-RAD/ON*
HET VERRASSENDE NIEUWE
WASCHMIDDEL - REINIGT ALS
ZON EN FR/SSGHE BUITENLUCHT.
/ïnymu
Mite Jaargang1
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 4 Juni 1931
Derde Blad
No. 21842
GEMEENTEZAKEN.
pBI EMFNTAiR OVERZICHT
KERK- EN SCH00LNIEUWS.
RECHTZAKEN.
FEUILLETON.
De Blauwe Diamanten
ran Mijnheer Merchison
verkoop grond.
raadsbesluit van 6 Mei 1929 werd
|i°J J' Valk,fnburS tegen den prijs
B
iJ'rêrlïngde van de Johan de Wittstr.,
115 per M2. verkocht een perceel
Ltji'.errein nabij de Leidsche Hout, aan
vjt pl.ni. 540 M2.
r Tians is van den heer Valkenburg een
.«ïrraa? ingekomen, om de strook grond
it breedte van 4 Meter en ter opper-
ït.pf van pi m. 128 M2„ grenzende aan
|h? >orenbedoelde bouwterrein, te mogen
Kiepen, teneinde deze strook bij zijn tuin
i voegen.
Bij inwilliging van het verzoek zal het
L. Beschikbaar blijvende bouwterrein
Krhen den Warmonderweg en de Johan
11, wittstraat gelegenheid bieden voor
Uai bouw van één dubbele en twee en-
V't villa's, tegen welke verkaveling noch
(je Commissie van Fabricage, noch bij
;n W. bedenkingen bestaan.
|K prijs van den 6rond ware ook thans
is per M2. te stellen.
DE LICHTFABRIEKEN.
Zich vereenigende met een voorstel van
camissarissen der Stedelijke Fabrieken
i Gas en Electriciteit geven B. en W.
1 overweging:
|i goed te keuren, dat over het jaar
li?) wegens normale uitbreidingen der
Esfabriek f 68.500 is besteed;
|i door vaststelling van den overgeleg-
begrootingsstaat, model D. dienst
in totaal een bedrag van 1.700.000
fchikbaar te stellen, waarvan:
fo f.271.500 ten behoeve van de nor-
\.t uitbreidingen van de Electrieiteits-
Hek in 1930;
|si f.75 000 ten behoeve van de uit-
iding van het kabelnet in Hazers-
ade;
|!o f. 87.500 ten behoeve van de uitbrei-
van het kabelnet in Benthuizen;
Po f. 266.000 ten behoeve van de vesti-
j van een onderstatjon c.a. van de
Ütriciteitsfabriek aan de Cobetstraat;
[t het sub b genoemde bedrag van
|mcOO voor de daarbij aangegeven
hleinden aan de Electriciteitsfabriek als
tpitaal te verstrekken met bepaling, dat
ri dit kapitaal jaarlijks 5 pet. zal wor-
i afgelost.
HOOGING BOUWVOORSCHOTTEN.
Bij raadsbesluit van 7 Juli 1930 werd
de woningbouwvereeniging „Ons
ig" voor den bouw van 28 woningen
bden aankoop van den daarvoor benoo
rden grond ten noorden van den Mare-
Dgel, overeenkomstig de bepalingen van
i Woningwet, een bouwvoorschot van
hoogste f. 88.600 en een grondvoor-
Ichot van ten hoogste f25.200 in uitzicht
csteld.
|81j de op 15 Mei j.l. gehouden aanbe-
dlng van den bouw werd het laagst
beschreven door de firma C. v. d. Lelie
f A. Kantebeen, alhier, voor f. 85.367. In
bedrag is f. 2000 begrepen voor grond-
sten, die ten laste van het grondvoor-
:ot komen; daarentegen zijn de kosten
de besteding, welke op f. 250 worden
raamd, buiten het bestek gehouden en
bhalve niet in de aannemingssom
(gepen.
[Aan de hand van deze cijfers moet het
«wvoorschot op f. 91.200 en het grond-
korschot op f. 27.200 worden gesteld, het-
fen een verhooging beteekent van resp.
[1600 en f. 2000.
[Deze verhooging is in hoofdzaak een
oolg van de omstandigheid, dat evenals
tor het aangrenzend terrein van de
hieeniging „de Goede Woning" een paal-
■mdeering moet worden gemaakt, waarop
linvankelijk niet was gerekend.
I Tegen de verhooging bestaat bij B. en
geen bezwaar.
TWEEDE KAMER.
MOTIE-VOS.
Aan het begin dezer vergadering werd
MOTIE van den heer FLORIS VOS,
J.itsprekend de wenschelijkheid van de in-
■wning van een wetsontwerp tot vrijstel-
■»ng van registratie-recht van akten van
RECLAME.
7544
N.V. DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ.VLAARDINGEN
overdracht van landelijke eigendommen
aan pachters, met 48 tegen 25 stemmen
aangenomen.
DRANKWET.
De eindstemming over het wetsontwerp
houdende wijziging der Drankwet, werd
verbolgens bepaald op Woensdag 10 Juni.
INTERPELLATIE.
De heer Oud vroeg vervolgens verlof
om tot den Minister van Binnenlandsche
Zaken eenige vragen te richten met be
trekking tot de uitvoering der Tarwewet.
Hierover zal Donderdag worden beslist.
REGELING
GELDSCHIETERSBEDRIJF.
Hierna werd voortgegaan met de behan
deling van het ontwerp-Van den Bergh
inzake regeling van het geldschietersbe-
drijf.
De heer Van den Bergh verdedigde zijn
wetsvoorstel. Hij wees nog eens op den
grooten omvang van 't kwaad. Dit kwaad
wordt in de Kamer algemeen erkend. Men
verschilt alleen over de .vraag: hoe is het
euvel te bestrijden? Voor die bestrijding
is het Duitsche stelsel niet voldoende en
daarom koos spr. het Engelsch-Ameri-
kaansche stelsel, de aanwending van pre
ventieve middelen. Met name voör het
volkscrediet-wezen is dit stelsel gewenscht
Hierdoor kunnen al dadelijk een aantal
ongunstig bekend staande individuen ge
weerd worden, want zij zullen geen ver
gunning krijgen. Verder wordt goede con
trole van de Overheid mogelijk. Vervol
gens wordt het bedrijf aan allerlei voor
waarden gebonden. En eindelijk wordt
door de mogelijkheid tot intrekking der
vergunning een prikkel tegen misbrui
ken geschapen.
De afgevaardigde heeft deze vier voor
deden nader in het licht gesteld.
Hij ontkende dat deze regeling is „een
sanctioneering van de zonde", een uitlok
king tot leenen. De vergunning beteekent
alleen dat een bedrijf, aldus geregeld en
gecontroleerd, niet maatschappelijk on
toelaatbaar ls. Iedereen kan in de nood
zakelijkheid komen om te leenen. Van
daar dan ook het werk van den woekeraar.
Er moet een gelegenheid zijn om aan de
werkelijke leen-behoeften te voldoen Het
leenbedrijf, aldus geregeld, is niet ontoe
laatbaar. maar ontoelaatbaar is het. woe-
ker-bedrijf. En zal de toestand verbeteren
indien dit ontwerp wordt afgestemd0
vroeg de heer Van der Bergh.
Hij zette uiteen dat de bedoeling van
het ontwerp is de leen-ziekte, het leen-
maar-raak-systeem. te bestrijden, en de
geldschieters te dwingen alleen de nor
male risico's te aanvaarden
Inzake het voorop-stellen van de ge
meentelijke instelling hebben de voorstel
lers gemeend de Pandhuiswet te moeten
volgen.
Hierna maakte de afgevaardigde enkele
opmerkingen over den inhoud van den te
verwachten bestuursmaatregel, in verband
met de vast te stellen maximum-rente.
Dat veel aan dien maatregel is overge
laten spruit hieruit voort, dat dit alles ty
pische uitvoerings-maatregelen betreft.
Doch het beginsel ligt vast in de wet. De
rente zal voor leeningen van f100 a f. 200
boven de 12 doch ver beneden de 48 zijn.
De afgevaardigde deed een beroep op de
Kamer, om het ontwerp te aanvaarden.
Daardoor zal aan veel menschelijk leed,
door woeker ontstaan, een eind komen.
Bij de replieken handhaafde de heer
Snoeck Henkemans zijn bezwaren, omdat
hij vreesde dat de mogelijkheid tot oprich
ting van gemeente-banken als een soort
uitnoodiging zal worden beschouwd om
daartoe over te gaan, waardoor het leenen
zal toenemen. De heer De Wilde echter,
hoewel ook enkele bezwaren handhavend,
verklaarde voor het ontwerp te zullen
stemmen.
Daarentegen bleek ook de heer dr. Vos
nog niet tot voorstander bekeerd!
Art. 1 van het ontwerp luidt:
„Het is verboden het beroep of bedrijf
van geldschieter uit te oefenen, behoudens
in een gemeentelijke of in een toegelaten
particuliere geldschietbank."
Hierop verdedigde de heer Snoeck Hen
kemans een amendement, om te doen
vervallen de woorden „in een gemeente
lijke of", m.a.w. om het wetsontwerp al
leen betrekking te doen hebben op het
particuliere geldschieters-bedrijf
De heer Vos verdedigde, op art. 2 een
amendement, oni als geldschieters in den
zin der wet ook niet te beschouwen in
stellingen, voorkomende op de lijst, be
doeld in art. 3 der Armenwet.
Dit laatste amendement werd door den
heer Van den Bergh overgenomen, doch
het amendement-Snoeck bestreed hij, om
dat dan de gemeenten volkomen vrij zou
den blijven, wat juist niet wenschelijk is.
Hierna trok de heer Snoeck Henkemans
zijn amendement in.
Op een volgend artikel nam de heer
Van den Bergh een amendement-Vos
over, bepalend, dat niet alleen de ophef
fing. maar ook de oprichting van een ge
meentelijke geldschietbank de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten zal behoeden.
Eveneens wordt overgenomen een amen
dement-Van Poll, voorschrijvend, dat van
gemeentelijke banken niet van de winst,
maar van de bedrijfs-overschotten de be
stemming moet worden geregeld, en een
amendement-Van Poll, bepalend dat de
toelating van een bank wordt geweigerd
indien in' de localiteiten eenig ander, niet-
aanverwant bedrijf wordt uitgeoefend.
Evenzeer wordt overgenomen een amen-
deinent-Van Rappard, om uit de wet te
lichten de verplichting om in het register
van de geldschietbank ook op te nemen
het uur van de leening.
Op het eind van den middag verdedigde
de heer Knottenbelt een amendement be
palend. dat de vergunning kan worden in
getrokken, indien binnen 5 jaar voor de
tweede maal de houder der bank is ver
oordeeld wegens overtreding van een der
bepalingen van de wet. Het ontwerp wil
reeds intrekken van de vergunning moge
lijk maken indien binnen 5 jaar na een
waarschuwing de wet wordt overtreden.
Tegen dit amendement hebben de hee-
ren Van den Bergh en Vliegen bezwaren
ontwikkeld.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: te Dantumawoude (toez.). P.
Hakkesteegt. cand te Hoornaar.
Aangenomen: naar Hooge Zwaluwe A.
de Bruijn, cand. te 's Gravenhage; naar
Steenbergen J. K. van den Brink te West-
zaan. (verb, ber.l.
DOOPSGEZINDB GEMEENTE.
Beroepen: te Baarn (voor hulpdiensten)
dr. T. O. Hylkema te Amersfoort.
GEREF. KERKEN.
Bedankt: voor Klundert J. H. Meynen te
Zalk en Veecaten.
Donderdag voortzetting.
HAGENAAR.
CIJFERS.
Een 5 is niet langer een 5.
Een medewerker schrijft aan de N.R.Ct.:
Het is geen wonder, dat in deze malaise-
tijden, nu alles zakt, ook de cijfers aan
waarde verliezen. Zoo ls mij door uitvoe
rige uiteenzettingen van mijn dochter
gebleken, dat een 5 niet langer een 5 is,
of liever, dat wat vroeger een 5 was, nu
een 6 ls, of nog beter, dat de 5 thans
aanduidt bijna voldoende, terwijl hij vroe
ger even voldoende kwalificeerde. Als je
vroeger vijf vijven op je rapport had,
ging je nog over, nu blijf Je zitten.
„Wat drommel", zei ik tot mijn vriend
Zifter, leeraar ln de wiskunde, „als je dan
vroeger een 5 gaf, dan geef je nu een 6".
„Dat kan niet," antwoordde hij, „een
vijf is een vijf en geen zes."
„Maar die nieuwe vijf is toch lager dan
de oude vijf?"
„Zeker, maar de zes is nog hétzelfde
gebleven."
„Ik begrijp er niets van," zei lk.
Hij ging het me uitleggen. Na een
kwartier duizelde het me. Het schijnt, dat
het wel en wee van ons Nederlandsche
volk afhangt van schoolcijfers en dat er
een hemelsbreed verschil is tusschen bijna
voldoende en even voldoende. Zoo had ik
vroeger een leeraar, die mij dikwijls ver
blijdde met min 6'/i plus. Het maakte den
indruk van ontzettende soliditeit, maar
wij, jongens, wisten maar al te goed, dat
bet uiterlijk vertoon was.
„Al dat gesol met die cijfers is maar
larie. Het gaat er mee als met de phlloso-
phische eieren."
Hij keek me vragend aan. In mijn ge
dachten taxeerde ik zijn kennis van Ne
derlandsche letterkunde op min 4V».
„Maar vertel me eens, amice, wanneer
geven jullie aan een leerling een 10?"
Hij schrok, alsof ik een diep mysterie
rauwelijks onthulde. Elk vak heeft nu een
maal zijn beroepsgeheimen en ik begreep
dat een 10 daartoe behoorde.
„Het cijfergeven is een moeilijke zaak",
zuchtte hij. „Wil je wel gelooven, dat het
sommigen van ons slapelooze nachten be
zorgt?"
's Avonds, toen mijn zwager ons kwam
opzoeken, hadden we het weer over die
vijf. Ik probeerde hem uit te leggen, wat
het „probleem" was.
„Allemaal gekheid," zei hij. „Als ik leer
aar was, begon ik ze allemaal een nul
te geven en dan moesten ze meur werken
tot ze voldoende hadden. Jullie, ouders,
zijn veel te sentimenteel".
„Maar wat noem je nu voldoende?"
vroeg ik.
„Voldoende, voldoende. Wel, laat ik
zeggen een acht. En ieder die niet
Hij begon voor den zooveelsten keer zijn
paedagogisch systeem uiteen te zetten. En
omdat ik daarvan almeer dan genoeg ge
hoord had, zette ik de radio aan. Heel toe
vallig speelden ze juist: „Frage nicht
warum!"
IET WEERPROFEETJE.
Oneerlijke concurrentie in Alphen.
D polltie-rechter te Den Haag heeft
den opticien L. M. te Alphen, veroordeeld
tot f. 50 boete subs. 25 dagen wegens
oneerlijke mededinging, van welk vonnis
M. heden in hooger beroep terecht stond.
Verdachte heeft in „De Rijnbode" en
andere te Alphen verschijnende bladen
annonces geplaatst, waarin o.a. stond,
dat de Duitsche firma L., ter gelegenheid
van haar 100-jarig jubileum, aan koopers
van M. bij aankoop van f. 2.50 een baro
meter cadeau kregen. Toen later bleek
dat in plaats van een barometer een
plaatje voorstellend een weerprofeetje,
werd verstrekt, dienden eenige concur
renten ter plaatse een aanklacht tegen
M. in.
Een getuige verklaarde, dat door de
misleidende voorstelling in de adverten
tie eenige van zijn klanten naar M. over
gingen.
Van de overige gehoorde getuigen bleek
er een ernstig teleurgesteld, vier anderen
daarentegen waren erg in hun schik met
het „cadeau", dat zij den naam van baro
meter waardig keurden.
De procureur-generaal was van mee
ning, dat verdachte den indruk vestig
de, dat de klanten „een barometer" en
geen „weerkaart] es" zouden ontvangen.
De jubileerende firma's in de adverten
ties genoemd bleken niet te bestaan. Door
deze valsche voorstelling zijn tijdens de
St. Nicolaasdrukte de concurrenten bena
deeld. Spr. vraagt bevestiging van het
vonnis.
Mr. H. Parfumeur, verd. verdedigend,
wees op den concurrentiestrijd te Alphen,
In het door M. in de advertentie voorge
stelde, ziet pleiter geen oneerlijke mede
dinging, hoogstens overdreven reclame,
waarvan spr. meerdere voorbeelden aan
haalt. Uit het getuigenverhoor bleek dat
velen zich niet bedrogen gevoelen. Spr.
concludeert tot vrijspraak, en vraagt bij
mogelijke veroordeeling motiveering van
het vonnis.
Arrest 17 Juni.
|G»utoriseerde vert. uit het Engelsch van
I' S. FLETCHER door Jhr. C. A. L. v. d. W.
(Nadruk verboden).
- U zult zich verschillende menschen
-n hier ook wel herinneren, merkte ik
[9. en wie zal zich u nog herinneren?
Niet na al die jaren! antwoordde hij
;»f. En onder ons gezegd. Holt, heb ik
;-tn behoefte om mij de menschen hier
[^Herinneren, noch minder dat iemand
-fr zich mijner herinnert. Wij zijn niets
I wders dan vreemdelingen touristen
c-f hier rondzwerven, de bezienswaardig-
Jsden afloopen en hier in de eenzaam-
.4 eenigen tijd wenschen door te bren-
Dat is onze bedoeling, niet waar?
Zoo is het, zeide ik. Ik begrijp u vol
umen.
,,Wi wees veelbetetkenend naar den
«lutfeur. Hij heeft geen flauw idee,
41 ik ooit hier geweest ben. Ik heb met
niet gesproken Die kerels hebben
j"M de eigenaardigheid met het hotel-
Ksoneel te spreken over hun meesters,
I 'e en ik wensch niet anders dan
,!1 "ïen mij hier voor een vreemdeling
«uiet.
Jk verbaasde mij er over, dat hij zoo ge-
1 4®zinnig was
"zn nabij gezien was de herberg een
Boot en regelmatig gebouw van grijze
«ten en eenvoudige architectuur, met
jhjnaast een groote stal, welke deed
I ;®ten aan den vroegeren tijd van dili-
en reiskoetsen. Op geringen af-
achter de herberg was de groote
'36 in Oostelijke en Westelijke richting
«sneden door een breeden weg, wit
blinkend in het licht van de namid
dagzon.
Dat is de weg naar Schotland, merkte
de heer Mazaroff op. Vele duizenden
zelfs tienduizenden menschen en koeien
hebben over dien weg geloopen en dat
gebeurt nog steeds en om die reden werd
deze herberg hier gebouwd. We zijn aan
gekomen en het zal mij benieuwen wie
nu hier woont. Wat staat er op dat uit
hangbord?
Boven de open voordeur was een uit
hangbord aangebracht, door den tijd
verbleekt, waarop een houtsnip, vliegend
over een heidelandschap, was te herken
nen. Daar onder was in vergulde letters
te lezen: Herberg De Houtsnip, eigenaar
James Musgrave.
Toen ik den laatsten keer hier ver
toefde, was zij het eigendom van Har
neshaws mompelde mijn metgezel Zij
zijn allen zeker overleden. Die man zal
zeker Musgrave zijn.
Er verscheen een man in de deur. Het
was iemand van middelbaren leeftijd, iki
sportkleeding, met een aangenaam uiter
lijk en, hetzij wij hem hadden gestoord In
zijn middagslaapje, hetzij hij langzaam
van aard was, in ieder geval zag hij er
slaperig uit en was hij traag in zijn be
wegingen. Achter hem aan kwam een
vrouw, met een intelligent gezicht, keu
rig en netjes in haar kleeding en blijk
baar een flinke vrouw. Zij liep den man
voorbij en was het eerst bij onzen wagen.
Zij voerde het woord.
Goedendag, juffrouw, zeide mijnheer
Mazaroff. U is zeker de herbergierster?
en dat is zeker uw man? Welnu, wij
denken er over onze reis hier voor een
paar dagen af te breken. Heeft u kamers
voor ons?
Zeer zeker, mijnheer! antwoordde de
vrouw, terwijl zij den wagen en de inzit
tenden terdege opnam. Wij hebben zeer
goede kamers, mijnheer er komen her
haaldelijk toeristen bij ons.
Zijn uwe bedden goed? vroeg mijn
heer Mazaroff.
Onze bedden zijn uitstekend, ze wor
den steeds extra gelucht in het reissei-
zoen. Wij krijgen veel bezoek van dames
en heeren met auto's en wij zijn daarop
ingericht. Indien u wilt binnenkomen,
mijnheer.
En is uw tafel goed? vroeg mijnheer
Mazaroff. Deze Noordelijke lucht maakt
een mensch hongerig, weet u, en u woont
hier ver van een markt. Wat kunt u ons
te eten geven?
Ook wat dat betreft stelde zij hem ge
rust, uit de vlugge wijze waarop zij haar
provisiekamer opnoemde bleek wel dat
wij niet te klagen zouden hebben en dat
de wijnkelder even goed gevuld was als
de provisiekamer.
Dan zal het wel gaan, juffrouw,
zeide mijnheer Mazaroff. Uw man wil
mijn chauffeur de garage wel wijzen en
wilt u onze bagage binnen laten bren
gen? U heeft hier een prachtig uitzicht
en de lucht is hier heerlijk, vervolgde hij,
terwijl hij uit den wagen stapte, en een
flink huis, dat is zeker!
Ik hoop dat alles naar uw zin zal
zijn, mijnheer, zeide de herbergierster,
terwijl zij ons binnen leidde. Wij hebben
hier gasten gehad, die het jammer von
den om te vertrekken. Daar is een zit
kamer, mijnheer, die geheel tot uw be
schikking staat.
Zij bracht ons in een ouderwetsch ge
meubelde kamer met hooge, smalle ra
men, die uitzicht gaven op de heide en
de heuvels Mijnheer Mazaroff knorde
tevreden.
Dat lijkt mij, zeide hij. Reserveer
deze kamer voor ons zoolang wij hier blij
ven. Holt! riep hij uit, nadat hij met
de herbergierster had beraadslaagd over
ons avondeten en zij ons had verlaten, dit
bevalt mij, je krijgt in die groote, mo
derne hotels nooit die gemakken als in
een ouderwetsche Engelsche herbefg!
Naar zoo'n plekje heb ik herhaaldelijk
verlangd als lk in plaatsen was, waar
geen muur eenige schaduw aanbood en
geen boom om daaronder beschutting te
zoeken; dit is een koel, rustig plekje,
v/aar de tijd schijnt stil te staan. Dat be
valt mij. Holt wij zullen een whisky-
soda nemen en voor ons diner een eindje
rondloopen.
Op onze pandeling bleek mij al heel
spoedig, dat Mazaroff even goed bekend
was met deze herberg, als de tegenwoor
dige bewoners. Alhoewel hij daarover
geen woord uitte, indien Musgrave of
een van zijn menschen in de nabijheid
was, kenmerkte ik dat hij elke steen van
de gebouwen zoowel als elk plekje
daar omheen kende; zoo nu en dan uitte
hij een herinnering of fluisterde dat er
iets was bijgekomen of verdwenen. Er
was een ommuurde tuin ter zijde van het
huis, hij liep daarlangs met de vertrouwd
heid van iemand, die zich daar thuis
voelde. Toen wij den tuin uitliepen, ont
moetten wij Musgrave met een mand ap
pels in de hand; Mazaroff ging naar hem
toe en wees naar een vierkante inzinking
in het midden van het veld.
Het lijkt mij, merkte hij op, alsof
daar in vroeger dagen een kuil voor
hanengevechten is geweest.
Musgrave knikte en zijn gewoonlijk
slaperige oogen toonden eenige belang
stelling.
Dat is waar, mijnheer! Die is er ge
weest, natuurlijk lang voor mijn tijd. Ik
heb daarover wel eens hooren spreken
door oudere menschen. Dat vierkant, daar
midden in het veld, daar was het. Zij
hielden daar hanengevechten, Zondags
middags, mijnheer; de heeren kwamen
van wijd en zijd en brachten hun bees
ten mee en die vochten daar, terwijl de
eigenaars er rondom heen zaten op ban
ken en weddenschappen aangingen. Ik
heb een of twee oudjes gekend, die zich
dat wisten te herinneren, maar zij zijn
overleden.
Goede oude tijd! mompelde Maza
roff, ofslechte oude tijd!
Eerder slecht dan goed zou ik den
ken, mijnheer, antwoordde de herbergier.
Ik heb begrepen, dat het in die da
gen hier een rare boel was. Het is nu in
ieder geval heel rustig, merkte Mazaroff
op Nietwaar?
Zoo nu en dan hebben wij het erg
druk, mijnheer. Vanmorgen kwamen hier
heel wat klanten. En die hoofdweg daar
wordt nog altijd veel gebruikt door de
veedrijvers het zal op dien weg mor
gen een heele drukte zijn, want den dag
daarop is er jaarmarkt in Cloughtwaite
en dan komt hier heel wat volk voorbij.
Wy waren, terwijl Mazaroff en de her
bergier samen praatten, aan het hek van
den tifln gekomen en toen Musgrave op
het punt stond dat te openen, zagen wij
twee dames aankomen. Musgrave groette
Zagen wij twee dames aankomen.
toen zij in onze richting keken; zij knik
ten beiden vriendelijk terug. Mijn oog
viel voornamelijk op een van hen, een
meisje van ongeveer twintig jaren, met
bruin haar en frissche gelaatskleur, slank
en bevallig in haar landelijke kleeding en
opvallend knap, zooals ik met een oog
opslag zag; de andere was een groote,
knappe vrouw van middelbaren leeftijd,
met een eenigszins strenge en koude uit
drukking op haar gezicht Hun kleeding
en hun houding deden zien, dat zij da
mes van aanzien waren; een half dozijn
honden van verschillend ras sprongen
vroolijk met hen mede.
.(Wordt vervolgd).