Wat de vrouw draagt. De mode in vroegere tijden. „ARNHEM" LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 23 Mei 1931 Zesde Blad No. 21833 yv /T\ LEVENS- VERZEKERING MAATSCHAPPIJ V00B DE HUISVROUW. ONZE HUISDIEREN. otHiHtlMi die de hoedenmode ons b|ii tn één woord „verrukkelijk", «rscheidenheid in garneering en jlluen we eigenlijk nog nooit. Voor die Iets om kleeren geeft, zal het It strijd worden om niet al haar ceBsraan op te offeren. Het ziet er verleidelijk uit. dginaliteit der hoedenmode ligt i in de details, ook niet zoozeer rerschillende vormen als we! in II Brie variaties. Van een bepaalde is geen sprake: iedere vrouw kBwnvoudlg wat ze het liefst dra- preekt vanzelf, dat een dergelijke «Ie stijl aller sympathie gewon- !ft. uolg hiervan is, dat men alle mo- lodellen ziet; er zijn kleine, nauw- dopjes naast de tulbandvormen teel kleine driehoekige hoedjes, die pezige omlijsting voor het gezicht dat ze bij deze mode wel favoriet urden. Een niet minder belangrijke tt de halfbreede hoed en de model rechts aan één kant een rand heb- irwtjl de andere kant nauw om <d sluit Dan mogen de groote, met jameerde hoeden niet onvermeld die met hun platte bollen veel komst met de Florentijner vormen eger vertoonen. s het model is ook het materiaal sselihg; zijde en vilt, lint en taft, itoffen enzkomen voor. Daar- len we snoezige hoedjes, die heele- sn kunstbloempjes gemaakt zijn en slotte de stroohoeden nog, die on- :ld overheerschen zullen. [imeering. waaraan tegenwoordig el aandacht besteed wordt, hangt ui af van den smaak van de er, want het is bekend dat de hoe- Is tegenwoordig alle mogelijke ver- toestaat, zoo b.v. lint of bloe- ierlei veertjes en spelden en knop- ilaicrs. welke laatste reeds nu een ticces kunnen boeken. De kleuren heelemaal af van het toilet, waar- hoed gedragen wordt. Het geldt als srde voor een goeden smaak bij ut japonnetje een effen hoedje te dat desnoods in overeenstemming (t toiletje gegarneerd kan worden, 'oorbeeld hebben we links beneden led met breeden rand afgebeeld, die meet gekleede imprime-japon heel si gedragen kan worden. Op een Jte hoed worden meestal bloemen tneering gekozen, die ook in den stof japon voorkomen en dan min of festileerd worden. Bij zoo'n drukke een veei-kleurige hoed te dragen, groote domheid: zelfs een hbed van fden stof hierbij zou een blunder har 't geheel hierdoor te overladen lichtste tinten staat 't hoedje uitstekend, wanneer daarbij de overige attributen tasch, schoenen en handschoenendan ook in zwart gehouden moeten worden. (Links boven). Jeugdig, vriendelijk en vroolijk is een nauwsluitend bloemenhoedje. waarbij we ook nog vaak zijden linten als garneering zien en dat bij middag-japonnetjes aller liefst staat. (Laatste afb. bovenste rij). Wanneer we nu tenslotte nog eens een vluchtige blik slaan op al deze modellen, dan zal iedereen moeten toegeven dat de nieuwe hoedenmode ..wonderschoon" is. OOK HET MODERNE TRICOT STRAND- PAKJE VERTOONT SCHOTSCHE RUITEN want men is het er over eens dat het ruiten-effect buitengewoon elegant staat en dat het de draagster iets vlots en jeug digs geeft. Terwijl men er nu voor het gewone daagsche complet rekening mee houdt, geen al te bonte en schreeuwende kleu ren te nemen komt dit er bij het strand- pak niet op aan. Hoe scheller de kleuren hoe beter. Aan zee komen alleen spreken de kleuren tot hun recht. Het allernieuwste is een kort tricotrokje gecombineerd met een zelfde jasje, die men aan zee over het badcostuum heen draagt. Bij de sport zelf worden rok en jasje echter verwijderd en in het wollen bad pak wordt gezwommen, dat vanwege het goede contrast effen moet zijn. Het spreekt vanzelf, dat deze wollen complets aan zee. ook door hun kleurecht heid en soliditeit, dit seizoen de gelief koosde dracht zullen zijn. Ier de vele breedgerande hoeden, zijn Mal de „canotlers" met cirkel-ronde its die in verbluffend korten tijd enormen opgang maakten, decoratief een volle, die onder den eltïomt en dus plat tegen het hoofd is, bewijst onze laatste teeke- - ziet u een dergelijke voile, gedragen elegant zijden hoedje met rand aan lot dat heelemaal met de hand ge- Is. Zoo'n modelletje zal de meest 'ode vrouw wel goed moeten staan, "bezig is het! kleine driehoekgie model zien we est in stroo of vilt en is in zwart na lik het meest practisch, daar het dan te toiletten gedragen kan worden, het niet toe welke kleur, Ook bij de RECLAME. Een polis der schept kapitaal voor moeilijke tijden. 6775 In de Praktische Huisvrouw, een tijd schrift, waarin ik al meermalen goede ideeën aantrof, vond ik dezer dagen den wijzen raad om toch vooral zorg te heb ben voor het onderhoud van uw kleeren. Iemand. die ieder maal, dat hij zijn kleeren uittrekt, ze flink uitklopt, naziet of er geen vlekken inzitten, of er niets aan gerepareerd behoeft te worden, of dat er even een heet ijzer overheen moet gaan doet wel twee maal zoo lang met zijn goed als een ander, die het zoo maar op een haak hangt en er geen moment naar om ziet. Een ongevlekt, ongekreukt kleeding- stuk waar geen tarntje in voorkomt en waaraan geen knoopje ontbreekt, is altijd netjes, al is 't nog zoo goedkoop ge weest en nog zoo eenvoudig van snit! Er zijn honderden kleinigheden, waar een zuinige huisvrouw op zal letten en waardoor zij haar kleeren en schoenen spaart Zoo is 't gewoonlijk haast geen moeite om een versche vlek te verwijde ren: doch zit deze er reeds weken lang in. dan krijgt men hem niet zoo gemak kelijk weg. Voorts is het noodig, dat gedragen kleeren even uitluchten, vóór men ze opbergt in de kast; hang ze daarom b.v. een nacht lang buiten uw kamer; en pas den volgenden morgen in de kast. Dat mantels, jassen en japonnen op kapstokken behooren te hangen en pantalons in een eenvoudige pers. b.v. tusschen twee met klemmen bezette lat ten, weet nu wel zoowat iedereen; maar niet algemeen bekend schijnt het te zijn, dat zijden, crêpe de chine en fluweelen japonnen weggehangen moeten worden In een waschbare hoes. die van boven door een bandje in een schuif afgesloten moet worden. Deze japonnen zijn n.l. te teer en te besmettelijk om zoo maar tusschen de rest heen en weer geschoven te kunnen worden. Het spreekt vanzelf, dat die hoezen lang en wijd moeten zijn, zoodat de japonnen er geheel vrij in uit kunnen hangen, zonder kans op kreukels of vouwen. GEBORDUURD BATIST is tegenwoordig voor de kinderjurkjes weer erg in de mode en ook hier kan men zooals al zoo vaak het geval geweest is weer eens constateeren, dat heel veel weef sels, die al lang afgedaan schenen te heb ben, opeens weer in de mode komen. Het gaat dan om een weefsel dat al bijna in het vergeetboek geraakt was en dat men tegenwoordig weer dolgraag ver werkt omdat het niettegenstaande het borduursel (dat voorzoover het niet wit is, goed waschbaar en kleurecht moet zijn) bij het wasschen absoluut geen moeilijk heden oplevert en altijd snoezig kleedt Bij jurkjes van dezen stof is elke garnee ring natuurlijk uit den booze. Voor de allerkleinsten kiest men de eenvoudige „rechte jurkjes" (1) en voor de grooteren is een jurkje met ceintuurtje en pofmouwtjes (2) wel het meest gangbare model. Een smal geplooid kraagje met een strikje afgewerkt, staat snoezig hierop. Tegenwoordig, nu er lang zooveel ver schil niet meer bestaat tusschen ons zomer- en wintergoed, zal men alleen de echt zomersche dunne voile tolletjes en de dikke bontjassen en wollen mantels in de jaargetijden, dat men deze niet gebruikt, opbergen. Het is voor alle kleeren echter beter om weggehangen te worden dan weggelegd; pak dat. wat u niet noodig heeft, in goed afgesloten schoone hoezen, hang er een zakje naphtaline bij. strooi hiervan nog een weinig in de hoes, en het komt na een half jaar weer keurig en opgefrischt te voorschijnt! Schoenen behooren. direct nadat u ze uittrok, op leesten te worden gezet. Ook moet u schoenen, waar u den geheelen dag in rondliep, in ieder geval vóór den avond omwisselen met een ander paar: dat is het behoud van die schoenen en ook gezonder voor uw voeten. Vochtige schoenen mogen niet vlak bij een vuur drogen, doch wel in een ver warmd vertrek op kranten of een turf. Het gewone stol en straatvuil moet u direct bij het uitdoen der schoenen af borstelen of afwrijven; het eigenlijke schoenpoetsen kan dan best den "volgen den morgen geschieden. Ook kousen moet u dikwijls verwis selen U hoeft niet steeds weer schoone aan te doen, doch het is wel goed om kousen, die u een dag lang droeg, daarna een dag te laten hangen; dus twee paar tegen elkander te dragen in een ween. Handschoenen moet u, nadat u ze ge dragen heeft, eerst weer recht trekken en glad strijken-voor u ze opbergt; dan houden zij hun goede model. Draag nooit kleeren, die nog vochtig zijn. b.v. doordat 11 er den vorigen dag mee in den regen liep. Want vochtig goed rekt nog mee en er zouden door het dragen en zitten met die natte kleeren allerlei valsche plooien en kreukels in komen. De beste wijze om uw zijden kousen op te bergen is, deze over een lint te hangen, dat u langs eer kastdeur spande, dus op dezelfde wijze als heeren hun dassen be waren. Er bestaan ook aardige kousen hangers in den vorm van gewatteerde overtrokken hoepeltjes. In ieder geval blijft een hangende kous in beter conditie dan een, die u in een doos stopt. En ook hier is het uitluchten weer een factor van beteekenis. Tal van dames vergeten om bij thuis komst haar hoed even af te borstelen; zoowel een strooien als een vilten hoed knapt daar geducht van op Er waait zooveel stof tegen de hoeden; het. Is-ook ter wille van uw haar. dat ik u aanraad extra zorg aan uw hoofddeksel te be steden. Laat het hoedje 's nachts op een standaard hangen en berg het 's morgens pas in de hoedendoos, bij voorkeur met een prop vloeipapier in de bol Dat houdt er het model in. Ten slotte raad ik u sterk aan om zoo nu en dan liefst eiken avond, uw onder goed even wat uit te wasschen of door lauw water heen te slaan Dat is geen moeite; er hoeft niets aan gestreken te worden: 't frischt alleen uw kleeren op, ze zijn 's morgens al droog en weer bruik baar: en het menschenlüchtje is er uit. No. XVII 1851. Een jaar verschil geeft soms heel weinig, nauwelijks merkbare veranderingen in een mode, doch wanneer men deze zangvoor stelling met die van 1850 (nummer XVI van deze reeks) vergelijkt, merkt men wel degelijk een gróóte verandering in de algemeene lijn van het silhouet. De dame, die achter de piano zit, heeft een japon aan van lichtblauwe „Canezou"(l)stof met een ruche van tulle aan hals en mouwen gegarneerd. Het jongemeisjestoilet is van rose tulle met smal lila lint gegarneerd; een creatie van de Parljsche Madame Payau. G. V. (1) „Canezou" was een mode-stof uit dien tijd. Het grootbrengen van jonge honden. (Nadruk verboden) Zoodra de jongen geboren zijn. moeten wij dadelijk voor onszelf uitmaken hoe veel wij er bij de moeder zullen laten. Stelt men namelijk prijs op goed ontwik kelde jonge honden, dan zal dit aanta* zeker niet hooger mogen zijn dan 5 of 8. Vele teven zullen wel voor meer jongen voldoende voedsel hebben, maar de onder vinding heeft geleerd, dat men in den regel met niet te groote nesten de beste resultaten heeft. In de eerste weken van hun leven kun nen de jonge diertjes het best zonder zorgen stellen, en alleen als het blijkt, dat ze bij de moeder niet genoeg krijgen of indien deze plotseling sterft, zullen wij genoodzaakt Zijn om in te grijpen. In dit laatste geval is het natuurlijk het beste als wij een min voor de hulpelooze dier tjes zouden kunnen vinden. Men moet hierbij echter niet uit het oog verliezen dat de samenstelling van de melk van de moeder bij het ouder worden der jongen geregeld verandert, zoodat alleen die teef als min in aanmerking kan komen, wier eigen jongen niet meer dan een week met de te verzorgen diertjes schelen. Vaak echter is geen min te krijgen en zullen wij zelf de handen uit de mouw moeten steken om te pogen, de jonge diertjes voor verhongering te behoeden. Wij zullen hierbij in de meeste gevallen onze toevlucht tot koemelk moeten nemen. Deze nu is zoo zonder meer voor ons doel niet geschikt. De melk van den hond is n.l. 3 x zoo zwaar als koemelk, zoodat wij deze laatste tot 1/3 van haar volume zullen moeten indampen wil haar samen stelling ongeveer gelijk aan die van hon- denmelk zijn. Ook kunnen wij" vollemelk poeder toevoegen om de koemelk zwaar der te maken. Men verfiltte daarvoor 1 kopje koemelk tot ze goed kookt en voege dan 2 Engelsche onzen vollemelkpoeder toe. Daarna goed doorroeren en laten afkoelen. Indien de teef niet al te goed in con ditie is of als het een kostbaar dier be treft, verdient het aanbeveling de laat ste weken de jongen te leeren wat bij te drinken, daar dit de teef spaart Nimmer voere men echter gedurende de zuig- periode vaste voedings-middelen, daar hiervan ernstige storingen van de spijs vertering het gevolg kunnen zijn. Gelukkig zal echter in de meeste ge vallen als de jongen nog bij hun moeder zijn, onze zorg zich uitsluitend daartoe behoeven te bepalen, dat wij de jonge diertjes een goede, droge, zindelijke ruimte verschaffen, waar zij goede lichaamsbe- .weging kunnen nemen en de nuttige inwerking van frissche lucht en zonlicht ondergaan. De groote moeilijkheden komen echter pas als de jonge dieren bij de moeder weggenomen worden, en in vele gezin nen, waar een jong hondje zijn entree maakt, staat men al dadelijk voor het groote probleem: „Wat moet het dier nu eigenlijk voor eten hebben?" Deze vraag is belangrijker dan men in het algemeen wel denkt, want deze overgangstijd van de moedermelk op het vaste voedsel is voor de jonge dieren de meest kritieke van hun leven, daar door het verstrekken van ongeschikt voedsel in korten tijd zeer veel aan het jeugdige organisme bedor ven kan worden. Op welken leeftijd moeten de jongen van de moeder weggenomen worden' Wij zouden zeggen: is het aantal niet te hoog en is de teef in goede conditie en wordt zij krachtig gevoed, dan is het aan te bevelen de Jonge diertjes zoo lang moge lijk van de moedermelk te laten profitee- ren en hen zeker niet vóór ze ruim 6 weken oud zijn van de moeder te scheiden. Het spreekt vanzelf dat de overgang van het melkdieet op dat, waarin vaste spijzen den hoofdschotel gaan vormen, zeer geleidelijk moet plaats hebben, opdat het darmkanaal gelegenheid heeft zich aan de veranderde eischen, die er aan gesteld worden, aan te passen. Omtrent de voeding van de jonge hon den loopen de meeningen sterk uiteen. Zeer velen bijvoorbeeld zweren bij karne melk. Deze nu is op zich zelf zeer goed, maar dan alleen in combinatie met andere voedingsmiddelen. Er zit namelijk te wei nig voedsel in dan dat de dieren er alleen genoeg aan zouden hebben. Ze moeten daartoe een te groote hoeveelheid er van opnemen, waardoor te groote eischen aan maag en darmen gesteld worden. Wij voor ons prefereeren om te begin nen met warme koemelk, waarin wat oud bakken, brood, beschuit en havermout gekookt is. In het begin natuurlijk zeer dun, langzamerhand als de dieren het goed verdragen, dikker worden. Verder beginne men zoo vroeg mogelijk met een klein beetje fijn geschrapt of gemalen rauw vleesch door het voedsel te mengen; vooral de eerste 3 maandan daar dit vele voor den groei noodzakelijke stoffen bevat. Ook verdient het aanbeve ling bouillon te geven met rijst, oudbak ken brood of havermout. Langzamerhand gaat men de hoeveelheid vaste stof ver meerderen. totdat de dieren ten slotte dikke brij krijgen. Denkt er echter aan, dat er meer jonge dieren sterven aan overvoeding dan aan de ondervoeding, en geef de diertjec dus niet teveel tegelijk. In het begin moet men 4 tot 5 x daags voederen, totdat de diertjes 8 weken oud zijn, dan kan men het aantal maaltijden geleidelijk terugbrengen tot op een drietal per dag. totdat zij den leeftijd van 6 maanden bereikt hebben, waarna zij met 2 maaltijden daags kunnen volstaan. Geef de diertjes ook van het begin af aan levertraan. Wij hebben in onze vorige artikelen reeds meermalen gelegenheid gehad te wijzen op de groote waarde van deze stof voor het groeiende organisme. Geef ze daarom gerust 1 eetlepel er van daags door het voedsel gemengd, terwijl het bijvoederen van een theelepeltje beendermeel op den groei der dieren even eens een gunstlgen invloed zal hebben. Zijn de dieren wat ouder, zoo ongeveer een maand of drie, dan is het heel goed hen een zacht beentje te geven, opdat zij de kracht van hun gebit eens beproeven kunnen, waardoor dit zich beter zal ont wikkelen. Ook voor het reinigen van kie zen en tanden is dit nuttig, daar bij een voortdurende melkvoeding zich vaak aan slag daarop vastzet, welke dan verwijderd wordt, Om dezelfde reden heeft liet zijn nut. de dieren van tijd tot tijd een stuk hard oudbakken brood of puppycake te geven Denkt er verder aan de dieren op vaste tijden te voeren en hun tusschcntijc4 in geen geval lekkere beetjes of snoeperij te geven, want niets is beter voor het dier dan een stipte regelmaat in de voeding, waardoor maag en darmen vaste rust tijden krijgen. En tot slot: geef de dieren gelegenheid om volop te spelen en rond te ravotten, dan pas zullen spieren en beenderen stelsel zich ten volle kunnen ontwikkelen. Zorg daarbij dat ze zooveel mogelijk van frissche lucht en zonlicht genieten kun nen. ze zullen dan bij eventueele ziekten de beste kansen hebben, daar hun '^er st and s vermogen dan tot een maximum is opgevoerd. Dr. v. R.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 19