-RAD/ON* HET VERRASSENDE NIEUWE WASCHMIDDEL - REINIGT ALS ZON EN FR/SSGHE BUITENLUCHT. /ïnymu Mite Jaargang1 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 4 Juni 1931 Derde Blad No. 21842 GEMEENTEZAKEN. pBI EMFNTAiR OVERZICHT KERK- EN SCH00LNIEUWS. RECHTZAKEN. FEUILLETON. De Blauwe Diamanten ran Mijnheer Merchison verkoop grond. raadsbesluit van 6 Mei 1929 werd |i°J J' Valk,fnburS tegen den prijs B iJ'rêrlïngde van de Johan de Wittstr., 115 per M2. verkocht een perceel Ltji'.errein nabij de Leidsche Hout, aan vjt pl.ni. 540 M2. r Tians is van den heer Valkenburg een .«ïrraa? ingekomen, om de strook grond it breedte van 4 Meter en ter opper- ït.pf van pi m. 128 M2„ grenzende aan |h? >orenbedoelde bouwterrein, te mogen Kiepen, teneinde deze strook bij zijn tuin i voegen. Bij inwilliging van het verzoek zal het L. Beschikbaar blijvende bouwterrein Krhen den Warmonderweg en de Johan 11, wittstraat gelegenheid bieden voor Uai bouw van één dubbele en twee en- V't villa's, tegen welke verkaveling noch (je Commissie van Fabricage, noch bij ;n W. bedenkingen bestaan. |K prijs van den 6rond ware ook thans is per M2. te stellen. DE LICHTFABRIEKEN. Zich vereenigende met een voorstel van camissarissen der Stedelijke Fabrieken i Gas en Electriciteit geven B. en W. 1 overweging: |i goed te keuren, dat over het jaar li?) wegens normale uitbreidingen der Esfabriek f 68.500 is besteed; |i door vaststelling van den overgeleg- begrootingsstaat, model D. dienst in totaal een bedrag van 1.700.000 fchikbaar te stellen, waarvan: fo f.271.500 ten behoeve van de nor- \.t uitbreidingen van de Electrieiteits- Hek in 1930; |si f.75 000 ten behoeve van de uit- iding van het kabelnet in Hazers- ade; |!o f. 87.500 ten behoeve van de uitbrei- van het kabelnet in Benthuizen; Po f. 266.000 ten behoeve van de vesti- j van een onderstatjon c.a. van de Ütriciteitsfabriek aan de Cobetstraat; [t het sub b genoemde bedrag van |mcOO voor de daarbij aangegeven hleinden aan de Electriciteitsfabriek als tpitaal te verstrekken met bepaling, dat ri dit kapitaal jaarlijks 5 pet. zal wor- i afgelost. HOOGING BOUWVOORSCHOTTEN. Bij raadsbesluit van 7 Juli 1930 werd de woningbouwvereeniging „Ons ig" voor den bouw van 28 woningen bden aankoop van den daarvoor benoo rden grond ten noorden van den Mare- Dgel, overeenkomstig de bepalingen van i Woningwet, een bouwvoorschot van hoogste f. 88.600 en een grondvoor- Ichot van ten hoogste f25.200 in uitzicht csteld. |81j de op 15 Mei j.l. gehouden aanbe- dlng van den bouw werd het laagst beschreven door de firma C. v. d. Lelie f A. Kantebeen, alhier, voor f. 85.367. In bedrag is f. 2000 begrepen voor grond- sten, die ten laste van het grondvoor- :ot komen; daarentegen zijn de kosten de besteding, welke op f. 250 worden raamd, buiten het bestek gehouden en bhalve niet in de aannemingssom (gepen. [Aan de hand van deze cijfers moet het «wvoorschot op f. 91.200 en het grond- korschot op f. 27.200 worden gesteld, het- fen een verhooging beteekent van resp. [1600 en f. 2000. [Deze verhooging is in hoofdzaak een oolg van de omstandigheid, dat evenals tor het aangrenzend terrein van de hieeniging „de Goede Woning" een paal- ■mdeering moet worden gemaakt, waarop linvankelijk niet was gerekend. I Tegen de verhooging bestaat bij B. en geen bezwaar. TWEEDE KAMER. MOTIE-VOS. Aan het begin dezer vergadering werd MOTIE van den heer FLORIS VOS, J.itsprekend de wenschelijkheid van de in- ■wning van een wetsontwerp tot vrijstel- ■»ng van registratie-recht van akten van RECLAME. 7544 N.V. DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ.VLAARDINGEN overdracht van landelijke eigendommen aan pachters, met 48 tegen 25 stemmen aangenomen. DRANKWET. De eindstemming over het wetsontwerp houdende wijziging der Drankwet, werd verbolgens bepaald op Woensdag 10 Juni. INTERPELLATIE. De heer Oud vroeg vervolgens verlof om tot den Minister van Binnenlandsche Zaken eenige vragen te richten met be trekking tot de uitvoering der Tarwewet. Hierover zal Donderdag worden beslist. REGELING GELDSCHIETERSBEDRIJF. Hierna werd voortgegaan met de behan deling van het ontwerp-Van den Bergh inzake regeling van het geldschietersbe- drijf. De heer Van den Bergh verdedigde zijn wetsvoorstel. Hij wees nog eens op den grooten omvang van 't kwaad. Dit kwaad wordt in de Kamer algemeen erkend. Men verschilt alleen over de .vraag: hoe is het euvel te bestrijden? Voor die bestrijding is het Duitsche stelsel niet voldoende en daarom koos spr. het Engelsch-Ameri- kaansche stelsel, de aanwending van pre ventieve middelen. Met name voör het volkscrediet-wezen is dit stelsel gewenscht Hierdoor kunnen al dadelijk een aantal ongunstig bekend staande individuen ge weerd worden, want zij zullen geen ver gunning krijgen. Verder wordt goede con trole van de Overheid mogelijk. Vervol gens wordt het bedrijf aan allerlei voor waarden gebonden. En eindelijk wordt door de mogelijkheid tot intrekking der vergunning een prikkel tegen misbrui ken geschapen. De afgevaardigde heeft deze vier voor deden nader in het licht gesteld. Hij ontkende dat deze regeling is „een sanctioneering van de zonde", een uitlok king tot leenen. De vergunning beteekent alleen dat een bedrijf, aldus geregeld en gecontroleerd, niet maatschappelijk on toelaatbaar ls. Iedereen kan in de nood zakelijkheid komen om te leenen. Van daar dan ook het werk van den woekeraar. Er moet een gelegenheid zijn om aan de werkelijke leen-behoeften te voldoen Het leenbedrijf, aldus geregeld, is niet ontoe laatbaar. maar ontoelaatbaar is het. woe- ker-bedrijf. En zal de toestand verbeteren indien dit ontwerp wordt afgestemd0 vroeg de heer Van der Bergh. Hij zette uiteen dat de bedoeling van het ontwerp is de leen-ziekte, het leen- maar-raak-systeem. te bestrijden, en de geldschieters te dwingen alleen de nor male risico's te aanvaarden Inzake het voorop-stellen van de ge meentelijke instelling hebben de voorstel lers gemeend de Pandhuiswet te moeten volgen. Hierna maakte de afgevaardigde enkele opmerkingen over den inhoud van den te verwachten bestuursmaatregel, in verband met de vast te stellen maximum-rente. Dat veel aan dien maatregel is overge laten spruit hieruit voort, dat dit alles ty pische uitvoerings-maatregelen betreft. Doch het beginsel ligt vast in de wet. De rente zal voor leeningen van f100 a f. 200 boven de 12 doch ver beneden de 48 zijn. De afgevaardigde deed een beroep op de Kamer, om het ontwerp te aanvaarden. Daardoor zal aan veel menschelijk leed, door woeker ontstaan, een eind komen. Bij de replieken handhaafde de heer Snoeck Henkemans zijn bezwaren, omdat hij vreesde dat de mogelijkheid tot oprich ting van gemeente-banken als een soort uitnoodiging zal worden beschouwd om daartoe over te gaan, waardoor het leenen zal toenemen. De heer De Wilde echter, hoewel ook enkele bezwaren handhavend, verklaarde voor het ontwerp te zullen stemmen. Daarentegen bleek ook de heer dr. Vos nog niet tot voorstander bekeerd! Art. 1 van het ontwerp luidt: „Het is verboden het beroep of bedrijf van geldschieter uit te oefenen, behoudens in een gemeentelijke of in een toegelaten particuliere geldschietbank." Hierop verdedigde de heer Snoeck Hen kemans een amendement, om te doen vervallen de woorden „in een gemeente lijke of", m.a.w. om het wetsontwerp al leen betrekking te doen hebben op het particuliere geldschieters-bedrijf De heer Vos verdedigde, op art. 2 een amendement, oni als geldschieters in den zin der wet ook niet te beschouwen in stellingen, voorkomende op de lijst, be doeld in art. 3 der Armenwet. Dit laatste amendement werd door den heer Van den Bergh overgenomen, doch het amendement-Snoeck bestreed hij, om dat dan de gemeenten volkomen vrij zou den blijven, wat juist niet wenschelijk is. Hierna trok de heer Snoeck Henkemans zijn amendement in. Op een volgend artikel nam de heer Van den Bergh een amendement-Vos over, bepalend, dat niet alleen de ophef fing. maar ook de oprichting van een ge meentelijke geldschietbank de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zal behoeden. Eveneens wordt overgenomen een amen dement-Van Poll, voorschrijvend, dat van gemeentelijke banken niet van de winst, maar van de bedrijfs-overschotten de be stemming moet worden geregeld, en een amendement-Van Poll, bepalend dat de toelating van een bank wordt geweigerd indien in' de localiteiten eenig ander, niet- aanverwant bedrijf wordt uitgeoefend. Evenzeer wordt overgenomen een amen- deinent-Van Rappard, om uit de wet te lichten de verplichting om in het register van de geldschietbank ook op te nemen het uur van de leening. Op het eind van den middag verdedigde de heer Knottenbelt een amendement be palend. dat de vergunning kan worden in getrokken, indien binnen 5 jaar voor de tweede maal de houder der bank is ver oordeeld wegens overtreding van een der bepalingen van de wet. Het ontwerp wil reeds intrekken van de vergunning moge lijk maken indien binnen 5 jaar na een waarschuwing de wet wordt overtreden. Tegen dit amendement hebben de hee- ren Van den Bergh en Vliegen bezwaren ontwikkeld. NED. HERV. KERK. Beroepen: te Dantumawoude (toez.). P. Hakkesteegt. cand te Hoornaar. Aangenomen: naar Hooge Zwaluwe A. de Bruijn, cand. te 's Gravenhage; naar Steenbergen J. K. van den Brink te West- zaan. (verb, ber.l. DOOPSGEZINDB GEMEENTE. Beroepen: te Baarn (voor hulpdiensten) dr. T. O. Hylkema te Amersfoort. GEREF. KERKEN. Bedankt: voor Klundert J. H. Meynen te Zalk en Veecaten. Donderdag voortzetting. HAGENAAR. CIJFERS. Een 5 is niet langer een 5. Een medewerker schrijft aan de N.R.Ct.: Het is geen wonder, dat in deze malaise- tijden, nu alles zakt, ook de cijfers aan waarde verliezen. Zoo ls mij door uitvoe rige uiteenzettingen van mijn dochter gebleken, dat een 5 niet langer een 5 is, of liever, dat wat vroeger een 5 was, nu een 6 ls, of nog beter, dat de 5 thans aanduidt bijna voldoende, terwijl hij vroe ger even voldoende kwalificeerde. Als je vroeger vijf vijven op je rapport had, ging je nog over, nu blijf Je zitten. „Wat drommel", zei ik tot mijn vriend Zifter, leeraar ln de wiskunde, „als je dan vroeger een 5 gaf, dan geef je nu een 6". „Dat kan niet," antwoordde hij, „een vijf is een vijf en geen zes." „Maar die nieuwe vijf is toch lager dan de oude vijf?" „Zeker, maar de zes is nog hétzelfde gebleven." „Ik begrijp er niets van," zei lk. Hij ging het me uitleggen. Na een kwartier duizelde het me. Het schijnt, dat het wel en wee van ons Nederlandsche volk afhangt van schoolcijfers en dat er een hemelsbreed verschil is tusschen bijna voldoende en even voldoende. Zoo had ik vroeger een leeraar, die mij dikwijls ver blijdde met min 6'/i plus. Het maakte den indruk van ontzettende soliditeit, maar wij, jongens, wisten maar al te goed, dat bet uiterlijk vertoon was. „Al dat gesol met die cijfers is maar larie. Het gaat er mee als met de phlloso- phische eieren." Hij keek me vragend aan. In mijn ge dachten taxeerde ik zijn kennis van Ne derlandsche letterkunde op min 4V». „Maar vertel me eens, amice, wanneer geven jullie aan een leerling een 10?" Hij schrok, alsof ik een diep mysterie rauwelijks onthulde. Elk vak heeft nu een maal zijn beroepsgeheimen en ik begreep dat een 10 daartoe behoorde. „Het cijfergeven is een moeilijke zaak", zuchtte hij. „Wil je wel gelooven, dat het sommigen van ons slapelooze nachten be zorgt?" 's Avonds, toen mijn zwager ons kwam opzoeken, hadden we het weer over die vijf. Ik probeerde hem uit te leggen, wat het „probleem" was. „Allemaal gekheid," zei hij. „Als ik leer aar was, begon ik ze allemaal een nul te geven en dan moesten ze meur werken tot ze voldoende hadden. Jullie, ouders, zijn veel te sentimenteel". „Maar wat noem je nu voldoende?" vroeg ik. „Voldoende, voldoende. Wel, laat ik zeggen een acht. En ieder die niet Hij begon voor den zooveelsten keer zijn paedagogisch systeem uiteen te zetten. En omdat ik daarvan almeer dan genoeg ge hoord had, zette ik de radio aan. Heel toe vallig speelden ze juist: „Frage nicht warum!" IET WEERPROFEETJE. Oneerlijke concurrentie in Alphen. D polltie-rechter te Den Haag heeft den opticien L. M. te Alphen, veroordeeld tot f. 50 boete subs. 25 dagen wegens oneerlijke mededinging, van welk vonnis M. heden in hooger beroep terecht stond. Verdachte heeft in „De Rijnbode" en andere te Alphen verschijnende bladen annonces geplaatst, waarin o.a. stond, dat de Duitsche firma L., ter gelegenheid van haar 100-jarig jubileum, aan koopers van M. bij aankoop van f. 2.50 een baro meter cadeau kregen. Toen later bleek dat in plaats van een barometer een plaatje voorstellend een weerprofeetje, werd verstrekt, dienden eenige concur renten ter plaatse een aanklacht tegen M. in. Een getuige verklaarde, dat door de misleidende voorstelling in de adverten tie eenige van zijn klanten naar M. over gingen. Van de overige gehoorde getuigen bleek er een ernstig teleurgesteld, vier anderen daarentegen waren erg in hun schik met het „cadeau", dat zij den naam van baro meter waardig keurden. De procureur-generaal was van mee ning, dat verdachte den indruk vestig de, dat de klanten „een barometer" en geen „weerkaart] es" zouden ontvangen. De jubileerende firma's in de adverten ties genoemd bleken niet te bestaan. Door deze valsche voorstelling zijn tijdens de St. Nicolaasdrukte de concurrenten bena deeld. Spr. vraagt bevestiging van het vonnis. Mr. H. Parfumeur, verd. verdedigend, wees op den concurrentiestrijd te Alphen, In het door M. in de advertentie voorge stelde, ziet pleiter geen oneerlijke mede dinging, hoogstens overdreven reclame, waarvan spr. meerdere voorbeelden aan haalt. Uit het getuigenverhoor bleek dat velen zich niet bedrogen gevoelen. Spr. concludeert tot vrijspraak, en vraagt bij mogelijke veroordeeling motiveering van het vonnis. Arrest 17 Juni. |G»utoriseerde vert. uit het Engelsch van I' S. FLETCHER door Jhr. C. A. L. v. d. W. (Nadruk verboden). - U zult zich verschillende menschen -n hier ook wel herinneren, merkte ik [9. en wie zal zich u nog herinneren? Niet na al die jaren! antwoordde hij ;»f. En onder ons gezegd. Holt, heb ik ;-tn behoefte om mij de menschen hier [^Herinneren, noch minder dat iemand -fr zich mijner herinnert. Wij zijn niets I wders dan vreemdelingen touristen c-f hier rondzwerven, de bezienswaardig- Jsden afloopen en hier in de eenzaam- .4 eenigen tijd wenschen door te bren- Dat is onze bedoeling, niet waar? Zoo is het, zeide ik. Ik begrijp u vol umen. ,,Wi wees veelbetetkenend naar den «lutfeur. Hij heeft geen flauw idee, 41 ik ooit hier geweest ben. Ik heb met niet gesproken Die kerels hebben j"M de eigenaardigheid met het hotel- Ksoneel te spreken over hun meesters, I 'e en ik wensch niet anders dan ,!1 "ïen mij hier voor een vreemdeling «uiet. Jk verbaasde mij er over, dat hij zoo ge- 1 4®zinnig was "zn nabij gezien was de herberg een Boot en regelmatig gebouw van grijze «ten en eenvoudige architectuur, met jhjnaast een groote stal, welke deed I ;®ten aan den vroegeren tijd van dili- en reiskoetsen. Op geringen af- achter de herberg was de groote '36 in Oostelijke en Westelijke richting «sneden door een breeden weg, wit blinkend in het licht van de namid dagzon. Dat is de weg naar Schotland, merkte de heer Mazaroff op. Vele duizenden zelfs tienduizenden menschen en koeien hebben over dien weg geloopen en dat gebeurt nog steeds en om die reden werd deze herberg hier gebouwd. We zijn aan gekomen en het zal mij benieuwen wie nu hier woont. Wat staat er op dat uit hangbord? Boven de open voordeur was een uit hangbord aangebracht, door den tijd verbleekt, waarop een houtsnip, vliegend over een heidelandschap, was te herken nen. Daar onder was in vergulde letters te lezen: Herberg De Houtsnip, eigenaar James Musgrave. Toen ik den laatsten keer hier ver toefde, was zij het eigendom van Har neshaws mompelde mijn metgezel Zij zijn allen zeker overleden. Die man zal zeker Musgrave zijn. Er verscheen een man in de deur. Het was iemand van middelbaren leeftijd, iki sportkleeding, met een aangenaam uiter lijk en, hetzij wij hem hadden gestoord In zijn middagslaapje, hetzij hij langzaam van aard was, in ieder geval zag hij er slaperig uit en was hij traag in zijn be wegingen. Achter hem aan kwam een vrouw, met een intelligent gezicht, keu rig en netjes in haar kleeding en blijk baar een flinke vrouw. Zij liep den man voorbij en was het eerst bij onzen wagen. Zij voerde het woord. Goedendag, juffrouw, zeide mijnheer Mazaroff. U is zeker de herbergierster? en dat is zeker uw man? Welnu, wij denken er over onze reis hier voor een paar dagen af te breken. Heeft u kamers voor ons? Zeer zeker, mijnheer! antwoordde de vrouw, terwijl zij den wagen en de inzit tenden terdege opnam. Wij hebben zeer goede kamers, mijnheer er komen her haaldelijk toeristen bij ons. Zijn uwe bedden goed? vroeg mijn heer Mazaroff. Onze bedden zijn uitstekend, ze wor den steeds extra gelucht in het reissei- zoen. Wij krijgen veel bezoek van dames en heeren met auto's en wij zijn daarop ingericht. Indien u wilt binnenkomen, mijnheer. En is uw tafel goed? vroeg mijnheer Mazaroff. Deze Noordelijke lucht maakt een mensch hongerig, weet u, en u woont hier ver van een markt. Wat kunt u ons te eten geven? Ook wat dat betreft stelde zij hem ge rust, uit de vlugge wijze waarop zij haar provisiekamer opnoemde bleek wel dat wij niet te klagen zouden hebben en dat de wijnkelder even goed gevuld was als de provisiekamer. Dan zal het wel gaan, juffrouw, zeide mijnheer Mazaroff. Uw man wil mijn chauffeur de garage wel wijzen en wilt u onze bagage binnen laten bren gen? U heeft hier een prachtig uitzicht en de lucht is hier heerlijk, vervolgde hij, terwijl hij uit den wagen stapte, en een flink huis, dat is zeker! Ik hoop dat alles naar uw zin zal zijn, mijnheer, zeide de herbergierster, terwijl zij ons binnen leidde. Wij hebben hier gasten gehad, die het jammer von den om te vertrekken. Daar is een zit kamer, mijnheer, die geheel tot uw be schikking staat. Zij bracht ons in een ouderwetsch ge meubelde kamer met hooge, smalle ra men, die uitzicht gaven op de heide en de heuvels Mijnheer Mazaroff knorde tevreden. Dat lijkt mij, zeide hij. Reserveer deze kamer voor ons zoolang wij hier blij ven. Holt! riep hij uit, nadat hij met de herbergierster had beraadslaagd over ons avondeten en zij ons had verlaten, dit bevalt mij, je krijgt in die groote, mo derne hotels nooit die gemakken als in een ouderwetsche Engelsche herbefg! Naar zoo'n plekje heb ik herhaaldelijk verlangd als lk in plaatsen was, waar geen muur eenige schaduw aanbood en geen boom om daaronder beschutting te zoeken; dit is een koel, rustig plekje, v/aar de tijd schijnt stil te staan. Dat be valt mij. Holt wij zullen een whisky- soda nemen en voor ons diner een eindje rondloopen. Op onze pandeling bleek mij al heel spoedig, dat Mazaroff even goed bekend was met deze herberg, als de tegenwoor dige bewoners. Alhoewel hij daarover geen woord uitte, indien Musgrave of een van zijn menschen in de nabijheid was, kenmerkte ik dat hij elke steen van de gebouwen zoowel als elk plekje daar omheen kende; zoo nu en dan uitte hij een herinnering of fluisterde dat er iets was bijgekomen of verdwenen. Er was een ommuurde tuin ter zijde van het huis, hij liep daarlangs met de vertrouwd heid van iemand, die zich daar thuis voelde. Toen wij den tuin uitliepen, ont moetten wij Musgrave met een mand ap pels in de hand; Mazaroff ging naar hem toe en wees naar een vierkante inzinking in het midden van het veld. Het lijkt mij, merkte hij op, alsof daar in vroeger dagen een kuil voor hanengevechten is geweest. Musgrave knikte en zijn gewoonlijk slaperige oogen toonden eenige belang stelling. Dat is waar, mijnheer! Die is er ge weest, natuurlijk lang voor mijn tijd. Ik heb daarover wel eens hooren spreken door oudere menschen. Dat vierkant, daar midden in het veld, daar was het. Zij hielden daar hanengevechten, Zondags middags, mijnheer; de heeren kwamen van wijd en zijd en brachten hun bees ten mee en die vochten daar, terwijl de eigenaars er rondom heen zaten op ban ken en weddenschappen aangingen. Ik heb een of twee oudjes gekend, die zich dat wisten te herinneren, maar zij zijn overleden. Goede oude tijd! mompelde Maza roff, ofslechte oude tijd! Eerder slecht dan goed zou ik den ken, mijnheer, antwoordde de herbergier. Ik heb begrepen, dat het in die da gen hier een rare boel was. Het is nu in ieder geval heel rustig, merkte Mazaroff op Nietwaar? Zoo nu en dan hebben wij het erg druk, mijnheer. Vanmorgen kwamen hier heel wat klanten. En die hoofdweg daar wordt nog altijd veel gebruikt door de veedrijvers het zal op dien weg mor gen een heele drukte zijn, want den dag daarop is er jaarmarkt in Cloughtwaite en dan komt hier heel wat volk voorbij. Wy waren, terwijl Mazaroff en de her bergier samen praatten, aan het hek van den tifln gekomen en toen Musgrave op het punt stond dat te openen, zagen wij twee dames aankomen. Musgrave groette Zagen wij twee dames aankomen. toen zij in onze richting keken; zij knik ten beiden vriendelijk terug. Mijn oog viel voornamelijk op een van hen, een meisje van ongeveer twintig jaren, met bruin haar en frissche gelaatskleur, slank en bevallig in haar landelijke kleeding en opvallend knap, zooals ik met een oog opslag zag; de andere was een groote, knappe vrouw van middelbaren leeftijd, met een eenigszins strenge en koude uit drukking op haar gezicht Hun kleeding en hun houding deden zien, dat zij da mes van aanzien waren; een half dozijn honden van verschillend ras sprongen vroolijk met hen mede. .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9