyderd,
in een klooster gestopt, waar zy biyven
moest, totdat de onderhandelingen waren
geëindigd, die een huweiyk tusschen Lode-
wyk XIV en Maria Theresla, dochter van
Fillps IV van Spanje mogeiyk zouden
maken. Na het tractaat der Pyreneeën,
waarby de vyandelykheden tusschen
Frankryk en Spanje een eind namen en de
Fransche politiek dit huweiyk had geëlscht
was Marie Manclnl's lot beslist. Het trac
taat opende Frankryk het vooruitzicht op
de successie van Karei II van Spanje en
bracht de twee groote landen aan weers-
zyden der bergen nader tot elkaar.
„Belangeloos van Mazarin". ls er gezegd.
„Aan de belangen van Frankryk offert hy
de glorie op, zyn nicht op Frankryk's
troon te zien."
Integendeel beweren anderen.
zyn eigen belang dreef hem tot die daad.
Mazarin, die zyn nicht ln tegenstelling met
haar zusters hard had behandeld, wist
zeker, dat die nicht hem haatte. HIJ ver
moedde, dat zy reeds nu zyn Invloed by
den koning ondermynde en hy begreep,
dat wanneer zij eenmaal koningin van
Frankryk zou zijn geworden, zy een eind
zou maken aan zijn oppermacht. Dus
werkte hy aan een ander plan, dat haar
op den achtergrond zou plaatsen en tevens
„als door de politiek geëlscht" alleszins
aannemeiyk leek.
Aldus beweren historieschryvers als
Henri Martin en Michelet.
Hoe het zy, het kind van de rekening
werd, met Marie Manclnl, de jonge koning
De scheiding viel hem zwaar, doch de
politiek van Mazarin was ln Frankryk's
belang en toen zyn moeder, Anna van
Oostenryk, die heftig protesteerde tegen
een huwelijk der twee, welke zy als speel-
genooten heel gaarne ln haar welwillend
heid had opgenomen, zich aan de zyde
van den kardinaal voegde, zwichtte de
koning. By het afscheid nemen was de
smart hem te sterk. Hy schreide en Marie
Mancini had slechts deze eenvoudige
roerende woorden ten antwoord op zyn
tranen:
„Vous êtes roi, vous pleurez et je pars".
Dat was 't einde van een droom van
liefde eenerzyds, van den droom van liefde
en eerzucht anderzyds. De betooverde
prins werd aan den betooverden ban ont
rukt en de adellyke Asschepoester werd
teruggewezen van des konings palels.
palels.
En 't is waarschyniyk een der weinige
oogenbllkken geweest ln het leven van den
Zonnekoning, dat de liefde hem deed
ïyden, de liefde, die niet mocht blyven,
omdat zy ln botsing kwam met politieke
eerzucht of politiek.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
DE WITTE PET
Als 't voorjaar komt over het Zweed-
sche land met plotselfng openberstende
weelde van wilde bloemen op de glooiende
welden en in de bosschen waar het teere
groen der berken nog op zich wachten
laat, dan verschynt de witte pet. De witte
pet der studenten met breede, glanzende
klep, met zwarten band, met altyd ach
terover-getrokken bol, die spierwit hoort
te zyn, maar ook wel vergeeld of groeze
lig is.
Mei is de maand van de witte pet,
omdat de studenten pas by het feest van
den eersten Meinacht hun petten, die
den geheelen winter aan den spyker op
de „kast" hebben gehangen, weer zullen
opzetten en tevens omdat Mei de maand
is van de eindexamens der middelbare
scholen en ieder, die geslaagd is, die
recht tot studeeren aan een universiteit
verkregen heeft, hier in Zweden student
wordt genoemd, dus ook wanneer hy of
zy totaal niet van plan is naar Upsala
of Lund of Stockholm te gaan, in de
hoop na jaren van blokken een acade-
mischen graad te bemachtigen.
Wilt ge het feest van den eersten Mei
nacht mee-vleren, wilt ge er de poëzie, de
bekoring van ondergaan, dan moet ge
zorgen op den laatsten dag van April
maand in Upsala te zyn,
Upsala is een echt studentenstad] e. Oud
en stil en rustig, gestrekt langs de hooge
wallekanten van het wild onder de steenen
boogbruggen door bruisende riviertje de
Fyris, dommelend aan den voet van den
steilen heuvel, waarop het zware, oude
slot troont, schoon zich afteekenend tegen
de lucht.
Eind-April zyn de flanken van dien
heuvel wit van de anemonen en in de
vlakte, die zich naar alle kanten wyd uit
strekt tot blauwende dennebosschen op
den horizon, liggen de bruine, pas open-
geploegde akkers tusschen het frissche
groen van de wintertarwe en doezelen
mat-paars de berkensingels.
30 April, 's middags tegen een uur of
twee, vullen de straten in 't centrum van
het stadje zich met een bonte en joiige
schare studenten, jongens en meisjes,
byna allen blootshoofds en met een pakje
onder den arm, velen met dikke wandel
stokken met geelblauwe linten en velen
met groote kleurige kinderballons aan een
touwtje. Ze zitten in vensterbanken, trek
ken gearmd, in breede ryen door de volle
straten, zyn geklauterd op de hekken
langs de Fyris. Tegen drieën wordt het
er nog drukker; de trein uit het Zu.den
heeft honderden oud-studenten, verloofdes
pa's en ma's gebracht. En als de klok van
den Dom drie zware slagen door de lente
lucht laat galmen, breekt een geweldig
gejuich los, gezang schalt over 't oude
stadje en tegeiykertyd worden overal de
witte petten uit de pakjes gehaald, met
daverende hoera's gaan ze de hoogte in en
dan op de jonge koppen der studenten.
Weer gezang, gehos, gejuich. Maar de
drukte luwt zoo langzamerhand, men trekt
naar Gastls, waar altyd wel een der prin
sen aan het „lentediner" deelneemt, naar
Flustret, het zomerrestaurant by 't Zwa-
newater, waar in alle zalen, in alle gangen
tafeltjes zyn geplaatst, waar 't minder
deftig ls dan in Gastls maar toch ook
duur en enorm druk.
Als de zon in 't Westen achter de den
nebosschen wegkruipt, trekken de stu
denten in groepjes naar de hulzen der
corpsen. Groote vereenigingen van stu
denten bestaan in Zweden niet, omdat de
studenten zich provlncie-gewijs georgani
seerd hebben, in z.g.n. „natloner." Zoo is
er een Varmlands-, een Stockholms-, een
Vastgöta-nation.
Met "hun vaandels voorop marcheeren
alle nationer naar een afgesproken plaats
Daar vormen ze een grooten stoet met
alle natlons-vlaggen en -vaandels aan 't
hoofd, met fakkelsdragers in de buitenste
ryen. En tegen een uur of negen trekt
die stoet van duizenden studenten, allen
met de witte pet op, als een witte slang
met flonkerende lichten langs de kanten
door de schemering naar den heuvel,
waar het slot nu zwart en groot staat
tegen de diepblauwe avondlucht.
Ge moet dat zien, zóoals de stoet daar
optrekt tusschen de boomen, de witte
vlaggen wyd-wit wapperned ln den wind,
de vonken-sproeiende fakkels geheven
terwyi uit duizenden jonge kelen het
mooie, melodleuse lied der Zweedsche
studenten klinkt.
Precies negen uur zyn allen op het
plein voor het slot verzameld. Het wordt
stil. Rustig klept de avondklok. Dan opeens
schalt breed-wit de zang van het studen
tenkoor. Er wordt gezongen van de lente
die weer gekomen is in 't Hooge Noordsche
land, van de bloemen, die bloeien, van de
vogels en de zon en de luchten. Iemand
houdt een toespraak, heft op Zweedsche
wys een vier-voudig hoera voor de lente
aan en weer wordt er gezongen, tenslotte
door alle studenten.
Nu vlammen ln de vlakte, die zich in
de donkere verten verliest, groote vuren
op, vreugdevuren die sterke overeenkomst
hebben met de Paaschvuren in het Oosten
van ons land, die immers ook vreugde
vuren zyn, ontstoken om de terugkomst
van dc lente te vieren. Je ziet de vuren
dichtby en veraf, groote met lekkende
vlammen aan den rand van het stadje,
dat nu stil beneden aan den voet van den
heuvel ligt, kleine als lichtende plekjes
op den verren horizon.
En onder luid en biy gezang slingert
de schemerige stoet van studenten met
witte petten en witte vlaggen naar bene
den. naar de natlons-huizen, waar den
geheelen nacht, den eersten Mginacht, het
feest voortgezet zal worden met bezoeken
van andere nationer, met dans en spel
op de luit, met jolig gezang en gezonde
pret.
In de tweede helft van Mei worden de
eindexamens van de middelbare scholen
gehouden, het z.g.n. „studentenexamen."
Men hecht daaraan hier een zeer groote
soms wel wat overdreven beteekenis. Een
jongen, die zyn studentexamen heeft,
wordt als man beschouwd, al is hy ook
eigeniyk nog lang niet droog achter de
ooren.
Weken tevoren, als de examinandi nog
zwaar zitten te blokken voor het mon
deling, liggen de etalages van de heeren-
modemagazynen vol met witte petten, de
zilversmeden stallen wandelstokken met
zilveren knoppen en geel-blauwe linten
uit, de Dloemenzaken pryken met kran
sen, waaraan kleine studentenpetjes er.
wandelstokjes zyn gebonden, met ziet
bonbons verpakt ln studentenpetten van
karton, menu's met studentenpetten be
drukt en lk weet niet wat al meer, dat met
dit symbool van het student-zyn getooid ls.
De leerlingen van de middelbare scholen
hebben evenals in Duitschland ook
bepaalde schoolpetten. Hier in Zweden
zyn die heelemaal zwart met een nikkelen,
monogrammetje voorop. De jongens, die
eindexamen zullen doen, en hopen te ver
wisselen, maken hun schoolpetten zoo
vuil en zoo kapot als maar mogeiyk is. Die
wordt dan met groote steken roode of
groene of gele of blauwe wol weer wat by
elkaar gehaald en niet zelden wordt er
boven bp den bol nog een geweldig vraag-
teeken „geborduurd." Alles om maar heel
goed te demonstreeren, dat ze voor 't
eindexamen zitten en niet van plan zyn,
hun oude kapotte pet nog te vervangen
door een andere schoolpet.
Het eindexamen zelf gaat met evenveel
zweet- en valeriaandruppels gepaard als
by ons. De schrifteiyke opgaven worden
met groote „koppen" er boven in de bladen
gepubliceerd en half Zweden zit 's avonds
met een velletje papier naast de krant te
speuren of er nog iets van de ingepompte
wysheid is blyven hangen.
Als de uitslag bekend gemaakt wordt,
wachten ouders en vrienden en kennissen
van de nieuwbakken „studenten" by de
school. Ze hebben bloemen en cadeaux
by zich en onder gejuich worden de ge
lukkige geslaagden met kransen en bloe
menslingers omhangen als ze het gebouw
verlaten. En al gauw krijgen ze dan de
witte pet op en de studenten-wandelstok
ln de hand. De jongens zün in de groote
plaatsen althans veelal in smoking op
den dag van het studentexamen, de
meisjes in haar mooiste japonnen. Ouders,
die het even kunnen betalen, richten een
groot, feesteiyk diner aan, waarvoor al
dagen van te voren koortsachtig is ge
zwoegd. De gelukkigen krygen alle moge-
lyke cadeaux en worden op een wijze, die
soms heelemaal niet in overeenstemming
is met hun leeftyd en prestaties, befoven
en toegesproken. Er wordt geweldig veel
werk van gemaakt, belachelyk veel vaak.
En ik weet dat het voorgekomen is, dat
een jongeman die zakte als een baksteen,
tóch de witte pet kreeg, toch bejubeld
werd alsof hij geslaagd was, omdat men
het diner niet kon houden zonder een
student en omdat de genoodigden toch
niet meer afgezegd konden worden.
De dagen die volgen worden besteed
aan alle mogeiyke fuiven en fuifjes
op 't oogeblik dat ik dit schrijf staat een
troep geslaagden met de witte petten
geheven boven de blonde koppen in den
tuin van mijn overbuurman, leeraar in
aardrykskunde, die juist zyn aardbeien
mestte, te hoera-en; 's avonds wordt ge
soupeerd met vrouweiyke geslaagden in
den tuin van een der restaurants van
Djurgarden, den Prater van Stockholm,
wordt gedanst by de muziek van een stel
harmonicaspelers in Tivoli of Gröna Lund,
de permanente, van Kopenhagen nage
aapte, Lunaparken.
Daarna komt de „student" op een kan
toor, wordt hy bediende in een groote
zaak of zoekt hy een ander baantje. En
maar een klein percentage wordt werke-
hjk studeerende student. Maar de witte
pet, de trofee die na veel moeite veroverd
ls. blyven allen, die eindêxamen gedaan
hebben, den geheelen zomer toch nog
dragen en niet zelden halen ze hem tot
ze oud en styf geworden zün elk jaar
op 30 April nog voor den dag.
BERTIL J.
Stockholm, Mei.
RECLAME.
ECHTE FRIESCHE
20-50ct. per ons
9LI9
VOOR ZONDAG 7 JUNI.
Hilversum, 298 M. 8.5012.00:11
12.00—5.00: AVRO 5.00—800: t
6.00—8.00: VPRO 8.0012.00 i
8.308.45: Ochtendgymnastiek o.I
G. Kleerekoper 8.50: Voetbaltak
8.55: S. S. Lantinga: „HortensM
9.25: Postduivenber. 9.30: 0a
VARA-orkest o. 1. v. H. de Groot, Jok
Molenaar (piano) 10.00: Revolul
Lezing door M. Beversluis 1020:
volg concert 10.55: Toespraak i:
J. Zwertbroek 11.1512.00: Sloto
12.00: Gramofoonpl. 12.152
AVRO-octet o. 1. v. L. Schmidt. Sol:
Boris Lensky 12.451.15: L. J. Je
„De Teekenfilm" 1.152.00:
Octetconcert 2.002.30: E. van H
bespreekt „Het verre Paradys" vas
Vergouw 2.303.15: Concert. On
orkest o. 1. v. N. TTeep 3.15—3.0:
waiian-muziek 3.455.00: Concert
roeporkest (vervolg) 5.00: Orj-i
Joh. Jong 5.156.00: Klnderuurtji
6.00: wydingsuur door dr. H. de Va
Sneek. M. m. v. Olllf Folge Fonden i
Jo Jalink (cello) en Henri Jallnk ipi
8.00: Vaz Dias 8.15—8 45: KJ
Lajos en zyn orkest. Bob Scholte (rel!
zang) 8.459.15: „Goed gepast opS
Agatha's Hond", een verhaal van P
Wodehouse (bewerkt voor Radio tw
9.15: Vervolg Kovacs Lajos en i
kest 9.25: Gramofoonpl. 9.55:
Vogt (zonder zyn Band). „Iets overÉ:
kels. die voor den oogst gewet zijn it
phoon 1280001" 10.05: Kovacs Lajl
10.15—10.30: Zang door Walter Trie*
10.30: Kovacs Lajos 10.45—11.00: Fi
Triebei 11.00—11.10: Kovacs Laja
11.0012.00: Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. 8.30 KRO -I
NCRV. 12.00—5.00: KRO. 5.00 K
Dan KRO. 8.309.30: Morgenwijding
Jos. Mineur 9.50: Kerkdienst iï
Groote Kerk te Den Haag 12.06-!
Concert KRO-Sextet o. 1. v. P. Lui
houwer 1.302.00: H. de Man,
bollen" 2.004.00: Concert KRO-3
orkest o. 1. v. M. van 't Woud 4 00-S
Ziekenlof 5.00: Kerkdienst uit deC,
Kerk te Rotterdam 7.458.10: R
Franses O. F. M.: „15de Eeuwfeest ft
Concilie van Ephese" 8.10: Voet!»
slagen 8.1510.40: Concert KRO-d
o. 1. v. J. Gerritsen. M. m. v. F. Bk
ipiano) Circa 9.00: Vaz Dias k'
11.00: Epiloog door het Klein Koorm
Jos. H. Picckers.
Daventry, 1554,4 M. 3.20 Kerk-cU
No. 20 van Bach 4.05: Kindertal
4.35 Concert. Kwintet, B. Williams (9
N. Eadie (sopraan) 5.50: Piano-U
door E. Fischer 6.20: BybelleaK
8.15: Kerkdienst 9.05: Liefdadig)
oproep 9.10: Nieuwsber. 9.25: W
Koor. orkest en vocale solisten
Epiloog.
Parijs „Radio Paris", 1725 M.
Gramofoonpl. 12.50: Orgelspel -j
Gramofoonpl. 1.50: GramofooW
2.20: Gramofoonpl. 4.20: Gramol»
8.20: Concert. Orkest en solisten
Langenberg, 473 M. 7.20—870:
kestconcert 8.208.50: Gramofoon?
11.5012.20: Bach-cantate No. XI -
2.50Orkestconcert 3.504.20: 8
concert 5.156.20: Orkestconcert
m. v. solisten 8.20: „De Barbie!
Bagdad". Kom Opera van P Con»
Daarna: Berichten en tot 1120: Ca>
11.2012.20: Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—176!
kestconcert 3.505.50: Orkest en t»
concert 6.206.50: Gramofoonpl
8.209.05: Orkestconcert 0.05-4'
Radio-tooneel 9.5010.20: Koorc®'
10.3011.20: Orkestconcert en w
11.2012.50: Dansmuziek.
Brussel, 508,5 en 338,2 M.
5.30: Orkestconcert 6.05: Orkeste®;
6.35: Gramofoonpl. 8.20: C®?
Orkest en solisten 9.50: Cello-r«'~,
10.05: Orkestconcert 508,5 M.: 5 I-V
eert. Orkest en soliste 6.35: Grak-'S
platen 8.20: Concert. Orkest en f
9.50: Gramofoonpl.