MM jÊÏOCHT VAN PROF. PICCARD IE GEZONKEN SCHAT. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 28 Mei 1931 Derde Blad No. 21836 PARLEMENTAIR OVERZICHT BURG. STAND VAN LEIDEN bmrdert vlug,gerieflijk rei#en FEUILLETON. L Jaargang PICCARD EN Ir. KIPFER Lrmorgen om 6 uur werd de ballon tof. Piccard waargenorfien te Krum- |0m 1 uur verscheen de ballon boven >uren. Tusschen acht uur en half- boven Kempten, de hoofdstad tlgail. Hier steeg hij tot buitenge- hoogte, door deskundigen geschat ft» meter. Tusschen zeven en half- naar men aanneemt, de ballon drongen tot de stratosfeer, fmrt ging verder boven Memmingen, och, Ravensburg. De ballon ging fjmhoog door de wolkenlaag, naar jog ter hoogte van tien- a vijftlen- JM. Om 11 uur 50 min, in den mor- Ins de ballon niet te zien. Bazel werd omstreeks halféén bericht dat Piccard op 14.000 M. hoogte sde Bodensee had gezweefd. De bal- toen in Westelijke richting, i halfdrie gistermiddag werd de op buitengewoon groote hoogte in reek van Partenkirchen gemeld. Hij nu en dan achter cyrrhuswolkjes 2 en dreef in Westelijke richting. Kort ren, om 5 uur 10, was uit Schongen jd. dat de ballon op circa 4000 M. ben dit dorp in Opper-Beieren en immergau dreef over den Feisenberg. belde plaatsen uit was hij ijuidelijk n. Itwart voor zeven werd uit Murnau it, dat de ballon met een kijker op •i hoogte boven Herzogestand-Joch- uand (Zuidelijk van 't Kochelmeer) 3 werd. Er was vrijwel geen voort- In te bespeuren en de ballon scheen uitlagen zonder wind te zijn. Oarmisch meldde men om kwart leven, dat de ballon heel den afstand au.Garmisch Partenkirchen met zijn in 't zonlicht glinsterend omhulsel •lijk te zien was boven het Wetter - imassief. Hij was onderwijl zeer veel gekomen en scheen zich gereed te oom in den Werdenfelder ketel of in Inndal te dalen. De hoogte van den a werd toen op een 5000 M. geschat; de gondel, die in Murnau alleen met ijker te zien was, was nu duidelijk het bloote oog zichtbaar. De bevol- ;chonk maar weinig aandacht aan ballon en slechts op enkele punten men kleine groepen hem volgen. I het hotel Schneefernerhaus (Zug- t) werd getelefoneerd, dat de ballon daar sinds vijf uur duidelijk was waar te nemen. Hij dreef sinds dat uur nagenoeg onveranderd in de richting van het mid den van het Zugspitzplateau. Zijn plaats was waarschijnlijk in de richting van het Inndal of in die van het Etschdal. Garmisch meldde om 7 uur, dat de ballon nog steeds duidelijk zichtbaar was in den wolkenloozen hemel. Hij was onder wijl weer een duizend meter gedaald en stond waarschijnlijk nog 4000 M. hoog. Nog steeds was er geen enkele aanwijzing te bespeuren, dat een daling aanstaande was. De ballon scheen in de luchtlaag, waarin hij zweefde, sterke luchtstroomin- gen te hebben ontmoet, want de gondel slingerde voor het bloote oog duidelijk waarneembaar sterk heen en weer in de krachtige luchtstroomingen, welke den ballon bewogen. Innsbruck meldde te halfacht, dat de ballon boven Imst in 't dal van de Boven- Inn dreef in de richting van het Pitzdal en 't Oetzdal, beide rechter zijdalen der Inn. De hoogte, waarop de ballon gezien werd, werd op 5000 M. geschat. Te 7 uur 45 werd de ballon duidelijk waargenomen te Fussen in de Allgau. De ballon is het laatst gesignaleerd om 8 uur nabij Landeck in het dal van de Inn. De directie der Riedlinger Ballonfabriek, waar de Brusselsche universiteit gister middag al vijf maal telefonisch inlichtin gen had ingewonnen, meende naar een telegram van 7 uur meldde uit de om standigheid, dat de ballon de laatste drie uur slechts weinig van plaats veranderd is en op vrijwel dezelfde hoogte gebleven is, te moeten afleiden, dat hij in een koude luchtlaag is geraakt, welke een uitlaten van gas onmogelijk maakt. Piccard had niet alleen lucht in fles- schen, maar ook levensmiddelen voor minstens twee dagen aan boord. Professor Piccard had in zijn gondel van aluminium geen verwarmingsinstallatie aangebracht, hij wilde de zonnestraling voor verwarming gebruiken, zoodat het zonnige weer van gisteren hem wel goed te pas zal zijn gekomen. Uit München zijn 2 vliegers opgestegen om den ballon op te zoeken. Het wereldhoogterecord staat tot dusver op den ballon „Preussen", waarmede in 1901 de professoren Berson en Suehring 10.800 M. haalden. EERSTE KAMER. STEUN AAN DEN SUIKERBIETEN-BOUW. De Eerste Kamer heeft, gelijk gisteren nog gemeld, het wetsontwerp inzake het verleenen van steun aan de suikerbieten cultuur zonder hoofdelijk stemming aan genomen. Te voren had de heer v. d. Bergh er nog eens bij de Regeering op aangedron gen, dat zij het houden van een nieuwe suiker-conventie zou bevorderen, maar Minister Ruys de Beerenbrouck ging niet veel verder dan de toezegging, dat de Re geering ernstig zal letten op den inter nationalen toestand op suikergebied. INDISCHE BEGROOTING. Hierna begonnen de beraadslagingen over de Indische begrooting. Eerste spreker daarbij was de heer Brict, die betoogde dat het zwaartepunt der be- grootingsbehandeling in Nederland dient te blijven, omdat hier te lande tenslotte toch ook de verantwoordelijkheid blijft voor het koloniaal beleid. Voorts wees hij op het groote belang van de positie van den Gouverneur-Generaal, met name ook in de tegenwoordige omstandigheden, en daarom moet men niet eischen, dat de landvoogd aan den leiband des Ministers zal loopen. En: daarna stelde de afgevaardigde de posi tieve vraag, of de heer Colijn is aange zocht voor het gouverneur-generaalschap. En zoo ja, waarom heeft hij dan een be noeming geweigerd? Hij zou de aller-beste zijn geweest. Heel Nederland wees hem aan. Is Colijn niet aangezocht aldus de heer Briét, dan zal de toch al geringe sympathie der anti-revolutionairen voor dit kabinet tot het aller-geringste mini mum dalen. De heer Mendels, die hierna sprak, zette als zijn meening uiteen, dat de reactie in Indië hoogtij viert; politiek, sociaal-eco nomisch en geestelijk. Onverbloemd en onbeschaamd. Waarom wordt er niet méér voor Indië geleend? vroeg hij. De afgevaardigde verklaarde ook te wil len bezuinigen. De vraag is echtermaar waarop. In geen geval op maatregelen die vitale belangen raken. Men moet de bezuiniging elders zoeken. Spr. wees op de hooge dividenden, die nog bij verschil lende maatschappijen worden uitgekeerd. Voorts zou men een vermogens-belasting kunnen invoeren. Vervolgens heeft hij critiek geoefend op het optreden tegen de inlandsche bewe ging en inzonderheid op het bekende vonnis van den Bandoergschen Landraad. Hij acht dit een beschamend stuk en zette breedvoerig uiteen waarom hij het von nis onjuist acht. Voorts heeft mr. Mendels de benoeming van den nieuwen landvoogd gecritiseerd. Een charmant man, maar van zijn regee- rings-capaciteiten heeft nog nooit iemand iets gemerkt. Men heeft hem als oud minister destijds opgevischt en in de olie gezet; een tactiek, die mr. Mendels in wezen corruptief noemde. Thans werd de commissaris van de Koninklijke van zijn zetel gehaald en gouverneur-generaal ge maakt. „Dit is een schandaal!", riep de heer Mendels uit, waarop de Voorzitter hem vroeg zich te matigen. „Dan noem ik het een totaal gebrek aan politieke gêne!" antwoordde de heer Mendels en hij ver volgde, dat in Frankrijk een minister, die een dergelijke benoeming aandurfde, ten val zou zijn gebracht. Maar bij ons durft men het! De wereldgeschiedenis echter zal zoo besloot mr. Mendels deze politiek van de regeerende klasse veroordeelen. De vergadering werd hierna verdaagd. RECLAME. 7053 GEBOREN: Jacobus Johannes, z. van P van Egmond en A. Gijsman Johanna Martina, d. van W. Vuurpijl en E. Devilee Rutger Jan, z. van R. van Straten en J. C. van Hooi donk Johanna Catharina, d. van W. J. Brakel en J. van Rosse Annie Sophia Ida Catha., d. v,an N. de Vogel en A. S. Overmeer Klaas Cornelis, z. van W. v. d. Beek en E. C. Peetoom Cornelis Gerrit, z. van L. C. Snel en A. van Houwe- lingen Catharina. d. van D Olivier en C. E. v. d. Wilk Paulus Johs. Maria, z. van J. C. v. d. Werf en J. M. Simons Corns. Maria, z. van J. C. v. d. Werf en J. M. Simons Hendrina Anna, d. van J. W. de Ren en J. P. Hemerik Willem Frederik, z. van P. Keijzer en W. v. d. Lelie Albertus, z. van P. Keijzer en W. v. d Lelie Dirk Cornelis, z. van N. Weeda en E. v. Nieuwenhuijzen Corne lia Johanna, d. van H. de Ligny en C. J. Kooreman Toos, d. van S. Boom en J. W. Vreugdenhil Willem, z. van A. Ie Maitre en E. Balk Bernardus, z. van P. de Haas en M. J. v. d. Putten Albertus, z. van A. Blok en J. van Es Margje, d. van A. J. Dekker en M. van Beek Rijmert, z. van J. M, de Ruyter en M. Peet Antonia Johanna, d. van A. E. C. Haazer en J. Chaudron Johanna Petra. d. van J. W. Lagerberg en P. J. Ooyendijk Bianca Johanna, d. van J. H. C. Horst- mann en E. v. Houten Maria Johanna, d. van P. J. Hansen en C. E. A. Muhl Johanna Hendrika, d. van B F. Rijsen- bach en M. C. Wolff Gezina Marga., d. van G. H. Rekers en E. C. Jasperse Franciscus Abraham, z. van IJ. v. d. Reijden en M. van Dissel Antonius, z. van A. Kroesemeyer en J. Rietkerken David, z. van P. J. Vijlbrief en J. E. Hol- verda Corns. Francs. Ants., z. van B. v. d. Hoek en J. J. Willebrand Hendrs. Johs. Maria, z. van J. T. Cornelissen en C. A. v. d. Hoeven Franciscus, z. van F. Pison en E. Knijff Hester, d. van S. v. Oosten en J. Blansjaar Herman, z. van C. de Ru en W. Retel Willem, z. van J. Kleer en M. Bonte Evert, z. van J. Rietbergen en W. Oudshoorn Johannes Petrus, z. van J. P. van Rooijen en A. W. Schenkeveld Hends. Johs. Hubs., z. van J. C. P. den Hollander en C. E. de Heiden. ONDERTROUWD. W. IJzerman jm. 25 j. en C. de la Rle jd. 24 j. G. Neuteboom jm. 25 j. en P. W. Pardon jd. 23 j. L. P. Hakkaart jm. 28 j. en H. C. Driessen jd. 26 j. W. v. d. Boo- gert jm. 26 j. en E. S. E. Frank jd. 24 j. J. Schouten jm. 23 j. en P. Kluivers jd. 19 j. H. A. M. Janssen jm. 29 j. en J. M. Breedeveld jd. 29 j. P. C. Christiaanse jm. 29 j. en C. C. Versteeg jd. 22 j. J. J. v. d. Weijden jm. 32 j. en J. M. Roelandse jd. 33 j. M. W. A. H. G. Raasveldt jm. 21 j. en G. Slnke jd. 22 j. J. v. Riet jm. 24 j. en L. Brocaar jd. 27 j. S. Carton jm. 25 j. en W. Schipaanboord jd. 24 j. H. v. Zandwijk jm. 26 j. en H. M. God- dijn jd. 24 j. W. T. Nieboer jm. 25 j. en C. Latei-veer jd. 26 j. GEHUWD. B. v. Leeuwen jm. en M. M. v. Ooster- houd, jd. P. T. W. L. Matla, jm. en J. Florisson, jd. K. Batelaan, jm. en W. Verhoogt, jd. G. W. Brands, jm. en J. Keijser, jd. G. v. Burik, jm. en J. de Jong, jd. W. Flippo, Jm. en J. W. Dui verman, jd. P. G. C. de Fuijk, jm. en F. J. v. Rosse, jd. W. de Groot, jm. en A. Becker, jd. J. v, d. Heijden, jm. en E. R. Blok, jd. N. Kwestro, wedr. en Z. Heinciijk, jd. K. C. Schinkel, jm. en C. J. Koning, jd. OVERLEDEN J. de Bruin wedr. 89 j. J. A. Verhagen zn. 21 mnd. N. Messemaker zn. 5 d. A, Durieux zn. 19 d. E. P. v. Veen man 23 j. J. E. Zirkzee man 60 j. C, Meijer zn. 22 j. G. Berg-Solleveld vr. 47 j. P. v. d. Worm man 81 j. J. Muusse zn. 10 mnd. J. de Jong man 58 j. E. An- neeze-Selier wede. 94 j. M. Ritmaij dr. GEVESTIGD: H. Arnoldus, matroos, Geeregracht 37a D. Bart en fam., Morschkade 16a S. J. Brandes, dienstbode, Witte Singel 19 Th. Dongelmans en fam., los werkman, Uiterstegracht 123 A. J. H. Ebes, War- monderweg 21 J. B. A. Kamerlingv. d. Elsakkcr, Fagelstraat 37 I. Gallo, Molenstraat 18 M. P. Snijders—Graat, Maredijk 25b B. Grezesnij, dienstbode, Koninginnehof 4 G. Grünfeld, dienst bode, Haarlemmerstraat 116-120 J. Hainböck, dienstbode, Oegstgeesteraan 4 L. H. A. Hoefnagels, Heerenstraat 21 H. Rohsner, Zoeterw. Singel 57 R. A. Kasiman, Oude Singel 68 H. Katzer, dienstbode, Breestraat 84 M. H, Hagens Ketelbuters, Haarlemmerstraat 149 J. Kranenburg, staalgraveur, Pr. Fredrik- straat 24 G. van Kruistum en fam schilder, Hooge Rijndijk 158a H. H. van Kuijeren, dienstbode. Oude Heerengracht 24 A. W. Maas—Lops, Mauritsstraat 83 F. Momann, buffetjuffr Burgst. 14 J. Morhee, chauffeur, Breestraat 122 C P. de Mul, bakkersknecht, Da Costa- straat 41 A. Muller, dienstbode, Lange- brug 46 A. Nasveld, betonwerker, So- phiastraat 80a P. Nickel, verfmeester, Hoog!. Kerkgr. 35 J. M. Nuijten en fam., slager, Zoeterw. weg 74 L. A. Overde- vest, kapper, Magd, Moonstraat 42 E. C. VerwerRoman, Mauritsstraat 40 P. de Romijn, dienstbode. Waardgracht 150 W. Rotiand, Oude Singel 93 W. Ruhl, dienstbode. Stationsweg 27 I. Rijnsbur ger, monteur, Nipponstraat 23 J. L. Schouten, Morschweg 46 J. Sikkes, tim merman, Lammermarkt 1/5 M. Singer, banketbakker, Oude Rijn 25 W. Smid, dienstbode, Vreewijkstraat 9 M. Snoeijs en fam., spoorwegbeambte, v. d. Duyn- straat 34 M. C. Bicker CaartenStigter, Morschkade 15a M. W. van Stiphout, bouwvakarbeider, Geerengracht 6 C. Straver, Bloemstraat 22 H. Swijnenburg, dienstbode, Breestraat 84 M. Visser, dienstbode, Alexanderstraat 39a M. We- hage, dienstbode, Rijnsburgerweg 84 W. Woznitzek, dienstbode, Stationsweg 18a J. Wijnstekers, Wasstraat 33. VERTROKKEN. P. C. Baars, naar Rotterdam, Witte de Withstraat 76a H. A. A. Bakker, naar Magelang H. J. Bastmeijer en fam., naar Zwolle, Alexanderstraat 11 M. Bax, naar Putten, Papiermakersstraat C. Bras, naar Baarn, Faes Eliash 153 F. Brier, naar Voorschoten, Haagweg 20 I. Bromet, naar Haag, Gortmolen 11 L. Buitelaar, naar Maassluis, Lijndraaier- straat 4 J. van Dolderen, Utrecht, Ca- thrijnesingel R. Douma, naar Aeng- wirden, Heerenveen R. van Dijk. naar Smilde J. P. Forch, naar den Haag, Valkenboschlaan 278 M. E. Franso, naar Utrecht, Amstelstraat 81 J. S. M. M. Fraijman, n. Amsterdam, Amstellaan 12h M. Geertsema, naar Winschoten, Oos terhaven 3 J. M. Gelok, naar den Haag, Valkenboschlaan 7 N. J. Goekoop naar Amsterdam, Wilhelmina Gasthuis M. Rijkersde Gunst, naar Dussen, C. 209 A. H. DriessenHartwijk, naar Zaandam, Prins Hendrikplantsoen 14 W. van Heusden, naar Enkhuizen, Stationsrestau- rauratie J. K. Houdijk. naar Vlaardin- gen, Arn. Hoogvlietstraat 27a A. A. van Kampen, naar Alkemade, Rijpwetering P. Kruithof, naar den Haag, v. Hogen- dorpstraat 28 J. de Paauwv. Leeuwen naar Haarlem, Wijde Geldeloozepad 2 zw. F. F. TeynMeyer, naar N. O. Indië G. J. H. Meijers, naar den Bosch. Verwer- straat 92 S. D. SimonsNieuwboer, naar Oegstgeest, Weth. v. Duivenvoorde- straat 23 V. Nova, naar Praag J. Pos, naar Oegstgeest, Julianalaan 22 J. van i Rhijn, naar Zoeterwoude, Vrouwenweg E i 70 J. M. Schuurvan Rooden, naar Beraoe, N. O. I. P. van Rosse, naar den I Haag, v. d. Vennestraat 100 C. J. va^ l Rijn, naar Oegstgeest, Rijngeesterstraat- weg 1 A. M. E. Saai, naar den Haag, Loosduinen, St. Leonardusgesticht N. Segaar en fam. naar Weltevreden. Molen vliet Oost 5 W. C. Gijzenij—Serlie naar Voorburg, Loolaan 57 P. Tomeij naar Helden, Heldendorp Z. Veiglova naar Praag G. H. W. Vink naar Amerongen, Tramstraat B 149 J. Wiersma naar Den Haag, Groeneweg 94 J. van Wilgen naar Den Haag, Laan Copus van Cattenburg 44 W. G. van Zwet naar Rheden, Ka stanjelaan 14. I het Engelsch van LEO WALMSLEY. SLOT. sprong op en sloeg mijn arm om haar mders om haar te steunen. Haar hand neer en voordat ik wist wat er gebeur- ag de schedel op den grond. 0. 't is niets't is alweer over. as alleen wat duizelig.Maar, waar jt schedel?O, je.... stuk!" Fit is er gebeurd Cleveland?" vroeg lokter, een en al agitatie„Een de schedels is toch niet stuk! Och dat kan niet, dat kan gewoonweg ar het was wel zoo. De schedel was het voorhoofdsbeen tot den achter- 'dknobbel gespleten, maar de twee ;en hingen nog gedeeltelijk aan elkaar, jaapte hem voorzichtig op en bekeek 'reuk. En meteen trok iets anaers mijn -lacht. De geheele schedelholte was •ld met watten! Ik stak mijn vingers de spleet en haalde het vulsel er uit. 'terwijl ik het deed, voelde ik, dat er die watten een aantal kleine voor les, zoo rond en hard als erwten, ver waren. Een ervan viel er uit, kwam een venijnig korten tik op dek neer 'olde voort, tot onder den ligstoel van jjrs De kapitein ging op z'n „gezon- kant liggen, om het voorwerpje op te *a, maar voordat hij er met zijn hand 'as. had ik het halve dozijn, dat nog in Jatten verscholen zat. blootgelegd, jachtigbij den eersten oogopslag y* "at het waren. «manten! Iepen diamanten. Diamanten, die oen lange bewerking zouden moeten jjsaan, voordat ze als sieraad gedra- jouden kunnen worden. Maar ondanks -och diamanten! In de holte van mijn Jjjweld ik (jat in het ruwe geschat, "n een paar duizend pond waard Jk! Pat! juichte ik. „Je hebt toch ge- wjehadHoera!.... Hoera!...." is er gebeurd, Cleveland? Zijn ze er uit? De schedels bedoel ik. Zijn ze. „Weineen! Ze zijn er wel! Natuurlijk! Maar de schat is er ook. Elke schedel zit vol diamanten." „Diamanten! Diamanten! Waar heb Je het over, beste kerel. Diamanten en sche dels! Hoe zit dat?" Ik legde hem uit hoe de vork in den steel zat. Maar bij leder woord werd zijn verbazing én zijn ongeloof grooter. ,,'t Kan gewoonweg niet! 't Is gewoon weg onmogelijk. Diamanten! Geef mij er eens een aan." Ik nam numero twee voorzichtig op en legde die in zijn uitgestoken handen. „Jaja,dezen herinner ik me. een pracht-exemplaar.ik herinner me nog hoe blij ik was, toen ik dien vond. Maar hij is erg zwaar, zwaarder dan ik dacht dat hij was. Misschien bedriegt mijn geheugen me...." Ik stak mijn pink in de opening vóór den achterhoofdsknobbel en haafuê er. heel voorzichtig, de pluk watten, die ik voelde, uil. Diamanten, saphieren, topa zen en een reuzen-opaal rolden, alsof het kleine knikkers waren, in mijn hand. Daarna probeerde ik een derde en een vierde en een vijfde. Ze waren allemaal even rijk geladen. Patricia keerde haar werkmandje opi en zette het voor mc neer. Voordat we bij de onderste ril waren, was het al meer dan halfvol „Dr. Flint", zei ik toen, „die schedels van u hebben een inhoud die schatten waard is. Voelt u dit mandje eens, het is half vol. Het zou me niets verwonderen als ze meer dan een half millioen pond waard waren. En houdt u nu nog vol, dat u van het bestaan ervan niet afwist?" „Maar Cleveland! 't Kan gewoonweg niet! 't Is onmogelijk, 't Is absurd. Ik heb die schedels zelf, stuk voor stuk, in han den gehad, gemeten...." „Wie heeft ze ingepakt, dokter?" Hij dacht even na. „O ja. Nu herinner ik het me. Sladen. Ja, Sladen heeft ze ingepakt. Ik had het dien laatsten avond druk. een van de bedienden was ziek. Maar ik heb ze toch gezien, voordat hij de laag gras en mos er overheen legde.het waren vier rijen van vijf. Ja, nu herinner ik me weer allesde geel-wit glimmende sche dels.... en Sladen, die per se niet wou hebben dat ik ze nog eens voor het laatst bekeekDe bedrieger!" „Maar nu er een schat is.... Houdt u zich nu nog aan onze afspraak, dat u er geen rechten op laat gelden?" „Natuurlijk! Ik heb mijn schedels. Het leven heeft mijn hoogsten wensch ver vuld! En dan zou ik nog meer eischen!" Opeens viel alle opwinding van me af. Ik voelde me moe, moe en verbitterd. Ons avontuur was uit! De schedels waren ge vonden, de schat was gevonden! En dr. Flint én Miss Howard hadden hun doel bereikt. Ze hadden gekregen wat ze ge- wenscht hadden. Ik alleen bleef met leege handen en met een hart, dat z'n eerste barst gekregen had, achter Onze beide patiënten Howard en luite nant Suero Gonzales herstelden vlugger dan we gedacht hadden. Binnen een uur of zes na ons vertrek uit het kamp waren ze weer volkomen in orde. En toen kwam er voor mij nog een moeilijk oogenblik, Ik moest Gonzales op biechten. wat ik met zijn vliegmachine gedaan had. Gelukkig nam hij mijn be kentenis sportief op. Hij weigerde zelfs te gelooven, wat ik als mogelijkheid opperde, namelijk, dat ik het bewuste blikje zalm opzettelijk vergiftigd had. En toen de dokter hem als schadeloosstelling voor zijn oponthoud een chèque van honderd pond aanbood, deed hij zoo jongensachtig ver legen, dat ik van dat oogenblik af mijn opinie over Portugeezen én als vliegers én als menschen herzien heb. Alleen was hij bij het afscheid Iets te complimenteus te gen Patricia. Maar daar we hem waar schijnlijk toch nooit terug zouden zien, liet ik dat maar over mijn kant gaan. De bemanning van de dhow kreeg als afscheidsgeschenk de sloep, het grootste deel van onze voorraden en de belofte, dat we in Zanzibar met geen woord over hun wangedrag zouden reppen. Met de sloep konden ze de drie vluchtelingen op pikken en hun roer plus hun zeil gaan halen Dienzelfden middag, tegen zonsonder gang. tjukten we van Thunder Island weg. 't Was laat op den avond. Kapitein Timms stond met zijn arm in een slinger aan het stuur en ik was juist uit de ma chine-kamer gekomen om een luchtje te scheppen. Zwijgend leunde ik over de verschansing bij den voorsteven en keek naar de zeemeermin met haar vele krul len en rondingen, die zoo scherp tegen het phosphoresceerende schuim, dat aan weerszijden van den boeg wegspatte, af staken. 't Was nog maar twee maal vier- en-twintig uur geleden, dat ik met mijn armen om haar hals geslagen naar de vriendelijke toespraak van Dusi Khan hadhangen luisteren Wat was er in dien tusschentijd al niet gebeurd! Ik zelf. een geluid achter me, zachte voetstappen op het dek, deed me opkijkenHet was Patricia. Ze was nu niet langer een cow boy. Ze had iets zij-achtigs en soepels aan, en ze droeg geen mantel. „Hallo!" begroette ze me op haar ge wone, quasi-onverschillige manier. „Wat doe jij daar in 's hemelsnaam? Jammer dat ik geen kiek-toestel bij me heb. Je staat daar nu net als de booswicht uit het een of andere melodrama, nadat je ge snapt bent..." met onuitsprekelijke wan hoop staarde hij in het zwarte water! ,Zal ik het doen; ja of neen!" Ik begon te lachen. „Ik ben toch heusch niet van plan er een eind aan te maken, ten minste als dat het is, wat je bedoeltIk ben iets veel ergers van plan Ze kwam vlak naast me staan. „En wat is dat heel erge?" „Werken," antwoordde ik. „Ik ga wat je noemt fatsoenlijk worden. En de eerste stap in die richting is me als de verloren zoon aanmelden en vergiffenis en het ge meste kalf, oftewel een plaats op het kan toor vragen.... Ik ga dit vak: de avon tuurlijke romantiek of de romantisch© avontuurlijkheid vaarwel zeggen." „Je moet doen, wat je niet laten kunt. Maar je kunt niet zeggen dat het niet goed betaald heeft, wel! Je bent toch niet zoo dwaas om nog langer een deel van den buit te weigeren?.... Weet je wel hoe veel het is? Minstens een millioen! Dat mogen we natuurlijk niet allemaal houden. Met een behoorlijke wettelijke regeling verdwijnt zoo ongeveer de helft. Maar dan is er dunkt me, nog genoeg overIk vind het dwaas en kinderach tig van je om te weigeren. Zonder jou hadden we er niets van gehad. O, als je eens wist, hoe dankbaar ik me voel als ik daaraan denk! Ik moetik moet het je vertellen Ze zweeg. Zonder haar aan te kijken wachtte ik af. „Ik moet het je vertellen", ging ze na een poosje met trillende stem voort. „Ik kan niet gelukkig zijn als jij dat niet weet. Mijn broer...." „Ik weet het al", viel ik haar in de rede. „Voor ons vertrek heb ik er het een en ander over gehoord." „Over het schandaal en het geld?" „Jadaarom ben ik zoo blij voor jouJe broer heeft onverantwoorde lijk gehandeld. Maar slecht is hij niet. In bekeerlingen heb ik gewoonlijk niet veel vertrouwen. Maar ik vind het onzin om iemand slecht te noemen, omdat hij één keer iets gedaan heeft dat niet door den beugel kan. Je noemt een booswicht om éen goede daad toch ook niet goed! Maai bij hem is het niet een quaestie van slecht zijn. Eerder van zwak zijn. Hij is in veel opzichten nog een kind. En als zoodanig moet hij behandeld worden." „Dus jij denkt... dat er.nog wel iets van hem te maken is?" „Zeker, denk ik dat." Impulsief greep ze mijn hand met beide handen vast. „Dank je wel. Dank je wel. Als je wist v/at dat voor me 't Was of ze schrok. Zc had mijn oogen gezien. Ze trachtte nog haar hand weg te trekken, maar het was te laat. Nu was ik degeen, die haar eene hand met mijn beide handen vasthield. „Was het daarom je houding alsof je bang voor me was, alsof je me niet ver trouwde?" „Ik weet niet!" stamelde zij. „Neen toch dat was het niet alleen. Ik was bang voor mezelf. Jij had je plicht te doen.en ik wou niet, dat jij zou den denOpeens snikte zij het uit. Ik trok haar naar me toe en sloeg mijn armen om haar heen, zoo vast, alsof ik haar nooit meer los wilde laten. „Ik hou van je", zei ik zacht. „En jij, Pat? Hou je ook van mij?" Als eenig antwoord hief ze naar be traand gezichtje naar me op en glimlachte een tikje ondeugend. Van de brug schuin achter me kwam de groc-stem van onzen kapitein, die blijk baar opeens een vroolijke bui kreeg. „Enbij het meissie dat me mint, Dat zachte, mooie, lieve kind, Breng mijn behouden thuis". „Pat", fluisterde ik met mijn gezicht in haar haar, „bij jou ben ik thuis." „Beter verlang ik niet, Dennis", gaf ze eenvoudig ten antwoord. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9