MM
jÊÏOCHT VAN PROF. PICCARD
IE GEZONKEN SCHAT.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 28 Mei 1931
Derde Blad
No. 21836
PARLEMENTAIR OVERZICHT
BURG. STAND VAN LEIDEN
bmrdert vlug,gerieflijk rei#en
FEUILLETON.
L Jaargang
PICCARD EN Ir. KIPFER
Lrmorgen om 6 uur werd de ballon
tof. Piccard waargenorfien te Krum-
|0m 1 uur verscheen de ballon boven
>uren. Tusschen acht uur en half-
boven Kempten, de hoofdstad
tlgail. Hier steeg hij tot buitenge-
hoogte, door deskundigen geschat
ft» meter. Tusschen zeven en half-
naar men aanneemt, de ballon
drongen tot de stratosfeer,
fmrt ging verder boven Memmingen,
och, Ravensburg. De ballon ging
fjmhoog door de wolkenlaag, naar
jog ter hoogte van tien- a vijftlen-
JM. Om 11 uur 50 min, in den mor-
Ins de ballon niet te zien.
Bazel werd omstreeks halféén bericht
dat Piccard op 14.000 M. hoogte
sde Bodensee had gezweefd. De bal-
toen in Westelijke richting,
i halfdrie gistermiddag werd de
op buitengewoon groote hoogte in
reek van Partenkirchen gemeld. Hij
nu en dan achter cyrrhuswolkjes
2 en dreef in Westelijke richting. Kort
ren, om 5 uur 10, was uit Schongen
jd. dat de ballon op circa 4000 M.
ben dit dorp in Opper-Beieren en
immergau dreef over den Feisenberg.
belde plaatsen uit was hij ijuidelijk
n.
Itwart voor zeven werd uit Murnau
it, dat de ballon met een kijker op
•i hoogte boven Herzogestand-Joch-
uand (Zuidelijk van 't Kochelmeer)
3 werd. Er was vrijwel geen voort-
In te bespeuren en de ballon scheen
uitlagen zonder wind te zijn.
Oarmisch meldde men om kwart
leven, dat de ballon heel den afstand
au.Garmisch Partenkirchen met zijn
in 't zonlicht glinsterend omhulsel
•lijk te zien was boven het Wetter -
imassief. Hij was onderwijl zeer veel
gekomen en scheen zich gereed te
oom in den Werdenfelder ketel of in
Inndal te dalen. De hoogte van den
a werd toen op een 5000 M. geschat;
de gondel, die in Murnau alleen met
ijker te zien was, was nu duidelijk
het bloote oog zichtbaar. De bevol-
;chonk maar weinig aandacht aan
ballon en slechts op enkele punten
men kleine groepen hem volgen.
I het hotel Schneefernerhaus (Zug-
t) werd getelefoneerd, dat de ballon
daar sinds vijf uur duidelijk was waar te
nemen. Hij dreef sinds dat uur nagenoeg
onveranderd in de richting van het mid
den van het Zugspitzplateau. Zijn plaats
was waarschijnlijk in de richting van het
Inndal of in die van het Etschdal.
Garmisch meldde om 7 uur, dat de
ballon nog steeds duidelijk zichtbaar was
in den wolkenloozen hemel. Hij was onder
wijl weer een duizend meter gedaald en
stond waarschijnlijk nog 4000 M. hoog.
Nog steeds was er geen enkele aanwijzing
te bespeuren, dat een daling aanstaande
was. De ballon scheen in de luchtlaag,
waarin hij zweefde, sterke luchtstroomin-
gen te hebben ontmoet, want de gondel
slingerde voor het bloote oog duidelijk
waarneembaar sterk heen en weer in de
krachtige luchtstroomingen, welke den
ballon bewogen.
Innsbruck meldde te halfacht, dat de
ballon boven Imst in 't dal van de Boven-
Inn dreef in de richting van het Pitzdal en
't Oetzdal, beide rechter zijdalen der Inn.
De hoogte, waarop de ballon gezien werd,
werd op 5000 M. geschat.
Te 7 uur 45 werd de ballon duidelijk
waargenomen te Fussen in de Allgau.
De ballon is het laatst gesignaleerd om
8 uur nabij Landeck in het dal van de Inn.
De directie der Riedlinger Ballonfabriek,
waar de Brusselsche universiteit gister
middag al vijf maal telefonisch inlichtin
gen had ingewonnen, meende naar een
telegram van 7 uur meldde uit de om
standigheid, dat de ballon de laatste drie
uur slechts weinig van plaats veranderd
is en op vrijwel dezelfde hoogte gebleven
is, te moeten afleiden, dat hij in een
koude luchtlaag is geraakt, welke een
uitlaten van gas onmogelijk maakt.
Piccard had niet alleen lucht in fles-
schen, maar ook levensmiddelen voor
minstens twee dagen aan boord.
Professor Piccard had in zijn gondel van
aluminium geen verwarmingsinstallatie
aangebracht, hij wilde de zonnestraling
voor verwarming gebruiken, zoodat het
zonnige weer van gisteren hem wel goed
te pas zal zijn gekomen.
Uit München zijn 2 vliegers opgestegen
om den ballon op te zoeken.
Het wereldhoogterecord staat tot dusver
op den ballon „Preussen", waarmede in
1901 de professoren Berson en Suehring
10.800 M. haalden.
EERSTE KAMER.
STEUN AAN DEN
SUIKERBIETEN-BOUW.
De Eerste Kamer heeft, gelijk gisteren
nog gemeld, het wetsontwerp inzake het
verleenen van steun aan de suikerbieten
cultuur zonder hoofdelijk stemming aan
genomen.
Te voren had de heer v. d. Bergh er
nog eens bij de Regeering op aangedron
gen, dat zij het houden van een nieuwe
suiker-conventie zou bevorderen, maar
Minister Ruys de Beerenbrouck ging niet
veel verder dan de toezegging, dat de Re
geering ernstig zal letten op den inter
nationalen toestand op suikergebied.
INDISCHE BEGROOTING.
Hierna begonnen de beraadslagingen
over de Indische begrooting.
Eerste spreker daarbij was de heer Brict,
die betoogde dat het zwaartepunt der be-
grootingsbehandeling in Nederland dient
te blijven, omdat hier te lande tenslotte
toch ook de verantwoordelijkheid blijft
voor het koloniaal beleid. Voorts wees hij
op het groote belang van de positie van
den Gouverneur-Generaal, met name ook
in de tegenwoordige omstandigheden, en
daarom moet men niet eischen, dat de
landvoogd aan den leiband des Ministers
zal loopen.
En:
daarna stelde de afgevaardigde de posi
tieve vraag, of de heer Colijn is aange
zocht voor het gouverneur-generaalschap.
En zoo ja, waarom heeft hij dan een be
noeming geweigerd? Hij zou de aller-beste
zijn geweest. Heel Nederland wees hem
aan. Is Colijn niet aangezocht aldus
de heer Briét, dan zal de toch al geringe
sympathie der anti-revolutionairen voor
dit kabinet tot het aller-geringste mini
mum dalen.
De heer Mendels, die hierna sprak, zette
als zijn meening uiteen, dat de reactie in
Indië hoogtij viert; politiek, sociaal-eco
nomisch en geestelijk. Onverbloemd en
onbeschaamd. Waarom wordt er niet méér
voor Indië geleend? vroeg hij.
De afgevaardigde verklaarde ook te wil
len bezuinigen. De vraag is echtermaar
waarop. In geen geval op maatregelen
die vitale belangen raken. Men moet de
bezuiniging elders zoeken. Spr. wees op de
hooge dividenden, die nog bij verschil
lende maatschappijen worden uitgekeerd.
Voorts zou men een vermogens-belasting
kunnen invoeren.
Vervolgens heeft hij critiek geoefend op
het optreden tegen de inlandsche bewe
ging en inzonderheid op het bekende
vonnis van den Bandoergschen Landraad.
Hij acht dit een beschamend stuk en zette
breedvoerig uiteen waarom hij het von
nis onjuist acht.
Voorts heeft mr. Mendels de benoeming
van den nieuwen landvoogd gecritiseerd.
Een charmant man, maar van zijn regee-
rings-capaciteiten heeft nog nooit iemand
iets gemerkt. Men heeft hem als oud
minister destijds opgevischt en in de olie
gezet; een tactiek, die mr. Mendels in
wezen corruptief noemde. Thans werd de
commissaris van de Koninklijke van zijn
zetel gehaald en gouverneur-generaal ge
maakt.
„Dit is een schandaal!", riep de heer
Mendels uit, waarop de Voorzitter hem
vroeg zich te matigen. „Dan noem ik het
een totaal gebrek aan politieke gêne!"
antwoordde de heer Mendels en hij ver
volgde, dat in Frankrijk een minister, die
een dergelijke benoeming aandurfde, ten
val zou zijn gebracht. Maar bij ons durft
men het! De wereldgeschiedenis echter zal
zoo besloot mr. Mendels deze politiek
van de regeerende klasse veroordeelen.
De vergadering werd hierna verdaagd.
RECLAME.
7053
GEBOREN:
Jacobus Johannes, z. van P van Egmond
en A. Gijsman Johanna Martina, d. van
W. Vuurpijl en E. Devilee Rutger Jan,
z. van R. van Straten en J. C. van Hooi
donk Johanna Catharina, d. van W. J.
Brakel en J. van Rosse Annie Sophia
Ida Catha., d. v,an N. de Vogel en A. S.
Overmeer Klaas Cornelis, z. van W. v.
d. Beek en E. C. Peetoom Cornelis
Gerrit, z. van L. C. Snel en A. van Houwe-
lingen Catharina. d. van D Olivier en
C. E. v. d. Wilk Paulus Johs. Maria, z.
van J. C. v. d. Werf en J. M. Simons
Corns. Maria, z. van J. C. v. d. Werf en
J. M. Simons Hendrina Anna, d. van
J. W. de Ren en J. P. Hemerik Willem
Frederik, z. van P. Keijzer en W. v. d.
Lelie Albertus, z. van P. Keijzer en W.
v. d Lelie Dirk Cornelis, z. van N.
Weeda en E. v. Nieuwenhuijzen Corne
lia Johanna, d. van H. de Ligny en C. J.
Kooreman Toos, d. van S. Boom en J.
W. Vreugdenhil Willem, z. van A. Ie
Maitre en E. Balk Bernardus, z. van P.
de Haas en M. J. v. d. Putten Albertus,
z. van A. Blok en J. van Es Margje, d.
van A. J. Dekker en M. van Beek
Rijmert, z. van J. M, de Ruyter en M. Peet
Antonia Johanna, d. van A. E. C. Haazer
en J. Chaudron Johanna Petra. d. van
J. W. Lagerberg en P. J. Ooyendijk
Bianca Johanna, d. van J. H. C. Horst-
mann en E. v. Houten Maria Johanna,
d. van P. J. Hansen en C. E. A. Muhl
Johanna Hendrika, d. van B F. Rijsen-
bach en M. C. Wolff Gezina Marga., d.
van G. H. Rekers en E. C. Jasperse
Franciscus Abraham, z. van IJ. v. d.
Reijden en M. van Dissel Antonius, z.
van A. Kroesemeyer en J. Rietkerken
David, z. van P. J. Vijlbrief en J. E. Hol-
verda Corns. Francs. Ants., z. van B.
v. d. Hoek en J. J. Willebrand Hendrs.
Johs. Maria, z. van J. T. Cornelissen en C.
A. v. d. Hoeven Franciscus, z. van F.
Pison en E. Knijff Hester, d. van S. v.
Oosten en J. Blansjaar Herman, z. van
C. de Ru en W. Retel Willem, z. van
J. Kleer en M. Bonte Evert, z. van J.
Rietbergen en W. Oudshoorn Johannes
Petrus, z. van J. P. van Rooijen en A. W.
Schenkeveld Hends. Johs. Hubs., z. van
J. C. P. den Hollander en C. E. de Heiden.
ONDERTROUWD.
W. IJzerman jm. 25 j. en C. de la Rle jd.
24 j. G. Neuteboom jm. 25 j. en P. W.
Pardon jd. 23 j. L. P. Hakkaart jm. 28 j.
en H. C. Driessen jd. 26 j. W. v. d. Boo-
gert jm. 26 j. en E. S. E. Frank jd. 24 j.
J. Schouten jm. 23 j. en P. Kluivers jd. 19
j. H. A. M. Janssen jm. 29 j. en J. M.
Breedeveld jd. 29 j. P. C. Christiaanse
jm. 29 j. en C. C. Versteeg jd. 22 j. J. J.
v. d. Weijden jm. 32 j. en J. M. Roelandse
jd. 33 j. M. W. A. H. G. Raasveldt jm.
21 j. en G. Slnke jd. 22 j. J. v. Riet jm.
24 j. en L. Brocaar jd. 27 j. S. Carton
jm. 25 j. en W. Schipaanboord jd. 24 j.
H. v. Zandwijk jm. 26 j. en H. M. God-
dijn jd. 24 j. W. T. Nieboer jm. 25 j. en
C. Latei-veer jd. 26 j.
GEHUWD.
B. v. Leeuwen jm. en M. M. v. Ooster-
houd, jd. P. T. W. L. Matla, jm. en J.
Florisson, jd. K. Batelaan, jm. en W.
Verhoogt, jd. G. W. Brands, jm. en J.
Keijser, jd. G. v. Burik, jm. en J. de
Jong, jd. W. Flippo, Jm. en J. W. Dui
verman, jd. P. G. C. de Fuijk, jm. en
F. J. v. Rosse, jd. W. de Groot, jm. en
A. Becker, jd. J. v, d. Heijden, jm. en
E. R. Blok, jd. N. Kwestro, wedr. en Z.
Heinciijk, jd. K. C. Schinkel, jm. en C.
J. Koning, jd.
OVERLEDEN
J. de Bruin wedr. 89 j. J. A. Verhagen
zn. 21 mnd. N. Messemaker zn. 5 d.
A, Durieux zn. 19 d. E. P. v. Veen man
23 j. J. E. Zirkzee man 60 j. C, Meijer
zn. 22 j. G. Berg-Solleveld vr. 47 j.
P. v. d. Worm man 81 j. J. Muusse zn.
10 mnd. J. de Jong man 58 j. E. An-
neeze-Selier wede. 94 j. M. Ritmaij dr.
GEVESTIGD:
H. Arnoldus, matroos, Geeregracht 37a
D. Bart en fam., Morschkade 16a
S. J. Brandes, dienstbode, Witte Singel 19
Th. Dongelmans en fam., los werkman,
Uiterstegracht 123 A. J. H. Ebes, War-
monderweg 21 J. B. A. Kamerlingv.
d. Elsakkcr, Fagelstraat 37 I. Gallo,
Molenstraat 18 M. P. Snijders—Graat,
Maredijk 25b B. Grezesnij, dienstbode,
Koninginnehof 4 G. Grünfeld, dienst
bode, Haarlemmerstraat 116-120 J.
Hainböck, dienstbode, Oegstgeesteraan 4
L. H. A. Hoefnagels, Heerenstraat 21
H. Rohsner, Zoeterw. Singel 57 R. A.
Kasiman, Oude Singel 68 H. Katzer,
dienstbode, Breestraat 84 M. H, Hagens
Ketelbuters, Haarlemmerstraat 149
J. Kranenburg, staalgraveur, Pr. Fredrik-
straat 24 G. van Kruistum en fam
schilder, Hooge Rijndijk 158a H. H. van
Kuijeren, dienstbode. Oude Heerengracht
24 A. W. Maas—Lops, Mauritsstraat 83
F. Momann, buffetjuffr Burgst. 14
J. Morhee, chauffeur, Breestraat 122
C P. de Mul, bakkersknecht, Da Costa-
straat 41 A. Muller, dienstbode, Lange-
brug 46 A. Nasveld, betonwerker, So-
phiastraat 80a P. Nickel, verfmeester,
Hoog!. Kerkgr. 35 J. M. Nuijten en fam.,
slager, Zoeterw. weg 74 L. A. Overde-
vest, kapper, Magd, Moonstraat 42 E. C.
VerwerRoman, Mauritsstraat 40 P.
de Romijn, dienstbode. Waardgracht 150
W. Rotiand, Oude Singel 93 W. Ruhl,
dienstbode. Stationsweg 27 I. Rijnsbur
ger, monteur, Nipponstraat 23 J. L.
Schouten, Morschweg 46 J. Sikkes, tim
merman, Lammermarkt 1/5 M. Singer,
banketbakker, Oude Rijn 25 W. Smid,
dienstbode, Vreewijkstraat 9 M. Snoeijs
en fam., spoorwegbeambte, v. d. Duyn-
straat 34 M. C. Bicker CaartenStigter,
Morschkade 15a M. W. van Stiphout,
bouwvakarbeider, Geerengracht 6 C.
Straver, Bloemstraat 22 H. Swijnenburg,
dienstbode, Breestraat 84 M. Visser,
dienstbode, Alexanderstraat 39a M. We-
hage, dienstbode, Rijnsburgerweg 84 W.
Woznitzek, dienstbode, Stationsweg 18a
J. Wijnstekers, Wasstraat 33.
VERTROKKEN.
P. C. Baars, naar Rotterdam, Witte de
Withstraat 76a H. A. A. Bakker, naar
Magelang H. J. Bastmeijer en fam.,
naar Zwolle, Alexanderstraat 11 M.
Bax, naar Putten, Papiermakersstraat
C. Bras, naar Baarn, Faes Eliash 153
F. Brier, naar Voorschoten, Haagweg 20
I. Bromet, naar Haag, Gortmolen 11
L. Buitelaar, naar Maassluis, Lijndraaier-
straat 4 J. van Dolderen, Utrecht, Ca-
thrijnesingel R. Douma, naar Aeng-
wirden, Heerenveen R. van Dijk. naar
Smilde J. P. Forch, naar den Haag,
Valkenboschlaan 278 M. E. Franso, naar
Utrecht, Amstelstraat 81 J. S. M. M.
Fraijman, n. Amsterdam, Amstellaan 12h
M. Geertsema, naar Winschoten, Oos
terhaven 3 J. M. Gelok, naar den Haag,
Valkenboschlaan 7 N. J. Goekoop naar
Amsterdam, Wilhelmina Gasthuis M.
Rijkersde Gunst, naar Dussen, C. 209
A. H. DriessenHartwijk, naar Zaandam,
Prins Hendrikplantsoen 14 W. van
Heusden, naar Enkhuizen, Stationsrestau-
rauratie J. K. Houdijk. naar Vlaardin-
gen, Arn. Hoogvlietstraat 27a A. A. van
Kampen, naar Alkemade, Rijpwetering
P. Kruithof, naar den Haag, v. Hogen-
dorpstraat 28 J. de Paauwv. Leeuwen
naar Haarlem, Wijde Geldeloozepad 2 zw.
F. F. TeynMeyer, naar N. O. Indië
G. J. H. Meijers, naar den Bosch. Verwer-
straat 92 S. D. SimonsNieuwboer,
naar Oegstgeest, Weth. v. Duivenvoorde-
straat 23 V. Nova, naar Praag J. Pos,
naar Oegstgeest, Julianalaan 22 J. van
i Rhijn, naar Zoeterwoude, Vrouwenweg E
i 70 J. M. Schuurvan Rooden, naar
Beraoe, N. O. I. P. van Rosse, naar den
I Haag, v. d. Vennestraat 100 C. J. va^
l Rijn, naar Oegstgeest, Rijngeesterstraat-
weg 1 A. M. E. Saai, naar den Haag,
Loosduinen, St. Leonardusgesticht N.
Segaar en fam. naar Weltevreden. Molen
vliet Oost 5 W. C. Gijzenij—Serlie naar
Voorburg, Loolaan 57 P. Tomeij naar
Helden, Heldendorp Z. Veiglova naar
Praag G. H. W. Vink naar Amerongen,
Tramstraat B 149 J. Wiersma naar Den
Haag, Groeneweg 94 J. van Wilgen naar
Den Haag, Laan Copus van Cattenburg
44 W. G. van Zwet naar Rheden, Ka
stanjelaan 14.
I het Engelsch van LEO WALMSLEY.
SLOT.
sprong op en sloeg mijn arm om haar
mders om haar te steunen. Haar hand
neer en voordat ik wist wat er gebeur-
ag de schedel op den grond.
0. 't is niets't is alweer over.
as alleen wat duizelig.Maar, waar
jt schedel?O, je.... stuk!"
Fit is er gebeurd Cleveland?" vroeg
lokter, een en al agitatie„Een
de schedels is toch niet stuk! Och
dat kan niet, dat kan gewoonweg
ar het was wel zoo. De schedel was
het voorhoofdsbeen tot den achter-
'dknobbel gespleten, maar de twee
;en hingen nog gedeeltelijk aan elkaar,
jaapte hem voorzichtig op en bekeek
'reuk. En meteen trok iets anaers mijn
-lacht. De geheele schedelholte was
•ld met watten! Ik stak mijn vingers
de spleet en haalde het vulsel er uit.
'terwijl ik het deed, voelde ik, dat er
die watten een aantal kleine voor
les, zoo rond en hard als erwten, ver
waren. Een ervan viel er uit, kwam
een venijnig korten tik op dek neer
'olde voort, tot onder den ligstoel van
jjrs De kapitein ging op z'n „gezon-
kant liggen, om het voorwerpje op te
*a, maar voordat hij er met zijn hand
'as. had ik het halve dozijn, dat nog in
Jatten verscholen zat. blootgelegd,
jachtigbij den eersten oogopslag
y* "at het waren.
«manten!
Iepen diamanten. Diamanten, die
oen lange bewerking zouden moeten
jjsaan, voordat ze als sieraad gedra-
jouden kunnen worden. Maar ondanks
-och diamanten! In de holte van mijn
Jjjweld ik (jat in het ruwe geschat,
"n een paar duizend pond waard
Jk! Pat! juichte ik. „Je hebt toch ge-
wjehadHoera!.... Hoera!...."
is er gebeurd, Cleveland? Zijn ze
er uit? De schedels bedoel ik. Zijn ze.
„Weineen! Ze zijn er wel! Natuurlijk!
Maar de schat is er ook. Elke schedel zit
vol diamanten."
„Diamanten! Diamanten! Waar heb Je
het over, beste kerel. Diamanten en sche
dels! Hoe zit dat?"
Ik legde hem uit hoe de vork in den
steel zat. Maar bij leder woord werd zijn
verbazing én zijn ongeloof grooter.
,,'t Kan gewoonweg niet! 't Is gewoon
weg onmogelijk. Diamanten! Geef mij er
eens een aan."
Ik nam numero twee voorzichtig op en
legde die in zijn uitgestoken handen.
„Jaja,dezen herinner ik me.
een pracht-exemplaar.ik herinner me
nog hoe blij ik was, toen ik dien vond.
Maar hij is erg zwaar, zwaarder dan ik
dacht dat hij was. Misschien bedriegt mijn
geheugen me...."
Ik stak mijn pink in de opening vóór
den achterhoofdsknobbel en haafuê er.
heel voorzichtig, de pluk watten, die ik
voelde, uil. Diamanten, saphieren, topa
zen en een reuzen-opaal rolden, alsof het
kleine knikkers waren, in mijn hand.
Daarna probeerde ik een derde en een
vierde en een vijfde. Ze waren allemaal
even rijk geladen. Patricia keerde haar
werkmandje opi en zette het voor mc
neer. Voordat we bij de onderste ril waren,
was het al meer dan halfvol
„Dr. Flint", zei ik toen, „die schedels
van u hebben een inhoud die schatten
waard is. Voelt u dit mandje eens, het is
half vol. Het zou me niets verwonderen
als ze meer dan een half millioen pond
waard waren. En houdt u nu nog vol, dat
u van het bestaan ervan niet afwist?"
„Maar Cleveland! 't Kan gewoonweg
niet! 't Is onmogelijk, 't Is absurd. Ik heb
die schedels zelf, stuk voor stuk, in han
den gehad, gemeten...."
„Wie heeft ze ingepakt, dokter?"
Hij dacht even na.
„O ja. Nu herinner ik het me. Sladen.
Ja, Sladen heeft ze ingepakt. Ik had het
dien laatsten avond druk. een van de
bedienden was ziek. Maar ik heb ze toch
gezien, voordat hij de laag gras en mos
er overheen legde.het waren vier rijen
van vijf. Ja, nu herinner ik me weer
allesde geel-wit glimmende sche
dels.... en Sladen, die per se niet wou
hebben dat ik ze nog eens voor het laatst
bekeekDe bedrieger!"
„Maar nu er een schat is.... Houdt u
zich nu nog aan onze afspraak, dat u er
geen rechten op laat gelden?"
„Natuurlijk! Ik heb mijn schedels. Het
leven heeft mijn hoogsten wensch ver
vuld! En dan zou ik nog meer eischen!"
Opeens viel alle opwinding van me af.
Ik voelde me moe, moe en verbitterd. Ons
avontuur was uit! De schedels waren ge
vonden, de schat was gevonden! En dr.
Flint én Miss Howard hadden hun doel
bereikt. Ze hadden gekregen wat ze ge-
wenscht hadden. Ik alleen bleef met leege
handen en met een hart, dat z'n eerste
barst gekregen had, achter
Onze beide patiënten Howard en luite
nant Suero Gonzales herstelden vlugger
dan we gedacht hadden. Binnen een uur
of zes na ons vertrek uit het kamp waren
ze weer volkomen in orde.
En toen kwam er voor mij nog een
moeilijk oogenblik, Ik moest Gonzales op
biechten. wat ik met zijn vliegmachine
gedaan had. Gelukkig nam hij mijn be
kentenis sportief op. Hij weigerde zelfs te
gelooven, wat ik als mogelijkheid opperde,
namelijk, dat ik het bewuste blikje zalm
opzettelijk vergiftigd had. En toen de
dokter hem als schadeloosstelling voor zijn
oponthoud een chèque van honderd pond
aanbood, deed hij zoo jongensachtig ver
legen, dat ik van dat oogenblik af mijn
opinie over Portugeezen én als vliegers én
als menschen herzien heb. Alleen was hij
bij het afscheid Iets te complimenteus te
gen Patricia. Maar daar we hem waar
schijnlijk toch nooit terug zouden zien,
liet ik dat maar over mijn kant gaan.
De bemanning van de dhow kreeg als
afscheidsgeschenk de sloep, het grootste
deel van onze voorraden en de belofte,
dat we in Zanzibar met geen woord over
hun wangedrag zouden reppen. Met de
sloep konden ze de drie vluchtelingen op
pikken en hun roer plus hun zeil gaan
halen
Dienzelfden middag, tegen zonsonder
gang. tjukten we van Thunder Island weg.
't Was laat op den avond. Kapitein
Timms stond met zijn arm in een slinger
aan het stuur en ik was juist uit de ma
chine-kamer gekomen om een luchtje te
scheppen. Zwijgend leunde ik over de
verschansing bij den voorsteven en keek
naar de zeemeermin met haar vele krul
len en rondingen, die zoo scherp tegen
het phosphoresceerende schuim, dat aan
weerszijden van den boeg wegspatte, af
staken. 't Was nog maar twee maal vier-
en-twintig uur geleden, dat ik met mijn
armen om haar hals geslagen naar de
vriendelijke toespraak van Dusi Khan
hadhangen luisteren Wat was er in
dien tusschentijd al niet gebeurd! Ik zelf.
een geluid achter me, zachte voetstappen
op het dek, deed me opkijkenHet was
Patricia. Ze was nu niet langer een cow
boy. Ze had iets zij-achtigs en soepels aan,
en ze droeg geen mantel.
„Hallo!" begroette ze me op haar ge
wone, quasi-onverschillige manier. „Wat
doe jij daar in 's hemelsnaam? Jammer
dat ik geen kiek-toestel bij me heb. Je
staat daar nu net als de booswicht uit het
een of andere melodrama, nadat je ge
snapt bent..." met onuitsprekelijke wan
hoop staarde hij in het zwarte water!
,Zal ik het doen; ja of neen!"
Ik begon te lachen.
„Ik ben toch heusch niet van plan er
een eind aan te maken, ten minste als
dat het is, wat je bedoeltIk ben iets
veel ergers van plan
Ze kwam vlak naast me staan.
„En wat is dat heel erge?"
„Werken," antwoordde ik. „Ik ga wat je
noemt fatsoenlijk worden. En de eerste
stap in die richting is me als de verloren
zoon aanmelden en vergiffenis en het ge
meste kalf, oftewel een plaats op het kan
toor vragen.... Ik ga dit vak: de avon
tuurlijke romantiek of de romantisch©
avontuurlijkheid vaarwel zeggen."
„Je moet doen, wat je niet laten kunt.
Maar je kunt niet zeggen dat het niet
goed betaald heeft, wel! Je bent toch niet
zoo dwaas om nog langer een deel van
den buit te weigeren?.... Weet je wel
hoe veel het is? Minstens een millioen!
Dat mogen we natuurlijk niet allemaal
houden. Met een behoorlijke wettelijke
regeling verdwijnt zoo ongeveer de helft.
Maar dan is er dunkt me, nog genoeg
overIk vind het dwaas en kinderach
tig van je om te weigeren. Zonder jou
hadden we er niets van gehad. O, als je
eens wist, hoe dankbaar ik me voel als ik
daaraan denk! Ik moetik moet het je
vertellen
Ze zweeg. Zonder haar aan te kijken
wachtte ik af.
„Ik moet het je vertellen", ging ze na
een poosje met trillende stem voort. „Ik
kan niet gelukkig zijn als jij dat niet weet.
Mijn broer...."
„Ik weet het al", viel ik haar in de rede.
„Voor ons vertrek heb ik er het een en
ander over gehoord."
„Over het schandaal en het geld?"
„Jadaarom ben ik zoo blij voor
jouJe broer heeft onverantwoorde
lijk gehandeld. Maar slecht is hij niet. In
bekeerlingen heb ik gewoonlijk niet veel
vertrouwen. Maar ik vind het onzin om
iemand slecht te noemen, omdat hij één
keer iets gedaan heeft dat niet door den
beugel kan. Je noemt een booswicht om
éen goede daad toch ook niet goed! Maai
bij hem is het niet een quaestie van slecht
zijn. Eerder van zwak zijn. Hij is in veel
opzichten nog een kind. En als zoodanig
moet hij behandeld worden."
„Dus jij denkt... dat er.nog wel iets
van hem te maken is?"
„Zeker, denk ik dat."
Impulsief greep ze mijn hand met beide
handen vast.
„Dank je wel. Dank je wel. Als je wist
v/at dat voor me
't Was of ze schrok. Zc had mijn oogen
gezien. Ze trachtte nog haar hand weg te
trekken, maar het was te laat. Nu was ik
degeen, die haar eene hand met mijn beide
handen vasthield.
„Was het daarom je houding alsof
je bang voor me was, alsof je me niet ver
trouwde?"
„Ik weet niet!" stamelde zij. „Neen
toch dat was het niet alleen. Ik was
bang voor mezelf. Jij had je plicht te
doen.en ik wou niet, dat jij zou den
denOpeens snikte zij het uit.
Ik trok haar naar me toe en sloeg mijn
armen om haar heen, zoo vast, alsof ik
haar nooit meer los wilde laten.
„Ik hou van je", zei ik zacht. „En jij,
Pat? Hou je ook van mij?"
Als eenig antwoord hief ze naar be
traand gezichtje naar me op en glimlachte
een tikje ondeugend.
Van de brug schuin achter me kwam de
groc-stem van onzen kapitein, die blijk
baar opeens een vroolijke bui kreeg.
„Enbij het meissie dat me mint,
Dat zachte, mooie, lieve kind,
Breng mijn behouden thuis".
„Pat", fluisterde ik met mijn gezicht in
haar haar, „bij jou ben ik thuis."
„Beter verlang ik niet, Dennis", gaf ze
eenvoudig ten antwoord.
EINDE.